zaterdag 30 juni 2012

Blauwe Bak Top 40 2012/2: Top 10


10 I Should Have Known Better-Mary Wells (20th Century 619, 1965)
Mary Wells was in 1964 de eerste Motown-artieste die een tournee door Engeland maakte. Ze stond namelijk in het voorprogramma van The Beatles tijdens hun intensieve tournee. De verstandhouding tussen Wells en de Fab Four was dus al bijzonder, getuige de foto’s die tijdens die tour zijn gemaakt. Wells was eveneens de eerste die zich verzette tegen de ‘slavernij’ binnen Motown en kon er niet mee leven dat anderen een fortuin verdienden aan haar succes van ‘My Guy’. In 1965 werd ze verlost van haar contract en kwam al snel bij 20th Century terecht. Eind 1965 nam ze ‘Love Songs To The Beatles’ op, een album vol eigen bewerkingen van Beatles-hits. De single ‘Please Please Me’ is waarschijnlijk geflopt omdat Motown radiostations geld boden om Wells’ platen vooral niet te draaien. Ik kies van deze single de aanstekelijke b-kant, het bombastische ‘I Should Have Known Better’.

9 Family Affair-MFSB (Epic EPC 1504, 1973)
Mother, Father, Sister, Brother. Dat is waar MFSB voor staat. De groep zélf kan eenvoudig geassocieerd worden met elke plaat die op Philadelphia International Records is verschenen, want het is daarop de vaste begeleidingsgroep. Ik heb me ooit laten vertellen dat MFSB daarvoor actief is geweest als The Electric Indian, van de hit ‘Keem-O-Sabe’, maar dat kan ik maar niet bevestigd krijgen. Ze hebben zélf ook nog een paar hits, waaronder ‘TSOP’ en ‘The Zip’, die met behulp van Harold Melvin en Three Degrees ontstaan. Op ‘Family Affair’, hun funky uitvoering van de Sly & Family Stone-hit uit 1971, horen we Leon Huff op de electrische piano. Samen met zijn partner Gamble schrijft Huff het merendeel van de hits op PIR.

8 This Love Is Real-Dana Valery (Go Ahead TICK 010, 1971, re-issue: 2012)
De andere kant van de single van Dana Valery. ‘This Love Is Real’ is reeds in 1970 door Jackie Wilson opgenomen en Dana mag exact dezelfde backing track gebruiken. Als je beide versies naast elkaar legt, blijkt pas waar de kwaliteit van Valery ligt. Ze heeft stijl en is, als het ware, de vrouwelijke evenknie van Jackie Wilson. Niet slecht voor een geboren Italiaanse met een blanke huid!

7 Come Go With Me-Gloria Jones (bootleg, geen catalogusnummer, 1965, re-issue: 2012)
‘Als je uitgehoord bent op Tainted Love’, bral ik in de podcast. Heerlijk toch, dat Fricisme! Útheard… Maar goed, de boodschap zal duidelijk zijn, ik heb ‘Tainted Love’ iets te vaak gehoord en vind hem bij tijd en wijle een beetje afgezaagd en kies dan graag voor ‘Come Go With Me’, haar cover van de Del-Vikings-hit uit 1957. Onlangs is er weer een origineel exemplaar van deze plaat opgedoken. Die zijn uiterst zeldzaam (minder dan tien!) terwijl de bootlegs en heruitgaven alleen al tientallen verschillenden zijn. John Manship, een van de grootste northern soul-kenners, heeft uitgerekend hoeveel millimeter ‘deadwax’ zit tussen uitloopgroef en label en heeft bepaald dat dat een ‘original’ was. Die is inmiddels al geruime tijd verkocht. Kostda? Vijftienhonderd pond! Dan is deze bootleg een stuk aantrekkelijker, tussen tien en vijftien pond voor twee absolute northern soul-klassiekers.

6 Love Is The Only Solution-Martha Star (Thelma OSV009, 1966, re-issue: 2010)
Alweer zo’n raar ding waarvan onlangs nog een origineel is verkocht. Die heeft duizend pond opgebracht en is gebruikt voor deze heruitgave. Outta Sight (van het ‘OSV’) gebruikt reproducties van het oorspronkelijke label, echter met een sterretje en het (recente) jaar van heruitgave. Op de b-kant staat trouwens de tweede single van Star, die weer als Martha Starr is verschenen: ‘No Part Time Love For Me’. Ook niet onaardig, maar ik blijf het houden op dit tweede aangename verjaardagscadeautje. Ik hoorde de plaat op mijn verjaardag vanaf de mp3-stick en ontdekte toen, tot mijn grote vreugde, dat een heruitgave nog steeds nieuw te bemachtigen was! Dat geluk heb ik niet altijd, ‘Hide And Seek’ van Lillian Dupree blijkt een serieus probleem te zijn…

5 It’s A Woman’s World-The Gypsies (Old Town OT 1184, 1965, re-issue: 1977)
De bekende rhythm & blues-zanger J.J. Jackson hielp de zigeunerinnen in het zadel, maar kon ze niet aan erkenning helpen. Dat gebeurde pas toen de oudste Pearce-zus de groep verliet om zich te wijden aan haar gezin en de overige twee zusjes en hun vriendin naar ‘Swinging London’ vertrokken. Intussen hadden ze de naam The Gypsies al laten vallen en reeds in Amerika een single gemaakt als The Flirtations, met onder leiding van de heren Wayne en Bickerton zou het alsnog goed komen met de groep. We vonden ze al op 32, maar deze mag geheel verdiend de top vijf in. Wat een klapper! Overigens zijn originelen van deze single ook uiterst schaars en zijn de latere persingen te herkennen aan een kleurverschil op het label. Onlangs werd nog een ‘original’ op de Amerikaanse Ebay aangeboden: Vraagprijs: 900 dollar. De markt is zo overspoeld met ‘neppers’ dat ik die gok niet zou durven wagen!

4 Make Me Belong To You-Barbara Lewis (Atlantic 584 037, 1966)
Ik heb het al vaker gezegd, er is meer subtiliteit in de Blauwe Bak gekomen. Ik zoek niet langer specifiek naar ‘in het rood’-stampers, maar heb eveneens een interesse voor uptempo rhythm & blues ontwikkeld. In die laatste categorie valt ook Barbara Lewis. Doorgaans geen gereedschap voor een northern soul-deejay, maar ik wijk graag van het patroon af. Deze is zo ontzettend lekker, het is vooral die electrische piano die het zo bijzonder maakt! Ik zet de plaat soms wel drie keer achterelkaar op, ik krijg hier nooit genoeg van!

3 Gone With The Wind Is My Love-Rita & The Tiaras (Kent Select CITY 009, 1969, re-issue: 2009)
‘Gone With The Wind’ was speciaal geschreven voor het zanggroepje The Tiaras, maar de producers vonden de leadzangeres té weinig als Diana Ross klinken en dus niet geschikt voor de opname. Naar het schijnt, hebben ze meerdere proefopnames gemaakt met andere zangeressen. Zo circuleert er sindskort een opname van Gloria Jones met dezelfde backingtrack. Toen kwam Rita Graham in het vizier en zij nam de zang op, los van The Tiaras. Ze hebben elkaar zelfs nog nooit ontmoet! Verbazingwekkend dat de producers op zoek waren naar een Diana Ross en juist tevreden waren met Rita. Rita is bij lange na geen Ross, maar het nummer past haar als een comfortabele jas. Maar ook de instrumentatie van het nummer is uitmuntend, op de flip van deze Kent-single staat de onuitgebrachte instrumentale versie van The Dore Strings en die mag er ook zijn!

2 I Don’t Like To Lose-The Group featuring Cecil Washington (Soul Sounds SS-02, 1966, re-issue: 199?)
Op 1 april, de dag na de ontknoping van de vorige Blauwe Bak Top 40, deed ik een stuk van de Vechtdalroute op herhaling. Het fietsen ging zo fijn dat na Neuenhaus Nordhorn al snel in beeld kwam en ik toen besloot voor Schüttorf te gaan. Ik zou van Schüttorf naar Oldenzaal nog wel een man met een houten hamer tegenkomen, maar het was een memorabele tocht. Na Nordhorn zette ik de mp3-stick aan met daarop ongeveer de helft van de ‘northern soul jukebox’. Opeens hoor ik een nummer dat me nog niet eerder was opgevallen, een beetje mid-tempo, maar met heerlijke achtergrondzang en een prachtig xylofoontje. Het is ‘I Don’t Like To Lose’ en ik begin kort daarop met een zoektocht. Half april heb ik een exemplaar te pakken bij rarenorthernsoul.com, maar Paypal treuzelt te lang met het overmaken van het geld, zodat die inmiddels aan een ander is verkocht. Twee weken geleden kwam ik nét op het goede moment op Ebay binnen, in de laatste acht minuten van de veiling. En zo kwam deze nog net op tijd voor de Blauwe Bak Top 40!

1 Don’t Stop Lookin’-Ann D’Andrea (Jamie 1352, 1966)
Vloeken in de kerk? Ann D’Andrea is meer ‘northern soul’ dan sommige van de nummers die populair werden in Wigan, maar wordt niet als dusdanig beoordeeld. Daar kan ik niet mee zitten! Veruit de lekkerste danser die ik de afgelopen maanden op vinyl heb gekocht. Probeer maar eens stil te zitten!

De link naar de podcast van de Top 20 komt onder 'opmerkingen'. Het goede nieuws is dat sinds de samenstelling van deze Top 40 alweer nieuwe plaatjes erbij zijn gekomen, dus het wijst erop dat ik eind september wel weer met een Blauwe Bak Top 40 kan komen...

vrijdag 29 juni 2012

Blauwe Bak Top 40 2012/2: 11-20


De podcasts worden vanmiddag geüpload en zal ik vervolgens onder 'Opmerkingen' plaatsen. Opmerkingen? Ja, Blogger heeft een hele radicale verandering toegepast: Reacties heet tegenwoordig opmerkingen!

20 Tainted Love-Gloria Jones (bootleg, geen catalogusnummer, 1964, re-issue: 2012)
Deze plaat kent twee verhalen. De eerste is hoe een totaal vergeten zangeres dankzij een, aanvankelijk nogal gesloten, beweging haarzelf alsnog in de volgspots kan wanen. Het tweede verhaal is hoe het een popklassieker werd. Beide verhalen hebben echter veel gemeen. ‘Tainted Love’ is één van de oer-nummers in de ‘scene’ en beleeft omstreeks 1971 een ware opleving. Gloria zit zelf dan nog immer in het vak en bezoekt enkele malen Engeland om een paar van haar geflopte opnames te vertolken uit het decennium ervoor. Het is tijdens zo’n tournee dat ze Marc Bolan ontmoet. Jones wordt niet alleen mevrouw Bolan, ook is ze te horen op platen van T.Rex, neemt ze nieuw spul op voor EMI, maar… bestuurt op de bewuste vrijdagavond in 1977 ook de Mini van Bolan. Er was drank in het spel, de Mini eindigt tegen een boom en Bolan overleeft het niet. De rest is geschiedenis? Nog niet helemaal: In dezelfe periode bezoekt ene Dave Ball een northern soul-club en hoort daar ‘Tainted Love’. Dat zou hem in 1981 nog van pas komen als hij met Marc Almond het duo Soft Cell formeert. Sindsdien hebben nog veel meer pop- en rockartiesten het nummer opgenomen. Toch gaat er niks boven dit oer-origineel! Nou ja, negentien liedjes dan…

19 You Babe-Dana Valery (Go Ahead TICK 010, 1971, re-issue: 2012)
De meest recente plaat in dit overzicht is deze van Dana Valery. Hoewel de opnames al in 1971 zijn voltooid en sindsdien op een elpee staan, is deze nauwelijks aan te slepen en voor de heren deejay’s ook niet echt praktisch. Omdat het iemand als Richard Searling, één van de top-dj’s in Wigan, pijn moet doen dat, vooral de Engelse ‘scene’, verzandt in de honderdste keer Frank Wilson en ‘Reed/Mason’-bombast, is deze met Go Ahead begonnen: Het label biedt ‘top drawer soul’, dus soul van de bovenste plank (of lade, volgens de Engelsen). Ze vissen voornamelijk in de rijke catalogus van Brunswick en ook Dana’s album verscheen bij dat label. De andere kant, een oude ‘tune-of-the-week’, staat in de top tien, maar ‘You Babe’ is te aardig om te negeren. Een compositie van de grote Curtis Mayfield.

