zaterdag 31 januari 2015

Het computer-virus (door de jaren heen)



,,Neem even foto's van de achterkant", adviseert de man van Handyworld. Ik zeg het bijna, maar herinner het me net op tijd! ,,Dat is goed. Dat zal ik doen". Tussen Nokia N95 en de eerste woensdag van het nieuwe jaar heb ik geen camera, dus 'even een foto nemen' is er niet bij. Een digitale camera heeft lang op mijn verlanglijstje gestaan, maar ik kan concluderen dat ik de laatste drie weken nauwelijks gebruik heb gemaakt van het apparaat. Vandaag des te meer en voordat ik begin met dit verhaal, neem ik nog eenmaal de camera uit het etui om een foto te maken van de boosdoener in dit verhaal. Links de kast, rechts de monitor. Platenspeler en Blauwe Bak-koffer zijn figurant. Vandaag kan ik niet over iets anders schrijven dan over de computer. Het ding heeft me zo in zijn greep gehad dat het is overgeslagen naar mijn spijsvertering. Maken we meteen een overzicht van alle bakken en dozen met draadjes en chips die in mijn leven zijn geweest?

Ik geniet mijn voortgezet onderwijs op de LEAO. Nou ja, genieten? Ik weet als twaalfjarige niet goed wat ik wil in het leven en dat is zevenentwintig jaar later eigenlijk niet anders, maar de droge stof op school is het laatste dat ik wil. Genoeg herseninhoud en talent om te leren, maar als de wil ontbreekt? Lager Economisch & Administratief Onderwijs. In de eerste twee klassen heb ik last van het vak 'Machineschrijven'. De apparaten zijn wel elektrisch, maar je moet de knoppen nog steeds ver indrukken en dat is iets dat niet werkt met een vertraagde motoriek. Tegen het einde van het tweede schooljaar gaat het vak over in...? Ja, hoe het ook alweer wordt genoemd, weet ik niet meer, maar feit is dat we de kneepjes van WP 5.1 leren op de computer. Een computer-toetsenbord heeft beduidend minder kracht nodig dan een typmachine (lieve spellingscontrole: Het is een typmachine en niet een typemachine. Dat is de meest lelijke concessie die is gedaan in de Nederlandse taal) en bovendien kun je op een computer ongemerkt de 'backspace' gebruiken. Op het KMBO gaat het computer-onderwijs door, maar verder dan spreadsheets en WP 5.1 zal het nooit gaan. Moet ik erbij zeggen dat ik in december 1992 van school ben gegaan.

Thuis rammel ik op de Scheidegger-schrijfmachine op bedrukt papier van het Sneeker Nieuwsblad, inclusief aangegeven marges. Als dat ding de geest geeft, ga ik op zondagavond regelmatig naar de redactie om mijn artikelen uit te werken. Ook daar weer WP 5.1. Hoe lang is 1996 geleden? Een waar gebeurd verhaal: Op een zekere zondagavond is het een kwartier voor de 'deadline' dat een bericht de redactie bereikt dat zeker in de krant van maandag moet. De krant wordt in Leeuwarden gedrukt en de fax betekent dat het in Leeuwarden overgetypt moet worden. Ik zit erbij als mijn collega een taxi besteld. Een lege taxi met enkel een envelop met een floppydisk op de passagiersstoel rijdt een kwartier later naar de drukkerij in Leeuwarden. Nu is het een druk op de knop en een seconde later is het in New York, maar in 1996 is dat toekomstmuziek.

Ik heb in 1993 heel even een exotisch ding in huis gehad. Deze werd omstreeks 1983 gebruikt bij een verzekeringsmaatschappij en gebruikte hele rare 'diskettes'. Bij navraag blijkt dat de oorspronkelijke leverancier net een maand ervoor alles had afgevoerd. In 2000 koop ik mijn eerste computer uit een advertentie-krantje. Eigenlijk is het twee-in-een: Een laptop en een desktop. De eerste heeft nooit gewerkt, de tweede heeft het bijna twee jaar uitgehouden. Hoewel de vorige eigenaar alle informatie had gewist, werkte deze man voor de NASA en alle licenties stonden op naam van die organisatie. In de zomer van 2001 bivakkeer ik veel in Ulvenhout en omgeving, vlak onder Breda. Daar biedt iemand mij een laptop aan voor een biertje. Het is een STM-2000, maar dat laatste heeft niets te maken met het jaartal. Ook vast niet met het vermogen! Dit is het soort laptop dat door verzekeringsmensen werd gebruikt anno 1986. De meeste van hen zullen nog rug- en schouderklachten hebben, want het ding is niet te sjouwen. Heb ik er plezier van gehad? Jazeker! Als tekstverwerker blijft de machine me trouw tot en met de zomer van 2008. Ik heb hem nog steeds, maar waarom? Ik denk vanwege het sentiment. Er is geen mogelijkheid meer om erin te komen en bovendien is het allemaal WP 5.1, maar er staan een aantal 'boeken' op de STM-2000. Twee maanden later krijg ik een laptopje 'met werk' van een vriend, maar ook dit is geen succes. Overigens zijn computers dan alleen voor tekstverwerking, sinds dezelfde zomer heb ik de Nokia N95 en die gebruik ik voor internet.

Het vak van computer-programmeur moet ook geleerd worden en daarvoor laat een school een aantal overjarige laptops van de administratie allemaal op dezelfde manier 'crashen'. De taak aan de leerlingen om de computer schoon te maken en opnieuw te installeren. Aan het einde van zo'n cyclus is de laptop afgeschreven en hoort naar de Hoogovens te gaan. De medewerker die daarmee belast is, vindt dat zonde. Temeer omdat hij genoeg mensen kent die geen laptop kunnen betalen. Zo krijg ik in maart 2010 de laptop die gisteren is overleden. Tot november 2011 wederom alleen als tekstverwerker en ik maak de overschakeling als het beeldscherm van de Nokia voorgoed dooft. In 2013 heeft hij een gigantische crash, maar ik doe het dan al anderhalf jaar zonder Windows-updates en virussoftware! Een vriendin bouwt het ding weer op, maar echt betrouwbaar zal die niet meer worden. Met het oog op de uitzendingen moet ik iets beters hebben. Een 'grootgrutter' in Hoogeveen heeft een mooie aanbieding van een complete desktop en de plaatjes laten een hypermoderne computer zien. Ik ben achteraf erg blij met het ding, want het kan moeiteloos een hele dag aan blijven staan. Het heeft me nooit in de steek gelaten, maar toch is het té duur geweest. 'History repeats itself'. Ik ben in een juich-stemming als ik de 'nieuwe' zie staan op Marktplaats. Van een verkoper uit Nijeveen! Een prachtige prijs voor een complete desktop! Nou ja... compleet? ,,Je moet zelf nog even stroomkabels en een VGA-kabel erbij halen, maar dat is geen kostenpost", meent de man. Met een nieuwe muis zit ik toch op zeventig euro bij Handyworld. Nu blijkt dat de monitor een VGA-uitgang heeft en met de kast verbonden moet worden middels een DVI-kabel. Gelukkig heeft Zwolle morgen koopzondag en heeft Mediamarkt de boel op voorraad, maar dat wordt dus ook nog een verloop en een DVI-kabel. Weer veertig euro extra. De computer wordt dus weer ietsje té duur, maar dan heb ik wel een beeldkwaliteit om van te smullen en... heb ik eindelijk de beschikking over Windows 7.

