zondag 31 maart 2013

Blauwe Bak Top 40 2013/1: 10-1



10. Mama Didn't Raise No Fools-Sugar Pie DeSanto (Checker 1109, 1965)
Nog steeds een mysterie voor mij. Ik ben de cd (en het hoesje) al heel lang kwijt, maar in 1995 kocht ik 'The Chess Years' van Sugar Pie DeSanto voor een ouderwetse rijksdaalder bij de plaatselijke Free Record Shop. Meer uit nieuwsgierigheid, want anno 1995 ben ik natuurlijk nog in de veronderstelling dat soul voor 'mietjes' is. Toch laat de cd zich meteen heel goed smaken en het is met name dat ene nummer, dat volgens het cd-boekje 'previously unreleased' is. Achteraf gezien moet dat betrekking hebben op 'niet eerder op cd verschenen', want reeds in 2008 ontvang ik een mp3 met een hele harde tik erin. Hij is dus wél op vinyl uitgebracht. Het is nog maar sinds vorig jaar zomer dat ik te weten kom dat-ie wel degelijk als single is uitgebracht, anders dan wat ik van het cd-boekje had begrepen en onlangs zag ik hem bij Jörg in de lijst staan. Ik ben een gelukkig mens! Voor een tientje heb ik deze 'all time favourite' in een behoorlijke staat. Daar zijn Amerikanen ietsje minder zuinig met de prijzen!

9. Goodbye Baby (196?, Boddie ES-011, 2011)
Ik verwacht dat deze nog wel Week Spot gaat worden, maar anders zal ik toch binnenkort eens een verhaaltje schrijven over deze bijzondere plaat. Toen Numero Music Group in 2009 onderzoek deed in het archief van Boddie Recording Studios in Cleveland (Ohio), kwamen ze een doosje met acetaat-demo's tegen. In drie gevallen zonder de naam van de uitvoerende artiest en tot op de dag van heden weet ook niemand met zekerheid te zeggen wie het heeft opgenomen. In 2011 heeft Numero deze drie singles uitgegeven als een box in een oplage van duizend. De discussie rondom 'Goodbye Baby' op Soulful Detroit had ik al een tijdje gevolgd, dus toen ik de kans kreeg deze losse single te bemachtigen, liet ik dat aanbod niet aan me voorbij gaan. We horen een zangeres met een stemgeluid dat van velen kan zijn. Er wordt ook gesuggereerd dat de achtergronddames en de zangeres samen een meidengroep zouden vormen. Hoe dan ook... 'Goodbye Baby' is drie minuten lang kippevel.

8. My Way Or The Highway-The Flirtations (Racetrack 1001, 2013)
Ik heb een hit 'gemaakt'. Erg lokaal, dat wel, want deze nieuwe Flirtations-single is een kleine hit aan het worden op Wolfman. Het aardige is dat collega Lee voor deze kant gaat, terwijl David blijft vasthouden aan 'You Pulled A Fast One'. Waarom ik dan toch kies voor 'My Way Or The Highway'? Natuurlijk, dit is weer zo'n typische Ian Levine-productie die het Incognito-geluid van 1991 ademt, maar bovendien krijg ik net even wat meer goede luim van deze kant. Toch was die beslissing loodzwaar. Hoezo een 'double-sider'?

7. Undecided-Inez & Charlie Foxx (Dynamo D-117, 1967)
Dan moest dit deze week maar Week Spot worden.

6. Love Is All Right-Jesse James (1968, Harthon OSV-047, 2012)
Zelf vind ik het appels-met-peren om deze langs de versie van Cliff Nobles te leggen. Die van Nobles is feller en scheller, maar toch vind ik dit ingetogen origineel van Jesse James ook wel een bepaalde klasse hebben.

5. Eenie Meenie Gypsaleenie-The Debonaires (Golden World GW-26, 1965)
Toen Berry Gordy had besloten om een professionele platenmaatschappij op te zetten, zocht hij zakelijke companen. Ed Wingate was één van de eersten die werd benaderd, eigenaar van enkele nachtclubs en veel onroerend goed in Detroit. Wingate weigerde en begon een jaar later Golden World. Zoals ik al eerder schreef, heeft Golden World voor menig zweetdruppel gezorgd bij Motown en heeft het de laatste ook menig 'payola'-cheque gekost om de plaatjes van de radio te weren. 'Eenie Meenie Gypsaleenie' heeft het dus evenmin gehaald, maar je kan je afvragen of ze daar rouwig om zijn geweest. Het is Detroit-bubblegum op zijn best, maar niet bepaald representatief voor The Debonaires en Golden World. Toch is dit een plaatje waar ik steeds weer een ontzettend grote glimlach van krijg en dus staat-ie op vijf.

4. Your Love Back-Nella Dodds (Wand 178, 1965)
Onze Week Spot van de afgelopen week en dus ook wel weer vaak genoeg genoemd.

3. Let Your Heart And Soul Be Free-Tan Geers (1968, Soul Tribe ST-1002, 2012)
Toen ik bij het samenstellen tot de top drie kwam, begon pas het échte werk. Het heeft me twintig minuten, vier sjekkies en twee koppen koffie gekost. Welke moet op één? En vooral pijnlijk, welke moet op drie? Het is uiteindelijk Tan-Geers geworden met het bloedmooie 'Let Your Heart And Soul Be Free'. Niets minder dan de nummers 1 en 2, maar soms is het oneerlijk verdeeld in de wereld. Als je hem daarna opnieuw beluisterd, dan had ik hem ook gemakkelijk op nummer 1 kunnen voorstellen. Hoewel? Nee... Misschien wel op 2, maar die nummer 1 is wel onovertroffen!

2. Love Don't You Go Through No Changes On Me-Sister Sledge (Atlantic ATL 10551, 1974)
Afgelopen zomer dankzij collega Lee leren kennen en ik ben daarna héél erg van dit nummer gaan houden. Een luisterbeurt in november haalt me definitief over de streep: Ik móet deze single hebben. Dat is niet eenvoudig, want in Engeland heeft dit al een 'cultstatus' en is derhalve aan de prijzige kant. Dan is er opeens 'good old' Marktplaats: 9 Sister Sledge-singles voor twaalf euro. En... inclusief een smetteloze 'Love Don;t You Go Throuhg No Changes On Me' en mét de Duitse fotohoes. Smullen!

1. Run Baby Run-Alder Ray (Revue R-11014, 1968)
Dé onbetwiste nummer 1 van de laatste drie maanden. Ik heb al naar één klein stukje 'soundfile' op 'add to cart' gedrukt en de daarop volgende weken zal ik de plaat bijna grijs draaien. Bijna drie maanden later heb ik nog steeds niet genoeg ervan, wat een fantastische plaat blijft dit. En nog vele jaren!

Misschien ten overvloede, maar de link naar de podcasts staan onder 'opmerkingen' bij de afgelopen vier dagen. Deze 'opmerkingen' worden komende donderdag verwijderd, de links blijven, naar verwachting dan nog twee maanden 'vers', maar voor de rest: Weg is pech!

zaterdag 30 maart 2013

Blauwe Bak Top 40 2013/1: 20-11



Voordat ik begin, moet ik toch even mededelen dat dit bericht nummer 1111 is. Totaal niet belangrijk, dat weet ik ook wel, maar ik ben nu eenmaal dol op leuke nummers. Snel door met de Blauwe Bak Top 40!

20. No One To Love-Pat Lewis (1967, Solid Hit OSV-037, 2011)
Eigenlijk kocht ik deze single vanwege de b-kant, 'Look At What I Almost Missed', maar toen ik 'No One To Love' een paar keer had gedraaid, heb ik niet meer omgekeken. Wat me nog het meest boeit aan 'No One To Love' is het bijzondere orkest-arrangement. Geen wonder dat de plaatjes van Pat Lewis voor wat zweetdruppels zorgden bij de dames en heren van Motown, dit had evenveel potentie en klasse als bijvoorbeeld Martha & The Vandellas, maar toch wisten ze de Golden World- en Solid Hit-platen uit de hitparade te houden. Ik durf zo langzamerhand mijn hand ervoor in het vuur te steken: De meest soulvolle zangeres uit Detroit zat geen dag bij Tamla-Motown en heeft indertijd ook geen hits gehad. Haar naam is Pat Lewis en ik presenteer jullie dan ook vol trots 'No One To Love' op de rand van de top 20.

19. Raining Teardrops-The Demures (1965, Soul 7 SOUL7-029, 2012)
Het is schrikbarend hoe weinig er bekend is over The Demures, terwijl ze toch wel bij een grote platenmaatschappij zaten. Okay, Brunswick is al bijna veertig jaar niet meer op de markt, maar in de jaren zestig gold het ondermeer als vertegenwoordiger van de Chicago soul. Het mag duidelijk zijn dat The Demures daar ook vandaan komen. Gisteravond heb ik de site van John Manship binnenstebuiten gekeerd, vooral om kennis te nemen van wat schrikbarende prijzen. Zelfs hij heeft niets van The Demures, dan laat een eventueel prijskaartje van een origineel zich ook wel raden? De deejays kunnen echter weer even uit de voeten met deze Soul 7-heruitgave met 'The Sly, The Slick And The Wicked' van The Lost Generation op de b-kant. Gewoon voor een tientje te verkrijgen bij de Northern Soul-specialist.

18. She's Wanted (In Three States)-Larry Clinton (1966, Harthon OSV-047, 2012)
Net zoals ik straks 'Girls Are Against Me' van The Utopias eraf gooi, heb ik het afgelopen jaar ook wel eens moeten opruimen op de mp3-stick. Het ding heeft de neiging om uit de honderden titels steeds weer dezelfde te kiezen. Dit was vorig jaar ook het geval met deze van Larry Clinton, maar dat heb ik nog relatief lang toegestaan. Er is namelijk helemaal niks mis met deze plaat en die wil je desnoods wel iedere dag horen. Waarvan akte. Ik heb hem een paar weken geleden gekocht, hoewel het een 'dobule-sider' is en ik hem vooral voor de andere kant heb gekocht. Larry Clinton zit nooit in de weg en dus ook niet op een 're-issue' als deze.

17. Dirty Work-The Flirtations (Polydor 2058 495, 1974)
Ik ben verder erg tevreden over de podcasts, alleen raak ik bij deze van The Flirtations even de draad kwijt. Er zit ook zoveel informatie in deze plaat! In 2004 was dit voor mij de start van mijn Northern Soul-hobby en het mocht lijken alsof ik al lang klaar was met het oeuvre van de dames. Niets is minder waar. Sinds de hagelnieuwe 'release' ben ik juist weer gaan speuren naar enkele singles die ik nog niet had. 'Take Me In Your Arms And Love Me' met 'Little Darlin' op de flip (Polydor, 1971) is buiten de boot gevallen met deze Top 40 en verder ben ik naarstig op zoek naar 'Need Your Lovin'. Maar dan was er nog het 'Dirty Work'-mysterie. Ik kwam een paar jaar geleden via een labelscan erachter dat het werkelijk het Steely Dan-nummer was, alleen kon ik maar geen opname van het nummer vinden. De eventuele aankoop moest dus goedkoop zijn en dat was deze ook. En ik heb er geen spijt van gehad!

16. Be Young Be Foolish Be Happy-The Tams (1968, Stateside SS 2123, 1970)
We zijn in de top twintig inderdaad aan beland bij de heruitgaven, hoewel deze van The Tams wel een beetje extreem is. Als we het over de Engelse Stateside hebben, die is in 1968 met een tussenstukje in het middengat, terwijl die van 1970 een 'solid center' heeft, een elpee-gaatje. De prijs is het bewijs? Rarenorthernsoul had even daarvoor een origineel te koop staan voor vijftien pond en deze van twee jaar later was slechts drie pond. Soms kan ik mezelf echt nog wel motiveren om een origineel te kopen, maar als het verschil zo minimaal is, dan kies ik gewoon voor de goedkoopste optie.

15. Get On Up-The Esquires (Bunky 7750, 1967)
Een liedje dat ik in november via de mp3-stick heb leren kennen en die almaar vaker terug kwam. Ik ging ook al een paar maal uit op speurtocht en kwam wel andere plaatjes van The Esquires tegen en die waren vaak aan de dure kant, maar geen enkele maal 'Get On Up'. Een paar weken geleden kwam ik hem zomaar pardoes tegen op de lijst van Jörg, mijn Duitse Ebay-vriend, in een bovengemiddelde staat en desondanks zonnig geprijsd. Blijkt dat-ie in de Engelse Northern Soul ook nog niet echt bekend is, dus zit er ook nog een missie in. Je kan soms geluk hebben...

