maandag 31 mei 2010

driemaal is...?


Knap hoor! Bijna drie maanden een blog bij houden, zo nu en dan de naam laten vallen, maar nog geen exclusieve ruimte voor haar ingedeeld! Misschien omdat ik in maart de intentie had om louter uit het soul- en funkvaatje te tappen. Maar het zijn niet alleen die twee stijlen die mijn interesse hebben, bovendien is er na 1980 ook muziek gemaakt. Lijdend onderwerp heet Marissa Nadler. Ze lijdt bij Nederlandse optredens onder een enorme bos haar, altijd op de derde rij en veels te kritisch voor haar. Een jaar geleden bezocht ik haar drie concerten in Zwolle, Amsterdam en Utrecht. Scheepsrecht of 'too much'?

Dat verhaal doet nog steeds pijn, maar eigenlijk had Marissa op zondag 31 mei in Steenwijk moeten optreden. De mannen van Minstrel hadden het overgenomen, ik hoop voor hun dat ze een stuk van de prijs hebben afgekregen, en zo toog ik met gemengde gevoelens naar Eureka in Zwolle. Na een akoestisch solo-setje kwam de band. Immers, haar jongste album 'Little Hells' had drums en electrische gitaren geïntroduceerd. Opnieuw gemengde gevoelens. De akoestiek was om te janken, de band té luid voor Marissa's breekbare stem. Het werd geen eenheid.

Paradiso in Amsterdam liet wel een Marissa en band in balans horen, maar ook weer een akoestisch solo-setje. 'Never change a winning team'? Ze speelden exact dezelfde nummers als in Zwolle, maar nu klonk het allemaal wél zoals het hoorde! Geen 'Mary Come Alive' of mijn favoriet 'Mistress On A Sunny Day', maar wel een tenenkrommende 'Diamond Heart': Eén van haar allermooiste liedjes, waarvan ze soms zo beu is, dat ze het lardeert met ontsierende uithalen. Buiten dat was dit de avond dat de magie van Haarlem kwam boven borrelen. Stay tuned voor meer verhalen over Marissa!

Dan is het dinsdag 2 juni en staat ze in Ekko in Utrecht. Morgen het laatste optreden van haar Europese tour in Brussel. Ze heeft dan onafgebroken vanaf 12 april getoerd. Het is haar eigen schuld. In de eerste schema's waren vrije dagen opgenomen, die stuk-voor-stuk 'last minute' ingevuld worden. Tsja, als je stem dan het hoofdinstrument is?

Na Zwolle en Amsterdam kan ik de playlist raden. Gelukkig (?) krijgt ze last van een bloedende vinger en trakteert ze op een cover van 'Oh Lonesome Me' in de trage Neil Young-uitvoering. Marissa en gevolg maakt een vermoeide indruk. Bijna een contrast met de energieke Signe Tollefsen, die opnieuw in Utrecht de support deed. Mij teveel Country Wilma!

Na afloop van het optreden schrijft ze lieve woordjes op mijn t-shirt en spreken elkaar voor het eerst in een jaar. Ik word altijd een beetje verlegen als ik in die lieve bruine knikkers kijk. ,,Did you enjoy it", vraagt ze. ,,Well...", stamel ik en wil beginnen over Zwolle. ,,No! Stop! I shouldn't ask", onderbreekt ze me. Wat gaat ze na woensdag doen? Een week slapen. Nog even wens ik om met haar mee onder de wol te kruipen... Driemaal bleek teveel. Dát doen we nooit meer! Zeg ik nu...

zondag 30 mei 2010

effe wachten nog...


Tijdens de fietstocht van afgelopen week leek het even helemaal goed te komen. Vorige week vrijdag had ik een mixtape opgenomen met een greep uit mijn bak northern soul en had een paar singles toegevoegd die de blauwe bak nét niet hadden gehaald. 'Moody Woman' van Jerry Butler zit erin, Bunny Sigler ook. De laatste had ik al in september gekocht, maar kon maar geen indruk maken.

Na een paar maal het bandje te hebben beluisterd, begon ik ineens 'Girl Don't Make Me Wait' van Bunny Sigler te waarderen. Dat moest ook wel, want de single kent een sleutelrol binnen de northern soul. Het was één van de eerste heruitgegeven singles die tien jaar na de officiële release op het hoogtepunt van de hype alsnog een hit werd in Engeland. Vrijdag besloot ik Timebox meteen na Sigler te draaien voor een vergelijkend warenonderzoek. Helaas voor Bunny, het is nog altijd één-nul voor Timebox.

Waar The Small Faces groot werd en concessies moest doen, daar bleef Timebox trouw aan haar mod-aanhang. Zelfs toen de mod-beweging al een zachte dood was gestorven. De jongens van Timebox hebben ongetwijfeld via Bunny Sigler 'Girl Don't Make Me Wait' leren kennen, al kwamen ze pas twee jaar na Sigler met hun cover. Ze hadden meer covers op hun naam staan: Hun eigenzinnige versie van Cal Tjader's 'Soul Sauce' was een cultklassieker, maar 'Beggin' van The Four Seasons werd een bescheiden Engels hitje. 'Girl' stond in december 1968 even in de vaderlandse tipparade.

De b-kant is favoriet onder liefhebbers van freakbeat, maar doet mij weinig. 'Girl' is daarentegen al zestien jaar een alltime favoriet in mijn collectie. En sinds de northern soul voorgoed zijn intrede heeft gedaan in mijn collectie ligt hij geregeld op het draaiplateau. Maar iedere week slagroomtaart gaat ook vervelen, dus zal de gevulde koek van Bunny Sigler thuis nog wel eens zijn rondje gaan draaien. Maar bij optredens vrees ik het ergste...

vrijdag 28 mei 2010

uitgefietst!


Het verstandig worden, dat ik in het slot van mijn vorige bericht noemde, heb ik even tot nader orde uitgesteld. En zo verliet ik Steenwijk dinsdag om kwart over acht, bepakt en bezakt, om de NAP-route bij Havelte op te pakken. Over het verloop van de eerste negentig kilometer kom ik superlatieven tekort. Tot Norg is Appelscha het enige dorp waar ik doorheen moet. De schoonheid van het Fochteloër Veen kan ik niet onder woorden brengen: een uitgestrekte (26 vierkante kilometer) oase van rust en ongerepte natuur. Na Peize verandert dat snel, maar 'the worst has yet to come'...

In Peize heb ik andermaal geprobeerd een gasflesje te bemachtigen. Het advies om het in Haren te proberen, negeer ik vooralsnog. Als vlak voor Groningen blijkt dat Haren maar vier kilometer naast Peize ligt, fiets ik terug en haal bij De Vrijbuiter het gewenste flesje. Weer onderweg naar Groningen ontmoet ik een manspersoon met een hamer. Volledig bepakt negentig kilometer tegen een straffe noordenwind in kruien en mijn spectaculaire nacht van 2,5 uur, begint parten te spelen. De route kent geen mededogen. Voorbij het centrum ontbreken de bordjes. De uitnodiging van het Grunopark bij Harkstede kan ik niet weerstaan. Tot mijn grote verbazing zit ik opeens weer op de route.

Na ravioli met boontjes, een douche en tien uren slaap, start ik om tien uur vanaf Harkstede. Het is gekkenwerk! Nu verdient het landschap al geen schoonheidsprijs, maar de heren routeplanners laten me in bogen van tien tot vijftien kilometer om dorpjes heen fietsen. Hemelsbreed maak je dus geen kilometers. Bovendien merk ik dat ik het gisteren te gek heb gedaan. Negentig per dag zou mijn limiet moeten zijn. In Winschoten ga ik nog, volgens de route, dwars door een winkelpromenade. Doet me denken aan de kermis in Renesse die op de Noordzeeroute lag... Ditmaal bleven de molens met kettinkjes keurig staan!

Ik besluit mijn tent in Wedderveer op te zetten. Hemelsbreed is het vijftien kilometer naar Nieuweschans, maar ik geloof het na vandaag wel! In plaats daarvan zak ik via Onstwedde en Stadskanaal af naar Gasselte. In een vloek en een zucht ben ik in Grolloo.

Ik zie een 'afstandelijke glimlach' verschijnen, maar ik doe het 'gewoon voor de lol', hier fietsen door de 'verlatenheid'. 'Een andere dag, een andere weg', roept een borstbeeld op een sokkel. Ik ben weer thuis! 'Op zekere dag zal iemand weten' waar ik het over heb. Zoniet, mailt u maar!

Ik was eens vanuit Steenwijk naar Grolloo gefietst en weet dus dat dit te doen is, zolang er geen tak op het fietspad ligt. Het zal toch niet... Ik maak mijn kop niet gek. Als ik bij Dwingeloo nodig moet rusten, pak ik daar een camping. In Wijster zit ik er doorheen. Het is vijf uur. Ik strek mijn benen een half uur en vul mijn reserves aan met mueslibollen en Aquarius. Een uur later ben ik bij de radiotelescoop van Dwingeloo en weet ik het zeker: Ik fiets naar huis! Daar ben ik om half negen, 10,5 uren na vertrek vanaf Wedderveer, moe maar uiterst voldaan! En heb ik een paar leerpunten gevonden voor de échte vakantie. Dat wordt de NAP zuidwaarts, van Nijeveen naar Breda...

maandag 24 mei 2010

(voorlopig) het laatste woord?


Ik memoreerde het nummer al eens in 'Donna's torenhoge leeftijd', hét ultieme laatste nummer van Colin Blunstone. Na 'Caroline Goodbye' past niets anders dan stilte, een plaat direct erna komt niet tot zijn recht en is in mijn ogen heiligschennis. Toch was het aanvankelijk de b-kant die mijn interesse had. Ook dat is nog altijd een voortreffelijk nummer, maar 'Caroline Goodbye' is zo'n brok sfeer. Een sfeer waar ik dan de rest van de dag in wil blijven!

Ik was me in 1991 allerminst bewust van de schoonheid van 'Caroline Goodbye'. Mijn verregaande interesse in The Moody Blues had mij geleerd dat 'Say You Don't Mind' een compositie was van Denny Laine, van 1963 tot de zomer van 1966 leadzanger van The Moodies. Het nummer was zijn eerste poging tot een solo-carriére. Ondanks dat Laine meer belangstelling dan zijn voormalige bandmaatjes kreeg, flopte het tweemaal in 1967 en 1968.

Colin was toen nog een Zombie en bezig in de studio met hun zwanenzang 'Odyssey And Oracle'. In 1969 leverde hun dat de hit 'Time Of The Season' op terwijl The Zombies toen al hun graf weer hadden opgezocht. Colin probeerde het als Neil MacArthur met dermate weinig succes dat hij zijn baantje als kantoorklerk oppakte.