Als het ding net zo trouw blijkt te zijn als de IBM waarmee ik de uitzendingen doe, dan heb ik het er graag voor over. Maar voor die prijs had ik ook een échte complete computer kunnen hebben en dan had ik de stress van vandaag kunnen missen. Morgen vol goede moed naar Zwolle en hopelijk is morgen alles bij het oude!

vrijdag 30 januari 2015

Singles round-up: januari 5



Ik had nog even het plan om morgenochtend de kringloopwinkels in Meppel langs te gaan, maar plotseling is dat geheel veranderd. Ik zou vanavond weer een 'Laid(back) Night Show' doen. Dus start ik iets na half elf de laptop om contact te maken met de chatroom. Dat is niet gelukt. Eerst weigert de laptop mijn dongel te herkennen en dan gaat het na vijfmaal herstarten eindelijk lukken. Vervolgens wil het ding Google niet eens meer openen. Ik heb alle goden al bijeen geroepen en Wolfman draait al een paar extra platen als ik ineens uithaal en de muis met een volle gang tegen het beeldscherm sla. En toen was het beeld weg. Omdat de radioshow volledig 'digitaal' zou zijn, kan ik niet de chatroom openhouden op de uitzend-computer en ik moet Wolf vragen of hij de 'jukebox' wil aanzetten. Gelukkig stapt collega-presentator Billy binnen, maar ik heb flink de balen ervan. De laptop ligt al in het asvat. Ik heb hem bijna vijf jaar geleden (de woensdag nadat ik Soul-xotica ben begonnen) gekregen en toen was die al twee of drie jaar oud. Ik gebruik hem pas sinds eind 2011 als internet-computer. Twee jaar geleden is deze gecrasht en is wel weer opgebouwd door een vriendin, maar sindsdien is het ding toch vrij onbetrouwbaar. Sinds de komst van de uitzend-computer doet de laptop dienst als chatroom, maar ook dat is al teveel gevraagd voor de machine. Het goede nieuws is... ik heb zojuist op Marktplaats gezien dat iemand in Nijeveen een complete desktop met Windows 7 voor een hele fraaie prijs heeft, dus die moet ik morgenochtend even bellen. Hopelijk kunnen we dit weekend al los met de 'nieuwe' computer. Dus ga ik morgen waarschijnlijk Nijeveen in om een computer te kopen en zullen er wel geen singles meer bij komen. Ik presenteer jullie vandaag de laatste twee singles van deze 'drukke maand'.

* The Blade Family- Sweet Dream (US, King James, 1974)
Hoewel ik nog geregeld een bestelling plaats bij Rarenorthernsoul, gebruik ik tegenwoordig vaak de mailings als referentie. Als ik een aardig plaatje hoor, kijk ik eerst even op Discogs en Ebay. Niet zelden zijn de platen daar goedkoper, maar ontbeert het vaak ook geluidsclips en bij Rarenorthernsoul is 'what you hear is what you get'. In het geval van deze van The Blade Family is dat een plaat in een uitzonderlijk goede staat, de vraagprijs reëel in vergelijking met enkele dealers op Discogs, maar het is mij te gortig. Op Ebay zie ik hem staan bij Motorcity Music, een Amerikaan waarmee ik vaker zaken heb gedaan. Wat opvalt zijn de lage verzendkosten, dat scheelt grif vijf dollar met andere aanbieders. Zijn exemplaar van The Blade Family is ietsje goedkoper dan bij de Engelsen en de staat wordt omschreven als een 'VG'. Ik durf het wel aan. Ik koop trouwens de plaat vanwege de b-kant, 'My Baby's Gone', en dat nummer heeft een paar kleine pijnpuntjes. 'Sweet Dream' klinkt stevig en goed. Als het plaatje binnenkomt, draai ik als eerste 'My Baby's Gone', maar de liefde is even zoek op dat moment. 'Sweet Dream' heb ik vervolgens meerdere malen per dag gedraaid en sinds een paar dagen 'begrijp' ik ook weer 'My Baby's Gone'. Als we het over een 'double-sider' hebben, dan is dit eentje bij uitstek. We horen een funky soul-groepje met twee eigenwijze nummers. Er mag flink wat krediet naar Don Groton, de man die het orkest leidt en de arrangementen heeft geschreven. Hoewel het van 1974 is en uiterst dansbaar lijkt het nog een paar jaar verwijderd van platvloerse disco. Dit is de groteske soul met crossover-stukjes zoals ik ze graag mag horen. Over The Blade Family is helemaal niets bekend en dat is erg jammer, want het blijft een potentiële Week Spot. Geen idee hoe ik dat verhaal ga aankleden. Het enige dat we weten is dat de groep uit Baltimore, Ohio komt.

* Foxy- Trouble (US, Double Shot, 1970)
Niet te verwarren met de disco-groep van 'Get Off'. Er zijn overigens een flink aantal groepen en artiesten met de naam 'Foxy'. De Foxy van 'Trouble' komt uit Los Angeles en is een vrouwelijk trio. Er staat me iets van bij dat ik hem jaren geleden al eens heb gehoord. Ik noemde in het bericht van Deep Purple al Kent & The Candidates. Welnu, ik heb intussen ontdekt dat ik Kent & The Candidates niet in Oudega heb gekocht, dat is waarschijnlijk 'Sugar Daddy' van Levert Allison geweest. Kent & The Candidates is een zeer obscuur groepje dat eveneens uitkomt voor Double Shot. De jaren zestig-plaatjes van Brenton Wood verschijnen oorspronkelijk ook op dat label. Bij Kent & The Candidates heb ik het altijd moeilijk gevonden, want ik kan lange tijd 'Trouble' niet als een onderdeel van een soul-set beschouwen. De uptempo b-kant, 'Take Me By The Hand', ontdek ik pas in april 2012. Sindsdien draai ik 'Trouble' ook nog wel een enkele keer. Foxy neemt drie jaar later ditzelfde 'Trouble' op, maar nu op een sexy wijze waarmee het de groepsnaam alle eer aan doet. Het quasi-psychedelische 'Trouble' wordt op slag een funky feestje. In tegenstelling tot The Blade Family kost deze van Foxy weinig tot niks en hoewel de verzendkosten minder dan tien dollar zijn, neem ik het plaatje mee als een extraatje. Ik zal binnenkort nog eens flink duiken in de handel van deze beste man, want zo wordt 'plaatjes kopen' wel weer heel erg leuk!