14. Living A Lie-The High Keys (1966, Verve bootleg, 2012)
Als er een partij illegale cd-uitgaven van een Robbie Williams-album wordt onderschept, valt het woord 'bootleg' nog wel eens. Ten onrechte! Zo'n Robbie Williams-cd is een 'counterfeit', een vervalsing die er voor de echte moet door gaan en die evenveel had moeten kosten als een origineel. Een bootleg is in die zin illegaal dat de belanghebbenden (muzikanten, platenmaatschappij etc.) geen toestemming hebben verleend voor het uitbrengen van de opname. De koper van een bootleg is een 'superfan' of een verzamelaar die de collectie zó compleet mogelijk wil hebben en daar dik voor wil betalen. Het is zeker geen snelle handel! Zie hier mijn motivatie voor The High Keys, een single die oorspronkelijk zeldzamer is dan een zuurstokroze Bugatti met een trekhaak, maar in zo'n uitvoering toch betaalbaar aan de collectie is toe te voegen. Bovendien was deze nog wat goedkoper dan anders, door een persfoutje zijn er zichtbare oneffenheden in het vinyl, maar 'does not affect play'. Voor drie pond kan hij op de draaitafel!

13. Don't Come Lookin' For Me-The Sweet Things (Date 2-1504, 1966)
Mijn vriend Alexis uit Chicago krijgt vast fijne paasdagen! Een single waarmee hij al drie maanden loopt leuren, heeft afgelopen week een eerste bieder getrokken. Die zal de plaat ongetwijfeld voor de lage startprijs kunnen meenemen. De startprijs is tweeduizend dollar... Voor een niet geheel smetteloze plaat, maar ach, vindt maar eens een tweede. Toch moet ik altijd even in zijn mailing kijken, al is het alleen al vanwege The Para-Monts. Als het voorkomt, zal ook hij wel van de prijs afweten. Met een startbedrag van tien dollar is er ook nog wel het een en het ander te genieten, zo kwam ik in januari 'You're My Loving Baby' van The Sweet Things tegen, maar dan leer ik dat 'Don't Come Lookin' For Me' al een 'culthit' is geworden in de omgeving van Blackpool. Het duurt evenwel een tijdje voordat 'Don't Come Lookin' For Me' voor mij gaat 'werken', maar zoals de vlag nu hangt, mag deze in de Blauwe Bak Top 40.

12. Gonna Be A Big Thing-The Yum Yums (1965, AJR Production OSV-085, 2013)
Een plaat waarover ik zoveel heb geschreven in het afgelopen jaar zou wel met ietsje meer bombarie mijn collectie mogen binnenkomen? Lieve mensen, ik sta zelf ook nog paf. Helemaal in de originele uitdossing met 'Looky Looky' op de b-kant en het een replica van het ABC-Paramount-label. Toch staat er bij een nadere studie 'A JR Production'. JR staat dan voor Jerry Ross, als producer verantwoordelijk voor The Yum Yums, The Sapphires en een hele stel meer soul-artiesten en meidengroepen. Outta Sight heeft in samenwerking met de meester zélf een serie heruitgaven gepland en daar valt ook deze van The Yum Yums onder. Ik heb al 'Gotta Have Your Love' van The Sapphires als bootleg, maar die nieuwe uitgave heeft 'Evil One' op de b-kant en dat laatste nummer is onvindbaar, dus die kan er binnenkort nog wel eens bijkomen.

11. Deep Freeze-The Adorables (Golden World GW-4, 1964)
Ik schreef het al eerder, ik heb gisteren even 'huiswerk' gedaan bij John Manship, dé Northern Soul-kenner van Engeland. Ook even de waarde van de Golden World-uitgaves door genomen. Er zijn een stuk of vijf die héél duur zijn, boven de honderd pond, maar het meeste werk moest met een beetje geluk wel goedkoop binnen te halen zijn. Topstuk uit de catalogus is 'Ooh Boy' van... The Adorables! Die zit ergens rond de tweehonderd pond. 'Deep Freeze' staat voor dertig pond in de boeken, mijn exemplaar kostte een tientje en is niet smetteloos. Toch voelt de plaat aan als iets heel speciaals. Het heeft een klasse waar normaliter een veel hoger prijskaartje aan hoort te zitten. Met deze plaat heb je zowaar twee uit de Golden World-catalogus. De b-kant heeft 'GW-5' als catalogusnummer mee gekregen en de volgende single in de catalogus heeft 'GW-6'.

vrijdag 29 maart 2013

Blauwe Bak Top 40 2013/1: 30-21



30. Maybe-The Chantels (End E-1005, 1957)
Het verhaal begint voor mij met '16 Happening Hits', een 'witte' Amerikaanse elpee uit 1967, die wonderwel héél vaak in deze contreien opduikt. De plaat bevat ruwe radio-opnames, zowel 'nieuwe hits' als liedjes uit den ouden doosch. The Chantels is daar eentje van en het is dat fantastische mono-geluid in het intro (dat gelukkig ook zo te horen is in de single op de podcast) en die, door merg en been gaande, zang... Ik hou al héél lang van dit nummer! Een paar weken geleden besloot ik plots dat de single wel eens in de Blauwe Bak mocht komen en toen ben ik op de Amerikaanse Ebay gaan speuren. Prijzen variëren, maar zó goedkoop als deze van een dollar (exclusief verzendkosten) vind je ze doorgaans niet. En de plaat is in een behoorlijke staat voor eentje van 55 jaar oud!

29. Stranded In The Wilderness-Doris Jones (NEMS NES 015, 1976)
Ik ben sinds een tijdje naarstig op zoek naar 'Loving Is Really My Game' van Brainstorm (1977), een supersnel disco-ding dat vooral ná de eigenlijke Northern Soul-beweging redelijk groot is geworden. Ik leerde het in augustus via mijn Wolfman-collega Lee kennen in de 12"-uitvoering, dat is een stoomwals van ruim tien minuten. Op 'Northern Soul Jukebox' staat een single-opname van rond de vier minuten, die me ook al best genoeg is, alleen heeft de enige single die ik tot dusver heb kunnen vinden op elke kant drie minuten. We blijven dus zoeken! Tot die tijd kan ik me vermaken met Doris Jones, een nummer met dezelfde tomeloze energie, maar ietsje compacter dan Brainstorm. Bij die laatste hebben de dansers een zuurstoftank nodig!

28. Are You My Woman-The Chi Lites (Brunswick 55442, 1970)
De plaat met het stukje dat jaren later werd gesampled door Jay-Z en Beyoncé voor hun hit 'Crazy In Love'. Deze is onlangs nog Week Spot geweest, dus heb ik daar wel genoeg over gezegd?

27. Because I Love You-The Five Stairsteps (Buddah BDA 188, 1970)
Pas bij het opzoeken van de informatie voor deze Blauwe Bak Top 40, afgelopen weekend, kwam ik erachter dat The Five Stairsteps in 1970 de naam hebben ingekort tot Stairsteps. Maar omdat The Five Stairsteps een kleine reputatie had, kan ik me voorstellen dat Buddah deze naam heeft voortgezet op deze promo. Ik had het eigenlijk andersom gedacht. Dat eerst deze single was verschenen in 1968 en pas daarna 'Don't Change Your Love' en andere plaatjes met de peuter Cubie waren verschenen. Niet dus! Deze single is uit 1970, maar had net zo goed van twee jaar eerder kunnen zijn. Curtis Mayfield heeft niets meer met de groep te maken, maar 'Because I Love You' is wel eenzelfde soort 'suite' als de latere Curtis Mayfield-platen. Een beetje aanstellerig, want die zanger huilt echt niet tegen het einde. En, al zouden het verdriet zijn geweest, dan waren het krokodillentranen. Je mag immers je eigen vrouw niet bedriegen, stomkop!

26. Hey Sah Lo Ney-Mickey Lee Lane (1965, Swan S-4222-H, 2012)
Dat de Northern Soul schatplichtig is aan de Mod-beweging uit de jaren zestig, staat als een paal boven water. Toch is de upbeat soul maar een klein stukje van het muzikale palet waar de Mods zich te goed aan doen. Zij kunnen evenveel plezier beleven aan jazz, boogaloo, als blanke Amerikaanse rhythm & blues (garagerock). Wat voor veel typische Mod-platen op gaat, is het hoge en stevige tempo. Mods besteedden hun zuurverdiende geld aan nieuwe pakken en ander uiterlijk vertoon, maar als het zaterdagavond was, waren ze platzak. De Mods gingen dus, vóór de hippies, drugs gebruiken, vooral speed... Bij die laatste drug moet alles in je omgeving snel en druk zijn, anders wordt het vervelend. Dat gevoel spreekt deze van Mickey Lee Lane als geen ander uit. Het is snel, fel en 'heavy metal' in vergelijking met de zoetgevooisde tonen van Al Green. Zoals ik in de podcast vertel, is het praktisch onmogelijk om deze plaat 'uit het rood' te houden.

25. How's Your New Love Treating You-The Debonaires (Golden World GW-38, 1966)
Ik leer in de late jaren negentig dat Track Records, de platenmaatschappij van The Who, een aantal 'zwarte' platen in licentie heeft uitgegeven, waaronder eentje van The Debonaires. Via de 'Northern Soul Jukebox' leer ik dan 'Please Come Back Baby' kennen, een zeer onstuimig nummer dat ik wel bij The Who vind passen. Het is echter tijdens de lange fietstocht in september (zie bericht van 24 september) dat ik 'I'm In Love Again' leer kennen, de plaat die uiteindelijk door Track op de markt is gebracht. Het heeft helemaal niets met The Debonaires van 'Please Come Back Baby' van doen, buiten het feit dat beide groepen dezelfde naam dragen. 'I'm In Love Again' doet mijn voelsprieten uitzetten naar werk van The Debonaires, maar genoemde titel blijkt een dure. Intussen kom ik wel exemplaren tegen van 'Please Don't Say We're Through', 'Eenie Meenie Gypsaleenie' en 'How's Your New Love Treating You'. Golden World heeft ongeveer vijftig singles uitgebracht, waarvan ik er nu vijf heb. En ik ben al stiekem van plan om de andere vijfenveertig ook nog te zoeken. Wordt dus vervolgd...

24. Don't Ever Be Lonely-Cornelius Brothers & Sister Rose (United Artists 50954, 1972)
Deze groep heeft zowaar een revolutie veroorzaakt in mijn Northern Soul-collectie. Eigenlijk is het in april begonnen met 'Nothing Worse Than Being Alone' van The Ad-Libs, maar ook 'Too Late To Turn Back Now' heeft weinig van doen met de 'stormers' die ik tot op dat moment trachtte te verzamelen. Snel en hard is me nooit genoeg geweest en het waren uiteindelijk de stemmige folkplaten die me helemaal in extase brachten. Datzelfde gebeurt tegenwoordig ook bij de soul. Ik 'kick' nog steeds wel op de adrenaline-gestuurde stampers, maar kan de meer subtiele mid-tempo dingen ook enorm waarderen. De nummer 24 uit deze Top 40 is daar een fraai voorbeeld van. 'I'm So Glad', de eigenlijke a-kant, is veel meer 'Northern', maar de plaat is me teveel 'pants'. Ik heb het al zo vaak gehoord, dezelfde uptempo deuntjes met de bekende koortjes, dat ik opeens veel meer plezier vind in een nummer als 'Don't Ever Be Lonely'.

23. Doomsday-Evelyn Thomas (20th Century BTC 1017, 1976)
Een man wiens werk evenveel 'haters' als liefhebbers kent. Ian Levine is niet alleen iemand die plaatjes kan draaien, maar het 'gevoel' ook in hedendaagse producties tot leven kan brengen. Zelf vind ik zijn werk her en der té synthetisch, maar het neemt niet weg dat de man veel noten op zijn zang heeft en daarmee respect afdwingt! Evelyn Thomas is één van zijn eerste producties en de dame zal als een rode draad door Levine's carriére als producer lopen. Anno 1975 probeert Levine het Northern Soul-gevoel over te brengen in de disco. In 1983 sticht hij de 'Hi-NRG', een soort van post-disco en ook post-Northern Soul. Evelyn Thomas is wederom van de partij om 'titelnummer' te vertolken: 'High Energy'. 'Doomsday' en 'Weak Spot' zijn inwisselbaar, maar ik kies voor de Top 40 voor de eerste, vooral omdat dit nummer mij ruim een jaar geleden heeft 'gegrepen'.

22. The Night-Frankie Valli & The Four Seasons (Rare Earth 5C 006-93966, 1972)
Ik heb het uiteindelijk te danken aan het enthousiasme van mijn trouwe podcast-volger Anthony. Deze is wild enthousiast over deze plaat, maar het duurt bij mij toch wel een paar keer voordat ik de schoonheid van het nummer in zie. Dan begin ik met speuren, maar dat valt niet mee... In Engeland is dit een clubklassieker die als vanzelfsprekend een gigantisch prijskaartje met zich meedraagt (vijftien pond voor een matig exemplaar...). Dan kom ik hem, zomaar uit het niets, tegen op Marktplaats: Een partij van twaalf Four Seasons-singles. Samen een tientje! Helaas blijkt die net te zijn verkocht. Een week later probeer ik het opnieuw op Marktplaats en... zie de single staan bij dezelfde handelaar als die van de 12 singles. Ja, hij was hem de volgende week weer tegen gekomen op een platenbeurs, maar was mijn contactgegevens verloren. Hij hoopte dat ik hem op deze manier zou vinden... En het is gelukt! Voor vijf euro heb ik de single in complete nieuwstaat. Mijn Engelse vrienden zijn stikjaloers!

