dinsdag 30 juni 2015

Week Spot: The Meters



Voordat ik met goede moed een nieuwe maand binnen stap, kijk ik met de Week Spot van deze week nog even over mijn schouder naar het afgelopen weekend. Het was echt leuk om de Gele Bak Top 100 te doen, maar het is natuurlijk uit nood geboren. Buiten de tien die ik elk moment verwacht, zijn de afgelopen drie maanden slechts tien singles in de verzameling gekomen die ik in de Blauwe Bak heb gestopt. Deze singles zijn niet mee gegaan in de Gele Bak Top 100, maar de leukste van het stel mag vandaag in de schijnwerpers omdat het de eretitel 'Week Spot' krijgt uitgereikt. Ik heb deze single gevonden bij De Tafel, uit de kast van iemand waar ik al eerder door de singles heen heb gebladerd. Toen zat hij er niet tussen. Laten we het er op houden dat ik die vrijdagavond 'tijd over' heb en nogmaals het partijtje bekijk. En dan hou ik opeens deze single van The Meters in handen. Geen hoes en het prijsstickertje is erg slordig over (papieren) label en uitloopgroef geplakt. Bovendien is het styreen, maar ik wil het erop wagen. 'Doodle-Oop' is niet ongeschonden uit de strijd gekomen, maar dan ontdek ik de b-kant. Een trage start, maar als de stoommachine eenmaal loopt? 'I Need More Time' van The Meters (1971) krijgt vandaag het predikaat 'Week Spot' opgespeld.

De kast is nog immer aanwezig en regelmatig blader ik weer de singles door, maar helaas... The Meters is een 'one-off' gebleken. De rest van het repertoire is piraten-spul (het antwoord op de brief uit Veenhuizen is er eentje van, maar hij is me te kostbaar) en enkele platvloerse dingen uit de vroege jaren tachtig. Hoe een plaat van The Meters hier terecht is gekomen, is net zo'n vraag als één Ken Boothe-single uit de jaren zestig bij de kringloopwinkel in Rouveen. Een wonderlijke vondst, maar wel één van de eerste singles die meteen in de Blauwe Bak terecht komt.

Een week en drie jaar geleden had ik 'even iets anders' als de Week Spot: 'Wicky Wacky' van Fatback Band. Dit had toen met de Blauwe Bak Top 40 te maken. Ik zocht een plaatje uit de 'bubbling under'. Ik had 'Wicky Wacky' niet gekocht in 2012, maar jaren ervoor. Toch gaat het plaatje voor me 'leven' na de verhuizing naar Nijeveen. De 'bubbling under' bestaat dan vooral uit oudere aankopen die ik dan opeens in de Blauwe Bak heb staan. Van sommigen, zoals 'Make Me Belong To You' van Barbara Lewis, kan ik me niet anders meer voorstellen. Fatback Band heb ik afgelopen zaterdag nog gedraaid in het kader van de 'Week Spot Carousel' in 'Do The 45'. Een funky instrumentaaltje is dan écht iets anders voor de Week Spot en Soul-xotica. Tegenwoordig is mijn interesse verschoven van '100 miles per hour'-Northern Soul naar 'soulful crossover' en deuntjes met een funky slagje. 'I Need More Time' past wat dat betreft helemaal in het idioom.

De familie Neville drukt vanaf de jaren vijftig haar stempel op de muziek uit New Orleans. Aaron is degene die het meeste succes oogst met de hitsingle 'Tell It Like It Is', maar broer Art is vanaf de midden jaren vijftig aan de lopende band in de studio te vinden. In 1965 voegt zanger-toetsenist Neville bij het gezelschap van gitarist Leo Nocentelli, bassist George Porter Jr. en drummer Joseph Modeliste. Later krijgt de groep versterking van Cyril Neville, een broer van Art, als percussionist. Vanaf 1967 is The Meters de huisband van Sansu Enterprises, het platenlabel van de legendarische Allen Toussaint. In 1969 proeft The Meters een beetje van het succes middels de hitsingle 'Cissy Strut' en er volgen nog een paar succesvolle platen. Toch zal de groep nooit de status van hitgroep krijgen, het is vooral een invloedrijke band die doorklinkt tot in de huidige generatie. In 1972 wisselt The Meters van platenmaatschappij en zal er niet meer in slagen om de hitlijsten te bereiken. Paul McCartney nodigt de groep in 1975 uit om te spelen tijdens de feestje ter ere van 'Venus And Mars'. Mick Jagger is eveneens aanwezig en is dermate onder de indruk van The Meters dat hij ze meeneemt als voorprogramma tijdens de Amerikaanse tournee van The Rolling Stones. In 1976 verschijnt ook het meest succesvolle album van The Meters, 'Fire On The Bayou', maar het einde komt in zicht. Art en Cyril stappen begin 1977 als eerste op. David Batiste Sr. en Willie West vervangen hen, maar dan verlaat Porter Jr. de groep en in 1980 ligt The Meters echt op zijn gat.

In 1989 zien we de Neville Brothers op de hitparade met 'Yellow Moon' en 'With God On Our Side', maar het is ook het jaar dat Art Neville The Meters nieuw leven in blaast. Porter Jr. en Nocentelli zijn ook weer van de partij, terwijl Russel Battiste Jr. plaats neemt achter het drumstel. Nocentelli zegt de groep in 1994 vaarwel en Brian Stoltz komt over uit de Neville Brothers. De groep gaat vanaf dat moment door het leven als The Funky Meters. Stoltz is een paar jaar afwezig en wordt in die tussentijd vervangen door Ian Neville, de zoon van Art. In 2000 kunnen de originele leden van The Meters een fraaie som geld tegemoet zien als ze eenmalig een optreden willen verzorgen. Drummer Modeliste wil de groep vervolgens bijeen houden, maar dat loopt stuk op zakelijke meningsverschillen. In 2006 treedt de groep desondanks nog eens op tijdens het New Orleans Jazz And Heritage Festival. Sinds 2011 zijn er twee groepen: The Funky Meters en The Original Meters. The Funky Meters kijkt vooral over de schouder naar de gloriedagen van The Meters, waar The Original Meters ook nog nieuwe muziek maakt. Dan is er nog The Metermen, het gezelschap van Page McConnell met The Meters zonder de Nevilles. Leo Nocentelli is een 'Meterman', maar leidt tevens zijn eigen band: The Meters Experience. De oorspronkelijke Meters treden nog maar zelden op.

The Meters wordt vooral geroemd vanwege de 'second line groove' dat de basis zal vormen van wat in de jaren zeventig 'funk' wordt genoemd. The Meters gaat hiermee gelijk op met James Brown. Die groove zit ook in het tweede deel van onze Week Spot. Deze begint met een 'spannend' intro van orgel en percussie. Het zou ook het intro van een 'deep soul'-ballade kunnen zijn, maar na een minuut zet de trein in beweging en dendert nog ruim twee minuten door.

maandag 29 juni 2015

Raddraaien: Mory Kanté



De nationale posterijen willen niet echt meewerken, dat is de reden waarom hier vanavond een aflevering van 'Raddraaien' prijkt. Omdat onze grote vriend in Chicago zo snel was met verzenden, had ik de singles eigenlijk nog voor het weekend verwacht. Helaas, geen postbode gezien. Ook geen brievenbus-pakketje met 'e-liquids' voor mijn damper, dat is wellicht het meest pijnlijk. Maar goed, ik had gedacht om vanavond een 'Singles round-up' te kunnen doen en morgen de 'Week Spot', vandaar dat ik woensdag al was begonnen met de Gele Bak Top 100. Het ziet er nu naar uit dat de 'Singles round-up' woensdag is of misschien nog iets meer richting het weekend. Ik heb vanmorgen een single gekocht in Engeland die ook nog wel bij het stapeltje kan. Ach, wat maakt het uit, het 'Raddraaien' moet immers ook doorgaan. Vandaag maar liefst de 104e single uit de vierde jaren tachtig-bak en dat brengt me bij een 'eendagsvlieg': Mory Kanté en zijn enige hit 'Yé Ké Yé Ké' (1987).

Ik zie 'High Fidelity' voor het eerst als de film pas uit is op dvd, dat zal omstreeks 2002 zijn geweest. Een paar jaar later ga ik op vakantie met Willemijn en zij leest een boek met dezelfde titel. Bij nadere bestudering blijkt de film gebaseerd op dit boek en ik krijg het na de vakantie van haar. Ik heb de film nog eenmaal gezien, maar blijf bij het boek. In het boek zitten verschillende 'denkmomenten' van de hoofdpersoon die lastig zijn uit te beelden in de film. Zo heeft zijn ex-vriendin hem 'ingeruild' voor iemand die, tot afgrijzen van muziek-idioot Rob, van Supertramp en wereldmuziek houdt. Wat dat laatste betreft... daar kan ik me wel in vinden. Ik heb het nooit begrepen: Lieden die met een vies gezicht kijken naar de hedendaagse hiphop op de radio, maar tegelijk een concert bijwonen van een Ethiopische hiphopper, om maar iets te noemen. Of helemaal weglopen met middelmatige pop uit Tanzania met een raar instrument in de hoofdrol. Dat je ervan houdt om cultuur te snuiven, dat is tot zover, maar verder...? Ik ben één keer op Festival Mundial geweest en dat was gezellig door toedoen van vrienden, maar als muziekliefhebber had ik daar niks te zoeken.

David Byrne van Talking Heads is de eerste die zich met Afrikaanse popmuziek gaat bemoeien. Peter Gabriel volgt en dan neemt Paul Simon het album 'Graceland' op. Het is 1987 en de 'cultuursnuivers' krijgen de overhand. Met 'Graceland', waar ik nog nóóit van heb gehouden, maandenlang bovenaan de albumlijsten zet het de deuren open voor andere 'exotische' muziek. Mory Kanté is daar een voorbeeld van. Terwijl de 'leeuwenvoetbalschoenen' Europa verpletteren, staat Mory Kanté wekenlang bovenaan de Nederlandse hitparade met zijn 'Yé Ké Yé Ké'. Ik heb in die tijd een spuughekel aan het nummer, het is pas sinds een paar jaar dat ik het stukje bij beetje ga waarderen.

Mory Kanté komt op 29 maart 1950 ter wereld in Kissidougou in Guinee. Zijn grootvader is een spiritueel leider in de regio waar hij woont. Zijn vader, El Hadj Djelifode, is opperhoofd van de griots en Mory is één van zijn 39 kinderen. Zijn vader zal de respectabele leeftijd van 109 lentes bereiken. Mory krijgt overigens de naam van zijn grootvader. Als kind bezoekt Mory een Franse school en hier leert hij de balafoon spelen, een slaginstrument dat veel weg heeft van een marimba. In de midden jaren zestig trekt Mory in bij zijn oom in Bamako, de hoofstad van Mali. Dit is in de aanloop tot de inauguratie van Kanté als griot. Ook ik moest meteen denken aan een salmiak-dropje, maar een griot is een Westafrikaanse dichter, lofzanger en muzikant. Hij brengt de tradities en geschiedenis over middels zang en muziek. Kanté leert gitaar spelen in Bamako en maakt kennis met Westerse muziek.

In 1971 gaat Kanté optreden met de groep The Rail Band. Aanvankelijk bespeelt hij gitaar en balafoon, maar is ook al snel als zanger te horen. In 1978 heeft hij even helemaal tabak van de gang van zaken in de Afrikaanse muziek. Westerse instrumenten en invloeden dringen zich op en Kanté gaat zich verdiepen in de traditionele Afrikaanse muziek en haar instrumenten. In 1984 vertrekt hij naar Parijs. Hij heeft geen verblijfsvergunning als hij een paar opnames maakt, waaronder 'Yé Ké Yé Ké'. Drie jaar later krijgt het nummer een remix mee en in de zomer van 1988 prijkt het op de hitparades in verschillende Europese landen.

Langdurig commercieel succes zit er niet voor Mory Kanté. Gelukkig maar, zou ik bijna zeggen. Hoewel incidenteel een Afrikaanse plaat op de hitparade verschijnt, denk aan '7 Seconds' van Neneh Cherry en Youssou N'Dour, zijn we begin jaren negentig toch even verlost van de wereldmuziek op de hitparade. Mory blijft echter albums maken, zijn album 'Sabou' uit 2004 staat hoog aangeschreven bij de liefhebbers. In 2008 maakt Kanté een kleine tournee door Nederland. De Frits Philips-zaal in Eindhoven blijkt te klein, ook is hij in Zwolle en Leeuwarden te zien.

Waar en wanneer? De zomer van 2006 in Steenwijk. Een week voordat ik met vakantie ga, struin ik over de braderie tijdens de Midweekfeesten. In Tuk is al jaren de 'OZO' gevestigd, een ziekenomroep. Het is me nooit duidelijk geworden of ze daar bandopnames maakten die werden afgespeeld in ziekenhuizen of dat er toch via een bepaalde frequentie werd uitgezonden. Hoe dan ook: In 2006 moet er geld in het laatje komen en de vrijwilligers hopen de centjes binnen te halen met een stand op de braderie. Ik spit de bak met singles door en vind een paar interessante dingen. Mory Kanté reken ik niet daartoe, maar toch mag het plaatje mee. Hoewel ik, over het algemeen, geen schokkende herinneringen aan de jaren tachtig heb, brengt dit plaatje een goed gevoel naar boven.

zondag 28 juni 2015

Gele Bak Top 100 deel 5: top 20



Eigenlijk ben ik best een beetje gaar op het moment, maar aan de andere kant: Morgen heb ik ook weer een drukke dag en na 'From The Catacombs' wil ik bezig met de speellijst voor 'Tuesday Night Music Club'. Vandaar dat ik toch maar de Top 100 ga afmaken. De top twintig is zowaar het gedeelte van de Top 100 dat zich het eenvoudigst laat samenstellen. Zelfs bij de nummer 1 hoef ik niet eens te dubben. Ik kan jullie nu dus de top 20 met alle trots presenteren. Zover ik kan nagaan, sta ik nog steeds achter de keuzes. Wat betreft de Gele Bak Top 100, natuurlijk hoop ik dat ik over drie maanden weer een Blauwe Bak Top 40 kan presenteren, verder heb ik best plezier gehad in het samenstellen van deze lijst, ook al is een Blauwe Bak Top 100 tien keer eenvoudiger. De Gele Bak Top 100 is echt appels met peren vergelijken...

