maandag 17 januari 2022

Singles round-up: Tony Blackburn


'Uw pakket is onderweg'. Dat is het eerste als ik mijn Gmail open. Vervolgens kijk ik welk pakket want ik heb gisteren ook nieuwe schoenen besteld. Ik zou de oude nog altijd eens laten oplappen maar voorlopig gebruik ik weer de oude motorlaarzen/legerkisten. Hoge schoenen bevallen me beter in de winter en dus heb ik weer een paar legerkisten besteld, met dien verschil dat ook deze nimmer zijn ontwikkeld voor militaire doeleinden. Het heeft het model en de stalen neuzen van legerkisten en verder worden ze vooral aangeprezen als wandelschoenen. Maar nee... het zijn niet de schoenen die onderweg zijn. Het is het pakket dat ik vrijdagavond heb afgerekend op Discogs! En dus heb ik opeens ideeën voor Soul-xotica want met de 'Singles round-up' zou ik de schade kunnen inlopen zonder dat ik weer aanspraak hoef te maken op mijn foto-archief. Om even terug te komen op gisteren, ik ben nog wel een klein blokje om gelopen maar het is geen bericht waard. Ook is het weer té troosteloos om een verse foto te maken. Er ontbreken nog drie singles uit de bestelling van afgelopen week en hierbij heb ik meteen gedacht om een 'special' te doen. Bij deze presenteer ik jullie niet alleen de drie singles van Tony Blackburn, maar duik ook even in de geschiedenis van deze roemruchte Engelse dj.

Anthony Kenneth Blackburn is de naam. Op 29 januari staan er maar liefst 79 kaarsjes op zijn taart. Het gezin Blackburn verdient de kost in de medische wereld. Vader Blackburn is huisarts terwijl zijn moeder verpleegster is. De familie verhuist meerdere malen gedurende zijn jeugd. Anders dan dat je zou verwachten, begint hij zijn loopbaan als zanger. In 1965 maakt hij een drietal niet bijster succesvolle singles voor het Fontana-label. Al Stewart, bekend van 'Year Of The Cat', is op een zeker ogenblik lid van zijn band The Rovers. Hij fietst een beetje creatief door zijn opleidingen heen en pikt her en daar 'O'-levels mee en heeft altijd genoeg bagage om aan een volgende opleiding te beginnen. Het is eveneens de tijd van de Engelse zeezenders en Blackburn gaat aan de slag bij Radio Caroline en Radio London. Als in augustus 1967 de zenders van zee worden gehaald, is het aan de BBC om met een passend alternatief te komen. Op 30 september 1967 knalt BBC Radio One de ether in en de eerste woorden op de zender worden uitgesproken door Tony Blackburn. 'Ik ben aangenomen om flauwe mopjes te vertellen en de mensen te onderhouden. Mijn persoonlijke mening of politieke voorkeuren moest ik achterwege houden', vertelt Blackburn jaren later in een interview. Ook merkt hij op dat er alles aan gelegen is bij de BBC om de presentatoren zó te promoten dat het eventueel grotere sterren worden dan de zangers en musici op de gedraaide plaatjes. In januari 1968 verschijnt de single 'So Much Love' bij MGM, maar de maatschappij heeft op dat moment niet de capaciteit  om de plaat in overvloed te persen en dat zou ervoor hebben gezorgd dat het slechts tot een 31e plek komt. In 1969 herhaalt hij het succes met 'It's Only Love' dat een 42e plek op de Top 50 behaalt. Hij zal in 2007 nog eenmaal in de hitparade komen met The Wurzels en hun update van 'I Am A Cider Drinker' dat feitelijk dan weer 'Una Paloma Blanca' met een andere tekst is.

In 1969 is Blackburn dé belangrijkste promotor op Radio One geworden van de zwarte Amerikaanse muziek en met name Motown. In 1969 maakt hij een elpee waarop hij ook een uitvoering brengt 'I'll Do Anything'. Een vroeg nummer van de heren Kenny Gamble en Leon Huff en op de plaat gezet door Doris Troy. Het album blijft voor negen jaar onopgemerkt. Intussen is Blackburn één van de grote sterren van de BBC Radio One. De vroege jaren zeventig is daarin een roemruchte periode. Hoewel Jimmy Saville nog als een 'held' wordt begraven in 2011, iets meer dan een jaar later wordt de naam (terecht) besmeurd. Er verschijnen tientallen aanklachten van jongeren die aanwezig zijn geweest op seksfeestjes van Saville in de vroege jaren zeventig. De BBC lijkt hiervan af te weten, maar doet er niets aan. Naast Saville worden ook radio-collega's en popmuzikanten in verband gebracht met het schandaal. Natuurlijk valt ook de naam van Blackburn maar die heeft een stalen alibi. Het zorgt er echter wel voor dat de BBC hem in 2014 de laan uit stuurt. Daar heeft Blackburn wel ervaring mee want reeds in de vroege jaren zeventig haalt hij de woede van BBC en luisteraars op de hals om tijdens een stroomstoring te roepen dat 'de mijnwerkers hoognodig weer aan het werk moesten gaan'.