18 Getting Mighty Crowded-Betty Everett (Fontana TF 520, 1964)
Als het ware een vervolg op het verhaal van Gloria Jones. Betty Everett had, volgens de legende, al in 1968 een residentie op de draaitafel van The Golden Torch in Stoke-In-Trent. Dit is zeer aannemelijk, want rond dezelfde tijd brengt de platenmaatschappij het zelfs nog een keer opnieuw uit. Wel opvallend voor een ‘scene’ waar hits ‘not done’ zijn, ‘Getting Mighty Crowded’ heeft immers in 1965 de Britse Top 20 bereikt. Misschien vertelt dit het beste de essentie van northern soul: Leuke ongebruikelijke dansplaatjes, want ook al in deze tijd staat ‘Getting Mighty Crowded’ in de schaduw van haar ‘It’s In His Kiss (The Shoop Shoop Song)’. Later zal de ‘scene’ meer eentje van verzamelaars worden met obscure plaatjes die in een oplage van vijf zijn gemaakt. Daarom prijs ik op nummer 18 graag nog eens dit heerlijke nummer van Betty Everett aan!

17 Whirlpool-Maurice Williams (Atlantic 45-2741, 1969)
Wederom zo’n plaat waarvan ik me niet precies kan herinneren (…alcohol…) wanneer ik deze op de kop heb getikt. Zou zo ergens in de jaren negentig kunnen zijn geweest. Kort na mijn intrek in Nijeveen ben ik al mijn singles-bakken door geweest en ontdekte zo het een en het ander. Ook deze van Maurice Williams, maar ik ben voorlopig nog de enige in mijn standpunt. Okay, hij is misschien een tikkeltje ‘crossover’, geheel tijdseigen voor een plaat uit 1969, maar wat mij betreft mag die!

16 Soul Serenade-The Mike Cotton Sound (MGM 1398, 1968)
Iedere keer als ik de pagina met Lucas & The Mike Cotton Sound in de Rare Record Price Guide passeerde, moest ik even kijken. Het was je reinste SM, want er stond me iets van bij dat ik hem bij mijn vertrek uit Engeland in Mossley had laten liggen. Totdat ik de plaat in maart uit een singles-bakje trek! Grappig is dat ik tijdens de podcast opeens herinner dat ik hem van mijn buurvrouw in Mossley heb gekocht. Haar naam, Lyn Marshall, staat op het hoesje. Ik ging zo nu en dan koffie drinken bij Lyn. Ze had een cafetaria en had daar een, voor Engelse begrippen, nieuw koffiemerk geïntroduceerd: Douwe Egberts. Hoewel ze me nogal een ‘waste of time’vond, ik had geen geld voor hapjes, haalde ik er eens in de maand twee kopjes Douwe Egberts. Op een zaterdagmiddag hield ze een verkoop van allerhande tweedehands zooi en ik heb voor tien pond de hele partij singles overgenomen. Deze van The Mike Cotton Sound is het dubbel en dwars waard!

15 Take Me By The Hand-Kent & The Candidates (Double Shot 113, 1966)
Er staat me iets bij van een rommelmarkt in Oudega-W, een zaterdagochtend in 1995. Een schoenendoos vol Amerikaanse promo’s en Bell-singles uit de jaren vijftig (zonder de ‘oversized’ hoezen). O ja, ‘Don’t Talk To Him’ van Cliff Richard in de normale Hollandse uitdossing, is volgens mij nog de extra reden om de hele doos in één keer te kopen. De eerste dingen zijn zo ‘kuntrie’, dat ik de daaropvolgende 17 jaar deze van Kent & The Candidates voor hetzelfde uitscheld. Totdat ik hem in april een rondje laat draven. ‘Trouble’ is al veelbelovend, ‘Take Me By The Hand’ kost echter wel een paar keer draaien, maar dan ben ik om!

14 One More Chance-Barbara & Brenda (Heidi 45-109, 1965)
Ik zocht naar ‘Never Love A Robin’, een magisch plaatje van het duo Barbara en Brenda. Na een aarzelend begin slaat het om in een geweldige danshit waar het plezier van af spat. Ik ben niet de enige die hier naar op zoek is en als er een exemplaar opduikt, zijn er opeens heel veel gegadigden. Een struintocht over Youtube leert me dat praktisch iedere Barb & Bren-plaat de moeite waard is, hoewel de vroegste voorbeelden nog zeer in het doowop-idioom zijn en dus durf ik de gok van ‘One More Chance’ wel aan, hoewel van deze een clip op Youtube ontbreekt. Tja, beide kanten zijn geen ‘Never Love A Robin’ en ze hebben ze ook wel gezelliger gemaakt, maar toch verklaar ik de liefde aan deze ‘One More Chance’,

13 Jumpin’ At The Go Go-The Detroit Sound (Wyncote W-2611, 1967, re-issue: 1977)
Een bootleg illegaal? Verboden? Ja. Zeker wanneer de artiest of groep in kwestie nog steeds actief is en de plaat een bedreiging is voor het nieuwe, officiële, product. Maar een koper van een bootleg is allerminst een crimineel of een dief, dit is een ‘superfan’ die gerust krom wil liggen om zijn verzameling nóg completer te maken. Je zou bijna geloven dat alles in de muziek ooit bij northern soul is begonnen, het lijkt er bijna wel op. Op elpee had je al langer bootlegs, denk maar aan de tientallen bootlegs van Bob Dylan. Of aan Peter Grant, de manager van Led Zeppelin, die bootlegs opkocht om ze te vernietigen. Moeilijk of niet meer te verkrijgen singles opnieuw persen voor deejays van nu, komt wél uit de northern soul. Neem nu deze van The Detroit Sound met zangeres Charlena Cooper, rond 1967 uitgebracht op een elpee met, grotendeels, nagespeelde Motown-hits. Het is nooit op single verschenen totdat in 1977 deze bootleg op Wyncote uitkwam. Het is tot op de dag van heden de enige manier om deze plaat op 45-toeren te bemachtigen. Het zoeken naar de oorspronkelijke elpee is ook al gekkenwerk!

12 I Lost A Good Thing-Gwen Owens (Velgo OSV 033, 1968, re-issue: 2011)
Op 23 vonden we ‘Just Say That You’re Wanted (And Needed)’ van Owens, maar ik heb recent de b-kant ‘I Lost A Good Thing’ ontdekt. Tot zover ik weet was dit haar enige single voor het Velgo-label en dus moet het ook oorspronkelijk de b-kant zijn. Waar ‘Just Say’ niet te draaien was, daar klinkt deze wel weer goed. Vreemd dat ze nooit hebben overwogen bij Velgo om de plaat ‘om te draaien’, want ook ‘I Lost A Good Thing’ mag er beslist zijn!

11 Everything’s Gonna Be Alright-P.P. Arnold (Virgin SV103, 1967, re-issue: 1980)
In de vorige Blauwe Bak Top 40 stond ze op 27 met dit nummer. Toen had ik een hele slechte bootleg gekocht en beloofde dat ze een herkansing zou krijgen als ik hem beter vond. Deze ‘re-prints’ (met zgn. Amerikaans label, hoewel de single nooit in Amerika is verschenen) zijn allemaal (zowel de roze als de grijze) in 1978-79 in Engeland geperst en hebben allen een zwaar leven achter de rug als gereedschap voor de northern soul-deejay. Gevolg is dat ik niet meer durfde te ‘gokken’ met zo’n plaat, mijn bootleg had ook al vijftien pond gekost en is niet te draaien… Dan is dit een betere optie: Virgin bracht in 1980 een serie dubbel-singles uit van opnames op het Immediate-label. Op deze van P.P. staan ‘The First Cut Is The Deepest’, ‘Angel Of The Morning’, ‘The Time Has Come’ en ‘Groovy’. Bonus is ‘Everything’s Gonna Be Alright’. Ik citeer de tekst op het hoesje uit 1980: ‘Finally, ‘Everything Is Gonna Be Alright’, the last of the five cuts on this collection never charted, but it’s been a rarity on the Northern Soul scene for months, with original copies being exchanged for ten pounds or more’. Ik heb overigens het afgelopen half jaar nog geen exemplaar onder de 150 zien gaan!

donderdag 28 juni 2012

Blauwe Bak Top 40 2012/2: 31-40


De podcast van de gehele Blauwe Bak Top 40 wordt morgenavond gepubliceerd.

40 Nobody But Me-The Human Beinz (Capitol 1A 006-86323, 1967, re-issue: 1981)
De interesse voor northern soul is wel een blijvertje, toch heb ik de afgelopen jaren al heel wat tijdelijke oplevingen gehad. Neem nu 2005 en 2006. Na de korte, maar krachtige, liefde voor de garagerock dook ik even helemaal in de avantgarde. Ik kocht albums die toen soms al pijn deden om te horen, maar die nu nog nauwelijks de kast uit komen. Eén van de meest bizarre albums is wellicht ‘Meet The Residents’ van The Residents (1973). Zij mishandelen in het nummer ‘N-Er-Gee’ een exemplaar van deze single van The Human Beinz en laten het ‘hangen’ op ‘boogaloo’ dat als ‘boogalooga’ een eigen mantra gaat ontwikkelen. Hoewel het origineel van The Isley Brothers is, kunnen The Human Beinz nog enkele dansen toe voegen die ten tijde van het origineel nog niet bestonden. Deze single kwam afgelopen maandag binnen en is daarmee de jongste aanwinst in de Blauwe Bak. ‘Nobody But Me’ is een stukje gereedschap en mag daarom op 40.

39 In The Middle Of Nowhere-Dusty Springfield (Philips 326 711 PF, 1965)
Nee, Dusty is geen huishoudnaam in de northern soul. In een ‘scene’ waar ze nogal allergisch zijn voor hits, is Dusty net ietsje té populair, té ‘mainstream’. Toch vind ik haar ‘In The Middle Of Nowhere’ behoorlijk in de buurt komen, maar ja…, het was een hit in Engeland, dus daar zal die nooit als dusdanig worden geaccepteerd. Ik profiteer dan maar van die grote plas tussen Rotterdam en Hull en laat hem stiekem in de Blauwe Bak wonen. Ik kan me niet voorstellen dat iemand komt protesteren als ik deze eens tussendoor gooi.

38 My Song-The Jewels (Federal 45-12541, 1966)
Het lijkt er warempel op alsof ik toch het origineel heb te pakken van deze van The Jewels. Prijs-kwaliteitsverhouding kán eigenlijk niet. Voor slechts acht pond werd ik de eigenaar van deze nagenoeg smetteloze plaat, één van de minder populaire producties van ome James Brown. Evenals The Human Beinz noemt ook The Jewels een aantal dansen op, waarbij ze een nieuwe toevoegen: ‘Let’s do the James Brown’. Hoe dat dansje precies in elkaar steekt, is niet bekend, maar ik heb wel een vermoeden. Overigens wordt er ook flink reclame gemaakt voor The Boston Monkey. Wilson Pickett zat er niet zo ver af met zijn ‘Land Of 1000 Dances’…

37 Man Is Born-Jackie Ross (U.S.A. USA 103, 1970)
Jackie Ross kan in principe helemaal geen kwaad doen. Het enige wat we haar kwalijk nemen, is ‘New Lover’, een schaamteloze en zeer onnodige herbewerking van haar grootste hit ‘Selfish One’ uit 1964. Verder is het een ondergewaardeerde zangeres met een zeer markante stem die in bijna iedere stijl haar mannetje staat. Hoewel ze in 1966 met ruzie bij Chess was vertrokken, kon ze vervolgens bij een hele reeks labels terecht. Voor U.S.A. maakt ze in 1970 ‘Man Is Born’, haar eerbetoon aan oorlogsslachtoffers en die van Vietnam in het bijzonder. Het is qua muziek geen ‘smash in yer face’, zoals de Engelsen dat zeggen, maar gekeken naar de tekst toch best heftig. We laten de teugels in de Blauwe Bak Top 40 niet al te veel vieren, het moet nog wel enigszins dansbaar zijn, maar voor Jackie Ross maak ik graag een uitzondering!

36 You’ve Got Your Mind On Other Things-Beverly Ann (RCA Victor 47-9468, 1966, re-issue: 2011)
Bezit van de zaak is het einde van het vermaak? Toen ik in december vorig jaar de ‘northern soul jukebox’-dvd in huis haalde, was deze van Beverly Ann één van de eerste liedjes die ik leerde kennen. Misschien was het zelfs wel de eerste… Een paar weken geleden kreeg ik ineens weer heel veel zin in dit nummer en zocht de recente heruitgave op Ebay. Toen de plaat binnenkwam, was die al een week ‘tune-of-the-week’ geweest en was de lol er alweer een beetje af. Bijkomend probleem: Deze single is behoorlijk kromgetrokken en ‘jengelt’ daardoor nogal. Nee, veel ga ik deze niet meer draaien, maar een nieuw gekochte single buiten de BB Top 40 houden, ging me ook te ver…

35 Gotta Get My Baby Back-Damon Fox (Crimson CR 1013, 1968)
Wilson Pickett was wel één van de ruim zestig genomineerden van deze Blauwe Bak Top 40. Ik heb in april zijn single ‘She’s Lookin’ Good’ herontdekt en in de Blauwe Bak geplaatst. Hoewel de beste man niet de hoogste veertig heeft behaald, wordt hij wel uitgebreid geëerd in deze opname van Damon Fox. Zijn ‘Gotta Get My Baby Back’ is een eerbetoon aan ‘Funky Broadway’, de grote hit van Pickett uit 1967. Ik ben eigenlijk al maanden op jacht naar ‘Packin’ Up’ van Damon Fox, een ‘klap in het gezicht’ van 1-minuut-53, maar het origineel is ‘Holy Grail’, een bootleg uit de jaren zeventig staat al enige tijd te koop bij een Engelse dealer voor 45 pond. En ja, ik heb eraan getwijfeld! Tot die tijd hou ik me wel zoet met deze crossover-plaat van Fox.

