vrijdag 30 april 2010

misschien wordt het koud?


Ik besloot gisteren met 'gang is alles'. Om vandaag terug te keren met iets dat traag als stroop is. En eigenlijk hou ik toch niet zo van zwijmelsoul? Dat klopt inderdaad, maar voor Three Degrees maak ik graag een uitzondering. Ik heb hem maar liefst tweemaal: De Franse persing op Vogue en de Duitse op Roulette. Beide met iets wat er voor een fotohoes voor moet doorgaan, maar een foto ontbeert van de drie nachtegaaltjes. En zo kwam ik bij de bovenstaande, dat waarschijnlijk een elpee is.

Natuurlijk weten wij, mannen, wel dat dames heel wat domme dingen kunnen uitkramen. Volgens Three Degrees weten de vrouwen dat zelf ook wel. Zij in ieder geval, ze heeft de liefde van haar leven even verteld dat hij maar eens een flink eind moest ophoepelen. Hij gehoorzaamde en nu heeft ze hartepijn.

Maar op een zekere avond staat ze bij de bushalte en hoort een stem 'hi' zeggen. En daar staat de man die ze had weggestuurd en kan haar geluk niet op. Uit blijdschap gaat ze, na twee minuten geleuter, zingen. De man krabt zich achter de oren. Dat liedje. Dat kent hij. Hij leerde misschien net fietsen of rekenen op het moment dat het een hit was. Of misschien...

Dat is ook wat die troela bij de bushalte staat te jodelen. 'Maybe'. Dan al een gouwe ouwe. Dertien jaar geleden, in 1957, was het een hit voor The Chantels. Niet te verwarren met The Chantelles waar Dusty haar carriére mee begon. The Chantels wordt beschouwd als de voorbode van de 'girl group sound'. Ik heb het origineel ooit op een bootleg-verzamelelpee gekocht. '16 Happening Hits' bevatte naast enkele hits uit 1966 en 1967 ook enkele oldies. De anderhalve minuut van The Chantels klonk zo lekker stoffig, dat ik later een beter exemplaar van de elpee heb gekocht. Op mp3 of ander formaat wil ik hem niet, dit is dé definitieve versie voor mij!

Ze blijft zingen en we zullen nooit weten of het nog iets is geworden tussen de twee. Misschien negeerde hij haar gejammer wel, gelijk het platenkopend publiek. Misschien was er toen al een leeftijdsverschil en liep het drie jaar later de spuigaten uit. De vieze oude man. Dat jaar zou ze de beslissing nemen, niet wetende wanneer ze hem weer zou zien. Hij moest maar goed op zichzelf passen!

donderdag 29 april 2010

de Daptone-dimensie


Het kan de beste overkomen, zelfs Soul-X! Een paar weken geleden luisterde ik naar 'Met Het Oog Op Morgen' en hoorde een, voor mij onbekend, soulnummer. Nu is een album met obscuur werk van Doris Duke stamgast in het muzikale palet van Het Oog, toch wist ik meteen dat het niet Doris was. En twijfelde ik niet een heel klein beetje? Ja, eventjes maar, totdat ik besloot dat het té authentiek '1968' klonk om uit deze eeuw te komen. De presentator bracht soelaas: Het was de titeltrack van het jongste album van Sharon Jones & The Dap Kings. Ik was erin getuind!

Twee jaar geleden stond ik bij Plato met alledrie haar cd's in de hand. Ik kon geen keuze maken en dus kocht ik ze allemaal. De verkoper inspireerde me tot bovenstaande kop. Hij zei dat 'Sharon Jones een dimensie op zichzelf' was. Daar is geen woord Frans bij. In een tijd van Amy's, Duffy's, Ryan's en Gabriella's en iedereen meent dat ze wel authentieke soul kunnen maken, gebeurt datgene waar Blinky van The Dap Kings jaren geleden zo bang voor was.

'Als we niet oppassen, zal de soul herinnerd worden als een huilkreetje van Otis Redding. Wij moeten dat voorkomen. Wij moeten laten horen dat soul écht uit de ziel komt', zo schreef hij op het album 'Naturally'. De Daptone-sound pompt, blaast, zuigt en stampt als het leven zelf. Bovendien is Sharon geen 'wannabe', maar honderd procent echt! Ergens rond de zeventig, overgewicht, een stoet kleinkinderen en een stem waarbij Amy Winehouse een schaap is...

Daptone had ten tijde van het debuut 'Dap Dippin' zelfs Janet Jackson even in de tang. Janet was erg alert op dat moment, nadat de Rolling Stones plagiaat had gepleegd met 'Anybody Seen My Baby'. Het verhaal deed de ronde dat Sharon in 1969 'What Have You Done For Me Lately' had geschreven en opgenomen voor een klein label. Janet op haar achterste benen, want er zou een rechtzaak komen. Niets meer over te vinden, behalve de rauwe cover van het Jackson-succes op 'Dap Dippin'.

Over Amy gesproken: 'Valerie', 'Rehab' en nog een paar Mark Ronson-produkties heeft The Dap Kings als begeleidingsgroep. Ten onrechte worden ze wel eens 'de toeters van Mark Ronson' genoemd. Bovendien trad men op met Amy tijdens haar Europese tournee, als de junk in staat was het podium te beklimmen.

Nee. Dan toch liever Sharon. Authentiek, energiek, je komt superlatieven tekort. Je kan ook gewoon zeggen dat ze de enige is en de rest 'fake'. Toch een specifiek nummer in de singleskoffer stoppen? Dan kies ik voor 'Just Dropped In To See What Condition My Condition Was In', een stampende cover van The First Edition. Een single uit 2006 die nooit op een regulier album verscheen. Waar The First Edition LSD dacht en psychedelische effecten introduceerde, daar zijn The Dap Kings (bij wijze van spreken) aan de amfetamine. Gang is alles!

woensdag 28 april 2010

tien voor single, twee na elpee


Vanochtend onder de douche realiseerde ik me opeens dat ik over vijftien jaar op deze plaats zorgen mag maken over een pop in de tuin en pamfletten door de buurt om vooral driemaal te claxoneren. En dat ik over tien jaar ALLE vergaarde singles ga draaien. Mag ik gaan opruimen, ofwel ik heb wel meer dan een jaar nodig om deze allemaal te draaien. Ik kijk er ook niet naar uit. Een uur naar Willeke Alberti luisteren? Of is het de angst om ouder te worden?

Ik schat het eerste, want ik vind het helemaal niet erg om ouder te worden. Als ik naar de jeugd kijk in het jongerencentrum waar ik vrijwilligerswerk doe, moet ik er niet aan denken weer achttien te zijn. Op zichzelf is er weinig anders aan deze jongeren, ook zij trappen de oudere garde tegen de schenen middels in een deathmetalband te gaan zingen en spelen. Maar toch voelt het fijn om dat van een afstand te bekijken.

Vanavond om tien uur, met bord afhaalchinees op schoot, even naar het Theater Van Het Sentiment geluisterd. Dan noemen zij de jarigen van de kroondag. Ik wist alleen van Duane Eddy, de koning van de twang, dat die op 28 april was geboren, maar die werd vanavond niet genoemd. Wél Wilma. Ja, de Sieneke van de jaren zestig, van de megahit 'Een Klomp Met Een Zeiltje'. Ook Ferry Maat van de Soul-x-show of zoiets. En Ad Visser!

Bovenstaande single staat hééél hoog op mijn verlanglijstje en is afgelopen jaar een paar stapjes dichterbij gekomen. Dit sinds ik een zeer gezocht Nederbeat-singeltje voor zeer weinig heb gekocht, dat achteraf bezien voor mij niet interessant genoeg is. Wellicht kan ik deze eens ruilen tegen Adjeef, ze zijn beide immers evenveel waard. Ik wil desnoods wel iets bij betalen!

Adjeef doet tegenwoordig veel stof opwaaien onder verzamelaars van psych. Visser heeft zich laten inspireren door Zappa, maar doet desondanks iets dat nergens anders het vinyl heeft gehaald. We hebben het dan over 'Squafrech Leman Comes Back', een totaal a-ritmische bak psychedelica. Op 'Iek... I'm A Freak' horen we een theremin en dat instrument is vrijwel ongebruikt in de popmuziek. Als er dan toch een kadootje moet komen, mag deze single wel bij me komen wonen...

dinsdag 27 april 2010

de aartsvader van de Nederhop


Ik werd, merkwaardig genoeg, in België geconfronteerd met dit nummer. Zomer 2007, op de camping in Waasmunster, in de kantine. Toen was het weer even 'peis en vree' met mijn reisgenote. Een zeldzaam moment dus! We waren niet de enige 'Ollanders daar. Er was ook een Groninger die de halve zomer op Gerstekot doorbracht. Hij vertelde over dit nummer. Ik denk dat we het over de toevalsfactor van dingen hadden. Hij spoedde zich naar zijn caravan en kwam terug met een cd. We luisterden ademloos.