Morgen blijven we in dezelfde sfeer, dan volgt een Raddraaier uit de Blauwe Bak. Over Raddraaien gesproken... ik zie net dat het verhaal van Tom Tom Club maar liefst 53 maal is gelezen (tegenover het gemiddelde van vijf bij andere berichten). Wellicht worden we weer ergens 'gelinkt'?

donderdag 29 januari 2015

Raddraaien: De Specials



Dat was me wel een dagje. Onze voorman in de post bekleedt dezelfde functie in een naburige gemeente en hij had mij gevraagd of ik vandaag in dat gebied post wilde rond brengen. Ach ja, waarom niet? Hij zou me om acht uur thuis oppikken en naar verwachting zou ik rond vier uur weer thuis zijn. Onderweg in de auto blijkt dat er nog van twee plaatsen post uitgezocht moet worden en dat terwijl het vóór zondag rond moet zijn. Ik bied me vervolgens aan om te gaan sorteren en zo dropt hij mij even na negen uur in Zwolle. Daar hebben we acht-en-een-half uur met man en macht gewerkt, maar nu is alles uitgesorteerd. Ik werk normaal gesproken halve dagen en dus zijn deze tien uren uitzonderlijk. Het tekent wel een beetje hoe het op dit moment gaat. De rust van de eerste twee weken 2015 hebben me goed gedaan en ik heb in maanden niet zoveel energie gehad. Ik ga nu even flink aan de espresso want ik heb straks mijn uitzending, maar op zichzelf zou ik geen probleem hebben met slapen. Dan mag ik met deze Raddraaier plotseling ook nog enkele dingen leren die ik nog niet wist, dus dat is weer mooi meegenomen. Die Raddraaier is het pikante 'Tomaatje' van De Specials (1969).

Ik heb ze dikwijls vervloekt, de tientallen etherpiraten in Steenwijk. Sommige gaan zó dicht in de buurt zitten van de publieke zenders dat de lawaaierige accordeon-muziek en die veel te dikke echo op de microfoon dwars door de geluiden van Radio 1 en 2 weerklinkt. Er is echter eentje waarvoor ik wel eens de radio aanzet. Op zondagavond doet (of deed...) degene een show van twee uren met ondeugende liedjes. Pure cult in mijn optiek. Bij het ene liedje ligt het er ontzettend dik bovenop, bij andere plaatjes is het de dubbele betekenis en met name van die laatste kan ik geen genoeg krijgen. In dat opzicht past 'Tomaatje' van De Specials helemaal in het idioom. Ik heb een aantal platen van De Specials, maar geen van deze schijven is heel bewust in mijn bakken terecht gekomen. Ik vermoed eerder rommelmarkt-partijen en dergelijke. Zodat je bij een telling in 2002 aan vijftien keer DC Lewis komt, maar ook de halve Specials-discografie bijeen hebt gesprokkeld.

Wat is het meest voorname dat ik vanavond heb geleerd? De Specials komt van oorsprong uit Lemmer, maar wijkt kort daarna uit naar het Groningse Leek. Dat eerste heb ik nooit geweten. Ook niet dat tekstschrijver Bert Tinge in Oudehaske is geboren. Ten tijde van 'Tomaatje' is De Specials dus een Friese band en dat heb ik nooit geweten. 'Sex sells' en daar weet Peter Koelewijn over mee te praten. Hij heeft in 1968 een hit gehad met 'Ome Sjakie' van De Praatpalen. De plaat staat al genoteerd in de Top 40 als programmaleider van Veronica, Jan Van Veen, plotseling besluit dat de plaat niet meer gedraaid mag worden bij de zeezender. Volgens 'insiders' heeft het meer te maken met de rol van zijn voorganger, Joost Den Draayer, in de plaat. Als Bert Tinge een jaar later met een demo van 'Tomaatje' aanklopt bij Koelewijn, weet die dat hij goud in handen heeft. Koelewijn probeert het bij platenmaatschappij Dureco en deze is het roerend met hem eens, maar durft het niet aan om het op een regulier label uit te brengen. Zodoende verschijnt de single op Olala. De radiostations hebben moeite met de plaat, maar dat weerhoudt de platenkopers niet ervan om de plaat massaal in te slaan. Daar waar Johnny Hoes in de vroege jaren zestig veel profijt heeft van de jukeboxen in de cafés in Limburg, daar is De Specials een gewild orkest in Friesland, Groningen en Drenthe en deze provincies zorgen samen voor een aardig opstapje van de plaat.

Omstreeks 1993 kom ik in een uitverkoopbak in een boekwinkel 'Deksels We Hebben Panne' tegen voor een rijksdaalder. Het is een verzameling columns die Koelewijn in de loop der jaren heeft geschreven. Het zijn vooral veel verhalen uit drie decennia werk in de studio als tekstschrijver, componist en producer. Koelewijn is een smeuïg verteller met een geweldig geheugen. Tegenwoordig is er dan de 'fanpagina' van Peter Koelewijn met daarop alle producties en samenwerkingen met andere artiesten door de jaren heen. Veel van de platen worden opgesierd door Koelewijn's anekdotes. Over De Specials heeft hij ook nog wel een paar. Hij kan zich de dag nog goed herinneren dat hij in de auto stapt om De Specials op te zoeken in hun oefenruimte in de buurt van Leek. Na afloop gaat hij met hen mee naar het stamcafé. Daar zit de stemming er goed in en Koelewijn lijkt te zijn vergeten dat er sneeuwbuien zijn voorspeld. Koelewijn heeft diverse aanbiedingen afgeslagen om te blijven slapen. Als het feest voorbij is, stapt hij naar buiten en staat tot zijn enkels toe in de sneeuw. Nog eenmaal slaat hij een aanbod af en stapt dan in de auto. Hij heeft moeite met het vinden van de snelweg en als hij die heeft bereikt, rijdt hij een stuk mee in het kielzog van een vrachtauto. Her en der ziet hij gestrande automobilisten en botsingen. Zelf slingert hij achter de vrachtauto aan en duikt soms even een parkeerplaats op om vijf minuten te slapen. Bekaf en nog steeds stapvoets rijdend, bereikt hij die middag om drie uur zijn huis in Soest. Hij wil net onder de dekens kruipen als de telefoon gaat. ,,We dachten dat je nu wel wakker zou zijn", klinkt de stem van Bert Tinge. ,,Als je eenmaal op de snelweg zit, ben je immers ook zo in Soest. Hoe lang heb je er vannacht over gedaan?".