34 A Monster-Nina Simone (Philips B 304.064 F, 1964)
Dit is de eigenlijke A-kant van een Franse single met een veel bekender nummer op de keerzijde: ‘Don’t Let Me Be Misunderstood’. Sinds de uitvoering van The Animals een ‘evergreen’ geworden. ‘A Monster’ is helemaal geen northern soul, maar wel een oergezellige ‘hipshaker’, eveneens uit de pen van de heren Benjamin en Marcus.

33 Rescue Me-Fontella Bass (Chess CRS 8023, 1965)
Ik hoorde eens het verhaal dat de Bijbel zo’n verkoopsucces is, dat dit boek constant een Boeken Top Hoeveel zou aanvoeren en dus wordt weggelaten. Ik heb wel eens begrepen dat dit eind jaren tachtig, begin jaren negentig, eveneens het geval was met ‘Dark Side Of The Moon’ van Pink Floyd, maar dan in de albumlijsten. EMI had voor die cd speciaal een perserij in Zwitserland die dag en nacht op volle toeren draaide. In de Blauwe Bak zitten ook diverse platen die de Bijbelstatus hebben verworven. Neem nu de 33 en 32 uit deze Blauwe Bak Top 40, eigenlijk zouden ze in de Top 3 moeten staan, maar zelfs door afwezigheid in de lijst blijven ze nog altijd favoriet. Ziehier de lage notering voor deze nummers. Fontella Bass had ik al in een lelijke Old Gold-heruitgave die ook niet meer piekfijn klonk. In april kocht ik de originele Engelse Chess en die brengt Fontella Bass op 33 in deze Top 40.

32 Nothing But A Heartache-The Flirtations (Deram DM 216, 1968)
The Flirtations als deurmat van de northern soul? Ik had het minder kunnen treffen! Dit zal in juli 2004 zijn geweest middels ‘What’s Good About Goodbye My Love’ zijn geweest, ook al zocht ik toen meer naar ‘Someone Out There’. Intussen kreeg ik ook nog een exemplaar van ‘Nothing But A Heartache’, maar je mag nooit het gebit van een gratis paard controleren, maar dit was een echte racebaan, hoewel het wel weer de Engelse persing was. Zonder fotohoes en daar kreeg ik ook steeds meer zin in. Toen ik een paar weken geleden de single mét fotohoes zag staan op Marktplaats schroomde ik niet, ook al werd de Nederlandse persing beloofd. Hoe gelukkig was ik toen ik mocht concluderen dat het dé Engelse is. Deze hard, luid, in-het-rood en blijft ook na 500 keer draaien ontzettend leuk!

31 Moving Hands Of Time-Derek Martin (Buttercup 45-009, 1970)
Ik ontdekte vorige week nog dat deze Derek Martin hele leuke dingen heeft gedaan in de midden jaren zestig en dus hoop ik stiekem dat ik de volgende Blauwe Bak Top 40 meer van Derek Martin kan presenteren. Voorlopig moeten we het doen met deze, de b-kant van de ‘dweil’ ‘You Blew It Baby’ uit 1970. Veruit de langste plaat uit deze Top 40, hij duurt maar liefst 4-minuut-38 en is weer zo’n parel uit de pen van Terry Randazzo. Misschien wel zijn ‘Hey Jude’?

Blauwe Bak Top 40 2012/2: 21-30


30 Do The 45-The Sharpees (One-Derful 4835, 1965)
Ik raakte in december helemaal in extase toen ik deze van The Sharpees op Ebay zag staan. De Engelse persing nog wel! De President-demo uit 1969 met een lage startprijs. Ik moest toen nog even wegwijs worden op E(vil)bay, want ik had al fors geboden toen ik in de kleine lettertjes zag staan dat de plaat niet in een bijster goede staat was. Dat zou blijken! Waar Engelse persingen anders krachtig klinken, daar was van deze de opname uiterst zwak en bovendien volledig afgedraaid. Er zijn verzamelaars die lachend 26 euro uitgeven aan zo’n President-demo, maar ik vond het wel zonde van het geld. Kan het anders? Jawel, de Amerikaanse persing in een fraaie staat voor zes pond bij mijn favoriete dealer!

29 It’s Hard To Get Along-Joe Simon (Sound Stage 7 SS7-2641, 1969)
De podcast moest er even voor overnieuw, maar dan heb je ook wel wat. Toen ik ‘I’ll Be Your Everything’ van Percy Sledge had gekocht, meende ik dat ik hem wel aardig vond. Niet gek voor een artiest waar ik anders moordneigingen van krijg. En zo kwam die in de Blauwe Bak Top 40 terecht op 29. Na de eerste poging tot podcast kon ik mezelf wel verscheuren, want zo’n smartlap tussen de uptempo dingen? Nee, dan zet ik nog liever deze ‘rip-off’ van ‘Amen’ op nummertje 29, maar eigenlijk was die in de ‘bubbling under’ blijven hangen.

28 Speak To Me-P.P. Arnold (Immediate IM 047, 1967)
Toen ik een paar weken geleden de dubbelsingle van P.P. Arnold kocht, dacht ik voorlopig wel even klaar te zijn. ‘The Time Has Come’ is voor de northern soul niet zó interessant, dat ik die ook origineel moest hebben en hetzelfde gold eigenlijk ook voor ‘The First Cut Is The Deepest’. Totdat ik ontdekte dat die laatste een hele leuke b-kant heeft, deze ‘Speak To Me’. Dus toch mijn voelsprieten nog even uitgezet op Ebay en gelukkig is deze plaat voor redelijk weinig verkrijgbaar. En zo heb ik voor minder dan een tientje deze puntgave ‘original’ te pakken. P.P. Arnold is nu eenmaal meer mod dan northern soul, maar toch kan een nummer als ‘Speak To Me’ eenvoudig tussendoor!

27 I Miss You Baby (How I Miss You)-Marv Johnson (Tamla Motown TMG 713, 1969)
Dit is de enige Motown-plaat in deze Top 40, een wat mager resultaat in verhouding tot de vorige twee edities. Deze heb ik in 1997 in Denemarken gekocht en bleef tot maart vrij onopgemerkt. Eigenlijk ontdekte ik de plaat pas bij het optreden van de Beatles-coverband in De Buze. Het aarzelende begin heeft me vaak op het verkeerde been gezet, maar na het intro knalt hij lekker los! Een heerlijk plaatje dat zijn plekje verdient in deze Top 40!

26 Sad World Without You-Pic & Bill (Page One POF 052, 1967)
Nog zo’n plaat die ik wel vaak heb geprobeerd, maar waar ik nooit echt een fijne smaak bij kreeg. Dat kan ik me nu nauwelijks meer voorstellen, want Pic & Bill hebben hun plekje in mijn set gevonden. Een flink obscuur duo dat middels het Page One-label van Troggs-manager Larry Page hun klanken de wereld mocht in gooien. ‘Sad World’ is misschien wat midtempo, maar voor Pic & Bill is dat behoorlijk snel. Het duo zal het meest geëerd worden vanwege hun ‘deep soul’-opnames.

25 Love Diet-The Imagination (20th Century TC-2117, 1974)
Ik kan het niet genoeg zeggen, dit is niet Imagination van ‘Just An Illusion’ en andere gladde disco-hits uit de jaren tachtig. Over deze formatie is erg weinig te vinden, behalve dat verzamelaars nogal gek in het hoofd worden als er een exemplaar opduikt. In Engeland schijnt iemand te zijn die een doos vol heeft en zo nu en dan eentje in de aanbieding doet. Hij kan daarna met vakantie naar Blackpool, niet té lang en zelf krentenbollen meenemen, want voor veertig dollar kom je natuurlijk niet heel ver! Toch ben ik erin geslaagd deze voor vijftig cent te bemachtigen en dat heeft al tot wat jaloezie geleid bij collega-verzamelaars…

24 Nothing Worse Than Being Alone-The Ad Libs (Share #106, 1969)
Lange tijd was ‘I See Your Image’ van The Key mijn duurste plaat, nadat ik deze in 2009 voor 25 euro had gekocht. Dat is alweer lang geleden. The Sharpees kostte me 26 euro, Sharon Tandy en Diane Lewis rond de 30 en deze van The Ad-Libs is voorlopig de lijstaanvoerder met 34 euro. De ‘out of press’-vinylelpee ‘Songs III’ van Marissa Nadler kostte me ooit 35 euro en dat is nog immer de allerduurste plaat ooit, maar we zitten dus erg in de buurt om daar overheen te gaan. Zie bijvoorbeeld Damon Fox, hoewel dat weer een beetje extreem is. The Ad-Libs zijn vooral beroemd door ‘The Boy From New York City’, maar ook ‘New York In The Dark’ (1968) is een klassieker uit de northern soul. Dat geldt in iets mindere mate voor dit fijne mid-tempo nummer uit 1969, maar onder verzamelaars is deze erg gewild, zeker omdat er nimmer een heruitgave of een bootleg van is verschenen. De aanschaf van The Ad-Libs toont andermaal aan dat mijn Blauwe Bak ietsje subtieler van aard wordt. Iets minder gestamp, maar meer ruimte voor de ‘soul’ in de northern soul.

23 Just Say That You’re Wanted (And Needed)-Gwen Owens (Velgo OSV 033, 1968, re-issue: 2011)
Originele exemplaren van deze plaat zijn onvindbaar en, als er eentje opduikt, minstens vierduizend dollar waard. Het leeuwendeel van deze singles zijn echter geëindigd als frisbee in het magazijn van Velgo, want door een foutje waren de meeste exemplaren niet te draaien. Eén van de zeer weinige overlevenden is echter gerestaureerd door de mensen van Outta Sight en klinkt vooral in het laag nog steeds niet ‘koosjer’. De andere kant van de plaat is qua geluidskwaliteit een stuk beter en staat eveneens hoger genoteerd in deze Blauwe Bak Top 40. Ondanks de summiere kwaliteit klinkt hier toch een solide Detroit Soul-stamper van de bovenste plank.

22 You’re Ready Now-Frankie Valli (Philips BF 320 226, 1966)
In 1967-68 kenmerkte The Golden Torch in Stoke-On-Trent zich al door een eigenzinnige muziekkeuze. The Twisted Wheel in Manchester was al vanaf 1962 het adres voor de betere rhythm & blues. Daar keken ze eveneens verder dan de hitlijsten en werd de b-kant van ‘Green Onions’ van Booker T. & The MG’s onverwacht een lokale hit. Toch duurde het tot 1969 eer ook Manchester in de ban raakte van niet voor de hand liggende dansmuziek. The Sharpees met ‘Do The 45’ was zo’n vroege hit, maar in 1971 was het raak voor The Newbeats met hun vijf jaar oude-opname ‘Run Baby Run’ en voor Frankie Valli. De voormalige zanger van The Four Seasons was zijn solo-carriére in 1966 begonnen en nam toen ‘You’re Ready Now’ op. Door het succes in de northern soul werd het nummer in 1971 overgenomen door de discotheken en werd het alsnog een vette hit in Europa. Hoewel het een twijfelgevalletje is, lijkt dit toch nog wel de originele Belgische Philips uit 1966 te kunnen zijn…

21 Learning How To Fly-The Exciters (Today T 1002, 1971)
Waar zoektochten zoal niet toe kunnen leiden. Ik was eigenlijk op zoek naar ‘Blowing Up’ van The Exciters uit 1969, toen ik deze opname uit 1971 voor weinig bij een Engelse dealer traceerde. Het is geen stamper als ‘Blowing Up’ of hun grootste hit ‘Tell Him’, maar toch wel aardig genoeg voor in de Blauwe Bak en een weekje ‘tune-of-the-week’.

woensdag 27 juni 2012

recenzeuren: De Dikke Lul Band


Na een tijdje afwezigheid is de rubriek Recenzeuren weer terug, ook al zou ik hem vandaag beter Recensuren kunnen noemen. Eén van mijn weinige claims-to-fame in de popmuziek: 'Meespelen' in de videoclip van 'Dikke Lul', de verrassingshit van De Dikke Lul Band. En, vooruit, als die voorradig is, zet ik het linkje naar de video erbij! Helaas, dat laatste gaat niet door. Youtube biedt enkel een karaoke-versie en eentje met een stilstaand plaatje van de heren Kuipers en Kamminga. Die memorabele, maar toendertijd ook bloedirritante zondagavond 'werken', is dus voor niks gebleken! Verder dan een anderhalve keer op TMF is het ook vast niet gekomen. Als recensent werkte ik van 1992 tot en met 1997 voor het Sneeker Nieuwsblad en in deze rubriek kijk ik terug naar concerten uit die periode. De exacte datum kan ik niet meer nagaan, maar het zal ergens in september 1994 zijn geweest toen de opnames waren van de videoclip in café De Freonskip in Blauwhuis. Ik was in functie, dat was mijn excuus...