Cowboy Gerard toont ons andermaal dat de geschiedenis zich herhaalt aan de hand van de moorden op Abraham Lincoln en John F. Kennedy. Dat er precies honderd jaar tussen bepaalde gebeurtenissen zat. Dat Lincoln een secretaris had die Kennedy heette en Kennedy eentje met de naam Lincoln. De moordenaar van Lincoln doodde hem in het theater en vluchtte naar een pakhuis. Lee Harvey Oswald beschoot Kennedy vanuit een pakhuis en vluchtte naar een theater.

En zo volgen nog een aantal theorieën, die Gerard met zijn monotone stem over de kuntrie-begeleiding bazuint. En het klopt allemaal, net zoals er bij dat kaartspel geen speld tussen te krijgen was. De man was geniaal! Niet slecht voor 'een boerenlul die een naald in een plaat kon zetten'. Al bedoelde George Kooymans daar de programmaleider van Veronica mee, die enige tijd ook als zakenbehartiger voor de Earring was.

Natuurlijk komen die geniale teksten niet uit de koker van De Vries! Hij was de country-man van Veronica en kwam de Engelstalige originelen tegen op de Amerikaanse country-charts. Deze heet dan 'History Repeats Itself'. 'Het Spel Kaarten' was al in 1962 een grote hit voor Wink Martindale, maar dan als 'Deck Of Cards'.

'Claim to fame' voor De Vries is ook dat hij waarschijnlijk de eerste Nederlander was die écht niet kon zingen en toch een top tien-hit had. Hoewel mij niet bekend is waarom 'Geschiedenis' daar niet terecht kwam? Gerard De Vries verdient ook zijn plekje op Soul-xotica omdat hij ook in het cd-tijdperk het oude vinyl bleef salueren. In 'Gerard De Vries Draait Op Verzoek' bleef anno 1990 nog geregeld een plaat hangen!

maandag 26 april 2010

waar blijft de tijd?


Ai! Net te laat... Ik had me voorgenomen Sandy Denny te memoreren op haar sterfdag, wist uit mijn hoofd dat dit ergens eind april was en ontdekte pas dat het 21 april was. Vorige week woensdag dus. Naast de northern soul heb ik nog een enorme passie binnen de muziek, namelijk folk. Aangesticht door Fairport-collega Richard Thompson, wie ik op zaterdag 3 oktober 1992 'live' zag in Het Bolwerk in Sneek. Bij nader inzien eenzelfde ervaring als The Gathering en afgelopen zaterdag. Ik heb de hele zondag in een aangename roes doorgebracht. Rond acht uur 's avonds werd ik door moeder teruggehaald naar deze planeet. ,,Kom even beneden, Gerrit. Er is iets verschrikkelijks gebeurd in Amsterdam". De Bijlmerramp had zich zojuist voltrokken...

Ik leer Sandy kennen dankzij twee mensen die hier ook al niet meer zijn. De eerste was John Wright, een Engelse folkzanger die in Friesland een cultstatus heeft bereikt. Ik betwijfel of dat zo zou zijn geweest als ik niet één van de acht bezoekers was en een lovende recensie over hem had geschreven. John is mij er altijd dankbaar voor geweest. Hij overleed in maart 2008 zeer plotseling.

En dan Hugo Van Krieken. De vroege donderdag- en vrijdagochtenden op Radio 1 waren voor hem en hij hanteerde de John Peel-aanpak: Mooie muziek is van alle tijden en alle stijlen. Dus draaide hij van klassiek via jazz en folk tot wereldmuziek en avantgarde. Hij overleed vorig jaar augustus.

Waar ik van John het advies kreeg om vooral eens naar het album 'Rising For The Moon' van The Fairports te luisteren, daar promootte Hugo vooral bovenstaand album. Naar mijn mening één van de tien allermooiste elpees ooit gemaakt!

Alexandra Denny, Sandy voor vrienden, nam rond 1967 haar eerste platen op, ondermeer met Johnny Silvo. Hetzelfde jaar sluit ze zich aan bij The Strawbs voor een album. Fairport Convention heeft dan net Judy Dyble verloren en de mannen zijn de herhalende vraag 'Where is the girl' zat en beginnen met audities. Maar als Sandy achter de microfoon kruipt, worden de rollen omgedraaid: Fairport doet auditie voor Sandy. Ze maken samen drie albums: 'What We Did On Our Holidays', 'Liege And Lief' en 'Unhalfbricking'. De laatste bevat een remake van 'Who Knows Where The Time Goes'. Het origineel stond op The Strawbs-elpee en Judy Collins had er al een hit mee gehad.

In 1970 gaat Sandy bij Fotheringay zingen. Zij zijn vooral in Amerika erg populair. Bovendien speelt haar aankomend echtgenoot Trevor Lucas in de band. In 1971 verschijnt 'The North Star Grassman And The Ravens'. Gek genoeg geen succes, terwijl de stem van Sandy elders hoog in de albumlijst staat: Ze zingt op 'The Battle Of Evermore' van de vierde van Led Zeppelin. Ze maakt nog drie albums, maar dan slaat het noodlot toe: Sandy valt van een trap. Ze lijdt dan al geruime tijd aan anorexia en haar lichaam is zo verzwakt dat ze in coma raakt en op 21 april 1978 sterft. Ze laat een man en een baby na.

Hoewel er geen slecht nummer op het album staat, of het moet haar cover van 'Let's Jump The Broomstick' van Brenda Lee zijn, is 'Next Time Around' een statement om stil van te worden. 'There came a question and it was about time', refereert ze aan 'Who Knows Where The Time Goes' dat sinds de eeuwwisseling als de belangrijkste Britse folksong wordt beschouwd. Ik ga toch echt voor deze!

zondag 25 april 2010

aangename kater (zonder bier!)


Tot gisteravond wist ik niet helemaal het verschil te duiden tussen A Silver Mt. Zion en Godspeed You! Black Emperor. Ik was niet de enige, getuige iemand die zijn vriendin vertelde dat de eerste 'rustiger' was dan Godspeed. Ik heb gedurende het concert vaak aan zijn woorden gedacht! Maar ook ik sprak wartaal. Hoezo kortere nummers? De kortste was krap tien minuten, de langste twintig minuten plus. En vergat ik nog te melden dat bij Silver Mt. Zion wordt gezongen, al wist ik niet dat de zang zo'n belangrijk onderdeel was.

Ik was in Vera in Groningen. Sta je met je goed fatsoen, even scheren voor het avondje uit, met een honderdtal baardemansen met hun vrouwen met boomhut-dreads. Laat er geen vergissing over bestaan: postrock is een 'arty farty'-aangelegenheid. Die hippies van nu zijn de managers met een burnout op hun veertigste van morgen. Maar we kwamen voor de muziek. En dat kregen we! Geschoren of niet.

Het is meteen van dik hout zaagt met planken. Ze trappen af met een nummer met 'metal birds' in de titel, die voluit drie zinnen inhoudt. Het ronkende geluid komt niet van de electrische gitaar of de contrabas, maar door een effect op de ene viool. Ze heten vanavond Thee Silver Mt. Zion en bevat Sophie met nog een violiste, Thierry die zijn contrabas afwisselend met vingers en strijkstok beroert, Efrim op overstuurde gitaar en zang en nog een drummer. De twee violisten vormen een puike vervanging voor de Tra-La-La Band die thuis bleef in Quebec...

In 'There's A Light' verlies ik mezelf. Als de drums plotseling aanzwellen, schrik ik me een hoedje. Ik wil uit angst gaan schreeuwen, maar wordt dan getroost door euforische violen die me alras weer doen glimlachen. Ik kan niet lang stilstaan en hevige steken onder in de rug doen me terugkeren naar aarde. Helaas zijn er geen barkrukken, waardoor de pijn blijft zeuren.

Ik verplaats me richting de bar. Ook daar zak ik nog wel eens weg, ondanks het bloedirritante geblaat bij de bar (heb ik het over evaluaties van de afgelopen week, niet het bestellen van drankjes). Want Silver Mt. Zion kan hard, maar ook klanken op de vierkante millimeter voortbrengen. Na vijf liedjes is het gedaan. Zo weinig? Tsja, we zijn dan al twee uren verder. Toch nog een toegift. Het gevoelige 'Microphones In The Trees', nu mét violen in tegenstelling tot de plaatopname. En dan is de avond echt helemaal voorbij! Voor mij althans...