Mede dankzij Rod Argent kwam Colin toch nog aan een contract. De opnames van het album duurden een jaar en het heette daarom 'One Year'. Het bevatte ondermeer 'Say You Don't Mind'. Denny Laine had voor even zijn heil gezocht bij Ginger Baker's Airforce en had ook iets te maken met de formatie The Balls, maar zou terug in de spotlights stappen als gitarist van Wings. Dat Blunstone zijn liedje coverde en beroemd maakte, is één van de drie 'claims to fame' waar Laine's latere loopbaan op gestoeld zou zijn.

Dat nummer werd unaniem als de hitkant van de single beschouwd. Daarmee werd 'Caroline Goodbye' gepasseerd. De intens droevige stemming met een zeer overtuigende Blunstone en het abrupte open einde. Hij krijgt van mij het laatste woord.

Misschien word ik morgen nog verstandig, maar ik heb bedacht dat ik morgen ga trainen voor de vakantie: Per fiets van Steenwijk naar Nieuweschans en terug. Zou zo kunnen betekenen dat ik tot en met vrijdag onderweg ben. Er komt dus een kleine onderbreking in mijn stroom berichten. Hoewel ik nog steeds niet de hoop heb opgegeven qua verstandig worden, want het is gekkenwerk...

zondag 23 mei 2010

ik bid nie veur rooie bone!


Vergeef me. Ik ben van huis uit poprecensent en dus medeverantwoordelijk voor de hokjesgeest binnen de popmuziek. Klinkt er een harde gitaar? Is het iets van rock! Een swingend basloopje? Funk! Kunnen we er niets van maken? Noemen we het fusion, crossover of bedenken er een naam voor. Fröbelfolk komt uit mijn koker, evenals Texacoreggae. Hoe moest ik nu in hemelsnaam Redbone definiëren? Het heeft wortels in de indianentraditie, zeer funky, soulvol op momenten, maar ook stevig qua bluesrock en tegelijk erg poppy... Maak daar maar eens chocola van!

Redbone is niet de enige groep die muziek in een eigen dimensie maakt. De leden kunnen buigen op een jarenlange bandjeservaring. De onlangs overleden Lolly Vasquez (samen met broer Pat noemden ze zich Vegas binnen Redbone) schreef ondermeer 'Nikki Hoeky' dat zou uitgroeien tot een evergreen. In 1969 besluiten ze zich Redbone te gaan noemen, als eerbetoon aan het indianenbloed dat bij enkelen van hen door de aderen stroomt.

In 1970 tekenen ze voor Epic en zijn te horen op één van mijn tien allergrootste favoriete elpees: 'Keep On Keepin' On' van Brenda Patterson. Die komt zeer binnenkort aan bod. In hetzelfde jaar verschijnt ook hun titelloze debuutalbum, maar Redbone komt pas echt op stoom met single en album 'The Witch Queen Of New Orleans' uit 1971. In Nederland worden ze menigmaal beloond met een top tien-hit, ondermeer met het ritmisch zeer aparte 'Fais-Do'.

De bloederige indianenopstand van Wounded Knee in 1973 legt Redbone geen windeieren. Muzikaal wordt het daarna echt genieten, hoewel de hits opdrogen. 'Wovoka', een van mijn favorieten, behaalt nog een derde plek, maar daarna is zelfs de top twintig te hoog gegrepen. 'Come And Get Your Love' is het eerste slachtoffer. Zeldzaam tijdloos. Zal deze ooit gedateerd klinken? Gelukkig is deze inmiddels herontdekt onder de hippe funk-dj's. En daar reken ik mezelf NIET toe, hoewel hij bij mij ook geregeld onder de naald gaat...

zaterdag 22 mei 2010

de zwanenzang van Pugh's Place


Leeuwarden kan onmogelijk als de bakermat van de Friese popmuziek gezien worden. Daarvoor was de impact van de groepjes te minimaal. Okay, je mag de jongens van Unbeatable geloven als die beweren dat The Tremeloes 'Even The Bad Times Are Good' van hun gestolen hebben, maar het lijkt mij sterk. Wel verschijnt in 1968 een naam hoog in de Hitweek-polls waar alles ten zuiden van De Blesse nog nooit van gehoord heeft. Dit dankzij loyale volgelingen, maar ook door een eigenzinnig geluid.

Pugh's Place benadert het geluid van Spooky Tooth. Als Boudewijn De Groot zich in 1969 tijdelijk toelegt op produceren, is Pugh's Place een van zijn eerste projecten. In vroeg 1970 verschijnt de single 'Nothing Is Real Here', dat nog de tipparade bereikt zonder dat het een commercieel geluid heeft. De elpee 'West One' (het Londense district waar Pugh's Place is te vinden) verschijnt pas een jaar later en is een doodgeboren kindje. Decca dumpt vervolgens de groep.

Dan is er Wobbe Van Seijen, uitbater van platenzaak Bij De Put en lid van de folkband Hello. Zijn zaak komt in 1989 in het nieuws als hij een week voor de officiële release al exemplaren van 'Like A Prayer' van Madonna in de schappen heeft. Jaren ervoor heeft hij hetzelfde met The Rolling Stones gelapt. Met Hello heeft hij een single gemaakt. 'Home In The Sky' moest een geheide hit worden, al kon hij de platenmaatschappijen dat niet wijs maken. Hij besloot zelf eentje te starten: Universe.

Natuurlijk flopte 'Home In The Sky', maar Van Seijen zette Universe wel door. Het zou jaren later een onderdeel van Virgin worden. Nu had Leeuwarden in de Pow-Wow haar eigen Paradiso krijgen. Rick & Dave en Children Of Jubal waren daar residentiële muzikanten. Ook had Van Seijen er lucht van gekregen dat Pugh's Place ermee ging kappen.

En zo kwam bovenstaand album tot stand. De letters Pugh Place zijn 'custom' aangebracht op dit exemplaar. In de hoestekst achterop wordt de naam eenmalig genoemd. Verder noemen ze zich Live. De gebroeders Kowalzcyk lagen nog in de luiers...

'Child In Time' is een ronduit slechte cover in een lange live-versie, maar ook 'Every Little Thing' van The Beatles stelt teleur. Bij de TROS op Hilversum 3 wordt de plaat aan diggelen geslagen. Rick & Dave zijn twee Amerikanen, die daar eigenlijk hadden moeten blijven. Het hoogtepunt is Children Of Jubal.

Hoewel 'Blue Horizons' met zijn 'phasing' vijf jaar te laat is, is het toch een van de spaarzame psychedelische mijlpalen uit de Nederpop-historie. Vooral hulde aan de bevlogen organist! 'Song Of The Jubal' past ietsje meer in het plaatje van 1973. Een lekker energiek nummer van de Fries-Groningse jazzrockers! De elpee is binnen Friesland en ver daarbuiten een gezocht collector's item. Er is een Joegoslaaf die een astronomisch bedrag ervoor over heeft!

vrijdag 21 mei 2010

ons plaatje!


Woensdag 15 augustus 2007. ,,Wilt ge een bloemeke kopen. Kunt ge het goed maken met uwen madam". Ik heb het niet zo snel gerealiseerd, maar het is moederdag in België. ,,Ik hoef niks goed te maken met haar. Zij moet het goed maken met mij". Ze is dan dermate geliefd op de camping, ze kennen ons als 'Belle En Het Beest', dat een andere gast een boeket voor haar koopt. Ze noemen mij een 'beuzak'. Anderen betreuren het. ,,Jullie waren zo'n leuk koppel".

Een paar apart, ja! We kenden elkaar zeer oppervlakkig van het stappersleven in Steenwijk. En zo gingen we een week op fietsvakantie naar België, ondermeer om The Pogues op de Lokerse Feesten te zien. Samen in een tentje. Romantisch? Breek me de bek niet open!

Het was niet een en al kommer en kwel, hoewel het niet veel scheelde. Zelf krijg ik nog steeds kippevel bij de gedachte aan de eerste zaterdag. En ben ik uit mijn plaat gegaan bij The Pogues. Zij ergerde zich kapot aan de dronken zanger... De climax had plaatsgevonden op dinsdagavond. Er was veel drank voorbij gekomen. Ook wist ik iets niet van haar, maar ik betwijfel of het verschil had gemaakt. Ik was er klaar mee!

En zo fietste ik solistisch naar de camping en liet haar alleen op de markt in Sint-Niklaas. Ze arriveerde ruim een uur later, compleet verregend. Net goed! Gerstekot was getuige van onze ruzie en begreep er niks van. De volgende ochtend drinken we een 'tas' koffie in de kantine. We zijn 'on speaking terms', maar daar is ook alles mee gezegd.

Het is erg gelukkig voor ons tweeën dat Willemijn even wordt opgenomen in de moederdag-activiteiten. Ik reorganiseer mijn bovenkamer met een fietstochtje, terwijl zij in de watten wordt gelegd met taart en chocola. Als ik terugkom op de camping neem ik een kijkje in de kantine.

Een vrouwelijke gast heeft een cd meegebracht die op 'repeat' staat. Iedere keer als 'Tell Her Johnny Said Goodbye' voorbij komt, zingt ze luidkeels mee met de tranen in de ogen. Mijntje en ik toosten met een 'bolleke'. Hoewel het moment tenenkrommend was, is dit onze vakantieplaat.

Eind goed, al goed? Gelukkig wel! We hebben elkaar van haver tot gort leren kennen in die week en zijn nu hartsvriendinnen!

donderdag 20 mei 2010

al lang niet meer maagdelijk


Ik behandelde gisteren een supergroep die louter uit 'sidemen' bestond en waarvan de groep het predikaat kreeg vanwege de bands waarin de leden van Rhinoceros hadden gespeeld. Vandaag ruimte voor een supergroep van eigen bodem. Zij verdiende het predikaat enkel doordat de meest getalenteerde gitarist van dat moment bij de oprichting was betrokken. Dan ten onrechte een supergroep? Brainbox maakt in ieder geval deel uit van een bijzonder stukje Neerlandse pophistorie.

We hadden hem in 1964 gehoord op 'Close Your Eyes' van Johnny & His Cellar Rockers, een cover van 'All My Loving' van The Beatles, maar Nederland maakt pas in de zomer van 1966 kennis met Jan Akkerman. Dan staat 'Russian Spy And I' van The Hunters hoog in de hitlijsten met de onnavolgbare solo van Akkerman. Zijn ster rijst snel. In 1967 mag hij een instrumentaal album opnemen en het is voorpaginanieuws als hij in 1968 The Hunters verlaat. Hij schijnt een nieuwe groep te formeren. De hype is geboren...

Een paar maanden later is daar Brainbox, een eigenzinnige bluesrockformatie met dito muziek en een negroïde klinkende zanger met Poolse wortels. Akkerman en ex-Hunter Pierre Van Der Linden zijn de bekendste namen. Rudy De Queljoe had een kwartier bekendheid met Dragonfly, ook wel de Zeeuwse Jimi Hendrix genoemd. Maar van zanger Casimierz Lux, Kaz Lux voor intimi, had niemand ooit gehoord.