21. Does Anybody Love Me-Joyce Kennedy (Blue Rock B-4023, 1965)
Een sigaar uit eigen doos. Bij de computercrash van een paar weken geleden ben ik ook al mijn foto's kwijt geraakt. Normaliter speur ik bij een Blauwe Bak Top 40 even in mijn Soul-xotica-archief en 'recycle' dan op die manier een foto. In het geval van Joyce Kennedy vergeet ik even dat het een Week Spot is geweest en zoek op Google. En ja hoor, daar staat-ie! U aangeboden door soul-xotica.blogspot.com. Nu komt dan het meest vreemde: Ik kan helemaal niet terugvinden waar deze vandaan komt! Volgens mij is-ie van 45cat, maar met dat in de zoekfunctie brengt hij ons altijd nog bij soul-xotica. Zo worden we nog wel eens beroemd!

donderdag 28 maart 2013

Blauwe Bak Top 40 2013/1: 40-31



Ik val maar meteen met de deur in huis. Deze Blauwe Bak Top 40 heb ik niet alleen qua verhaaltjes maar ook in podcast-vorm in vier delen gehakt. De mini-podcast met de tien liedjes uit dit bericht (plus Engelstalige presentatie) staat onder 'opmerkingen', maar deze worden na donderdag 4 april verwijderd. Verder wil ik vooral benadrukken dat ik officieel gestopt ben met de podcasts, maar dat zo'n Blauwe Bak Top 40 gewoon erg leuk is om te maken. Ik vraag jullie dan ook deze serie niet te noemen op Facebook en andere plekken op het internet. Ik heb zelfs nog zitten denken om de hele podcast-serie opnieuw in het Nederlands te doen, maar nee, deze opnames hebben me al met al ruim vier uren gekost (inclusief omzetten en uploaden). Ik wil mijn radiowerk niet in gevaar brengen en ze zijn daar in Engeland nogal gebrand op, dus... gewoon lekker van genieten en niet over praten! Vandaag klimmen we van nummertje 40 naar 31.

40. I Can't Turn You Loose-The Chambers Brothers (Direction 58-3865, 1968)
Een programma moet een flitsende start hebben en eigenlijk geldt dat ook voor zo'n Blauwe Bak Top 40. En dan is deze van The Chambers Brothers een uitgelezen plaat. Ruim vier minuten geheid stampwerk! The Chambers Brothers zit een beetje op het randje van de soul en de rock, dat wordt wel duidelijk in deze 'workout' van Otis Redding's 'I Can't Turn You Loose'. Een aardige aanvulling voor de Blauwe Bak, maar... ik blijf de voorkeur geven aan de puntige single-versie van 'Time Has Come Today', die eveneens in de (reserve-)bak zit.

39. She's Mine All Mine-The Righteous Brothers (Philles 132, 1965)
'Three lesser known rhythm & blues 45s', dat stond boven de advertentie op de Amerikaanse Ebay. Ik was met name op zoek naar 'Maybe' van The Chantels. Deze staat wel twintig maal op Ebay, maar nergens zó goedkoop als hier. Drie singles voor drie dollar. Jammer dat de verzendkosten wel weer dertien dollar waren, maar dan heb je het nog steeds over 4 euro per single. Of eigenlijk 6, want die Spaanstalige 'Love Story' van Astrud Gilberto had ik al voorbestemd voor die grijze bak op wielen. Tja, The Righteous Brothers, leuk om 'The White Cliffs Of Dover' te hebben, maar... het is geen rhythm & blues. Wat vaker gebeurde bij Phil Spector-producties was dat deze een instrumentale track op de b-kant zette en deze toeschreef aan de artiesten van de a-kant. Zo is er geen Ronette te horen op 'Tedesco And Pitman' (de b-kant van 'Be My Baby'). Op de b-kant van 'The White Cliffs Of Dover' staat echter dit 'She's Mine All Mine'. Met het etiket van The Righteous Brothers, maar het is eigenlijk een solo-opname van Bobby Hatfield. En die swingt! Luister zelf maar...

38. Beautiful Brown Eyes-Solomon Burke (Atlantic 45-2205, 1963)
Een paar maanden geleden stond ik in Het Pandje te draaien toen er een gast naar me toe kwam die me altijd lastig valt met André Hazes of Normaal. Ditmaal had hij wél een speciaal verzoek: Solomon Burke. Sinds die man zijn laatste adem heeft uitgeblazen nabij Schiphol, lijkt zelfs het RadioNL-publiek met hem weg te lopen. Ik doe niet mee aan die 'hype'. Ik had wel een paar plaatjes van Solomon, maar heb het nooit bijzonder genoeg gevonden om meer te verzamelen. Het was twee weken geleden dat ik 'Beautiful Brown Eyes' voor drie euro in Leeuwarden kocht, gewoon omdat de prijs goed was. Het plaatje valt ook niet tegen, maar ik betwijfel of dit de Solomon Burke is die voorgenoemde gast de volgende keer wil horen...

37. Can't Shake It Loose-Pat Lewis (Golden World GW-42, 1966)
The Adorables heeft de afgelopen maand iets los gemaakt bij mij. Plotseling wil ik alle plaatjes van Pat Lewis hebben, maar wil ik eveneens proberen om de Golden World-catalogus zo compleet mogelijk te verzamelen. Dat label heeft interessant spul uitgebracht, stuk voor stuk plaatjes die de concurrentie moesten aan gaan met Tamla-Motown. Het moet ome Gordy menig dollar 'payola' hebben gekost om de plaatjes van de radio te weren, want grote hits zijn het nooit geworden.

36. Way Back Home-Junior Walker & The All Stars (Tamla Motown TMG 857, 1971)
Eén van die liedjes op de 'Northern Soul Jukebox' die vanaf mei regelmatig op mijn mp3-stick circuleerde. Het was pas eind augustus toen ik ontdekte dat het Junior Walker was. Ik ken de man het beste van 'Shotgun' en 'Walk In The Night' en had zo'n stemmige ballade niet achter hem gezocht. Een plaatje voor de eeuwigheid.

35. People Sure Act Funny-Arthur Conley (Atlantic 6588, 1968)
De grote kleine man uit Ruurlo, de man die als geen ander wist uit te leggen hoe 'sweet soul music' hoorde te klinken. De laatste pupil van Otis Redding die eerst de wijze raad opvolgde van zijn meester en de drank en drugs vermeed, maar uiteindelijk in een later leven toch nog te kampen kreeg met deze middelen. En die uiteindelijk een lieve vriend vond in de Achterhoek. Kort voor zijn overlijden stond er een ontzettend mooi interview met de man in een Overijssels popmagazine. Een interview waarin Conley zich helemaal bloot gaf. Helaas ben ik dat tijdschrift kwijt geraakt...

34. Tear Stained Face-Don Varner (1967, Soul City SC 151, 200?)
Don Varner is ook al zaliger, als we het b-kantje van deze single mogen geloven. Een beetje jammer dit... 'Tear Stained Face' is vorig jaar opnieuw uitgebracht, maar Soul City is anders ook best een kwaliteitslabel en deze 'slechts een paar maal' gedraaide single was een stuk goedkoper. Een paar maal met een kapotte naald gedraaid? Ik kan het de handelaar niet kwalijk nemen, die beoordeelt de platen met het blote oog en dan is het altijd een gok. Ditmaal zit ik er dus naast. Anders had Don beslist hoger gestaan!

33. Where Were You-The Epitome Of Sound (Sandbag 101, 1967)
Is het nu het origineel of...? Feit is dat driekwart van het label van de a-kant is verwijderd, een soort van 'cover-up'. Het wil me niet aan dat iemand anno 1977 heeft geprobeerd dit label te verbergen, want toen was 'You Don't Love Me' al een grote Casino-hit. En dus vermoed ik toch dat deze groene Sandbag een originele is. Hoe dan ook, op de a-kant is er niets van het geluid over, 'Where Were You' is evenmin audiofiele kwaliteit, maar ietsje beter. Qua liedjes zijn ze inwisselbaar.

32. Breaking Down The Walls Of Heartache-Johnny Johnson & The Bandwagon (1968, Epic 4897, 1980)
Uit de 'Disc-O-Double'-serie van CBS. De singles zijn geperst op gekleurd vinyl, deze is op blauw vinyl. Ik heb uit dezelfde serie (en van hetzelfde adres) ook 'Everlasting Love' van Robert Knight. De singles ogen en klinken in absolute nieuwstaat. Normaal gesproken loop ik niet echt meer warm voor zo'n 'pop stomper', maar voor een leuk prijsje als deze mocht-ie niet blijven liggen!

31. Do You Ever-The Manhattans (1971, DeLuxe 45-152, 1973)
Niet uit de jaren zestig, zoals ik menigmaal heb verkondigd, maar uit 1971. Twee jaar later zonder een duidelijke reden opnieuw op de markt gebracht en dan wordt het zowaar een Amerikaans hitje. Maar ook deze is al lang weer vergeten als 'Kiss And Say Goodbye' op de eerste plek staat.

woensdag 27 maart 2013

Singles round-up maart 3



Hoezo drie maanden te laat? Gisteren was het pakjesavond. Ik had vorige week weer eens even boodschapjes gedaan bij onze grote vriend op Marktplaats toen hij plots met een aardig aanbod kwam: Alle 25 singles van vijftig cent elk, nu voor de helft als ik ze allemaal nam. Ik besloot niet meer te kijken en de gok te wagen. Niet slecht gedaan! Daarnaast had ik nog een paar 'duurdere' singles van hem en kocht ik de afgelopen week nog drie heruitgaven. Vandaag komen ze alle 33 voorbij.

* Alberto-Foe Noti (EMI)
Juist ja, dat is 'Voor Niets', maar dan op zijn Surinaams. Het is echter de b-kant die ik dan nóg leuker vind: 'Rocky' op zijn Surinaams en warempel de meest 'funky' uitvoering die ik tot dusver heb gehoord. Túúrlijk gaan we hem niet draaien en komt die evenmin in de Blauwe Bak!
* Wendy Alleyne- Midnight Blue (Wirl)
Zo, vallen we meteen met de deur in huis. Dit is één van de allermooiste platen die ik in tijden heb gehoord. Helaas net te laat voor de Blauwe Bak Top 40, maar deze staat in juni in de top drie!
* Paul Anka- I Don't Like To Sleep Alone (United Artists)
* Jane Birkin & Serge Gainsbourg- Je T'Aime... Moi Non Plus (Omega)
* Jan Blaaser- De Bond Staat Achter U (ANGB)
Mocht u het niet weten, dat is de Algemene Nederlandse Grafische Bond. Genoeg informatie!
* Charlene- I've Never Been To Me (Motown Yesteryear)
* Johnny Copeland- I'm Going To Make My Home Where I Hang My Hat (Forever Oldies)
* Crusaders- Street Life (MCA)
* Derek- Cinnamon (Bang)
Johnny Cymbal van 'Mr. Bass Man' in wat brallerige pop uit de late jaren zestig.
* R.B. Greaves- This Is Soul (Atlantic)
Uit 1974, maar wat is deze goed!
* Oscar Harris & The Twinkle Stars- T.O.P.
Jahaaa! De eerste Oscar Harris in mijn collectie die eens de moeite waard is! Zit zaterdag in Do The 45!
* Oscar Harris & The Twinkle Stars- Try A Little Love
En dit is het Oscar Harris-niveau wat ik veel te vaak tegen kom. Kliko!
* Annemarie Hunsel- If Je Tek Mi Lek Wan Lawman (Dureco)
Nee hoor! Niks mis met mijn toetsenbord. Ook een kanshebber voor Do The 45, maar vooral vanwege de 'novelty'!
* Jermaine Jackson- Daddy's Home (Tamla Motown)
* Millie Jackson- Loving Arms (Spring)
* Jesse James- Love Is All Right (Harthon)
Heruitgave met 'She's Wanted' van Larry Clinton op de flip. Beide kanten staan in de Blauwe Bak Top 40.
* King Floyd- Don't Cry No More (Chimneyville)
Ik ben al jaren verslingerd aan 'Groove Me' en zó klinkt deze ook!
* Gladys Knight & The Pips- Home Is Where The Heart Is (Buddah)
* Manhattans- Kiss And Say Goodbye (CBS)
Hij is beter dan de 'racebaan' die ik had, dus deze mag blijven!
* Harold Melvin & The Blue Notes- If You Don't Know Me By Now (Philadelphia)
* Mighty Botai- Frijari (FS)
Een beetje een malle 'Glory Glory Hallelujah'. Ik heb liever de b-kant, 'Porning'.
* Mighty Sam- Fannie Mae (Andee)
Als je de energie van deze plaat kon opvangen en omzetten in electriciteit?
* O'Jays- Love Train (Philadelphia)
* Billy Preston & Syreeta- With You I'm Born Again (Motown)
* Diana Ross & Lionel Richie- Endless Love (Motown Yesteryear)
* Larry Santos- We Can't Hide It Anymore (Casablanca)
De b-kant, een 'Randazzo-Pike'-compositie, is redelijk interessant!
* Boz Scaggs- What Can I Say (CBS)
Net als bij de eerder genoemde Gladys Knight, kan ik hier ook een dealerschap beginnen. Hoewel... dit is de eerste die niet krom is. Hoera!
* Soul Children- The Sweeter He Is (Stax)
In een betere staat dan het exemplaar dat ik had. Wat blijft deze mooi...
* Don Varner- Tear Stained Face (Soul City)
Een Ebay-klant, maar wat een teleurstelling. De opname is niet een beetje stoffig!
* Stevie Wonder- I Was Made To Love Her (Tamla)
* Stevie Wonder- Yesterme Yesteryou Yesterday (Tamla Motown)
* Stevie Wonder- Master Blaster (Tamla)
* Yum Yums- Gonna Be A Big Thing (AJR)
Eindelijk!!! En compleet nieuw! Staat eveneens in de Blauwe Bak Top 40.