Dinsdag beschreef ik in 'This one's for mama' hoe ik in 1995 werd overdonderd door The Gathering. Hetzelfde gebeurde gisteravond. Opeens kwam er geen muziek meer boven het gebodene uit. Tien minuten bij de uitstekende indierockband Gods & Queens gestaan, maar het wilde niet. Dan de stad in. Ik zocht naar een kroeg waar ze 'Sex On The Beach' van T-Spoon zouden draaien of ander behang waar ik niets mee heb. Ik heb het niet gevonden en ben dus maar gaan slapen.

En langzamerhand daal ik weer af, terug naar Pretpark Aarde. Het gaat moeizaam, mede doordat ik twee elpees van hen heb gekocht, waaronder hun allerbeste: 'He Has Left Us Alone But Shafts Of Light Sometimes Grace The Corner Of Our Rooms'. Heeft u hem genoteerd? Enig manco aan het concert bleek de nogal eenzijdige zang van Efrim, maar dat ging pas na negentig minuten irriteren. Concert van de eeuw? Nee, dan doe ik Marissa Nadler tekort. Maar staat wel in mijn top drie!

zaterdag 24 april 2010

de weg kwijt?


Eén van de meest onbegrijpelijke dingen in de Engelse popmuziek is wellicht dat 'Painter Man' van The Creation nooit een hit werd, hoewel de single ieder decennium wel een heruitgave kende. Want hoewel The Creation van oudsher een modband is, sluit het nummer zowel tekstueel als muzikaal naadloos aan op de punk. The Creation was altijd populairder in Duitsland. De groep heeft de merkwaardige eer om herinnerd te worden door Frank Farian, die Boney M 'Painter Man' liet opnemen als flip voor hun single 'Rasputin'.

De debuutsingle 'Making Time' had een week onderaan de Engelse Top 50 lopen bungelen, maar binnen de modbeweging waren het grootheden. Geen 'blue-eyed soul' van deze heren, maar muziek waar de verveelde mod zich helemaal in kwijt kon. Want zich vervelen, dat konden de mods wel. Hun beweging was gebouwd rondom feesten, maar het kan niet iedere dag feest zijn en dan vervelen ze zich stierlijk. Was het maar August Bank Holiday. Lekker knokken met de rockers op het strand van Brighton.

The Creation wist die gevoelens te voeden met hun agressieve ondertoon. 'Tom Tom' uit 1967 gaat niet over een navigatie-apparaat voor op de scooter. 'Tom Tom Manananana, Tom Tom get your gun'. Net als 'Making Time' en 'Painter Man' opnieuw een drammerig nummer met ditmaal een felle leadgitaar in plaats van een ronkende cello-achtige geluid van die anderen. Dat komt overigens ook weer terug op 'Nightmares'.

'Tom Tom' verscheen niet op single in Engeland. Wel kwam 'Nightmares' daar uit als a-kant. Poppier dan 'Tom Tom' met een tongue-in-cheek lalala-koortje, maar wel weer met die bromgitaar in de brug. Tekstueel behandelt het de ergste nachtmerrie. Het klinkt even macaber als een 'bad trip'.

Ik kocht in juni 1991 in bovenstaande hoes die echter een stuk van de bovenkant mist. Later ontdekte ik het prijsstickertje binnenin: vijftien gulden. Ik mocht hem voor de helft hebben. De verkoper zal spijt hebben gehad, maar ik niet! Singles van The Creation zijn tegenwoordig een fortuin waard.

Naast Farian was er in 1969 een Nederlandse producer die hun eerde met een cover. Hans Van Hemert liet Big Wheel 'If I Stay Too Long' opnemen. Die hadden er nog een nummer 22 mee...

een aardig dingetje


Je zou verwachten dat de massa op zaterdagavond wel iets beters te doen heeft. Toch acht de zendercoördinator van Radio 2 het nodig dat op dat tijdstip hetzelfde behang als overdag wordt uitgebraakt. Zo moesten we in augustus afscheid nemen van Deja Vu van de KRO. Tussen acht en elf de beste albumtracks, voor de variatie eens niet de bekende hits, maar het nummer wat daarna komt. Luisteraars kregen een steeds groter aandeel in het programma, ondermeer met de Eregalerij.

Iedere week een nieuwe nominatie, vier dagen stemmen op 1 van de 3 en de plaat met de minste stemmen werd vervangen door een nieuwe nominatie. 'Abbey Road' was kampioen, die had elf weken overleefd.

Ik nomineerde tweemaal een album. In september 2008 een 'underdog' die het geweldig deed: 'The North Star Grassman And The Ravens' van Sandy Denny (1971) stond maar liefst zeven weken in de lijst. Vorig jaar juni zette ik 'A Question Of Balance' van The Moody Blues bij. Hiervoor mocht ik een cd uit de Eregalerij zoeken. Dat werd 'SF Sorrow' van The Pretty Things.

Ik ken de band voornamelijk van het repertoire op Fontana. Het ruige werk dus! Dan is 'SF Sorrow' een ontdekkingsreis. De cd is een speciale editie: Een tweede schijf biedt een integraal opgenomen concert van The Pretties uit 1998 (30 jaar na de elpee), waarbij het album overnieuw wordt gedaan. Nu echter zonder de electronica en andere opsmuk. De eerste heeft naast het originele album ook twee singles verzameld.

Net als bij de vroege Pink Floyd kwamen de singles niet van de albums of vice versa, maar werden vaak wel in dezelfde sessie opgenomen. 'SF Sorrow' was nog niet uit of de fans mochten kennis maken met het nieuwe geluid middels 'Defecting Grey'. Dat moet een schok zijn geweest! Een gezellig deuntje met sitar wordt ruw verstoord door een intermezzo met een uiterst smerige wah wah-gitaar, waarna het deuntje verder gaat, steeds onderbroken door een afwijkend stukje muziek. Psychedelica ten top.

Vooralsnog stel ik mezelf tevreden met de cd, maar deze single is hoog gestegen op mijn zoeklijst. Met zo'n fotohoesje erbij zou prachtig zijn, maar zal flink wat peseta's moeten opbrengen...

vrijdag 23 april 2010

de bekentenis van Laura Nyro


Op de burelen van Hitweek sloegen ze de plank ook wel eens mis. In 1968 werd tweemaal expliciet gewaarschuwd om bepaalde elpees niet te kopen. Dit overkwam het briljante 'Look Inside The Asylum Choir' van Leon Russell en Marc Benno, alsmede 'Eli And The Thirteenth Confession' van Laura Nyro. De laatste wordt als een soort Greetje Kauffeld afgeschilderd. In het muzieklandschap van 1968 was het een opvallende verschijning, die de mensen van Hitweek ook niet konden vatten.

Om maar met de deur in huis te vallen: Het is geen muziek voor miljoenen. Ik kocht de cd in 2000, maar het duurde negen jaar eer ik de plaat op waarde kon schatten. Het heeft, denk ik, alles met leeftijd te maken. En dan is de waarschuwing van Hitweek opeens niet meer misplaatst.

Nyro debuteert in 1967 op Verve en ziet haar 'Wedding Bell Blues' uitgroeien tot een tophit voor The Fifth Dimension. Vervolgens treedt ze op tijdens Monterey en trakteert het publiek op een portie ouderwetse gospel. Ze gaat met pek en veren het podium af.

Het geheel deprimeert Laura dusdanig dat ze zichzelf opsluit met hond en de Liefde van haar leven: Cocaïne. Een jonge fan haalt haar over weer te schrijven en wordt haar agent. Hij zou later ook een platenmaatschappijtje beginnen. Zijn naam is David Geffen.

Het resulteert in 'Eli And The Thirteenth Confession'. Hoe stop je in krap veertig minuten soul, jazz, folk, blues en gospel en laat je dat 1968 klinken? Dan krijg je dertien drukke songs met tempowisselingen. Niet te vergelijken met een ander soul-, blues- of jazz-album uit die tijd.

Wie het geduld op zich neemt om het album te doorgronden, wordt rijkelijk beloond. De swingende gospel 'Sweet Blindness' (dat niet over God gaat, maar over het teveel drinken van wijn!), de vroege funk van 'Woman's Blues', de hit 'Stoned Soul Picnic'. En pas vorig jaar ontdekt: 'Poverty Train'. Ze gaat die trein verlaten en dus afkicken, maar er is niks erger te bedenken dan het afkicken van coke en bovendien kan het ook niemand wat schelen en dus... eindigt het lied als een liefdesverklaring voor cocaïne.

Pijn, verdriet, eenzaamheid, depressie, maar ook weer swingend. Eigenlijk is er sinds 1968 niet meer een vergelijkbaar album uitgekomen. Ook niet van eigen hand, want later werk was toch conventioneler van aard. Laura ging in 1997 naar 'The jigsaw timer', zoals ze God in 'Timer' noemt.

donderdag 22 april 2010

Umpeylia Marsema Balinton


Met zo'n naam, hoe poëtisch die ook klinkt, schop je het natuurlijk nooit ver in de muziekbusiness. Maar ook met haar artiestennaam Sugar Pie DeSanto is het niet de kaskraker, die ze verdiende te zijn. Dat had zijn reden, maar daarover meer. Ik heb helaas nog geen vinyl van Sugar Pie, maar wel bovenstaande cd uit 1989. En eigenlijk wil ik de track 'Mama Didn't Raise No Fool' in deze virtuele singleskoffer stoppen.

Sinds ik een paar maanden geleden uitvoerig met de bedrijfsleider van de Free Record Shop in Steenwijk heb gesproken, is mijn mening ten opzichte van deze winkel iets veranderd. De vestiging in Sneek was anno 1995 eentje voor 'de snelle hap'. Groot was mijn verrassing toen ik 'Down In The Basement - The Chess Years' in de uitverkoopbak tegenkwam. Prijs? Een rijksdaalder als ik me niet vergis.

Umpeylia werd in het begin van de jaren vijftig door Johnny Otis ontdekt, die haar 'Little Miss Sugar Pie' doopte vanwege haar lengte. Een discjockey kwam later met de toevoeging DeSanto. Haar eerste single 'I Want To Know' verscheen in 1957, maar werd pas drie jaar later een hit, evenals 'Slip-In-Mules', een geestig antwoord op 'Hi-Heel Sneakers'. Haar debuutalbum verscheen in 1961 maar was geen succes indertijd.

Even later tekent ze bij Chess. Haar jongere nichtje, Etta James, is dan een van de sterren van het label. Samen nemen ze 'Down In The Basement' en het voortreffelijke 'Do I Make Myself Clear' op. Maar Chess ziet Sugar Pie als een potentiële bedreiging voor hun bestaande stal. En hoewel Sugar Pie een dertigtal opnames maakt, verschijnt er weinig. Wél levert ze liedjes aan voor praktisch iedereen op het Chess-label. Als Chess rond 1970 in de uitverkoop gaat, is het ook afgelopen met Sugar Pie.

'Mama Didn't Raise No Fool' moet in 1966-67 zijn opgenomen, volgens de cd een onuitgebrachte single. Deze had de zaken voor Sugar Pie en Chess drastisch kunnen veranderen. Enerzijds commercieel, maar wel van een zeldzame klasse. En ik mag haar tien keer liever horen dan Aretha Franklin!

Sugar Pie, die op 16 oktober 75 jaar hoopt te worden, is nog altijd actief. In 1999 verdiende ze een belangrijke award in de blues. Jammer dat haar andere muzikale uitspattingen daarmee onderbelicht zijn geraakt. De stem van Sugar Pie leent zich namelijk ook uitstekend voor jazz en hiphop. Bovendien zegt de prijs ook niets over het hoogstaande werk uit de jaren zestig.

woensdag 21 april 2010

shalalie!


Het voorjaar heeft zijn intrede gedaan. Dat betekent verse lammetjes, de befaamde koeiendans, hormoontjes die carnaval vieren dankzij ernstig gekrompen topjes en rokjes, een fijne plaat van Julie Doiron... Dat laatste had tot een jaar geleden ondenkbaar geleken. De liedjes van de Canadese singer-songwriter werden voorheen meestal geassocieerd met de winter.

In november 2005 ben ik op een zaterdagmiddag 'boodschapjes doen' bij Minstrel in Zwolle. Vangst tot dan toe: 'The Earth Is Blue' van Damon & Naomi en 'We Are Little Barrie' van Little Barrie. Ik hang een kwartier voor sluitingstijd nog een beetje rond, als ik plotseling wordt gegrepen door iets wat ik uit de hi-fi hoor. Het blijkt Julie Doiron te zijn en haar laatste elpee 'Goodnight Nobody' wordt ter plekke aangeschaft.

Thuis probeer ik dat 'iets' terug te vinden. Ik draai de plaat tweemaal integraal, maar kan het moment niet vinden. Sterker nog: Ik vind het een zeer matige plaat. De stem van Julie doet me niets en er is geen compositie die wel iets met me doet. En zo staat ze ruim een jaar in de kast, totdat die eens gereorganiseerd moet worden. Ik zet haar op en nu vang ik het moment: Het is 'Snow Falls In November'. Haar begeleiding is zo sober dat het mooi wordt! Een dag later is de magie alweer verdwenen.

Dan is het april vorig jaar en zie de nieuwste van Doiron bij Minstrel liggen. ,,Hij is anders". Met die woorden maakt Arjan me nieuwsgierig. Ik zet de plaat op en val stil van verbazing. Julie is vrolijk! Verliefd? Bekeerd? Wat is hier aan de hand?

Julie begrijpt er zelf evenmin iets van. ,,Opeens ging ik blije teksten schrijven. Alsof ik genoeg had van de zelfkant. Er is niets in mijn leven veranderd. Er is geen minnaar!". Als echtgenoot zou ik haar wantrouwen!

'I Can Wonder What You Did With Your Day' laat een ondeugend giechelmeisje horen (niet een getrouwde vrouw met een kind) dat met volle teugen van het voorjaar geniet, dronken wordt, verliefd over straat huppelt en niet de vrouw die de schaduw opzoekt en liedjes in mineur zingt. Gek genoeg blijkt die stem ook nog eens perfect bij de nieuwe aanpak te passen!

de sleutel tot een rookvrij bestaan


Plons! Dinsdagavond 21 april 2009. Mijn pas aangeschafte baal shag drijft in de Hoogeveensche Vaart. Ik ben gestopt met roken. Met een doel, hoewel dat er (gelukkig) niet van gaat komen. Maar op deze avond ben ik vastberaden: Na de alcohol blijf ik voortaan ook met mijn tengels van de nicotine af...

Ik heb even snel uitgerekend dat ik zo 200 euro overhoudt, nu ik niet meer drink en rook. De volgende middag spendeer ik bijna 300 euro aan schoenen en platen. Bij Diskid in Zwolle laat ik me helemaal gaan. De gevraagde 25 euro voor The Key wordt dan ook zonder verder nadenken gelapt.

Het zou een goede stok achter de deur zijn, het uitgespaarde rookgeld meteen investeren in platen. Ik heb tien nicotinevrije dagen gehad. Toen leek het me beter me eerst op de alcohol te richten. Met succes: ik heb sinds 2 april 2009 geen druppel gedronken!

Eigenaar Hank van Diskid merkt op dat hij in twintig jaar tijd de plaat drie maal eerder is tegengekomen. In topstaat is hij enkele honderden euro's waard, deze heeft duizend 'hairlines', maar draait er niet minder om. Moet er bij vertellen dat ik de Nederlandse YEP heb en mijn voorkeur uitgaat naar 'I See Your Image'.

Nadat het strijkersgroepje van 'Play Vivaldi' heeft gestemd, klinkt een stukje barok piano. Dan knalt het nummer los met ingehouden electrische gitaar en een heerlijke sound. The Key laat zich behoorlijk beïnvloeden door The Small Faces en The Kinks. Ik heb geen seconde spijt gehad van die 25 euro!

Peter Koelewijn produceerde deze single en had Job Maarse ingehuurd voor de arrangementen. De GTB-studio bleek toch niet helemaal de juiste plek om violen op te nemen. Even na de release werd Peter benaderd door een Belgische collega die het nummer wilde laten coveren, maar mét het originele strijkersarrangement. De Belg vroeg hoe Peter aan die krasserige vioolsound was gekomen...

dinsdag 20 april 2010

roddel uit de eerste hand


,,Kun je het origineel ook draaien?". Altijd weer een vermakelijk moment als die vraag valt, wanneer Gladys haar rondjes draait. Welk origineel? Zelden wordt Marvin Gaye genoemd. Het zal hem echter aan de omgeving liggen, maar hier is Creedence Clearwater Revival nog altijd populair. En is er een natie die gelooft dat 'I Put A Spell On You' en 'I Heard It Through The Grapevine' gewoon uit de pen van John Fogerty komen!

Marvin Gaye veroorzaakte nogal een relletje binnen Motown. Er was een ongeschreven regel die zei dat een Motown-hit niet binnen twee jaar door een Motown-collega op single mocht worden gezet. Berry Gordy weigerde zelfs naar de opname van Gaye te luisteren. Maar de meisjes van de platenafdeling hadden het laatste oordeel en zo verscheen 'I Heard It Through The Grapevine' van Marvin Gaye een anderhalf jaar na de Amerikaanse hit van Gladys Knight & The Pips.