Akkerman verlaat Brainbox reeds voor de zomer 1970. Het kost de band een enkel optreden, maar Brainbox is niet compleet stuurloos. Hoewel er her en der een dipje is in het repertoirekeuze, blijkt ex-Rob Hoeke-gitarist John Schuurmans een competente opvolger. En wil ik ook graag eens aandacht vragen voor bassist André Reijnen. Er is zeer weinig over hem gezegd en geschreven, maar het immer solide en soms inventieve basspel spreekt boekdelen!

De single van mijn keuze lijkt niet erg voor de hand. Het is niet een hele grote hit geweest, hoewel het halverwege de top 40 kwam. Het was de laatste hit van Brainbox. Bij Soul-X ligt hij bij vrijwel iedere publiekelijke draaibeurt onder de naald. Een heerlijk aanstellerige Kaz Lux over een wat merkwaardige groove met een machtige gitaarsolo aan het einde. De keuze was evenwel moeilijk, maar singlehoesjes.nl heeft ze allemaal, dus zal 'Sea Of Delight' of 'Down Man' in de toekomst nog eens aan bod komen!

woensdag 19 mei 2010

alcoholisch sportdrankje


Heel soms ben ik een warhoofd. Memoreerde ik een maand geleden aan de singles die ik een jaar ervoor had gekocht, er werd met geen woord gerept over Rhinoceros. Evenmin koos ik in december voor 'Apricot Brandy' toen ik mijn lijstje voor de Top 40 van het Steenen Tijdperk Forum wilde aanvullen met enkele instro's. En eigenlijk was ik hem zaterdag ook een beetje vergeten toen ik hem in De Buze op de draaitafel legde. Ken uw klassieken, maar vergeet ze daarna niet!

En dat geldt in meerdere opzichten voor Rhinoceros. Die jongens maakten een aantal leuke platen. Het waren niet de minste of geringste. Want eigenlijk mag Rhinoceros tot de supergroepen gerekend worden. Hoewel de leden afzonderlijk geen zwaargewichten zijn, behoren de bands waarmee zij speelden wel tot die categorie!

Gitarist Doug Hastings had bij Buffalo Springfield in de schaduw gestaan van Stephen Stills, drummer Billy Mundi had ook bijgedragen aan de manie binnen Frank Zappa's Mothers Of Invention, Jerry Penrod en Danny Weiss hadden vorm gegeven aan het 'heavy' geluid van Iron Butterfly en ook het orgel van Michael Fonfara was dominant geweest bij Electric Flag. Alan Gerber en John Finley waren relatief onbekend.

Geen van de bovenstaande groepen zal veel 'airplay' hebben gekregen bij de BBC, toch was het deze omroep die 'Apricot Brandy' uitkoos als starttune van een sportprogramma. En dus zijn er legio Britten die gedenkwaardige sportgebeurtenissen op hun netvlies hebben, als ze dit nummer horen. Hetzelfde effect als 'Chump Change' van Quincy Jones aan de start van 'Langs De Lijn'. Of het onverwoestbare 'Studio Sport' van Tonny Eyk.

Het intro brengt je meteen in de 'mood'. Het felle funky loopje, het scheurende orgel, het is als een acceleratie bij een hardloopwedstrijd. Het signaal klinkt en er is actie! Iets wat ik overigens nooit bij een abrikozenlikeur heb ondervonden. Zoeken naar het unieke Zweedse fotohoesje was een onmogelijke opgave, vandaar een kleurige prent van de boosdoeners!

dinsdag 18 mei 2010

Zelmania - de samenvatting


Op SoulteXt, mijn inmiddels geruime tijd verwijderd doodgebloed blog uit eind 2008, had ik maar liefst twee berichten nodig om mijn liefde voor Sophie Zelmani te verklaren. De anderhalve lezer was bovendien getuige van de enige recensie van Zelmani's nieuwste cd, waarvoor Sony niet eens meer de moeite deed hem in Nederland uit te brengen en ik dus uit Zweden moest laten komen. Ik had bij het eerste deel van Zelmania er net kennis van genomen dat Sophie dertien jaar na haar opmerkelijke debuut nog altijd actief is.

Er is niets mis met een kleine verlegenheid. Dat het ook excessen kent, vertelt het verhaal van Sophie Zelmani. Sophie's verlegenheid leidt tot een kluizenaarsbestaan, zeer moeilijk contacten leggen en podiumvrees. Hoe ze aan een deal met Sony komt, is mij niet bekend. Wel dat producer Lars Halapi maandenlang met haar resideert in een hutje aan het strand. Drupsgewijs maakt ze kennis met de muzikanten die haar band gaan vormen.

In 1995 verschijnt haar debuut, een hartverwarmende countrypopplaat met een accentloze Sophie. Critici zijn wild enthousiast over haar. Dan begint Sophie's nachtmerrie: Ze moet op Europese tour! Ze zal er allerminst rouwig om zijn geweest dat de plaat geen doorslaand succes was. Behalve in Zweden waar haar nieuwste albums gewoon op nummer 1 binnenkomen. Deel van de ontdekking is de voorlaatste cd 'Memory Loves You', waarop Sophie het verlies van haar levensgezel betreurt, zonder sentimenteel te worden.

Wat maakt die eersteling nu zo'n mijlpaal? Ik wijt het goeddeels aan de eigenwijze instrumentatie. Een bottleneck op een basgitaar, een blazersgroepje, harmonieën van de muzikanten. Hoogtepunt vind ik persoonlijk 'You And Him', dat ik in 1996 op de radio hoorde en mijn jaar muzikaal áf maakte. En nog steeds een wonderschoon nummer met een prachtige beeldende tekst (meisje wacht op taxi, ontmoet een zwerver die niet bedelt maar wil praten, zij reageert afstandelijk, zwerver confronteert haar met gedrag en daarna praten ze gezellig totdat de taxi komt) en muzikaal met een zeer fraaie spanningsboog. Ze had meer verdiend, ook al vind ik het moeilijk haar dát aan te doen!

de ballade van Joop De Koning


Ik had al enige tijd het idee om Jonathan King hier te eren, maar twijfelde toch. Immers, het nieuws van acht jaar geleden ligt nog vers in het geheugen. En hoe gruwelijk het ook is geweest voor de slachtoffers, de man had zijn sporen in de muziek ruimschoots verdiend. Ten tweede: Welke plaat zal ik in de koffer stoppen? Ik kies dan toch voor zijn debuutsingle, hoewel ik hem inmiddels niet meer grijs draai.

Maar de titel? Joop De Koning lijkt een letterlijke vertaling van Jonathan King, maar er zit meer achter. Hitweek komt in eerste instantie met het nieuws. Jonathan zou inderdaad Joop De Koning heten. Zijn wieg had in Amstelveen gestaan en was Engels gaan studeren in Cambridge. Of hij de Duitse media heeft verteld dat hij Joachim König heet en in Bremerhaven is geboren, is niet bekend. Wél dat ieder woord over zijn Nederlandse afkomst gelogen is.

Het is typisch Jonathan King, de ras-cynicus van de Britse popmuziek. Terwijl iedereen zich over de tekst buigt, zegt King: ,,Daar gaat het niet om. Het gaat om de muziek. Luister naar het orkest". In 1968 runt King enige tijd het Decca-label. Hij haalt Genesis binnen, bedenkt hun naam en produceert hun debuutalbum. 'From Genesis To Revelation' zou geflopt zijn, omdat platenzaken het categoriseerden onder de 'geestelijke muziek'!

In de jaren zeventig geeft hij een groepje Mancunians de naam 10CC. Het zou de gemiddelde opbrengst van een ejaculatie zijn. Graham Gouldman moet er jaren later nog om lachen. ,,Je moet wel van goede huize komen, wil je tot 10 cc komen". Wat Kim Fowley voor de Amerikaanse muziek is, is Jonathan voor de Britse. Naast briljante ideeën, een goede neus voor commercie en runt een fabriek van 'novelty'-hits. 'Johnny Reggae' van The Piglets, 'It's The Same Old Song' van The Weathermen, 'Sugar Sugar' van Sakkarin. Onder eigen naam kaapt hij de hoofdprijs in Engeland weg voor George Baker, door zijn versie van 'Paloma Blanca' op te nemen.

'But no one can take my freedom away'. Die woorden herhaalt King in 2002 in de rechtzaal, nadat hij een celstraf heeft horen eisen. Seksuele intimidatie met drie minderjarigen in de jaren tachtig. King is alweer vrij en 'back in business'. Zijn autobiografie heet '65- My Life So Far' en middels zijn website biedt hij bands en artiesten zonder contracten zichzelf te profileren. Dat boek wil ik lezen, dat is zeker!

maandag 17 mei 2010

it was 11 years ago today...


Hoezo toevallig? Ik kom in mijn schuur een tas met allerhande souvenirs tegen, waaronder enkele cassettebandjes. En laat mij nu net een paar weken geleden voor een euro een walkman hebben gekocht. Ik vis een bandje eruit. 'Mixed' staat op de ene kant. 'Mon 17/5/99' op de andere. Meteen walkman erbij gepakt en een paar liedjes beluisterd. Memories are made of this!

Twee-en-een-halve week geleden kreeg ik het inzicht dat me had verlost uit een maandenlange depressie. 'Dwaal niet rond in je verleden, maar gebruik het als ervaring', was dat inzicht. En er was veel veranderd sindsdien. Ik had alle diggelwerk uit het winkeltje aan Manchester Road gegooid en het omgetoverd tot een boeken- en platenparadijs. Met vijf-voor-een-pond was ik de goedkoopste, het Rode Kruis in Stalybridge daargelaten. Daar kocht ik ook platen in...

Ik was een en al hippie! Mijn haar was eindelijk weer lang gegroeid. Favoriete outfit: Strakke zwarte broek van satijn met luid overhemd erop en met 'size 14' Zwitserse legerkisten. Lange wandelingen, al dan niet met de gemeenschappelijke hond Sadie, en pints John Smith's wegtikken in de Tollemache Arms, mijn stampub in Mossley.

Het regent herinneringen. De enige 'after hours' die ik in de Tollemache meemaakte, waarna ik met bezopen hoofd het Huddersfield Canal inliep. Met Trevor in werktijd naar een vriendin om een kast te bezorgen. Terwijl ik de Yorkshire Terrier van de dame uitliet, ging Trevor met haar tussen de lakens. Terug op de zaak: ja, verschrikkelijk, we hebben uren in de file gestaan!

De muziek die erbij hoort: Catatonia. Ik ben dan 'fan' van deze Welshe rockband van Cerys Matthews. Het bandje opent met 'Mulder And Scully', een hit uit vroeg 1998. Het bandje is huisvlijt gemaakt met de Marantz. Zittend in mijn kamer met uitzicht op Micklehurst en daarachter de heuveltoppen van de Pennine Way. Als ik heel even terug mocht.....?

zondag 16 mei 2010

le-gen-da-risch!!!