De entree was gratis, dus ik had de perskaart wel thuis kunnen laten. Arie Kuipers en Arjen Kamminga bleken behoorlijk gespannen vóór de opname en te druk erna, dus tijd voor een interview was er niet. En wat had ik ze moeten vragen? Ik ging dus lekker op in de massa en dat betekende ondermeer dat ik evenals de andere aanwezigen op commando moest mee hossen op 'Dikke Lul'. Er is me wel eens mediageilheid toegeschreven en dat klopt ergens wel. Maar dit is wellicht de meest schrijnende vorm geweest. Ik overdrijf niet als ik zeg dat het vijftien tot twintig keer over moest. Vijftien keer de Radetzky-mars met die tekst waarom je de vijftiende keer nog moet 'lachen' voor de camera. Gelukkig kreeg de plaat niet heel veel 'airplay', werd wel een monsterhit (nummer drie in de Top 40, nummer 1 in de Mega Top 50) en iedere keer als ik het intro hoorde, kreeg ik last van jeuk en braakneigingen.

Heel vaak staat Sneek niet in de volgspots van de muziek. Maywood, of op zijn minst één van de zusjes, woonde ten tijde van het succes van 'Late At Night' en 'Rio' in het nabijgelegen Uitwellingerga. Sinds de jaren negentig doet Fokko Dam een aantal maal van zich spreken. Met Arie Kuipers vormt hij de Zware Jongens, ook al zo'n product van een torenhoog niveau. Raar, maar waar... Ik heb in de midden jaren negentig een aantal zeer fijne dranksessies in de Sneker horeca met Dam en vind in hem net zo'n gepassioneerde muziekliefhebber met een uitmuntende smaak! Toch zijn de eigen uitspattingen uiterst banaal. Ik zal het heel voorzichtig schrijven, want helemaal zeker ben ik niet van mijn zaak. Vormden Arie Kuipers en Arjen Kamminga ooit niet Duo Nooitgedacht? Hoe het Duo ook heette, als de Vlootschouw de Sneekweek had geopend, stond het duo bekend als Het Sneekweek Duo. 'De Rasexy Mars'is al een jaren oud fenomeen. Bij het intro kan de feestganger zich schrap zetten, in het ergste geval weten de heren zoveel 'vieze' woorden met drie lettergrepen te bedenken, dat het ruim een half uur doorgaat!

Maar het kon nog erger! Zoals deze zondagavond in Blauwhuis, vijftien keer 'Dikke Lul' achter elkaar. In het begin was het hossen, maar halverwege moesten we een polonaise vormen. Als ze zes camera's tot hun beschikking hadden, kon het ook in zes keer gepiept zijn. Maar nee, er was maar één camera die de meute uit verschillende hoeken moest opnemen. Vandaar dat het eindeloos over moest. Een echte recensie kon het nauwelijks heten, het moest meer een sfeerverslag worden. In mijn enthousiasme schreef ik de Radetzky-mars nog maar even toe aan Händel, iets dat alleen mijn oom Jelte is opgevallen! Ik kan de 'morning after' nog wél herinneren, ik had bij hoge uitzondering de maandagochtend vrij gekregen van mijn werk ten behoeve van deze recensie. Ik had een kater!

De heren Kuipers en Kamminga hadden al een lange staat van dienst. Arjen Kamminga zat in de midden jaren zeventig bij Road. Niet te verwarren met de Brabantse formatie van de hit 'Never Leave Me Lonely' uit 1971. Hier wordt de Friese Road bedoeld, een groep uit Leeuwarden die nationaal niet verder is gekomen dan een paar weken Tipparade met 'To Know That I Love You' (1976), maar in Friesland populairder was dan George Baker Selection. Ook Arie Kuipers was een gerespecteerd muzikant. Vakcollega's namen hen na 'Dikke Lul' niet serieus meer, maar dan had het duo een weerwoord: Getuige een artikel in Muziekkrant Oor nam Eddie Van Halen een exemplaar van 'Dikke Lul' mee als souvenir naar Amerika! Overigens bestaat de Dikke Lul Band half-om-half nog steeds. Als er een vraag komt vanuit het studentencircuit en de heren hebben een gaatje in hun agenda, dan gaat het 'Dikke Lul all the way'!

dinsdag 26 juni 2012

hoesbui voor het goede doel


Ik ben druk met de voorbereidingen voor de Blauwe Bak Top 40 2012 kwartaal 2. Dat is inderdaad een hele mond vol, maar ik heb het vandaag al een paar maal over de tong laten gaan. Ik heb zojuist de eerste podcast opgenomen, ga straks de Top 20 doen. Deze twee zullen, naar verwachting, vrijdagavond beschikbaar worden. Verder ben ik ook al begonnen aan de twee berichten voor donderdag, dus er komt nog voldoende schermvulling de komende dagen! Om jullie als volgers toch niet helemaal met lege handen te laten zitten, hierbij de 'avatar' van mijn eerste volger. Geen fotohoesje, maar toch genoeg om even een minuutje naar te kijken! De artiesten die afgebeeld staan op het hoesje staan niet in de Blauwe Bak Top 40, dus daar is verder geen connectie bij. Verder presenteer ik hierbij de nieuwe Soul-x-rated met 17 plaatjes uit de 'bubbling under', inclusief de tune-of-the-week. En vergeef me alstublieft dat gebral over 'Zoom' bij de Fatback Band! http://soulx1975.podomatic.com/entry/2012-06-26T08_43_41-07_00

maandag 25 juni 2012

tune-of-the-week: Fatback Band


Als ik in staat was mezelf te verscheuren, dan lag ik inmiddels al in duizenden snippers. Ik leer 'Wicky Wacky' van Fatback Band in april kennen en sinds die tijd hou ik mezelf voor dat deze formatie in 1982 een hit heeft gehad met het uiterst gladde 'Zoom'. Zelfs vanochtend, toen ik de kersverse Soul-x-rated opnam, hoorde ik mezelf dat duidelijk zeggen. Hoewel de nieuwe microfoon niet je van het is, beschouw ik de opname wel als gelukt en hik er tegenop om een nieuwe te maken, maar het is natuurlijk ontzettend fout! 'Zoom' is namelijk een hit voor Fat Larry's Band, het verhaaltje kunnen we daarmee afdoen als 'Larry Cook'? Dat de Fatback Band in de jaren tachtig ietsje gladder is geworden, klopt op zichzelf wel, maar het wordt nimmer EO-verantwoord als Kool & The Gang. Van donderdag tot en met zaterdag presenteer ik hier de Blauwe Bak Top 40 in vier bedrijven, vrijdag verschijnt naar alle verwachting een podcast in twee delen. De Soul-x-rated moet ik nog publiceren, al dan niet met fout, deze is geheel opgebouwd uit platen uit de 'bubbling under', inclusief een 'tune of the week' die behoorlijk in contrast staat met de northern soul: 'Wicky Wacky' van Fatback Band (1974).

Tóch klopt het eerste deel van het verhaal wel! Fatback Band is een tijdgenoot van Kool & The Gang, beide bands staan ontzettend hoog aangeschreven bij liefhebbers, maar bakken er tot de midden jaren zeventig niet zoveel van op de hitparade. Fatback Band komt in 1970 bijeen in New York op initiatief van Bill 'Fatback' Curtis, die poogt om de 'vette' beat uit de New Orleans-jazz met de pas uitgevonden funk te combineren. Bij vlagen neemt de groep de vormen aan van een bigband, inclusief een vrij anonieme zanger en een zangeres. De eerste single van de groep heet 'Soul March' en verschijnt in 1973, maar het is geen succes. Dat is 'Street Dance' wél, dat bereikt in Amerika een 26e plek in de Billboard R&B-lijsten, toch kan de oversteek naar de reguliere charts nog niet worden gemaakt. 'Wicky Wacky', 'onze' tune, is de vijfde single en de tweede voor Event, maar bereikt ternauwernood de R&B-lijst en blijft op 94 steken. Wat ook geldt voor Kool & The Gang ('the second baddest out there', volgens James Brown) gaat eveneens op voor Fatback Band. Een paar jaar later zullen met name hiphop-pioniers zweren bij deze opnames, maar de muziekscene is daar in 1974 nog niet klaar voor. 'The party people', waarover gezongen wordt in 'Wicky Wacky', heeft het nog even te druk met de Phillysoul en het aarzelende begin van de disco. Fatback Band is dé 'heavy metal' onder de funkgroepen uit die tijd.

Geduld is een schone zaak en in 1975 scoort de groep de eerste Engelse hit met 'Yum Yum', terwijl deze in Amerika weer niet de reguliere hitparade haalt. Met de opvolger 'Do The Bus Stop' wordt feitelijk 'line dancing' uitgevonden. 'Do The Spanish Hustle' komt in Amerika één plekje te kort voor de Billboard, maar is in Europa een hele grote hit, wat eveneens geldt voor 'Double Dutch'. Vooral in Engeland blijft de groep tot en met 1985 erg populair. Tegen die tijd is men in Amerika de groep al helemaal vergeten, of het moet vanwege dat ene wapenfeit zijn...

Eind 1979 broeit het in de muziekscene. Wie patent heeft op het idee is niet echt bekend, wel wordt er op verschillende fronten geëxperimenteerd met rap en funk. Het scheelt maar een week, maar Fatback Band komt in 1979 als eerste met een hiphop-single: 'King Tim III'. De eerste commerciële hiphop-single, wel te verstaan. Een week later gaat Sugarhill Gang met hun 'Rapper's Delight' er met de hoofdprijs vandoor. Hoewel de plaat van Fatback Band alom wordt gerespecteerd als een klassieker, is het nimmer de hit die Sugarhill Gang op hun conto kan bijschrijven. In 1983 is 'Is This The Future' een bescheiden Amerikaanse hit, welke pas in 1985 wordt uitgegeven in Engeland als een single met dubbele A-kant. Op de andere zijde staat 'Wicky Wacky'. Vreemd dat er op de labels totaal geen melding van het oorspronkelijke jaartal wordt weergegeven. Ik kon in april nauwelijks geloven dat een band anno 1985 zo 'retro' kon klinken als in 'Wicky Wacky'...

'Wicky Wacky' is eigenlijk veel te funky voor in de Blauwe Bak en toch heb ik het al eens gewaagd om hem er tussen te plakken. Dat is op zichzelf ook niet nieuw, want dat deed ik al vaker met bijvoorbeeld 'Quack Quack' van Paul Jackson of 'Funky Chick' van The Majestics en in dat rijtje past ook wel een 'Wicky Wacky'.

zondag 24 juni 2012

Schijf van 5: voetbal


Een niet nader te noemen volger meende vorige week nog dat ik deze Schijf van 5 over voetbal zou laten vallen, omdat Nederland niet meer mee doet in het EK. Wat had je zelf gedacht? Voor een blogger die bijna een jaar geleden een Schijf van 5 met kerstnummers deed, kan het uitschakelen van Oranje alleen maar tot de feestvreugde bijdragen. Wat als we een mazzeltje hadden gehad? Dan hadden we nog een keer naar zo'n wanprestatie moeten kijken. Nee, wees maar dankbaar! Er valt overigens nog genoeg te genieten van het EK. Ik ving gisteren de volgende quote op van een Facebook-vriend, uit de mond van Frank Snoeks tijdens het duel tussen Spanje en Frankrijk: ,,We zitten niet naar High Chaparel te kijken, daar werd tenminste nog geschoten". Waarop een andere vriend vanuit Frankrijk reageerde met: ,,Hier doen de verslaggevers alsof er iedere minuut wordt gescoord". Zo'n verhaal ken ik ook van Theo Koomen. In het uiterste begin van de transistorradio nam iemand zo'n ding mee naar een wedstrijd van FC Volendam. Een slaapverwekkend tafereel, maar Koomen bracht een verslag voor de radio alsof het erg spannend was. Voetbal oorlog? Welnee, voetbal is humor! We nemen de vuvuzela nog eens te hand voor deze Schijf van 5 voetbal-geïnspireerde plaatjes.