dinsdag 26 maart 2013

Week Spot: Nella Dodds



Vanmiddag ontving ik een doos met dertig singles die ik op Marktplaats had gekocht. Omdat er veel 'dubbel' bij zit, denk ik dat ik die morgen wel in een bericht kwijt kan, dan beginnen we donderdag met de Blauwe Bak Top 40. De podcasts neem ik morgen op. Ik was er gisteravond al mee begonnen, maar besloot bij nummer 25 de boel weg te gooien en maar 'continu' te draaien zonder presentatie. Ook dat ging niet naar wens en toen herinnerde ik me aan het feit dat ik menig Soul-x-rated in twee 'takes' op nam en dat die tweede altijd het gewenste resultaat bereikte. Morgen dus nog maar eens zwoegen! Er zijn de afgelopen weken zoveel singles binnen gekomen, dat ik even door de bomen het bos niet meer kan zien. Eigenlijk had ik 'Undecided' van Inez & Charlie Foxx willen doen, dan zou het nog enigzins op 'volgorde'gaan. Niet dus! We maken de oversteek van de partij uit Chicago naar de partij uit München en dan ga ik voor deze fraaie 'double-sider' van Nella Dodds. Hoewel 'P's And Q's' meer uptempo is, kies ik toch voor de klasse van 'Your Love Back' als de nieuwe Week Spot.

De meeste Soul-xotica-lezers kennen het verhaal wel: De 'Northern Soul Jukebox'-dvd. Overigens biedt deze meneer Edwards nog altijd dit schijfje aan op Ebay, terwijl het toch wel een klein beetje illegaal is om kopieën van je harddisk te verhandelen? Hij adverteert deze nog steeds als 1500+, terwijl de mijne bijna 1990 nummers bevat. Ook heeft hij een soortgelijke dvd met 1500 rhythm & blues en 'club classics' uit de jaren vijftig en zestig. Zijn smaak is een grote invloed op de mijne geweest, dankzij de 'Jukebox' heb ik héél veel 'nieuwe' Northern Soul-namen leren kennen. Gaandeweg blijkt toch dat de selecties her en der erg obscuur zijn. Ik dacht bijvoorbeeld dat 'Let's Copp-A-Groove' van Bobby Wells een geheide klassieker was, maar die moet praktisch nog worden ontdekt in de 'scene'. Daarnaast ontbreken er ook een paar namen en titels die bijna verplichte kost zouden moeten zijn op een dergelijke verzamelaar. Wat te denken van Nella Dodds? 'Dit is natuurlijk gesneden koek voor jou als kenner", schreef muziekvriend Albert een paar maanden geleden bij 'Finders Keepers' van Nella Dodds. Zowel plaat als artiest waren bij mij onbekend. Het nummer is echter in de Engelse scene een enorme 'hit' geweest. Originele exemplaren van 'Finders Keepers' zijn doorgaans prijzig, wat ook geldt voor onze Week Spot. Maar soms... heel soms... kun je even geluk hebben.

Ik had in januari als 'How's Your New Love Treating You' van The Debonaires gekocht van Jörg, dj en organisator van 'low profile'-feestjes in München. Hoe hij het voor elkaar krijgt om zijn platen stuk-voor-stuk in een matige VG-staat te krijgen, is voor mij een raadsel, maar daardoor keldert de prijs wel een stukje. Bovenal hebben de meeste singles op styreen een 'schoon' geluid. Mijn oren zijn dermate getraind op oud vinyl dat ik zelf nauwelijks nog de tikjes en kraakjes op merk, dus dan is het fijn boodschappen doen bij iemand als Jörg. Hij heeft deze van Nella Dodds voor tien euro in de aanbieding. Geen lelijke prijs, in een betere staat neigt die al snel naar de veertig euro! Ik koop hem aanvankelijk wel voor 'P's And Q's', maar binnen een week raak ik verslingerd aan 'Your Love Back'. Ik stop het plaatje in 'Beside the a-side' in Do The 45 en op één luisteraar na wijzen alle neuzen de richting uit van onze kersverse Week Spot.

Er is tragisch weinig bekend over Nella Dodds. Huiswerk doen betekent in dit geval informatie bij elkaar schrapen. Donzella Petty-John heet het deerntje en is op 25 januari 1950 geboren in Havre-De-Grace in Maryland. Als veertienjarige krijgt ze een contract bij Wand en opereert dan vanuit Philadelphia. Haar eerste plaatje is toch wel opmerkelijk. Je zou niet verwachten dat Holland-Dozier-Holland een nummer, dat beroemd is geworden als een Motown-klassieker, oorspronkelijk hebben geschreven voor een zangeres op een ander platenlabel. En toch is Nella de eerste die 'Come See About Me' mag opnemen. De plaat bereikt zowaar een 74e plek in de Billboard, maar is een half jaar later definitief vergeten als The Supremes hun uitvoering op de plaat zet. Kenny Gamble schrijft haar tweede single, 'Finders Keepers', maar deze maakt totaal geen indruk op de hitparade. Wél wordt dit nummer in de jaren zeventig omarmd door de Britse Northern Soul-liefhebbers. In 1965 verschijnt 'Your Love Back', maar ook deze lijdt schipbreuk, evenals de drie singles die erna verschijnen. Hoewel Nella wel de toezegging van een elpee krijgt, verschijnt deze nooit. Het enige album is een compilatie van de 12 single-kanten en drie niet eerder uitgebrachte opnames.

Nella is nog maar zeventien lentes jong als haar actieve muziek-carriére ten einde is. Ze komt niet meer aan de bak. Ze sticht een gezinnetje in de jaren zeventig en de kerk gaat een steeds sterkere rol spelen in haar leven. Eind jaren negentig neemt ze materiaal op voor een gospel-cd, maar, naar het schijnt, is deze nog steeds niet uitgebracht. Wel kunnen we Nella in 2006 zien in 'Sweet Good Fortune' en in 2007 in 'Evan Almighty'. Haar singles zijn, zo gezegd, inmiddels populair bij verzamelaars en het lijkt vooral de sport te zijn om een smetteloze styreen-single van haar te kunnen vinden. Als zo'n 'new old stock' opduikt, is het meteen ook bal!

maandag 25 maart 2013

Raddraaien: Emerson Lake & Palmer



Ik heb het voorval al eens eerder beschreven, maar het is iets waar ik nog steeds niet bij kan. Gedurende de jaren 2005 en 2006 luisterde ik dagelijks naar 747 AM, tegenwoodig de 'gezellige' zender Radio 5 Nostalgia, maar tot dat laatste jaar het adres voor echte 'underground' en avantgarde. Op de doordeweekse avonden regeerde de VPRO. Dat begon met 'De Gezamenlijke Zenders Van Peasens En Moddergat' en daarna drie uur literatuur en radio-documentaires in 'De Avonden'. Na elf uur was het tijd voor een wisselend programma, variërend van oerwoudgeluiden uit Timboektoe of pure geluidskunst. Het was in dit kader op een woensdagavond, de avond van 'De Wissel'. Iedere week een andere samensteller met een nieuw thema. Soms werd een verhaal voorgelezen met vage neo-klassieke muziek tussendoor, maar deze avond val ik van mijn stoel. Emerson Lake & Palmer! Bij de VPRO!!! Nee, dat had ik nooit verwacht. Aanleiding was het recente overlijden van Robert Moog, de uitvinder van de gelijknamige synthesizer. En er is in de muziekhistorie één groep die de Moog op diverse terreinen heeft in gezet en dat is Emerson Lake & Palmer. Zelf ben ik dankzij deze radio-documentaire meer van de groep gaan houden!

Zullen we eerst maar even de grapjes doen? Hoe spel je pretentieus? ELP. De groep heeft drie nadelen. Welke? 1. Emerson, 2. Lake, 3. Palmer. Zo... die hebben we gehad! Heeft John Peel nog iets te zeggen? 'Een verspilling van talent en electriciteit'. Zo..., dat is klare taal! Hoge bomen vangen veel wind en dat geldt ook voor Emerson Lake & Palmer. Ze zijn de eerste pure symforockband die miljoenen albums over de toonbank laat gaan. De groep is opgebouwd uit drie ego's, die heel vaak kunnen botsen. Vandaar dat de groep ook een paar maal op zijn gat ligt. En de Raddraaier van vandaag is daar andermaal een mooi voorbeeld van!

Greg Lake maakt zijn plaatdebuut met The Shame. Daar is ook al eens over geschreven, want ik heb die single. Ik weet zelfs de datum uit mijn hoofd: 11 april 2010. Tevens de start van Soul-xotica als dagelijks blog. In 1969 is Lake de eerste zanger van King Crimson. Keith Emerson heeft in 1969 de meeste ogen op zich gericht. Hij maakt niet alleen eigenzinnige muziek met The Nice, maar weet ook van provoceren. Als hij 'America' speelt bij optredens, laat hij de Amerikaanse vlag vlam vatten. Emerson en Lake zijn elkaar in 1969 tweemaal tegen gekomen als King Crimson en The Nice samen moeten optreden. Als ze wat vertier zoeken in de Fillmore East in San Francisco en de twee gaan 'jammen' is het groepsidee snel geboren. Ze zoeken een drummer en benaderen Mitch Mitchell. Jimi Hendrix heeft dan net zijn Experience aan de kant gezet en er is even sprake van een supergroep van Hendrix, Emerson, Lake en Mitchell. De geplande sessie is er nooit geweest en via hun manager weten ze Carl Palmer los te weken van Atomic Rooster. De groep maakt in 1970 haar debuut, maar het tweede optreden is de doorbraak. Dat concert vindt plaats op het Isle Of Wight Festival. De volgende dag zijn ze wereldberoemd en krijgen een platencontract.

Emerson Lake & Palmer zijn drie ego's, die soms heel harmonieus kunnen spelen, maar soms ook hard botsen. Emerson zou het liefste arrangementen willen spelen van klassieke stukken, Carl Palmer heeft met affiniteit met zowel jazz als hardrock, maar Greg Lake is bovenal een 'liedjessmid'. Als twaalfjarige krijgt hij zijn eerste gitaar en één van zijn eerste liedjes heet 'Lucky Man'. Lake wil kost wat kost dát nummer op de eerste elpee hebben, tot grote ergernis van Emerson en Palmer. Die twee duiken de pub in terwijl Lake in zeshonderd takes aan zijn liedje gaat 'pielen'. Als de mannen uren later terug komen, gaan ze niet eerbiedig in een hoekje zitten. Emerson begint te stoeien met zijn nieuwe Moog, gewoon een beetje ouwehoeren en Lake stangen. Dat 'gestoei' zal het uiteindelijke slotstuk worden van 'Lucky Man', de eerste hit voor Emerson Lake & Palmer.

John Lennon zei ooit dat de George Harrison-composities bewust aan het einde of het begin van een plaatkant stonden, 'zodat je ze gemakkelijk kon overslaan'. Het is niet duidelijk of dat ook de gedachte is geweest bij 'Lucky Man', want het is het slotstuk van het titelloze debuut van Emerson Lake & Palmer. In Nederland zal de groep het succes in 1980 evenaren met hun 'live'-versie van 'Peter Gunn'. De groep is in 2010 nog bij elkaar geweest voor hun veertigjarig jubileum en heeft inmiddels weer nieuwe distributiedeals getekend, maar ligt wederom op zijn krent. Greg Lake speelt overigens de basgitaar op het laatste album van The Who.

zondag 24 maart 2013

Schijf van 5: maan



Door het aanhoudende winterweer komen mijn plannen voor de Paasdagen ernstig in gevaar. Eerlijk gezegd zie ik het al niet meer zitten om met Pasen een tentharing in de grond te beuken, laat staan dat ik met zulke temperaturen voor mijn lol uit fietsen ga. De vooruitzichten op de langere termijn geven aan dat de temperatuur enigzins omhoog gaat, maar dat het daarbij ook erg vochtig kan worden. Als ik de Paasdagen van vorig jaar als vergelijkingsmateriaal mag gebruiken? Nee, dan blijft deze jongen bij de kachel. En dus schrijf ik voor volgende week maandag een Schijf van 5 uit, daarover in de laatste alinea meer. Zondag doen we immers de ontknoping van de Blauwe Bak Top 40. Vandaag staren we vijfmaal in de lucht. Uiteraard met het gezicht naar het westen, met de ijskoude wind in de nek. Geen maan te zien! En dus tover ik hem maar vijfmaal tevoorschijn op jullie scherm.