Gaye's vertraagde versie brak alle records. Nummer 1 in Engeland en Amerika en diens' grootste hit. En sinds januari 1969 wordt het nummer geassocieerd met Marvin Gaye. Daar kon de reissue van Gladys niets aan veranderen. Natúúrlijk werd het hier ten lande geen hit. Gladys verdiende haar doorbraak in Nederland met een optreden op Grand Gala Du Disque in 1971.

Toen had een deel van Nederland ook al de versie van Creedence leren kennen. Hun elpee 'Cosmo's Factory' stond hoog op de albumlijsten. Eén van de prijsnummers op die plaat is de 12 minuten durende 'workout' van het nummer.

Maar een roddel uit de eerste hand zit toch het dichtst bij de haard. En Gladys Knight & The Pips laten een lekker uptempo liedje weerklinken. Van alle versies het beste te verpakken in een swingend soul-setje. Hoewel die van Creedence een ultieme wc-plaat is: als dj ben je even tien minuten vrij. Velen zullen het oneens met me zijn, maar hier gaat niets boven het origineel!

this one's for mama!


Nee, het is geen feit waarop ik trots ben. Evenmin zegt het iets over de kwaliteit van de releases, maar het is morgen een jaar geleden dat ik mijn (voorlopig) laatste nieuwe elpees kocht. Een volgende visite aan Minstrel kom ik al geld tekort als alle 'gemiste' platen er nog liggen. 'Espers III' van Espers kan ik op vinyl ongetwijfeld op mijn buik schrijven, de laatste van Samara Lubelski wordt 'kiele kiele' en 'Little Hells' van Marissa Nadler heb ik al uit mijn hoofd gezet.

Ik had hier alledrie de aanwinsten van vorig jaar willen behandelen, maar Julie Doiron komt vast nog eens en over Asobi Seksu valt weinig anders te vertellen dat het smakelijke shoegaze dreampop is. Maar dan Anneke. Bij het zoeken naar een afbeelding van 'Air' krijg ik plots het gevoel van Corry Konings van binnen. En dan weet ik het zeker: Ik mag vandaag weer eens de liefde verklaren aan Anneke!

November 1995, Het Bolwerk in Sneek. Inmiddels ben ik zo'n volleerd recensent dat ik meen voorprogramma's te mogen missen. The Gathering staat al op het podium. Ik ga met een biertje in de hand linksvoor. Na afloop van de trip sta ik er nog met hetzelfde (lege) glas in de handen. Ik eet nog snel een frietje in de stad en fiets dan naar huis. Waar ik anders tot het ochtendgloren op stap zou zijn, is mijn avond nu al afgelopen...

'Mandylion' komt al snel in mijn cd-speler wonen en als The Gathering in Leeuwarden of Groningen speelt, ben ik er ook bij. Ik ben verliefd (shalalie!). Niet alleen op die fantastische mix van dreampop, symfo en metal (er bestaat dan nog geen naam voor), maar ook op die vrouw met die markante stem.

Within Temptation zal wereldberoemd worden met het geluid, dat onterecht 'gothic' wordt genoemd, maar The Gathering heeft dan al lang en breed afstand genomen van die muziek. Mijn interesse verflauwt, totdat ik Anneke ontmoet op het Bevrijdingsfestival in 2007. Opnieuw weer aangename kriebeltjes. Ook Anneke is twaalf jaar ouder geworden, heeft een kind, maar is nog altijd spontaan en lief. Ik verklaar haar mijn eeuwige liefde. Zij lacht er smakelijk om.

Een jaar geleden was ik met mijn broer op een rommelmarkt. ,,Hier was je toch altijd fan van", zegt hij. Hij houdt 'Nighttime Birds' in zijn handen. Die cd ben ik al jaren kwijt, dus gekocht en na twaalf jaar ontdekken dat in tegenstelling tot 'Mandylion' deze nog steeds als een huis staat!

Vier dagen later koop ik 'Air' van Agua De Annique. Ze is in 2007 uit The Gathering gestapt en toert nu door het clubcircuit met haar eigen band. Een dubbelelpee met drie bespeelde kanten en een mooie ets op kant vier. Stilistisch een Tori Amos-aanpak, vleugje oude Gathering, maar bovenal persoonlijke observaties van een 36-jarige vrouw en moeder. En die stem die ik uit duizenden herken. En waar ik voor eeuwig verliefd op zal blijven...

maandag 19 april 2010

het schandalige debuut van Greg Lake


Terwijl er toch echt een single in de koffer wordt bijgezet, helaas geen foto hiervan. Wat dat betreft deed ik gistermiddag een ontdekking. Ik heb nooit geweten dat die eerste van The Soft Machine in een fotohoes werd geleverd. Zoektochten naar foto's van The Shame levert enkel deze close-ups plus cd-hoesjes van King Crimson op. De man in kwestie is namelijk Greg Lake, de leadzanger op het onvolprezen 'Don't Go 'Way Little Girl' van The Shame uit 1967, welke ik als demo in mijn verzameling én als gereedschap in mijn koffer northern soul/mod/freakbeat heb.

Deze single valt duidelijk onder de laatste categorie: Typisch Engels jargon voor ritmische popmuziek met psychedelische invloeden. Verwacht binnen de freakbeat geen mantra's en ander gezweef, maar eerder 'biet' met hoofdrol voor sitar, een vette fuzz over de gitaar of een beetje phasing.

Bij The Shame horen we, achter de markante stem van Lake', vooral een psychedelisch klinkend gitaartje en pas tegen het eind wat ritmisch getokkel op een sitar. Want die stem van Lake... Heeft iemand toen kunnen bevroeden dat deze stem een hele belangrijke in de rockmuziek van de jaren zeventig kon worden?

'Don't Go 'Way Little Girl' komt oorspronkelijk van het debuutalbum van Janis Ian. Een plaat die nogal gehyped werd door toedoen van 'Society's Child', waarin Ian een relatie tussen een blank tienermeisje en haar donkerbruine vriend op lichtelijk pathetische wijze bezingt. Tóch één van de twee hoogtepunten van de elpee, die verder gevuld is met het onopvallende werk waarmee ze op CBS furore zou maken. Het andere hoogtepunt is minstens zo pathetisch, maar ach, Janis was immers nog maar zeventien...

'Don't Go 'Way Little Girl' gaat over een betweterige moeder die haar tienerdochter zo tegen de boze grote wereld wil beschermen, dat het arme kind er gek van wordt. Lake zingt het nummer met passend cynisme en muzikaal is deze ook beter en meer 1967 dan Janis Ian. Wat valt er nog meer over te vertellen? Dat het tot een officiële release is gekomen en wel op 22 september 1967, dat de legendarische Martin Kaye hem veel heeft gedraaid (ik heb ZIJN exemplaar!) en dat zowel single als demo een leuk zakcentje kunnen opleveren, als de eigenaar er afstand van wil doen. Die vlieger gaat in mijn geval niet op!

zondag 18 april 2010

houdt den dief!


November 2003, een vrijdagmiddag in Leeuwarden. Ik bevind me in een, inmiddels niet meer bestaand, tweedehands platenzaakje op de Voorstreek. Ik heb dan al het titelloze debuut van It's A Beautiful Day in mijn rugzak, evenals 'Brothers And Sisters' van The Allman Brothers Band. Ik vind daar in eerste instantie 'Dark Side Of The Moon' van Pink Floyd. Interessant, omdat enkele weken ervoor mijn discman met dat album is gejat. Dan ontwaar ik de singlesbakken. Zoals het een verzamelaarszaakje betaamt, zijn de platen individueel geprijsd.

De duurste in de bak blieft zestig euro. Het is 'It Ain't Me Babe' van Davy Jones, een single op Pye uit 1967. 'Is David Bowie!!!' heeft de handelaar op het blanco hoesje geschreven. Ik schiet in de lach. Ik heb deze single in fotohoes en die laat duidelijk de Monkee zien. Mét fotohoes maximaal tien pond, zonder die slechts de helft. Hij wil me niet geloven en ik zet de plaat terug. Dan valt me de mond open. Ik moet die niet verwarren met de latere lp-groep, meent de handelaar. How wrong can you be?

Ik sta met 'Love Makes Sweet Music' van The Soft Machine. De puntgave Engelse persing in een latere Polydor-hoes (de gladde). Prijs? Drie euro! Voordat de man alsnog de Price Guide kan controleren, heb ik de drie euro al betaald en loop met een bonzend hart over de Voorstreek. Het voelt als diefstal...

De single brengt met gemak 150 euro op, als die al opduikt. Leeuwarden is dan de uitgelezen plek? Harlingen onderhoudt dan al contacten met Canterbury, dat ondermeer een uitwisseling van bands inhoudt. Of Soft Machine daar heeft gespeeld? Een vroege Caravan in ieder geval wel. Voorts was Leeuwarden anno 1967 erg hip en favoriet onder Hitweek-lezers. En die sprak van een verplichte aanschaf.

'Love Makes Sweet Music' is pure pop van het mooiste soort. Robert Wyatt zingt, ex-Animal en Jimi Hendrix-manager Chas Chandler produceert. De b-kant was zijn tijd ver vooruit. 'Feelin' Reelin' Squeelin' mag gerekend worden tot de eerste Britse psychedelische produktie. Het werd op 18 februari 1967 opgenomen, ruim een maand voordat Pink Floyd 'Arnold Layne' opnam. 'Feelin' is een uiterst bizar ding waarin Kevin Ayers alle vocalen voor zijn rekening neemt. De ongebruikelijke instrumentatie, de verschillende tempowisselingen, alles wat de psychedelica van 1967 ging inhouden, zit in deze plaat. Dit nummer werd geproduceerd door Kim Fowley. Zou die bij 'They're Coming To Take Me Away Ahaa!' hebben zitten oefenen voor deze produktie?

zaterdag 17 april 2010

superlatieven tekort


Zoals beloofd in mijn eerdere posting over Clover Leaf, nu aandacht voor een zeer opmerkelijke produktie van Jack De Nijs. Waarbij ik moet oppassen dat ik niet al te snel door mijn superlatieven raak. 'No Place For Our Minds' van Crown's Clan is de beste, de meest fabeltastische, de allergoeiste... Kijk! Daar ga ik al... Ter voorbereiding op dit schrijven heb ik hem nog eens opgezet (gebeurt driemaal per week en soms driemaal achtereen). Wat een weergaloos nummer. Een verslaving. Het zou verboden moeten worden.

Misschien had Jack wel een verborgen kant, maar getuige zijn output in 1970 en produkties voor Wil De Bras, Jan Boezeroen en Clover Leaf zou ik hem geen 'hippe vogel' durven noemen. Zijn produkties waren doorspekt van palingpop en kneuterigheid. Waar hij dan toch in zee ging met een hardrockgroep (Clover Leaf), daar liet hij ze op de A-kanten hitgevoelige palingpop vertolken.

Uitzondering op de regel is Crown's Clan, een groepje mannen uit Rotterdam, dat in 1970 kortstondig gebruik maakt voor een zangeres. Jack schrijft een nummer voor hen, dat op de b-kant verschijnt. Tekstueel weer zo'n vod dat een Nick MacKenzie tot een gezellige meedeiner had kunnen maken. Crown's Clan en met name de zangeres maken er dermate een Jefferson Airplane-aangelegenheid van, dat het verstandig is geweest die op de b-kant te verstoppen. Het had ze geen Top 20 opgeleverd...

Jack lijkt zich goed voorbereid te hebben, gedurende enige tijd naar platen van Jefferson Airplane, Spirit en Moby Grape te hebben geluisterd, om wat namen te noemen die vast geen gesneden koek is in menig Brabants huishouden. Daarbij heeft hij vooral gelet bij de opnametechniek. De fuzzgitaar klinkt nergens smeriger dan bij Crown's Clan. En net zoals bij Moby Grape zijn fuzz en drums van elkaar los geweekt, iets waar Europese collega's geregeld de mist mee ingaan en de psychedelische effecten verworden tot een snert van geluid.

Het krap drie minuten jagende nummer met die bijzondere gitaren schopte het tot nummer 29 in de nazomer van 1970. Ik meen ooit gelezen te hebben dat ze nóg een single hadden opgenomen, maar dat die officieel nooit verschenen is. Niets meer over te vinden! Wel bracht Crown's Clan in 1971 nog een single uit, maar toen was de zangeres alweer weg. De single in fotohoes brengt met gemak zestig euro op. Ik zag hem in 2007 staan op Marktplaats. De ringwear op de hoes deed, juist, vermoeden dat ik hier met een nagenoeg nooit gedraaid exemplaar te maken had. Ik besloot voorzichtig in te zetten, twaalf euro, en had de volgende dag al bericht: Helemaal verkocht! Dat ben ik sinds die tijd ook van deze single. Mocht dat nog niet duidelijk zijn...

vrijdag 16 april 2010

hoezo afgezaagd?


Een paar weken geleden op het Steenen Forum: Kragendrager komt met een vraag die op het eerste niet te beantwoorden lijkt. Hij vraagt zich af wie dat lieve meisje is dat meezingt op 'Rainbow Valley' van The Love Affair. Tot ieder verbazing komt Coach meteen met een antwoord. En niet zomaar eentje, maar een schat aan informatie over zowel die zangeres als The Love Affair. Waarom die vraag zo moeilijk te beantwoorden leek? 'Everlasting Love' is in feite zanger Steve Ellis en een groep anonieme studiomuzikanten. Niet die gezellige jongens op het hoesje!

Er is nog zo'n legendarisch moment. Op 'Mr. Tambourine Man' van The Byrds horen we alleen Roger McGuinn en David Crosby, de rest van de groep zou in de ogen van het studiopersoneel incapabel zijn om de backing track in te spelen. En zijn de verhalen rondom The Cats ook talrijk. Piet en Arnold zouden de enige groepsleden zijn die op de platen meespeelden. En claimen ook diverse kennissen dat zij de grote hits hebben geschreven...

Bij The Love Affair is het duidelijk te merken dat de anonieme muzikanten bij 'Everlasting Love', 'Rainbow Valley' en 'A Day Without Love' The Love Affair uit de brand hebben geholpen. 'One Road' uit 1969 klinkt een stuk minder dynamisch, om het zacht uit te drukken. Amateuristisch of slecht zou beter passen.

Maar daar ging het CBS in 1968 niet om. Het ging om het frisse kopje van Steve Ellis dat menig tienerhartje op hol moest laten slaan en een gemene veeg naar het Howard/Blaikley-team, verantwoordelijk voor teenyboppers Dave Dee, Dozy, Beaky, Mick & Tich en The Herd (met Peter Frampton). De laatste won de strijd. Frampton kwam uit de polls als 'The Face Of '68'.

In tegenstelling tot The Herd, had The Love Affair wél een Engelse nummer 1 te pakken met 'Everlasting Love', een cover van The American Breed. Het intro staat synoniem aan de Veronica Drive In-show en daarom voelt het altijd een beetje 'not done' om deze te draaien. Maar aan de andere kant is het een nummer dat blijft. Ook mede dankzij Duitse Sandra uit de jaren tachtig en meer recent door Jamie Cullum. Opnieuw een reden om hem in de ban te doen, maar je ontkomt er niet aan. Bovendien is 'Everlasting Love' 42 jaar na dato nog steeds een geroosterde boterham voor Ellis, die het nummer vanavond vast gaat zingen in ene of andere 'working man's club'...

donderdag 15 april 2010

verzopen eend


Voor de goede orde: De ondeugende dame op het hoesje is niet Marsha Gee, maar een anoniem model uit de jaren zestig. Van Marsha Gee zélf bestaat geen foto, het is zelfs een onopgelost mysterie wie Marsha Gee was. Een discjockey claimt dat hij de naam 'on the spot' heeft bedacht in de midden jaren zeventig toen hij de anonieme acetaat ontdekte. Dat dit niet waar is, mag duidelijk zijn. De naam Marsha Gee kon wel eens een pseudoniem zijn voor een welbekende zangeres. Maar welke?

Eerst even uitleggen wat een acetaat is: een proefpersing, vaak eenzijdig bespeelbaar, die zelden als demo de fabriek verliet. Een acetaat kan maar een aantal malen gedraaid worden zonder kwaliteitsverlies. Menigmaal gingen ze de prullemand in, maar werden ze eruit gezocht door personeel, waardoor we vandaag de dag nog kunnen genieten van een aantal acetaten.

Er mag van Marsha Gee niets bekend zijn, wél dat ze lichtelijk beschonken was. We horen knalharde 'northern soul', het knarsen van de acetaat en een zangeres die op een guitige manier een nieuwe dans introduceert. Hoewel: de instructies lijken veel op die van 'The Duck' van Jackie Lee (zie maart 2010). Maar het hoogtepunt vormt het laatste deel waarin het meiske helemaal loos gaat als eend!

Er is nog een tweede acetaat van Marsha Gee: 'Baby I Need You' werd opgenomen voordat de fles werd ontkurkt. Eveneens een northern soul-kneiter van de bovenste plank. Beide acetaten kunnen een topprijs verwachten als ze opduiken. Gelukkig stelde in 2006 het Spaanse Penniman Records bovenstaande single beschikbaar.

De flip is evenzeer een mysterie 'Chimpanzee' is een 'novelty disc' van omstreeks 1960 van ene Count Yates, dat ook wel eens een dronken ster kan zijn...

woensdag 14 april 2010

de ideale schoondochter?


,,Je vergeet wel eens dat niet alles wat Prince aanraakt ook automatisch in goud verandert". Met die woorden blikten de zusjes Klemann in 1997 terug op de periode waarin Prince Lois Lane onder zijn hoede nam. Dat had niet het succes opgeleverd waar de Amsterdamse groep op had gehoopt. En zo is er een rits artiesten bekend die door The Beatles in het zadel werden geholpen. Ook daar zat een enkele miskleun tussen.

Neem nu The Iveys uit Wales. Door de wol geverfde muzikanten die eerder David Garrick op de bühne hadden begeleid. Brutaalweg een demo naar het nieuwe Apple-concern gestuurd. Paul McCartney zag ze wel zitten. 'Maybe Tomorrow' verscheen op single. Nummer zeventien in Nederland, eveneens succesvol in Duitsland, Frankrijk, Spanje en Japan. Maar niet in Engeland of Amerika! De elpee was al geperst, evenals de opvolger 'Dear Angie'. Beide mondjesmaat in enkele landen uitgebracht. En nu razendzeldzaam! Crisis bij Apple. Het zou hem aan de naam liggen. Derek Taylor suggereerde Badfinger. De rest is geschiedenis...

'Maybe Tomorrow' is zondermeer een schoonheid. Klef als The Bee Gees en waarschijnlijk eerder door fans van The Cats dan van The Beatles gekocht. Het is niet de voornaamste reden waarom de plaat zo veelgezocht is in Engeland. Dat is vanwege de flip 'And Her Daddy's A Millionaire', een agressief, opgejaagd freakbeat-nummer met wah wah-pedalen, phasing en een geestige tekst. Ook de reden waarom deze in mijn singleskoffer zit!

Een aantal Iveys-nummers zullen nog wel op 'Magic Christian Music' verschijnen, een album van Badfinger uit 1970. De cd-reissue van het album 'Maybe Tomorrow' uit 1992 is ook al een collector's item geworden. Echter niets vergeleken bij de Nederlandse 'Dear Angie' in fotohoes, die enkele honderden euro's kan opbrengen als die opduikt. Tip qua 'Maybe Tomorrow': Via de Duitse Ebay heb ik al twee puntgave exemplaren in Apple-hoes gekocht voor vijf euro per stuk. Dat is vooralsnog de goedkoopste optie!

dinsdag 13 april 2010

best te kauwen!


Op het mixertje is 'rood' een 'no go-area'. Als deejay de taak de plaat zo af te stellen, dat deze twee á drie blokjes in het oranje gaat. Bij rood gaat de 'gain' onherroepelijk naar links. Toch zijn er platen die zichzelf niet laten temmen. Deze van Whichwhat is daar één van. Die is zo gemeen hard opgenomen, dat die vanaf de eerste slag in het rood zit. Lijkt wel hardrock?

Maar is bubblegum. Een lezing van een Britse groep van een grote Amerikaanse hit van Crazy Elephant. Ook al zo'n weggewaaid bubblegum-groepje, dat ondanks alles nóg een single met 'Gimme' in de titel op haar naam heeft staan. Die heb ik nog ergens liggen. Whichwhat mocht zelfs nog een langspeler opnemen, hoewel het publiek hen enkel van deze krap drie minuten durende explosie in vinyl kent. Al moet dat publiek er al in 1969 bij zijn geweest, want naar mijn weten zijn de keren dat die daarna op de radio gedraaid is op twee handen te tellen...

Het is zo gezegd bubblegum. Verwacht dus geen diepgravende teksten. De muziek is evenzeer simpel en lawaaierig. Een constant in één noot beukende basgitaar, genadeloos harde drums en een snerpend Hammond-orgel. Ook bijzonder is de snelle fadeout aan het einde.

Ik zei al, het lijkt wel hardrock. En wat blijkt? Het ís hardrock! Dit wordt ondermeer duidelijk op de flip, maar ook dankzij Vernon Joynson's bijbel 'Tapestry Of Delight'. Die veelgezochte elpee van Whichwhat kent meer van die lekkernijen, want in het genre is 'Wonderland Of Love' zeker geen slecht nummer. In Nederland was dit overigens de enige hit voor het Beacon-label.

maandag 12 april 2010

moodies were my first love


Soul-X goes Top 2000? Morgen 'Stairway To Heaven' en donderdag het drama van Kwien? Nee hoor! Toch moet ik toegeven dat het voor mij wel is begonnen met bovenstaande plaat. Ik hoorde deze bij Veronica's Top 100 Aller Tijden van 1986 en was op slag betoverd. De echo op de drums, de dramatische achtergrondzang in het refrein en dat grommende ding, dat later een mellotron blijkt te heten. Ik was als elfjarige ondersteboven! En ik moest die plaat hebben!

Dus geschiedde op mijn dertiende verjaardag: Een regelrechte reissue met Deram-labels en 'Cities' op de flip. De originele met bovenstaande hoes liet veertien jaar op zich wachten. Het Moody Blues-virus sloeg snel om zich heen. Met als hoogtepunt 'This Is My House' uit 1966 met fotohoes voor het astronomische bedrag van vijf gulden!!! Het was mei 1989 en singles waren nooit duurder dan twee gulden. Inmiddels gaat de fotohoes voor bedragen van rond de 70 euro van de hand.

Ik ben ook nog even lid geweest van de fanclub, heb de handtekeningen van Justin Hayward en John Lodge en schreef eerstgenoemde ook altijd op zijn verjaardag. Dearest Sir Hayward, if you read this: the letters I've written, were never meaning to send! En nog steeds sta ik op 14 oktober even stil, net als 20 juli: De verjaardag van John Lodge.

Qua Moody Blues heb ik het meeste compleet, alleen buiten de singles 'Ride My See Saw', 'The Story In Your Eyes', 'Fly Me High' en 'Love And Beauty' en het album 'A Question Of Balance' om, ligt het nauwelijks op mijn draaitafel. 'Nights' al helemaal niet gedurende het jaar, of het gaat om 'Cities'. Maar... oudjaarsdag dan mogen ze: 'Nights In White Satin', 'Hey Jude' en 'The House Of The Rising Sun'. Een trio dat ongetwijfeld ook bij De Jong werd verkocht! Voor Uw Lievelingsplaten...

zondag 11 april 2010

goeiemorgen zeg!


Slapen is iets heiligs voor mij. Een nóg grotere hobby dan muziek en schrijven samen. Het is dus iedere morgen (soms ook middag en enkel oefen ik mijn hobby ook 's avonds uit) erg pijnlijk om afscheid te nemen van kussen en lakens. Ik heb bovendien het probleem dat ik snel wen aan vaste geluiden, met gevolg dat ik op den duur dwars door wekkers en muziekjes heen snurk. Qua telefoon betekent dat driemaal per week een ander liedje selecteren. Hoewel ik sinds een week een nummer heb herontdekt, die me op een hemelse manier doet ontwaken: 'Tata Ko I Mama Spo' van Korni Grupa.

Toen ik in 2000 tijdelijk in De Bilt woonde en bij een kringloop werkte, kwam bovenstaande elpee binnen. Alleen had ik er toen geen belangstelling voor. Dat gold wel voor dat malle singeltje in die fleurige hippie-hoes. 'Trla Baba Lan' is ongetwijfeld dé hit van het jaar 1969 geweest in Joegoslavië. De b-kant ontdekte ik later, 'Slika', maar toen was de elpee al verkocht...

Mijn excuses, want ik heb op school niet goed opgelet bij het vak Joegoslavisch, dus vraag me niet naar de betekenissen van de liedjes. Muzikaal is 'Slika' een brok psychedelica met tempowisselingen, 'over the top'-echo op de zang, Hendrix-fuzz en gemeen grommende Hammond B1.

In 2007 besloot ik met 'Korni Grupa' eens op Youtube te kijken. Ik stuitte op een zelfgemaakt iets waarbij de elpeehoes overging in vlammen. De muziek was het laatste nummer van kant 1 en greep me bij de strot. Het heette 'Tata Ko I Mama Spo' en het bleek toch vrij eenvoudig een mp3 te achterhalen.

De vergelijking met Brainbox is snel gemaakt. Kaz Lux heeft immers Poolse roots en heeft daarmee ook dat typische 'Balkan soul'-gilletje. Die zeer vloeiende gitaarmelodie had ook bij Jan Akkerman uit de koker kunnen komen. En een produktie om van te smullen, zelfs als mp3! Ik kan me welhaast geen mooiere manier voorstellen om wakker te worden. Je zou er bij het naar bed gaan er naar uitkijken.....?

vrijdag 9 april 2010

het ultieme geschenk


Een paar dagen voor oud en nieuw bedacht ik dat het wel leuk zou zijn mijn kennisen een email te sturen met de beste wensen, met een liedje uit mijn muziekbibliotheek als extraatje. Ik kan me niet meer herinneren wat me als eerste te binnen schoot. Wellicht 'A Deeper Shade Of Soul' van Ray Barretto of iets in die trant. Die werd al snel afgeschoten. De tweede suggestie weet ik al helemaal niet meer. Toen die voor 96 procent geüpload was, staakte ik de actie. Ik wist het: Ik moest mijn dierbaren 'Stand!' van Sly & The Family Stone sturen!

Dat ik daar niet eerder aan had gedacht? 2009 was een heftig jaar geweest. Toen ik in april als 'nieuwgeborene' liep te 'zweven', had ik in Zwolle een zwik platen gekocht. Als dat een jaar geleden is, volgt een greep uit die vangst. Sommige grepen me tekstueel bij de strot. 'Ain't No Mountain High Enough' bijvoorbeeld. Niet het drama van Diana Ross, maar het prettige uptempo ding van Marvin Gaye & Tammi Terrell. Maar ook deze van Sly, hoewel op het moment zelf die andere aanwinst meer genoegen bracht: 'Everyday People'.

De tekst van 'Stand!' drong pas later tot me door. Toegegeven, ik vond hem in het begin iets te traag, maar inmiddels heeft hij zijn plaats verworven. Al is het alleen maar omdat het slot zo naadloos past op menig jaren zeventig-disconummer. Dat lijkt trouwens bedriegelijk veel op 'Jack And Jill' van Raydio. We zullen geen aangifte doen...

Als je het even niet meer ziet zitten en je luistert naar wat Sly je te vertellen heeft, dan gaat het zonnetje automatisch schijnen. Kun je je geliefde vrienden iets mooiers toewensen?

donderdag 8 april 2010

ten voeten uit!


Ja, sorry Sandie! Het begint al bij de titel. Je zou verwachten dat je het onderhand wel eens flink zat zou worden, dat blote voeten-verhaal. Maar gelukkig zie je zelf de humor er wel van in! Wie noemt anders haar biografie 'The World At My Feet'? Geweldig boek trouwens! Eén van mijn eeuwige favorieten. Maar je bent natuurlijk al lang blij dat ik het niet over, zoals jij dat noemt, dat koekoekskloknummer ga hebben. Want dat zijn de twee dingen waarmee we Sandie Shaw associëren.

Niet met het feit dat je met de mede-oprichter van Virgin bent getrouwd, een bloedmooie dochter hebt die hoger opgeleid is, dat je in de jaren tachtig met The Smiths (de band van Morrissey, niet de chips!) hebt gewerkt, samenvallend met je boek een uitstekend album hebt gemaakt, niet met... Ach, zo kan ik nog wel even doorgaan. Zoekend naar een fotohoesje kwam ik steeds weer die kraker tegen. Daar wordt je voor herinnerd, zodat ik het met een miniatuurtje van 'Girl Don't Come' moet doen.

Want je wist wel wat je wilde. Chris Andrews schreef voor je, maar je bleef kritisch. Toen hij met 'Yesterday's Girl' aankwam, wilde je het niet zingen. 'Girl' werd 'Man' en de eerste hit voor Chris. 'Girl Don't Come' lustte je wel. Het was in Nederland in de derde Top 40 de hekkensluiter, maar in Engeland goed voor de top drie.

Het lijkt erop dat Chris regelmatig een blauwtje is gelopen, anders had hij het niet zo treffend kunnen verwoorden. Ofwel de jongen staat smachtend naar zijn liefje op haar te wachten. Uren verstrijken en het wicht komt maar niet opdagen. Het lied heeft geen 'happy end'. Het is prachtig gearrangeerd, een puik tienerdrama in minder dan drie minuten.

Maar, hoe zat het nu met de blote voeten? Je had voor een opname voor een televisieshow je nieuwe schoenen uitgedaan omdat ze knelden. Want je dacht dat het toch niemand zou opvallen. Tja, de cameraman vond het bijster interessant en jij schaamde je kapot. Je moeder zou zeggen dat je zulke lelijke voeten had. Je dankt je naam er ook aan: Sandra Goodrich bekt niet. Je manager dacht aan Sandie Shore. Haar man riep uit in plat Cockney: 'Yeah that sounds nice, Sandie Shaw!'. Gelukkig heb je nog steeds een blog waar je je pennevruchten op kwijt kan. En je humor!

zondag 4 april 2010

Donna's torenhoge leeftijd


Je hebt van die 'laatste platen'. Persoonlijk heb ik dat met 'Caroline Goodbye' van Colin Blunstone. Als dat nummer wegsterft, heb ik moeite mee een plaat erna te draaien. Maar ik ken ook een ultieme 'eerste plaat', een intro dat zo overweldigend is, dat alles wat ervoor gedraaid is, spontaan is vergeten. Dit geldt vooral voor 'If You Hold My Hand' uit 1973.

Ik had een biografie verwacht die overeenkomsten zou vertonen met Shakira. Helaas. Donna is geen dame uit een Spaanstalig land die aanvankelijk in haar moedertaal zingt en dan pas haar nummers in het Engels uitbrengt. Hips don't lie en dus hebben de twee uiterlijk niets gemeen. Verder ook niet. Donna is in 1928 geboren in Amerika.

Even rekenen. Donna is nu dus 82 jaar en raad eens? Jawel, ze zingt nog steeds. Daar begon ze zestig jaar geleden al mee. Rond 1970 legt ze zich even toe op Spaans repertoire, maar als twee jaar later iets aan de muzikale horizon begint te gloren, besluit ze deze te vertalen. Wat zien we daar in de verte? Een opleving in de soulmuziek waarbij het dansritme wordt gedomineerd door een staccato vierkwartsmaat.

Waarmee Donna Hightower plotseling een rol speelt in de geschiedenis van de disco. Toch is het intro van 'If You Hold My Hand' in het niets te vergelijken met de monotone beat die vijf jaar later zal regeren. En dat maakt de vroege disco ook zo interessant voor een northern soul-liefhebber.

Groot succes was ook toen niet weggelegd voor Hightower, hoewel ze in Nederland twee Top 15-hits had: Deze en 'This World Today Is A Mess' uit eind 1972. Feitelijk mag Gloria Gaynor als opvolgster beschouwd worden, maar met haar vervlakte ook de disco. Schandalig, maar waar: Wikipedia 'kent' haar niet eens! Hoewel ik gewoon de Nederlandse Pink Elephant heb, vond ik dit Italiaanse hoesje net ietsje fleuriger...

donderdag 1 april 2010

de waarheid is hard!


Allereerst moet ik even kwijt dat de tijdsmelding van dit blog niet klopt. Het Bee Gees-verhaal is vanochtend om zes uur geschreven. 1 april dus. Blogspot heeft hem toch nog onder 31 maart geplaatst. Ik hoorde vandaag dat The Four Tops en The Temptations in Nederland gaan optreden. Een torenhoge entreeprijs voor een samengeraapt zooitje die de namen van fameuze Motown-groepen mogen gebruiken. U zult mij er niet tegenkomen!

Het herinnerde me ook aan het voornemen om 'Walk Away Renee' in deze singleskoffer te stoppen. Ik had al een erg slecht jpg-tje gevonden, plus die met Penny (zie: 'Even slikken'), maar gelukkig had Peter een betere! Vooral eens snuffelen op singleshoesjes.nl!

En dat terwijl dit schrijven niet gewijd is aan The Four Tops, maar aan het lied. Oorspronkelijk is het van The Left Banke, een Amerikaanse folkrockband die tegenwoordig een (in mijn ogen onterechte) cultstatus geniet. Ik vind hun 'Pretty Ballerina' beter dan 'Renee', maar heb ook 'Pedestal' op single en die is erg matig. Om niet slecht te zeggen. 'Walk Away Renee' was desondanks een redelijke Amerikaanse hit.

The Four Tops haalde in 1967 het lied door de Motown-saus en natúúrlijk werd dat de grootste hit. Maar het is nog een derde die me echt in tranen doet uitbarsten. Het is een Engels, uit Hull afkomstig, folkrockbandje genaamd The Truth. Voor Decca namen ze verschillende covers op, waaronder 'Girl' van The Beatles en deze van The Left Banke. De versie van The Truth straalt een rust uit, die de verstaanbaarheid van de tekst ten goede komt.

Het is niet zomaar een verhaaltje. Renee was het vriendinnetje van de bassist van The Left Banke. De tekst komt dus recht uit het hart en levert mooie poëzie op. 'When the rain beats down upon my weary eyes, for me it cries'. Knap gedaan. De tekst vertaalt een voelbare eenzaamheid, een diepe spijt en 'het ligt hem aan mij'. De waarheid is hard, van de drie is de opname van The Truth het allerbeste!