Koelewijn werkt in de daaropvolgende jaren nog enkele malen met De Specials. 'In Een Spaans Café' verschijnt onder twee namen: De Specials en De Hekkesluiters. Beide keren laat het hoesje een foto zien van De Specials. De volgende twee hits staan beide in het teken van de schaatssport: 'Ard Die Heeft De Wereldcup' en 'Heya Jan Bols'. Geen plek in de Top 40, maar wel een ontzettende klassieker in de noordelijke piraten-hoek is de single 'Roekie Zoekie' als Jan Van De Zon & De Specials (1975). Zo'n plaat van het kaliber 'Onze Poes En Buurmans Kater' van The Evening Stars. Veertig jaar later zijn ze nog ieder weekend te horen bij de diverse noordelijke ether-piraten. Bert Tinge gaat vanaf de vroege jaren tachtig ook platen uitbrengen onder de eigen naam en De Specials is vanaf dat moment meer een 'gimmick' dat vooral wordt ingezet bij sport-gerelateerde plaatjes.

woensdag 28 januari 2015

Raddraaien: Tom Tom Club



De verwachte singles zijn vanavond via de brievenbus binnengekomen. Gisteren lag een briefje op de mat dat de post een pakketje voor me had en ik ging ervan uit dat dit de singles moesten zijn. Door het smerige weer ben ik niet buiten geweest, maar weet nu wel wat dit pakket is. Alan Norman is een goede vriend van Wolfman Radio en een vaste luisteraar. Alan is kunstschilder en heeft voor verschillende collega's show-posters gemaakt. Vorige week maandag heeft hij 'Gerrit' vrijgegeven, een schets in Norman's bekende stijl van ondergetekende tijdens de radio-uitzendingen. Met oog voor detail, want tijdens het weekend ervoor droeg ik een donkerblauw vest met de kraag van mijn rode overhemd er overheen. Ik ben dat weekend redelijk ongeschoren. Verder de handelsmerken van mijn shows: De zilveren hoofdtelefoon, een peuk in de asbak en een beker koffie. Alan zou me het origineel toesturen en dit is waarschijnlijk het pakket dat op me wacht. De singles ga ik zaterdagavond behandelen. Twee is erg minimaal voor een bericht en ik weet niet of ik nog tijd heb om langs de kringloopwinkels in Meppel te gaan voor het weekend. Nu eerst even Raddraaien en dan straks richting bed, ik ga morgen eens een hele dag werken. Ik word om acht uur van huis gehaald, dus dat betekent een aanpassing in mijn nachtelijke gewoontes. De Raddraaier van vandaag is 'Wordy Rappinghood' van Tom Tom Club (1981).

Hoe snel is het gegaan met het cassettebandje? In de late jaren negentig is de cassette enerzijds het 'wennen' aan een nieuwe cd. Ik heb in die tijd wel een discman, maar die slaat bij iedere stap over. Soms ga ik er echt voor zitten en maak dan een mix-tape. Soms met de actuele cd-singles, maar soms ook 'Arbeidsvitaminen'. De cassettes met vinylplaatjes neem ik op in de huiskamer. Mijn ouders hebben namelijk een stereotoren met platenspeler en dat scheelt veel gehannes. Mijn 'grote' cassettespeler is een ghettoblaster en die laat zich niet aansluiten op de antieke versterker. In het begin dat mijn broer Jelte naar Denemarken is verhuisd, gaat er nog wel eens een cassettebandje op en neer. Ik herinner met name één bandje, het moet 1996 zijn geweest. Broer draait van zijn vinyl-collectie en het is een 'mixed bag'. Ik hoor voor het eerst in jaren weer eens '5.01 AM' van Roger Waters, maar ook 'Tiet Veur Un Pafke' staat er tussen. Een plaat die ik in 1996 helemaal ben vergeten en waar ik op dat moment ook niet zo goed raad mee weet, is onze Raddraaier. Na deze enige malen te hebben gedraaid op Wolfman Radio kan ik het sinds een jaar eindelijk waarderen. Het blijft een vreemd plaatje, maar wel lekker!

Talking Heads heeft in 1980 al een paar drukke jaren achter de rug en kan wel even pauze gebruiken. Het echtpaar Tina Weymouth en Chris Frantz wijken uit naar de Bahama's en beginnen met repeteren voor een eigen act. Het duo noemt zich naar de club die zij als oefenruimte gebruiken. Talking Heads-gitarist Adrian Belew raakt eveneens betrokken bij het project, de overige muziek wordt ingevuld door een aldoor wisselend collectief. Als David Byrne en consorten hun welverdiende rust hebben gehad en weer aan nieuw album beginnen, is Tom Tom Club al een feit. Weymouth en Frantz verdelen hun tijd tussen de beide groepen. 'Wordy Rappinghood' is de eerste single en het zet hen meteen hoog op de Engelse en Nederlandse hitparade. In Nederland heeft Tom Tom Club een tweede en laatste hit met haar versie van 'Under The Boardwalk'. Daarmee is het verhaal nog niet verteld...

Hoewel 'Wordy Rappinghood' net niet de Billboard Hot 100 haalt, is het debuutalbum en met name de single 'Genius Of Love' gewild materiaal voor hiphop-artiesten. Grandmaster Flash & The Furious Five maakt er 'It's Nasty' van, maar in plaats van het origineel te 'samplen', speelt een live-band het opnieuw in. Mariah Carey gebruikt een sample in haar hit 'Fantasy'. 'Genius Of Love' zal uitgroeien tot een elementair onderdeel van de hiphop-cultuur in de vroege jaren tachtig. Het debuutalbum, verkrijgbaar in twee versies, is een doorslaand succes. In de zomer van 1983 verschijnt het tweede album, 'Close To The Bone', en goed bekeken is het een vervolg op 'Tom Tom Club'. De verkoopresultaten vallen echter tegen en ook heeft het album geen prominente single-hit. In 1984 is 'Genius Of Love' te horen in de concertfilm 'Stop Making Sense' van Talking Heads. Hoewel de act wordt aangekondigd als Tom Tom Club is het feitelijk Talking Heads zonder David Byrne. Verder wordt de tijd van Weymouth en Frantz vooral opgeslokt door Talking Heads en als de groep in 1988 op haar gat ligt, neemt het echtpaar een nieuw album op. 'Boom Boom Chi Boom Boom' is andermaal een album dat een tweede maal zal worden uitgebracht met een gewijzigde tracklijst. 'Boom Boom...' kenmerkt zich vooral door een meer rock-benadering, bovendien bestaat Tom Tom Club nu min of meer uit Frantz, Weymouth en Tina's zus Laura. David Byrne en Lou Reed staan op de lijst van gastmuzikanten en Tom Tom Club doet een eigenwijze versie van de Velvet Underground-klassieker 'Femme Fatale'. In 1992 verrast Tom Tom Club vriend en vijand met het album 'Dark Sneak Love Action', dat meer geënt is op de techno-muziek. In het rijtje van kleurrijke covers doet Tom Tom Club ditmaal een bewerking van 'You Sexy Thing' van Hot Chocolate.