Zo! Een avondje draaien in een woord samengevat. Einde posting? Had gekund, maar ik zal het toch even toelichten. Was ik niet geheel enthousiast en positief over het optreden in 'T Pandje, gisteravond was om door een ringetje te halen. Het persbericht had country, gospel en Americana van mijner zijde beloofd, tot mijn verrassing bleek ik het ook nog te hebben! Ik werd vergezeld door 250 elpees, 70 singles en acht (niet-gebruikte) cd's.

Boys Named Sue. Onthoudt die naam! Als ze ergens in de buurt spelen en je kan alle facetten van Johnny Cash' carriére waarderen, dan is dat een must. Helaas niet altijd met zo'n goede deejay als zaterdag...

Ach, vooruit, Gerrit is best een beetje trots op Soul-X. Voor iemand die nogal gemengde gevoelens heeft bij kuntrie, heeft hij zich kranig gehouden. Keurig netjes Emmylou Harris gedraaid, terwijl hij anders jeuk aan zijn tenen krijgt van haar stem. Twee miskopen gedraaid (Kathleen Edwards en Detroit Cobras, het laatste hoort rock'n roll te zijn, maar dan is BZN punkrock). Eén van de weinige nummers waar ik dikwijls lol aan beleef is 'Keep On Pushin' van Country Gazette. Het was donderdag mijn derde plaat en gisteren tweemaal gedraaid.

Zoals beloofd 'Light In The Sky' van die verschrikkelijke Four Bailes Brothers. Na afloop veelal rock (Doobies, Steef Molenaar, Trom Petty & The Heartbreakers), beetje eigenwijs ('Apricot Brandy' van Rhinoceros en 'Ik Bedoel 'T Altijd Goed' van ZZ & De Maskers) en daarna kreeg ik een dansvloer met 'Red River Rock' van Johnny & The Hurricanes, 'Surfin' Bird' van Trashmen, 'Memphis' van Lonnie Mack en 'Such A Night' van Elvis. Even suggestief doen met 'I'm Going Home' in die felle originele 1969-opname van Ten Years After, want de bar was al dicht, maar zelfs Roy Orbison lukte het niet met 'Goodnight' de mensen naar buiten te krijgen. De laatste single, een Libanees ding waar ik al een jaar verslingerd aan ben, heeft een duidelijke boodschap: Swingen naar de shoarma!

zaterdag 15 mei 2010

daar is geen woord Frans bij!


De NS voerde per 11 december 2006 een nieuwe dienstregeling in. Dankzij die stap kan ik nu Czeslaw Niémen voor het voetlicht brengen. Treinen na middernacht rijden officieel op de datum van de dag ervoor, dus ik dacht op 10 december nog wel om 00.59 uur te kunnen reizen. Helaas, dat was de eerste dienst die werd geschrapt. En dus maar bij Maarten op de bank pitten.

Ik had zondagmiddag de stoute schoenen aangetrokken, koffertje northern soul verzameld en naar De Singel in Zwolle gegaan. Ik had twee maanden ervoor daar nog gedraaid en had daar geen fijn gevoel over. En terecht! Alcohol kan veel kapot maken. Ik moest aangekondigd worden van Dirk. Ik mocht niet langer de muziekidioot uithangen, maar moest 'professioneel' denken. Toen ik na een uurtje mijn vijfde pot bier bestelde, voelde ik al tegenstand...

Er kwam een oudere Britse meneer naar me toe. Hij deed iets onduidelijks met goede doelen. Hij bood me aan een tournee door Engeland te boeken, met twee avonden in de herrezen Cavern in Liverpool. Bediening was enthousiast, mijn gewaardeerde collega's van Soulclap jaloers. De enige die er niets in zag, heet Soul-X. Wat ik anders nóóit doe, deed ik deze avond wel: Vrijpostige ideeën ventileren naar de eega van de Brit. Ik heb nooit meer iets van de tournee gehoord! En De Singel heeft me nooit meer uitgenodigd...

De tiende december nodigde ik mezelf uit. Ik mocht twee uurtjes draaien. Ik had toen net mijn eerste 'Someone Out There' van (daar zijn ze weer!) The Flirtations gekocht en heb gedurende het setje driemaal 'How Can You Tell Me' gedraaid, omdat ik deze de avond ervoor had ontdekt! Daarna neemt Wim van me over met beduidend rustiger muziek.

Ik schaar me aan de bar en raak diep in gesprek met Maarten. Intellectuele Achterhoekers zouden niet misstaan als kermisattractie. Citeert Reve en is blij dat ik naast hem kom zitten, want hij wordt moe van de leeghoofdigheid van de rest. Dankzij de NS waggelen we later naar zijn flatje. Hij zet de computer aan en laat me kennis met De Mannen Van De Radio. Dan meen ik Otis Redding te horen in een taal die ik niet versta. Het blijkt 'Plonoc Stodola' van Czeslaw Niémen te zijn.

Twee weken later zoek ik met die naam op Marktplaats. Iemand in Oud-Beijerland heeft alle elpees in de aanbieding. Ik koop nog veel meer van haar en onderhoud een jaar correspondentie. Dus..., mocht Pieta Kramer dit lezen, ik wil graag weer van je horen!

Czeslaw heeft in Polen de status van Boudewijn De Groot. Op 'Sukces' bedient hij zich van soul met nét iets te keurig orkest. Daarna zou hij behoorlijk vooruitstrevende fusion voortbrengen. Alles in onnavolgbaar Pools. Buiten een nummer van zijn tweede, trek ik het niet. Maar dit debuut smaakt echt naar meer! Ik stop dan ook 'Plonoc Stodola' met veel plezier in de virtuele singleskoffer!

een blikje terug


Kater? Ja, maar uiteraard niet van de alcohol. Eerder van de leeftijd! ,,Jaaa...", roep ik menigmaal. ,,Als ik wil kan ik wel veertien uur nonstop draaien". Ik kom er tegenwoordig achter dat dat niet voor niets negen jaar geleden is. Ik was toen immers negen jaar jonger... Nee, tien uren zijn zat voor de oude man! Bovendien kom ik bij kroegdraaien steeds weer tot dezelfde conclusie: Ik word doodmoe van disco. En donderdag draaide ik zelfs even fout...

Muzikaal was ik goed gewapend: achthonderd singles, vijftien 12"-es, dertig elpees. Eenmaal in 'T Pandje bleek zelfs mijn shag nog thuis te liggen. En had ik 'Spreadin' Honey' van Watts 103rd Street Rhythm Band op een 'logische plek' laten liggen. Ik ben zoals gepland begonnen met 'Francine', maar daarna Motown erin geklapt in plaats van Shake Keane en Winston G. Steenwijk is nu eenmaal te boers voor 'moeilijke' soul!

Het verwenmoment van de middag zette ik per ongeluk op. Na twee redelijk onbekende nummers, moest ik maar weer eens een hit draaien. Vanzelfsprekend werd dat 'Shambala' van Three Dog Night. Wie kent hem wél? Ondergetekende natuurlijk, die al zijn tweede exemplaar aan het grijsdraaien is! Een uurtje later het dan goed maken met hun enige top tien-hit?

Ik ken hem nauwelijks. Ik kies altijd voor 'Shambala'. Vraag me niet waarom 'The Show Must Go On' nu precies als enige de top tien heeft gehaald. Misschien omdat de deejay van de St. Tropez hem ieder uur draaide?

Om negen uur wordt het druk, tot zover je daarover kan spreken. Kroegbaas Klaas heeft de bar overgenomen en ik draai nu aan de lopende band verzoekjes. Standaard rock, disco en... fout! Een paar dames hebben ontdekt dat ik niet steviger dan Led Zep ga en willen daarna alleen maar fout horen. Abba, Village People, Gloria Gaynor. Gelukkig geen vragen om Boney M en Donna Summer. De 'master' (van de versterker, niet Klaas!) achter de bar gaat geregeld op tien. En dat om half elf? Lieve help...

Gelukkig (?) krijgt mijn Behringer kuren. Kanaal 2 brengt een niet-gezellige brom met zich mee, die zich zal uitbreiden naar de crossfader. Ik begin het helemaal met fout en disco en brom te krijgen, als Bennie Piest binnenstapt. Dé wandelende popencyclopedie van Steenwijk. Die begint me lastig te vallen met onmogelijke verzoeken. Ik draai net Jive Bunny & The Mastermixers en wil 'I Can Hear The Grass Grow' van The Move scherp zetten. Kanaaltje 2 open en ik waan mezelf op een podium met Chemoboi (Oi oi oi!). Maar ik ben nu niet Cilf, maar Soul-X, en bedank ervoor. Negen uren bleek zat tijd...

donderdag 13 mei 2010

james LaSD???


In de tweede helft van de jaren zestig bestaat een grote behoefte aan elpees met instrumentale uitvoeringen van bekende hits. Dan denken we meteen aan Hansi, de getalenteerde basgitarist die bekend werd als James Last. Hij heeft overigens twee onvindbare funkelpees gemaakt in de vroege jaren zeventig. Maar zo komen we niet bij Johnny Harris... Deze arrangeur schreef soundtracks voor godvergeten rolprenten. Zijn 'fifteen minutes of fame' dankt hij aan... The Flirtations! Hij is inderdaad verantwoordelijk voor de swingende orkesten.

Dit ontdek ik pas later. Ik kom deze elpee in 2000 tegen en het wekt bij mij vooral de nieuwsgierigheid. Okay, 'Wichita Lineman', 'Light My Fire' en 'Something' wordt door ieder ander orkest uitgevoerd. Maar 'Paint It Black'? En wat moet een orkest met 'Give Peace A Chance' beginnen?

Johnny maakt deze elpee in 1969 en steekt met kop en schouders boven alle andere instrumentale platen uit. Het verschil is dat Harris niet klassiek georienteerd is en evenmin een tradjazz-achtergrond als bv. Billy Vaughn. Want hoewel 'The Windmills Of Your Mind' van die laatste in een prachtige psychedelische hoes is gestoken, zijn de uitvoeringen te stijf om een twenner aan te spreken.

Neem dan Johnny Harris. Een jongeman die frisse ideeën heeft. Die misschien vooraf een jointje heeft gerookt. Die in plaats van hoogbejaarde slagwerkers een drummer uit een acidrockbandje heeft ingehuurd. En de electrische gitaar misbruikt zoals dat in 1969 hoort in de rockmuziek.

'Paint It Black' begint bedrieglijk traag, accelereert in het midden en ontaardt in een kakafonie van geluiden. 'Light My Fire' is wederom naar aanleiding van José Feliciano. In 'Something' wordt een VCS3 gebruikt. 'Give Peace A Chance' wordt half gezongen. En laat Harris andermaal horen dat 'Wichita Lineman' van Jim Webb één van de allermooiste melodieën in de popmuziek is!