'I'll Never Drink Again' is een liedje dat helemaal 'past' op de ochtend na een of ander zuipavontuur. Ik heb het dikwijls gezongen, totdat ik in april 2009 besloot om de tekst tot waarheid te maken. Het goede nieuws is dat het Harm Breemer na veertig jaar ook is gelukt... De man, die we beter kennen als Alexander Curly, is eveneens gestopt met drinken, roken, eten en ademen. Een paar weken geleden wilde ik in de Extratet de eerste 20 singles uit mijn verzameling draaien, maar hikte al een beetje op tegen de nummer dertien. Dat is vandaag de hekkensluiter geworden, alleen maar omdat Curly ons is ontvallen! 'Hollanders' van Alexander Curly (1981) had ook een tekst met vaderlandse geschiedenis, volgens mij was dat de hitversie. Er verscheen echter ook een 'voetbalhit'. Die zet ik vandaag op vijf!

'You'll Never Walk Alone', was één van de suggesties die ik binnen kreeg. Tja, het is natuurlijk onlosmakelijk verbonden met Liverpool en het voetbal in het algemeen, maar het gáát niet over voetbal. In Liverpool is echter wel de zangcultuur begonnen op de voetbaltribunes, er is in de begin jaren zeventig nog eens een dubbelalbum verschenen met een wedstrijd van Liverpool. De microfoons zijn echter niet gericht op het voetbalveld of de verslaggevers, maar op de tribune. De luisteraar van dit bijzondere stuk exotica krijgt dus negentig minuten zang en handjeklap van de tribune te horen, niks ingestudeerd, zomaar een 'veldopname'. Helaas heb ik deze erg gewilde elpee in Engeland moeten laten liggen wegens ruimtegebrek! Of 'He's Got The Whole World In Our Hands' ook zijn wortels heeft in Liverpool, is me niet bekend, wél dat Nottingham Forest FC waarschijnlijk de enige voetbalclub is die in de Nederlandse Top 5 heeft gestaan. Hun opname als 'We Got The Whole World In Our Hands' met de band Paper Lace mag vandaag op vier.

Zo'n EK of WK brengt altijd een hausse teweeg aan liedjes, soms bewerkingen van bestaande titels, maar ook speciaal voor de gelegenheid geschreven. Het wil wel eens overkomen dat je per ongeluk een kroeg binnenstapt waar ze al die malligheid op de harde schijf hebben staan. Het is niet anders, drankje ledigen en volgende kroeg! Toch is er met ieder toernooi wel een band of artiest in het aanbod te vinden, waarvan je het niet zo snel zou verwachten. Neem nou 'Naar Voren!' van De Raggende Manne, maar ook een suggestie die door een trouwe volger werd gedaan. Een plaatje met een hoog 'o ja'-gehalte. Na de zege op het EK in 1988 bakte Nederland in 1990 er maar weinig van op het WK. Dat kan hem aan de liedjes hebben gelegen, als speler wordt je niet blij van André Hazes of Ron Brandsteder en de Havenzangers. Nee, neem nou de Engelsen, die hadden pas een leuk WK-nummer: 'World In Motion' van New Order. Geheel verdiend op drie!

Bijna was die nummer 1 geweest, maar voor de derde achtereenvolgende week Pink Floyd noemen en nooit op één vind ik ook wel sneu. Zo'n slechte band is het nu ook weer niet. Ik had ooit De Singel in Zwolle in lichtelijke paniek, toen ik opbiechtte dat ik XTC in mijn platenkoffer had. Het drong niet zo snel tot hun door... Er gaat niks boven een lekker ontbijtje van drugs op zo'n druilerige zondag met Oranje uit het WK en dus laaf ik me aan XTC. 'All the world is football-shaped, it's just for me to kick in space, and I can see hear smell touch taste, and I've got, one-two-three-four five', neem ik nu dan over van het fotohoesje van 'Senses Working Overtime' van XTC uit 1982. De inspirator voor deze Schijf mag op twee.

Het is jammer dat ik 'Fearless' pas jaren later leer kennen, anders had ik graag het 'You'll Never Walk Alone' langs de meetlat willen leggen met dat dubbelalbum. De Rodgers-Hammerstein-compositie aan het einde van 'Fearless' wordt inderdaad gezongen door de Liverpool FC en dat moet Roger Waters in het bijzonder pijn hebben gedaan. Hij staat immers te boek als een fanatiek Arsenal-supporter. Hoewel de tekst zélf niet meteen naar voetbal is te herleiden, geldt dit wel voor de titel. 'Fearless' is 'slang' voor 'awesome', dat afschuwelijke leenwoord dat steeds vaker in onze taal opduikt. Het is niet de meest overtuigende Schijf geweest in de geschiedenis, ik had zelf gehoopt op meer voorbeelden als XTC, toch mag Pink Floyd deze besluiten met 'Fearless' van het album 'Meddle' (1971). Omdat we toch liever singlehoesjes gebruiken, heb ik gekozen voor het hoesje van 'One Of These Days'.

Je zou het bijna denken, in navolging van kerst in eind juni, maar nee... Het heeft daar niets mee te maken. Volgende week gaan we het over Mary hebben. Geen afleidingen daarvan, gewoon simpel Mary en al helemaal geen Mary Ann(e), want die hebben we al eens gehad. Dat trotse wicht van Ike & Tina trap ik de oever af!

zaterdag 23 juni 2012

uit de jeukdoos: The Yum Yums


Vijf uren voor het aflopen van de veiling krijg ik bericht van Ebay: 'U bent overboden, biedt nu meer dan zeventien pond'. Het blijft knagen, de kans om weer 'Gonna Be A Big Thing' van The Yum Yums op vinyl te krijgen, is nihil. Het zou flauw zijn als de huidige bieder 20 pond heeft ingevuld en ik hem zou verliezen op drie pond. Overigens wel knap, de vorige bieders verhoogden hun bedrag per vijftig pence, deze heeft blijkbaar een astronomisch bedrag ingevuld. Zoals ik zeg, het blijft knagen, maar waarschijnlijk laat ik het zo en blijft The Yum Yums voor mij enkel beschikbaar op de northern soul jukebox-dvd. Schrale troost: Ik heb natuurlijk al de uitvoering van The Sapphires en die, dat moet gezegd worden, is sneller!

The Yum Yums heeft maar één single op haar naam staan, maar wel eentje waarvoor rechtgeaarde verzamelaars graag een paar weken voor in hongerstaking gaan. Beneden de duizend pond is een illusie, maar ook daarboven moet je nog oppassen voor vervalsingen. De grote John Manship heeft aan de hand van de ruimte tussen uitloopgroef en label bepaald wat de originelen zijn en welke de 'neppers'. Degene die nu op Ebay te koop staat, heeft totaal niks met een vervalsing te maken, het heeft een erg kitscherig 'Stardust'-label en heeft de versie van The Sapphires als b-kant. Er is niets, maar dan ook helemaal niets, gedaan om het oud te laten ogen. Waarschijnlijk is het gewoon een mp3-opname die in het vinyl is geperst. Ik krijg de laatste tijd nogal vaak advertenties van iemand in Eindhoven die een dergelijke 'business' runt en ik heb er zo over na zitten te denken om 'Hide And Seek' van Lillian (of Lilian) Dupree te laten persen. Gewoon om hem op vinyl te hebben. Bij Dupree is het net als bij The Yum Yums, het origineel is onvindbaar en als het opduikt?

'Gonna Be A Big Thing' verschijnt in 1965 op ABC-Paramount 10697 met 'Looky Looky' op de b-kant. Beide liedjes worden kort daarop gerecycled door ABC-Paramount. The Sapphires brengt een snellere versie als 'Big Thing' op 10753, terwijl op 10730 The Kittens hun versie van 'Looky Looky' laten horen. The Yum Yums bestaat uit de dames Nadine Felder, Gwendolyn Oliver, Jean Davis en Cassandra 'Ann' Wooten. De dames nemen na deze gewilde single, hun enige voor ABC, een naam over van een bestaande groep. Honey And The Bees heeft een single gemaakt voor Academy in 1965, maar vanaf 1966 vertegenwoordigen de voormalige Yum Yums die naam. Ze nemen single-kanten op voor Arctic en North Bay. De laatste krijgt zelfs een nationale release door Chess. In 1970 wordt 'And' vervangen door '&' en tekent de groep bij Josie. De medley 'It's Gonna Take A Miracle' (1971) zit al jaren in mijn verzameling, maar is nauwelijks interessant te noemen. In 1972 volgen nog twee singles voor Bell, maar dan is de koek... euh... honing echt op!

Oliver en Wooten staan dan in feite nog aan het begin van een succesvolle loopbaan, samen met Cheryl Mason Jacks en songwriter Ritchie Rome wordt in 1975 de uiterst succesvolle discoformatie Ritchie Family opgericht, hoewel op de vroege platen van dit gezelschap ene Barbara Ingram de 'lead vocals' voor haar rekening neemt. Dat dit enkel 'novelty'-waarde heeft voor dit bericht en geenszins met de verzamelwaarde van 'Big Thing' heeft te maken, mag duidelijk zijn? Om terug te komen op die single uit 1965, The Sapphires doen hem sneller en zingen ietsje valser dan The Yum Yums. Hoewel nogal mid-tempo in vergelijking tot The Sapphires, heeft die van The Yum Yums een 'übercoolness' waar je u tegen zegt!

Ik mag niet klagen: Gistermiddag kwam 'I Don't Like To Lose' van The Group featuring Cecil Washington binnen. Wat een plaat! 'Nobody But Me' van The Human Beinz gaat nog net op tijd binnenlopen voor de Blauwe Bak Top 40 (is al klaar, hij is hekkensluiter), 'Don't Bring Me Down' van Rita Dacosta wordt een kandidaat voor de Blauwe Bak Top 40 over 2012, derde kwartaal.

vrijdag 22 juni 2012

De Video Draait: Ken Loach


Ik loop al weken met het plan en vandaag ga ik er eindelijk een bericht over schrijven. Niet, zoals gebruikelijk in De Video Draait, één of twee films in de schijnwerpers, maar een eerbetoon aan een regisseur. Ik stapte een paar maanden geleden middels 'Riff Raff' de wondere wereld van Ken Loach binnen en ben inmiddels zo verslingerd geraakt aan de films van deze Brit, dat ik al ruim halverwege zijn aanbod bij het Meppeler filiaal van Filmclub ben. Als ik dan vervolgens naar het oeuvre van de man kijk, blijkt dat ik nog niet eens op de helft ben! Er zitten uiteraard ook een paar 'zwarte gaten' tussen, wat te denken van 'The Save The Children Fund Film' uit 1971. Oorspronkelijk mede-gefinancieerd door de liefdadidgheidsorganisatie Save The Children, die na voltooiing erop stond dat de negatieven vernietigd moesten worden. Loach deed het niet en de film is pas veertig jaar later eenmalig vertoond. Ik ben de afgelopen maanden wegwijs geworden in het oeuvre vanaf de begin jaren negentig en dat is bijna een genre op zichzelf!

'Kitchen sink realism' (gootsteen-realisme) wordt het wel genoemd. Loach is een kritisch observator van het dagelijkse leven. De onbedoelde zelfkant. Na de grijze jaren tachtig volgden de jaren negentig, in Engeland niet meer hoopvoller. Immer een stijging van werkloosheid, de 'slachtoffers' staan te boek als harde werkers en willen kost-wat-kost hun eigen boterham verdienen. Dat dit wel eens afglijdt naar illegale praktijken is dan een logisch vervolg. In 'Riff Raff' zien we een aantal arbeiders die, met gevaar voor eigen leven, werk aanvaarden. De bouwplaats waar ze werken ontbeert iedere vorm van veiligheidsvoorwaarden en wie een grote mond heeft, wordt ontslagen. Totdat er een dodelijk ongeval plaats vindt. In 'Ladybird Ladybird' zien we een dappere vrouw met haar vier kinderen (allen met verschillende vaders), constant op de vlucht voor huiselijk geweld. Middels een ongeluk worden de kinderen uit huis geplaatst en ontmoet ze een nieuwe liefde, dé liefde van haar leven. De twee kinderen die kort daarop worden geboren, worden eveneens door de Sociale Dienst van de moeder gescheiden. Vooral bij het laatste kind is dat hartverscheurend, de scéne is geheel gebaseerd op een ooggetuigeverslag van een verpleegster.

Hoewel Loach zich erg vastklampt aan een script, laat hij de acteurs (m/v) het script niet vooraf lezen, maar presenteert het in porties. Loach wil namelijk geen acteerprestaties, hij streeft zoveel mogelijk échte gevoelens na. Kierston Wareing (de blonde dame in 'It's A Free World...') dacht dat het een vergissing moest zijn. Haar enige regel voor die dag waren 'Jamie, where are you?'. Ze zag wel stuntmensen rondlopen op de set... Toen ze de overloop op liep en haar enige regel voor die dag uitsprak, werd ze plots overmeesterd door de stuntmensen die haar naar de kamer sleepten en vastbonden aan een stoel. Het schrik-effect bij Wareing was écht en zo wilde Loach het hebben! Overigens zegt Wareing in een interview dat ze haar hele carriére zou willen opofferen om nóg een film met Loach te doen!

Loach maakt films naar Engelse maatstaven. Het is gedurende het leeuwendeel geen keurig gecultiveerd bloembed en dus hoeft het ook niet zo te eindigen. De verhalen spelen zich grotendeels af in het arbeidersmilieu van middelgrote Engelse steden, waarbij de typische Britse humor alle ellende tot een miniem reduceert. De scheidslijn tussen humor en het visuele drama is bij vlagen erg wrang. 'Riff Raff' is zo'n voorbeeld van goedgemutste humor met een dramatische ommezwaai in het slot. 'Raining Stones' kent zelfs nog iets van een 'happy end', ook al blijkt dat pas tijdens de aftiteling!

Misschien heeft het iets te maken met mijn korte verblijf in Engeland, maar ik lust deze films als geen andere. Het is zó herkenbaar, zo'n hele film is doordrongen van de geur van 'fish and chips' en Newcastle Brown Ale, half opgerookte Superkings bij de bushalte en stinkende Austin Metro's met die maanden MOT en een rode L op de achterkant. Maar bovenal Loach' blik op de verborgen armoede en misére, die iedere Engelsman in zijn omgeving zo goed herkent. Een drama om naar te kijken? Allerminst! Britse humor blijft onovertroffen, kijk alleen niet naar de ondertiteling!!!

donderdag 21 juni 2012

snoepgoed


Ja, ook ik kan het nog wel eens bij het verkeerde eind hebben! Ik bral al een week dat Candi Staton in navolging van 'Suspicious Minds' 'Stand By Your Man' van een uptempo arrangement had voorzien, maar ik kom er zojuist achter dat ze de eerste titel pas in 1982 op de plaat zette. Waarmee ik ook meteen tot één van de sterke punten van Candi Staton kom. Zolang de muziek neutraal blijft, kun je haar stem in ieder gewenst tijdvak invullen. Over tijdloos gesproken... Hoewel Candi inmiddels alweer 72 lentes jong is, gaat ze onverdroten door voor haar zestigjarig jubileum in de muziek. Eigenlijk zit ze er al dik overheen, als we haar eerste gospelgroepje mee rekenen, toch maakte ze in 1953 haar eerste plaatje. Ik zet vandaag met alle liefde Candi Staton in de schijnwerpers. Ook nu blijkt Wikipedia niet zaligmakend te zijn, deze zegt ('citation needed') dat ze tussen 1955 en 1963 platen maakte met The Jewel Gospel Trio, maar Soulful Kinda Music is betrouwbaarder qua discografieën en volgens hun stamt de jongste opname van 1958. Hoe dan ook, er zit een slecht gedocumenteerd gat van meer dan vijf jaar in de carriére van Staton.

Ze is pas acht jaar als ze met haar zusje Maggie en de dames Leatha Mae Malcolm en Betty Jean Byers het groepje The Four Golden Echos begint. Op twaalfjarige leeftijd komt ze met Maggie terecht op de Jewell Christian Academy in Nashville, waar de pastoor meteen zo gecharmeerd is van Canzetta's stem dat hij haar en haar zus koppelt aan Naomi Harrison. Gedrieën dragen ze de naam The Jewell Gospel Trio. Later zal de laatste 'l' in Jewell afvallen. De eerste opnames die ze maken zijn voor het Aladdin-label in 1953, maar helaas zijn de titels niet te achterhalen. 'Take My Hand, Precious Lord' spreekt boekdelen en het is de eerste single die ze maken voor Nashboro in 1955. Wikipedia roept dan dat er ook nog opnames zijn gemaakt voor Savoy en Apollo, maar... als Soulful Kinda Music er geen melding van maakt?

Wel treedt het trio tot en met 1963 op met ondermeer The Soul Stirrers en is dus een gewilde act in het Amerikaanse gospel-circuit. Zoals zoveel gospelzangers en -zangeressen probeert ook Candi het op het 'seculiere' pad. 'Now You've Got The Upperhand' is een dijenkletser, maar doet in 1967 helemaal niks! Rond dezelfde tijd verschijnt ook 'The Judgement', een single op het Minaret-label door Candy Staton & Billy Walker. Staton kan zich niets herinneren van een duet met Walker, bovendien klinkt deze Staton ietsje té blank om onze tante Candi te zijn. Een jaar later tekent ze bij Fame en zal spoedig uitgroeien tot een van de meest succesvolle 'southern soul'-zangeressen. Nee, dat is niet het tegenovergestelde van northern soul! Southern soul wordt gebruikt voor soul uit het diepe zuiden van Amerika, vaak doordrenkt van gospel, maar ook country-invloeden. Hoe zuidelijker kan het als 'Stand By Your Man'? Oorspronkelijk in 1968 een country-hit voor Tammy Wynette (in Europa pas in 1975) en dan met Candi's opvallende stemgeluid. Overigens heeft ze boter op haar hoofd, want ze is vier keer getrouwd. In 2010 trouwde ze met honkballer Otis Nixon, die negentien jaar jonger is dan haar. Ze is dus zelf ook een snoeperd!

Producer David Crawford leidt haar in 1975 in de disco en neemt ze haar grootste Europese hit op: 'Young Hearts Run Free'. In Engeland bereikt het de top tien, in Nederland kunnen we het niet op waarde schatten, ook al klinkt hij nog zo fijn op de radio. Op een album van Staton uit 1979 doet de piepjonge en onervaren Janet Jackson mee, maar in 1982 heeft ze genoeg van de populaire muziek en stelt haar muzikaliteit weer in dienst van de Here. Toch verrast ze vriend en vijand (lees: zowel dance- als gospel-liefhebbers) met haar samenwerking met The Source. 'You Got The Love' is een flinke klassieker die sinds 1990 al enkele malen opnieuw is uitgebracht en een hit is geworden. Sinds een paar jaar waagt Staton zich nog wel eens aan een populair album tussen de talrijke gospel-avonturen door. Als er ooit iemand in het harnas zal sterven, moet het Candi Staton zijn!

Ik ben weer niet erg selectief qua hoesjes, deze komt wederom van singlehoesjes.nl omdat het de enige was die ik van Candi kon vinden. 'I'm Just A Prisoner' was Candi's tweede single voor het Fame-label in 1969, maar was beduidend minder succesvol dan de voorganger 'I'd Rather Be An Old Man's Sweetheart'.

woensdag 20 juni 2012

raddraaien: Freddie & The Dreamers


Hoewel de grote platenmaatschappijen en de -studio's zich in Londen vestigden, was Liverpool in de midden jaren zestig hét centrum van de Britse popmuziek. The Beatles zette de Merseybeat-beweging in gang en bracht ons acts als Cilla Black en Gerry & The Pacemakers, hoewel zij zelf natuurlijk de meeste platen verkochten. In 1963 deed Manchester nog niet mee, maar twee jaar later was de stad uitgegroeid tot de op-een-na belangrijkste muziekstad. Nu opnieuw met een groep in het bijzonder die voor deze status zorgde. De plaatverkoop van The Hollies deed nauwelijks onder voor die van The Beatles. Het jaar 1965 zag echter ook successen voor Wayne Fontana & The Mindbenders en Freddie & The Dreamers. De 130e single in bak 18 brengt ons bij die laatste groep, die in Nederland nauwelijks iets heeft voorgesteld, maar in Engeland een unieke stempel op de popmuziek heeft gedrukt. De eigenlijke single is 'You Were Made For Me' uit 1964, maar dit hoesje van 'Susan's Tuba' op singlehoesjes.nl moest wel eens gebruikt worden!

Nee, Londen stelde tot 1968 niet zo heel veel voor in de Britse muziek. Juist, ze hadden de studio's en The Beatles en The Hollies (en andere groepen uit het noorden) moesten een halve dag reizen om een plaat op te nemen, maar de invloed was gering. The Rolling Stones, The Pretty Things en The Who verkochten té weinig om tegen het geweld uit Liverpool en Manchester op te boksen. Lang heeft die laatste stad er geen plezier van gehad. Na 1966 versplinterde de 'scene' en duurde het pas tot 1990 met de Madchester-rage voordat de ogen weer gericht waren op Manchester. Intussen bleef de stad van zich spreken door middel van 10CC.

Freddie Garrett en zijn companen hadden in de jaren 1964 en 1965 enkele hele grote Engelse hits, ondermeer met 'You Were Made For Me', 'I'm Telling You Now' en 'If You Gotta Make A Fool Of Somebody'. Met die laatste plaat brachten ze ook Maxine Brown in de schijnwerpers, die eerder het nummer had opgenomen. Freddie & The Dreamers wist popmuziek met iets te combineren dat erg populair was in het noorden van Engeland: cabaret. Speelse liedjes met nogal belachelijke dansjes, ze probeerden een soort slapstick-achtige stunteligheid op het podium en de plaat te brengen en dat legde hun geen windeieren. Haaks op het succes in Engeland staat het minimale succes dat de groep in ons land had, maar de grappen en grollen waren dan ook meer geënt op de noordengelse 'working class'. Ik heb van mijn levensdagen nog nooit 'Susan's Tuba' gehoord, maar ik vermoed dat het van een zelfde laken een pak is, lekker kolderiek.

Het mag nauwelijks een verrassing heten dat Garrett na zijn succes met The Dreamers het cabaret-circuit is ingerold. Dat hij nog steeds niets aan gekte had ingeboet, bleek tijdens een Goud Van Oud-spektakel in de eind jaren tachtig. Tijdgenoten van Freddie & The Dreamers waren The Barron Knights dat met een serie medley's de beatgroepen uit die tijd op de hak nam. De groep had eind 1964 een bescheiden Nederlands succes met 'Call Up The Groups'. In feite waren The Barron Knights en Freddie & The Dreamers de wegbereiders voor The Scaffold en, in mindere mate, The Bonzo Dog Doo Dah Band. De laatste was immers meer van een antwoord op Mothers Of Invention met een duidelijke inslag qua Britse humor.

Kan ik nog melden dat P.P. Arnold gisteren in Nijeveen is gearriveerd. Alweer of nog steeds? Ik dacht een paar weken geleden wel klaar te zijn met 'piepie' toen ik de dubbelsingle had gekocht, maar even daarna ontdekte ik dat de originele 'The First Cut Is The Deepest' een fantastische b-kant kent: 'Speak To Me'. Vanwege die kant mag die in de Blauwe Bak! Kan ik ook melden dat ik nog wat vakantiegeld heb gekregen (genoeg voor een zak krentenbollen en spaatje blauw), dus ik ga morgen een microfoon kopen!

dinsdag 19 juni 2012

Soul-x-rated 2012- week 25


Bij gebrek aan een deugdelijke microfoon en aan koper en papier om er eentje te kopen, deze speciale aflevering van Soul-x-rated. Muziek via de podcast, presentatie op het scherm. Omdat ik maar liefst 20 liedjes heb gedraaid, begin ik meteen maar!

1. Summertime-Billy Stewart (1966)
Een beetje voorbarig, de zomer begint immers pas donderdag, maar toch een fijne start. Het KNMI voorspelt weinig goeds voor donderdag, daarentegen zie ik de hele dag al mensen voorbij lopen in hun t-shirt. (Het is druk, want Nijeveen heeft vandaag jaarmarkt). Maar vooral omdat ik deze afgelopen donderdag in Uffelte heb gekocht. Vandaag trouwens aandacht voor meerdere aankopen van die dag.

2. Tap Turns On The Water-CCS (1971)
Collective Consciousness Society zat een paar weken geleden al in het tweede deel van de Blauwe Bak Vreemdelingen, toen met 'Walking'. Ik noemde toen ook deze titel, die eveneens in de Blauwe Bak resideert, dus leek het me wel aardig om deze vandaag aan de speellijst toe te voegen. CCS was een supergroep rondom de pionier van de 'Britblooze', Alexis Korner. Ondermeer John Mayall zat ooit bij hem in de leer!

3. Lipsill-Dungen (2004)
Aandacht voor twee kleine monumentjes. 'Ta Det Lugnt' is al vanaf het begin af aan mijn meest favoriete album aller tijden. Alle andere schijven vinyl komen zondermeer op een gedeelde tweede plaats, maar Dungen is de beste. De tweede schijf van deze dubbelaar was echter lange tijd zoek, dankzij de verhuizing is hij weer boven water gekomen en kan ik me weer eindeloos laven aan één van de meest perfecte popsongs aller tijden: 'Lipsill'. Ik krijg er niet genoeg van! Ik weet na 7,5 jaar ook nog steeds niet waar hij het over heeft...

4. Sitting By The Window-Moby Grape (1967)
Op Facebook staat 'Admin at Moby Grape' als mijn beroep. Dat klinkt meer dan dat het in werkelijkheid is. Ik had ooit de oudste bestaande Moby Grape-fanpage op Facebook 'geliked', toen de moderator aan gaf eigenlijk helemaal geen tijd te hebben en ideeën. Zo werd ik samen met nog iemand 'admin' van de site. Ik heb het er eigenlijk ook te druk voor, maar een berichtje is al luxe voor een pagina die opgedragen is aan een band uit de jaren zestig. Het debuutalbum van Moby Grape uit 1967 is van een 'Sgt. Pepper'-klasse, maar krijgt niet altijd de eer die het toe komt. Liedjes die zó perfect zijn als 'Sitting By The Window' kom je maar zelden tegen!