In september 2010, een jaar na de hersenschudding, behandelde ik de Hersenschuddingschijven. Het beviel toen zo goed om op zondag een vast onderdeel te hebben, dat Kleur Bekennen erop volgde en vanaf 2011 de Schijf van 5. Het verhaal rond Duffy mag bekend zijn. Twee dagen na de klap hoorde ik 'Warwick Avenue' op de radio en kocht een paar dagen later 'Rockferry'. Stom natuurlijk, want als je één liedje goed vindt, mag je die van mij gerust downloaden! Eenzelfde verhaal hoort bij de hekkensluiter van deze Schijf. Ik zat van 2005 tot en met 2008 bijna onafgebroken in dezelfde kroeg in Steenwijk. De barman vond 'The Whole Of The Moon' van The Waterboys een leuk liedje. Prima, daar kan ik nog in komen. Erger werd het toen hij, speciaal voor dat nummer, een verzamel-cd kocht en die erg regelmatig ging draaien. Nu is The Waterboys zeker een leuk bandje, maar na een half uur geloof je het wel! Het zal ermee te maken hebben dat 'The Whole Of The Moon' in deze lijst niet verder komt dan nummer vijf.

Puur toeval! Het is vandaag veertig jaar geleden dat 'Dark Side Of The Moon' van Pink Floyd werd uitgebracht. Dat ontdekte ik zojuist bij een bezoekje aan Facebook. Pink Floyd zou een hele logische keuze kunnen zijn, maar... volgens mij heet alleen het album zo (...zeg ik uit mijn hoofd...). Bovendien is er nóg een maan die je in zo'n Schijf niet mag vergeten: 'Blue Moon'. Oorspronkelijk uit 1934, maar dankzij Elvis en The Marcels onsterfbaar geworden en door iedere boerenlul op de plaat gezet. Ik kies dan echter voor Cowboy Junkies die in 1988 met het liedje een prachtige hommage aan Elvis' versie bracht: 'Blue Moon Revisited'. Die uitvoering mag vandaag dus op vier.

O... wat voelde ik me hip! Ik had 'Automatic For The People' op voorbespeelde cassette en het was het eerste album van REM dat ik leerde waarderen. Totdat ik eens té hoog op doe tegenover een andere kenner. ,,Man", zei hij met een zucht. ,,Dat is hun meest commerciële album". Au! Dat was pijnlijk om te horen, want ik dacht dat ik flink 'ondergronds' bezig was. Commercieel of niet, ik vind het nog altijd één van de beste REM-albums, maar ik heb me er ook niet veel meer in verdiept. 'Everything you need to know...', geldt ook voor dit album. Ik kan het album nog steeds dromen, terwijl ik het al twaalf jaar niet meer heb gehoord. En er staat een 'maan' op... 'Man On The Moon' van REM mag op drie.

Supertramp hebben we geloof ik al gehad in de Schijf van zusters. Daar staat me iets van bij... Ik had net tabak gekregen van 'Crime Of The Century' toen ik 'Crisis? What Crisis?' van Supertramp leerde kennen. Toch kende ik al een paar nummers, dankzij de Elpee Pop Specials van Harro De Jonge (nog gememoreerd in de Raddraaier van Wet Wet Wet). Eén van die liedjes is 'Sister Moonshine', een liedje dat nog altijd een gelukzalige glimlach tevoorschijn tovert. Dit liedje, dat voor mij eigenlijk één geheel is met 'Easy Does It', mag op nummer twee. Vooral omdat het een album-track is en ik weer eens een single-label als illustratie wilde hebben.

De nummer 1 in deze Schijf is niet zomaar een beetje exotisch. Ik ben al vijf jaar een 'fan' van deze stokoude ska-klassieker, maar sinds mijn verblijf bij Wolfman hoor ik hem bijna wekelijks. En dat is nog steeds geen straf. Ska is de 'heavy metal' van de Jamaicaanse muziek en de fans onderscheiden zich van de reggae-fanaten door hun haar te millimeteren. Iets dat in Engeland van de late jaren zestig navolging ondervindt. De skinheads zijn geboren. Gewoon vredelievende jongens en meisjes die ondanks hun woeste voorkomen van zwarte muziek houden. Het is erg jammer dat juist hun stijl wordt gekopieerd door de extreem-rechtse oproerkraaiers van de jaren tachtig. 'Skinhead Moonstomp' mag dan als een leger-exercitie klinken, het is één en al lol met gekke muziek, een paar laarzen en de maan. Overigens heette de groep normaliter The Pyramids, maar ging wat husselen met letters en kwam toen met de naam Symarip. Hun 'Skinhead Moonstomp' staat vandaag op 1.

Volgende week is de zomertijd in gegaan, hopelijk trekt de natuur zich daar ook iets van aan. Ik wil volgende week maandag, Tweede Paasdag, een Schijf samenstellen van titels met tijden erin. Denk bijvoorbeeld aan onze zaterdagse weekplate: '10.15 Saturday Night' van The Cure. Zo wil ik vijf plaatjes hebben met een tijd in de titel. Leuke suggesties zijn altijd welkom!

zaterdag 23 maart 2013

Raddraaien: Mavis Staples



Voor deze tweede Raddraaier van vandaag moeten we zowaar een concessie doen. Misschien heb ik verkeerd gezocht, maar ik kon zo snel niet een scan van het single-label vinden. Of een leuke exotische single-hoes. Nee, van de single ontbreekt ieder spoor op het wereldwijde web, maar het album met dezelfde titel is beter te vinden. Dus vandaar... De Raddraaier zélf is evenzeer een concessie, deze Raddraaier moest uit de Blauwe Bak komen. De eerste waar ik op uit kom, is 'He's The Greatest Dancer' van Sister Sledge. Pijnlijk, omdat ik nog steeds van plan ben om 'Love Don't Go Through No Changes On Me' tot Week Spot te bombarderen, maar even later kom ik erachter dat deze reeds in november nog 'in de jeukdoos' zat. De tweede poging brengt ons op 'It's Alright' van The Soulettes. Lieve help, niet nog eens graag! Over deze voormalige Week Spot was vorig jaar zomer al niks te vinden en dus gok ik maar op de derde poging. En dat is een héle mooie: 'Don't Change Me Now' van Mavis Staples (1972).

Ik ben een jaar of vijftien als de naam Mavis Staples voor het eerst valt. Prince, nog voor hij zich 'The Love Symbol' of TAFKAP gaat noemen, haalt rond 1989 Mavis Staples uit de vergetelheid en presenteert haar in het kader van zijn New Power Generation. Mavis is dan al niet de jongste meer, maar ze kan nog prima mee. Dan maak ik ook kennis met die stem, die uit duizenden is te herkennen en door de jaren heen niks aan kracht heeft ingeboet. Als ik de horizontale ruststand heb aanvaard, kun je me doorgaans maar beter in die positie houden. Als je me dan toch echt móet storen en je wilt geen wekker naar je hoofd krijgen of een stuk verbaal geweld, dan zal met iets heel bijzonders moeten aankomen. P.P. Arnold mag altijd, maar ook Mavis Staples is zo'n stem waarvoor je me wakker mag maken. Of beter..., zet het plaatje maar op en ze kan me heerlijk doen ontwaken!

Mevrouw Nietjes wordt op 10 juli 1939 in Chicago geboren. Daarmee is ze bijna een jaar jonger dan mijn eigen moeder. De stemmen van beide vrouwen zijn nauwelijks met elkaar te vergelijken, maar ze zijn beide op hun leeftijd nog uitstekend bij stem. Mijn moeder zingt daarbij in de iets hogere registers en dat past bij haar postuur. Zo'n stem als die van Mavis hoort niet echt bij een tenger postuur, vandaar dat Staples zélf een oergezellig gebouw is. Een echte 'big mama', of moeten we haar inmidels aanduiden als een 'big granny'. Hoe dan ook, over Mavis' stem zou ik boeken kunnen schrijven, want dan hebben we het nog niet eens gehad over wat zo'n stem met mij doet... Ik bedoel maar! Waar trek je de lijn?

Nou, laten we het maar tot zover doen, dan houden we ook nog ruimte over voor wat biografische details. Mavis komt uit een muzikale familie en mag als elfjarig meisje toetreden tot de gospelgroep van haar familie: The Staple Singers. In 1956 heeft de formatie van Roebuck 'Pops' Staples en de zussen Mavis, Cleotha, Purvis en Yvonne een eerste hit met 'Uncloudy Day'. Korte tijd later krijgt de groep de eretitel 'God's Greatest Hitmakers'. Roebuck is een naaste vriend van Martin Luther King en The Staple Singers wordt in de midden jaren zestig een stem van de burgerrechtenactivisten. Intussen blijven de hits komen, eerst nog met covers als 'For What It's Worth', maar vanaf 1971 breekt welhaast de meest interessante periode van The Singers aan. 'Respect Yourself' en 'I'll Take You There', beide van het album 'Bealtitude', zijn grote Amerikaanse hits. Na 1975 drogen de successen op. Mavis maakt al soloplaten sinds de jaren zestig, maar aanvankelijk met weinig succes. Het is vooral Prince die haar aan wat succes bij het 'mainstream'-publiek helpt, maar in de wereld van de blues en de gospel is Staples een naam die klinkt als een klok. Ondanks haar hoge leeftijd maakt Staples nog steeds haar uren en minuten op het podium waar en heeft het publiek in 1972 erg goed geluisterd naar 'Don't Change Me Now'. Staples is namelijk 'geen spatader veranderd', om met Herman Finkers te spreken...

Het zal de meeste mensen zijn ontgaan, maar Cleotha Staples is een paar weken geleden overleden. Kom ik er tot slot nog achter dat 'Don't Change Me Now' de b-kant is van 'Endlessly' en dat de elpee-hoes van een compilatie uit 1988 is. Maar het einde van het bericht is in zicht en ik ga zo dadelijk eens een poging doen om de eerste top tien-podcasts van de Blauwe Bak Top 40 op te nemen. Morgen kijken we vijfmaal naar de maan.

Raddraaien: Bobby Darin



Het Raddraaien zet me wederom met de billen bloot, want deze aflevering brengt een foutje in mijn archief boven water. In de desbetreffende jaren zestig bak staat 'Lazy River' na 'If I Were A Carpenter' uit 1966. Omdat op het label van 'Lazy River' een jaartal ontbreekt en deze op het rood-met-zwarte Atlantic-label is, had ik deze als 1967 of 1968 ingeschat. Als ik de fout zou herstellen, zou dus eigenlijk 'If I Were A Carpenter' aan bod moeten zijn, maar ik heb dus besloten om het bij deze 'Lazy River' te houden. Niet uit 1967, maar uit 1961. De 37 jaar in het leven van Bobby Darin zijn wel binnen een bericht te houden, hoewel het zeker een turbulent leven is geweest. De man heeft na zijn dood nog heel wat prijzen gewonnen en dat is geheel terecht. Er staat me ook iets van bij dat ik die 'biopic' nog ergens moet hebben, volgens mij voor een paar dubbeltjes op dvd gekocht, maar tot op heden nog niet bekeken. We houden het dus maar bij de biografische gegevens van Darin, want de single heb ik ook al in een jaar niet meer gedraaid.

Walden Robert Cassotto wordt op 14 mei 1936 in de Bronx geboren. Hij is voor 75 procent Italiaans, maar heeft eveneens oud-Engels en Deens bloed door zijn aderen stromen. Bobby weet in die tijd niet beter dat hij wordt opgevoed door zijn ouders en zijn oudere zus. De laatste, Giovannina, verrast hem pas in 1968, als Bobby 32 jaar is, met het nieuws dat zij de moeder is. Een gebeurtenis die Darin samen met een ander voorval in 1968 danig in de war zal sturen. Maar we springen eerst vrolijk terug naar de jeugd van Darin. Hij blijkt een muzikaal wonderkind en heeft reeds op jonge leeftijd diverse instrumenten onder de knie. Hij begint in de midden jaren vijftig als broodschrijver in de Brill Building, maar komt in 1958 in contact met Connie Francis. Niet alleen tekent Darin voor een groot aantal van haar composities, ook bloeit er een romance tussen de twee jongelingen. Vader Francis staat het geluk in de weg en zo valt het duo uit elkaar. Connie zegt later dat 'niet trouwen met Darin de grootste fout uit haar leven is geweest'.

Een weddenschap met de populaire deejay Murray The K levert Darin terstond zijn eerste solo-hit op. Murray The K had het voor onmogelijk gehouden om een liedje te schrijven dat met de tekst 'Splish splash, I'm taking a bath' zou beginnen. 'Splish Splash' wordt Darin's eerste hit in 1959. Daarvoor heeft Darin op de plaat vooral Elvis na gezongen, een stijl die hem beduidend minder ligt. In 1960 is hij reeds in de positie dat hij als artiest een grotere vrijheid geniet dan menig van zijn collega's. Toch verschijnt 'Mack The Knife' tegen zijn zin als single, maar het zal hem achteraf niet hebben gespeten. 'Mack' en opvolger 'Beyond The Sea' vestigen de naam van Bobby Darin definitief. 'Lazy River', onze Raddraaier, doet het in Europa beduidend beter dan thuis in Amerika. In Engeland bereikt het een tweede plek, mijn exemplaar is Scandinavisch en de 'geleende' fotohoes Italiaans. Vanaf 1962 legt Darin zich een tijd toe op de country, met name 'Eighteen Yellow Roses' is een succesnummer uit die tijd. Zijn parallelle carriére als acteur laten we maar links liggen, want er is muzikaal genoeg te genieten. Zo ontdekt hij bijvoorbeeld James Roger McGuinn en laat hem 'pielen' op de twaalfsnarige gitaar, voordat deze The Byrds zal formeren. In 1966 neemt Darin een liedje op van een andere veelbelovende songschrijver: Tim Hardin. 'If I Were A Carpenter' brengt Darin zijn tweede en laatste hit in Nederland, na 'Mack The Knife'.