Zo blijft Tom Tom Club tot op de dag van vandaag albums uitbrengen, steeds met een tussenpauze van drie tot vier jaar en onveranderd met eigenzinnige covers. Sinds een paar jaar treden ze sporadisch op en neemt het een live-cd op met een groep genodigden als publiek. Als ex-leden van Talking Heads worden Weymouth en Frantz in 2002 bijgezet in de Rock And Roll Hall Of Fame. Het meest recente album heet 'Downtown Rockers' en stamt van september 2012. Op latere albums zijn het vooral helden uit de Jamaicaanse reggae, waaronder Toots van The Maytals, die op de gastenlijst staan. De zoon van Weymouth en Frantz is 'turntablist' Kid Ginseng.

dinsdag 27 januari 2015

Week Spot: The Lintons



Volgende week is het drie jaar geleden dat ik voor het eerst een 'Tune Of The Week' kies. Ofwel, ik heb net een pagina op Facebook in het leven geroepen om mijn dj-activiteiten en opkomende interesse voor Northern Soul tentoon te spreiden. Het is de week waarin 'Stop & Get A Hold Of Myself' van Gladys Knight & The Pips via de post binnen komt en ik introduceer dat nummer met de loze kreet 'tune of the week'. Een week later is er geen 'tune of the week', maar ben ik wel wild enthousiast over 'I'll Be There' van The Gems. De week erop besluit ik dat een 'tune of the week' best grappig kan zijn en vanaf dat moment is het een feit. De komst van de 'tune of the week' op Soul-xotica valt samen met de komst van de 'Soul-x-rated', de serie (wekelijkse) podcasts die ik van mei tot november 2012 heb gepubliceerd. Het is tijdens één van deze uitzendingen dat ik weer eens enorm loop te struikelen over 'tunes of the week' of 'tune of the weeks' dat ik de tijd rijp acht om de nieuwe naam in werking te stellen: De Week Spot. Kort daarop begin ik bij Wolfman, maar 'Week Spot' is op papier leuker en dus gebruik ik daar de term 'Tune Of The Week' tot aan de zomer van 2013. Inmiddels is de Week Spot een instituut. Voorwaarde is echter, sinds mei 2012, dat ik een verhaaltje moet kunnen schrijven over de plaat. En zie daar, de Week Spot van deze week heeft al een inleiding, want ja... er is namelijk helemaal niks bekend over de plaat. De keuze is gevallen op 'What I Couldn't Know' van The Lintons.

Het kopen van platen in Amerika heeft één nadeel: De verzendkosten. De eerste plaat is doorgaans de duurste, de USPS rekent daarvoor ruim veertien dollar. Er zijn 'grootgrutters' die het voor minder doen, ik kan morgen een duo afhalen bij de Coop waar ik slechts negen-en-een-halve dollar verzendkosten hoefde te betalen. Craig Moerer spant de kroon met slechts zeven dollar. De massa zit rond de veertien dollar voor de eerste en 50 cent tot een dollar voor elke plaat extra. Het is de sport om bij één dealer meerdere platen te kopen en zo de gemiddelde verzendkosten naar beneden te krijgen. Of, zoals bij 'Woman Of The Ghetto' van Marlena Shaw, moet de plaat zó goedkoop zijn dat de single met de verzendkosten nog onder het prijsniveau van een Engelse dealer zit. Het is echter wel weer oppassen, want de ene rekent vijftig dollar als limiet en de andere honderd, maar daarboven moet het pakket verzekerd worden verzonden. Dat laatste kan in de prijzen lopen, maar mijn maat in Chicago is een schappelijke kerel. Voor, omgerekend, vijftien euro verstuurt hij aangetekend een pakket met acht singles, dat is minder dan twee euro per single. Daar heeft het in het begin van het veilingweekend weinig schijn van, want ik verlies de eerste dag een paar veilingen. Het is een kwartier voordat de allerlaatste veiling eindigt op zondagavond dat ik vier in de knip heb en hoogste bieder ben op een andere. Ik kijk even of ik nog een 'wees' kan redden en zodoende win ik nog The Harris Family, The Ideals en deze van The Lintons. Alledrie voor het startbedrag van zeven dollar.

Bij The Lintons val ik van de ene verbazing in de andere. De plaat wordt geadverteerd als 'Crossover Soul' en daarmee is niks teveel gezegd. Het zijn echter de 'Northern 45'- en 'Funk 45'-aanbiedingen die de meeste bieders trekken en even dreigt deze van The Lintons zonder biedingen in de volgende veiling terecht te komen. Het korte geluidsclipje overtuigt meteen: Dit is een 'groei-plaat'. De plaat is in verhouding tot de meeste handel van de man uit Chicago in een uiterst goede staat. Ik heb de plaat nu bijna een week in huis en er is geen dag voorbij gegaan of deze heeft zijn rondjes gedraafd. Het is sinds 'Do The 45' dat de liefde zich begint te ontwikkelen en dat is nu op zijn hoogtepunt: Driemaal daags houdt de dokter buiten de deur. In de vorige Singles round-up openbaar ik een 'stout plan'. Welnu, het is helemaal niet nodig, want het is op meerdere plaatsen bekend dat George Clinton de schrijver is van 'What I Couldn't Know'. Het is niet de enige 'grote naam' die opduikt. Byron is niemand minder dan Byron Gregory, in de jaren ervoor een befaamde gitarist op menig Brunswick-productie. Verder is Tom Tom Washington betrokken als producer. Toch ontbreekt ieder spoor van informatie omtrent The Lintons, dus wellicht toch nog een reden om de meester van de P-Funk een berichtje te sturen? Elkie Brooks heeft het ooit ook keurig beantwoord (toen vanwege Elki & Owen & The Rimram Band). Bovendien is Clinton gezegend met een olifantengeheugen, dus hopelijk weet hij meer?