De toef slagroom is echter zelfgeschreven voor de film 'Fragments Of Fear'. Met name 'Stepping Stones' is een uitschieter. Het begint langzaam, dan een 'scheurende' dwarsfluit en dan gemeen snelle funk dat extra cachet krijgt door gebruik van de bassdrum. Klantjes van 'T Pandje kunnen het vandaag beleven, die is zojuist geselecteerd als verwenmoment tussen de afgezaagde disco!

woensdag 12 mei 2010

ploaties drooien


De fans van afgelopen zaterdag hebben net zo lang doorgezeurd, dat Klaas van 'T Pandje gisteren vroeg of ik Hemelvaartsdag wilde draaien. Even kort overleg met het management, want ik heb zaterdag ook een optreden. Muzikaal liggen die twee behoorlijk uit elkaar, maar Gerrit gaf toestemming en nu is Soul-X de klos! En wordt me zaterdag ook niet eenvoudig gemaakt...

Morgen om vier uur leg ik de eerste plaat op. Waarschijnlijk is dat 'Francine' van Les Newstars, gevolgd door 'Green Onions' van Shake Keane en 'Cloud Nine' van Winston G. Want ik ga even heerlijk misbruik maken van het feit dat Carla de eerste twee uren achter de bar staat. Tijdens haar diensten is ze kritisch qua muziek en omzeilt de afgezaagde rockklassiekers. En dus ga ik Steenwijk een portie northern soul, funk, exotica en veelal sixties in de kont proppen.

Vanaf zes uur neemt Klaas de bar over en kunnen de rock- en discoplaten uit de kast. Als iedereen dronken is, kunnen we weer goeie muziek draaien. Hoe hou je het vol? Zo nu en dan drie minuten egotrippen, even een verwenmoment voor jezelf!

Zaterdag ga ik een optreden van de Johnny Cash-coverband Boys Named Sue omlijsten. De Steenwijker Express belooft dat DJ Soul-X country, gospel en rockklassiekers gaat draaien. Ojee, ik wilde funk gaan doen. Johnny Cash en funk? Juist! Je moet grenzen opzoeken.

Maar nu krijg ik toch wel trek om The Four Bailes Brothers te draaien, maar waar staat dat kreng? Is echte redneck-gospel met jankende pedalsteel. Kon wel eens een verrassende avond worden! Vanaf 20.00 uur in De Buze in Steenwijk.

togch heel erg okay!


Een beetje vooruitlopen op mijn verhaal achter 'What's Good About Goodbye My Love' van The Flirtations. In 2004 bezocht ik het eerste Primitive-festival in Rotterdam. Ik pikte er een flyer op van een winkel in vintage en retro-kleding. 'Ook platen', stond erbij geschreven. Very Cherry heet de winkel. Een familielid van de eigenaresse verzamelt northern soul en aanverwanten en biedt dubbele of minder interessante platen aan in de winkel.

Ik ben in augustus 2008 op wereldtournee (avond draaien in Steenwijk en twee optredens in 'of all places' Hellevoetsluis) en besteed mijn vrije zaterdagmiddag in Rotjeknor. Natuurlijk ook even bij Very Cherry gaan kijken. De zaken gaan goed: Het assortiment kleding is fors uitgebreid. Qua singles is een ander verhaal. Ze houdt al maanden opruiming en het is zeker een jaar geleden sinds hij de platen heeft aangevuld.

Het is een walhalla voor mij. Rood kruis op de hoes betekent 1 euro. Ik trek ruim honderd platen eruit. De duursten zijn 'Dancin' Everywhere' van Bob & Earl en 'Doin' The Mustang' van Don Bryant. Op enkele neutrale hoezen heeft de verzamelaar opmerkingen geschreven. Op het hoesje van een Engelse Decca-demo, geschreven door Reed en Mason, uit 1966 staat 'togch okay' te lezen. Dat trekt me over de streep.

Reed en Mason schreven immers monsters voor Tom Jones. Bij het intro ben ik ook niet overtuigd. Een langzaam accelererend tempo, handjeklap, giechelende meisjes. Dan statige blazers, lullig koortje en een matige zanger. Nee, Winston G had, afgaande op zijn naam, een hippe hopper of dj kunnen zijn, maar klinkt als een slechte kopie van Tom Jones. Dan komt de brug en... Wat een geweldige soulstem! Na dit intermezzo valt het nummer ineens honderd procent mee. Okay, geen floorfiller, maar er zijn slechtere probeersels!

Winston heet eigenlijk Gork en heeft Indiase roots. Van 1965 tot 1970 treedt hij op met The Wicked, Fox en The Whip en heeft als Johnny Apollo gezongen. De foto is een bezetting van Fox. De zittende persoon links zou Winston G moeten zijn. Huw Lloyd Langton was enige tijd lid van Fox en The Whip. Hem komen we later tegen in Hawkwind. Fox verandert de naam in 1968 omdat er meerdere groepen met die naam zijn. Heeft dus niets met de progressieve elpee 'For Fox' Sake' uit 1970 of 'S-s-s-single Bed' uit 1976 te maken. Waren ook weer verschillende vossen...

Ik heb 'Cloud Nine' (uiteraard geen verband met The Temptations) dus togch nog leren waarderen. En ben intussen ook een Reed-Mason b-kantje van Tom Jones tegengekomen die best 'mag' en 'kan'!

dinsdag 11 mei 2010

muziek voor niemand gemaakt!


Experimenten in de kunst worden doorgaans enkel getoond als deze geslaagd zijn. Mislukte experimenten belanden in de prullenbak. Natuurlijk zijn er, volgens de ingezetenen, geslaagde experimenten, waar pers en publiek toch wat anders over denkt. 'Ceremony' van Pierre Henry en Spooky Tooth is zo'n miskleun, die alleen een novelty-waarde kent bij ruimdenkende muziekverzamelaars.

Het idee komt van Henry, een begrip in de geluidskunst en één van de grondleggers van de musique concréte. Eigenlijk had hij Les Beatles in gedachten, maar die experimenteerden in 1968 bij de Maharisha in India. Ik denk dat John Lennon het wel had kunnen waarderen! Dan leest hij van een toonaangevende Britse groep die op dat moment in Parijs optreedt. Hij legt de jongens van Spooky Tooth zijn idee uit en ze stemmen ermee in.

Gary Wright, die in de jaren zeventig albums opneemt met louter synthesizers, is zeer enthousiast en schrijft een rockopera op basis van een katholieke mis. Spooky Tooth neemt haar deel in Engeland op. Het is een stevige rockplaat met bluesinvloeden. Ze sturen de mastertape naar Parijs. Begin 1969 arriveert de tape weer in Londen.

De leden hebben vast een woord genoemd dat niet in de mis voorkomt. Ze distanciëren zich meteen van de plaat. Pierre Henry beukt met een hamer op een pianosnaar en laat een loop van zijn eigen stem afspelen. Waar hij musiceert, doet hij iets in een eigen ritme, maar wel zo dat het Spooky Tooth overstemt!

De plaat verschijnt desondanks wel. De media kraakt de plaat, band wil hem niet promoten, publiek laat hem links liggen en platenmaatschappij blijft ermee zitten. En raadt eens? Zelfs Henry neemt afstand ervan! Fans van zowel fans van Henry als van Spooky Tooth worden niet graag herinnerd aan 'Ceremony'. Helemaal vergeten dus?

Nee, in 1998 verschijnt hij op cd. Dan lees ik erover. In 2007 staat een exemplaar op Marktplaats. Voor minder dan tien euro heb ik de Franse Philips in nieuwstaat! Natúúrlijk heb ik hem grijsgedraaid! Ik ben gek op dit soort 'novelty discs'. Hebben ze toch nog iemand blij gemaakt!

maandag 10 mei 2010

BOB (Ben Ook Bezopen)


Besteedde ik vorige maand aandacht aan Marsha Gee, die teveel had gepimpeld, bij Groundhog ontstaat een zelfde idee. Je zou het in zijn lachje moeten horen, want aan zingen doet hij nauwelijks en de tekst heeft hij waarschijnlijk ter plekke bedacht. Een raar dingetje, desondanks toch een paar regels voor Joe 'Groundhog' Richardson en zijn 'Take It Off'.

Ik kwam de single in 1994 tegen in een antiekwinkel in Leeuwarden. Ik dacht meteen aan The Groundhogs, de legendarische Britse bluesformatie, omdat mijn Jad-persing enkel Groundhog vermeldt en de b-kant 'Blues To Take It Off' heet. Eigenlijk ontdekte ik pas vorig jaar dat de plaat een opmerkelijke producer kent, namelijk Don Covay! En heette mijn tweede bijdrage niet 'het vieze liedje van Don Covay'?

Joe weet, dronken of nuchter, ook behoorlijk suggestief te doen. Alles moet af en uit. Eerst de jas, daarna de wimpers die ze in de uitverkoop heeft gekocht, haar pruik zodat hij haar afro kan betasten en ook haar nepnagels. 'Don't scratch my back with false fingernails'.

En het is niet alleen Groundhog die dikke lol heeft. De opname kent een lawaaierige achtergrond met mensen die bulderen van het lachen, muzikanten die elkaar instructies geven enzovoorts. Het lampje van 'stilte! opname' zal wel kapot zijn geweest.

'Blues To Take It Off' is een instrumentaal vervolg op de A-kant, maar het is 'Take It Off' dat de hoogste novelty-waarde heeft. Het is een mooi voorbeeld van wat in retrospect 'deep funk' wordt genoemd. Muziek die in die tijd in hetzelfde universum zat als Tony Joe White en Swamp Dogg, maar waarvan de kwaliteit pas jaren later werd begrepen.

eindelijk volwassen deel 3: nr. 28


Ook via deze weg mijn dank aan Francis. Zonder zijn hulp had ik mijn eigen hoesje moeten scannen. En die is redelijk gepersonaliseerd door Peter Duclerq, die zijn zuurverdiende centjes in september 1966 in dit plaatje stak. Zo zette hij niet alleen zijn naam op de achterkant van het hoesje, maar ook in de uitloopgroef van 'This Is My House'. Tevens schreef hij de speelduur achter de titels op het hoesje, plakte de Hitweek-recensie erop en plakte de randen af met dik plakband. Een single met hoesje die het leven ademt! Maar nu dus een smetteloos hoesje!

Het is eind mei 1989. Ik zit in de tweede klas LEAO en moet kiezen tussen Handel of Administratie. Ik heb een beroepentest moeten doen. De eerste keuze is erg verrassend: Filosoof! Op mijn 35e eenvoudiger te verklaren, dan met veertien jaar. Tweede en derde keuze: bibliothecaris of journalist. In alle gevallen was ik dus 'net' bezig. En dat was weinig hoopgevend. Genoeg herseninhoud om te studeren, motivatie was nul en daar leed mijn schoolcarriére ernstig onder.

Het plaatjes verzamelen nam ernstige vormen aan. Vorige maand kreeg ik 'Ordinary Lives' van de Bee Gees en de LP 'Music For The Millions' (nee, niet van Fursaxa!) van The Moody Blues op mijn verjaardag. De laatste is een 1982-heruitgave van 'The Magnificent Moodies'. Intussen heb ik ook nog 'Your Wildest Dreams' uit 1986 op single gevonden.