Dan is het opeens 1978. De Northern Soul is 'booming business' geworden en platenmaatschappijen keren alle vaten ondersteboven om te zien of ze een Northern Soul-'hit' hebben verborgen. In dat jaar verschijnt een single op het Casino Classics-label met op de a-kant een opname van The Flirtations. 'Little Darling' is oorspronkelijk in 1971 opgenomen voor Polydor. Op de b-kant staat een andere Engelse productie: 'I'll Do Anything' van Lenny Gamble. Hoewel deze kant meteen wordt gekraakt in de pers, weet de plaat de dansvloer vol te krijgen in The Casino in Wigan. De platenmaatschappij heeft al aangekondigd dat Gamble ook zelf zal gaan optreden. Naar verluid heeft het label een donkere meneer klaar staan die het nummer zal playbacken. Het publiek in 'The Casino' wacht vol spanning op Gamble als Tony Blackburn het podium op stapt en 'I'll Do Anything' begint te zingen. De plaat verdwijnt van de lijsten en de hitparade en ook Blackburn erkent dat het een afschuwelijke versie is. Het is in feite de albumversie uit 1969 met waarschijnlijk wat 'distortion' om het authentieker te doen klinken.

Blackburn blijft onverminderd actief in de radio en heeft sinds 2020 een erg leuke podcast samen met Kaiser Chiefs-zanger Ricky Wilson waarin het duo op zoek gaat naar de waarheid achter de mythes in de popmuziek. In 1971 maakt hij een album voor RCA en dat levert twee singles op welke niet succesvol zijn. Naar het schijnt wordt 'Chop Chop' wel plat gedraaid op Radio Luxemburg.

* Tony Blackburn & The Majority- It's Only Love (België, MGM, 1969)
Blackburn heeft als voordeel dat hij hoog staat aangeschreven bij de professionele muzikanten en dus keuze zat heeft om te werken met wie hij wil. Het is dezelfde periode waarin Barry Ryan een knaller van een hit heeft met 'Eloise'. Omdat Blackburn eveneens bij MGM zit, ligt het binnen zijn handbereik om de band van Ryan te gebruiken alsook de schrijfkunsten van Paul Ryan. De broer van Barry schrijft 'Open Your Eyes', hoewel de Engelse uitdossing van de single een andere b-kant heeft gekregen. Ik heb 'It's Only Love' afgelopen zaterdag gedraaid in 'Do The 45', maar ben er niet zo zeker van. Het zit heel erg op het randje van de popmuziek en het is wellicht nog het meest de persoonlijke bewondering van Blackburn dat ik de plaat toe laat in de contreien van de Blauwe Bak. The Majority zal in de jaren zeventig overigens naar Italië verhuizen en Majority One worden, maar dat is een ander verhaal.

* Tony Blackburn- Is It Me, Is It You (Duitsland, RCA Victor, 1971)
Een weinig verheffende productie van Blackburn. Het is aangename pop maar ook niet meer dan dat. Een beetje té kleurloos.

* Tony Blackburn- Chop Chop (NL, RCA Victor, 1971)
Deze plaat heeft meteen mijn interesse. Niet dat Blackburn's versie beter is dan het origineel. The Sweet zet in 1971 'Chop Chop' op haar album 'Funny How Sweet Coco Can Be' en een paar jaar later heeft de band genoeg hits om een compilatie te vullen. Dan besluit RCA om hun versie van 'Chop Chop' toe te voegen op 'Biggest Hits', feitelijk de enige non-hit op het album. Een nummer van de heren Chinn en Chapman over een houthakker met een aanstekelijk refrein. In geval van The Sweet werkt het nog wel, maar Blackburn is niet bepaald overtuigend op deze platen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten