zondag 30 april 2017

Raddraaien: The Four Tops



Het heeft zo mooi kunnen zijn. Ik heb expres nog een tiende single besteld zodat ik op zijn minst een 'Eindstreep' kan presenteren. De platen zijn maandag op de bus gegaan en zelfs met Koningsdag tussendoor zouden ze normaal gesproken gisteren zijn binnengekomen. Helaas is dat niet gebeurd maar nu kan ik wel beloven dat volgende maand een 'Eindstreep' gaat plaats hebben. Daar kunnen we Blue Magic bij rekenen, maar op mijn verjaardag heeft Albert iets toegezegd. Hij wil een pakketje singles voor me samenstellen en dat zijn altijd fijne verrassingen. Niet dat ik deze 'belofte' anders zo zwart-op-wit op papier had gezet, maar de 'Raddraaier' van vanavond komt uit zo'n pakket. De 'Raddraaier' komt vandaag uit de eerste reserve-Blauwe Bak en daar staan veel Motown-hits uit de jaren zestig waaronder ook 'Bernadette' van The Four Tops (1967).

Waar en wanneer? Van Albert dus. Het 'wanneer' is een zeer fraaie timing, dat heeft niet beter kunnen uitpakken. Het is slechts een paar weken na het, in mijn ogen, rampzalige concert van Marissa in Zwolle. Het is de vijfde keer dat ik haar zie en mag mezelf daarmee best ervaringsdeskundige noemen, maar dit heeft meer weg van een Amy Winehouse-vertoning dan een optreden van een aanstormend talent. De kater is fiks. Ik besluit haar een boodschapje te sturen. Ik denk ruim een week na over de inhoud van het schrijven en weeg de woorden, als het ware, af. Dat kán niet verkeerd vallen, mits je een over-het-paard-getild mens bent met hoogmoedswaanzin. En dat blijkt ze dan tóch te zijn. De persoonlijke mail wordt, hup, de openbaarheid ingeslingerd en iedereen is het roerend met haar eens. We hebben net nog flink lopen bekvechten via de boodschappendienst van Facebook en dan... kleppert de brievenbus. Een pakketje singles van Albert. Hier monter ik van op en besluit Marissa te laten voor wat het is. Een paar mogelijke 'upgrades' maar ook enkele singles die ik nog niet in de verzameling heb. Deze 'Bernadette' is zo eentje die ik nog niet heb en het is een prachtig stuk met de fotohoes!

The Four Tops is het verhaal van een huwelijk tussen vier mannen dat 44 jaar stand houdt. Levi Stubbs, Abdul 'Duke' Fakir, Renaldo 'Obie' Benson en Lawrence Payton treden in 1953 op tijdens een verjaardagsfeestje. Iemand in het publiek is van mening dat de vier mannen dit vooral moeten voortzetten. Het noemt zichzelf The Four Aims totdat The Ames Brothers rond 1958 erg populair is en Stubbs en zijn gevolg niet verward wil worden met deze groep. Zo verandert het de naam in The Four Tops. Onder leiding van Roquel Davis neemt The Four Tops eind jaren vijftig een paar singles op voor Chess, maar dat levert niet het gewenste resultaat op. Davis schrijft in die tijd liedjes met Berry Gordy en het is de laatste die de groep in 1963 overhaalt om bij zijn Motown-label te komen. The Four Tops maakt aanvankelijk jazzplaten voor het Motown-sublabel Workshop en doet achtergrondzang op platen van The Supremes en Martha & The Vandellas. In 1964 heeft Holland-Dozier-Holland een liedje geschreven dat ze bijschaven tot een popsong welke vertolkt kan worden door The Four Tops. 'Baby I Need Your Lovin' is niet alleen een standaard-werk binnen Motown, maar ook de eerste hit van The Four Tops. Het is even zoeken naar een passend geluid maar The Four Tops voelt zich als een vis in het water bij meer dramatische nummers als 'Ask The Lonely'. Toch zijn het vooral upbeat-nummers als 'I Can't Help Myself' en 'It's The Same Old Song' waarmee de groep lauweren oogst.

In 1966 weet Holland-Dozier-Holland de gepaste drama te plaatsen in de nummers van The Supremes ('You Keep Me Hanging On') en The Four Tops ('Reach Out I'll Be There') en zo komen we vanzelf uit bij onze 'Raddraaier'. 'Bernadette' verschijnt op 16 februari 1967 in Amerika en past naadloos tussen de andere Four Tops-hits. Toch heeft het nummer iets dat het apart maakt: Een 'vals' einde. Een 'instinker' voor radiopresentatoren. Eenvoudig jingle-materiaal voor de promotors. De muziek is afgelopen en The Andantes rekt de laatste zangnoot. Een moment stilte en dan een hartverscheurend 'Bernadette!!!' en gaat het nog een paar seconden verder voordat het wegsterft. Stiltes als deze zijn op de plaat vrij uniek, zeker in de jaren zestig. Het publiek rent massaal naar de winkel om het plaatje in huis te halen. Het levert een vierde plek op in de Billboard Hot 100, de laatste top tien-hit van de groep in de jaren zestig. Op de R&B doet het een plaatsje beter. In Engeland bereikt het in 1967 een zesde plek, het verschijnt in 1972 aldaar opnieuw op de hitparade en doet dan nummer 23. In Nederland is The Four Tops de meest populaire mannelijke soul-act uit die tijd en hier bereikt het een achttiende positiie in de Top 40.

Als Holland-Dozier-Holland later dat jaar Motown verlaat, lijdt vooral The Four Tops daaronder. Bij gebrek aan origineel materiaal krijgen zij covers toegeschoven die benedenmaats zijn voor hun kunnen. De aandacht van Motown voor The Four Tops verslapt per week en in 1972 zijn ze in staat om zich los te weken van het Motown-concern. The Four Tops zal een paar oplevingen hebbeb: 'Don't Walk Away' is in 1982 een grote hit en in de late jaren tachtig scoort het met 'Indestructible' en 'Loco In Acapulco'. Het is een huwelijk van 44 jaar en tot de dood ons scheidt. Op 20 juni 1997 sterft Payton als eerste van het oorspronkelijke kwartet dat nimmer een personeelswissel heeft gehad. De resterende drie willen aanvankelijk verder gaan als The Tops, maar nemen vervolgens de voormalige Temptations-zanger Theo Peoples aan. Peoples zal later de leadzang op zich nemen als bekend is geworden dat Stubbs ongeneeslijk ziek is. Ronnie McNeir komt bij de groep om Payton's leegte op te vullen. Stubbs zal nog eenmaal, aan de rolstoel gekluisterd, een gastoptreden doen met The Four Tops, maar overlijdt op 17 oktober 2008. Benson is op 1 juli 2005 overleden en de zoon van Lawrence Payton komt bij de groep. De laatste jaren is het echter stil rond The Four Tops en dat is niet zo verwonderlijk met de leeftijd van Fakir.

zaterdag 29 april 2017

Raddraaien: Mary Hopkin



Een kleine verjaardag vanavond? Ik zie net dat ik een jaar geleden ben begonnen met publiceren vanuit Uffelte en dat klopt wel. Ik ben dit weekend een jaar geleden verhuisd. Ik zou het vandaag al hebben gevierd met een fietstocht gezien de wind wel gunstig was, maar de korte nacht van donderdag op vrijdag breekt me op en bovendien moet ik een wasje draaien. Om nog maar te zwijgen over het tevergeefs wachten op de singles uit Engeland. Ik had een berichtje 'gereserveerd' voor de 'Eindstreep', maar nogmaals... dat heeft op dit moment geen zin. Morgen dus 'gewoon' een bericht en hopelijk eentje over een mooie fietsdag. Vandaag besluit ik met een 'Raddraaier' uit de negende jaren zeventig-bak en dat brengt me bij een artieste waarvan ik twee weken geleden nog iets 'nieuws' heb gedraaid. Toch staat Mary Hopkin vandaag vooral in de schijnwerpers met 'Temma Harbour' uit 1970.

Waar en wanneer? Ik heb haar winkel recent eens genoemd bij een 'Raddraaier'. Dan moet ik even in de lijst kijken. Ja, dat is het bericht geweest over 'Lenny' van The Buggles. Ik ontdek op deze middag in 2009 het winkeltje van Paula tegenover de kringloopwinkel in Meppel. Aanvankelijk heeft ze een handjevol singles. Een paar maanden later kom ik ogen tekort. Ze heeft honderden, zo niet duizenden, singles in de aanbieding. Veel Amerikaanse import en dus zeer interessant voor mijn beginnende Northern Soul-verzameling. Toch ook 'gewone' Nederlandse hits waaronder deze 'Temma Harbour' van Mary Hopkin met het afgebeelde fotohoesje. Het is de enige Mary Hopkin-hit die op dat moment ontbreekt in de verzameling, haar singles uit de Tipparade ben ik nimmer voor een fraaie prijs tegengekomen maar ik hou me aanbevolen! Het is niet moeilijk om te bepalen dat 'Temma Harbour' van haar hits de leukste is en ik draai de plaat geregeld met veel plezier in mijn shows.

Komende woensdag staan er 67 kaarsjes op de taart voor Mary. Ze wordt geboren in Pontardawe in Wales in een Welsh-sprekend gezin. Ze zet omstreeks 1967 haar eerste schreden in de muziek met Selby Set And Mary, een folkband, en brengt in die tijd een EP uit met Welsh-gezongen liedjes voor het lokale Cambrian-label. Haar grote doorbraak volgt in 1968 als Mary de televisie-talentenjacht 'Opportunity Knocks' wint. Eén van de toeschouwers is fotomodel Twiggy welke haar onder de aandacht brengt bij Paul McCartney. The Beatles staat dan net op het punt om Apple Records te lanceren en Mary heeft meteen de tweede single op het Apple-label na 'Hey Jude'. Toch is de Nederlandse EMI niet meteen happig om een speciaal Apple-label te produceren en verschijnen de eerste singles op het Parlophone-label (evenals 'Hey Jude' en naar verluid ook Jackie Lomax' 'Sour Milk Sea'). Pas later wordt de single ook in Nederland op Apple gedrukt. 'Those Were The Days' is gebaseerd op een Russisch volkswijsje en is meteen een wereldwijde hit. In Engeland bereikt het een eerste plek ondanks concurrentie van Sandie Shaw's uitvoering. In zowel Nederland als Amerika houdt 'Hey Jude' de single van de eerste plek. Apple heeft alle vertrouwen in Hopkin en laat haar een elpee opnemen: 'Postcard'. Dat album verschijnt in vroeg 1969 en is geproduceerd door Paul McCartney. Het zal haar enige hitalbum blijken. Een maand na 'Postcard' verschijnt haar tweede single: 'Goodbye'.

McCartney heeft 'Goodbye' geschreven, maar toch deelt Lennon in de credits. Deze single bereikt wel de eerste plek in ons land. In Engeland strandt het op twee en in Amerika is het opnieuw The Beatles welke Hopkin een eerste plek verhindert. 'Get Back' blijft stoïcijns op de hoogste positie totdat 'Goodbye' zakt op de hitparade. The Beatles heeft 'Goodbye' nooit officieel uitgebracht, maar toch verschijnen later bootlegs met de demo-versie. Het publiek moet bijna een jaar wachten op haar derde single en dat is dit 'Temma Harbour'. Een compositie van Philamore Lincoln. Wie? Dat zal ik jullie vertellen...

Robert Cromwell Anson is de officiële naam van deze man en hij wordt op 20 oktober 1940 geboren in Nottingham. Anson is een drummer en zanger tegelijk, alleen gebruikt hij daarvoor nimmer zijn eigen naam. Hij ontwikkelt een naam in de Londense blues-beweging en speelt met The Graham Bond Organization, Don Rendell en The Brian Auger Trinity. Hij gebruikt dan de naam Julian Covey en heeft ook zijn eigen band: Julian Covey & The Machine. 'A Little Bit Hurt' is een Northern Soul/Mod-klassieker van de bovenste plank. Eind 1967 raakt Keith Moon van The Who geblesseerd en wordt Covey aangenomen als oproepkracht. Hij speelt slechts een optreden van The Who mee alvorens hij wordt vervangen door Chris Townson. Deze doet de vier resterende concerten totdat Moon weer fit is. Anson heeft dan al besloten om solo verder te gaan. Hij neemt de podiumnaam Philamore Lincoln aan en tekent in Amerika een contract met Epic. Het resulteert in de elpee 'The North Wind Blew South' en hierop staat het origineel van 'Temma Harbour'. In Engeland komt Lincoln onder contract bij NEMS, opgericht door Brian Epstein, en maakt hiervoor een single. In 1971 gaat NEMS ten onder en hij produceert in 1971 en 1972 twee elpees voor de progressieve rockband Paladin. In 1972 raakt hij moe van de showbiz en vertrekt hij naar Dorset. In 2015 leeft hij een teruggetrokken bestaan in Oxford. Zijn Wikipedia verwijst naar de naam Philip Kinorra, maar ik kan niet vinden wanneer hij die naam heeft gebruikt. Paladin wordt immers geproduceerd door Lincoln. Nog even verder kijken en dan zie ik dat het sessiewerk vóór Julian Covey & The Machine onder de naam Philip of Phil Kinorra is gebeurd.