The Lintons heeft, tot zover bekend, twee singles gemaakt. 'Don't Ever Walk Away' met 'Lost Love' op de flip is de meest bekende. Bekend? Nee, dat is een te groot woord. Misschien dat we beter kunnen zeggen dat je die plaat het vaakst tegenkomt. Beide kanten zijn alom vertegenwoordigd op Youtube en van deze single weten we dat het in 1972 is uitgebracht op Erica. Volgens een lid op Discogs is het even later nog eens uitgebracht op Essica, maar daar is verder niks over bekend. Erica is een wat merkwaardig label. Er zijn medio de jaren zestig een paar platen verschenen via Erica en het lijkt alsof het in 1972 nieuw leven is ingeblazen ten behoeve van deze plaat. Het Karissa-label, andermaal een meisjesnaam, kent maar één release en dat is onze Week Spot. John Manship, autoriteit op het gebied van de Northern Soul in Engeland, hangt het jaar '1974' vast aan deze, maar ik weet niet waar hij zich op baseert. Feit is wel dat Manship erg secuur is en doorgaans niet van gokken houdt. 'Scarce male midtempo', spreekt opnieuw boekdelen bij hem. Als Manship iets 'schaars' noemt, dan is het ook écht schaars! Hij biedt een exemplaar aan voor vijfentwintig pond, zijn Amerikaanse evenknie Craig Moerer heeft eentje voor twintig dollar. Hoewel de zeven dollar een koopje is, lijkt die laatste toch wel aantrekkelijk. Zowel de singles van Manship als Moerer zijn namelijk 'new old stock', maar de mijne is qua geluid ook weer niet schrikbarend.

Helaas, wederom weinig info omtrent de groep, iets dat een trend kan worden nu ik mezelf verdrink in de crossover. De plaat zélf maakt veel goed! Het is pure midtempo-magie uit de vroege jaren zeventig, een stevige Chicago-productie met lekker veel ritme-wisselingen, een zeer fraai strijkersarrangement en een refrein waar je mee wilt trouwen. Er is echter nog veel werk aan de winkel, want er zijn mindere platen die net zo zeldzaam zijn als deze en die honderden dollars opbrengen onder verzamelaars. De Week Spot is een voorzetje...

maandag 26 januari 2015

Raddraaien: Deep Purple



Als ik over mijn schouder kijk naar bijna vijf jaar Soul-xotica, kan ik bijna niet anders dan vaststellen dat de rubriek Raddraaien een zeker reddingsmiddel is geweest. Niet dat het zonder deze rubriek ten ziele was gegaan, maar het heeft op zijn minst voor enige welkome variatie gezorgd. Waar het hart vol van is en in 2012 bestaat dat orgaan voornamelijk uit Northern Soul. Ik betwijfel of Soul-xotica echt populairder was geworden als ik dag in dag uit over Northern Soul zou schrijven. Raddraaien is bovendien een 'avontuur'. Tot enkele moment vóór het schrijven niet weten waar het over gaat. Vandaag mag ik zeven singles tellen vanaf 'Mamy Blue' van Joël Daydé in de jaren zeventig-bak. Ik kom in eerste instantie uit bij een plaat die ik al eens heb behandeld in deze rubriek: 'Amoureuse' van Kiki Dee. De volgende is deze van Deep Purple en die is nog niet aan bod geweest. Fijn, want als we het over een persoonlijke favoriet hebben, dan doet deze zeker mee. De Raddraaier van vandaag is 'Super Trouper' van Deep Purple (1973).

'Je bent jong en je wilt niks'. De variant op de bekende slogan van Veronica dekt goed de lading als je mij anno 1995 wilt omschrijven. Wat zien we? Een lange slungel met lang zwart haar. Dat is twintig jaar later niet anders. In 1995 heb ik nogal wat begroeiing aan mijn kin hangen. Niet dat baardje dat ik eens in de week eraf gooi, maar een bosje haar dat ik bewust laat staan. Het moet een sik worden, maar ik krijg alleen maar volle baarden en geen lange baard. Verder dat omgedraaide kruisje in het linkeroor. Stoer hoor! Vaak gekleed in een lange leren jas, maar dat kan ook functioneel zijn, want dat hoort nu eenmaal bij het vervoermiddel. Buiten Soul-xotica om heb ik iedere band met 'Soul-X' compleet uitgewist, maar hier vinden we de 'roots' van 'Soul-X'. Het vervoermiddel. De jongeman, ik moet nog twintig worden, is naast een beruchte popjournalist (er word me ooit de toegang ontzegd tot de feesttent in Heeg...) en fervent Solex-rijder ook 'manager' en tekstschrijver van 'de beste band van Hommerts'. Het is tevens de enige band van dat dorp. 1995 is ook het jaar van het debuutoptreden van Horrible Dying in de plaatselijke dorpskroeg.

Of ik weet wat ik wil in 1995? Nee, niet bepaald. Ik weet wel wat ik niet wil en weiger dat in alle toonaarden. Ik zit op dat moment in de Jeugdwerkgarantieplanwet. Dubbele woordwaarde. Het komt erop neer dat je voor zes maanden, met een maximale verlenging van nóg een half jaar, wordt geplaatst in een functie waar geen vacature voor bestaat. De kans om aangenomen te worden, bestaat gewoon niet. Na een jaar kun je ophoepelen. Mijn toenmalige werkgevers zijn erg content geweest met die regel. Het eerste jaar, van 1 februari 1994 tot die dag in 1995, ben ik werkzaam op de gemeentewerkplaats in Heeg. Dan gaat de gemeente opnieuw op zoek voor een andere plek. Het is de tijd dat ik belangstelling heb voor het grafische vak en even dreig ik terecht te kunnen op een praktijkschool, maar dat loopt op niks uit. Dan komt het telefoontje vanaf het gemeentehuis dat ze een nieuwe plek hebben gevonden: Conciërge op een basisschool in Oudega. 'Alle voorkomende werkzaamheden', maar deze zijn té minimaal om me een dag te vermaken, zelfs al zet ik het in de laagste versnelling. De gemeente neemt een risico met de plaatsing op een christelijke basisschool. Heer Louwsma is sinds zijn activiteiten met Horrible Dying bijzonder 'uitgesproken' en niet alleen in de zin van het uiterlijk. Je kan erop wachten en ik vind het nog steeds een wonder dat er eerst een maand overheen gaat: Ik krijg woorden met de directeur en schiet de deur uit.

Toch is er één onderwijzer waarmee ik het meteen erg goed kan vinden. Misschien heeft hij wel iets in mij herkend, want hij groeit op in de tijd die ik, naast de deathmetal-hobby, 'opnieuw' probeer te beleven: De flower power. Enige tijd later is in hetzelfde Oudega een rommelmarkt voor een sportvereniging. Ik geloof dat ik daar de Blauwe Bak-favoriet van Kent & The Candidates heb gekocht en die naam komen we binnenkort weer eens tegen op deze praatpaal. De meeste singles zijn echter uit de eerste helft van de jaren zeventig en ik herken de naam op de hoesjes: Het is de betreffende onderwijzer. Ik loop hem even later tegen het lijf en we raken aan de praat. The Moody Blues is één van de gespreksonderwerpen en hij zegt dat hij een album thuis heeft, waar hij de titel van is vergeten, en dat hij voor een leuke prijs van de hand wil doen. Het album betreft de dubbelaar 'Songs In White Satin' (1989) en de prijs ligt iets onder de helft van de nieuwwaarde. Dat is een hoop geld als je rekent dat ik de meeste nummers al vijfmaal in een andere vorm heb. Hier blijft het bij, we schudden mekaar nog eenmaal de hand en sindsdien heb ik hem nooit weer ontmoet. Ik heb echter begrepen dat hij de functie van schooldirecteur heeft overgenomen.