Wat betaalde je in 1989 voor een single? Nieuw waren ze 6,50 gulden, tweedehands een kwartje, Elvis en The Beatles (uiteraard niet samen) deden een gulden. Voor twee gulden kocht je een jaren zestig-single in Mint. Ik betaalde desondanks maar liefst vijf gulden voor deze single. Een heel bedrag toen! Ik durfde het dan ook niemand te vertellen, ze zouden me voor gek verklaren!

Nu de single met hoes met gemak honderd euro doet op is het een stukje gemakkelijker het op te biechten. Maar die Hitweek-recensie? 'Ze kunnen veel beter', zegt men over de A-kant. Dat 'Boulevard De La Madeleine' een klassieker is, bevestigt Hitweek. 'Een wat triest nummer. Accordeon zorgt voor Franse invloed. Denny zingt fantasties!'. Als zelfs Pussycat het kan opnemen zonder dat het tenenkrommend wordt, dan heb je het over een klassieker met een hoofdletter K!

zondag 9 mei 2010

een echte klassieker behoeft geen single


Zomer 2006. Het is alsof een verloren vriend mijn kamer komt binnen binnenwandelen. We omhelsen elkaar, kloppen schouders en wisselen herinneringen uit. Maar... we kennen elkaar niet! We hebben nooit eerder ontmoet, hoewel we alles van elkaar weten. Na een paar minuten vertelt presentator Klaas Drupsteen van de NCRV de naam. De band ken ik wel, het nummer niet. Of toch wel? Nee, dat bestaat niet. De vriend heet 'It's A Beautiful Day Today' van Moby Grape.

De hoestekst van het album 'Moby Grape 69' uit, inderdaad, 1969 heeft veel uit te leggen. De nieuwe plaat is vrij van alle poespas, door de groep zelf aangezwengeld, die de aandacht voor de muziek van de eerste twee albums had onttrokken. Het debuutalbum uit 1967 werd op de dag van release ook als vijf singles uitgebracht. Die moesten het gevecht om de top tien aangaan. Het plan mislukte jammerlijk. Alleen 'Omaha' was een minuscuul Amerikaans hitje, zowel elpee als andere vier singles flopten genadeloos. Alsof ze niets geleerd hadden, bevatte 'Wow' uit 1968 een gratis bonus-elpee, 'Grape Jam'. Volgens kenners rechtvaardigt alleen die de aankoop.

Net als bij Quicksilver Messenger Services is ook Moby Grape een verzameling solisten met hele grote ego's. In 1969 heeft Alexander 'Skip' Spence de groep verlaten om zijn ongrijpbare album 'Oar' te maken. De hoofdrol op '69' is weggelegd voor Bob Mosley, die zijn mooiste songs schrijft. Het album heeft niet de kwaliteit van het titelloze debuut, maar wel 'It's A Beautiful Day Today'.

Een klacht tegen negativiteit. Mosley zou wensen dat de mensheid de schoonheid van een etmaal zou zien, in plaats van als mieren in een hoop van hot naar her te rennen. Een mooie melodie omlijst de überpositieve tekst en de fraaie harmonieën zijn terug.

The Doobie Brothers zal enkele jaren later naar Moby Grape wijzen, als hen gevraagd wordt een inspiratiebron te noemen. En nog steeds spreekt de muziek tot de verbeelding. En dan hebben we het niet over de gimmicks, maar over liedjes van absolute klasse als '8.05', 'Lazy Me' (met Vader Jacob in het outro!) en 'It's A Beautiful Day Today'.

Bij mijn weten, is het nimmer een single geweest. Hoe kan het dan dat iedereen hem kent? Misschien dat het een universeel nummer is dat door de Schepper geprogrammeerd is in een mens? Of het lied dat weerklinkt in de wind? Je hebt het pas over een klassieker als je het hogere krachten kan toebedelen...

niet een beetje off-topic...


Nee, liefste mensen, ik ben niet toch stiekem afgereisd naar Londen. Nee, in plaats van misschien te gladde soul met een vals zingende dame zat ik gisteren zeven uur in de grindcore. Ik had na dat feest, waar ik moest werken, nog hier willen schrijven. Toch maar even doorgezakt. En een 'meet-and-greet' met twee fans! Die kenden mijn kunsten van Koninginnenacht 2008 (was inderdaad een geslaagd optreden van elf uren) en begonnen meteen Klaas met vragen te bestoken. Ik moest maar eens heel snel weer in 'T Pandje draaien. Klaas weet wel hoe laat het is. Hoewel ik ver onder het minimumjeugdloon zit, heb ik de tijd dat ik een halve dag voor noppes sta te draaien al lang geleden vaarwel gezegd...

Blame it on the grindcore! Ik had eens zin om extreem off-topic te gaan met een plaat die niet snel is, enigzins slaapverwekkend, niet-ritmisch, niet swingend en... ,,Ik maak nu eenmaal geen muziek voor miljoenen", vertelde ze nadat ze 25 folkliefhebbers een zaaltje in Belsele had uit gespeeld.

Maart 2004: Soul-X heet dan Sideburner, schrijft voor rockandroll.nl (later werd het digginfordirt.com, beide bestaan niet meer) en is 'into' hedendaagse garagerock en middels 'Sideburner's Blast From The Past' mag hij oude plaatjes oppoetsen. Ik ben een halfjaar ervoor ook begonnen met het kopen van nieuwe elpees. Ik bevind me deze zaterdag bij Minstrel in Zwolle.

Zoals gewoonlijk ga ik met een stapel elpees naar de draaitafel. De laatste van Orange Sunshine is een tegenvaller en dan leg ik een plaat op waarvan Arjan zei dat ik hem maar moest beluisteren om te ontdekken wat het is. Ik hoor ruimtelijk getokkel, een fragiel orgeltje en een damesstem. Niet mijn kopje thee als zijnde Sideburner, maar Gerrit staat te genieten. De plaat wordt gekocht, gerecenseerd op rockandroll, doorgestuurd naar Fursaxa en het vinyl in een jaar tijd grijsgedraaid.

Ik start ook correspondentie met Tara Burke alias Fursaxa. Ze zal me op de hoogte houden van een eventuele Europese tournee. Dat duurt even. Intussen prijst ze me Spires That In The Sunset Rise en Six Organs Of Admittance aan en maak ik kennis met het Zweedse Träd Gras Och Stenår. Dan tenslotte het nieuws dat ze komt. Buiten een besloten VPRO-sessie in Desmet speelt ze niet in Nederland, wel twee concerten in België.

In ben in Belsele, even buiten Sint-Niklaas, waar ze met het Britse nachtegaaltje Sharron Kraus de headliner van een benefiet-folkfestivalletje vormt. Gewapend met een Line 6-sampler, een keyboard (zo eentje die je bij de Texaco voor een volle spaarkaart kreeg) en akoestische gitaar doet ze een spannende workout van 'Tall Trees In Georgia' van Buffy Sainte-Marie. Vijfentwintig paar sandalen met geitenwollensokken verlaten de zaal. Er blijven vijf over! ,,Not too bad", is Tara's nuchtere reactie.

Nee, het is geen muziek voor miljoenen. Ze hekelt de folk en 'new weird American', haalt inspiratie bij Hildegard Von Bingen en uit de natuur. Haar muziek wordt als 'drone' omschreven, het hypnotiseert als een draaiend fietswiel met een slagje erin. Het is niet extreem mooie muziek, maar intrigeert wel. ,,Wat leuk, je bent dus fan", kraait Sharron na afloop uit. ,,Wel", reageert Tara, ,,Hij schreef eigenlijk dat je je buren gek kan maken met mijn muziek". En dat is inderdaad waar!

In maart 2005 zie ik haar opnieuw. De minidisc-opname lukt nu wel, hoewel het optreden minder sterk is dan in Belsele. Een jaar later hoor ik nog iets van haar, dan net uitgekomen, muziek en concludeer dat mijn relatie met Fursaxa op de klippen is gelopen. Ze is nog steeds actief, maar ik volg het niet meer. Maar dankzij haar heb ik wel Samara Lubelski leren kennen, indirect Marissa Nadler en de folk, die zij hekelde, leren herwaarderen. En nu ga ik de elpee voor het eerst in twee jaar weer eens draaien!

vrijdag 7 mei 2010

roemen op oude teer


Vorige week bezocht ik weer eens www.flirtations.co.uk om te kijken of er updates waren. En jawel, de meisjes treden morgen op tijdens een soulweekend in Londen. Ik heb nog even zitten denken... Gelukkig bracht de aswolk me weer terug op aarde. Wat nu als het tegenvalt? We hebben het over een groep die 42 jaar geleden op hun top was. Dezelfde fobie die me ervan weerhoudt om naar de Moody Blues in HMH te gaan. Nogmaals, ik mag de aswolk dankbaar zijn!

Vanmiddag heb ik kennis mogen maken met de live-prestaties van het trio anno 2009. Okay, de meisjes swingen alsof ze nog nooit een opvlieger hebben gehad. Nu hebben de vroege opnames als charme dat Earnestine in haar enthousiasme een beetje vlak, om niet lichtelijk vals te zeggen, neigt te gaan zingen. Een opname op Jouwbuis van 'Nothing But A Heartache' in Spanje is een blamage! Earnestine (kleine meisjes worden groot, ze viert deze maand haar 61e verjaardag) krast als een valse kraai, terwijl Betty en Viola keurig in de maat blijven. En die net ietsje te gladde soulband kan gewoon niets verkeerd doen.

Nee, dan blijven we het gewoon bij het vinyl houden. Een bruikbare afbeelding van 'What's Good About Goodbye My Love' zal ik zelf moeten maken, dan eerst 'How Can You Tell Me', de flip van 'Someone Out There'. Die laatste is net een fractie te traag en 'pitchen' levert niet het gewenste resultaat op. 'How Can You Tell Me' is echter geknipt voor mijn set. Okay, beetje bas toevoegen en dansen maar!

Het is dan ook niet verwonderlijk dat het in Amerika de a-kant was. Dat had sowieso geen effect, want zelfs 'Someone Out There' bleek te vlot voor de Amerikaanse markt. Hoewel 'Nothing But A Heartache' daar wel weer een grote hit was. In Nederland zijn ongeveer evenveel van elk verkocht. 'Someone Out There' ging in vier weken naar 25 en terug, terwijl 'Heartache' zes weken in de lijst verbleef en piekte op 33. In Engeland werd 'Heartache' pas veel later een hit.

'How Can You Tell Me' is een standaardplaatje geworden in mijn set. Het tempo, de enthousiaste zang, het orkest van Johnny Harris... Ik krijg er goede luim van! En het beetje vlak-zingen van Earnestine verhoogt die pret. Maar dat geeft nog geen excuus om veertig jaar later ronduit vals te zingen!

northern soul voor dummies


Je zal maar niet weten wat northern soul is en dan op Soul-xotica terecht komen. Vandaar een introductie! Soul komt uit Amerika, northern soul dus uit het noorden van The States? Helemaal mis! Het noordelijke aan northern soul heeft betrekking op de streek Birmingham-Liverpool-Manchester in Engeland. Eigenlijk het noordwesten dus. Het is niet toevallig dat Liverpool de belangrijkste havenstad is in Engeland. Zeelieden die op Amerika varen nemen bulkpartijen platen mee, die als warme broodjes gaan in het havenkwartier. Hier ligt ook het geheim besloten hoe The Beatles en andere Merseybeat-groepen covers opnemen van nummers die volslagen onbekend zijn in Europa!