Terug naar Hopkin. 'Temma Harbour' is in Nederland een bescheiden hit, nummer zestien, en in Engeland doet het een zesde plek. De volgende stap is het Eurovisie-songfestival met 'Knock Knock Who's There'. Ze is aanvankelijk de publieksfavoriet totdat de Ierse Dana het podium bestijgt met 'All Kinds Of Everything'. Mary ontmoet producent Tony Visconti en zal met hem trouwen in 1971. Ze maakt de elpee 'Earth Song, Ocean Song', de plaat waarvan ze gedroomd heeft, maar kort daarna verlangt ze meer naar een gezinsleven. Ze maakt in 1971-72 nog een aantal platen en in 1973 wordt een oude kerst-single opnieuw uitgebracht. Mary noemt zich Mary Visconti en is solistisch nauwelijks actief, maar doet steevast mee op de platen die manlief produceert. Hierdoor is ze te horen op uiteenlopende elpees van uiteenlopende artiesten, onder andere op David Bowie's 'Low'. In 1981 scheidt ze van Visconti. Ze heeft datzelfde jaar enig succes met de band Sundance en blijft studiowerk doen voor onder andere Vangelis. In 1984 formeert ze Oasis met Peter Skellern en dat is goed voor een succesvol album. Pas in 1989 komt er weer een solo-plaat uit van Hopkin. In de jaren negentig toert ze vooral veel met The Chieftains.

In 2010 wordt haar kroost muzikaal actief. Dochter Jessica Lee Morgan vraagt Hopkin als elfjarige of ze haar dure gitaar mag lenen voor school. Mary weigert en vraagt Joe Brown (vader van Sam Brown) om een gitaar te zoeken voor het meisje. Morgan brengt in 2010 haar album 'I Am Not' uit en Mary zingt mee op een aantal nummers. Jessica Lee doet ook mee op het album dat Mary maakt met haar broer Morgan Visconti. Hopkin's meest recente werk is het album 'Painting By Numbers' dat ik twee weken geleden ben tegen gekomen in een database en waarvan ik al een paar nummers heb gedraaid. Met de conclusie dat Mary het nog altijd niet is verleerd en dat haar stem ook nog immer jong klinkt!

Magie d'r in?



Helaas pindakaas! De singles uit Engeland zijn nog niet gearriveerd waardoor het weinig zin heeft om morgenavond een 'Eindstreep' te doen. Deze singles gaan door de maand mei. Plus het fotomodel welke ik niet langer onder de pet kan houden. De plaat staat sinds drie jaar hoog op mijn zoeklijst en sinds Terri Bryant en The Para-monts zelfs op de eerste plek. Een 'moeilijke' plaat die vooral in de demo-versie ontzettend gewild is met prijzen die de pan uitrijzen. Het is een anderhalve week geleden dat ik uit verveling weer eens een vruchteloze gok ga doen op Ebay. Dan zie ik deze voor een aantrekkelijke prijs, maar toch kan ik het me niet direct permitteren. Die veiling is vorige week zaterdag afgelopen zonder een koper. Gisteravond moest ik weer even kijken. Nu kan er worden geboden vanaf dertig dollar, maar heeft de verkoper tevens de 'Buy-it-now' met tien dollar verlaagd. Ik kan twee dingen doen: Een bod uitbrengen met het risico om overboden te worden in de laatste seconden óf de nieuwe prijs accepteren. Ik heb het laatste gedaan waardoor ik over een paar weken deze schoonheid aan de collectie kan toevoegen. Blue Magic klinkt bekend, maar deze Blue Magic is niet dezelfde als de band uit de jaren zeventig en tachtig. De Blue Magic van 'Can I Say I Love You' heeft alleen dit plaatje uitgebracht in 1969. Liberty heeft eerst een demo op vinyl geperst en daarna deze op, vermoedelijk, styreen. Dat is dan weer een gokje hoe het klinkt, maar voor deze prijs kon ik hem niet laten liggen. Straks nog een 'Raddraaier' en dan zit ik weer op schema.

vrijdag 28 april 2017

Acht-voor-vijftig



Het is een korte nacht geweest, maar ik heb het uitstekend gedaan! Kwart over vier naar bed en om vijf minuten voor zeven wakker met de wekkerradio. De weerboeren hebben niet helemaal gelijk gekregen en ik ben blij dat ik mijn fleece-jack niet heb aangetrokken. Ik ben tot vanmiddag twee uur in Steenwijk geweest en daar zijn verschillende buitjes gepasseerd. Het stelt niet heel veel voor, maar liever niet wanneer ik een fleece-jack aan heb. Tijdens het bezorgen heb ik heerlijk kunnen nadenken wat te doen met mijn verjaardag op Soul-xotica, anders dan de 'Eretitel' van gisteren. Opeens ontdek ik 'iets'. Als ik in 2009 een punt zet achter de drankjes heb ik zeventien jaar gedronken. In de eerste zeventien jaar van mijn leven vrijwel niet. Ik neem me in 2009 voor in ieder geval tot mijn 51e nuchter te blijven, maar zie zelf geen enkele aanleiding om ooit weer de drank aan te raken. Zo ontstaat deze morgen de kop 'acht-voor-vijftig'. Als ik vervolgens sprongetjes van acht jaar terug in de tijd neem, zie ik een fraaie ontwikkeling en dit wil ik vandaag graag met jullie delen, hoewel het erg persoonlijk is.

Ben ik bang om ouder te worden? Eenvoudig antwoord: Nee. Ik vind het zelfs wel 'grappig'. Ik voel me lichamelijk beter dan ooit tevoren, maar zie mezelf uiterlijk ouder worden. Ik heb me gisteravond geschoren en nu voor het eerst echt rekening gehouden met de hals. Mijn baard is voor de helft grijs en met name onder aan het kin. Dat is moeilijk te zien bij het scheren en het is een paar keer voor gekomen dat ik later ontdek dat er nog grijs dons aan mijn kin hangt. Het is nu bijna als een babyhuidje. Ik denk de laatste maanden erover om weer elektrisch te scheren. Ik heb nat scheren geleerd toen ik naar Engeland ging en ik niet wist dat ze daar andere stopcontacten hadden. Het is slechts een paar maanden later als ik een scheerapparaat van iemand mag hebben, maar zo'n hevig trillend ding op de wangen bevalt me dan niet. Vooralsnog toch nog even nat scheren, ik heb per slot van rekening nog een halve bus scheerschuim. De baard mag me goed staan volgens omstanders, maar er zijn twee dingen waar ik een enorme hekel aan heb: Scheren én een baard hebben. Overgeven aan de weerzin betekent een baard en daar kan ik maar niet aan wennen. In Nijeveen heb ik nog iets van een wekelijkse routine, maar die is in Uffelte ver te zoeken. De baard van gisteren heeft drie weken gestaan, schat ik zo.

Niet bang om oud te worden, maar waarom dan de dramatische titel? Vijftig is een mijlpaal, maar het is bovendien nog niet zo lang geleden als ik vijftig 'een hele leeftijd' vind. Er zijn de afgelopen jaren nogal wat vrienden vijftig geworden en dan lijkt het zo'n eind weg. Nog een paar keer in- en uitademen en het is voor mij ook zover! Als ik dan tweeëndertig jaar, viermaal acht, terug ga... dan wordt mijn vader vijftig. Man, ik dacht dat hij bijna gepensioneerd was! Vijftig is een topleeftijd voor iemand van tien jaar. Hoewel vijftig een eind weg is voor mij, vind ik zijn behaalde leeftijd van 75 jaar nog steeds wel vrij jong om te sterven. Acht jaar later is het 1993 en mag ik mezelf 'volwassen' noemen. Volwassenheid is altijd een titel gebleven bij mij, ik heb nooit begrepen wat het precies inhoudt. Bovendien ben ik op mijn achttiende verjaardag nog eerder een dwarse puber. Ik kan me herinneren dat ik niet van mijn kamer wil komen, ook al is de familie gearriveerd en is het stralend mooi weer. Ik krijg, erg toepasselijk, een 'volwassen' horloge. Ik vind de digitale horloge wel erg 'kinderachtig' en wil een sober design met wijzers. Het wordt eentje met een kunststof bandje. Dat knapt in 1997 en vanaf dat moment gaat het klokje mee in de broekzak. In 1999 is de batterij op en dan zit ik in het idealisme dat ik wel zonder tijd kan leven. Met andere woorden: Ik heb nooit weer een horloge om gehad.

Ik heb in 2003 voor het laatst de verjaardag gevierd met familie. In 2001, acht jaar na 1993, woon ik in Tuk en zowel mijn ouders als mijn zus en zwager en hun kinderen komen langs. Ik heb die middag ook een 'speciale gast' uitgenodigd. Ik verlang eigenlijk vanaf 1992 al van 'gewoon een vriendin' om gezellige dingen te doen. Ik heb nergens de drang om op zoek te gaan naar 'de ware', ik wil gezelligheid. Samen uit en samen thuis, maar dan wel op een ander adres dan de mijne. Als tiener en twintiger ontdek ik dat dit verschrikkelijk lastig is. De dames kunnen argwanend zijn, maar ook ik twijfel wel eens 'of er niet méér is'. Zo leer ik in 2000 X kennen. Een bloedmooie meid die in het plaatselijke café werkt. Ze werkt overdag en dan is het meestal rustig. Ik 'sleur' haar door de dag, zoals ze het zelf zegt. We kunnen eindeloos praten, diepzinnig ook. Ik kan X helemaal vertrouwen en dat is wederzijds. Van liefde kan en mag geen sprake zijn want daarvoor is ze al jaren 'bezet'. Als mijn zesentwintigste verjaardag op handen is, nodig ik haar uit langs te komen. Zij verwacht mijn 'vriendenclubje' te treffen, kameraden uit de kroeg, maar zo komt ze temidden van de familie die haar écht begint te bekijken als een uitbreiding van de familie. Hulde aan X. Ze blijft fatsoenlijk maar vertelt me een week later dat ze nóóit meer met me wil praten. Dit slaat me volledig van mijn sokkel. Ik weet namelijk de reden niet en het kost jaren eer ik het in zie. Introductie in de familie? Van een 'goede vriendin', ja! Helaas vat X het verkeerd op. Een paar jaar later, als ik dertig ben geworden, ontmoet ik W. en met haar zal ik wél de band opbouwen welke met X zo vroeg is verbroken. W. heeft mijn moeder al twee keer ontmoet en de familie weet wat ze is: Méér dan zomaar een vriendin, maar van een liefdesrelatie is nimmer sprake geweest en dat zal ook niet gebeuren. We houden elkaar vrij. (Uiteraard heet het eerste meisje niet X, maar dat hadden jullie vast wel begrepen).

Acht jaar later is het 2009. Ik heb geprobeerd de verjaardag te verzwijgen, maar het is een verpleger die recent in mijn dossier heeft gekeken die het wereldkundig maakt op de afdeling. Ik heb die ochtend eerst een belangrijk gesprek. Hoewel ik iedereen al heb beloofd dat ik van de drank zal afblijven, zijn de 'professionals' van mening dat ik moet 'afkicken'. Daarvoor hebben ze een traject uitgekozen dat bij mij in eerste instantie in verzet brengt, maar op aanraden van een vriend werk ik mee. Het eerste deel is zeven weken in een gesloten gemeenschap. Eén kopje koffie of thee in de ochtend en verder alleen maar caffeïne-vrij. Geen gebruik van nicotine. De telefoon moet ingeleverd worden. Geen muziekspelertjes. Overdag hard werken op een boerderij en 's avonds gezamenlijk 'gezellige' dingen doen. Je mag niet alleen van het erf af, alleen als de hele groep wil wandelen. Ik voorzie dat dit de situatie alleen maar minder maakt. Ik kan beter 'normaal' doen en me richten op het leven zonder alcohol dan ook meteen caffeïne en nicotine op dezelfde hoop te gooien. Ik ga die morgen uiterst ontspannen naar het intake-gesprek en binnen een kwartier schudden we elkaar de hand. Zij kunnen me niet helpen. ,,Jij bent overtuigd dat je nooit weer zal drinken en dus laten we jou niet een plekje bezetten van iemand die daar moeite mee heeft". Nog ontspannender fiets ik terug naar Meppel. Dan hoor ik dat de 'kamergenoten' een verjaardagsfeestje willen organiseren. Ik kan niet achterblijven en haal vervolgens oranje-tompoucen bij de dichtstbijzijnde supermarkt. Omdat ik voortdurend zuurtjes zuig sinds ik (tijdelijk) ben gestopt met roken, krijg ik een glazen stolp-pot vol met snoepjes. De snoepjes zijn op, maar de pot heb ik nog dagelijks meerdere malen in mijn handen: Het is mijn koffiebus geworden.

Acht jaar later, 2017, zit ik achter huis in Uffelte. Mijn brorr belt en hij zegt op een bepaald ogenblik: ,,Uffelte heeft een verandering teweeg gebracht bij jou?". Ik spreek wel vijfentwintig keer 'ja' uit in diverse klanken. Van twijfelend tot overtuigend en ook vragend. Ik hoef maar even om me heen te kijken om dan volmondig 'ja' te zeggen. Uffelte doet me goed! De weidse rust en nu weer de drukke vogels in de bomen, hier kan geen pot bier of een joint tegenop! De volgende acht jaar gaat geen hindernis worden, ik heb er alle vertrouwen in. Tegelijk ook wel benieuwd hoe ik dan in het leven sta, want ik voel dat ik ook sinds 2009 weer een héél eind ben opgeschoten. Gelukkiger dan nu kan ik niet worden?

donderdag 27 april 2017

Eretitel: 'Birthday'



Het wordt een zeer korte nacht, maar ik moet nog even de adrenaline van 'Afterglow' kwijt en dus alsnog een 'Eretitel'. Temeer omdat ik weer eens achter lig op schema, maar het komende weekend heb ik 'veel vrij'. Mijn zaterdag-shows komen te vervallen vanwege een live-uitzending op Wolfman Radio en ik zal 's avonds wel even een oogje in het zeil moeten houden in de chatroom, maar beschouw dat niet als 'werk'. Ik zou er anders ook zijn. Alleen zondagavond een show dit weekend en dus veel tijd om te publiceren. Hopelijk komen de Engelse singles morgen binnen zodat ik met de 'Singles round-up' kan beginnen, daar kijk ik nu al naar uit! Nu dan de 'Eretitel' met als titel 'Birthday', want ja... ik verjaar vandaag (vrijdag).

3. Katy Perry (2013)
Deze bewuste 'Listen Carefully' vindt plaats op mijn veertigste verjaardag. Ik heb het dan al uitbundig gevierd op zaterdagavond. Een leuk idee met gelukkig erg veel reacties! Ik nodig luisteraars uit mij een nummer 'kado' te doen dat ik anders vrijwel niet zou draaien in een radioshow. In ruil daarvoor geef ik hen een liedje. Het levert een bonte slamix op van zowel de luisteraars als mezelf en ik kijk nog altijd met plezier terug op dat eenmalige experiment. Ook in deze aflevering wil ik weer proberen zo breed mogelijk in te zetten en zo sluipt Katy Perry de lijst binnen. Niet de meest overtuigende 'Birthday' maar op zijn minst uit de nieuwe eeuw. Perry wordt niet weer uitgenodigd en mag op de de derde plek.

2. The Beatles (1968)
De eerste 'Birthday' waaraan ik moet denken in 2015 maar kan me niet voorstellen dat het de enige is met die titel. Inderdaad, de verjaardag is vaker gebruikt! Het brengt me zelfs naar de nummer 1 waar ik vóór 28 april 2015 nauwelijks van heb gehoord. Straks meer daarover. 'Birthday' staat op het witte dubbelalbum van de jongensgroep uit Liverpool en is zo'n verjaardagsnummer dat er meteen lekker in beukt. Ringo's drumspel lijkt kinderlijk eenvoudig, maar er zijn meerdere drummers stuk gegaan op dit stuk. Omdat The Beatles van de drie er een écht feestje van maakt, mag dit op twee in de 'Eretitel'.

1. The Sugarcubes (1988)
Ik weet uit de geschiedenisboeken dat Björk bij Kukl en The Sugarcubes heeft gespeeld, heb wel eens iets van deze bands gehoord, maar verder nooit veel aandacht hieraan besteedt. Tot mijn grote verrassing heeft The Sugarcubes een 'Birthday' op het repertoire staan en het voldoet geheel aan de verwachtingen. Ik kan Björk niet voorstellen met een feestmuts en een roltong en zo klinkt ook dit nummer van The Sugarcubes. Verjaardagen hoeven immers niet per se feestelijk te zijn. Toch is het ook geen trieste boel met The Sugarcubes. 'Birthday' is een nummer waarvan ik ontzettend ben gaan houden en ben blij verrast als ik in september bij De Tafel de vinylsingle in de handen hou. Misschien één van de aardigste singles die ik daar heb gekocht. Ik ben vanavond ook de show begonnen met dit nummer, dus als het nog niet duidelijk is, dan bij deze: The Sugarcubes bezorgt mij mijn favoriete 'Birthday', ook had Low Point Drains niet in deze top drie mogen ontbreken! Ik hou echter vast aan de 'Listen Carefully'-aflevering van 2015 en daar staat die niet in de lijst.

dinsdag 25 april 2017

Week Spot: Barbara Lewis



Ik denk dat ik er pas achter kom nu ik ruim vijf jaar de Week Spot hanteer. Er zit een bepaalde risico-factor aan de Week Spot. Sinds juni 2012 is het vaste prik dat ik een bericht van normale lengte schrijf over de betreffende Week Spot, maar als je meteen de levenswandel uit de doeken doet, kun je dit moeilijk een paar maanden later gaan herhalen. Hoewel dat in het begin nog niet zo belangrijk is want in 2012 laat ik maar liefst drie singles van Barbara & Brenda Week Spot worden. Bij iedere potentiële Week Spot moet ik tegenwoordig denken: Bestaat er de mogelijkheid dat ik de artiest later eens wil gebruiken voor een plaat welke het nóg meer verdient dan deze? Dat is natuurlijk niet te doen en toch lijk ik 'oude' artiesten te mijden als het komt tot de verkiezing van de Week Spot. Het is meer dan een jaar geleden dat ik een vreugdedansje maak. Het Engelse kwaliteits-label Kent gaat 'The Stars' van Barbara Lewis opnieuw uitbrengen. De bootleg uit de jaren tachtig klinkt nergens naar en dus is deze zeer welkom. Hoewel? Lewis heeft omstreeks het avontuur in Watford reeds de Week Spot gehad met 'Don't Forget About Me' en is meer dan eens aan bod geweest op Soul-xotica. Erg logisch dus om de plaat niet tot Week Spot te maken? Dit ontdek ik een paar weken geleden tot mijn grote schrik. Deze móet Week Spot worden en wel meteen!

Ik moet het nog eens controleren, maar nee... 'The Stars' is géén Week Spot geweest. Ik zie wel dat 'Don't Forget About Me' dat in de week van 17 december 2013 is geweest. Het is dan de gedroomde 'laatste plaat' in Watford, maar dat zal anders lopen. De single is niet eens uit de koffer geweest! Omdat het tóch geen Week Spot gaat worden, heb ik het verhaal van 'The Stars' vorig jaar al blootgelegd in de betreffende 'Singles round-up'. Het is oorspronkelijk een track van een album dat Barbara Lewis in 1970 opneemt voor het Enterprise-label van Stax. Elpees zijn 'not done' in de grote Northern Soul-clubs maar vinylperserijen genoeg en zo verschijnen de eerste bootlegs van 'The Stars'. In de jaren tachtig krijgt het een bootleg voor de consument in plaats van de dj's en deze op Kent is uiteindelijk de eerste officiële release van het nummer dat zich heeft opgewerkt tot een publieksfavoriet in de Northern Soul- en Crossover-beweging. Op de keerzijde staat 'I Play For Keeps' van Carla Thomas, eveneens een album-track uit de archieven Stax, maar het is vooral 'The Stars' dat maakt dat ik de portemonnee trek voor dit plaatje. Het bereikt in december een achtste plek in de Blauwe Bak Top 100.

Ik leer 'The Stars' kennen via de 'Northern Soul Jukebox' en hangt voor mij samen met een herinnering aan een fietstocht. Het is bijna een jaar geleden dat ik in Uffelte ben gaan wonen. Het is niet verschrikkelijk ver weg van Nijeveen, maar toch... Als ik vanuit Nijeveen richting Ansen of Dwingeloo wil fietsen, dan is het stuk tot en met Havelte 'routine'. In de buurt van Uffelte begint vervolgens de 'nieuwe wereld', daar overvalt me een soort van vakantiegevoel en ben ik opeens ver van Nijeveen. Ik kan me de eerste zondag in Uffelte nog goed herinneren. Ik stap 's middags op de Pioneer en verbaas me erover. Normaal gesproken heb ik al een hele rit achter de rug als ik door Ansen fiets, nu ben ik net opgestapt. Het Dwingelerveld ligt vrijwel binnen handbereik. Ik denk dat ik dit weekend nog wel even ga terug blikken op de eerste dagen in Uffelte, maar toch ligt het niet ver van mijn associatie met 'The Stars'. Het is een zondagmiddag in augustus 2012. Het is snikheet als ik een fietstochtje ga maken. Natuurlijk vergezeld van de mp3-speler. Ik weet niet meer de hele rit te herinneren, want het is ook alsof andere fiets-herinneringen er doorheen lopen. Nee, de kwartjes vallen alweer op hun plek. Ik ga beide keren langs de Drentse Hoofdvaart naar Uffelte. De heenweg de brug over en via Rheebruggen. Ik heb limonade en koekjes in de rugzak zitten. Ik beland ergens in het niemandsland tussen Ansen en Dwingeloo en ga op een bankje genieten van de limonade. Ik kom regelmatig langs de plek fietsen. Het is nu misschien een kwartiertje op de Pioneer, maar in 2012 heb ik dan wel een uur gefietst. Op dat bankje word ik verliefd op 'Earthquake' van Bobbi Lynn dat via de koptelefoon mijn oren binnen glipt.

Het is drukkend warm en er is onweer voorspeld. Ik ga het onweer als het ware 'ophalen'. Het is het moment waar je naar uit kijkt. Niet dat ik veel op heb met onweer en zeker niet onderweg, maar deze warmte is gewoon vies. Tussen Ansen en Dwingeloo kun je eindeloos 'dwalen'. Je kan de bossen in gaan richting de schotel, maar er zijn ook tal van fietspaden die de ruilverkavelingswegen met elkaar verbinden. Ik weet niet precies meer hoe ik ben gefietst maar wel dat ik flink wat kilometers heb gemaakt als ik in het centrum van Dwingeloo kom. De meegebrachte frisdrank is op en bovendien verlang ik wel naar een hartige hap. Ik schuif aan in een cafetaria waar ik even word overmand door de hitte en een beetje heftig reageer op iets of iemand. Na een paar frietjes en een slokje cola gaat het al een stuk beter! Op de terugweg begint de lucht te betrekken. In de buurt van Uffelte krijg ik een frisse regenbui over me heen, maar de kleren zijn al gedroogd als ik in Nijeveen kom. Even daarvoor krijg ik voor de tweede maal 'The Stars' van Barbara Lewis op koptelefoon. Beide keren vrijwel op hetzelfde punt. Barbara Lewis kan dan al niet stuk bij mij, maar de bootleg laat ik vooralsnog links liggen. Vorig jaar heb ik dus alsnog mijn zin gekregen. Ik kan 'The Stars' van Barbara Lewis niet alleen draaien in 'Do The 45', maar het ook tot Week Spot bombarderen. Over 'Do The 45' gesproken: Vanwege een live-uitzending vanuit Reading is er deze zaterdag geen show.

Raddraaien: Petula Clark



Voordat ik ga schrijven wil ik eerst nog iets kijken op Youtube en halverwege de video merk ik dat het gesproken woord niet meer synchroon loopt met het geluid. Als ik de browser sluit, blijkt dat het internet even weg is en zit er niks anders op dan het modem opnieuw te starten. Dat moest ook wel weer eens, het gebeurt me meestal als ik halverwege een uitzending ben. Het internet doet het weer en zo kan ik me schrap zetten voor een volgende aflevering van 'Raddraaien'. Ik wil eerst 'iets anders' doen, maar kan dan andermaal concluderen dat ik daarover al heb geschreven. Dat krijg je na zeven jaar bijna-dagelijks publiceren. Gelukkig gaat 'Raddraaien' nóóit vervelen, het is vijf jaar geleden dat ik de eerste serie ben begonnen en het voelt alsof ik het nog minstens vijf jaar kan doen. Vandaag wederom een kleine exoot: 'So Wunderbar Verliebt Zu Sein' van niemand minder dan Petula Clark uit 1966.

Waar en wanneer? Dat is nog vrij recent! Ik heb de single bij De Tafel vandaan. Donderdag 9 april 2015 is inderdaad nog maar twee jaar geleden en ook dan siert Clark het bericht. Even later vind ik hier ook nog het Engelstalige origineel met fotohoes. Petula Clark in het Duits? Ja, hoeveel wil je er hebben? Ze zingt trouwens met hetzelfde gemak in het Frans of het Italiaans, maar zou ze altijd precies hebben geweten waarover ze zong? Met name de Italianen houden er nogal wat artistieke vrijheid op na als het tot vertalingen komt. Zo wordt 'Space Oddity' van David Bowie opeens een zoetsappig verhaaltje over een jongen en een meisje en blijven de benen aan de grond. Voor Bowie is het vrijwel eenmalig hoewel hij ook een Duitse 'Love You Til Tuesday' opneemt. Petula Clark heeft wat dat betreft twee carrières die beide even succesvol zijn: Enerzijds een zangeres met succes in Engeland, maar ook als 'schlager-artiest' in Duitsland en Italië.

Nederland heeft een dergelijke wet al in de jaren zestig overboord gezet. Tot die tijd heeft vrijwel elke omroep haar eigen orkest dat de grote hits uit Amerika na speelt, maar ook met oorspronkelijke liedjes komt. Denk aan The Ramblers en The Skymasters. Hoewel Radio Veronica met Tony Vos aanvankelijk wel een orkest in huis heeft, kan het hiermee te maken hebben dat in Hilversum de regels worden versoepeld. De programmamakers mogen zélf bepalen wat ze hun luisteraars willen voorschotelen, ongeacht dat in het Nederlands, Engels of desnoods Fins is. Vervolgens bepaalt de hitparade voor een gedeelte welke platen blijvend zijn te horen op de radio. Nederlands amusement van Johnny Hoes en Zangeres Zonder Naam gaat al heel snel in de ban in Hilversum en zo wordt alleen maar méér ruimte gecreëerd voor buitenlandse artiesten. Het zal notabene Radio Veronica zijn dat eind jaren zestig weer het Nederlandstalige repertoire gaat promoten. Zonder de zeezender had Vader Abraham of Corry & De Rekels nooit zoveel succes gehad. Hilversum 3 weigert dit echter te draaien en de Nederlandstalige popmuziek dreigt in gevaar te komen als Radio Veronica het zwijgen wordt opgelegd. Gelukkig neemt de Tros dit over met 'Op Losse Groeven' en 'Op Volle Toeren'. Buiten een kleine opleving met bands als Doe Maar en Toontje Lager zit de Nederlandstalige muziek tot de midden jaren negentig in een stil hoekje met een enkele uitschieter op de hitparade. Het is eerst Radio Noordzee Nationaal dat Frans Bauer, Marco Borsato en Guus Meeuwis van grote hits voorziet. In de nieuwe eeuw wordt dit uiteraard overgenomen door RadioNL. Daar hoorde ik laatst trouwens een Engelstalige plaat van BZN, waarmee dat station de kant op gaat van het oude Noordzee Nationaal: Promotie van de Nederlandse artiest in het algemeen.

Een aantal Europese landen waaronder Duitsland en Italië hebben strenge regels voor radio-uitzendingen. Waar bij de BBC tot in de jaren zeventig een bepaald percentage 'live' in de studio moet zijn, daar stellen de autoriteiten in Duitsland en Italië dat een groot deel van de gedraaide muziek in de eigen taal moet zijn. Dat is niet alleen goed voor nationale artiesten, maar schept ook werkgelegenheid voor Engelse en Amerikaanse artiesten en groepen. Zij zien hun aandeel op de radiostations verminderen en, vaak vanuit de platenmaatschappij, nemen ze hun hits ook op in het Duits en Italiaans. The Beatles is alras zó populair dat hun Engelstalige nummers altijd op de speellijst komen en dus zijn 'Sie Liebt Dich' en 'Komm Gib Mir Deine Hand' relikwieën uit een ver verleden. Veel schlager-zangers kunnen zich prima meten met Cliff Richard en die wordt min of meer gedwongen met Duitse versies te komen. Soms laat Engels zich nogal stroef vertalen in het Duits en dan wordt de tekst verder aangepast. Zo wordt 'On The Beach' iets héél anders en is 'The Day I Met Marie' opeens een zondag: 'Ein Sonntag Mit Marie'. Het zijn niet alleen de Engelsen die zich wagen aan het Duits. De rhythm & blues is vrij populair in Duitsland door de aanwezigheid van vele Amerikaanse militairen. Zelfs in Detroit zien ze de behoefte aan Duitse en Italiaanse uitvoeringen. Marvin Gaye zingt niet onverdienstelijk 'Wie Schön Das Ist', een vertaling van 'How Sweet It Is'. The Supremes doet het een paar maal in het Italiaans, maar vooral 'You Keep Me Hangin' On' 'loopt' niet in het Italiaans. Het brengt de artiesten echter wel op de Duitse radio en uiteindelijk is het vooral ter promotie van de 'eigen' Engelstalige platen.

Petula Clark heeft naast bijvoorbeeld Sandie Shaw een imposante 'Europese loopbaan'. Bij hen is het niet eenvoudig Duitse, Italiaanse en Franse vertalingen van de hits, maar hebben ze in deze landen ook 'exclusieve' hits. Denk dan bijvoorbeeld aan 'Monsieur Dupont' van Sandie Shaw. Onze 'Raddraaier' is echter een plaatje dat terug gaat naar de oorsprong: Een Duitse vertaling van een nummer dat in Engeland reeds populair is geweest. In Engeland bereikt het een zesde plek op de hitparade, in Duitsland doet het in de nieuwe versie nummer 28. Het werkt toch niet altijd. Een jaar later scoort Clark wereldwijd met 'This Is My Song', maar zowel de Engelse als de Duitse halen niet de top tien in Duitsland. Dat geldt ook bij 'Verzeih' Die Dummen Tränen', de Duitse versie van 'My Love' en de andere Duitse Petula Clark-single die ik in mijn verzameling heb. Die heeft als bonus op de b-kant de Duitse 'You're The One': 'Deine Liebe Ist Wunderbar'. Ik weet even niet uit mijn hoofd of ik eerder heb geschreven over Petula Clark, maar acht de kans aanwezig dat ze nog wel eens voorbij gaat komen in deze rubriek. Dan ga ik wat dieper in op haar lange muzikale loopbaan.

maandag 24 april 2017

Raddraaien: Sparks



Geeft ons heden...? Juist, ik gooi er maar weer een 'Raddraaier' tegenaan. Ik heb immers nog veertig te gaan in deze serie en dat betekent dat ik nog maar net ben begonnen. De overledenen laten Soul-xotica momenteel met rust en dat is op zichzelf een goed teken. 'Singles round-up' is schaars, maar verwacht volgende week een terugkeer van deze rubriek. Ik heb de afgelopen weekeinden niet gefietst en dus kan ik daar evenmin over verhalen. Nee, ik zal het vanavond toch weer met een 'Raddraaier' moeten doen, maar dat is nooit echt een bezwaar. Ik heb niet in het archief gekeken, maar er staat me iets van bij dat Sparks al een keer eerder aan bod is geweest. Ach, het wordt wel weer eens tijd, denk ik zo. De 'Raddraaier' komt vanavond uit de negentiende jaren zeventig-bak. Hoewel ik vooral jaren zestig-verzamelaar ben, heb ik nu eenmaal het meeste singles uit de jaren zeventig. De jaren zestig heb ik één bak minder en de jaren tachtig staat slechts in de kinderschoenen. De 'Raddraaier' van vanavond is 'This Town Ain't Big Enough For The Both Of Us' van Sparks (1974).

Waar en wanneer? Daar hoef ik ditmaal niet lang over na te denken. Ik kan jullie zelfs de datum geven! Het is zaterdag 16 oktober 1999. Ik ben pas drie dagen terug in Nederland na een verblijf in Engeland. Ik ben in totaal drie keer terug geweest voor een korte vakantie en daar reken ik het eerste uitstapje niet bij. Ik kom in eerste instantie in Engeland met vier onderbroeken en vijf paar sokken en weinig meer, want het is maar een paar dagen. Vanaf de tijd in Mossley ga ik driemaal terug om een vakantie te vieren in Nederland en de laatste keer op de boot naar Hull voelt al anders aan. Er is een verandering op komst! Ik heb ergens de ambitie om mijn idealisme voort te zetten in Polen, 'of all places', maar in eerste instantie is het een paspoort dat in de weg zit en vervolgens de schuld die ik bij de Rabobank heb. Dat laatste moet eerst worden betaald voordat ik aan een andere plek kan denken en daarvoor kom ik op 13 oktober voor een paar maanden naar Nederland. Ik ben nooit weer naar een ander land gegaan met het idee dat ik daar wilde blijven en woon inmiddels weer ruim zeventien jaar in Nederland. Ik verblijf in een woonwerkgemeenschap in het midden des lands. Zaterdagmorgen word ik getipt over een antiekzaakje verderop en ga daar zaterdagmiddag kijken. In Engeland moet ik bukken als ik mijn stampub wil binnenstappen, in Nederland zou zoiets niet hoeven? Ik loop in dit winkeltje pardoes tegen een hanglamp aan welke voor mijn ogen flink in waarde daalt. Ik ben binnen! De eigenaar maakt er geen punt van en biedt me duizendmaal excuses aan. Bij hem vind ik een beduimelde 'This Town Ain't Big Enough For The Both Of Us' en dat is de eerste keer. Ik zal de single later nog eens beter kopen (en, volgens mij, met afwijkende fotohoes). De daaropvolgende weken dwing ik mezelf de plaat 'leuk' te vinden, want ik heb een tijd een hekel gehad aan dit nummer.

Daarvoor moeten we nóg verder terug in de tijd. Het zal bekend zijn dat ik in de late jaren tachtig en vroege jaren negentig vaak met de cassette in de aanslag zit bij de gouwe ouwen-programma's op de Nederlandse radio. De NCRV-gids publiceert de speellijsten vooraf van deze programma's en soms zie ik een nummer dat ik wíl hebben. Dat wordt pas een probleem als het op donderdagmorgen is, want dan moet ik naar school. Op deze morgen heb je de 'Arbeidsvitaminen' op Radio 2 en 'Gouden Uren' op 3. Ik 'bestel' tweemaal een nummer op donderdagmorgen, beide keren van The Moody Blues. Eerst mag 'mem' voor mij 'In The Beginning' binnen halen van de 'Arbeidsvitaminen'. Arm mens... Het zit vijf platen af van een nummer dat ze herkent en dan is het een kwestie van liedjes tellen. Wat ik niet weet is dat 'In The Beginning' eigenlijk een gesproken intro is van het album 'On The Threshold Of A Dream' en dat je zoiets gemakkelijk kan verwarren met een radio-jingle. Bij thuiskomst blijkt moeder 'Year Of The Cat' van Al Stewart te hebben opgenomen, het liedje ná The Moody Blues. In 1989, vlak voordat ik de single tegenkom, wordt 'Boulevard De La Madeleine' aangekondigd in de NCRV-gids. Het plaatje gaat gedraaid worden in de 'Gouden Uren'. Moeder leent zich ditmaal niet voor het werk en zo ga ik met een cassettebandje naar de buurvrouw. Dat is wél succesvol. Het plaatje van The Moody Blues wordt meteen gevolgd door het intro van Sparks en doordat ik nooit 'knip' bij cassettes blijft dat 'afschuwelijke' (vond ik toendertijd) intro volgen op het stemmige nummer van The Moodies. Deze associatie blijft tien jaar en pas in de nieuwe eeuw leer ik genieten van het Sparks-nummer.

Nu we toch op de verhalen-toer zijn en ik meen dat ik de geschiedenis van de Mael-broers al eens onder de loep heb gehad, kan ik het ook over deze boeg gooien? Het is rond 2009 dat ik het verhaal van Ivan Heylen hoor. Het is de zomer van 1974 en Sparks is juist doorgebroken met 'This Town Ain't Big Enough For The Both Of Us'. Het is vooral een verfrissende plaat, samen met Roxy Music zorgt Sparks voor een sterk afwijkend geluid tussen de melodieuze rock, vroege disco en nazaten van de flower power. Sparks staat voor alles dat 'jong en nieuw' is en de mannen hebben niet een beetje last van een ego. De groep wordt uitgenodigd voor televisie-opnames bij 'Toppop'. Daar ontmoeten ze in de kleedkamer een man met lang haar, een volle baard en een afgeragde akoestische gitaar. ,,Wat doe jij hier in hemelsnaam?", had een Mael gevraagd, waarop Ivan Heylen had geantwoord: ,,I'm the number one". Het is waar... Hoe modern ook, 'This Town Ain't Big Enough For The Both Of Us' piekt in 1974 op een vijfde plek terwijl Heylen van geen wijken weet op nummer 1 met zijn aftandse 'De Wilde Boer'ndochtere'.

De verdere historie kunnen jullie vast elders vinden op Soul-xotica (er zit een zoekvenster linksboven), maar toch ben ik wel benieuwd naar wat de gebroeders Mael anno 2017 beweegt. Ja hoor, niet uit te roeien! In september verschijnt de nieuwe Sparks-plaat 'Hippopotamus'. Het wordt het 23e album van de groep en de tracklijst, hoes en alles is al klaar. Opvallend is ook dat het album via BMG verschijnt. In 1974 komt de groep uit voor Island dat eveneens door BMG wordt gevoerd en in 1979 zit men zelfs op BMG's belangrijkste label: Ariola. Verder is het project met de Engelse groep Franz Ferdinand, FFS, nog niet officieel afgesloten en blijft Sparks zo op meerdere terreinen actief.

zondag 23 april 2017

Raddraaien: Simple Minds



Het is een tijdje onzeker geweest of ik in staat zou zijn om volgende week een 'Eindstreep' te kunnen presenteren, maar dat lijkt er nu wel van te komen. Ik heb gisteren de betaling in orde gemaakt van de negen singles die ik in Engeland had 'opgespaard' en daar een tiende single aan toegevoegd. Ze gaan morgen op de bus dus hopelijk voor het weekend in huis. De bijbehorende 'Singles round-up' zal in de eerste week mei worden, maar de tien singles kan ik jullie dan al even laten zien. Verder is het weekend weer lekker druk geweest met het fenomeen radio. Gisteravond heb ik 45 singles gedraaid die ik in 1991 heb gekocht en dat neemt opnieuw drie uren in beslag waarna ik het schrijven laat voor wat het is. Vanavond trakteer ik op een enkele aflevering van 'Raddraaien', morgen of dinsdag haal ik de schade wel in. Vanavond de 72e single uit de negende jaren tachtig-bak en dan kom ik uit bij 'Glittering Prize' van Simple Minds. Uit 1982 'toen ze nog goed waren'.

Ik weet dat ik de single ooit eens in de jaren negentig heb gekocht, maar waar en wanneer? Dat antwoord moet ik jullie schuldig blijven. Het is een tijd waarin ik totaal niet geinteresseerd ben in de jaren tachtig en het plaatje komt mee in een partij omdat het vaak goedkoper is om de hele zwik te kopen. 'Toen ze nog goed waren', is een 'running gag' onder Wolfman-presentatoren. We zijn het erover eens dat 'Sanctify Yourself' er nog net bij door kan, maar daarna? Ik heb nooit begrepen waarom Jim Kerr en zijn mannen zich moesten vergrijpen aan 'Sign Of The Times' van Prince. En 'Belfast Child'? Alstjeblieft niet, zeg! Hoezeer ik Lou Reed ook bewonder, het maakt 'This Is Your Land' niks aantrekkelijker voor mij. Maar dan is het 1995 en heb ik even de aspiratie om een 'serieuze' hit-dj te worden. Soms betaal ik 9,95 gulden voor een nieuwe cd-single of 15,95 voor een maxi, maar meest pluis ik de uitverkoopbakken uit. Simple Minds heeft in 1995 een comeback beleefd met 'She's A River' en ik vind de cd-single voor een ouderwetse rijksdaalder. Hoewel de groep met 'Belfast Child' had afgedaan voor mij, kan ik dit 'She's A River' erg goed waarderen in 1995 en heb ik nog steeds prettige herinneringen aan de plaat. Ik heb dus gemengde gevoelens bij Simple Minds.

De band viert dit jaar haar veertig jaar bestaan. Het verhaal begint in 1977 in Glasgow als er een punkband wordt geformeerd rondom zanger John Milarky. Jim Kerr en Charlie Burchill kennen elkaar sinds de lagere school en zijn de eerste die de band komen versterken. Op hun aanraden wordt Brian McGee de drummer en Tony Donald de bassist. Milarky Allan McNeill aan als derde gitarist en nadat de bandleden zichzelf hebben getooid met absurde namen is Johnny & The Self-Abusers geboren. De band maakt haar debuut op 11 april 1977 en speelt twee maanden later in het voorprogramma van Generation X (met Billy Idol). Eind 1977 verschijnt de single 'Saints And Sinners' op het Chiswick-label. De plaat wordt gekraakt in de pers, maar dat geeft niet. Op de dag dat de single uitkomt, valt Johnny & The Self-Abusers uit elkaar. Milarky en McNeill formeren The Cuban Heels terwijl de overige leden de belachelijke namen overboord gooien en zich verenigen in Simple Minds.

Het eerste jaar rommelt het nogal in de bezetting van Simple Minds. Duncan Barnwell is een paar maanden de tweede gitarist zodat Burchill zich kan richten op het bespelen van de viool. Jim Kerr heeft de toetsen aan de kant gezet om zich volledig op de zang te richten. Mick MacNeill neemt de keyboards over en dan verlaat Donald de groep. Derek Forbes vervangt de laatste en dan wordt Barnwell de wacht aangezegd. Dan ontstaat de eerste 'serieuze' bezetting van Simple Minds. Intussen heeft hun manager een deal geregeld met Arista en zo verschijnt in 1979 het debuutalbum 'Life In A Day'. Het is dan een verrassing, maar in vergelijking met latere platen een matig verkoopsucces. Het eerste album is vrij poppy, de tweede is 'donkerder' en experimenteler: 'Real To Real Cacophany' (1980). 'Empires And Dance' is het laatste album voor Arista en is in de lijn van de vorige plaat. In 1981 tekent Simple Minds een contract met Virgin en 'viert' Arista dat met de compilatie 'Celebration'.

'Sons And Fascination' is het eerste album voor Virgin en de eerste tienduizend exemplaren komen met de bonus-elpee 'Sister Feelings Call' dat later ook als aparte elpee verschijnt. Sinds de cd zijn beide albums gereduceerd tot één schijf. Steve Hillage (ex-Gong) is de producent van dit werk. De doorbraak komt goed op gang als Peter Gabriel de band uitkiest als voorprogramma voor diens' Europese tournee in 1982. 'Love Song' wordt een top twintig-hit in Canada en Australië. Brian McGee laat het dan afweten en kiest aanvankelijk voor een gezinsleven. Later zal hij terugkeren met Propaganda. Het geeft een positieve wending aan Simple Minds. Zijn vervanger is Kenny Hyslop die een interesse heeft in funk en hiphop. Dankzij zijn meer disco-georiënteerde drumwerk wordt de muziek van Simple Minds gelikter en werpt haar vruchten af met 'Promised You A Miracle' en later dat jaar 'Glittering Prize'. De groep wordt ondergebracht in de 'New Romantic'-tak van de new wave en gaat schouder-aan-schouder met Duran Duran. Jongens die eveneens niet vies zijn van een likje mascara.

Laten we hier dan het verhaal eindigen. Op 11 november van het vorige jaar is 'Acoustic' verschenen, een 'unplugged'-album waar de groep uit veertig jaar materiaal put. Ze zijn sinds oktober geregeld in de studio te vinden voor een album dat later dit jaar moest gaan verschijnen. Daar is nu nog geen datum van bekend, wel zijn er inmiddels twee liedjes vrij gegeven.

vrijdag 21 april 2017

Raddraaien: Brook Benton



Ik wil bij het aanbreken van het weekend niet meteen weer het klad erin laten komen en ga dus alsnog publiceren, ook al is het bijna bedtijd voor mij. Een 'Raddraaier' uit de jaren zestig-bak. Hoewel? De plaat is nét niet jaren zestig, maar dat komt omdat ik alle opnames van vóór 1970 in de jaren zestig-bak heb opgenomen. Daarbij zitten ook heruitgaven mits deze een grote hit zijn geweest in een later decennium. Mijn 'Wonderful World' van Sam Cooke zit bijvoorbeeld gewoon in de jaren tachtig-bak. De 103e single uit de tweede jaren zestig-bak slaat helaas The Beatles over, want het is altijd fijn om dieper in te gaan op een opname, maar brengt me bij een artiest welke volgens mijn herinnering al eens aan bod is gekomen. Nee, verder dan de vermelding van zijn naam in een Week Spot van bijna een jaar geleden heb ik het nimmer over Brook Benton gehad. Vandaag gebeurt dat alsnog in het kader van 'Raddraaien'. 'Endlessly' van Brook Benton (1959) is de aanleiding hiervoor.

Waar en wanneer? Hou eens op met lastige vragen stellen! Nee, ik moet jullie andermaal het antwoord schuldig blijven. Toch is het vóór de start van Soul-xotica geweest, anders had ik het wel terug gevonden. Jaren vijftig-singles als deze komen vaak 'per ongeluk' mijn verzameling binnen. Vaak omdat ik tóch singles wil kopen, maar er niets is dat echt interessant is, maar ik kan me geen enkele reden bedenken waarom ik een Brook Benton-single zou meenemen. Ik vermoed dan ook dat het in een partij is binnengekomen. Niet dat ik me hoef te schamen voor een plaat van Brook Benton. Integendeel zelfs! Met de huidige interesse voor soul en gospel is zo'n plaatje van Benton juist interessanter dan ooit.

Benjamin Franklin Peay. Een mooie naam, maar daarmee verkoop je geen platen. Het is de officiële naam van de zanger die we kennen als Brook Benton. Hij wordt op 19 september 1931 geboren in Lugoff in Zuid-Californië. Zijn vader leidt het koor in de lokale Methodist-kerk en het zal geen verrassing zijn dat Benjamin hier zijn eerste vocale stappen onderneemt. In 1948 vertrekt hij naar New York in de poging een professionele carrière in de muziek te beginnen. Dat is in eerste instantie als lid van een aantal gospel-groepen waarvan The Golden Gate Quartet wellicht het meest bekend is. Toch is dat kwartet net als de meeste andere koren, door de jaren heen wisselt het personeel continu en dus is lastig vast te stellen op welke opnames met Golden Gate hij hoorbaar is. Hij keert kortstondig terug in Lugoff om een rhythm & blues-zanggroepje te beginnen, The Sandmen, waarmee hij later naar New York zal trekken. Het tekent bij het Okeh-label en The Sandmen heeft daarvoor enkele successen. Okeh ziet echter wel iets in Peay en schuift hem naar voren als solo-artiest. Daar wordt ook de naam Brook Benton bedacht.

Aanvankelijk werkt Benton als producent en liedjesschrijver en is mede-verantwoordelijk voor 'A Lover's Question', de grote hit van Clyde McPhatter. Zelf scoort hij in 1958 zijn eerste hit met 'A Million Miles From Nowhere', zijn laatste single voor het Okeh-label. Hij tekent daarop bij Mercury en de volgende plaat betekent zijn grote doorbraak. Het is 'It's Just A Matter Of Time' dat onder andere door Benny Latimore is vertolkt en waarvan de keerzijde, 'Let's Move And Groove Together', vorig jaar tot Week Spot is gekozen. Natuurlijk is het nummer zélf een 'evergreen' geworden, maar dit is de enige keer dat ik Brook Benton tegenkom op Soul-xotica. 'Endlessly' is Benton's tweede grote hit uit 1959 dat een bijzonder succesvol jaar is voor de zanger. Begin jaren zestig is hij een consistent hitmaker zonder uitschieters. Tussen 'The Boll Weevil Song' uit 1961 en 'Rainy Night In Georgia' uit 1970 zijn het middenmoters op de Amerikaanse hitparade. In totaal heeft hij een score van 49 singles op de Billboard Hot 100.

Het tij keert kortstondig voor Benton als hij in 1968 tekent bij Cotillion, een onderdeel van Atlantic. Onder leiding van producent Arif Mardin neemt hij zijn uitvoering op van 'Rainy Night In Georgia', een compositie van Tony Joe White, dat later nóg onstervelijker zal worden gemaakt door Randy Crawford. Het brengt Benton eenmalig terug in de top tien. Benton maakt vijf albums met Mardin waaronder een gospel-album. In 1978 stokt zijn voortdurende 'output' en halverwege de jaren tachtig wordt hij ernstig ziek. Hij overlijdt op 9 april 1988 en is dan nog maar 56 jaar.

In de Blauwe Bak zal de single niet komen, maar moet zeggen dat ik Benton en deze single tot dit schrijven een beetje heb onderschat. Het werpt tevens een licht op latere opnames van de man die ik zeker eens nader ga onderzoeken met het oog op de Blauwe Bak. Vijf jaar na de start van de rubriek blijft het zo nu en dan zorgen voor nieuwe inspiratie en dus zet ik het met alle plezier voort!

donderdag 20 april 2017

Eretitel: 'Bad Blood'



Dat zien we over twee jaar wel weer! Dat denk ik als ik dinsdag de 'Listen Carefully I Shall Say This Only Three Times' doe van deze week. De titel is 'Sundown' en ik weet wel zeker dat Gordon Lightfoot daarbij over twee jaar op nummer 1 staat. De nummers twee en drie zijn nogal inwisselbaar (Uriah Heep en Zara Larsson). Vanavond krijg ik opnieuw te maken met zo'n geval want twee jaar geleden heb ik er niet bij stil gestaan dat ik jaren later nog steeds de show en de rubriek zou doen en evenmin dat het een plekje op Soul-xotica zou krijgen. Het is de tijd dat Taylor Swift in de Engelse hitparade staat met haar 'Bad Blood' en dat inspireert me tot deze 'Listen Carefully'. Ik heb echter twee van de drie even moeten beluisteren om ze te kunnen herinneren. De 'Eretitel' voor volgende week heb ik expres 'gespaard', want in de vroege uren van mijn verjaardag mag ik dan driemaal 'Birthday' doen. Vandaag staat de titel 'Bad Blood' centraal en levert de volgende top drie op.

3. Taylor Swift (2014)
Vroeger was alles beter? Nee, dat wil ik niet zeggen. The Beatles is invloedrijk in de popmuziek van de jaren zestig en menig band geeft ruiterlijk toe dat ze zijn geïnspireerd door The Fab Four. Toch proberen deze bands een eigen draai te geven aan de muziek en vooral niet teveel op de mannen uit Liverpool te lijken. Als we kijken naar de hedendaagse popmuziek en met name de solo-zangeressen dan denk ik aan Madonna, Beyoncé en nog een paar die invloedrijk zijn voor de huidige generatie artiesten. Maar waar je het gewoon zou kunnen erkennen om vervolgens iets nieuws in de markt te zetten, daar zetten producenten en platenmaatschappijen liever in op het bekende recept van kopiëren. Er zijn een aantal 'grote' zangeressen waarbij ik een vieze smaak in de mond krijg en Taylor Swift behoort eveneens tot dat rijtje. Slechts zelden weet ze indruk te maken op me, maar in geval van Swift is dat zeldzaam. 'Bad Blood' heeft 'wéér datzelfde' dat ik niet kan beschrijven, maar dat me een weerzin geeft. Ze is desondanks wel de inspiratie geweest voor deze bewuste 'Listen Carefully' en daarom beloon ik haar met een derde plek in deze 'Eretitel'.

2. Neil Sedaka (1975)
Laat me dan mijn hoop vestigen op een oudgediende. Misschien dat Neil Sedaka deze 'Eretitel' kan redden. Nee, ook dat is teveel gevraagd. De man heeft, naar mijn mening, zijn beste opnames in de jaren zestig gemaakt en probeert het omstreeks 1974 onder de leiding van Elton John. 'Laughter In The Rain' heb ik altijd een aardig nummer gevonden, maar dit 'Bad Blood' is vlees noch vis in mijn beleving. Nummer twee dan maar!

1. Bastille (2013)
Waar ik over twee jaar kan los barsten bij de nummer 1 van Gordon Lightfoot, daar ben ik vanavond opnieuw gereserveerd. Ik leer Bastille eind 2013 kennen middels 'Of The Night', een beetje een merkwaardige pop-versie van de house-klassieker 'Children Of The Night' die ik ook nooit goed heb begrepen. Van de 'Bad Blood'-titels is dit nummer van Bastille de uitschieter, maar in de massa zou het nummer me niet zijn opgevallen. Het is dus een korte en weinig enthousiaste 'Eretitel', maar dat ga ik volgende week helemaal goedmaken met 'Birthday'!

woensdag 19 april 2017

Het zilveren goud: april 1992



Afscheid nemen in zwaar en ik probeer het ook vaak tot het minimum te beperken. Het afscheid dat me blijkbaar zwaar valt is dat van Sunrise Records in Sneek in 1992. Ik meen dat ik vorige maand afscheid heb genomen van deze zaak in 'Het zilveren goud', maar tot mijn verrassing zie ik nu dat ik in april 1992 pas de laatste twee singles heb gekocht bij de zaak. Nee echt... ik beloof het! Dit zijn de laatste twee hoewel de naam vast een paar keer gaat opduiken in het komende jaar. Tegenover Sunrise Records, het oude pand van Twister Jukeboxen, is ene Klaas druk bezig een winkeltje in jukeboxen en jaren vijftig-snuisterijen in te richten. Uiteraard vallen daar ook singles onder en... van Sunrise zal ik erg eenvoudig de overstap maken bij Golden Years als volgende leverancier van het zwarte goud op vijfenveertig toeren. In april 1992 is daar nog even geen sprake van en pas op de laatste dag van de maand sla ik de grote slag met de platen: Negentien van de vijfentwintig singles herinneren aan Koninginnedag in 1992.

In april 1992 ben ik 'het jonge aanstormende talent' bij het Sneeker Nieuwsblad. De schare fans die als eerste mijn recensie lezen en dan de rest van de krant, groeit met de dag. Mijn naam, prominent onder ieder bericht, begint 'bekend' te worden in Sneek en directe omgeving. Let wel: Op enkele plaatsen zal de naam nog eens 'berucht' worden. Enerzijds omdat het in sommige plaatsen een eerlijke recensie niet kon waarderen, maar in bepaalde gevallen ben ik ook gewoon buiten mijn boekje gegaan. Met name in Heeg heb ik het eens erg bont gemaakt en weigert twee jaar later iemand van de feestcommissie mij te woord te staan. Uiteindelijk is het allemaal weer goed gekomen en heb ik het beloofde interview kunnen inleveren, maar ik kon 's avonds nóg merken dat ik met de nek werd aangekeken. In april 1992 is van dergelijk wangedrag nog geen sprake. Via de redactie word ik in contact gebracht met iemand die een feestavond aan het opzetten is voor Koninginnedag. Er zal een bandje te gast zijn dat al vaker in Sneek heeft opgetreden, maar altijd als vrij anoniem gezelschap. Dat is een paar maanden ervoor op slag veranderd toen een single van het bandje de vaderlandse Top 40 onveilig heeft gemaakt. Ik heb het dan over Pater Moeskroen. Koninginnedag 1992 zal het eerste optreden van de band in Sneek worden als 'grote act' en het is voor mij dubbel interessant. Zo vaak maak je in Het Bolwerk niet mee dat zo'n bekende band komt optreden. Het concert is pas 's avonds en hierover heb ik, geloof ik, geschreven op Soul-xotica. Ik kijk even voor jullie: Dinsdag 24 april 2012. Daar vinden jullie het bericht over deze bizarre avond.

Verder is de maand een beetje 'grauw' in mijn herinnering. De stage is afgelopen en dus verval ik weer in de school-routine. Hoewel ik de fijnste stageplek nog ga meemaken, heb ik ontdekt dat ik toch liever 'praktisch' bezig ben dan het 'stampwerk' in de schoolbanken. Maar ja... 'zonder diploma redt je het niet in het leven' en dus ga je verder met de schijn ophouden dat 'het uitstekend gaat' op school terwijl de motivatie tot een nulpunt is gedaald. April 1992 geeft ook een herinnering aan een uitstapje met de molenaars naar de Zaanse Schans. Op zichzelf een mooi uitstapje, maar ik merk gedurende die dag dat ik helemaal niks heb te zoeken in dit gezelschap. Ik was zelf liever Zaandam in gegaan op zoek naar platen dan zelfs bij de chinees nog te moeten praten over molentechniek. Het is een kwestie van een paar weken eer de muziek en het plezier van concerten bezoeken het gaat winnen van de verplichting om zaterdagmorgen om half negen in Sneek te moeten wachten op een molenaar en een zeer ijverige leerling.

Laat me dan nu maar voorzichtig gaan beginnen met de platen. Zoals ik schrijf in de inleiding koop ik blijkbaar mijn twee laatste singles bij Sunrise. De zaak is deze maand écht dicht gegaan. Dat zijn de eerste twee singles die vandaag aan bod komen.

659 Zambia-Mr. Big (Duitsland, EMI, 1975)
660 Canyon To Canyon-Gus Williams (NL, Bovema-Negram, 1979)

Net zo'n verhaal als met The Scorpions, bij Mr. Big denk ik ook een tijdje dat het dezelfde band is als dat in april 1992 op de hitparade staat met 'To Be With You'. Ik weet inmiddels beter en heb, als ik me niet vergis, 'Romeo' ooit nog eens in 'Raddraaien' gehad. Inderdaad, bij 15 april 2015 kunnen jullie het betreffende leesvoer vinden. Vervolgens de nummers 661 tot en met 664. Stig Rauno is een 'overblijfsel' van de fancy fair-partij van vorige maand welke ik achteraf gezien tóch leuk genoeg vind om in de verzameling te houden. Speedy J. koop ik in april 1992 voor een rijksdaalder in de uitverkoop. Zó irritant dat ik het leuk ga vinden! The Pilgrims heb ik al sinds juni 1991. Omdat ik nul verstand heb van naalddruk en toonarmgewicht en dit té licht is ingesteld, schuift de naald over de plaat. Daardoor komt het uiteindelijk pas in deze maand in de verzameling wonen. Glen Campbell heb ik op 4 mei 1990 gekocht met 'Riders On The Storm' van The Doors bij een platenwinkel in Heerenveen. Een promo met een stereo- en mono-kant welke na twee jaar dan toch mag. Voor de filmliefhebbers: Regisseur Steven De Jong is ooit zijn loopbaan begonnen met deze winkel.

661 Letkis-Stig Rauno (Frankrijk, Barclay, 1965)
662 Pullover-Speedy J. (Duitsland, !Hype, 1992)
663 White Men-The Pilgrims (NL, Columbia, 1991)
664 Any Which Way You Can-Glen Campbell (US, Warner Bros., 1980)

De koningin brengt in 1993 op 30 april een bezoek aan Sneek en pas sindsdien is op Koninginnedag iets te beleven in het centrum van Sneek. Dan heb ik het uiteraard over de dag zélf, niet de stapavonden erom heen. In de wijk Tinga is ieder jaar een braderie en rommelmarkt en voor mij ligt dat erg gunstig. In 1990 fiets ik zelfs 's middags nog naar Tinga om 'She Likes Weeds' van Tee Set met hoesje van 'A Sunny Day In Greece' te redden, maar ben dan net té laat. De plaatjes zijn reeds verkocht. De eerste zes komen van een handelaar die ieder jaar present is. Er staat me iets van bij dat hij al jaren dezelfde singles aanbiedt, maar dat ik (dankzij het recensie-werk) nu eindelijk eens geld heb om de bewuste platen aan de collectie te voegen. The Babys en Meadow komen van een tweede verkoper en hebben, volgens mij, 75 cent per stuk gekost. De volgende vier zijn een kwartje per stuk op de kindervrijmarkt en de overige singles komen van een partij die ik eerder had moeten zien. Iemand kaapt de originele 'Hey Joe' van Jimi Hendrix voor mijn neus weg, maar ik ga naar huis met enkele interessante Nederbeat-dingen.

665 Cousin Norman-The Marmalade (UK, Decca, 1971)
666 Get Up Stand Up-The Wailers (NL, Island, 1973)
667 Standing On The Inside-Full House (NL, Island, 1976)
668 Easy Boy-Greenfield & Cook (NL, Polydor, 1973)
669 Radar Love-Golden Earring (NL, Polydor, 1973)
670 The Tandem-Smyle (NL, Polydor, 1973)
671 Everytime I Think Of You-The Babys (NL, Chrysalis, 1978)
672 Met Het Weekend Voor De Deur-Meadow (NL, Polydor, 1986)
673 Touch-The Outsiders (NL, Relax, 1966)
674 Big Six-Judge Dread (NL, Trojan, 1973)
675 Bohemian Rhapsody-Queen (NL, EMI, 1975)
676 100 Years-Joey Dyser (NL, Delta, 1975)

Even een adempauze voordat ik verder ga met de singles uit de laatstgenoemde partij. Meadow steekt een beetje gek af tussen de overige platen, hierbij kan ik uitleggen dat het door Stenders & Van Inkel wordt gebruikt als jingle en dat maakt het voor mij in 1992 interessant genoeg om mee te nemen. Verder zijn er geen bijzonderheden bij de platen hierboven buiten dat de laatste vier, op Joey Dyser na, eigenlijk brandhout zijn.

677 Dedicated To The One I Love-The Mamas & The Papas (Duitsland, RCA Victor, 1967)
678 Beach Baby-First Class (NL, Decca, 1974)
679 Symfonietta-Serenade (NL, Negram, 1970)
680 Okefonokee-Ghizlane (NL, Negram, 1970)
681 Moonstruck-Session (NL, Decca, 1970)
682 Home In The Sky-Hello (NL, Universe, 1972)
683 Louie Go Home-The Transatlantics (NL, Polydor, 1966)

In april 2012 ben ik gestopt met '20 Years Ago Today' omdat het teveel werd en ben ik gestart met 'Raddraaien'. Nu ga ik echter gewoon door met 'Het zilveren goud', hetgeen betekent dat ik de komende maanden flink aan de bak moet. Volgende maand kunnen jullie veertien albums tegemoet zien en maar liefst achtenvijftig singles, maar... het wordt smullen!

Week Spot: Grand Theft



Een hernieuwde inspiratie voor de Week Spot? Nee, dat is te eenvoudig gedacht. Ik heb het de afgelopen dagen best even zwaar gehad met de Week Spot. Ik heb immers een plaatje aangekondigd van een artieste die we al eerder hebben gehad, maar toch wil ik die deze week nog niet aan bod laten komen. En als we deze artieste een tweede kans mogen geven als de Week Spot, dan ken ik opeens wel meerdere platen die in aanmerking komen voor de Week Spot. En waarom ook eigenlijk niet? Bij enkele eerder gebruikte artiesten kan ik het nog over het platenlabel gaan hebben en ook hebben sommige platen gewoon een persoonlijk verhaal gekregen. Dan zijn er ook nog de platen die kwalitatief al ruim en breed Week Spot hadden moeten zijn geweest maar waarover de nodige informatie ontbreekt om tot een volledig bericht te komen. Zo kom ik dan uit bij dit plaatje dat ongeveer een jaar in mijn collectie zit. Het heeft in december nog de top veertig van de Blauwe Bak Top 100 gehaald en nu mag die dan toch nog als Week Spot: 'How Could You Be So Cold' van Grand Theft uit vermoedelijk 1976.

De plaat staat te boek als een 'lowrider' en dat geluid mag ik wel, alleen... kan ik nergens een definitie vinden van 'lowrider'. Nee, niet een definitie van 'lowrider', maar waarom deze muziek nu juist wordt gelinkt aan 'lowrider'. Buiten het bekende nummer van War uit de jaren zeventig, heeft 'lowrider' twee betekenissen. Een officiële betekenis en een 'urban' betekenis. Bij een muziekstijl zou je al gauw denken aan een 'urban' definitie, maar dat lijkt me toch wel onwaarschijnlijk. Moet ik me schamen als ik toegeef dat ik dit ook zonder een woordenboek wist? Ach, kom op, als vrijgezelle jongeman komt het een en ander automatisch je pad op en, geloof me maar: Je kan nog tachtig keer aanklikken dat je hetero bent en op zoek bent naar video's en foto's van vrouwen, maar de mannenliefde sijpelt er gewoon tussendoor. 'Lowriding' is een term uit de homo-scene waarbij de broek zó laag wordt gedragen dat de bilnaad boven het ondergoed uitsteekt. Nee, de collega die door de knieën gaat en waarbij de broek halverwege zijn kont zakt, hoeft niet automatisch deze gevoelens te hebben! De 'lowriders' uit deze beweging lopen voortdurend met hun bilnaad in volle glorie. Ze laten zo de liefhebbers weten dat ze eenvoudig 'toegankelijk' zijn. Ik heb even serieus gekeken naar deze mogelijkheid want we hebben bijvoorbeeld ook de 'camp' te danken aan de homo-scene, maar nee... deze kan van het lijstje worden gestreept.

Dan de algemene definitie van 'lowrider'. Dat is een klassieke automobiel welke niet een beetje is verlaagd. Deze lowriders zijn dan ook totaal niet geschikt voor een gemiddelde Nederlandse woonwijk met verkeersdrempels en rotondes. Het is soms centimeterwerk van het asfalt tot het onderste plaatwerk. Ik denk dat de 'lowrider'-deuntjes van tegenwoordig veel hebben te maken met de oorsprong van de extreem verlaagde bolides. De Latino's beginnen met de 'lowriders'. Net zoals veel Ford's uit de jaren dertig en Kevers zijn geëindigd als 'hotrod', worden de Amerikaanse bolides uit de jaren vijftig en zestig vooral gebruikt voor de 'lowriders'. Latino's zijn dol op hun autos, kopen het karretje voor weinig en bouwen het uit tot hun eigen paleis op wielen waarbij kosten noch moeite worden gespaard. Als je luistert naar 'How Could You Be So Cold' van Grand Theft zou je een voorstelling kunnen maken: Een vervaarlijk brommende Chevrolet Bel-Air op een boulevard op een zomerse avond. Ramen open en dan met je geliefde naast je de blits maken in je 'unieke' auto. Dat doe je niet met snel accelereren, maar juist met één hand aan het stuur een slakkengang aan te houden. De radio speelt op dat moment bijvoorbeeld dit plaatje: Een perfecte 'crossover' tussen 'sweet soul' en schuifel-soul. Feit is ook dat de meeste Youtube-uploaders deze plaatjes laten vergezellen van foto's van verlaagde voertuigen, maar helaas wordt nergens vermeld wanneer en hoe de muziek een rol is gaan spelen. Het is immers vaak niet de meest populaire muziek welke je op ieder radiostation zou kunnen horen. In het geval van Grand Theft is het zelfs een b-kant van een meer gelikt disco-nummer.

Over Grand Theft is helaas niets opgeschreven. Zal ik een geheim delen? Als je écht absoluut niks kan vinden over een groep of een artiest... zoek de video's op Youtube en lees de commentaren. Zo lees ik een reactie van ene Vickie Cook. Ze heeft vier maanden geleden een reactie achtergelaten bij een video die al jaren online is. 'Met mijn echtgenoot Craig Cook op basgitaar. Mag hij in vrede rusten, ik mis hem iedere dag'. Iemand anders heeft het over trombonist Dale, maar geen achternaam of iets dergelijks. Nee, als ik deze Week Spot aan iemand mag opdragen dan is dat wel aan bassist Craig Cook. Voormalig lid van een groep welke té weinig is gedocumenteerd, maar... 'How Could You Be So Cold' begint sinds een paar jaar om zich heen te meppen en het hoeft niet lang te duren eer ik het een wereldwijde cult-status heeft. Het enige dat ik kan doen is het tot Week Spot te bombarderen en dat gebeurt alsnog deze week.

dinsdag 18 april 2017

Raddraaien: The Who



Nadat het vorig jaar zomer bijna wekelijks gebeurt, heeft Ziggo vanavond opnieuw gewerkt aan het lokale kabelverkeer. Je krijgt daar netjes een mailtje over, ruim een week vooraf. Voorgaande keren heb ik geen last van uitval gehad, maar vanavond toch heel even. Ik heb net een uur geluisterd naar mijn collega op Wolfman Radio als ik wil gaan zitten voor Soul-xotica. Dan krijg ik de melding dat ik de modem opnieuw moet opstarten. Ach, wacht maar even... Een uurtje later is er gewoon weer internet mogelijk zonder de herstart van de modem, want dat is pas nog gebeurd. We kunnen alsnog! Eerst een aflevering van 'Raddraaien' en zie daar! Het mag over The Who gaan. Eén van mijn ultieme favoriete rockbands welke toch nog té mondjesmaat aanwezig is geweest op Soul-xotica. Bovendien is het de meest recente single-aanwinst van de groep buiten de 'upgrades' die ik vorig jaar heb gekocht. 'Relay' van The Who (1973) is vandaag het onderwerp van 'Raddraaien'.

Waar en wanneer? Ik heb me er in eerste instantie iets anders bij voorgesteld, maar kan nog altijd erg tevreden zijn dat het anders is gelopen. Ik verneem via Facebook dat café De Singel in Zwolle een platenbeurs gaat houden. Ik verwacht een paar dealers met bovengemiddeld dure soul- en funk-singles, maar het blijkt een zéér diverse beurs te zijn. In plaats van drie dure singles kom ik thuis met tientallen singles waaronder deze 'Relay' van The Who. Ook afgelopen oktober heb ik me prima vermaakt in Zwolle en een bezoekje in oktober of november ligt nu alweer in de planning. Dan geen krenten poepen en de Pioneer even stallen op het station. Het is een kleine setting waarbij de toptas voortdurend voor problemen zorgt. Dit accessoire op de fiets laten zitten, vertrouw ik niet...

Hoe briljant Pete Townshend ook is, op een bepaald moment is hij zoals die twee Belgen die naar Parijs gingen. Juist! Die Belgen die niet gingen! The Who heeft een flinke progressie doorgemaakt. Van primitieve rhythm & blues band tot 'Tommy'. Onterecht vaak een 'rockopera' genoemd, terwijl het eigenlijk een 'rock-oratorium' hoort te zijn. The Who vindt zichzelf opnieuw uit en de verwachtingen van pers en publiek zijn hooggespannen na 'Tommy'. Townshend laat weten bezig te zijn aan een nieuw project: 'Lifehouse'. Aan 'Lifehouse' liggen een paar theorieën ten grondslag. Townshend merkt tijdens de tournee van 'Tommy' dat er een 'vibratie' aanwezig is in het publiek. Door zich over te geven aan de muziek wordt een eenheid gecreëerd welke kan worden uitgebeeld als een muzieknoot. Townshend is hiervoor in de leer geweest bij een aantal Oosterse wijzen en heeft een VCS 3 en een Arp-synthesizer tot zijn beschikking. Het idee is om een willekeurige toeschouwer uit te nodigen op het podium en aan de hand van diens' biografische gegevens de synthesizer zijn of haar muziek te laten afspelen. Is zoiets mogelijk? Jazeker! Townshend heeft het bewezen met 'Baba O'Riley', waarbij hij de details van Meher Baba heeft vermengd met die van een roadie. 'Lifehouse' is je reinste science fiction en Townshend denkt in 1970 aan 'The Relay', een digitale 'band' die ons allemaal verbindt. Jaren later geeft hij toe dat dit een voorloper van het huidige internet is geworden. Opeens is het dus niet zo gek om over de kabel te beginnen in de introductie: 'Relay' is het internet!

Toch komt 'Lifehouse' niet van de grond en The Who brengt in plaats daarvan het pure rock-album 'Who's Next' uit. De liedjes van 'Lifehouse' worden in de loop der tijd uitgebracht als singles en op verschillende albums van zowel The Who als solo-albums van Townshend. 'Relay' moet oorspronkelijk in de finale van de 'opera' plaats hebben gehad. Het nummer wordt in mei 1972 opgenomen tijdens de sessies die 'Join Together' en 'Long Live Rock' zullen opleveren. Het is begin 1973 de laatste single van The Who in 32 jaar dat niet direct van een album afkomstig is. Het is een matig succes en in Nederland reikt het niet verder dan een 34e plek in de Top 40. Hier is het de laatste Top 40-notering tot 'You Better You Bet' uit 1981. Als 'Lifehouse' is ingeslapen, begint Townshend te werken aan 'Rock Is Dead, Long Live Rock'. Minder een 'opera' dan 'Tommy' of 'Lifehouse', 'Rock Is Dead' is een autobiografisch album dat nooit zal verschijnen in deze vorm. De tracklisting is wel bekend en dat laat enkele bekende nummers zien. Zo vinden we ook 'Relay' op dit album, maar ook 'Love Reign O'er Me' dat op 'Quadrophenia' terecht zal komen. Feitelijk is 'Quadrophenia' de definitieve vorm van 'Rock Is Dead', maar dan met andere en veelal nieuwe nummers. Het titelnummer wordt in 1978 alsnog uitgebracht als single.

Roger Daltrey steekt niet onder stoelen of banken dat hij erg content is met 'Relay', maar Townshend heeft andere ideeën hierover. Hij oordeelt dat het nummer teveel lijkt op eerdere singles dat vast te wijten is aan zijn beperkte kunsten ten aanzien van de synthesizers. Met 'Quadrophenia' speelt de elektronica al een minder prominente rol en dat zal de 'rock' ten goede komen.

maandag 17 april 2017

Het zilveren goud op 33 toeren: april 1992



Elpees hebben nooit echt mee gedaan in mijn verzameling. Volgens mij komt die zin in iedere aflevering van 'Het zilveren goud op 33 toeren' wel eens voorbij en het is waar. Van de singles hou ik ruim vijf jaar een kaartenbak bij. Bij de elpees haak ik in 1992 plotseling af. Waarom? Dat zullen jullie de komende maanden zien. Niet alleen de singles-collectie groeit aanzienlijk in 1992, maar wat te denken van de elpees. Ik denk dat het zuinigheid is geweest dat ik vanaf de zomer van 1992 de elpees niet meer tel. Deze maand komen slechts twee elpees in mijn verzameling, dus dat is nog te overzien. Bij de tweede heb ik lange tijd gedacht dat ik hem pas in 1993 of zelfs 1995 heb gekocht, maar dat kan niet mogelijk zijn met een kaartenbak die tot september 1992 loopt. Voor die tweede moet ik de portemonnee trekken en is, goed beschouwd, een beetje 'luxe'. De eerste krijg ik gratis en voor niets en ik ben er op dat moment erg gelukkig mee!

Mijn vader komt van oorsprong uit Gaasterland, mijn moeder woont bijna 79 jaar in Jutrijp. De familie aan de kant van mijn vader tref ik enkel met verjaardagen, de Gaastra-kant kom je dagelijks tegen. Oom Jelte is vlak voor de kerst overleden, maar heeft tot de laatste dag naast mijn moeder gewoond. Zoals de gezinnen in de jaren zeventig en tachtig ook naast elkaar woonden. Tante Klaasje komt geregeld langs voor een praatje in de keuken, maar verder lopen we elkaars deur niet plat. Ik denk zelfs dat ik het op twee handen kan houden, de uren dat ik bij oom Jelte en tante Klaasje in de woonkamer ben geweest. Bewust dan want in de hete zomer van 1976 ben ik bij hun geweest terwijl de rest van het gezin naar de camping was. Tante Klaasje gaat graag naar rommelmarkten en 'De Goedzooi' (tegenwoordig 'Het Goed') in Emmeloord. In de jaren tachtig zijn er, buiten Emmeloord, vrijwel geen kringloopwinkels in het noorden, dat is iets dat pas in de jaren negentig op gang is gekomen. Ze laat ons geregeld zien wat ze nu weer is tegengekomen en 'expect the unexpected' is dan altijd van toepassing. Zo koopt ze eens een elektronisch orgel en is gedurende een week druk in de weer om liedjes te leren spelen. Zo dun zijn de muren in het rijtjeshuis dan ook wel weer. Helaas zit er alleen kerstrepertoire bij het orgel terwijl het hartje zomer is. Ze is de drijvende spil achter de eerste braderieën in ons dorp. In 1987 koop ik een stapeltje singles voor een dubbeltje per stuk (de nummers 12 tot en met 16 uit 'De prehistorie') en op 17 juni 1989 start ik officieel als platenverzamelaar met de rommelmarkt in het dorp. Het is een dinsdagavond in april 1992 als ik een boodschapje heb bij tante Klaasje. Moeder is naar het zangkoor en 'heit' druk met zijn papierwerk en opeens is het helemaal geen bezwaar dat ik even blijf hangen. We krijgen het over muziek en zo komt tante met een paar elpees van zolder. Ik kies er eentje uit en die mag ik hebben: 'Greatest Hits' van The George Baker Selection.

Ik krijg ook nog enkele BZN-cd's uit de jaren tachtig op de koop toe, maar die eindigen bij vader in de collectie. Ik ben echter zeer in mijn nopjes met de George Baker-elpee. Waarom? Ik heb dan juist 'Little Green Bag' gehoord en vind het een erg fijn nummer. De elpee helpt me daarmee uit de brand, maar niet voor lang. Minder dan een maand later vind ik de single en, ja, als ik het op single heb dan heb ik het ook pas écht. De elpee staat vervolgens bijna kwart eeuw stof te happen, maar dan...? Ik ben bevriend op Facebook met een muzikant en dj uit Meppel. Een man met een voorliefde voor zéér obscure Nederbeat en psychedelica uit alle windstreken. Als je van een single hoort waarvan er maar vijf exemplaren zijn, is de kans groot dat hij deze in de verzameling heeft! Toch verzamelt hij nog steeds met zijn oren wagenwijd open. Als hij 'Suicide Daisy' tegenkomt op de 'Greatest Hits'-elpee móet hij dat met ons delen. Is er iets nieuws onder de zon van heer Bouwens en zijn gevolg?