5. This Love Is Real-Dana Valery (1972)
'Top drawer quality soul'. Zo'n perfectie in soul klinkt prachtig na Dungen en Moby Grape en is geheel terecht 'tune of the week'. Zie bericht van gisteren.

6. Love Diet-The Imagination (1974)
Ik hou maar stug vol aan 'The' voor de bandnaam om maar geen verwarring te zaaien met de groep uit de jaren tachtig. Ik schold de plaat per ongeluk uit voor 'funk', maar ook 'niet geweldig'. Dat laatste had vooral betrekking op de 'funk', maar... het is helemaal geen funk! Het is northern soul! En ook nog een behoorlijk gewild plaatje, verzamelaars betalen omstreeks veertig euro voor een exemplaar in nieuwstaat. Ik had hem donderdag praktisch nieuw voor vijftig cent!

7. Are You Lonesome Tonight-Elvis Presley (1981)
De nummer één uit de Schijf van 5 van afgelopen zondag. Blijft leuk!

8. Thinking Of My Woman-John Mayall (1970)
Samen met Billy Stewart de aanleiding hoe ik donderdag in Uffelte terecht kwam.

9. Stand!-Sly & The Family Stone (1969)
Eerst MFSB draaien en daarna Sly was ook een mogelijkheid geweest, maar ik heb hiervoor gekozen omdat 'Stand' zo lekker funky eindigt en dus mooi aansluit bij MFSB. Dit heeft dus alles met de nummer 10 te maken, die ik eveneens in Uffelte heb gekocht.

10. Family Affair-MFSB (1973)
MFSB's funky uitvoering van de Sly-hit uit 1971 kan nog best eens 'tune of the week' worden, maar dat geldt ook voor The Imagination. Je kan nog steeds veel lol hebben voor vijftig cent!

11. Surrounded By A Ray Of Sunshine-Annet Hesterman (1968)
Ik had een paar weken geleden net nog de uitvoering van Samantha Jones van mijn mp3-stick gegooid, omdat hij me begon te irriteren. Het oude exemplaar van Hesterman deed verstoppertje tussen de duizenden platen, totdat ik deze voor een paar euro mocht hebben. Met prachtig fotohoesje en, blijkt nu andermaal, tien keer beter dan iedere andere uitvoering uit de jaren zestig!

12. Gotta Get My Baby Back-Damon Fox (1968)
Ik jaag al een paar maanden op 'Packin' Up' van Damon Fox, maar deze blijkt 'holy grail'. Er staat een bootleg uit de jaren zeventig te koop voor 45 pond, ik heb zitten twijfelen, maar vind het toch een hoop geld voor een plaatje van 1 minuut en 49 seconden. 'Gotta Get My Baby Back' is minder interessant, ietsje 'crossover', maar voor vijf pond een aangename pleister op de wond!

13. There's A Love For Me Somewhere-Detroit Emeralds (1972)
Soms hoef je niet ver te zoeken naar leuke 'northern soul'-nummers. Deze is vrijwel onontdekt, maar de meeste verzamelaars van jaren zeventig-singles zullen hem ongetwijfeld hebben staan. Het betreft de b-kant van 'Feel The Need In Me'. Hoewel dat een voorbeeld is van protodisco, is deze ook stukgedraaid bij Radio 10 Gold. Dan is 'There's A Love' een openbaring!

14. Help Me Find The Way-Detroit Shakers (1966)
Ik schreef gisteren bij Dana Valery dat elpees niet echt praktisch zijn voor northern soul-deejays en dat er dus nog wel eens bootleg-singles wilden verschijnen. Soms zelfs met een niet-bestaande groepsnaam om de ware identiteit achter te houden. Zo verscheen in 1977 deze single van The Detroit Shakers, nadat het plaatje in Wigan een hit was geworden. In werkelijkheid horen we hier de Amerikaanse Outsiders met een album-track, 'Lonely Man'. En ze komen helemaal niet uit Detroit...

15. Putty In Your Hands-Detroit Cobras (2002)
Wie hebben we daar? Rrrawkandrrrowlll! Grote vriend Sideburner!!! Wat zeg je? Dat meen je toch niet... Ik wist wel dat de volgorde van nummers op hoes en label verschillen, maar ik meende te herinneren dat het label correct was. Het is andersom! Ik wilde 'I'll Keep Holding On' draaien, een cover van The Marvelettes, maar het is dus 'Putty' geworden. Ach ja, Sideburner is nooit gecharmeerd geweest van deze plaat, het is hem zelfs aangesmeerd! Oor-recensent Nanne Tepper schreef de band compleet de grond in en noemde ze de 'BZN van de garagerock' en Sideburner volgde in zijn voetsporen. De keuze voor 'obscure' covers zit wel goed, maar de uitvoering is veels te braaf!

16. You Can't Hurry Love-Detroit Sound featuring Charlena Cooper (1967)
De b-kant van 'Jumping At The Go Go', ook al een albumtrack dat oorspronkelijk niet op single verkrijgbaar was. Overigens is dit exemplaar stevig genoten door de vorige eigenaar, eveneens een northern soul-dj, die het niet te nauw nam met het toonarmgewicht!

17. Tears Dry On Their Own-Amy Winehouse (2006)
Alsjeblieft! Voor jullie! Ik heb 'Back To Black' ooit op vinyl gekocht alleen maar om in het openbaar te draaien, dus in de kroegen en clubs. Op vinyl klinkt het album krachtiger en dynamischer dan op de cd, dat mag gezegd worden, maar je kan horen dat ik hem niet heb grijsgedraaid... Een mooie afsluiter van een hoekje Detroit-gerelateerde platen. De backingtrack wordt grotendeels bepaald door een sample van de Motown-klassieker 'Ain't No Mountain High Enough' door Marvin Gaye en Tammi Terrell.

18. Stand By Your Man-Candi Staton (1971)
Wat haar al gelukt was met 'Suspicious Minds', slaagt andermaal met 'Stand By Your Man': Een lekker midtempo nummer maken van een smartlap en intussen nog wel aanstellerig 'janken'. Een zeer fijn kantje!

19. Mary Come Alive-Marissa Nadler (2009)
Als ik de beschikking had gehad tot een microfoon hadden jullie hier wellicht nooit gelezen dat ze een nieuw album uit heeft. Afgelopen zaterdag vertelde ik een vriendin nog eens het verhaal van wat er zich in december heeft afgespeeld en merkte ik dat ik nog steeds kwaad ben. Eigenlijk was 'Little Hells' uit 2009 het eerste album dat ik uit sympathie kocht, ik geef toch de voorkeur aan haar eerste drie albums. 'Mary' kon, zo kondigde ze eind 2008 aan, wel eens een schok worden voor 'oude fans'. Wablief? Het is het meest verrassende en tegelijk ook één van de betere nummers van het album. 'The Sisters' komt er bij mij niet meer in en ik wens haar veel plezier met haar nieuwe fans die wellicht meer begrip hebben voor de situatie als tante weer eens teut op het podium staat?

20. Take Me In Your Arms And Love Me-Gladys Knight & The Pips (1967)
Nee, dan heb ik het op Soul-xotica liever over een zangeres die beter voor zichzelf en haar stem kan zorgen en plaat-op-plaat weet te imponeren. Gladys Knight bijvoorbeeld. Hoewel jullie vandaag mijn stem hebben moeten missen, heb ik jullie luisterende oor voor de luidsprekers eveneens gemist, dus lieve volgelingen: We moeten elkaar maar even via een plaatje omhelsen. Ook wel zo hygiënisch...

Wat kan het mij schelen? Ik zet de link vandaag IN het bericht!
http://soulx1975.podomatic.com/entry/2012-06-18T20_19_01-07_00

maandag 18 juni 2012

tune-of-the-week: Dana Valery


De 'tune-of-the-week' is deze week niet een heel klein beetje nieuw! Okay, het nummer zélf stamt uit 1972, maar de vinylsingle waar het op voor komt, is pas in april verschenen. Niet in het bovenstaande fotohoesje. Ofwel, met dit hoesje werd in het begin geadverteerd (sommige dealers doen het nog steeds), maar het échte hoesje toont de foto van Dana in het ITV-programma Ladybirds. Daar trad ze in 1965 op samen met Sandie Shaw en Marianne Faithfull. Een foto met haar beroemde Britse collega's staat op de achterkant van het hoesje, samen met een extensieve biografie door Richard Searling, in de jaren zeventig dé northern soul-deejay van Engeland. Gelukkig maar, want haar Wikipedia geeft wel een paar 'insights', maar vertelt bitter weinig over haar muzikale uitingen. Hoewel de biografie wel weer deugt! Voor veel deejays, vooral degene in de northern soul, zijn elpees niet echt praktisch. Zeker als de gewenste track ergens midden op een kant staat. Dat leverde in de jaren zeventig nogal eens bootlegs op, maar ook 'cover ups' (denk aan het voorbeeldje van The Detroit Shakers, eerder hier behandeld. Dat is dus een albumtrack van de Amerikaanse Outsiders). Met een single-release van twee gezochte Dana Valery-tracks maakt Go Ahead vele deejays erg blij. Het loopt dan ook storm!

Dana Valery is geboren als Fausta Dana Galli in 1943. Haar wieg staat in het stadje Cremona, even buiten Milaan. Als kind verhuist ze met het gezin naar Zuid-Afrika, waar in de vroege jaren zestig haar carriére van start gaat. Haar eerste single heet 'Hava Nagila' en verschijnt alleen in Zuid-Afrika via CBS, maar ze heeft dan al drie jaar in de amusements-hoek van Johannesburg gewerkt. Vanaf 1964 pendelt ze geregeld op en neer naar Engeland, waar ze een contract heeft gekregen bij Decca, dat vreemd genoeg parallel loopt met verdere opnames voor CBS die alleen in Zuid-Afrika verschijnen. 'This Is My Prayer' is de eerste van drie singles voor Decca die geen indruk maken op de hitparade, maar dat wel tot een uitnodiging leidt in het televisieprogramma Ladybirds. Rond 1967 gaat ze zich meer toeleggen op de Amerikaanse markt. Ondersteund door CBS neemt ze in dat jaar een single op voor het Amerikaanse Columbia: 'Having You Around'.

Het is evenwel de b-kant die het meest interessant is. De schrijver ervan wordt niet als dusdanig genoemd, maar we horen hem wel! Paul Simon zingt op de achtergrond mee in zijn 'You Don't Know Where Your Interest Lies'. Hoewel de plaat op dat moment geen hit wordt, zal deze rond 1974 opeens erg populair worden in de northern soul. Niet dat Paul Simon óf Dana Valery daar iets van merkt, maar toch... Dana speelt in 1966 en 1967 456 maal de voorstelling 'Wait A Minim!', een Zuid-Afrikaanse productie. Een jaar daarvoor heeft ze eraan getwijfeld om de brui te geven aan de muziek, maar een bezoekje aan haar oudere broer, de befaamde Italiaanse tenor Sergio Franchi, heeft ervoor gezorgd dat ze is door gegaan. We zijn hem er nog altijd dankbaar voor!

En zo komen we langzamerhand uit bij deze 'tune'. Na een serie weinig succesvolle singles en elpees, weet ze toch nog steeds vaklui om zich heen te verzamelen. Ze krijgt een contract bij Brunswick en met mensen als Carl Davis, Tom Washington en Willie Henderson mag ze voor haar (voorlopig laatste) album gebruik maken van achtergronddeuntjes die zijn gemaakt voor The Chi-Lites en Jackie Wilson. In combinatie met de soulvolle zang van Dana is dit voer voor de echte liefhebber: 'Not The Flower But The Root' is in 1972 geen winnaar als het tot keiharde dollars komt, maar misschien wel één van de allerbeste Brunswick-platen uit die tijd. Hoewel de plaat uit louter 'winnaars' bestaat, krijgt 'You Babe' al snel een beetje waardering in Engeland. Dit liedje van Curtis Mayfield is in 1970 door Otis Leavill opgenomen, maar vreemd genoeg nooit verschenen. Ik ga echter voor de 'tune' toch voor de b-kant, hierop doet ze 'This Love Is Real', een album-track van Jackie Wilson. Dit is soul met pure klasse!

Dana is later getrouwd met muzikant en architect Peter Catalano. Nadat haar broer Sergio Franchi in 1991 plotseling overleed, hebben Dana en Peter een organisatie opgericht voor 'goede gezondheid en volwaardige relaties'. Ze presenteerden, met dit idealisme als achtergrond, een radio-show in New York: 'Natural Harmony'. En waar is Dana nu? Daar moesten we Ian Levine maar even opzetten, die kan haar vast vinden. Er gaan geruchten dat ze is teruggekeerd naar Italië. Ze schijnt helemaal niets af te weten van de hernieuwde interesse in 'You Babe' en de waardering voor 'Interest' uit de northern soul-hoek!