Rond dezelfde tijd ontstaat de mod-cultuur als tegenhanger van de rockers. Het verschil zit hem niet alleen in uiterlijk en vervoermiddel, maar beseffen de mods ook dat hun muziek schatplichtig is aan zwarte Amerikaanse muzikanten. Ondanks hun smetteloze voorkomen experimenteren de mods al vroeg met drugs, vooral om zo lang mogelijk op de dansvloer te kunnen blijven.De modbeweging sterft in 1968 een zachte dood.

In 1971 ontdekt een Londense platenhandelaar dat zijn lokale cliëntéle uitsluitend zwijmelsoul koopt, terwijl hij het uptempo werk slijt aan lieden met een noordelijk accent. Eén van de verhalen die over het ontstaan van de naam de ronde doen. Rond dezelfde tijd krijgt northern soul zijn cachet, als lokale deejays met exclusieve Amerikaanse platen dansavonden beginnen. De clubs, allemaal in de genoemde regio, schieten als paddestoelen uit de grond. Feitelijk zijn het voorlopers van de discotheken. 'All-nighters' zijn al snel een begrip: Feesten die doorgaan tot de volgende ochtend. De dansers, die zich creatief uiten door middel van 'the duck' en 'the backdrop', blijven op de been dankzij verdovende middelen.

De northern soul-beweging kent meer paralellen met de latere hardcore-scene. Zo gebruiken de deejays de 'pitchcontrol' voor het eerst en remixen ze bestaande nummers. Om te voorkomen dat een plaat 'gestolen' wordt door een collega, doet men aan 'covering up': het dusdanig bewerken van een label dat titel en uitvoerende onherkenbaar zijn. De voorloper van de 'white labels'!

De belangrijkste clubs zijn The Ballroom in Blackpool, The Twisted Wheel in Manchester en The Casino in Wigan. Iedere club onderscheidt zich muzikaal wel iets. The Casino stond bekend om haar '100 miles per hour' ram- en stampwerk, andere clubs voegden ook Philadelphia-sound, funk en disco toe. Veel van de artiesten, die tot de northern soul worden gerekend, gaan rond 1974 het disco-spoor op. Denk aan Jimmy James & The Vagabonds, Carl Douglas en Linda Carr.

De northern soul beleeft in 1975 een commercieel hoogtepunt. Waar The Casino in 1974 nog een videoploeg van de BBC had geweigerd, daar gaan een jaar later ook clubs in het zuiden northern soul-avonden organiseren. De harde kern distantieerd zich daarvan. Met name het drugsgebruik is een doorn in het oog van de autoriteiten en worden de eerste clubs gedwongen de deuren te sluiten.

Ook rommelt het in het wereldje zélf! Deejays die overstag gaan en hun zeldzame platen in hitkwantiteiten laten herpersen. Als stijl is northern soul altijd al stuurloos geweest, nu wordt het een handicap. Een 'revival' van de mods in 1979 kan niet voorkomen dat de laatste clubs in 1982 het loodje leggen.

Northern soul is een kwart eeuw later een toverwoord. Het goochelt de waarde van een ogenschijnlijk geflopt singeltje tot een astronomisch bedrag. Paul Weller, voorheen zanger van The Jam en The Style Council, is een beroemde verzamelaar die ook honderden ponden neerlegt voor een single. Tevens zijn er verenigingen die de northern soul-avonden herhalen, al dan niet met een artiest uit de mottenballen.

'Northern soul is in the eye of the beholder', is mijn motto. Net als The Casino in Wigan ga ik voor het snelle werk, maar sluit niet mijn ogen voor Philadelphia, vroege disco (1973-76) en ouwe funk (van voor 1975). Tevens koppel ik het aan mod en freakbeat!

donderdag 6 mei 2010

eindelijk volwassen deel 2: nr. 9


Als de dag van gisteren? Lieve help, nee! Hoewel ik veel van die 26e april 1986 weet te herinneren, is het toch echt 24 jaar geleden. Waar ik toen van droomde, weet ik niet meer. Niet dat ik op mijn 35e in Steenwijk zou wonen, laf inpakwerk zou doen en nog vrij gezellig zou zijn. Wel wilde ik net zoveel platen hebben als Henk, mijn oudste broer. Dat is wel uitgekomen! Ofwel, ik heb hem al drie keer ingehaald!

Over twee dagen word ik elf. Ik zit in de vijfde klas, of groep 7, bij meester Jan van der Veer. Een hippe meester! Net van de kweekschool. Hij luistert dus ook naar popmuziek. De hoofdonderwijzer noemde Fats Domino ooit 'een ouwe schreeuwerd'. Do I need to say more?

De voetbalclub houdt een rommelmarkt in het dorpshuis. Deze van The Beatles is welgeteld de enige vinylplaat. Verder zijn er cassettes. '16 Golden Oldies' bevat zestien nagespeelde hits uit de jaren zestig. Dat bandje heeft toch nog een grote rol gespeeld in het begin van het verzamelen.

The Beatles kostte een kwartje. Een puntgaaf exemplaar zonder het middenstuk in een EMI-hoesje. De laatste eigenaar was creatief geweest met viltstift en papier en had zelf een hoes gemaakt. Eén vel zat los bij de latere plastic hoes, de ander was erop vastgeplakt. Die heb ik erg zorgvuldig losgeweekt.

Meester Van der Veer heeft hem zelfs nog even geleend om een cassette-opname te maken. Hij zei me dat ik erg zuinig op deze plaat moest zijn. Die raad heb ik opgevolgd! Ik heb hem sinds 1991 minder dan vijf keer gedraaid...

Het was mijn eerste 'oude' single, buiten de verwerpelijke nummer 5: Een hele foute cover van 'Disco Duck' door DJ Scott. Gekocht vanwege de grappige hoes. Op mijn verjaardag zou ik ditmaal geen singles krijgen. Nu had ik eerder deze maand in de Top 100 Aller Tijden wel een mooie plaat gehoord, maar daarop moest ik nog twee jaar wachten...

hey Pam, je naald danst!


Natuurlijk was het merendeel van de 78 singles van afgelopen zaterdag 'verse ontdekkingen', maar greep ik de gelegenheid om ook weer wat betere exemplaren aan te schaffen. Zo was mijn 'Tears Of A Clown' na vijftien jaar niet meer aan te horen. En wat me begon op te vallen, was ook dat de naald de neiging tot dansen had. En dus was ik zeer verguld om de bovenstaande single alweer in nieuwstaat tegen te komen!

Alweer? Ja, het vorige exemplaar was ook praktisch nieuw toen ik hem in december 1994 in het Franse Langelille tegenkwam. Ligt 600 kilometer ten noorden van Parijs... Om het nóg ingewikkelder te maken, was ik toen op bedevaart naar Woodstock!

Drie maanden ervoor was ik voor de eerste keer naar het Dicky Woodstock Popfestival geweest op de Baarse Vrijstaat nabij Steenwijk. Mijn vervoermiddel, een Solex uit 1966, maakte toen veel indruk, vooral toen ik, bij wijze van stunt, met Solex een greppel indook. Sindsdien kent iedereen in Steenwijk mij als 'Solex'. Daar heb ik me mee verzoend, vandaar dat mijn dj-naam ook 'Soul-X' is geworden...

Maar wat me na aanschaf van die single begon op te vallen, gebeurt nu ook weer. De opname is erg dynamisch en in de stevige stukken (zang van Smokey en The Miracles, drums) danst de arm op de plaat. Ligt hem dus aan de persing, hij is té hard opgenomen en het vinyl is te dun! Zo kocht ik zaterdag mijn derde 'Listen To Me' van The Hollies en ook die is weer 'vals' in de refreinen.

Het verlangen naar een Engelse persing groeit gestaag. In tegenstelling tot Europeanen zijn Engelsen er precies in het uitbalanceren van bas, laag en midden in een opname, waardoor deze meer 'body' krijgt. De beste luidsprekers ter wereld komen er ook vandaan: Wharfedale. Met de hand gemaakt, blinken deze uit door op een hoog volume nog steeds uit te balanceren, waar andere speakers vervormen.

Engelse Motown-persingen klinken dan ook het beste. Je zou haast denken dat de Motown-sound niets meer een bassdrum en een tamboerijn is, maar een Engelse persing laat horen dat in het 'laag' er desondanks nog veel is te beleven. Ik moet het voor 'the time being' maar even met deze doen. Klinkt sowieso vijftig keer beter dan het vorige exemplaar!

woensdag 5 mei 2010

geeft ons heden...


Ben ik zeker de afgelopen dagen glad vergeten hier en op het Steenen Tijdperk te melden dat de vangst van zaterdag ook drie singles van Les Baroques bevatte. Eigenlijk had ik daar al twee van, maar ben er niet minder blij om! 'Such A Cad' in fotohoes, 'I Know' zonder en even afgedraaid als mijn andere exemplaar. En dan 'Bottle Party' in fotohoes, welke in het geheel ontbrak. Ik maak een dansje als ik zie dat de flip 'Bread' heet en aan de songschrijvers-credits te zien dezelfde als Bobby Hebb moet zijn.

Ik moet toegeven dat ik helemaal nix met 'Sunny' heb. Niet van Boney M, niet van Cher, niet van Georgie Fame, maar ook niet van Bobby Hebb. Maar de laatste is één van die grote jaren zestig-hits die tot voor kort in de collectie ontbrak. Vorig jaar juni trof ik een fraai exemplaar aan in Utrecht, twee eurootjes, maar je kan niet alles hebben, dus zonder het mooie fotohoesje.

Op datzelfde adres kocht ik ook 'Working On A Tsjing Tsjang' van Les Baroques. En zo zijn we weer bij 'Bottle Party'. Hun uitvoering van 'Bread' is een teleurstelling. Nu ben ik nooit echt een fan van Michel Van Dijk geweest, hij stopt teveel gimmicks in zijn zang. 'Bread' klinkt ongemeend nonchalant. Bovendien is de 'groove' van Bobby Hebb helemaal verwaterd!

Zoals ik gisteren schreef: Een single heeft twee kanten. En sinds een paar jaar draai ik ook b-kanten, op zoek naar nieuwe dijenkletsers. En die vond ik bij Bobby Hebb! 'Bread' is een wat merkwaardig nummer. Geen '100 miles per hour', maar toch vlot genoeg om boven het maaiveld uit te komen. En die blazers na het eerste refrein?