20. Roof Garden-Al Jarreau (NL, Warner Bros. WB 17.834, 1981)
De temperatuur gaat in de loop van deze week richting tropisch. Ik kan 'winterplaten' als die van Emily Jane White opbergen en de zomerse deuntjes tevoorschijn halen. In die laatste categorie valt voor mij ook 'Roof Garden' van Al Jarreau. Een héérlijke plaat voor op een zwoele zomeravond, verkoeling zoeken op het dakterras waar ik alleen maar van kan dromen.

19. All Around The World-Lisa Stansfield (Duitsland, Arista 112 693, 1989) (GB40: 15)
Als de plaat uitkomt, moet ik er niks van hebben. Dat is op zichzelf niets geen nieuws, want ik zit immers tot mijn oren in de jaren zestig en jaren zeventig en daarin past Lisa Stansfield niet thuis. Een kwart eeuw later benader ik dat anders. Lisa is een uitstekende zangeres, muzikaal is het typisch 1989 en een beetje glad geproduceerd, maar die stem... Daar doe ik het sinds een paar jaar voor en dus ben ik erg gelukkig met dit fraaie exemplaar van 'All Around The World'. 'Change' (1991) staat momenteel hoog op mijn lijstje.

18. Original Sin-INXS (NL, Mercury 818 132-7, 1983) (GB40: 14)
Ik heb het al eerder aangehaald bij 'Disappear', ik ben nooit een hele grote fan geweest van INXS. 'Original Sin' is lange tijd een 'puzzel' voor mij, want ik luister het eerste naar een refrein om achter de titel te komen als ik deze ben vergeten. En met 'Dream on white boy' schiet ik helemaal niks op. Toch eens op de overige woorden letten en zo hoor ik opeens 'The original sin'. Ach ja, natuurlijk, het is INXS. Het duurt vervolgens jaren voordat ik eens een fraai exemplaar op de kop kan tikken voor weinig.

17. Picknick-Boudewijn De Groot (NL, Decca AT 10292, 1967) (GB40: 13)
Natuurlijk mag het ook in je moerstaal, alleen moet het dan wel verrekte interessant zijn om in mijn bakken te komen. 'Picknick' is zo'n voorbeeld, één van de singles van Boudewijn uit de jaren zestig welke nog ontbreekt in mijn collectie. Helaas niet met het mooie fotohoesje, maar daar staat een vriendelijke prijs tegenover. Ik doe het er voor!

16. With God On Our Side-Neville Brothers (Duitsland, A&M 390 483-7, 1989) (GB40: 12)
In 1989 heb ik hier geen geduld voor, een kwart eeuw later wél. Vanmiddag deed ik nog zo'n flauw testje op Facebook om erachter te komen hoe oud (of jong) ik eruit zie. De 'onderzoekers' zeggen dat ik 29 lijk. Ik raak in gesprek met een andere veertigjarige die 26 is 'geschat'. Hij wil wel graag weer 26 zijn, ik zou voor geen geld weer 29 willen zijn. Ik heb meer 'rust' gekregen naarmate ik ouder ben geworden, rust die ik kan benutten met even te gaan zitten voor 'With God On Our Side' van Neville Brothers en het op me in te laten werken.

15. Come Into My Life-Joyce Sims (US, Sleeping Bag 7LX-0028X, 1987) (GB40: 11)
Een eigenaardig ding. Het is blijkbaar gewoon in Nederland verkocht, terwijl de plaat hier op London verschijnt. Het heeft ook de Nederlandse fotohoes alleen ontbreekt daarop het London-logo. De plaat zélf is een winnaar, typisch zo'n nummer dat ik dankzij 'Floorfillers' heb leren waarderen.

14. Heaven In My Hands-Level 42 (NL, Polydor 887 777-7, 1988) (GB40: 10)
In de Top 100 bereiken we bijna de top tien. In de Top 40 gaan we nu de top tien binnen. Voor de goede orde: Ik ben een tijdje van plan om een Top 40 samen te stellen over 'algemene' singles uit de afgelopen drie maanden. Dan ontstaat het idee voor een Top 100 en als die klaar is, zie ik dat ik meer dan veertig singles uit de laatste drie maanden heb gebruikt. De Gele Bak Top 40 is dus een soort van 'schaduwlijst'. Ik moet in 1989 niets hebben van Lisa Stansfield, dat geldt niet voor Level 42. Hun muziek kan ik altijd waarderen. Ik zit zelfs nog flink in de jaren zestig als ik in Mossley 'Running In The Family' op elpee koop. Qua singles mis ik nog het ene en het andere, ik heb nu in ieder geval 'Heaven In My Hands' van het lijstje kunnen schrappen.

13. Don't Let It Die-Hurricane Smith (NL, Columbia 5C 006-04850, 1971) (GB40: 9)
En nu, op dit moment, leer ik iets over Hurricane Smith dat ik nóóit heb geweten, maar dat maakt het ineens een stuk interessanter. Hurricane Smith is niemand minder dan Norman Smith, de producer van de eerste albums van Pink Floyd en 'S.F. Sorrow' van The Pretty Things. In de eerste helft van de jaren zeventig maakt Smith een handvol singles voor het Columbia-label en 'Don't Let It Die' is de eerste daarvan.

12. I Lie And I Cheat-Won Ton Ton (NL, WEA 248 088 7, 1987) (GB40: 8)
De brugklas van de LEAO is niet mijn gelukkigste tijd en met sommige platen uit die tijd heb ik een haatliefde-verhouding gekregen. De radio staat thuis altijd aan, dus muziek is grotendeels verbonden met herinneringen en gevoelens. 'I Lie And I Cheat' van Won Ton Ton geeft me in de eerste maanden van 1988 troost, het is blijkbaar niet alleen Stock Aitken & Waterman dat de klok slaat (ook al waardeer ik die muziek anno 2015 ook wel weer...). De stem van Bea Van Der Maat zorgt immer voor laagjes kippevel.

11. Living In Another World-Talk Talk (NL, EMI 1A 006-20 1086 7, 1986) (GB40: 7)
Broer Jelte is fan van Talk Talk en zodoende kan ik de muziek van de Engelse groep dromen. Toch ben ik in 2005 'Living In Another World' even vergeten als ik hem voorbij hoor komen op Radio 1. Het is mijn kennismaking met de muzikale keuze van Vara-presentator Hugo Van Krieken. Omdat ik niet 's ochtends vroeg hoef op te staan (ik doe op dat moment enkel vrijwilligerswerk in De Buze), blijf ik op voor Hugo's shows. Iedere donderdag- en vrijdagochtend van twee tot zes: 'Over De Schutting'. Hij heeft de 'meest democratische verzoekplatenrubriek van de Nederlandse Radio', de rubriek 'Laat Horen'. Eens per jaar mag je, als luisteraar, een half uur vullen met je favoriete muziek. Ik ben driemaal te gast en in maart 2009 maak ik met hem de afspraak om het een jaar later weer te doen. In augustus van dat jaar bereikt ons het nieuws dat Van Krieken tijdens zijn vakantie is overleden. Ik beschouw hem nog altijd als één van mijn radio-voorbeelden en zou héél soms nog wel eens zijn mening willen weten over mijn radiowerk. 'Living In Another World' houdt voor mij de herinnering in stand.

10. Heal The Pain-George Michael (NL, Epic 656647 7, 1990) (GB40: 6)
'Listen Without Prejudice' is niet alleen een album-titel van George Michael, het lijkt van toepassing op het merendeel van de carrière van de man. Eerst heeft hij moeite zijn Wham!-verleden van zich af te schudden, vervolgens blijkt onze hartendief meer 'van de mannen' te zijn en tot slot hebben we dat incident dat wordt opgeblazen tot enorme proporties. Intussen maakt George erg goede popmuziek, waar het adembenemende 'Heal The Pain' een prachtig voorbeeld is.

9. Sorry-Greg Kihn (NL, Beserkley 11 985, 1978) (GB40: 5)
Om niet steeds te hoeven opstaan en de catalogusnummers op te zoeken, haal ik deze van 45cat: 's werelds grootste database van vinyl-singles. Leden dragen bij om de discografieën per land duidelijk te krijgen. Er komt ooit een dag dat ik ook actief ga zijn op 45cat, maar dan zal ik eerst een scanner moeten hebben. De platen kunnen ook gewaardeerd worden en ik zie dat 'Sorry' een 5 heeft gekregen. Nou zeg? Ik vind 'Sorry' één van de allerleukste ontdekkingen die ik recent heb gedaan. Voor mij zeker een 8 of een 9.

8. Man From Manhattan-Eddie Howell (NL, Warner Bros. WB 16701, 1976)
En ook bij deze single krijg ik spontaan informatie cadeau van 45cat. De single is blijkbaar tweemaal uitgebracht. De eerste keer is het geflopt en pas de tweede keer is het in de top tien terecht gekomen. De eerste versie zit in een oranje hoes met een tekening van Howell als vrijheidsbeeld, de tweede is een gele hoes met een foto van de boosdoener. De oranje schijnt de meest zeldzame te zijn en... dat is de uitvoering die ik heb! Zeldzaam? Ja, het zijn vooral buitenlandse Queen-verzamelaars die erg zoeken naar deze single.

7. Mama Told Me-Three Dog Night (NL, Stateside 5C 006-91579, 1970)
Een single die ik heel lang heb gezocht, maar nooit voor een leuke prijs op de kop heb kunnen tikken. Deze kost twee euro en ik ben een tevreden mens. Nederlandse EMI-persingen van rond deze tijd willen nog wel eens 'golven', deze is goed uit de zon gebleven. Een prachtig exemplaar!

6. Break-Aphrodite's Child (NL, Vertigo 6032 900, 1972) (GB40: 4)
Bijna ga ik de fout in, maar het wordt door het lot voorkomen. Ik wil ter nagedachtenis aan Demis Roussos 'Break' van Aphrodite's Child draaien. Toch speelt 'Greatest Hits' van Aphrodite's Child even verstoppertje en wordt het 'Rain And Tears'. Gelukkig maar, want 'Break' is één van de weinige nummers die door Lucas Sideras wordt gezongen. 'Break' en 'Babylon' zijn beide afkomstig van het dubbelalbum '666', een plaat die ik altijd nog eens moet gaan beluisteren. 'Babylon' is een fraai voorproefje.

5. Life's Been Good-Joe Walsh (NL, Asylum AS 13129, 1978) (GB40: 3)
Nog een 'zoekplaatje' uit dezelfde tijd als INXS en ook 'Mrs. Vanderbilt' van Wings. Het is de tijd dat ik naar Arrow Classic Rock luister en ik moet blijkbaar wennen aan het feit dat deze geen presentatoren heeft. Het 'non-stop-muziek'-ding is me nooit bevallen en als de nieuwigheid af is van Arrow, schakel ik over naar Radio 2. Het duurt jaren voordat ik ontdek dat 'Life's Been Good' de titel is van dat 'gekke' plaatje dat vaak op zondag wordt gedraaid op Arrow. Daar kiezen ze voor de lange album-versie en in het weekend heb je geen last van nieuws. De single is een stukje korter, maar ik ben erg gelukkig met dit fraaie exemplaar.

4. Light Flight-The Pentangle (NL, Stateside 5C 006-90775 M, 1969)
Een hele aangename verrassing uit de uitverkoopbak van Diskid. In een neutraal EMI-hoesje en dat zal de aanbieding verklaren? De plaat zelf is in een prachtige staat en ik geloof dat ik nooit echt heb gedroomd om deze in de collectie te hebben. Nu hij er tussen staat, kan ik me niet anders meer voorstellen. Een wereldplaat!

3. You've Made Me So Very Happy-Blood Sweat & Tears (NL, CBS 4116, 1969) (GB40: 2)
Dat ik deze nog wel eens ging tegen komen, zat er wel aan te komen. Maar... voor deze prijs? Een euro voor een prachtige single in een dito fotohoesje. Ik heb het vaker geschreven: De kostprijs van de Top 100 staat gelijk aan een paar titels uit de Blauwe Bak Top 40, maar zo'n voorbeeld als Blood Sweat & Tears maakt platen verzamelen wel heel erg leuk!

2. Lucy Lucy-Amsterdam (NL, Polydor 2050 026, 1970) (GB40: 1)
In 1992 koop ik de elpee 'Twen Parade', een Boek & Plaat-uitgave op Polydor. Het is een verzamelelpee, exclusief voor de boeken-club, met onder andere 'Indian Pipe' en 'Lucy Lucy' van Amsterdam. Dat worden mijn favorieten van het album. 'Indian Pipe' vind ik in 2000, maar 'Lucy Lucy' laat heel lang op zich wachten. Ik heb de plaat in 2007 in de handen, maar zet hem terug. Het duurt pas tot dit jaar voordat ik de single na 23 jaar kan toevoegen aan de collectie. De liefde voor het nummer is niks minder geworden. Nog steeds verwonderlijk dat er niet meer in heeft gezeten voor deze groep.