Ik zal het even uitleggen: Na het fiasco met de Action-microfoon van geen drie euro ben ik het een beetje zat. Ik kan me op dit moment even geen goede microfoon veroorloven, gaat misschien nog wel een week duren, maar wil toch wel verder met Soul-x-rated. Dus ga ik het volgende doen: Ik neem morgen 20 plaatjes op, non-stop, en publiceer dit als podcast. Op Soul-xotica komt dan de 'track-by-track' speellijst met korte verhaaltjes bij de gedraaide nummers. Waar ik anders Soul-x-rated presenteer door een microfoon, presenteer ik het morgen door deze praatpaal. Bovendien hoop ik zo ook weer wat nieuwe potentiële lezers te trekken? Jajajajaja! Ik weet het, héél soms kan ik nog wel commercieel denken!!!

zondag 17 juni 2012

Schijf van 5: lachen gieren brullen!


Waar is gisteren? Niet aangekondigd, maar toch geheel volgens planning. Ik ga in navolging van eind maart op 28 juni opnieuw een verse aflevering van de Blauwe Bak Top 40 presenteren. Vier berichten met elk tien liedjes én twee podcast-afleveringen. Donderdag over een week start ik met twee berichten, namelijk 31-40 en 21-30 en publiceer dezelfde dag dan de eerste podcast. Vrijdag 29 juni kruipen we van 20 naar 11 en op zaterdag de top tien. Waarschijnlijk ga ik dan zondag de top 20 als podcast publiceren. Ik hou jullie op de hoogte! Het lachen is mij vandaag wel vergaan: Na een lange nacht entree bij een hardcore-feest in De Buze werd ik vanmiddag wakker 'geblaat' door de populaire zanger René Karst, die hier in de feesttent optrad. Hoezo fout? Ik had al een week niet meer gekeken naar het lijstje van 'lachplaten' die ik had gemaakt en vermoed dat ik nu vast en zeker een paar legendarische platen ga overslaan. Mocht dit het geval zijn, ik denk dat er genoeg stof is voor een tweede lachschijf.

Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk verschillende soorten lach te verzamelen in deze Schijf. Van een slappe lachbui, via een sinistere lachjes naar een allesbehalve spontane lach. Ik heb Boudewijn De Groot toch maar achterwege gelaten, hij kan zelf de lach in 'Het Land Van Maas En Waal' niet meer horen. De uiteindelijke opname was 'take 15' of daaromtrent en het lachen was hem wel vergaan. Wie ook niet bepaald heel veel zin heeft om voluit te lachen is de zanger van The Guess Who. Het 'ha ha ha' op het eind is nauwelijks lachen te noemen, maar het is wel een mooie gelegenheid om dit prachtige nummer eens even in de schijnwerpers te zitten. Binnenkort overigens te beluisteren in de Blauwe Bak Vreemdelingen, maar nu de hekkensluiter van deze Schijf: 'Laughing' van The Guess Who uit 1969.

De keuze voor de nummer vier overslaan, bleek gewoon onmogelijk. Gek genoeg was het ook één van de eerste lachsalvo's die ik bedacht, maar had hem toch nog even weggestreept. De waarheid is dat ik nooit een echte Michael Jackson-fan ben geweest, maar het spookachtige lachje uit 'Thriller' is uiterst markant en mag niet ontbreken! 'Thriller' is altijd nog één van de best verkochte albums aller tijden, maar toen ze van De Karre een paar jaar geleden op zoek waren naar een opname voor een playbackshow was het ding niet te vinden! Zelfs ik had hem niet! Helaas was het nog de tijd vóór iTunes en downloaden, dus hebben ze de plaat maar op cd besteld. Ik heb in de loop der jaren per ongeluk toch eens een exemplaar binnen gekregen, staat heerlijk te verstoffen bij 'No Parlez' van Paul Young en 'Diamond Life' van Sade. Toch mag het titelnummer vanwege het slot op nummer vier: 'Thriller' van Wacko Jacko uit 1982.

Hoe groot het leeftijdsverschil is tussen de zanger en het 'lijdend voorwerp' in het liedje is niet bekend, wél dat Syndicate Of Sound een prachtig eerbetoon aan het meisje heeft gezongen. Net als in 'Young Girl' van Gary Puckett & The Union Gap is ook dit meisje een kind, waar de zanger niet op zit te wachten. Ze wordt compleet afgebrand en aan het eind concludeert de zanger 'too bad little girl, it's all over for you' en dan een lachje, die ongetwijfeld voor heeft gezorgd, dat het deerntje voor de daaropvolgende 46 jaar zichzelf heeft opgesloten in een kast. Ze mag vandaag even naar buiten, even luchten, en meteen plaats nemen op de derde tree van deze Schijf: 'Little Girl' van Syndicate Of Sound uit 1966.

Hoewel ik het tijdens het korte verblijf op een psychiatrische afdeling nog heb 'getroffen', heb ik in het verleden (aan de rand van de hulpverlening) nog wel eens lopen 'buurten' met grotere gekken! Zo was ik in 2002 even 'thuisloos'. Ik zat in Steenwijk bij iemand in de kost, maar dat liep niet lekker. Ik ben toen vrijwillig op de trein gestapt naar Leeuwarden en heb in die omgeving gedurende de zomer straatmagazines verkocht en een beetje 'gezworven'. Het Leger Des Heils was doordeweeks open voor koffie (dubbeltje), soep (vijftig cent) en zes pannekoeken (een euro). Hoewel je wel even moest registreren (je had alleen toegang met een pasje) was het vrij 'open deur'. Natuurlijk de vaste kliek 'zwervers', maar ook mensen met onderdak die in een sociaal isolement zaten en een tafeltje met vier jongens die geestelijk helemaal het spoor bijster waren. Eén van hen heb ik later nog eens gesproken, die is helemaal hersteld. Die anderen? Geen idee! Eén van hen had regelmatig last van egoïstische lachbuien en lachte precies zo als de 'nut' in 'Brain Damage' van Pink Floyd. Om herinneringen aan die tijd te verdringen, heb ik die plaat ook een hele tijd niet kunnen aanhoren. Ach vooruit, het is tien jaar geleden en het voelt alsof het twee eeuwen geleden is, dus mag 'Brain Damage' van Pink Floyd (1973) vandaag op twee.

'Are You Lonesome Tonight' werd voor het eerst in de jaren twintig gezongen, maar kreeg vooral veel bekendheid toen Elvis Presley in 1960 zijn versie opnam. Elvis zélf moet het liedje na een paar jaar enorm zat zijn geweest, want hij veranderde ter plekke de tekst bij optredens. 'Do you gaze at your doorstep and picture me there' veranderde hij op 26 augustus 1969 bij een optreden in Las Vegas in 'Do you gaze at your bald head and wish you had hair', één van de vele grapjes die The Pelvis in die tijd maakte. Echter, toen hij het publiek in keek en vooraan iemand met een kale knikker zag zitten, barstte hij in lachen uit. Dan valt hem opeens ook de achtergrondzangeres op, die in een falsetto nogal de overhand krijgt. Dan komt de koning helemaal niet meer bij! Aan het eind van het nummer voorspelt hij 'fourteen years down the drain', maar het publiek laat Elvis niet vallen. Sterker nog: Als het in 1981 op single verschijnt, is het een grote hit! Wij, Nederlanders, hebben een fraai fotohoesje, maar de Engelsen hebben alleen een platenlabel dat niets vermeldt over een 'live'-versie of iets dergelijks. Er zullen platenkopers zijn geweest die zich een hoedje zijn geschrokken. Of ze er om konden lachen, vertelt de legende niet. Ik zet hem op één, volgens mij de meest spontane lachbui die ooit op plaat is gezet (hoewel ik nu opeens ook aan 'I Went To Your Wedding' moet denken, kan een volgende keer!): 'Are You Lonesome Tonight' van Elvis Presley.

We kunnen volgende week niet om Alexander Curly heen lijkt me, nu de man definitief is gestopt met drinken. Verder vlot het nog niet echt met de voetbal-geïnspireerde Schijf van volgende week. Anders laat ik hem schieten en doe een Schijf over Mary. Niet over Maria, niet over Mary Ann(e) (we hebben vorig jaar Marianne al gehad...), maar Mary's in alle hoedanigheden.

vrijdag 15 juni 2012

kostbaar kaartje uit Blackpool


Vandaag wilde ik even niet Raddraaien, maar eigenlijk weer eens een liedje 'uit de jeukdoos' doen, ofwel één van de bijna tweeduizend tracks op de dvd 'Northern Soul Jukebox'. Zullen we dan eens aandacht besteden aan de Nederlandse bijdragen op de harde schijf van een collega-verzamelaar en -dj? Goed idee. Swinging Soul Machine dan? Nee, geen zin in. 'I've Got The Need' van Spooky & Sue? Vanmiddag nog gedraaid, maar is eigenlijk ook maar weinig over te vertellen. En dan valt het me opeens op: Ik mis er eentje. Een plaat die reeds in 1968 een grote Engelse 'hit' was onder mods in Blackpool en die pas dertig jaar later opnieuw een opleving in de northern soul zal krijgen. Een plaat die per definitie geen typische soul is... Ja, ik ga vandaag eens aandacht besteden aan de eerste hit van Shocking Blue mét zangeres Mariska Veres: 'Send Me A Postcard' uit eind 1968. In Engeland brengt deze onder verzamelaars topbedragen op!

Mods en rockers hebben beide dezelfde achtergrond en werken vaak samen in smerige fabrieken. Als vrijdagmiddag de stoomfluit heeft geklonken, wordt opeens het verschil zichtbaar. De mods investeren iedere verdiende cent van hun mager loontje aan nieuwe pakken en hun scooter, de rockers gaan bier drinken. Als het zaterdagavond is, hebben de mods hun geld opgemaakt en moet er nog steeds een avondje plezier worden gemaakt. Zij experimenteren al heel snel met drugs, zodat je minder dorst hebt en toch de hele nacht kan doorgaan. Met benzadrine achter de kiezen moet de muziek ineens snel en agressief zijn en zo ontstaat 'mod' als muziekgenre: uptempo rhythm & blues, soms licht-psychedelisch. Qua tempo en alles is het dus goed te begrijpen dat de mods in Blackpool geweldig uit hun dak gingen op de tonen van 'Send Me A Postcard' en de b-kant, 'Harley Davidson', van Shocking Blue. Dan nog een onbekende naam in Engeland. Het duurt immers tot 1970 eer 'Venus' een internationale hit wordt.

Ik leer in 1998 Kees kennen, dan temidden van een midlife crisis. Hij wil het leven oppakken waar hij het in 1969 heeft moeten verlaten om de zakenwereld in te gaan. Hij is bij mij en andere hippie-vrienden een welkome gast. Kees is rond 1966-67 een 'mod' in Den Haag en noemt Robbie Van Leeuwen als zijn voorbeeld. Het wordt bijna een obsessie om de kledingsmaak van Van Leeuwen te imiteren. In 1967 verlaat Van Leeuwen The Motions om zijn nieuwe groep te presenteren: The Shocking Blue. Aanvankelijk nog met een zanger, wil hij de groep een Westcoast-geluid geven, parallel aan groepen als Moby Grape. Echter, om als Jefferson Airplane te klinken, moet hij wel een zangeres aantrekken. Dat wordt Mariska Veres, die in 1967 de single 'Topkapi' had gemaakt. Dat 'Send Me A Postcard' als Jefferson Airplane moest klinken, kan ik nauwelijks geloven. De Britse mods horen er in ieder geval een snel freakbeat-nummer in.

Dat veel Nederlandse 'serieuze' muziekliefhebbers nogal eens denigrerend willen doen over Shocking Blue, staat in schril contrast met de waardering die dit plaatje krijgt in Engelse verzamelaarskringen. Shocking Blue is volgens velen teveel 'bubblegum', een term die Van Leeuwen zélf in een interview in 1970 noemt. ,,Wat is er mis met bubblegum?", vraagt hij zich af. Het is in ieder geval fijn binnenlopen voor Shocking Blue en Van Leeuwen lacht het laatst. 'Uniek' of 'zeldzaam' zijn kwalificaties die niet horen bij de Engelse persing op Olga (van oorsprong een Zweeds platenlabel), maar dat de plaatjes gewild zijn mag blijken uit de prijzen die ervoor betaald worden. Veertig pond is niks!

Ook in Nederland stroomt de markt niet over van exemplaren van 'Send Me A Postcard', hoewel het hier nog wel een veertiende plek in de Top 40 heeft behaald. Ik maak al bijna tien jaar noodgedwongen gebruik van een totaal versleten Belgisch exemplaar van 'Send Me A Postcard', die me desondanks drie euro moest kosten.