In 1968 leent Darin zich voor de verkiezingscampagne van Robert Kennedy en is ook op de locatie aanwezig als Kennedy wordt dood geschoten. Dit voorval, samen met de onthulling van zus/moeder, en een teer gestel, doen hem enige tijd uit de volgspots verdwijnen. In 1969 begint hij Direction Records, niet te verwarren met het soul-label van CBS, dat vooral politiek-geëngageerde geluiden voortbrengt. Darin neemt zelf ook nog een folkalbum op. Na 1971 gaat het snel achteruit met zijn gezondheid. In dat jaar heeft Darin een eerste hartoperatie. In juni 1973 trouwt hij zijn tweede vrouw, maar lang zal het niet duren. Eind 1973 vergeet Darin om noodzakelijke medicijnen in te nemen en loopt bij een tandartsbezoek een infectie op, die meteen overslaat op zijn hart. Een tweede hartoperatie volgt, maar Darin bezwijkt tijdens de operatie. Hij is dan pas 37 jaar oud en laat een groot muzikaal testament na. Omdat Darin als kind al ziekelijk was, wist hij ook dat hij niet oud zou worden. Hij heeft dus, zeker op artistiek vlak, alles uit het leven gehaald.

Om even terug te komen op de inleiding van gisteren: De Blauwe Bak Top 40 is zojuist samen gesteld en ik denk erover om vier korte podcasts te maken met elk tien platen. Dit zou betekenen dat ik woensdag al met de Blauwe Bak Top 40 begin en dan iedere dag naast een bericht een podcast vrij geef. In dat geval hebben jullie dan nog een bericht te goed en dat ga ik vandaag meteen in lossen!

vrijdag 22 maart 2013

Raddraaien: Sam The Sham & The Pharaohs



Het bericht van gisteren bewaar ik tot volgende week. Ik moet mezelf nog buigen over de voorgenomen Blauwe Bak Top 40, het kon nu al eens de meest verrassende worden. Ik ga deze sowieso hier presenteren, ik weet echter niet of ik in staat ben om voor volgend weekend met twee podcasts te komen, maar dat zien we dan wel. Het is immers nog een week en het zou geen kwaad kunnen om de lijst, bij wijze van spreken, vanavond al op te stellen. Dat gaat betekenen dat jullie volgende week vrijdag twee berichten krijgen (40-31 en 30-21), zaterdag de nummers 20 tot en met 11 en zondag de top tien. De Schijf van 5 vervalt daarvoor ook een keertje, alhoewel... misschien doen we die maandag ook wel. Ik had al een tijdje geleden ambitieuze plannen gemaakt voor de paasdagen, maar gezien morgen een gevoelstemperatuur van min-vijftien wordt voorspeld, denk ik dat mijn eerdere plannen wel de... euh... ijskast in kunnen. Hoe dan ook, vandaag gaan we Raddraaien met een vrolijke snuiter: 'The Hair On My Chinny Chin Chin' van Sam The Sham & The Pharaohs (1967).

The Pharaohs is zo'n verhaal van een typisch inwisselbare groep. Sam zet ze dan ook tot tweemaal aan toe bij het asvat en formeert gewoon een nieuwe groep met dezelfde naam. Dit bericht zal dan ook voornamelijk over hem gaan. Sam wordt op 6 maart 1937 geboren in Dallas als Domingo Zamudio. Zoals er diverse Osbournes zijn die 'Ozzy' worden genoemd, stamt Sam eveneens af van Zamudio. Om dit duidelijk te maken, laat Zamudio later in zijn loopbaan zijn naam wel eens spellen als Samudio. 'Sam' wordt pas een begrip tijdens zijn periode bij de marine. Ze kennen hem daar als Big Sam. Zijn zangcarriére vindt de oorsprong in zijn kinderjaren. Zijn school mag een optreden doen voor de lokale radio en Domingo wordt prominent voor de microfoon gezet. In zijn tienerjaren formeert hij een groepje met wat vrienden. Een van hen is Trini Lopez. Na zijn tijd bij de marine keert Zamudio terug in de schoolbanken. Zijn passie is muziek, maar van een rockacademie is er dan nog geen sprake en dus studeert hij overdag klassieke muziek en speelt 's avonds rock'n'roll. Dat houdt hij twee jaar vol en kapt zijn studie af. Naast zijn onstuimige optredens in lokale nachtclubs werkt Zamudio als hulpje op de kermis.

In 1962 wordt de eerste incarnatie van Sam The Sham & The Pharaohs opgericht. Ze mogen een plaatje opnemen dat zinkt als een baksteen en de groep ligt niet veel later uit elkaar. 'The Sham' is een 'practical joke' tussen Sam en zijn begeleiders, een grapje over het ontbreken van zangtalent. De groep valt op door haar outfits, geïnspireerd door de speelfilm 'The Ten Commandments' (1956). Sam gaat na het uiteenvallen van de eerste Pharaohs aan de slag bij The Nightriders. Deze groep zal na enkele bezettingswisselingen in 1964 uitgroeien tot The Pharaohs, zoals deze is te horen op 'Wooly Bully' en 'Ju Ju Hand'. De eerstgenoemde plaat wordt in Nederland een vette nummer 1-hit, maar blijft in de Billboard steken op nummer twee. De plaat is echter wel goed voor een aantal records. Zo is het gedurende het kalenderjaar 1965 de langst genoteerde single in de Billboard (18 weken), maar wordt de plaat ook 'Number One Record Of The Year'. Dat is voor het eerst in de geschiedenis dat een plaat die nooit op nummer 1 heeft gestaan, deze prijs ontvangt. Sindsdien hebben alleen Faith Hill in 2000 en Lifehouse in 2001 dit na gedaan. 'Ju Ju Hand' vaart ietsje minder goed dan 'Wooly Bully' en dan krijgen The Pharaohs ruzie met hun leider over financiën. De hele groep stapt op en Zamudio verzamelt een nieuwe band om zich heen.

Eén van de allereerste elpees die ik in Mossley tegen kwam, was het album 'If Music Be The Food Of Love' van Dave Dee, Dozy, Beaky, Mick & Tich. Ik heb de plaat in die tijd, 1998, flink grijs gedraaid. 'The Hair On My Chinny Chin Chin' staat ook op dat album en daar ken ik dit het best van. De uitvoering van Sam The Sham & The Pharaohs is geheel inwisselbaar, het is gewoon een aardige 'novelty'-plaat. Niets meer en niets minder. Overigens heb ik deze in het Duitse fotohoesje met een groepsfoto. In 1967 wordt de groep verder uitgebreid met drie dames, welke zich The Shamettes noemen. Na het uitbreken van de zesdaagse oorlog tussen Israël en Egypte ligt zowel de naam The Pharaohs als de kledij van de groep nogal gevoelig en dus gaat het circus verder als Sam The Sham Revue. De hits zijn dan al lang opgedroogd en na 1970 werkt Zamudio niet meer met een vaste groep. Hij neemt in 1971 het album 'Sam: Hard'n'Heavy' op. Duane Allman bespeelt de gitaar en verder zijn The Dixie Flyers en The Memphis Horns te horen op het album, dat door de pers enthousiast wordt onthaald. Het is de laatste stuiptrekking in de creatieve carriére van Zamudio, die later in hetzelfde decennium zijn oude hits van een nieuw jasje gaat voorzien.

Zamudio is tegenwoordig actief als een clowneske Emile Ratelband en kan het soms ook niet laten tijdens een jaren zestig-revival op het podium te springen. Kom ik nog wel even langs een pijnlijke herinnering... André Van Duin nam in 1965 'Wooly Bully' op als 'Stoele Stoele' en deze single, mét fotohoes, lag in 1989 met Twister Jukeboxen in Sneek voor het exorbitante bedrag van vijf gulden. Geen idee wat die nu waard zou zijn...

woensdag 20 maart 2013

Raddraaien: Roger Whittaker



Ik had hem al bijna overgeslagen, want er stond me iets van bij dat ik recent nog over Rog had geschreven. Nee dus! En dus krijgt Roger alsnog zijn plekje op Soul-xotica. Hoezo gemengde gevoelens? Roger Whittaker is zo'n gast die je niet op een t-shirt wil hebben, maar toch koester ik héél stiekem een liefde voor bepaalde nummers. Kom op! Voor de draad ermee! Goed dan... ik ben sinds enige jaren ontzettend verliefd op 'New World In The Morning'. Wat een prachtig nummer! En de Raddraaier is ook helemaal koren op mijn molen: Wat een idioot leuke 'novelty'-plaat is dat. Maar goed, het verhaal zal uiteindelijk eindigen in Duitsland en daar is het waar het enthousiasme pijn gaat doen. En tóch is de biografie van Whittaker een zeer interessante, je zou hem met gemak een wereldburger kunnen noemen. Lijdend voorwerp in deze Raddraaier is 'Mexican Whistler' van Roger Whittaker (1967)

Oorspronkelijk komt de familie Whittaker uit het Britse Staffordshire waar het echtpaar een kruidenierszaak heeft. Door een ernstig ongeluk wijken ze uit naar Kenia, waar het warmere klimaat een gunstige uitwerking heeft op Roger's vader. Roger wordt dus ook in Kenia geboren. Dat is komende vrijdag precies 77 jaar geleden. Hij vervult zijn militaire dienst in Kenia, maar besluit daarna medicijnen te gaan studeren. Dat doet hij aanvankelijk in Zuid-Afrika, maar na tien maanden geeht hij er de brui al aan. Hij keert terug naar Kenia om opgeleid te worden als leraar, maar vervolgt die studie uit praktische overwegingen vanuit het Engelse Bangor. Het is december 1959 en naast zijn studies neemt Whittaker ook zijn eerste plaatjes op. Dit zijn flexidiscs die worden weggeven met krantjes. Het is pas in 1962 als hij een echt platencontract ontvangt. Hij maakt een paar singles voor Fontana, maar de concurrentie is zwaar en Whittaker wil maar niet opvallen.

In de lente van 1964 ontmoet Roger Natalie O'Brien, waarmee hij op 15 augustus van dat jaar in het huwelijk treedt. Na 49 jaar zijn ze nog altijd samen. In 1966 tekent Whittaker bij Columbia en brengt zijn eerste single uit: 'Durham Town'. De plaat doet aanvankelijk niets, maar zal pas in 1969 een Top 20-hit worden in Engeland. Van het succes dat Whittaker in 1967 in Nederland kent, merken ze in Engeland of Amerika helemaal niks! Zijn doorbraak in Nederlands is groots: Hij staat gelijktijdig in de Top 40 met de nummers 'If I Were A Rich Man' en 'Mexican Whistler'. Beide platen bereiken de top tien. In Amerika kennen ze Whittaker van twee succesnummers: 'New World In The Morning' (1970) en 'The Last Farewell'. Dat laatste nummer werd reeds in 1971 door Whittaker op de plaat gezet, maar is pas in de zomer van 1975 een hit. In Engeland is 'Surham Town' in 1969 de eerste hit en zal hij nog een handjevol hebben in de vroege jaren zeventig. Niks weegt op tegenover het succes van Whittaker in Nederland en, vooral, Duitsland. Als in alle andere landen het succes is uitgewerkt, begint het in Duitsland pas van de grond te komen.

Vanaf de jaren tachtig is Whittaker alleen nog maar georiënteerd op Duitsland en scoort de ene hit na de andere. Er is één liedje dat in Nederland in een vertaling een hit zal worden: 'Schön War Die Zeit' is in 1990 een grote hit voor Corry Konings als 'Mooi Was Die Tijd'. Toch blijft Whittaker last houden jeukende voeten en resideert lange tijd in Ierland. Vorig jaar heeft hij andermaal de koffers gepakt en woont in Frankrijk. Je zou verwachten dat hij het voor het geld niet meer hoeft te doen, toch is Whittaker met de regelmaat van de klok op de Duitse televisie te bewonderen en heeft hij zo nu en dan nog een hit. In Nederland dateert mans' laatste hit van de zomer van 1975 en dat is 'The Last Farewell'. En ja, ik ontkom er niet aan, dat is ook een nummer waarvan ik een brok in de keel krijg. Een bericht over Roger Whittaker op Soul-xotica is meteen een stuk minder tenenkrommend dan wat het zou lijken!

dinsdag 19 maart 2013

Week Spot: The Flirtations



Kennen we allemaal 'Changes' van David Bowie? Welnu, vanmiddag zat ik 'aan tafel' bij gebrek aan werk in de post. Eén van onze collega's begint, als hij nerveus wordt, spontaan te stotteren. Een van de jongens aan tafel zei de hele middag erg weinig, maar toen 'Changes' voorbij kwam op Arrow Classic Rock, zei hij droogjes: ,,Hee Chris, dit is een liedje voor jou! Ch-ch-ch-changes". Ja, natuurlijk is het off-topic, maar wilde het toch even delen! Gaan we snel over naar de orde van de dag: Het elfhonderdste bericht op Soul-xotica en een splinternieuwe Week Spot die, dankzij rondgestuurde kopietjes van mij, momenteel wordt grijsgedraaid op Wolfman Radio. Hoewel ik afgelopen zaterdag de eigenlijke a-kant, 'You Pulled A Fast One', heb gedraaid in Do The 45, gaat over het algemeen de voorkeur uit naar de b-kant en ook bij mij. En dus presenteer ik jullie vol trots de Week Spot van deze week: 'My Way Or The Highway' van The Flirtations.