1. Where Did We Go Wrong-Liquid Gold (NL, CNR 144.998, 1982)
Een héél gek geval. Ik hoor de plaat jaren geleden voor het eerst op de radio en kan nauwelijks de oren geloven als de plaat wordt afgekondigd. Liquid Gold? Maar... die kennen we toch van 'Dance Yourself Dizzy'? Dat is toch platvloerse disco? 'Where Did We Go Wrong' is namelijk een prachtige popsong met een dame op de leadzang die, volgens mij, niet te horen is op de disco-hits. De plaat wil niet op mijn pad komen totdat ik hem op de laatste dag van de vakantie in Maastricht uit de bakken haal. Dit is gewoon de beste 'algemene' plaat die ik het afgelopen jaar heb gekocht!

zaterdag 27 juni 2015

Gele Bak Top 100 deel 4: 40-21



Laat me vandaag eens beginnen over de naam. Natuurlijk is de Gele Bak Top 100 een woordspeling op de Blauwe Bak Top 100, maar dat hadden jullie vast wel begrepen. Ik twijfel aan het jaar, maar we zijn eens op bezoek bij mijn oudste broer in Denemarken. Henk heeft dan pas een stapel bakken gekocht voor zijn singles. Gewone plastic bakken, maar net breed genoeg voor een single. Dat lijkt mij ook wel iets en dus gaan we terug naar Nederland met een wereld aan bakken in de auto. Het zijn zowel gele als witte bakken, maar verder identiek. Ruim twintig jaar later gebruik ik ze nog steeds, waarbij ik kan concluderen dat de gele de 'kampioenen' zijn. Van de witte is het plastic poreus geworden en daarvan heb ik al een paar moeten afvoeren. De gele bakken hebben daar geen last van. Drie jaar geleden heb ik een stapel mandjes gehaald bij de Action, maar die zijn niet bestand tegen 120 singles en sommigen buigen door midden als je ze optilt. Een paar weken geleden heb ik een tiental mandjes bij de Xenos gekocht, die zijn wel stevig. De Gele Bak Top 100 is dus een eerbetoon aan de bakken waar ik reeds twintig jaar plezier aan beleef. Ik heb de jaren zestig compleet in die bakken en een gedeelte van de jaren zeventig. Twee reserve-bakken van de Blauwe Bak zijn eveneens geel, maar die doen niet mee in dit overzicht. Ik heb me echt beperkt tot de 'algemene' singles. Vandaag tel ik af van 40 naar nummer 21.

40. Red Tape-The Nits (NL, CBS CBSA 1844, 1981) (GB40: 25)
In de jaren 2005 tot en met 2008 is Café 'T Café mijn uitvalsbasis, een kroegje in Steenwijk. Als ik 31 jaar ben, is het mij wel best en ik hou er een lichtelijk destructieve levenswijze op na. Dag in dag uit in de kroeg en straalbezopen naar huis. In het café zorgt de computer voor de muziek en deze getuigt van een eigenwijze keuze. Zo hoor ik daar geregeld een nummer van The Nits, waarvan ik meen dat het 'Red Tape' is, maar achteraf blijkt het toch een ander liedje te zijn. Toch kun je niet snel genoeg hebben van The Nits en dus zet ik deze 'Red Tape' met alle plezier bij in de jaren tachtig-bak.

39. Bend Me Shape Me-The Amen Corner (NL, Deram DM 172, 1968) (GB40: 24)
De laatste single voor de groep als The Amen Corner, per ingang van 'High In The Sky' (juli 1968) zal de groep verder gaan als Amen Corner en hits scoren met 'Half As Nice' en 'Hello Susie'. In Nederland gaat The American Breed met de hoofdprijs vandoor, in Engeland is het deze uitvoering van 'Bend Me Shape Me' die het meeste succes oplevert. Ik geef zelf ook de keuze aan die versie, hoewel de eerdere uitvoering van The Models voor mij de top is. Toch een mooi bezit, deze Nederlandse in fotohoes.

38. Just Like A Woman-Manfred Mann (NL, Fontana 267 610 TF, 1966)
Manfred Mann verandert niet alleen van leadzanger in 1966, maar ook van platenmaatschappij. Na grote hits te hebben gehad op His Master's Voice met leadzang van Paul Jones, gaat die laatste solo en heeft een paar grote hits met 'High Time' en 'I've Been A Bad Bad Boy'. Manfred Mann gaat verder met Mike D'Abo en stapt over naar Fontana. 'Just Like A Woman' is de eerste single die op Fontana uitkomt, maar het is de tweede die de band terug op de hitladder brengt: 'Semi-Detached, Suburban Mr. James'. Dylan is zeer gecharmeerd van de uitvoeringen van Manfred Mann en presenteert Manfred in 1968 een demo van een liedje dat hij speciaal voor hen heeft geschreven: 'Mighty Quinn'. Manfred luistert ernaar en zegt: ,,Leuk nummer, alleen... Waar heb je die zanger gevonden? Hij kan helemaal geen wijs houden!". Dylan lacht schaapachtig. De demo van 'Mighty Quinn' zal later op 'Self Portrait' verschijnen.

37. Music Machine-Inner Circle (NL, Island 100.456, 1979)
'Mary Mary' is zo'n nummer dat ik in Café 'T Café leer kennen en daardoor heeft Inner Circle een plekje gevonden in mijn hart. Natuurlijk ken ik de groep in eerste instantie van de hit 'Sweat', maar uiteindelijk geef ik de voorkeur aan hun opnames uit de late jaren zeventig. Deze 'Music Machine' is een fraaie aanvulling.

36. I Hear You Now-Jon & Vangelis (NL, Polydor 2059 196, 1979) (GB40: 23)
Van Vangelis krijg ik al jaren huiduitslag en ook Jon Anderson op de solo-toer geeft allergische reacties. De twee mannen samen is een combinatie die nét kan. Zeker in het geval van 'I Hear You Now', hoewel 'I'll Find My Way Home' in mijn bakken zit vanwege de jeugdherinnering.

35. Choo Choo Train-The Box Tops (België, Stateside RSS 128, 1968)
Ik ben pas met begonnen met Soul-xotica als Alex Chilton ons ontvalt. Ik geef het meteen een 'in memoriam'. Het is met Chilton net zo gesteld als met Michael Nesmith in The Monkees, de mannen hebben meer in hun mars dan dat het productie-team van hen verlangt en hun eigen composities zijn veroordeeld tot b-kanten. Er is een geweldige videoclip van 'The Letter' op Youtube, de heren moeten 'playbacken' en hebben daar helemaal geen trek in. Je ziet ze flink ouwehoeren en Chilton oogt alsof hij totaal geen lol heeft in het zingen. Ergens kun je dat ook horen in de opname van 'Choo Choo Train', Chilton wil over andere dingen zingen en interessante muziek maken. Hij zal in de vroege jaren zeventig zijn zin krijgen met Big Star, alleen verkopen de platen zeer matig.

34. My Best Friend-Loïs Lane (NL, LowLand 8801 LL, 1989) (GB40: 22)
Maar liefst twee singles van Loïs Lane in het afgelopen kwartaal, toch heeft 'Amsterdamned' niet de lijst gehaald en dit 'My Best Friend' wel. Ik geloof dat ik anno 1989 niet zo goed weet wat ik met de zussen Klemann aan moet, maar als in de zomer van 1995 'Tonight' verschijnt, ga ik helemaal overstag. Ik beschouw het nog steeds als een van de weinige muzikale lichtpuntjes in deze zomer die bol staat van Nederlandstalig (Guus Meeuwis), brallerige Eurohouse ('I Wanna Be A Hippy') en platvloerse dingen als 'Sjeng Oan De Geng' en 'Busje Komt Zo'. Zesentwintig jaar later geeft 'My Best Friend' een erg goed gevoel.

33. Forever And Ever-Demis Roussos (NL, Philips 6009 331, 1973)
Ik hoorde laatst nog dat Bert Van Breda bezig is om een Demis Roussos-museum te openen in Nijkerk. Als dat doorgaat, dan komt dat bij op het lijstje. Maar dan opnieuw... ik zal ook al jaren nog eens naar het Cuby-museum in Grolloo en ook dat blijf ik uitstellen. Ik moet lange tijd niet zoveel weten van Demis Roussos, maar in 1999 leer ik Nadia kennen en Demis Roussos is de enige popmuziek waar zij naar luistert. Stukje bij beetje leer ik Demis waarderen en ben ook even stil als ik hoor dat de man ons is ontvallen. Kort daarop koop ik deze 'Forever And Ever', want die heb ik dan nog steeds niet.

32. Lovin' You-Minnie Riperton (NL, Epic EPC 3121, 1975)
Ze staat wel enige tijd in de reserve-Blauwe Bak, maar ze heeft niet in de Top 40 van het derde kwartaal van 2014 en de Top 100 over 2014 gestaan en dus mag ze in de Gele Bak Top 40. Er zijn een paar platen die inmiddels uit de reserve-Blauwe Bak zijn verdwenen maar wel in die eerste lijst hebben gestaan, die ik dus uit deze Top 100 heb gehouden. Denk aan 'I've Found Someone Of My Own' van The Free Movement, 'You Told Me A Lie' van Jenny & The Rascals en 'Every Step I Take' van The Motions.

31. Stool Pigeon-Kid Creole & The Coconuts (NL, Ze/Island 104.527, 1982) (GB40: 21)
Zo'n single van Kid Creole & The Coconuts blijft een feestje om naar te luisteren en het is vooral nadat ik nog een keer 'Annie I'm Not Your Daddy' heb gedraaid in een show, dat ik plots ga rond kijken voor deze single. De Kring kan me eventueel helpen aan een fraai exemplaar met fotohoes voor vijftig cent.

30. Sour Milk Sea-Jackie Lomax (UK, Apple APP1, 1991) (GB40: 20)
Het enige nummer van waarde voor mij op 'Apple E.P.'. De overige nummers zijn 'Those Were The Days' van Mary Hopkin, 'That's The Way God Planned It' van Billy Preston en 'Come And Get It' van Badfinger. Van het Apple-concern is sinds het uiteengaan van The Beatles alleen nog Apple Corps over, de platen-tak van Apple. Tot 1977 verschijnt solo-werk van Lennon en McCartney op Apple, maar dan wordt het stil. McCartney, Starr en de families van Lennon en Harrison zijn nog steeds in bezit van de naam Apple Corps en in 1991 verschijnt na een lange stilte deze EP. Er is dan enige controverse rondom de naam. Als Paul McCartney MPL start en John Lennon bij Geffen tekent, is de Amerikaanse computer-fabrikant in opmars. Rond de uitgifte van deze EP krijgt Apple Corps nog een flink bedrag van de computer-fabrikant omdat de laatste een afspraak heeft overtreden. Apple zal zich uitsluitend bij computers houden en niet de muziek in gaan. Tegenwoordig is de stand van zaken dat de computer-fabrikant het meeste recht heeft verworven om muzikale activiteiten te ondernemen en dat Apple Corps de mond is gesnoerd.

29. Life Is For Living-Barclay James Harvest (NL, Polydor 2059 294, 1980)
De 'poor man's Moody Blues', wordt de groep gekscherend genoemd in Engeland. Ach, de jongens van Barclay James Harvest trekken zich er weinig van aan, hun platen gaan als zoete broodjes in Europa en met name in Duitsland kent de groep veel succes. De jaren tachtig breekt aan en dit brengt een nieuwe evolutie in synthesizers. Barclay James Harvest moet daar in volgen en met niet altijd even overtuigende resultaten. Neem nou dit zeer middelmatige 'Life Is For Living'. Het geeft een lekker zomers gevoel, maar als je dit naast 'And Other Stories' of 'Time Honoured Ghosts' legt, dan blijft hier niks van over.

28. The Leader Of The Pack-The Shangri-Las (NL, Mercury 6160 052, 1964, re: 1976)
'The Sweet Sounds Of Summer' zit nog altijd in de reserve-Blauwe Bak, dus die doet niet mee. 'The Leader Of The Pack' is aanvankelijk een teleurstelling. Het is namelijk het hoesje van de Charly-persing met 'Give Him A Great Big Kiss' als b-kant. 'Past Present And Future' en 'Remember' heb ik wel op andere singles en 'Kiss' staat al een tijdje op mijn zoeklijst. Best grappig om te zien hoe complex het kan lopen met rechten van niet meer bestaande platenmaatschappijen. Als 'The Leader Of The Pack' in onze Tipparade staat, zijn er drie verschillende uitvoeringen. De genoemde Charly, deze maxi-single op Mercury en tenslotte eentje op Contempo met 'Remember' als b-kant.

27. Our House-Madness (NL, Stiff BUY 163, 1982)
Mijn singles-verzameling begint met Madness en sinds mijn radio-werk bij Wolfman is het enthousiasme voor The Nutty Boys terug gekomen.

26. Hello Summertime-Bobby Goldsboro (UK, United Artists UP 35705, 1974) (GB40: 19)
'Autumn Of My Life' is afgevallen, hoewel ik nooit 'nee' kan zeggen tegen fraaie Bobby Goldsboro-singles in fotohoes, maar deze 'Hello Summertime' is een zeer aangename verrassing. Misschien wel één van de leukste singles die Goldsboro heeft gemaakt!