Die klinken als 'Last Night' van The Mar-Keys. Horen we daar op de achtergrond ook heel licht het orgeltje, of is dat slechts bedrog? Het is mijn favoriet geworden als eerste plaat in de ochtend. Mokje Douwe voor me, oorwarmers op en dan ontwaken met Bobby en alles wat daarna volgt. Zelden vergeet ik te ontbijten, maar ja, geen dubbeldonker volkoren dat op kan tegen het kadetje van Bobby Hebb!

dinsdag 4 mei 2010

eindelijk volwassen deel 1: nr. 15


,,Hejje-'t al heurd? Gerrit wordt volwassen". ,,Neeee, dat kan toch niet". ,,Toch wel! Staat op zijn blog". Ho lieve mensen! Mijn singeltjes-collectie is bijna volwassen, de verzamelaar blijft als vanouds. Dus de ex-vriendinnen mogen weer vertrekken en mijn moeder mag weer zorgen maken! Hoewel ik al in 1988 met verzamelen begon, reken ik 17 juni 1989 tot de startdatum. Het lijkt me leuk de komende weken zo nu en dan één van de allereerste singles eruit te pikken. Vandaag nummer 15: 'Spirits In The Night' van Manfred Mann's Earth Band.

Op die 17e juni 1989 heb ik deze single al twee jaar in mijn bezit. Voor een dubbeltje van mijn tante gekocht op een rommelmarkt bij ons in de straat. Vraag 1: Waarom koopt een twaalfjarige nu precies deze single? De eerste reden is dat de single uit mijn geboortejaar komt. Ten tweede vind ik die langharige jongens op de hoes best stoer. En dan 'Spirits In The Night'. Geen idee wat het betekent, maar het heeft 'iets'.

Als twaalfjarige op ontdekkingsreis had ik een mindere introductie kunnen krijgen! Overigens was het niet de enige single die ik kocht. De anderen waren: 'Mexico I Can't Say Goodbye' van Bolland & Bolland, 'Hollanders' van Alexander Curly, 'Do You Wanna Touch Me' van Gary Glitter en 'De Wolf' van Peter & Zijn Rockets. Het was juni 1987 en singles waren toen gewoon een dubbeltje.

Het waren de laatste maanden op de basisschool. Mijn zus ging over een paar weken trouwen. Ik weet nog dat ik de 's middags nog met mijn ouders naar de stad moest om kleren te kopen. Anders een feestje, maar vandaag niet. Ik zou het liefste de hele dag over de rommelmarkt willen lopen, al weet ik na drie rondjes wel wat iedereen in de aanbieding heeft. Misschien heeft het ook wel iets speciaals omdat er eindelijk iets in Jutrijp te doen is. Het zou immers nog jaren duren voordat er weer eens wat in het dorp zou gebeuren...

Een single heeft twee kanten. Zeker in die beginperiode draai ik ook b-kanten. 'As Above So Below' dus ook. De betekenis leer ik pas jaren later. Gedurende de Tweede Wereldoorlog wilde een Engelse bioloog opnames maken van een nachtegaal. Hij had nog maar net een microfoontje in de struik gehangen, of de nachtegaal begon te zingen. Plots een stijgt een lawaai op uit de lucht. Een aantal bommenwerpers trekken over. De bioloog hoopt nog dat de microfoon zich uitsluitend op de nachtegaal zal concentreren. De opname zal echter een legendarische status krijgen. De nachtegaal zingt over de sonore brom van de bommenwerpers en levert een schitterend contrast op. Het zou Manfred Mann in 1975 inspireren tot het album 'Nightingales And Bombers' en een stukje van de bewuste opname zit aan het eind van 'As Above So Below'.

maandag 3 mei 2010

een vergeten nugget


Tsja, een single met een nagenoeg wit label. Foto's van het illustere duo zijn ook niet voor handen en fotohoezen waren in Amerika in die tijd eerder uitzondering dan regel. Dan maar even zoeken op 'nugget'. Vergeef me, ik ben vandaag een beetje melig! Over de muziek dan maar! Ruim een jaar geleden bezocht ik iemand die ik in een café was tegengekomen. Zij bood de mogelijkheid om vinyl over te zetten en dat kwam goed uit: Ik had zojuist een flink aantal mensen een opname van 'Cherry' van Jeremy beloofd.

Samen met haar man maakt ze deel uit van een piratenteam, dat via internet 24/7 uitzendt. Zij doet op donderdagavond een gouwe ouwe-programma en doet dat het liefste met authentiek vinyl. Ik heb mijn allerliefste ogen opgezet en, ja hoor, het mocht. Ordinair snuffelen tussen andermans singles...

Ik kwam een aantal Amerikaanse singeltjes tegen. Doorgaans altijd een gok: Of het is pure country, gospel, bubblegum of soul. De deal was snel gemaakt: Zij mijn dubbele exemplaar van de LP 'L.A. Woman' van The Doors en ik 'Who Me? Yeah You' van Ricky Davis & Denna Johnson.

Over Ricky Davis kan ik kort zijn: Niets over te vinden. Denna Johnson is bij paardenliefhebbers beroemd als schrijfster van het ultieme paardenhandboek. Alleen is dat niet de zangeres op de single. Achter die Denna Johnson gaat Jo Armstead schuil. Zij zat in The Ikettes van Ike Turner, van de eerste bezetting in 1960 tot halverwege 1964. Daarna zoekt ze aansluiting bij het echtpaar Nicholas Ashford en Valerie Simpson. Gedrieën schrijven ze ondermeer 'Smokey Joe's', in de uitvoering van de obscure girlgroup Tina & The Mustangs stamgast in mijn set.

De plaat is rond 1965 uitgebracht op Simpson Records. Het is een vraag-antwoord-spelletje tussen twee die stiekem heimelijk verliefd op elkaar zijn, maar de drie woordjes nog niet hebben uitgesproken. Een fantastisch snelle beat eronder (schreven ze ook niet 'Real Thing' van Kim D uit 1965?) en een snerpende mondharmonica die voortdurend te horen is. De plaat zorgt voor hoge nota's bij de schoenmaker, want je danst je zolen glad!

zondag 2 mei 2010

de poedelnaakte waarheid?


Nee. Preuts zou ik mezelf niet willen noemen. Kleren maken de man en dat geldt in mijn geval ook voor de vrouw. Ofwel: Hoe ik bij Blogspot terecht ben gekomen. Nee, dat blog bestaat niet meer, bij de start van Soul-xotica de inhoud geleegd, hoewel de illustraties nog wel elders op een fotoblog zijn terug te vinden. Een beetje naakt shockeert me niet, maar toch was ik afgelopen nacht in schoktoestand na beluistering van 'She Was Naked' van Supersister. Nu ken ik dat nummer al 18 jaar, maar soms, in het juiste decor, herontdek je bepaalde nummers!

Het decor werd gevormd door de singles die broer en zus Ludo en Margot Osse in de late jaren zestig kochten. Keurig nette popmuziek, nergens een scherp randje, vloeiende harmonieën van The Hollies, The Marbles en The Hep Stars. En dan opeens een Hammond-orgel, jazzy drums en een stem die het over 'instant pudding' heet. Dan is ze naakt! Passen jullie een beetje op, jongens? Het zijn niet alleen hippe tieners die naar Veronica luisteren, maar ook brave huisvrouwen. Opnieuw weer pudding en dan zijn ze beide naakt. Een messcherpe fuzzgitaar snijdt dwars door de speakers. Lawaai alom, onderbroken door een gothisch aandoenend koor. En dan een fluit, erg progressief in 1970, en een vastberaden slot.

Waar Soft Machine een plaatkant deed over zo'n progressieve suite en dus de radio nauwelijks haalde, daar is hier in vier minuten het verhaal verteld. Super Sister, zoals het label vermeldt, doet werkelijk alles wat in deze dagen 'progressief' heet en wat dan ongezien is voor de massa. Ik denk dat 'Catfood' van King Crimson twee maanden ervoor aan de aandacht ontsnapt moet zijn, deze single op het onafhankelijke Blossom-label bereikte zelfs een elfde plaats in de top 40!

Wat me dan nog het meeste verbaasd, is dat Supersister met Caravan typische 'meisjesmuziek' was, dus populair onder het beter geboetseerde geslacht. Nu werd de muziek van Supersister sowieso gebruikt voor balletvoorstellingen, maar toch blijft het een vreemd gegeven! Waren de dames anno 1970 dan vooruitstrevender dan de heren?

zaterdag 1 mei 2010

zwijgen is goud (waard)!


Vorig jaar, zaterdag 19 september. Ik baal ervan dat mijn salaris nog niet is gestort. Ik strijk neer op het terrasje van mijn stamkroeg. Heel toevallig loopt een kameraad voorbij. Gelukkig kan die me een tientje lenen. Wilde plannen voor die avond kunnen de ijskast in. Toch is er niets leukers dan nog niet ontvangen salaris te besteden en zo duik ik museumwinkel De Gouden Kikker in. Ik doe het nu eens aan tijd om de elpees nauwkeurig te bestuderen.

Al gauw valt het woord singles. De uitbater heeft de collectie van een overleden vriend overgenomen. Alras zit ik met mijn neus in één van de vele bananendozen. Dan valt mijn mond open. Ik hou een absoluut smetteloze 'Love Is In The Air' van Shocking Blue in mijn handen. De eigenaar ziet dat. ,,Dat is een dure". Dat weet ik. Snel overleg ik met mezelf. Hij is meer waard, maar ik ga tot tachtig! ,,Die is vijf euro", zegt hij kalm en verontschuldigt zich meteen. ,,Ik weet dat het een hoop geld is, maar hij is erg zeldzaam!"

Vanmiddag was ik een keer op tijd. Het lijkt alsof hij open en dicht gaat wanneer hij dat wil. Ik heb alle tijd om me door de ruim 2000 singles te worstelen. Veel Nederlands produkt uit de jaren zestig: beat, tienerzangeresjes, kleinkunst, carnaval, jazz. Alles in nieuwstaat, fotohoes en zachte plastic hoesjes. En hou ik opeens deze van Episode Six vast. In de Duitse single-catalogus van 2001 staat die voor 125 DM. Achteraf is hij voor een euro gerekend.

Tijdens het uitzoeken, heb ik al nagedacht. Straks ineens de prijs vragen, niet meer nakijken, alles wat ik heb uitgezocht gaat mee. Hij schat er zeventig, omdat hij de tel kwijt raakt. ,,Wat had je zelf in gedachten". Ik moet liegen. ,,Geen idee. Jij verkoopt ze, dus jij noemt de prijs". Daar neemt de handelaar geen genoegen mee en blijft aandringen. Ik moet de prijs noemen.

Ik weet dat deze singles zo'n slordige drie á vierhonderd euro vertegenwoordigen. Die zal ik vast niet voor 150 euro krijgen. Ik wil bijna die prijs noemen, maar houdt me wijselijk stil. ,,Dat wordt dan schrikken", zegt de verkoper. ,,Er zitten een paar dure tussen, dus ik moet 75 euro vragen". Soms is zwijgen echt goud!