Het is best wel treffend dat The Flirtations dit 1100e bericht sieren, de groep gaat niet alleen als een rode draad door mijn Northern Soul-hobby heen, maar ook zeker door de historie van Soul-xotica. Eén van de eerste berichten sierde al de hoes van 'Nothing But A Heartache', dat was feitelijk de kennismaking met singlehoesjes.nl. 'Nothing But A Heartache' was jarenlang de 'ringtone' van mijn Nokia. U weet wel, dat toetsenloze ding waar ik ooit Soul-xotica op bij hield. Iemand durfde die berichten 'kattenbellen' te noemen, iets wat ik me achteraf wel kan voorstellen, maar toen... Ik voelde me zwaar beledigd! Kijk maar eens bij zo'n stukje uit 2010 of 2011, daar zat een uur schrijfwerk in! En toch... hoe verleidelijk het is om lekker breed uit te pakken, voor een weblog vind ik dat de ideale lengte. Helaas, ik ben journalist van huis uit en de krant moest vol, dus veel wollig geblaat!

Doorgaans ben ik niet zo snel onder de indruk van nieuwe 'soul'-dingen. Veel producten willen nog wel eens de neiging hebben 'ouderwets' te moeten klinken. Gelukkig is dit bij deze van The Flirtations niet het geval en het had maar zo weinig gescheeld? Deze splinternieuwe single van The Flirtations is immers een productie van Ian Levine, de man die vergeten Northern Soul-coryfeeën uit de mottenballen trok en ze opnieuw hun 'hits' lieten in zingen. The Flirtations hebben dat uiteraard ook gedaan, maar danken Levine vooral om hun eerste Engelse hit. Nederland heeft de Tipparade, maar in Engeland was de 'bubbling under'. Een lijst die nimmer openbaar werd gemaakt, maar wel bij de BBC circuleerde. Daaruit leren we dat 'Someone Out There' op twee en 'Nothing But A Heartache' op nummer 1 in die 'bubbling under' heeft gestaan. Het duurt pas tot 1983 eer The Flirtations hun debuut op de hitparade maken en ook dat is een mazzeltje! De hitparade wordt net in die week iets uitgebreid, waardoor 'Earthquake' op het nippertje een hit wordt. Rond de eeuwwisseling zal 'Nothing But A Heartache' alsnog de hitlijsten halen, nu dankzij een televisiereclame. Het is een mooie erkenning voor een ondergewaardeerd stukje soul-historie en, opvallend voor een groep met zó weinig succes, ze zijn na vijftig jaar nog altijd samen en nooit uit elkaar geweest!

Het zijn vooral de oude 'successen' die de groep tegenwoordig op de been houdt, maar ze brengen met de regelmaat van de klok ook nog nieuw materiaal uit. De 'successen' moeten vooral in de hoek van de Northern Soul gezocht worden: 'Change My Darkness Into Light' (1966) en 'Stronger Than Her Love' (1967) zijn geheide danskrakers in Engeland. 'Little Darlin', oorspronkelijk een b-kantje uit 1971, zal eveneens die status krijgen rond 1979. Na het ten ziele gaan van de 'Hi-NRG' in de eind jaren tachtig, wordt de groep door Levine al snel het revival-circuit in getrokken. En, zo eerlijk mogen we ook wel zijn, deze single zal het in die kringen goed gaan doen, maar ik zie nog geen drommen zestienjarigen erop dansen in de plaatselijke discotheek. Toch heeft de Week Spot heel in de verte een 'gimmick' die we vaker tegen komen bij Ian Levine-producties: Die typische 1990-beat. Tijdens één zo'n plaatje is dat erg 'uplifting', maar na een uur geloof je het wel. Desondanks heeft Levine een behoorlijke stal opgebouwd van bekende en minder bekende artiesten en brengt jaarlijks een verzamel-cd uit. De laatste heet 'Northern Soul 2011', maar daarvan is de titel verwarrend, want het kleinood is eind december 2012 pas verschenen. Daarop staat ook 'You Pulled A Fast One'. De vinylsingle op Racetrack is vooralsnog de enige legale manier om aan 'My Way Or The Highway' te komen, hoewel de plaat her en der ook wordt geadverteerd als 'Make A Good Thing Better'. Ik ga toch af op het label en noem het dus 'My Way Or The Highway'. Zat dat trouwens niet in Reservoir Dogs?

En dus draai ik voor een derde maal deze week 'My Way Or The Highway' op Wolfman Radio, er vanuit gaande dat David Crane hem morgen in '2-Stroke Jukebox' draait. En nu we het toch bijna over Do The 45 gaan hebben, vanaf komende zaterdag zijn we wederom een uur opgeschoven. Voor ons Nederlanders betekent het dat ik tussen vier en vijf mijn uitzending heb.

maandag 18 maart 2013

Raddraaien: Wet Wet Wet



Een paar weken geleden keek ik nog eens naar mijn profiel op Facebook en besloot toen dat het tijd was om op te groeien. Weg met 'Upbeat Rare And Northern Soul', mijn Facebook-groep, als werkgever en nu eens Businesspost invullen. Ook had ik ineens behoefte om een deel van mijn educatie vrij te geven. Zo vond ik een 'lege' pagina van de WG Baarda in Sneek, maar wel met dat prachtige logo. Sinds gisteren ben ik lid geworden van een groep van oud-leerlingen, die een reünie willen organiseren. Ikzelf zit er niet zo op vanwege de reünie, maar wel om oud-klasgenoten terug te vinden. Ik heb inmiddels twee opgedoken, die bij een eerdere zoektocht nog geen Feestbroek hadden! Maar goed, vanwaar deze introductie? De WG Baarda heeft van alles te maken met de Raddraaier van vandaag. Een plaat met herinneringen aan school. Als ik het hoor, zwerf ik in gedachten al over de Hemdijk, zoals dat er in 1988 uit zag. Toen ik een paar jaar geleden weer in de buurt was, schrok ik ervan hoe dat veranderd was!

Beter laat? Deze Raddraaier herinnert me aan een voornemen dat ik glad ben vergeten! Of zal ik het nu gewoon doen? Natuurlijk kan ik, zoals gewoonlijk, de hele Wet Wet Wet-geschiedenis nog eens gaan oplepelen, maar het Raddraaien kent geen vuistregels daarover. Een persoonlijk gevoel mag toch ook wel? Het behoeft voor de meeste volgers geen introductie meer dat mijn muzikale interesse, na Madness in de begin jaren tachtig, in 1986 wortel heeft geschoten met 'Nights In White Satin' van The Moody Blues. Welnu, het is zaterdagmiddag 30 januari 1988. De dag van de NCRV. 's Middags hoor ik een aankondiging van een Moody Blues-special op zaterdagavond. Ik heb nog twee nieuwe cassettebandjes liggen, maar weet zelf nog niet op te nemen en dus doet mijn broer dat voor mij. Zoals de 'Northern Soul Jukebox' een springplank is geweest voor mijn Northern Soul-enthousiasme, zo heeft dat cassettebandje me ingeleid in het oeuvre van The Moody Blues. De special was in het kader van het programma 'Elpee Pop' met Harro De Jonge (wat is er van hem geworden?) en hij heeft zorgvuldig een keuze gemaakt uit de 'klassieke' Moody Blues-albums, dus uit de periode 1967 tot en met 1972.

Schwarzkopf had toen een actie met kleurenfoto's van Michael Jackson en George Michael, dus dat zullen de idolen van die tijd zijn geweest, schat ik zo. Januari 1988 was nog nét te vroeg voor Bros (ook al zo'n naam waarvan je afvraagt wat er van is geworden), Glenn Medeiros en de Stock/Aitken/Waterman-explosie. Ik ben wat dat betreft geen doorsnee twaalfjarige (bijna dertien), want ik ga helemaal op in de muziek van een groep die al ouderwets was toen ik werd geboren. In 1988 verzamel ik overigens ook nog steeds modelauto's, pas tegen het einde van het jaar maak ik de overstap naar de singles. Nee, ik heb me in die jaren nauwelijks verdiept in de popmuziek, maar het was dankzij Radio 3 altijd aanwezig in huize Louwsma. Sinds een paar jaar kan ik de liedjes uit die tijd extra goed waarderen, ik kan nu immers ook met meer tederheid naar mijn schooljaren kijken. Het was destijds geen feest, maar om nu voor de rest van mijn leven kwaad te blijven...? 'Angel Eyes' van Wet Wet Wet past ook helemaal in dat plaatje. Ik associeer het meteen met de voorjaarsvakantie van 1988, Won Ton Ton had toen ook een hit met 'I Lie And I Cheat'. En als ik nog meer nadenk, komt de Top 40 zo voorbij rollen. Maar klinkt even hard de tonen van The Moody Blues er doorheen. Alles bij elkaar een behoorlijk psychedelische symfonie van mijn jeugdjaren.

Maar... je kan natuurlijk over overdrijven! Zo kocht ik een paar jaar geleden nog 'End Of Part One', de verzamel-cd van Wet Wet Wet. Teveel van het goede... Maar zo'n 'Angel Eyes', die was slechts vijftig cent bij de plaatselijke kringloopwinkel. Die mocht mee! Heel enkel, als ik weer eens last heb van een jaren tachtig-tripje, zet ik hem nog wel eens op en verbaas me dan telkens weer hoe ik zo'n geweldige plaat heb kunnen negeren in die tijd. 'Angel Eyes' smaakt altijd en smaakt ook naar meer, maar om daarom nu meteen een verzamel-cd te kopen?

'Angel Eyes' is tot nu toe de enige Wet Wet Wet-single die mijn huis is binnen gekomen, maar als ik die andere vroege singles voor (zeer) weinig tegen kom, mogen ze van mijn part. Ze nemen niet heel veel kostbare ruimte in beslag en zo'n jaren tachtig-tripje op zijn tijd is best lekker!

zondag 17 maart 2013

Schijf van 5: tuinieren



Ligt het hem aan mij? Ik heb het gevoel dat de weersvooruitzichten nog nooit zo onbetrouwbaar zijn geweest als tegenwoordig. Neem nou vandaag... Een paar dagen geleden begreep ik dat het bar slecht weer zou zijn, veel neerslag. Dat viel dus reuze mee, hoewel ik op Facebook zag dat een vriendin in Duitsland nog steeds niet is bevrijd van sneeuw (en ze heeft al zoveel zin in het voorjaar...). In Nijeveen was het vanmiddag afwisselend zonnig, maar soms ook grijs, maar het bleef droog. Een mooie dag om in de tuin bezig te gaan? Mijn buren hebben een schommel voor de kinderen geplaatst, zelf ben ik op het stalen ros geklommen en ben even De Wijk, IJhorst en het Staphorster Bos rond gefietst. Met immer een kans op nachtvorst is het nog geen tijd voor de tuin, maar de tuinen in de Schijf van 5 zijn allemaal zó mooi dat er ook geen onderhoud nodig is!

Tuinen in titels, ze zijn er niet veel, maar die er zijn, zijn oogverblindend mooi. Daardoor start ik deze aflevering met de 'exoot' uit de lijst. Op zichzelf al heel mooi, maar het weegt toch even niet op tegenover de andere tuinen. Het exotische zit in de titel: 'De tuin van het leven', maar dan op zijn Spaans: 'In-A-Gadda-Da-Vida' van Iron Butterfly. Natuurlijk mogen jullie je tijd nemen en nu de volledige zeventien minuten gaan neuriën, maar ik geef dan de voorkeur aan de single-versie. Een hele radicale knip-klus van Ad Bouman, maar het is een krachtig statement geworden. Iron Butterfly staat op vijf in dit illustere gezelschap.