25. Do It Again-The Beach Boys (NL, Capitol F 2239, 1968) (GB40: 18)
'Geniaal' mag een erg groot woord zijn voor iemand die een aantal muzieknoten in een goede volgorde weet te zetten, Brian Wilson weet wel heel handig in te spelen op de wensen van de platenkopers. The Beach Boys hebben een aantal 'experimentele' dingen gedaan en dat is te merken aan de platenverkoop. Er is maar één oplossing om het vertrouwen terug te winnen en dat is door het oude succes nog eenmaal over te doen. Zie daar: 'Do It Again', een nummer dat naadloos aansluit op de surf-hits van voor 'Pet Sounds'. Het blijkt een gouden zet te zijn en daarna mag The Beach Boys weer een paar andere kunstjes flikken.

24. I Can Remember-Myrna March (US, Agape 45-9001, 1971)
De postbode is vandaag eenmaal aan mijn deur geweest: Een envelop met brochures uit Duitsland. In het kader van vakantie-plannen heb ik ergens interesse in een 'ouderwetse' fietsvakantie, maar dan hooguit een week. Ik heb dus informatie opgevraagd over de Allerradweg, een fietsroute van 450 kilometer langs de rivier de Aller van Verden naar Magdenburg. Tot overmaat geen pakketje met nieuwe flesjes e-liquid voor mijn 'vape', waardoor ik vanavond een flesje 'half tevreden' in Meppel heb moeten kopen. Evenmin de singles uit Chicago. Myrna March zit in mijn laatste pakketje. Het wordt beschreven als 'crossover soul', maar feitelijk is het pure pop en niet meer dan dat. Toch mag deze variant op 'Early In The Morning' van Vanity Fair nog redelijk hoog in deze Top 100, want als een pop-plaatje is het erg gezellig.

23. Poison Ivy-Redbone (NL, Epic EPC 1230, 1973) (GB40: 17)
Ik ben dol op het werk van Redbone en er zijn maar weinig singles die nog ontbreken in de collectie. Deze 'Poison Ivy' is daar eentje van, maar dat is nu opgelost!

22. More Than I Can Say-June Lodge (NL, Ariola 104 665, 1982)
De single ligt tweemaal bij de 'oude' kringloopwinkel in Meppel en ik zoek eerst het beste exemplaar uit voor mezelf. Dan raak ik aan de praat met Lee Madge en hem kan ik blij maken met beide singles van Lodge en dus koop ik even later het 'mindere' exemplaar en 'Someone Loves You Honey'. Ze moeten nog steeds wel naar Engeland gestuurd worden, maar wat in het vat zit? Inmiddels is er ook ruil-materiaal bij gekomen. Ik zou al 'Supernature' van Cerrone van hem hebben, sinds een paar weken is daar 'Sideshow' van Barry Biggs bij gekomen.

21. Got My Mind Set On You-George Harrison (Duitsland, Dark Horse 928 178-7, 1987) (GB40: 16)
Het begint buiten al licht te worden en ik leg de laatste hand aan dit bericht. Omdat ik nog fiets-ambities heb, laat ik het hier vandaag bij. Morgen de top 20!

vrijdag 26 juni 2015

Gele Bak Top 100 deel 3: 60-41



Een enerverende middag. Ik had gisteravond gebeld met iemand in Emmeloord over de fiets. Hij zou zijn adres nog per sms sturen. Dat gebeurde niet. Ik heb hem om één uur vanmiddag proberen te bellen. Geen contact. Sms gestuurd. Geen contact. Rond twee uur nog eens gebeld. Geen contact. Om half drie toch maar op de bus naar Emmeloord. Daar aangekomen nog steeds geen contact. Gebeld, sms-jes gestuurd... helemaal niks! Emmeloord-Steenwijk is erg lastig met openbaar vervoer, zeker op de avond. De laatste bus vertrekt over een half uur en ik heb net besloten om even bij Het Goed te kijken en via Zwolle terug te reizen als ik opeens een sms krijg. 'Onze man' had zijn telefoon voor reparatie weggebracht, maar hij is nu thuis als ik nog belangstelling had. Een kwartier later sta ik aan de deur en neem de fiets bijna blind mee. Tja... het is een Multicycle. Hij ziet er erg goed en 'luxe' uit, maar het voelt allemaal wat goedkoop aan. Toch zou ik hier wel even plezier van kunnen hebben. En ook een goede voor de vakantie! De wind is vrij gunstig van Emmeloord naar Nijeveen, enige klacht is dat het in de polder heel zachtjes regent, maar dat maakt om de temperatuur weinig uit en je wordt ook nauwelijks nat. Dan barst ik nu los met het derde deel van de Gele Bak Top 100, morgen wil ik in de inleiding iets vertellen over de naam...

60. Disappear-INXS (NL, Mercury 878 646-7, 1990) (GB40: 38)
Hoewel ik nooit echt een fan ben geweest van INXS ben ik in eerste instantie erg in mijn nopjes met hun eerste hit en die vinden we hoger terug in deze Top 100. De overige singles van INXS zijn spotgoedkoop en dan ben ik andermaal zwak. 'Devil Inside' heeft de Top 100 niet gehaald, maar deze 'Disappear' vind ik dan de leukste van de twee.

59. Let Me Tell Ya-U.K. Jones (NL, Deram DM 231, 1969) (GB40: 37)
Helaas ben ik 'de lijsten' kwijtgeraakt, maar zo nu en dan kom je weer een titel tegen die daar tussen stond. Het is omstreeks 2008 dat ik mezelf 'Northern Soul-dj' ga noemen. Ik heb duidelijk de klepel horen slaan, maar weet niet waar de klok hangt. Om maar aan te geven wat voor 'groentje' ik ben. En ja... deze 'Let Me Tell Ya' van U.K. Jones staat ook in het lijstje. Ik heb de mp3 op de Nokia staan en beluister het liedje bijna dagelijks. Met de kennis van nu kan ik stellen dat U.K. Jones nog nóóit is gedraaid op een Northern Soul-feest en dat dit waarschijnlijk ook nimmer gaat plaatsvinden. Niet alle 'snelle pop' is per definitie 'Northern'. Ik tref deze single bij mijn eerste bezoek aan De Tafel (waarom ik dat steeds tussen aanhalingstekens had staan, snap ik ook niet. Ik heb De Buze en Het Pandje ook altijd zonder aanhalingstekens geschreven) en heb gemengde gevoelens als ik de single thuis op zet. Natuurlijk hoort deze in de collectie, maar goed bekeken vind ik geen klap meer aan deze plaat. Hoezo 'overplayed'? Omdat die zo lang op de wenslijst heeft gestaan, toch nog een flinke notering voor deze single.

58. Indestructible-Four Tops (Duitsland, Arista 111 510, 1988) (GB40: 36)
Ik heb laatst eens dat Engelse boek aangehaald dat Arista de 'eindhalte voor muzikale creativiteit' noemde. The Four Tops zijn van oudsher vier uitstekende zangers, maar voor het geluid zijn de songschrijvers en producers verantwoordelijk. Als Holland-Dozier-Holland de deur bij Motown achter zich dicht gooit, is ook The Four Tops even stuurloos. In de vroege jaren zeventig werkt het met een veelvoud aan producers, tot aan Moody Blues-producer Tony Clarke aan toe, en het geluid wisselt ook voortdurend. Natuurlijk staat het werk van het kwartet in schril contrast met het klassieke Motown-werk, maar op zichzelf zijn er mindere platen gemaakt door jaren zestig-coryfeeën. Ik mag 'Indestructible' en 'Loco In Acapulco' wel!

57. Steamy Windows-Tony Joe White (Duitsland, Remark 865 496-7, 1991) (GB40: 35)
Ik heb eens het legendarische verhaal gehoord van John Fogerty die in het voorprogramma optrad van Tina Turner. Toen hij zijn oude hit 'Proud Mary' van het stof ontdeed, zei iemand in het publiek: ,,Niet te geloven dat deze man een nummer van Tina Turner nodig heeft om te scoren". Tony Joe White is een bescheiden man en zet 'Steamy Windows' op de flip van 'Tunica Motel'. Evenmin kunnen we hem erop betrappen dat hij geprofiteerd heeft van het succes van Randy Crawford met diens' 'Rainy Night In Georgia'. Ik heb een bewondering voor Tony Joe White, met name voor het 'swamprock'-geluid dat hij in de late jaren zestig ontwikkelt, maar deze originele 'Steamy Windows' mag er ook zeker zijn!

56. Hang On To A Dream-The Nice (NL, Immediate 5C 006-90903 M, 1969)
Er zijn nu eenmaal liedjes waarmee je met je fikken van af hoort te blijven. Wat mij betreft geldt dat in de meeste gevallen van 'Hang On To A Dream'. Ik heb zo'n zwak voor het origineel van Tim Hardin dat ik bij de afsluiting van de Big One op Wolfman Radio besluit met deze plaat en vervolgens een zakdoek vol snotter. Tim Hardin weet het keer op keer voor elkaar te krijgen. Dan hebben we hier de helden van The Nice. Ja, kom op! Keith Emerson is nu eenmaal zo gek als een deur, een muzikaal virtuoos en geeft een aardig statement af door de Amerikaanse vlag te verbranden terwijl hij zijn destructieve versie van Bernstein's 'America' uit het orgel perst. Met 'Hang On To A Dream' doet hij bijna hetzelfde. Het begint lieflijk, maar krijgt dan een heel lang jazzy tussenstuk, om weer subtiel te eindigen. Het blijft heiligschennis, maar wel een van de prettigste vormen daarvan.

55. Come Closer-Wally Tax (NL, Philips 333 929 JF, 1968) (GB40: 34)
Ik heb héél even het stoute plan om deze kant te 'breken' in de soul-wereld, maar heb er toch maar vanaf gezien. Voor hetzelfde geld sla je een enorm aap-figuur en dat zou bij deze 'crooner' van Wally Tax ook verdiend zijn. Toch een heel mooi bezit, ook al staat de single 'gewoon' in de jaren zestig-bak bij mijn dubbele exemplaar van 'I Sat And Thought And Wondered Why'.

54. Moonshine Still-Phil Carmen (NL, Mercury 883 761-7, 1986)
'On My Way In L.A.' is typisch zo'n radio-hit uit de late jaren tachtig. Het nummer doet niets op de hitparade, hoewel Phil Carmen's album een middelmatig verkoopsucces is, maar het maakt niet uit bij welke zender of in welk programma... die van Phil Carmen past altijd. Ik leer het nummer in de jaren negentig kennen middels een verzamel-cd met muziek uit 'Met Het Oog Op Morgen'. Sinds ik bij Wolfman zit, heb ik het ook al een paar keer gebruikt voor nachtelijke shows. Dat is het tijdstip dat Phil Carmen het beste tot zijn recht komt. Iets meer rock dan Sade, maar tegelijk beheerst en uitgekiend als Steely Dan. 'Moonshine Still' sluit daar geheel op aan.

53. It Ain't What You Do It's The Way That You Do It-Fun Boy Three with Bananarama (Duitsland, Chrysalis 104 052, 1982) (GB40: 33)
Ik geloof dat ik de plaat wel heb gehad toen ik in Mossley woonde, maar ja... toen ik terug ging had ik een rugzak en een koffer en daar moest het allemaal in... Er zijn dus platen achtergebleven, waaronder ook die van Fun Boy Three. Geen ramp, want de plaat is ook in Nederland een grote hit geweest. Nu weet ik niet of ik de plaat heb genegeerd, maar ik kom een paar weken geleden erachter dat ik deze nog niet in de bakken heb staan. Dat moest even snel worden rechtgezet!

52. One Night-Elvis Presley (Duitsland, RCA 47-7410, 1958)
Als Elsevier in juli 1958 voor de eerste maal een top tien publiceert van de bestverkochte platen is het lulligheid troef. Het duurt pas tot 1959 eer Elvis in de lijst voorkomt en dat is met deze 'One Night'. De tijd dat ik iedere single van Elvis meeneem, ligt al tijden achter me. Het is vooral een resultaat van mijn begintijd van het platen verzamelen. Alle singles zijn een kwartje, behalve Elvis en The Beatles, want die zijn een gulden. Ik heb desondanks een flinke collectie van The King, vrijwel allemaal afgedraaid en zonder hoes, maar ik draai ze ook nauwelijks. Hoewel? Deze 'One Night' heb ik nog niet en dit is eentje van Elvis die ik wel lust.

51. Lay Down Sally-Eric Clapton (US, RSO RS 886, 1977) (GB40: 32)
Ik had er nog nooit van gehoord, maar heer Clapton schijnt in 1976 niet zulke hele fraaie dingen te hebben gezegd over de anders-getinte medemens. Ik dacht dat Clapton gewoon was afgegleden nadat die gestopt was om zijn virtuositeit uit te venten en met een soort van confectie-blues in de trant van Robert Cray aan te komen. In Engeland krijgt Clapton nog geregeld de quote om de oren. Maar goed... eenzelfde verhaal als bij Gary Glitter... als ik eenmaal heb besloten dat ik een plaat 'mag', hangt dat niet af van de artiest achter de plaat. Zijn denkwijze of handelen buiten de platenstudio doet daar niks aan af. Zo'n 'Lay Down Sally' mag dus gewoon van mij, ook al zal ik hem de racistische uitspraken niet snel vergeven.

50. Sing To Me-1994 (NL, A&M AMS 6866, 1978)
Een titel uit het Hitdossier dat me helemaal niks zegt. Gokken dan maar? Dat is me goed af gegaan. 'Sing To Me' zit van mij in hetzelfde hoekje als 'Baby It's You' van Promises. Een vergeten parel uit de late jaren zeventig.