Zijn singles-collectie is een 'mixed bag', maar vooral heel erg veel van Deep Purple. Deze 'Super Trouper' zit er ook tussen. Ik hou van 'underdogs' en dat is 'Super Trouper' zeker in het repertoire van Deep Purple. Het is altijd hetzelfde liedje... 'Black Night', 'Child In Time' en 'Smoke On The Water'. 'Super Trouper' laat een aardig, doch gedateerd, geluid horen. Dat laatste komt vooral door de 'badkamerpijp-geluiden' (met toestemming van Hitweek) welke dankzij 'Itchycoo Park' van The Small Faces in 1967 de eerste maal de Nederlandse huiskamers binnendringt. Wie anno 1973 met dat geluid aankomt, slaat meestal de plank helemaal mis. Niet in het geval van Deep Purple, want verder is het een solide rocknummer en het effect complimenteert het liedje. Ik heb een aantal 'cd-impulsen' gehad in de loop der jaren en eind 2000, begin 2001 is er ook zo eentje. Mijn huisbaas ik lid geworden van ECI en ik bestel op zijn rekening een cd van Deep Purple, nog het meeste omdat deze 'Super Trouper' erop staat. De meeste cd's ben ik echter kwijt geraakt of heb ik weggegooid, omdat ze niet meer waren te draaien, en nu ben ik andermaal overgeleverd aan de vinylsingle. Ik draai hem geregeld in mijn shows en altijd weer met veel plezier. Het is wellicht één van de weinige singles die synoniem staat aan 1995 waar ik nog steeds met plezier naar kan luisteren, want verder gaat het jaar niet de boeken in als een van mijn beste...

Schijf van 5: spelletjes



Zó! Het onderwerp van volgende week is bekend. Ik heb net even gekeken, want er staat me iets van bij dat we het onderwerp al eerder hebben gehad, maar nee... geen spoor hiervan in het archief. Komende zondag is het 1 februari en dat is de eerste van vijf zondagen tot de vijfde verjaardag van Soul-xotica. Het onderwerp van 8 februari heb ik eveneens vastgesteld, de daaropvolgende weken moet ik nog bedenken, maar de Schijf van 5 gaat alvast een beetje een 'terugblik' worden. Soms zeg ik wel eens bij een Schijf van 5 dat er met gemak meerdere Schijven mogelijk zijn met het onderwerp. In het geval van de 'spelletjes' van deze week is dat andermaal mogelijk. Ik heb me beperkt tot echte 'games' en zelfs daarbij moet ik offers brengen. Dan heb ik het nog niet eens over de titels als 'It's All In The Game'. Voor herhaling vatbaar? Wat mij betreft wel. Laat me maar snel beginnen met de eerste spelletjesavond.

Een Schijf van 5 is een eigenaardig ding. Hoewel dit het enige onderdeel is van Soul-xotica waarbij lezers hun inbreng kunnen doen, is het op het laatst toch gewoon weer een egoïstische aangelegenheid, want de volgorde van de nummers bepaal ik. De Schijf van 5 stelt zichzelf soms ook samen. Ik kan me bijvoorbeeld de Schijf van Frankrijk nog goed herinneren, waarbij ik 'Southern Part Of France' van Zwol heb genoteerd, maar waar ik alleen de titel van ken. Na een korte beluistering op Youtube staat het nummer plots op nummer 1 in de Schijf van 5. Hoewel deze Schijf van 5 conform mijn muzieksmaak is, zet ik de ongekroonde nummer 1 op vijf. Er gaan namelijk nog vier platen boven mijn favoriete spelletje. Hekkensluiter in deze Schijf is 'My Favourite Game' van The Cardigans (1998).

Over mijn zangkwaliteiten verschillen de meningen, hoewel ze uiteindelijk op hetzelfde neer komen: Geen. Toch mag ik graag zingen, maar doe het niet vaak meer in het openbaar. De zondagse Vinyl Countdown is een meezing-festijn voor mij, maar ook dan heb ik gecontroleerd of de microfoon uit staat. Het valt me soms op dat ik sommige liedjes al vanaf kinds af aan fonetisch zing, ik heb me nooit verdiept in de tekst en weet dus ook niet waarover ik het heb als ik de mond open trek en gezellig ga mee balken. Er zijn ook liedjes waarvan ik de tekst kan dromen en de nummer vier is daar eentje van. Daar is de Soul-x-rated schuldig aan, want ik maak 'die dingen' nog als ik 'The Name Game' van Shirley Ellis op single koop. Het lijkt me aardig om de tekst te gebruiken voor een 'introductie' en zo leer ik het ding in twee uren uit mijn hoofd. Sindsdien is het nooit meer weggegaan. Op vier staat 'The Name Game' van Shirley Ellis (1965).

Hoe hoger we in deze Schijf gaan, des te meer risico dat we nemen. Met een favoriet spelletje en een naam-spelletje kun je geen brokken maken, maar de nummer drie kan ernstig letsel toebrengen aan de mede-spelers. Van de nummer twee bestaan eveneens voorbeelden waarbij het ernstig uit de hand kan lopen als het in de praktijk wordt uitgevoerd. John Lennon doet ons een spelletje voor waar we ons niet al te veel in moeten verdiepen. 'Mind Games' kan, als je het uitoefent op een labiel persoon, ernstige gevolgen hebben. Toch mag Lennon op drie met dit prachtige nummer uit 1973.

Een nagebootst spelletje op de computer kan over het algemeen geen kwaad, totdat iemand de realiteit kwijt raakt en het spel in werkelijkheid gaat uitvoeren. Helaas wordt de wereld geregeld opgeschrikt door weer een slachtpartij op een middelbare school. En het zijn altijd weer de handlangers van Satan die een rol spelen, althans dat heb ik ooit in het krantje van de Jehova-getuigen gelezen: Computerspelletjes en heavy metal. In mijn geval heeft het spelletje ooit mijn zaterdagavond in de soep gedraaid. Het is november 2011 als ik eens met een vriendin heb afgesproken in de Steenwijker horeca. Het is, zoals altijd, beregezellig totdat ik opeens 'iets' hoor uit de mp3-computer. Ik kan nog net de titel en de uitvoerende zien voordat het liedje me bij mijn strot grijpt en me niet meer los laat. Drie kwartier later moet ik afscheid nemen van de vriendin, want ik hou het niet meer uit. Eenmaal thuis zoek ik het liedje via Youtube op en draai het vervolgens achttien keer. Dat spelletje mag vandaag op twee: 'Video Games' van Lana Del Rey.