Eigenlijk zijn alle kandidaten exoten. Wat te denken van onze nummer 4. Nee, hij wil niet meer Johnny Rotten worden genoemd, inmiddels is John Lydon zijn aanspreektitel. Hij doet zijn uiterste best om als een wijze 'gentleman' over te komen, maar John is een karikatuur geworden. Toch weet hij keer op keer weer de beste muzikanten om zich heen te verzamelen en een nieuwe incarnatie van Public Image Ltd. (PiL) uit de grond te stampen. Op zijn, voorlopig, laatste album uit 2009 staat een 'Garden Of Eden' die wordt gedragen door de vakkundige muzikanten en de enigzins maniakale zang van Rotten... euh... Lydon. Nu had ik 2 en 3 eigenlijk willen wisselen, maar het contrast leek me zo leuk: De PiL-plaat op vier heet 'Garden Of Eden'. Op drie staat een plaat met dezelfde titel. Er is geen mooiere contradictie te bedenken als PiL en 'revolutionair' John Lyden te laten volgen door...

The New Riders Of The Purple Sage. Hoe 'hippie' wil je het hebben. Alleen bij het horen van de naam krijg je een melange van marihuana en wierook in je neus. New Riders is een soort Grateful Dead Part 2. Veel gesjeesde Grateful Dead-leden vonden hun onderdak bij de Riders en Jerry Garcia was nooit te beroerd zijn pedal steel te lenen op hun platen. Vijftien jaar geleden kocht ik in Denemarken een paar interessante cd's, gewoon voor een paar losse stuivers in een uitverkoopbak van een supermarkt. De cd's waren samengesteld door een verzamelaar van obscure Texaanse rockmuziek uit de jaren zestig. Er zat ook een cd bij waarbij dezelfde gast gewoon obscure opnames had gezocht van muzikanten die later echt bekend zouden worden. 'The Milk Of Human Kindness' van The Clover bijvoorbeeld, met zanger Huey Lewis. Direct na Clover kwam de nummer 3 in deze Schijf: 'Garden Of Eden'. Een prachtige close-harmony, tekstueel een stuk ecologisch hippie-gezever en de muzikale vakmanschap. Een wereldplaat!

De tuin van Trees is al eens voorbij gekomen in de historie van Soul-xotica. Ik ga het vast vergeten, maar... dinsdag publiceer ik het 1100e bericht.Moest ik eigenlijk even herinneren, want het past wel bij de Week Spot van deze week. Maar goed, terug naar de Schijf van 5. Ik kocht eind 2008 dan toch eindelijk eens de cd 'The Garden Of Jane Delawney' van Trees, nadat ik al verliefd was geworden op het titelnummer. Dat titelnummer mag in deze Schijf op twee, vooral omdat ik hem al eerder had behandeld en ik toch de voorkeur geef aan een single.

Die cd's die ik in Denemarken kocht, ben ik al lang kwijt. Met de meeste cassettes uit Engeland is dat niet anders. In Nederland was in 1998 kwalijk meer een voorbespeelde cassette te krijgen, maar in Engeland heeft dat medium tot ver in de nieuwe eeuw stand gehouden. Het is in de allereerste weken in York dat ik een hele vracht cassettes koop voor spotprijzen. Eentje daarvan heet 'The Best & The Rest Of British Psychedelia'. Feitelijk is het een budget-uitvoering van 'The Morgan Blue Town Sampler', een zeer gewilde schijf psychedelica uit 1969. Wilson Malone is één van de belangrijkste namen binnen Morgan Bluetown en is in diverse hoedanigheden vertegenwoordigd: Motherlight, Pussy en Orange Bicycle. Dat laatste was meer een soort van Buffoons met een inventieve arrangeur en wat psychedelische effecten. Dromerige close harmony-pop. Op zowel cassette als sampler staat dit 'Laura's Garden' uit 1967. Over Laura wordt niks verteld, maar haar tuin is één grote belevenis. Toch wordt het niet duidelijk of het alleen een belevenis is met haar aanwezigheid of...? Desondanks mag de Sinaasappelfiets op 1 in deze Schijf met 'Laura's Garden'.

En dan moet ik zo spontaan weer een thema bedenken voor een volgende Schijf. Ach, vooruit... volgende week nog even en de week erop zou de Blauwe Bak Top 40 zijn ontknoping moeten hebben op zondag. De maan! Ik denk er zo aan en we hebben het nog niet behandeld in twee jaar Schijf van 5, dus volgende week vijf platen met 'maan' in de titel. Er mag meegedacht worden!

zaterdag 16 maart 2013

Singles round-up maart 2



Terwijl ik vanmiddag alweer de eerste plaatjes bij mijn Marktplaats-kennis heb gereserveerd, ga ik vandaag verder met waar ik gisteren ben gebleven: Het vervolg van de singles van de afgelopen twee weken. Daarbij kwam ik vanmiddag tot een schrikbarende ontdekking. Ik kan me herinneren dat ik donderdag erg in mijn nopjes was met een in nieuwstaat verkerende Nederlandse Trojan-persing van 'Monkey Spanner' van Dave & Ansil Collins. Verhip, die zit er niet bij... Blijkbaar toch weer terug gelegd of...? Hij ligt niet in Nijeveen. Op zich geen ramp, want ik had al de Amerikaanse Big Tree, maar deze was gewoon beter. In dit tweede deel komen we nog een aantal 'vervangers' tegen.

* Johnny Johnson & The Bandwagon- Breaking Down The Walls Of Heartache (Epic)
Toen ik in juli 2011 voor het eerst in hele lange tijd weer eens bij King Kong in Leeuwarden kwam, had hij ze bijna allemaal staan: Singles uit de 'Disc-O-Double'-reeks. Engelse persingen, stuk voor stuk koppelingen van geheide danskrakers, en op gekleurd vinyl. Ik kocht toen 'Everlasting Love' van Robert Knight uit die serie, maar ik kan me heugen dat Brenda & The Tabulations er toen ook lag. Nu niet meer, maar wel deze van Johnny Johnson & The Bandwagon. Ik ben de doorsnee-Northern Soul al bijna weer ontgroeid om echt in vuur en vlam te raken van zo'n plaat, maar voor drie euro (en nieuwstaat) is dit geen verkeerde aankoop. Het blijft een gezellig deuntje, maar het is me té populair en dan kies ik weer liever voor 'Never Let Her Go'...

* Mickey Lee Lane- Hey Sa Lo Ney (Swan)
Ik dacht eerst met een jaren zeventig-bootleg van doen te hebben, maar het blijkt een spiksplinternieuwe uitgave. Maakt niet uit. Het origineel is zó gewild onder zowel Mods als Northern Soul-fanaten dat deze afgedraaid of onbetaalbaar zijn. Goed beschouwd is deze van Mickey Lee Lane meer Mod dan soul, maar wie niet vrolijk wordt van dit nummer heeft (zonder verdere diagnose) blijkbaar last van een winterdip. Het is vandaag precies een jaar geleden dat ik mijn intrek nam in Nijeveen en 'Hey Sa Lo Ney' staat synoniem aan de maandag na het eerste weekend. Ik heb toen een eindje gefietst en de mp3-stick trakteerde me toen op wat 'verse' nummers, waaronder deze. Ik weet nog precies waar ik was en ook weet ik nog dat-ie toen werd gevolgd door 'Shy Guy' van The Uptights.

* Kirsty Maccoll- A New England (Stiff)
Mijn Wolfman-collega Lee Madge is een grote Billy Bragg-fan, dat wist ik al. In zijn programma op dinsdagavond, 'Noise In This World', houdt hij tegenwoordig een gevecht tussen twee uitvoeringen van een plaat. Vorige week ging het om 'A New England'. Enerzijds het rauwe origineel van Billy Bragg, anderzijds de opgefleurde versie van Kirsty Maccoll. Kirsty won vol overtuiging. Het is sindsdien dat dit plaatje me bijna dagelijks in het hoofd zat en was erg blij dat ik hem donderdag voor een euro zag liggen in Leeuwarden.

* Manhattans- If My Heart Could Speak (Deluxe)
Twee jaar geleden of... misschien ook wel een jaar geleden... Hoe dan ook, het is nog niet sinds héél lang dat ik zo nu en dan intens kan genieten van een 'deepie'. In die categorie valt ook deze van The Manhattans. Het wordt zó hartverscheurend gezongen, dat je doet geloven dat het écht wordt gemeend. Hmmm... volgens mij hóórt soul zo te klinken, dus waarom zou ik me er nog langer tegen verzetten. Deze originele Deluxe-persing uit 1969 kon ik voor belachelijk weinig meenemen van Marktplaats, dus daar val je ook geen buil aan. Ik moet bekennen dat ik ergens een beetje voor de b-kant ben gevallen. Hoewel zeven keer te traag voor Northern Soul hebben we toch een 'double-sider' op de kop getikt!

* Mickey Murray- Shout Bamalama (SSS International)
Één van de allerleukste singles uit de box 'Action Speaks Louder Than Words' is die van Rosalind Madison ('Fancy') met op de keerzijde 'Sticky Sue' van Mickey Murray. In het laatste geval een vermakelijk verhaal over de man die ontdekt dat zijn vrouw ervandoor is gegaan met zijn overhemden, sokken en ondergoed. Hij vindt zijn overhemden en sokken terug bij twee verschillende mannen, maar zijn ondergoed blijkt onvindbaar. Dan loopt hij haar weer tegen het lijf en wat blijkt? Zij draagt zijn onderbroeken! Deze plaat is de belangrijkste troef waarom ik 'Shout Bamalama' heb gekocht, het meeste om een echte originele Mickey Murray in mijn koffers te hebben. Verder vind ik de plaat maar matig interessant, dan geef ik eerder de voorkeur aan het origineel van Otis Redding. Als het echt moet!

* Names & Faces- Stir It Up (Uncle)
Johnny Nash schreef het en Bob Marley bracht ietsje later het tempo erin met 'Stir It Up'. Names & Faces doet precies het tegenovergestelde en vertraagt het nummer nog maar even. Het resultaat is een 'dweilpauze par excellence'. Maar... ze kunnen het tóch. Wie de single omdraait, komt uit op 'Ring Ting Ting', een vrolijke Suri-soul-kneiter van de bovenste plank. Je mag hardop afvragen wat je ermee moet, maar zo nu en dan een keer voor de gein zou moeten kunnen?

* O'Jays- Shiftless Shady Jealous Kind Of People (Epic)
We hadden 'Back Stabbers' al gehad en dat was een hit geweest, dus wat doe je dan? Natuurlijk! Een liedje met dezelfde dramatische inhoud als 'Back Stabbers', maar dan met de titel 'Shiftless Shady Jealous Kind Of People'. Dat komt eigenlijk wel op hetzelfde neer? Het is in Nederland niet de hit waarop ze hopen, maar in Amerika zal-ie het wel goed hebben gedaan, verwacht ik zo. En ook hier is het een aardig alternatief voor als we 'Back Stabbers' eens beu worden. Dat kan bij mij echter nog twintig jaar duren!

* O'Jays- 992 Arguments (Philadelphia)
Hoewel beide van hetzelfde adres is 'Shiftless' een Nederlandse persing met fotohoes, maar is deze '992 Arguments' een Amerikaanse promo. Waar 'Shiftless' me enigzins kan bekoren, daar moet deze plaat nog flink groeien...

* Shirley & Company- Disco Shirley (Philips)
Nee, die a-kant doet het hem niet voor mij. Eigenlijk meer uit nieuwsgierigheid gekocht en omdat deze maar vijftig cent was. Zowaar blijkt het b-kantje een ietsjepietsje interessant te zijn, die kan ik nog wel eens draaien!

* S.O.S. Band- Take Your Time (Tabu)
Tijdens de vakantie in Denemarken in 1991 was ik in Brande bij een soort van kringloopwinkel. Ik had enkele singles uitgezocht, alleen had 'Cindy Incidentally' van The Faces geen hoesje. Ik bladerde de bak nog eens door en vond het hoesje van deze S.O.S. Band-plaat. De single zelf was niet meer aanwezig en dus stopte ik mijn Faces-single erin. En dat is altijd zo gebleven! Donderdag zag ik deze liggen voor vijftig cent met fotohoesje in nieuwstaat. En sinds ik echt een beetje verslingerd ben geraakt aan 'Loving Is Really My Game' van Brainstorm, ook op Tabu, heeft dat label mijn interesse een beetje. 'Take Your Time' heeft dezelfde potentie ald de genoemde Brainstorm-single en kan dus nog wel eens van pas komen.

* Stretch- Why Did You Do It (Anchor)
Na een zwaar leven in de Sneker discotheek De Lichtboei en een paar jaar residentie in het café De Koopermolen én twintig jaar mijn bezit, klonk mijn 'Why Did You Do It' van Stretch niet meer zo vrolijk. Gelukkig had ik nog de 'remix' uit 1990 met het origineel op de b-kant, maar toch ben ik ontzettend blij dat ik sinds donderdag weer een 'nieuw' exemplaar heb gevonden. De Engelse Anchor in het smetteloze label-hoesje. En de plaat zélf? Voor zo'n grote hit bijna in nieuwstaat. Ik kan weer twintig jaar vooruit!

* Tony & Tyrone- Crossroads Of Love (Columbia)
Nee, hier wil ik niet over praten!

* Veronica- 12,5 Jaar Radio Veronica (Veronica)
Een single op 33 toeren met in het kort het verhaal van Veronica tot aan de zenderwisseling (van 192 naar 538) in september 1972. Met originele fragmenten en jingles. Leuk hoor!

Morgen gaan we vijfmaal in de tuin aan de gang!