49. Tired Of Waiting-The Flock (NL, CBS 4646, 1970) (GB40: 31)
Over heiligschennis gesproken. 'Tired Of Waiting' zonder de viool-solo van Jerry Goodman als intro? Daggutnie! Toch is dit de single zoals die in 1970 op de Top 40 werd los gelaten. Het begint waar de drums invallen en ook verderop is de schaar gebruikt. Leuk voor in het archief. Als ik het ga draaien, komt het van elpee. Met gierende viool in het intro!

48. I'll Sail This Ship Alone-The Beautiful South (Duitsland, Go! Discs 876 454-7, 1989) (GB40: 30)
'Song For Whoever' ken ik nog wel uit de tijd dat het in de hitparade staat, maar de echte kennismaking met The Beautiful South komt als ik in Engeland ga wonen. Behalve dat de groep op dat moment hoog op de hitladder staat met 'Perfect 10' is ook pas een compilatie verschenen van de groep en leer ik eveneens 'Don't Marry Her' (het oorspronkelijke 'Don't Marry Her, F*ck Me' is aangepast voor de radio), 'A Little Time' en 'Rotterdam Or Anywhere' kennen. Stuk-voor-stuk zeer fijne pop-nummers met een 'ondeugend' randje. 'I'll Sail This Ship Alone' is in 1989 de opvolger van 'Song For Whoever' en is geheel in dezelfde stijl. Niks geen 'pijnlijks' hier, gewoon een onvervalste echte popsong zoals ze weinig worden gemaakt.

47. Lady Love Bug-Clodagh Rodgers (Duitsland, RCA Victor 74-16 113, 1971)
Als de lijst is gemaakt, gaan we niet meer lopen veranderen! Eergisteren kwamen we 'Come Back And Shake Me' tegen die op het laatste moment was toegevoegd. Dat gebeurt als ik deze 'Lady Love Bug' een plek geef. Maar... had ik ze achteraf niet moeten omdraaien? Ik draai 'Come Back And Shake Me' vaker dan deze 'Lady Love Bug' of de b-kant, 'Tangerines Tangerines'. Nee, ik doe het niet en dus staat 'Lady Love Bug' niet geheel verdiend boven The Beautiful South en enkele andere popklassiekers.

46. Accidents-Thunderclap Newman (Duitsland, Polydor 2121 004, 1970)
Er hangt wel iets in de lucht als Thunderclap Newman zich meldt in de zomer van 1969. Een 'supergroep' onder de supervisie van Pete Townshend. Eigenlijk voldoet Pete aan een aantal beloftes en brengt de drie hoofdrolspelers samen in Thunderclap Newman. Liedjesschrijver John 'Speedy' Keene heeft dan 'Armenia (City In The Sky)' bijgedragen aan 'The Who Sell Out'. Speedy wordt in 1969 gekoppeld aan Jimmy McCulloch en Andy Newman. 'Something In The Air' schiet naar de top van de hitparade en de groep neemt een album op: 'Hollywood Dream'. 'Accidents' is even bizar als de groep zelf: In een ogenschijnlijk vrolijk deuntje wordt gezongen over verschillende kinderen die binnen het couplet aan hun einde komen.

45. Looks Looks Looks-Sparks (Duitsland, Island 16 370 AT, 1975) (GB40: 29)
In 1974 staat Sparks voor alles dat 'hip' is. Ron en Russ Mael hebben een optreden in Toppop ten tijde van 'This Town Ain't Big Enough For The Both Of Us'. Ze marcheren door de studio als de meest hippe vogels als hun oog ineens valt op een bebaarde troubadour met een akoestische gitaar. ,,What are you doing here", vraagt een van de gebroeders Mael. De bebaarde man antwoordt: ,,I am the number one". Het klopt, want Ivan Heylen staat op dat moment bovenaan met zijn 'Wilde Boerndochtere'. In Nederland zal het duo nimmer het succes van de eerste hit evenaren, ook al komen 'Amateur Hour' en 'Beat The Clock' in de buurt. En dan is daar nog 'Looks Looks Looks' met zijn jaren dertig-geluid. Ik heb ooit 'per ongeluk' 'Never Turn Your Back On Mother Earth' gekocht in de veronderstelling dat het deze was, maar nu heb ik dit recht gezet.

44. Midnight Man-Flash & The Pan (NL, Epic EPCA 4847, 1985) (GB40: 28)
De bas in 'Jive Talkin' ontstaat nadat één van de gebroeders Gibb met de trein heeft gereisd. Het heeft pas aangestoken bij een station en komt langzaam weer op gang. Gibb hoort het cadans van de trein op het spoor en besluit dat in de studio uit te werken. De rest is geschiedenis? In 'Midnight Man' horen we het geluid van een pingpongballetje, maar ik weet niet zeker of de heren werkelijk inspiratie hebben opgedaan bij een spelletje tafeltennis.

43. The Lebanon-Human League (Duitsland, Virgin 106 421, 1984) (GB40: 27)
Een hele aangename verrassing is deze van Human League. Als ik vervolgens nog een paar titels in gedachten neem (buiten 'Don't You Want Me' die ik dubbel heb), dan kom ik tot de conclusie dat ik me de komende tijd eens meer op Human League moet richten. Zoals 'The Lebanon' lust ik ze wel!

42. Soul Sacrifice-Santana (NL, CBS 5070, 1970) (GB40: 26)
Morgen klimmen we in de Gele Bak Top 40 naar nummer 16. Hoewel er slechts vijf 'andere' singles in de top 20 staan, is het niet eentje uit de Gele Bak Top 40 die op 1 staat. Afijn, dat zullen jullie zondag zien. Mijn gebeden zijn niet verhoord. Blood Sweat & Tears, Santana en The Flock uit één partij en allemaal voor erg weinig. Zou Black Widow onderweg zijn? Nee, die heb ik niet aangetroffen bij De Tafel. Evenmin andere 'progressieve' plaatjes op CBS van omstreeks 1970. Wie weet wat nog gaat komen?

41. Un Bel Di Vedremo-Malcolm McLaren (Duitsland, Virgin 106 751, 1984)
Natuurlijk is het een draak, maar wel eentje van het leukste soort. Dat McLaren een boetiekje opent nadat hij de klederdracht van de toekomstige 'punks' heeft bekeken, is een sterk staaltje ondernemerszin. Dat hij anno 1984 met zijn versie van 'Madame Butterfly' op de markt komt is een teken van lef. En McLaren komt ermee weg, net zoals hij een jaar eerder heeft gedaan met rap in 'Buffalo Gals'.

donderdag 25 juni 2015

Gele Bak Top 100 deel 2: 80-61



Goedkoop is duurkoop? Ach, ik heb nog best wat kilometers gemaakt op het ding en het had erger gekund. Ik heb vandaag afscheid genomen van de fiets die ik in april had gekocht. Het was al niet veel, maar ja... hij was dan ook veertig euro. Voor de liefhebber... de fiets staat in de buurt van Eursinge tegen een boom geparkeerd met beide fietssleutels in het slot. De achterband is gaar en de fiets is mijns inziens de reparatie niet meer waard. De achterrem was er reeds mee opgehouden en het slag in het achterwiel leek met de dag erger te worden. Ik kom vaak genoeg langs de plek waar ik het ding heb geparkeerd, dus we zullen zien hoe lang hij daar blijft staan. Gaat het wel de spuigaten uitlopen, kan ik altijd nog een ijzerboer blij maken. Morgenmiddag ga ik een andere fiets halen. Dezelfde prijs, maar dan een c-merk dat er 'bijna nieuw' uit ziet. En ja... het ding is ook nog nagekeken! We gaan hem meteen inzegenen, want er volgt een rit vanuit Emmeloord naar Nijeveen. Vandaag vervolg ik de Top 100 en komen we eveneens de Gele Bak Top 40 over het tweede kwartaal van 2015 binnen hobbelen. Zal ik maar van wal steken?

80. Scottish Rain-The Silencers (Duitsland, RCA PB 42701, 1989)
Het is best vermakelijk om te zien. Deze single van The Silencers is blijkbaar van iemand geweest met een fascinatie voor Schotland, want het staat te midden van de Schotse volksdansen. Het plaatje is voor mij een 'zwarte vlek'. Ik ken het uit het Hitdossier, maar zelfs bij beluistering van de single kan ik me niet heugen dat ik deze op de radio heb gehoord in 1989. De tachtigste positie geeft wel aan dat het plaatje het archief is in gegaan?

79. Lips Like Sugar-Echo & The Bunnymen (Duitsland, WEA 248 284-7, 1987)
Niet de meest memorabele single voor Echo & The Bunnymen in mijn optiek, maar ik moet ergens beginnen. Hij is bovendien spotgoedkoop, dus mij hoor je niet klagen.

78. New York Shuffle-Graham Parker & The Rumour (NL, Vertigo 6059 182, 1977)
De meest recente single uit de partij singles die ik meeneem van mijn bezoek aan Peter. Evenals Echo & The Bunnymen begin ik eigenlijk nog maar 'net' met het ontdekken van het werk van Graham Parker en deze single smaakt naar meer!

77. You'll Never Be So Wrong-Hot Chocolate (NL, RAK 1A 006-64390, 1981)
Zanger Errol Brown is onlangs tot stof wedergekeerd zonder dat ik daar op Soul-xotica aandacht aan heb besteed. Foei toch! Ik lust vrijwel alles wat Hot Chocolate door de jaren heeft gemaakt en, nee, dat heeft niks met de voorkeur van het bruine goedje te maken. Toch ben ik niet heel zeker over deze 'You'll Never Be So Wrong', vandaar de bescheiden notering van deze single in de Top 100.

76. Sugar On Sunday-The Clique (NL, London FLX 3235, 1969)
Ik twijfel of ik deze plaat heb als ik hem uit de bak trek in Maastricht. Er staat me iets bij van een White Whale-single van The Clique. Dat klopt, het is 'Sparkle & Shine', maar deze 'Sugar On Sunday' ontbreekt nog in mijn collectie. Het is een mooi bezit, maar daar houdt het ook mee op. De plaat zelf is niet echt te pruimen.

75. Run To Me-The Montanas (US, Independence IND-89, 1968)
Ik heb deze single nog speciaal voor de samenstelling uit de bak gehaald, want ik meen dat de b-kant wel interessant is. Ik heb ter plekke een oordeel moeten vellen en ga dan toch uiteindelijk voor deze a-kant, geschreven door het echtpaar Tony Hatch en, de onlangs overleden, Jackie Trent. Het is wederom zo'n onweerstaanbare Hatch/Trent-compositie en dat maakt het voor mij tot de winnaar van de twee.

74. The Bull And I-Hal Dorado (NL, Philips 6075 106, 1970)
Ik heb '24 00 24 (What Is Love)' ooit ook in mijn bakken gehad, maar die single lijkt spoorloos verdwenen. Van 'The Bull And I' heb ik jarenlang alleen het hoesje totdat ik eind juli de complete single aantref in Heerenveen. Het is een leuke 'novelty' uit de koker van Peter Koelewijn en Harry Van Hoof.

73. Wheels-The String-A-Longs (NL, London HLU 9278, 1961)
Twintig verschillende uitvoeringen van één liedje. Is dat iets uit het verleden? Nee, niet bepaald, alleen gaan de hitparades er inmiddels anders mee om. In de vroege jaren zestig is het nog steeds de normaalste zaak van de wereld dat een populair nummer wordt 'gecoverd' en dat die uitvoering meetelt in de score op de hitparade. Tegenwoordig zijn het vooral remixen van de liedjes, maar die tellen niet meer mee op de hitparade of ze moeten de lijst op eigen houtje bereiken. In het geval van 'Wheels' is het moeilijk te bepalen wie in Nederland de grootste hit heeft gehad. Billy Vaughn is erg populair in die tijd, maar onze eigen The Jumping Jewels blazen ook hun partijtje mee. Ik denk dat deze van The String-A-Longs de 'underdog' is geweest op de Nederlandse hitparade.

72. Reasons To Be Cheerful Part 3-Ian Dury & The Blockheads (NL, Stiff BUY 50, 1979)
Alles van Ian Dury is lekker en toch is deze single nog niet heel vaak uit de bak geweest. Ik blijf goede hoop houden!

71. Barber's Rock-BZN (NL, Negram NG 398, 1973)
Ik heb niet zomaar 'een zwak' voor vroege BZN-singles, ik geloof zelfs dat platen als 'Mother Can You See Me' hun tijd ver vooruit zijn. Deze 'Barber's Rock' is gewoon een lekkere novelty.

70. Soldiers Who Want To Be Heroes-Rod McKuen (NL, Warner Bros. 16121, 1971)
Als ik me niet vergis heeft Rod McKuen eveneens zijn Nederlandse doorbraak te danken aan 'Grand Gala Du Disque'. McKuen zit in 1971 al geruime tijd in de 'business', maar is dan vooral bekend als liedjesschrijver. Zijn eigen platen doen nagenoeg niets. Dan staat hij in 1971 opeens tweemaal bovenaan de Top 40 met 'Without A Worry In The World' en dit vrolijke hippie-deuntje 'Soldiers Who Want To Be Heroes'. En die laatste moest ik altijd nog eens in de bakken krijgen en dat is me in januari gelukt.