'Suicide Daisy' blijkt oorspronkelijk op het album 'Love In The World' uit 1970 te stammen en wordt niet gezongen door George Baker, maar door Jan Visser. Je kan de palingpop op meerdere fronten herleiden uit de Amerikaanse Westcoast-muziek van die tijd en 'Suicide Daisy' is daar een mooi voorbeeld van. Het zou bijna 'sitar-beat' zijn, ware het niet dat er een klavecimbel wordt gebruikt. Verder een rockende 'hook' en een geestverruimende brug. Voor wie nu meteen denkt dat het wiel wordt uitgevonden en dat het een knaller van een psychedelisch rocknummer is: Nee. Het past alleszins wel in het plaatje van The Selection, maar het is nét even anders en eigenlijk ook best goed gedaan! De elpee heeft na bijna vijfentwintig jaar rust weer werk gekregen en mag regelmatig haar rondjes draven op de platenspeler.

We blijven in de Nederpop en in de compilatie-elpees. In de Paasvakantie onderneem ik een fietstochtje naar Lemmer. Helaas zijn er geen singles en schoorvoetend ga ik door de elpees. Ik moet immers nog terug naar huis op de fiets en dat is vijftien kilometer. Een elpee past niet in de tas, kan ook niet onder de snelbinder en dus moet het aan een tasje aan het stuur bungelen. Het gros van de elpees interesseert me niet maar dan hou ik 'The Best Of Brainbox' in mijn handen. Totaal overbodig! Ik heb een jaar eerder de dubbelaar 'To You' gekocht en ik kan me niet heugen dat er op 'The Best Of' nummers staan die niet op 'To You' voorkomen. Het is het 'gevoel' van een méér originele Brainbox-elpee dat maakt dat ik de daalder achterlaat bij de handelaar en van Lemmer naar Jutrijp fiets met een tas aan het stuur. Ziehier de uiteindelijke reden waarom ik singles ben gaan verzamelen! De hoeveelheid elpees in mei komen uit Sneek en ook dat is een hele onderneming om die thuis te krijgen. Woensdag komen de singles uit april 1992 aan bod.

Radiostilte



Het is weer voorbij, we kunnen weer! 'Gezellige drukte', noem ik het zelf, maar de radio heeft me de afgelopen dagen in de houdgreep gehad waardoor ik niet ben toe gekomen aan Soul-xotica. Mijn excuses, maar ik ga de schade dubbel en dwars inhalen de komende dagen. Collega Lee is een weekend weg geweest en hij is niet voor niets 'de hardst werkende man in de wereld van de radio'. Hij laat maar liefst vijf shows open in de laatste dagen. Eentje daarvan is waargenomen door een andere collega en ik zou in eerste instantie drie shows doen. Nu heb ik 'Afterglow' op de vrijdagochtend vanaf 1 uur als om half negen blijkt dat niemand zich heeft opgegeven voor de negen-tot-elf. Zo besluit ik 'Afterglow' als eerste een paar uur eerder te doen. Dan kan ik mooi op tijd naar bed om 's ochtends op tijd te zijn voor de ontbijtshow?

In plaats van schaapjes tellen, ga ik naar bed met een mantra: 'Ik mag me niet verslapen. Ik mag me niet verslapen. Ik mag me niet verslapen'. Met deze vijf woorden word ik om kwart over elf op vrijdagmorgen wakker. Ik moet dan reeds een kwartier 'in de lucht' zijn en dus maak ik er half twaalf tot half twee van. Een half uur later zit ik immers op de fiets naar Meppel want de post-sector moet gewoon werken op Goede Vrijdag. 'Riddim Train' op zaterdagmiddag wordt gedaan door een collega en dat is maar goed ook: Ik heb op zaterdag al twee shows van mezelf. Zondagmiddag valt me de eer te beurt om 'Mostly Acoustic' te doen. Qua tijd en dag niet iets waar ik me echt aan wil verbinden, maar qua muziek is het koren op mijn molen. Dan heb ik een ambitieus plan voor 'The Vinyl Countdown' op zondagavond. Vijfenveertig singles die ik in 1990 heb gekocht. Dat is té ambitieus want ik doe er drie uren en een kwartier over. Overigens zonder een kip in de chatroom, maar dat mag de pret niet drukken. Deze morgen ben ik wel op tijd voor de ontbijtshow en nu kan ik de 'Tuesday Night Music Club' van morgen voorbereiden. Vanavond ga ik kijken naar de elpees die ik in april 1992 heb gekocht.

vrijdag 14 april 2017

Raddraaien: David Cassidy



Bij de start van deze nieuwe serie 'Raddraaien' refereer ik aan de kamerverkiezingen. Wie zou het eerst klaar zijn: Wij met deze serie 'Raddraaien' of het kabinet met een formatie? Vooralsnog ligt Soul-xotica op kop. Een maand geleden ben ik begonnen met de nieuwe serie en zit nu op elf 'Raddraaiers' van de totaal vijftig. Toch hoop ik dat de komende maanden me ruimte gaan bieden om zo nu en dan weer eens een 'Singles round-up' te kunnen doen of dat het weer me een paar mooie fietstochten gaat belonen. Ik mag na bijna vijf jaar 'Raddraaien' concluderen dat de rubriek het meest werkt in de winterperiode. We zullen zien! Den Haag zal er alles aan doen om vóór het reces met een kabinet te komen, ik zal tegen die tijd nog niet klaar zijn? Vandaag de tweede keuze uit de derde jaren zeventig-bak. De eerste nummer 50 brengt me bij 'Give Up Your Guns' van The Buoys welke in 2015 al eens aan bod is geweest in deze rubriek. De honderdste single in deze bak is deze van David Cassidy en daar wil ik vandaag een bericht aan wijden. Zijn single 'I Am A Clown' (1973) is daarbij het uitgangspunt.

Waar en wanneer? We komen er regelmatig in het kader van 'Raddraaien', maar ik beschouw de zaak niet als eentje waar ik kind-aan-huis ben. Het is zo'n adresje waar ik een paar keer ben geweest, maar steeds met een flinke partij platen de deur uit gegaan welke nu regelmatig in 'Raddraaien' tot uitdrukking komen. Het is de weinig memorabele zomer van 1995. 'Je bent jong en je wilt niets', is mijn motto, vrij naar de slogan van Veronica uit de jaren tachtig. Ik sta twintig jaar in dit leven, heb de schoolbanken al drie jaar achter me gelaten en zit sinds een paar jaar in de Jeugdwerkgarantieplanwet. Mijn zoektocht naar een eigen identiteit heeft ervoor gezorgd dat ik niet gemakkelijk ben voor mijn consulenten en het laatste baantje is hopeloos de mist in gegaan. Ik stem ermee in, totdat er ander werk is gevonden, om een tijdelijk baantje te accepteren. Vrijwillig! Echter, zó vrijwillig blijkt het drie maanden later niet meer te zijn en dan ga ik actief proberen om het werk in de soep te laten lopen. Zo fiets ik voor het oog van de familie op zaterdagmiddag naar de werkzaamheden, maar fiets in werkelijkheid een stuk om en ga op de terugweg langs het boeken- en platenhandeltje in Nijezijl. Een paar jaar ervoor kun je hier tweedehands boeken en platen per kilo kopen, nu zijn het eenheidsprijzen van een kwartje per single. 'I Am A Clown' is één van de aanwinsten van deze middag. Het is in juli of augustus 1995 geweest, het is in ieder geval snikheet.

Sommige verhalen over popmuzikanten uit het verleden lezen als een spannende film. Ik denk dat eerst wordt gewacht totdat de man is overleden en dat daarna ooit iemand nog wel een 'biopic' gaat maken met betrekking tot David Cassidy. Het verhaal van een tieneridool dat op de hoogtepunt van zijn roem plots tot inkeer komt. Eentje die tevergeefs probeert om het verleden van zich af te schudden en zich te kunnen scharen onder gerespecteerde muzikanten. Een stormachtig liefdesleven en uiteindelijk bankroet en lijdend aan Alzheimer. Laten we het leven nog eens omdraaien. David Bruce Cassidy heeft afgelopen woensdag 67 kaarsjes op de taart mogen uitblazen. Hij wordt geboren in New York als zoon van zanger-acteur Jack Cassidy en actrice Evelyn Ward. Omdat zijn ouders voortdurend onderweg zijn, groeit David op bij zijn grootouders. Hij is zes jaar als hem wordt verteld dat zijn ouders al twee jaar zijn gescheiden, maar het de jonge David niet hebben willen vertellen. Omdat Cassidy en Ward veel op tournee zijn, is er nauwelijks sprake van een huiselijk leven. In 1956 trouwt Cassidy met Shirley Jones en dat brengt David drie half-broers. Shaun, welke acht jaar jonger is dan David, zal hiervan het bekendste worden. In 1968 behaalt Cassidy de noodzakelijke punten om een highschool-diploma op zak te krijgen, maar richt zich meteen op de showbiz als zowel acteur als zanger. In het begin werkt hij op een postkamer om brood op de plank te krijgen, maar erg lang heeft dat niet geduurd. In 1969 stelt Jack Cassidy zijn zoon voor aan Ruth Aarons. Die helpt David in eerste instantie aan een hoop rollen en in 1970 verschijnt hij op de buis met zijn stiefmoeder als 'tv-moéder' in 'The Partridge Family'. Cassidy wordt vooral geselecteerd op zijn uiterlijk en de zangcapaciteiten zijn van ondergeschikt belang. Toch weet David Wes Farrell van zijn talent te overtuigen en hij wordt de vaste leadzanger zodra 'I Think I Love You' in 1970 een grote hit is geworden in Amerika. In Nederland scoort The Partridge Family pas in 1972 met deze titel.

Aarons ontdekt mazen in het net van Cassidy's contract met The Partridge Family en dat stelt hem in staat om ook buiten dat programma platen te maken. Twee vliegen in één klap? Cassidy wordt meteen al opgezadeld met oude nummers als 'Cherish' (van The Association, over een paar weken in de 'Eretitel') en ander werk dat lijkt toegespitst op het Partridge Family-publiek, terwijl Cassidy wenst om in één adem met Mick Jagger en Alice Cooper te worden genoemd. Een dubbele hazenlip of pukkels zou hem geholpen hebben in deze missie, maar het zijn vooral tienermeisjes die in katzwijm vallen bij optredens van Cassidy. In 1973 ontwikkelt zich een ware David Cassidy-manie waar hij ook optreedt. Concerten zijn binnen de kortste keren uitverkocht en hij vestigt op enkele illustere plekken verkooprecords. De Justin Bieber van zijn tijd, hoewel Cassidy wél trouw komt opdagen voor concerten. De omslag komt in 1974 als Cassidy een optreden doet in Londen. Bijna achthonderd bezoekers raken gewond vooraan bij het podium als ze worden verdrukt. De veertienjarige Bernadette Whelan komt daarbij om het leven. Het is het op-één-na laatste concert van de tournee en de pers treft een aangeslagen Cassidy. Om de begrafenis van het meisje niet tot een mediacircus te brengen, bezoekt hij niet de begrafenis, maar onderhoudt wel persoonlijk contact met de familie Whelan. ,,Dit zal aan me knagen tot de dag dat ik sterf", laat Cassidy weten. Vanaf dat moment gaat hij het een stuk rustiger aan doen. De serie van 'The Partridgee Family' is ten einde en Cassidy raakt ook zijn contract bij Bell kwijt. Bij RCA probeert hij tevergeefs van zijn 'teenybopper'-imago af te komen. Hij is de eerste uitvoerende van het klassieke 'I Write The Songs' in 1976 voordat Barry Manilow ermee aan de haal gaat. Kwalitatief mogen de latere platen van Cassidy er zijn, maar pers en radio zien hem als de gesjeesde tieneridool en het publiek verwacht ook nog steeds de hits uit de vroege jaren zeventig.

George Michael helpt Cassidy, een voorbeeld voor hem, uit de vergetelheid door een single met hem op te nemen. In 1989 schrijft hij met zijn toekomstige vrouw (en inmiddels zijn derde ex) Sue Shifrin en de onlangs overleden John Wetton een nummer voor een Asia-album. Het toont aan dat vak-collega's hem serieuzer nemen dan pers en publiek. Cassidy blijft eveneens actief als acteur en speelt in diverse televisie-series alsook in theaterproducties. Cassidy is de laatste jaren van zijn leven vooral een spreker die graag vraag-en-antwoord-sessies doet op festivals. In augustus heeft hij nog zoiets gedaan in Florida waarbij hij oog in oog staat met fans die hem al vanaf het prille begin hebben gevolgd. Cassidy zet zich vanaf 2011 in voor publiciteit rondom Alzheimer, in februari wordt bekend dat hij zelf lijdt aan deze ziekte. Negen jaar eerder heeft hij openbaar opgebiecht een alcoholprobleem te hebben. Of het de drank is of de alimentatie is niet bekend, maar feit is dat Cassidy in 2015 bankroet is gegaan.