69. One Draw-Rita Marley (NL, Hansa 104 577, 1982)
Hoewel ik lange tijd niet de waarde in zie van 12"-singles, heb ik deze al geruime tijd op 12" in mijn verzameling zitten. De single ontbreekt nog en dan vind ik dit fraaie exemplaar met fotohoes voor vijftig cent. En vooruit... die 12"-single is me eigenlijk ook net ietsje té lang.

68. I Am The Beat-The Look (NL, MCA 102 673, 1981)
Het meest eigenaardige aan deze single van The Look is het feit dat de plaat geen uitloopgroef heeft en de plaat dus eeuwen kan doorgaan. Hoewel de rest van de plaat ook zeer te genieten is, is het sowieso een plaatje dat je in de collectie moet hebben vanwege deze noviteit.

67. Run-Sandie Shaw (NL, Pye 7N 17163, 1966)
In Mossley werk ik voor een volledige kost en inwoning en veertig pond zakgeld per week. Tien pond daarvan wordt apart gehouden: Vijf pond vakantiegeld en vijf pond 'leaving money'. De resterende dertig pond is voor rookwaar en drank, voor de rest kun je alles 'thuis' krijgen. Lidmaatschap van de bibliotheek zit daarbij inbegrepen, maar ik maak maar een paar keer gebruik van dat aanbod. De eerste keer haal ik de autobiografie van Sandie Shaw, 'The World At My Feet', en reken dat boek nog altijd tot één van mijn ultieme favorieten. Sindsdien heb ik ook een speciale interesse voor singles van Sandie Shaw en deze 'Run' heb ik nog niet in de bakken staan. Helaas zonder het fotohoesje met een uiterst stijlvol geklede Sandie, maar toch in een prachtige staat voor erg weinig. Misschien is dat wel het leukste aan deze Gele Bak Top 100. Misschien dat de complete Top 100 evenveel heeft gekost als een handvol singles uit de Blauwe Bak.

66. Funkin' For Jamaica-Tom Browne (NL, Arista 102.327, 1980)
Ik zit tot mijn oren in de grunge en de nieuwe geluiden die ik middels Het Bolwerk in Sneek leer kennen, als Tom Browne voor een tweede maal de Nederlandse Top 40 aan doet met een remix van 'Funkin' For Jamaica'. Onnodig om te zeggen dat het dan totaal niet aan mij is besteed. Dat is ruim twintig jaar anders, compleet met een dance-show op de radio. Nu hoort zo'n 'Funkin' For Jamaica' in mijn bakken te zitten en dan meteen ook de originele versie. Voor vijftig cent word ik bij 'De Kring' in Meppel op mijn wenken bediend.

65. Digging Your Scene-The Blow Monkeys (Duitsland, RCA PB 40599, 1986)
Ik heb nog getwijfeld om de nummers 64 en 65 om te draaien, maar met de Gele Bak Top 100 is het niet anders gesteld als met de Blauwe Bak Top 100: Als de lijst eenmaal compleet is, gaan we niet meer eraan tornen. Het is en blijft een momentopname en de lijst zou er vandaag alweer anders uit zien. Het is sneu voor The Blow Monkeys, maar deze plaat valt nét buiten de Gele Bak Top 40 over het tweede kwartaal. Nummer 64 is de nummer 40. Ik ga die noteringen extra vermelden als 'GB40:'.

64. The Right Thing-Simply Red (Duitsland, WEA 248 461-7, 1987) (GB40: 40)
Ik heb me er jaren tegen verzet, maar schoorvoetend moet ik er aan toegeven: Mick Hucknall heeft geen slechte platen gemaakt met zijn kameraden. Vooral het spul uit de late jaren tachtig begint aan populariteit te winnen, misschien ook vanuit nostalgisch oogpunt, want de nummers zijn alom aanwezig als ik mijn eerste schreden zet in het voortgezet onderwijs.

63. Here We Go Round-Lee Roy (Frankrijk, AZ SG 523, 1975)
Een dubbele verrassing. Ik verwacht weinig als ik deze single uit de bak trek op mijn laatste vakantiedag in Maastricht. 'Here We Go Round' is helemaal geen slecht nummer, maar die melodie...? Het kwartje valt pas na een paar uur: Het is 'Quiereme' van Julio Iglesias. Lee Roy blijkt niemand minder dan Leroy Gomez die twee jaar later een onvervalste disco-klassieker zal voortbrengen: 'Don't Let Me Be Misunderstood' van Santa Esmeralda. Zo hebben we in een keer toch weer een leuk 'puzzelplaatje' te pakken.

62. Day After Day-Shango (US, A&M 1014, 1969)
Als ik morgen op de fiets zou stappen om naar Heerenveen te gaan, moest ik eerst zo'n apparaat lenen. Maar, bij wijze van spreken, als ik het zou doen en 'De Lege Knip' zou weer op mijn lijstje staan, dan is het opnieuw weer zoeken geblazen. Misschien moet ik onderweg ook weer mensen vragen. Hij zit goed verstopt, de 'oudste' kringloopwinkel van Heerenveen. Ze hebben een 'expert' rondlopen voor de platen en sommige singles staan voor krankzinnige prijzen in een vitrine. Nu is deze van Shango helemaal niet zeldzaam, maar het is wel een jaren zestig-single en dus had het met gemak voor vijftien euro in de vitrine kunnen pronken. Nee, de plaat is nog geen tien dollar waard. Dat is niet het geval en voor vijftig cent kan ik hem meenemen. Het is best een eigenaardig plaatje van producer Jerry Riopelle. Het wordt dermate druk in San Francisco met hippies dat de stad stukje bij beetje afbrokkelt en in de oceaan beland.

61. Down To The Station-B.W. Stevenson (NL, Warner Bros. WB 16940, 1977) (GB40: 39)
Benny is een steengoede kerel met een gigantische muziekkennis. Hij komt steevast langs als ik plaatjes moet draaien in Het Pandje. Net op het moment dat ik het zwaar begin te krijgen, komt hij bij me staan om kennis te ventileren. Benny heeft een paar 'favorieten' waar hij steevast over begint. 'Pretty Ballerina' van Left Banke is daar eentje van, maar ook 'Down To The Station' van B.W. Stevenson. Die laatste is lange tijd een 'zwart gat' voor mij. Ik ken de titel uit het Hitdossier, het heeft in 1977 in de Tipparade gestaan. Sinds een paar weken staat het in mijn bakken en nu zie ik voor het eerst foto's van Stevenson. Dat is een verrassing. Ik had geen baardemans met cowboyhoed in een houthakkersblouse verwacht om eerlijk te zijn...

woensdag 24 juni 2015

Gele Bak Top 100 deel 1: 100-81



Het is te merken aan de Week Spot's? Ik heb in de eerste drie maanden van het nieuwe jaar zoveel soul gekocht dat ik wel even een paar maanden vooruit kan. Dat koopgedrag en ook de twee duurdere singles hebben er voor gezorgd dat die handel even heeft stil gelegen. Maar... er is ook iets anders aan de hand. Het is de laatste dag van maart dat ik 'De Tafel' ontdek in Meppel en bij het verlaten van de winkel heb ik me al voorgenomen om hier een 'abonnement' te nemen. En ook dit is genieten! Eindelijk scharrel ik plaatjes bijeen die al jaren op mijn verlanglijstje hebben gestaan, vervang een aantal exemplaren of koop ze met een iets andere hoes. Als duidelijk wordt dat de Blauwe Bak Top 40 een illusie wordt, heb ik me al voorgenomen een Gele Bak Top 40 te doen. Maar dan... Heb ik wel genoeg daarvoor? Wordt het geen lijst met teveel 'tweede keus'? Dan ontstaat het idee van een Gele Bak Top 100 over de plaatjes die ik van 1 juli 2014 tot dit moment heb gekocht. Deze Top 100 heb ik vanmiddag samengesteld en, wat blijkt, de voorgenomen Gele Bak Top 40 over het tweede kwartaal van 2015 past geheel in de lijst en ziet er erg fijn uit. Tot en met zondag presenteer ik jullie dagelijks een aftelling van twintig singles die ik in het afgelopen jaar heb gekocht. Deze aflevering staat vooral in het teken van 'dubbele' singles, dat zijn de nummers 100 tot en met 83.

100. A Whiter Shade Of Pale-Procol Harum (België, Deram DM 13, 1967)
Moet ik uitleggen dat we onderaan beginnen in de lijst? Ja, laten we het maar doen, want we beginnen meteen met een héle echte grote klassieker. Natúúrlijk heb ik deze en de volgende twee al lang in de bakken staan. Ik kom halverwege de samenstelling erachter dat ik drie platen teveel heb weggestreept (ik heb keuze uit 199) en maak dan snel een top drie van 'gewilde' fotohoezen. Dit trio zijn singles die ik afgelopen februari heb gekregen van onze Singlehoesjes-man Peter. Qua vinyl zweer ik bij mijn oude afgedraaide single zoals ik die in 1989 heb gekocht, waarvan ik ieder krasje en bijgeluid kan dromen, maar ik val vooral voor de prachtige Belgische fotohoes. En ja, voor de toevallige passant bij mijn radioshows klinkt dit betere exemplaar een stuk eerbiediger.

99. World-The Bee Gees (NL, Polydor 59 131, 1967)
Onlangs nog te gast in 'Het zilveren goud'. Dat plaatje heeft het neutrale Polydor-hoesje en op een bepaald ogenblik scharrel ik een gescheurde voorkant op. Nu staat het plaatje te pronken in een de schitterende fotohoes. Het is echt '1967' als je naar dit hoesje kijkt: Het kwintet (inclusief Vince Melouney en Colin Petersen) dat rechtstreeks uit een Carnaby Street-boetiek is weggelopen tegen een 'decor' met kleuren zoals Paul Simon deze bezingt in 'Kodachrome'. Niet heel erg typisch voor dit hoesje, maar wel voor (Duitse) Polydor-hoezen uit die tijd. Gezien Peter niet aan 'rommel' doet, klinkt dit plaatje even fijn als mijn oude exemplaar.

98. Nights In White Satin-The Moody Blues (België, Deram DM 22, 1967)
Het beruchte 'foute' fotohoesje staat jarenlang op mijn verlanglijstje en Peter is degene die me blij weet te maken met het kleinood. De Belgische Decca heeft voor 'Boulevard De La Madelaine' een titel-hoes gebruikt, voor 'Nights In White Satin' wil het een foto op de hoes hebben. Even grabbelen in het archief en zie daar... een persfoto van de Engelsen uit 1964. Niet wetende dat Denny Laine en Clint Warwick inmiddels de groep hebben verlaten en dat componist Justin Hayward nog niet in beeld is in die tijd. Nederland is wel op de hoogte van de wijziging in de bezetting en gebruikt een nieuwe foto.

97. Car Wash-Rose Royce (België, MCA 4C 006-98209, 1976)
En hier begint dan de oorspronkelijke top honderd voordat ik bemerk dat ik drie tekort kom. Ik heb alle 'dubbele' singles apart genomen uit de lijst van honderd (of, achteraf gezien, 97) kandidaten voor deze Top 100 en hier eerst een top 15 van gemaakt. Ik koop mijn eerste exemplaar van 'Car Wash' in 2004 uit de gigantische partij van de voormalige Steenwijker discotheek 'Chez Jean'. Het plaatje is in een zeer goede staat, gegeven het feit dat het in een disco heeft gewoond. Alleen het fotohoesje ligt in twee stukken. Dat veroorzaakt dat de kwaliteit van de plaat in mijn collectie achteruit hobbelt en met deze Belgische persing kan ik weer even vooruit.

96. I Don't Know Why-Stevie Wonder (NL, Tamla Motown TM 25.940, 1969)
Mijn eerste exemplaar gaat op de Monstertocht in 2001 mee terug naar Nederland. Ik tref de single aan in Mossley. Dat plaatje heeft een zwaar leven gehad ondanks het feit dat Engelse persingen altijd krachtiger klinken dan Nederlandse. Het schijnt dat ik deze single al tijden heb 'gereserveerd' bij Peter, maar dat ben ik dus even vergeten. De avond ervoor draai ik nog 'I Don't Know Why' van de Engelse persing, maar de volgende dag kan ik hetzelfde trucje doen maar dan zonder gekraak en getik. Toch besluit ik deze nog even te 'sparen' en dus gaat die de 'algemene' jaren zestig-bak in, waardoor ik hem nu kan opnemen in deze Top 100.

95. Jeopardy-Greg Kihn Band (België, Beserkley 96.9847-7, 1983)
Ik heb hem altijd uitgescholden voor de Nederlandse persing, maar nee... het is bij de zuiderburen geperst. Eigenlijk ben ik helemaal niet blij als ik deze single in april opnieuw vind. Ik ga ervan uit dat ik 'Motorcycle Emptiness' van Manic Street Preachers in fotohoes heb gekocht voor een euro. Pas bij thuiskomst ontdek ik dat deze van Greg Kihn in het hoesje zit. De plaat is ook nog minder dan mijn 'oude' exemplaar, maar de plaat zélf is leuk genoeg om te noemen in deze Top 100.

94. Hi Hi Hi-Paul McCartney & Wings (NL, Apple 5C 006-05208, 1972)
De verschillen tussen de Engelse en de Nederlandse persing zijn minimaal, los van het catalogusnummer. De Nederlandse heeft een groot middengat, waar de Engelse een 'hartje' heeft. Beide zitten ze bij mij verpakt in een geel 'Wings'-hoesje. Ik heb die met het 'hartje' het langst, maar ik heb me nooit beseft dat het de Engelse persing is. Het vinyl is gaan 'golven', iets dat heel gewoon is voor Nederlands EMI-vinyl uit de vroege jaren zeventig. Ik vervang hem in december door de Nederlandse met het grote middengat.

93. Hanky Panky-Tommy James & The Shondells (NL, Roulette RL 45.232, 1966)
De eerste keer dat ik deze koop is meer dan twintig jaar geleden en is, als ik me niet vergis, de Duitse persing met het 'bonte' Roulette-label. Internet bestaat dan nog niet en dus kun je niet Marktplaats bezoeken voor zo'n single met fotohoes. Je bent overgeleverd aan wat er lokaal wordt aangeboden. Ik neem dus genoegen met een matig exemplaar in een plastic hoesje en betaal hiervoor nog altijd drie gulden. Ik heb 'Hanky Panky' nooit essentieel gevonden. Als ik iets van Tommy James wil draaien, kies ik al snel voor 'Crimson & Clover', 'Mony Mony' of desnoods 'Crystal Blue Persuasion'. Dit Nederlandse exemplaar vind ik op de eerste dag dat ik 'De Tafel' binnenstap.

92. Nut Rocker-B. Bumble & The Stingers (NL, Top Rank HTR 755, 1962)
Als platenverzamelaar ben ik op de verkeerde plek aanbeland in Engeland. Niet helemaal waar, want 'die ene hele zeldzame private pressing die ik niet bij naam ga noemen om vervelende biedingen uit de weg te gaan' was vast niet in Londen opgedoken bij een kringloopwinkel. Toch is het in het eerste jaar in Mossley allemaal mondjesmaat. In het begin van 1999 komt opeens een hele leuke collectie binnen: Allemaal late jaren vijftig en vroege jaren zestig, echt mooi pop-spul in een fraaie staat met originele label-hoesjes. De Engelse 'Nut Rocker' zit daar ook tussen. Ik draai de plaat in de daaropvolgende vijftien jaar naar zijn mallemoer, maar wat wil je ook met zo'n klapper als deze. Ik heb de Nederlandse nog nooit gezien als ik bij Peter thuis deze in handen hou. De plaat heeft zelfs een fotohoesje gehad in ons land, maar desondanks ben ik erg gelukkig met dit fraaie exemplaar in een neutrale hoes!

91. People Gotta Move-Gino Vannelli (NL, A&M 13 614 AT, 1974)
Ik kan me niet goed meer herinneren waar ik het eerste exemplaar vandaan heb gehaald, maar weet wel dat 'People Gotta Move' voor mij gaat 'leven' in 2004. In 2005 draai ik het herhaaldelijk op een tuinfeest waar het stikt van de reclame-makers. Een paar maanden later hoor ik dit nummer terug in een ANWB-reclame en roep dan enkele jaren dat 'dit waarschijnlijk is opgepikt op dat tuinfeest'. ,,Wat zeur je nou over een 'claim-to-fame', je zit nu bij Wolfman Radio", zei de vrouw van de radiobaas een paar weken geleden. Inderdaad, het geval Gino Vannelli doet er niet meer toe. De single zélf is nodig aan vervanging toe en ben blij dat ik deze zie staan bij 'De Kring' in Meppel. Het staat in de bak met 'collectors items' en dat betekent dat het dubbel zo duur als de andere singles. De overige singles zijn vijftig cent en voor een euro heb ik dit fraaie exemplaar mét fotohoes!

90. Can I Get It From You-Dave Berry (NL, Decca AT 15 046, 1965)
Op een zaterdagmiddag in 1994 koop ik in Leeuwarden de twee ontbrekende Dave Berry-hits in mijn collectie. Zowel 'If You Wait For Love' als 'Can I Get It From You' zitten in neutrale hoezen en zijn inmiddels vervangen door betere exemplaren met fotohoes. Dit is de meest recente, in februari gekregen van Peter. Overigens heb ik in de afgelopen maanden ook 'Stranger' (1967) van Dave Berry gekocht, maar dat vinyl is zwaar gehavend en bovendien vind ik het muzikaal ook niet echt interessant. Ik hou het bij dit klasse-nummer voor de Top 100.

89. Night Of The Long Grass-The Troggs (NL, Fontana 278 278 YF, 1967)
In de eerste maanden van 1995 bivakkeer ik geregeld in De Karre in Tuk. Ik tuf dan op zaterdagmiddag de zestig kilometer binnendoor en ga zondagavond terug, soms met ellenlange tussenstops in een café in Langelille. Henk van De Karre weet ook van mijn singles-hobby af en hij stelt voor om een platenbeurs te doen. Ik ben daar ook present met een bakje singles, maar ik verkoop zelf bijna niks. Wel doe ik flink boodschappen tussen de dubbele singles van Henk. Daar zit ook deze van The Troggs tussen. Een paar weken geleden heb ik hem dus met fotohoes gevonden en ben daar erg gelukkig mee!

88. Advice For The Young At Heart-Tears For Fears (Duitsland, Fontana 876 894-7, 1990)
Het is ook flink wennen in Duitsland zélf. In december is de Muur naar beneden gehaald en een paar weken later drukt de Duitse uitgever van Fontana nog potsierlijk 'Made In W-Germany' op het label. Deze aankoop is een beetje 'oeps'. In beide gevallen zijn ze niet duur geweest, maar ik ontdek in december pas bij thuiskomst dat ik deze reeds op vinyl heb.

87. She Sold Me Magic-Lou Christie (NL, Buddah H 610 050, 1969)
Het is in mei 1992 echt een buitenkans. In Franeker kom ik, bijna per ongeluk, een radiozaak binnen dat ooit ook platen heeft verkocht. Met de intrede van de cd doet de winkel nu aan een leegverkoop van het overgebleven vinyl en daar zit ook de Franse 'She Sold Me Magic' tussen, compleet met fotohoes, en in die 22 jaar nóóit gedraaid. Hoewel de plaat niet compleet is bedorven, is deze eind 2009 in de buurt van het 'kiwisap-incident'. De plaat is niet meer te draaien en de hoes heeft lelijke vlekken. Omdat ik toch zielsveel hou van deze plaat koop ik in december dit Nederlandse exemplaar in neutrale hoes.

86. The Baby-The Hollies (NL, Polydor 2058 199, 1972)
Ik ken de plaat al jaren, maar weet lange tijd niet dat dit The Hollies is. Op zichzelf niet zo heel vreemd, want dit is de eerste plaat waarop Michael Rickfors meedoet. Hij neemt het stokje over van Allan Clarke die toe is aan nieuwe uitdagingen. In hetzelfde jaar wordt het twee jaar oude nummer 'Long Cool Woman' plots een grote hit in Amerika en omdat Clarke op die plaat zingt, keert die een paar maanden later terug op het nest. Dat betekent eveneens dat Rickfors weer de biezen kan pakken. De eerste keer dat ik 'The Baby' koop is in 2005, maar dat ding heeft in 33 jaar geen hoes gezien. De aanbieding van het plaatje met fotohoes is erg aanlokkelijk, dus hierbij...

85. Younger Days-Fatal Flowers (Duitsland, WEA 248 506-7, 1986)
Noem me streng, maar deze van Fatal Flowers is officieel geperst in Duitsland, maar is daar nooit uitgebracht. De single gaat meteen door naar Nederland. Mijn eerste exemplaar komt in de zomer van 1994 bij me wonen, maar doorstaat de volgende twintig jaar niet zonder kleerscheuren. En dit is zo'n plaatje dat je zonder hinderlijke krassen en tikken moet kunnen beluisteren en dus ga ik overstag voor een beter exemplaar bij 'De Tafel'.

84. New York Mining Disaster 1941-The Bee Gees (Duitsland, Polydor 59 073, 1967)
Voor wie het is vergeten... Ik ben op dit moment bezig met 'dubbele' singles die ik in het afgelopen jaar heb gekocht. De nummer 83 is dus de mooiste 'dubbele' single van het afgelopen jaar. Waar? Nou, ik heb vooral erg fijne herinneringen bij de nummer 83, maar qua schoonheid gaat er weinig boven 'New York Mining Disaster 1941' van The Bee Gees. Van alle jaren zestig-singles van de gebroeders Gibb laat deze het langste op zich wachten: Pas in juni 2009 vind ik mijn eerste exemplaar. Peter verrast me met eentje met fotohoes.

83. Afternoon Delight-Starland Vocal Band (UK, RCA Victor RCA 2716, 1976)
De eerste herinnering brengt me terug naar het kraak-avontuur in Amsterdam, de tweede naar de wandeling door de sneeuw van Uppermill naar Mossley met Radio 10 Gold op de walkman-radio en de derde een bizar lifters-avontuur van De Bilt naar Jutrijp. Alle drie keren zijn het plaatsen en momenten waar ik op dit moment niet naar terug wil, maar het vestigt wel de liefde voor dit nummer. Een paar maanden geleden heb ik nog een droom van een middag-show op Wolfman Radio voor doordeweekse dagen. Deze zou dan 'Afternoon Delight' heten. We blijven dromen met deze fraaie Engelse persing als soundtrack. Deze heb ik op de laatste dag van de vakantie in Maastricht gekocht.

82. Travellin' Light-Cliff Richard & The Shadows (NL, Columbia 45-DB 4351, 1959)
Nu begint het overzicht van de singles die ik vóór 1 juli 2014 nog niet in de bakken heb staan. Deze van Cliff bijvoorbeeld. In december krijg ik een tip van iemand over een partij jaren zestig-singles bij de kringloopwinkel in Steenwijk. Op een woensdagmiddag fiets ik naar de zaak op het industrieterrein van de oude zuivelfabriek in Tuk, maar tref daar dezelfde meuk als altijd. Dan ontdek ik dat er een nieuwe kringloopwinkel bij is gekomen, maar het is te laat op de dag om die nog te bezoeken. Maanden later schiet het me alsnog te binnen en ga op een donderdagmiddag langs. Buiten Billy Joe Royal om is het merendeel eind jaren vijftig en vroege jaren zestig, maar desondanks spotgoedkoop. Cliff mag mee voor het archief.

81. Come Back And Shake Me-Clodagh Rodgers (Duitsland, RCA Victor 47-15110, 1969)
Bij de samenstelling van een Blauwe Bak Top 40 maak ik ook wel eens een fout. Zo ontbreekt 'Telephone' van Bernadette Martin in de eerste Top 40 van 2014. Ook nu ga ik bijna een plaat over het hoofd zien, maar het is dankzij een (hoger genoteerde) single van Clodagh Rodgers dat ik plots deze herinner. Ik denk eerst dat dit een 'vervangend exemplaar' is, maar ik heb mijn Engelse exemplaar nooit meegenomen naar Nederland en dus is het een 'nieuwe' aanwinst. 'I Don't Need No Doctor' van New Riders On The Purple Sage is ten prooi gevallen aan dit plaatje, maar het zij zo.

dinsdag 23 juni 2015

Week Spot: Diane Jenkins



De vangst van zondag is maandagochtend betaald en ik heb gistermiddag de bevestiging gekregen dat ze op de post zijn gegaan. Nu zul je mij geen kwaad woord horen zeggen over 'onze maat' in Chicago, maar hij wil anders nog wel eens onnodig wachten met de verzending. In de meeste gevallen gaat daar drie tot vier dagen overheen, maar nu dus binnen een dag. Ik hoop deze singles dus rond het weekend binnen te hebben en dat betekent ook weer wat frisse inbreng qua Week Spot-kandidaten. Hoewel? Bij een Week Spot hoort natuurlijk een bericht en ik zit na drie jaar Week Spot wel een beetje in een obscure hoek. Ik ga mijn best doen! Net zoals ik mijn uiterste best heb gedaan om informatie te winnen over Diane Jenkins. De opbrengst is minimaal, maar ik doe het ervoor. De Week Spot van deze week is de b-kant van de eerste solo-single van Diane Jenkins: 'Tow-A-Way Zone' uit 1973.

Mijn kennismaking met Diane Jenkins is middels een korte geluidsclip van 'Sweet Wine, Music And My Imagination' uit 1974. De single wordt aangeboden door Rarenorthernsoul voor een niet onaardige prijs, maar ik heb die dag teveel keus. Toch maakt Diane me nieuwsgierig en al snel leer ik de andere nummers van haar kennen. 'Tow-A-Way Zone' is voor een habbekrats op Discogs te bemachtigen en dit nummer spreekt me meteen aan. De eigenlijke a-kant, 'Anniversary', staat niet op Youtube en daarmee ga ik 'gokken'. Welnu, het heeft een reden waarom dit niet gedeeld is op het wereldwijde rag: Er is namelijk geen bout aan dat 'Anniversary'. Alle aandacht gaat uit naar 'Tow-A-Way Zone'. Toch is het niet helemaal een 'nieuwe' ontdekking. De plaat heeft zijn hoogtijdagen in de Northern Soul gehad omstreeks 1975. In een tijd dat de originele Creative Funk-persing met geen mogelijkheid is te bemachtigen in Europa en dat de single zelfs een Engelse release krijgt op het Crystal-label. Toch rust in Engeland een soort van vloek op 'late' Northern Soul-platen als deze en dat is de reden waarom de plaat in de vergetelheid is geraakt. De plaat heeft bovendien 'iets' te maken met Ian Levine en ook dat levert de single, onterecht, een deuk op.

Creative Funk is niet zomaar een platenlabel, het is een vriendenclub. Bassist Gary DeBerry, zangeres Veedett Williams, gitarist Walter Etheridge, organist en trombonist Denzil Miller, drummer Richard Currence, trompettist Andre Johnson en saxofonist Michael Johnson komen allemaal uit de wijk Jamaica in het Queens-district van New York. De enige die ontbreekt in dit rijtje is Diane Jenkins, want zij komt oorspronkelijk van Brooklyn. In 1972 variëren ze in leeftijd tussen de 17 en 21. Daarmee staakt voor mij de zoektocht naar Diane Jenkins, want ik ben wel verschillende dames tegengekomen met die naam, maar niemand die in de vroege jaren vijftig in Brooklyn is geboren. Dan moet ik het toch verder maar doen aan de hand van haar discografie en een beschrijving van het Creative Funk-vriendenclubje. Dat zet héél eigenwijs een eigen platenlabel op en brengt een plaatje uit: 'Ready Made Family' met 'Funk Power' op de b-kant. De single trekt de aandacht van een paar grote maatschappijen die het willen uitbrengen en Bell wint het gevecht. Op het eigen Creative Funk-label verschijnen in de daaropvolgende paar jaar een aantal singles van Creative Funk en Diane Jenkins.

Jenkins wordt met naam en toenaam genoemd als zangeres op de 'Ready Made Family'-kant en gezien de single voor de overname door Bell maar liefst 25000 exemplaren verkoopt in New York, is haar naam dus enigszins gevestigd. De opvolger heet 'Moving World' en wordt alleen toegeschreven aan Creative Funk. Het is de laatste single van Creative Funk, hoewel de groep gewoon is te horen op de volgende vier singles van Jenkins. 'Anniversary' is alles behalve een feestje, zowel op de plaat als in de beleving, maar 'Tow-A-Way Zone' groeit in 1975 uit tot een publiekslieveling in de gerenommeerde Northern Soul-club 'The Mecca' in Blackpool. De opvolger is een 'zwart gat', er is geen video te vinden van een van beide kanten. 'Gee Baby, What About You' is de a-kant. Bij 'Recycle' valt op dat het een foutief catalogus-nummer heeft. Dat is hetzelfde als van 'Anniversary'. Zou het nummer opnieuw zijn gebruikt? Lijkt er niet op, want 'Recycle' wordt aan leden van Creative Funk toegeschreven waar de eerste van de hand is van James Sheppard. IN 1974 verschijnt Jenkins' derde single 'I'm A Woman', maar het is vooral 'Sweet Wine, Music And My Imagination' dat hoge ogen gooit. Grappig dat deze single sinds een week op Marktplaats staat voor niet een onaardige prijs in vergelijking tot Engelse aanbiedingen met de verzendkosten erbij gerekend. Toch moet ik even de hand op de knip houden met de singles. Tot slot verschijnt in 1975 'I Need You' en dit is waarschijnlijk de jackpot van Diane Jenkins. Het staat hoog op mijn verlanglijst, maar ik ben niet de enige. In 1975 verschijnt ook een single van The Limelites op Creative Funk, maar het is niet zeker of de vriendenclub daar iets mee te maken heeft.

Crystal is een Engels label dat rond de veertig releases op haar naam heeft staan. De eerste plaat is van 1969 en vooral in de eerste jaren brengt het geregeld reggae uit. Rond 1975 springt het in op de Northern Soul-rage en het brengt naast Diane Jenkins ook Blauwe Bak-favoriet 'There Must Be A Love Somewhere' van Ede Robin uit. Voor beide platen geldt dat de 'exclusiviteit' er zo snel af is en de plaat in bepaalde kringen niet serieus wordt genomen. Iedereen die rond dezelfde tijd geregeld op de dansvloer staat in The Mecca en andere Northern Soul-dancings zal de plaat vooral associëren met mooie tijden. Het intro van 'Tow-A-Way Zone' komen we in 2013 opnieuw tegen als intro van 'You Pulled A Fast One', de nieuwe Ian Levine-productie van The Flirtations.

Raddraaien: Donovan



Dit is het 1925e bericht op Soul-xotica. Nee, berg de slingers maar weer op. Ik doe morgen hier hetzelfde met de vlaggenlijn voor het huis, ook al heeft dat te maken met de voorbije feestweek in Nijeveen. Buiten dat ik zaterdagmorgen word gewekt door de plaatselijke fanfare dat met 'Narcotic' van Liquido de optocht begeleidt en wat 'gegons' op de avond vanuit de feesttent, heb ik helemaal niks mee gekregen van de feestelijkheden. De jaarmarkt is nooit aan mij besteed, maar met dit barre weer zal het helemaal niks zijn geweest. Maar goed... het 1925e bericht. Ik ben al een tijdje iets van plan om naar het 2000e bericht toe te werken. Het idee dat ik heb gekregen is om een bericht in het teken van een jaar te zetten. Dit 1925e bericht zou dan over 1925 gaan. Toch moet ik al snel concluderen dat er weinig tot niers uit de eerste dertig jaar van de twintigste eeuw verband houdt met Soul-xotica en dus ziet het er naar uit dat die onregelmatige serie volgende maand gaat beginnen. De rock & roll barst immers over een maand (omstreeks 1955/56) los. Nu, bij gebrek aan 1925, andermaal een 'Raddraaier'. De zestiende single uit de vijfde jaren zestig-bak is 'Be My Guest' van Fats Domino, maar deze man heb ik vorig jaar bij de 'Weekplate' uitgebreid behandeld. Nog eens zestien verder kom ik uit bij het onderwerp van dit bericht: 'Hurdy Gurdy Man' van Donovan (1968).

Net zoals ik onlangs nog een paar dvd's heb gekocht, heb ik eveneens een half-gelezen boek in de kamer slingeren. Ik kom gewoon niet toe aan deze bezigheden. Niet dat ik het 'druk' heb, maar besteed de tijd liever aan andere dingen. Er is een tijd dat ik dol ben op (auto-)biografieën van artiesten uit de jaren zestig en zeventig. Waarom zo lang geleden? Natuurlijk ten eerste vanwege de muziek, maar ook omdat ik de voorkeur geef aan levensverhalen met diepe dalen. 'World At My Feet' van Sandie Shaw blijft veruit mijn favoriet, maar de autobiografie van Donovan zou dat ook zomaar kunnen verdienen. Ik heb erg gunstige kritieken gelezen over het boek en ook voor dit bericht heb ik de beschikking over enkele quotes uit het boekwerk. Het bespaart me de moeite. Ik kan de superlatieven achterwege laten, want Donovan is zó zelfingenomen dat ik niet hoef te bewijzen dat de man een levende legende is.

,,Ik was niet de Engelse Bob Dylan, maar Dylan was de Amerikaanse Donovan". Kijk, dan ben je toch in één keer uitgepraat? De status van 'Engelse Dylan' is vooral afkomstig van de Britse media. Donovan wijst overeenkomsten aan, maar schuift de vergelijking van tafel. ,,Als puntje bij paaltje komt, is Martin Carthy de verbindende factor. Als Dylan zijn eerste Engelse optredens doet in 1962, ontmoet hij Carthy. Net zo goed als dat Dylan beïnvloedt was door de Keltische folkmuziek, luisterden wij naar de invloedrijke folk- en blues-muzikanten uit Amerika. We putten allemaal uit dezelfde inspiratiebron". Donovan ontmoet Dylan bij zijn bezoek aan Londen in mei 1965. Dylan geeft hem complimenten over 'Catch The Wind', maar Donovan wil hem een nieuw liedje laten horen. Dat liedje heet 'My Darling Tangerine Eyes' en is feitelijk 'Mr. Tambourine Man' met een compleet andere tekst. Dylan luistert met een stalen gezicht en zegt na afloop: ,,Ik moet bekennen dat ik niet alle melodieën zelf heb geschreven, maar dit is eentje die ik zelf heb bedacht". Het is de laatste keer geweest dat Donovan het nummer heeft uitgevoerd. Dylan noemt Donovan in 'Talking World War Three Blues', maar verklaart naderhand dat hij Donovan niet wil zwart maken en dat het vooral een geintje is.

In december 1965 lijkt het sprookje ineens uit. Donovan komt met 'Sunshine Superman', dat schril afsteekt bij zijn eerdere folk-liedjes. Dan komt het nieuws dat Donovan in Amerika heeft getekend bij Epic. Dit staat haaks op zijn contract bij het Engelse Pye, dat in Amerika door Warner Bros. op de markt wordt gebracht. Het duurt maanden eer 'Sunshine Superman' kan worden uitgebracht en in die tussenliggende periode wordt het album aan verschillende kanten 'ingehaald' door vroege psychedelische albums van andere groepen en artiesten. De track-lijsten van Engelse en Amerikaanse albums zullen erg verschillen vanaf dat moment. In 1966 gaat Donovan eveneens werken met de onafhankelijke producer Mickie Most. Deze heeft dan reeds successen geboekt met The Animals, Lulu en Herman's Hermits en zal tot 1970 ook alles van Donovan produceren. Ofwel: Zijn naam staat op het label, maar Donovan beweert dat er ook 'eigen producties' tussen zitten.

In mei 1968 verschijnt in Engeland 'Hurdy Gurdy Man' op single. Donovan heeft het geschreven voor zijn oude maat Mac MacLeod die een band heeft met de naam 'Hurdy Gurdy'. Als Donovan de uitvoering van MacLeod hoort, wil hij het schenken aan Jimi Hendrix, maar op aanraden van Most neemt hij het zelf op. Hij probeert Hendrix te ronselen voor de gitaar-partij, maar deze is net op tournee. Jimmy Page neemt zijn plek in. Als Allen Hollsworth is Page met Alan Parker verantwoordelijk voor de gitaren op het nummer. Omdat John Paul Jones en John Bonham eveneens zijn betrokken bij 'Hurdy Gurdy Man', noemt Donovan het ten onrechte de geboorte van Led Zeppelin. Robert Plant is nog altijd niet in beeld. 'Truth' van Jeff Beck, de nadagen van The Yardbirds en uiteindelijk P.J. Proby gaan de aanleiding vormen tot Led Zeppelin, Donovan is daarmee nog te vroeg. De plaat bereikt in zowel Amerika als Engeland de top vijf en in Nederland is het de eerste top tien-hit sinds 'Sunshine Superman' in 1966.

Waar en wanneer? Ja, ik kan het weekend nog helemaal voor de geest halen, alleen kan ik het niet in de tijd plaatsen. Het zal eind 1994 of begin 1995 zijn geweest... Een grote oldtimer-manifestatie in ijsstadion Thialf. Ik ben er met de Solex en hang dat weekend uit met Solex-collega Kees die in Heerenveen woont. Een weekend vol drank, maar ook een aantal standjes met jukeboxen en aanverwante jaren vijftig-artikelen. En, jawel, ook singles. Hier koop ik de Duitse 'Hurdy Gurdy Man' op het Epic-label, licht uit het lood geslagen, maar het is voor mij de definitieve versie. Het is nota bene één van de weinige 'Nederlandse' singles die voor de laatste acht weken mee gaat naar Mossley.

maandag 22 juni 2015

Raddraaien: The Joe Jeffrey Group



Ter besluit een veredelde 'hoesbui'. Een 'Raddraaier' uit de Blauwe Bak waar ik graag meer over had willen vertellen, maar helaas... meer dan dit is er niet. Eerst ga ik jullie als lezers even duizelig maken: De 'Raddraaier' is de 114e single uit de tweede rij van de eerste Blauwe Bak-koffer! Wablief? Ik heb twee singles-koffers met elk twee rijen. Volgens de handelaar kunnen er 300 singles in en dat moest gaan lukken als de plaatjes alleen dunne hoesjes hebben. Zodra je, net als mij, ook dikke kartonnen hoezen gebruikt, komt het op ongeveer 140 per rij en dus 280 per koffer. Ik heb dus ruim 500 singles in de 'echte' Blauwe Bak zitten, dat is in dit geval twee zilveren koffers. De ouderwetse Blauwe Bak plus twee gele vormen de reserve-Blauwe Bak en dat brengt het totaal op een wisselende collectie van duizend singles. Joe Jeffrey heeft de eer om met Top 40-hit tussen het 'echte werk' te staan, terwijl het 'hit-niveau' van de koffers erg laag is om het zachtjes uit te drukken. 'My Pledge Of Love' (1969) is de 'Raddraaier'-van-dienst vandaag.

Dankzij Dave Rimmer weet ik de namen van de vier muzikanten. Naamgever Joe Jeffrey heet eigenlijk Joseph Stafford Jr. en wordt geboren in Cleveland, Ohio. Als Joe Jeffrey is hij de zanger en gitarist. Al Russ is de man op de basgitaar, Charles Perry doet percussie en Ron Browning zorgt voor de drums. In de jaren 1969 en 1970 maakt de band vijf singles en een elpee voor het Wand-label. Alleen 'My Pledge Of Love' bereikt een veertiende plek in de Amerikaanse Billboard. De derde single, 'Hey Hey Woman', heb ik al een paar keer voorbij horen komen en klinkt best aardig. Dat plaatje heeft een groeiende status in de Northern Soul-beweging. 'My Pledge Of Love' is een hit geweest en 'mag' daarom niet. 'Mag' niet van de mensen die menen dat ze de dienst uit maken in de Northern Soul, natuurlijk heb ik daar lak aan!

Ik koop mijn eerste exemplaar eind 1993 op een rommelmarkt in Sneek. Achttien jaar later krijg ik het tweede exemplaar (en degene die in de Blauwe Bak zit) van Albert (zie daarvoor het bizarre bericht van 3 december 2011). Hij ligt niet heel vaak op de draaitafel maar iedere keer als dat gebeurt, neem ik me voor hem vaker te draaien. Wellicht dat dit een goede aanleiding is het alsnog te doen?