Ik weet niet of er waterlanders aan te pas zijn gekomen bij Lana Del Rey, wel ben ik even helemaal uit mijn hum. De nummer 1 in deze spelschijf ken ik voornamelijk uit een film waarbij ik zelfs na vijftien keer nog steeds een zakdoekje of twee moet grijpen. De muziek uit de betreffende film, en dan heb ik het over de 'oldies', hebben sindsdien allemaal een zekere 'lading' gekregen voor mij. Denk bijvoorbeeld aan 'I've Told Every Little Star' van Linda Scott, maar ook 'The Crying Game' van Dave Berry. De rolprent waarin ik die liedjes (opnieuw) leer kennen, staat te boek als één van mijn favorieten: 'Mulholland Drive' van David Lynch. 'The Crying Game' is een van de liedjes dat wordt vertolkt tijdens de auditie waar regisseur Adam Kesher de cruciale fout maakt door niet voor 'this is the girl' te kiezen. Dave Berry mag dus op 1 met 'The Crying Game' (1964).

Vijf jaren, vijf zondagen, vijf Schijven. Iedere week wil ik 'terugkijken' op een bepaald jaar, maar ja... in 2010 had ik nog geen Schijf van 5. De voorloper van de Schijf van 5 was 'Kleur bekennen' en tot mijn grote verbazing heb ik nog nóóit een 'algemene' Schijf gedaan over 'kleuren'. Geen rood, wit, blauw of paars, maar vijf titels met 'kleur'. 'She Comes In Colours', om maar eentje te noemen. Suggesties zijn altijd welkom!

zondag 25 januari 2015

Raddraaien: Godley & Creme



Ik denk dat ik morgen of dinsdag even ga 'inhalen', want het is inmiddels half drie geweest en ik denk dat ik geen moeite zal hebben met slapen. Ik had nog steeds de kalender liggen voor de fotograaf in Diever en omdat het KNMI de waarschuwing voor gladheid had ingetrokken, ben ik vanmiddag op de fiets naar Diever gestapt en terug. De restanten sneeuw maakten het tot een extra inspanning en dat kan ik nu wel merken aan mijn benen. Morgen dus ook de Schijf van 5, vandaag een aflevering van Raddraaien. Ik ben weer eens begonnen met het terugzetten van 'zwervende' singles en dat betekent ook dat er singles in de bakken komen te staan die daar niet eerder zijn geweest. Ik maak deze serie Raddraaien nog gewoon af, dan moet ik de situatie opnieuw bekijken. Momenteel zitten er 39 platen in het Raddraaien, vermoedelijk gaan dat in een volgende serie meer worden. Qua jaren zestig heb ik alweer een halve bak extra erbij en de jaren zeventig gaat dat ook nodig krijgen. Door het tussenvoegen van singles verandert ook de opzet in de bakken, maar opnieuw... dat moet ik over een paar weken even bekijken. Dan ga ik nu Raddraaien met de jaren tachtig-bak die ik zojuist heb gebruikt voor The Vinyl Countdown. Ik heb Godley & Creme wel gedraaid, maar niet deze single: 'An Englishman In New York' (1980) is vandaag de Raddraaier.

Lennon en McCartney, Simon & Garfunkel, Godley & Creme. Nee, ik wil die Volendammers niet op mijn blog hebben. Het zijn allemaal duo's die zo de geschiedenisboeken in kunnen. Stellen die onafscheidelijk lijken, maar het op een bepaald moment helemaal met elkaar hebben gehad. Lennon en McCartney werken als sinds het witte dubbelalbum elk apart aan de nummers, Simon en Garfunkel zijn niet echt 'on speaking terms' en het huwelijk tussen Godley & Creme strandt in 1988. ,,Kevin Godley heeft andere prioriteiten in zijn leven gekregen", concludeert Lol Creme koel in een interview uit die tijd. De mannen hebben dan dertig jaar lang bijna dagelijks met elkaar opgetrokken. Het duo ontmoet elkaar in de late jaren vijftig in de muziek-scene van Manchester. Ze spelen even samen in een band, maar het grootste deel van de jaren zestig spelen ze in verschillende bands. Kevin Godley maakt in de midden jaren zestig deel uit van The Mockingbirds dat ook zanger-liedjesschrijver Graham Gouldman in de gelederen heeft. In 1967 steken Godley en Creme de koppen weer samen en maken de single 'Seein' Things Green' als Yellow Bellow Room Boom. Het plaatje flopt en is tegenwoordig een gezocht collector's item. Vanaf 1969 vestigt het duo zich in de Strawberry Studios in Stockport, waar ze al snel vergezeld worden door Gouldman en, uit The Mindbenders afkomstig, Eric Stewart. Het kwartet experimenteert met studio-effecten en dit levert pardoes een hit op in 1970 als 'Neanderthal Man' als The Hotlegs de Engelse hitparade verovert. Ook in Nederland bereikt het een 24e plek. The Hotlegs maakt een paar albums, maar feitelijk is het allemaal 'huiswerk' voor de volgende stap.

Jonathan King heeft interesse gekregen voor de groep en biedt hen een contract aan. King meent ergens gelezen te hebben dat de gemiddelde man zo'n 10 cc sperma loslaat bij een ejaculatie, maar Gouldman kan daar nog steeds smakelijk om lachen. ,,Je moet van goede huize komen om aan die hoeveelheid te komen". Desalniettemin wordt 10cc de nieuwe naam voor The Hotlegs en met 'Donna' zet de groep in 1972 een zwik hits in gang. Het experimentele blijft aanwezig en dus vallen die eerste 10cc-singles op door hun veelzijdigheid en het gebruik van vele gimmicks. In 1975 scoort de groep wereldwijd met 'I'm Not In Love', maar tijdens de opnames van het album 'How Dare You' komen Godley en Creme voor een lastige keuze te staan. De heren hebben een 'speeltje' uitgevonden dat de naam 'Gizmo' heeft gekregen. Een mechanisch apparaat dat wordt aangebracht op de hals van een elektrische gitaar en waarmee een veelvoud aan strijkinstrumenten kan worden geïmiteerd. De 'Gizmo' is vooral ontwikkeld als kostenbesparing voor 10cc. Het huren van gastmuzikanten is een dure aangelegenheid en de Gizmo maakt dat overbodig. Creme en Godley willen de Gizmo beter in de markt zetten, maar Gouldman, Stewart en het management van 10cc houdt voet bij stuk: Of je blijft bij 10cc en vergeet het Gizmo-avontuur of...? De heren zijn bovendien het toeren moe en zo weken Godley en Creme zich los van 10cc.

Het eerste album heet 'Consequences' en beslaat maar liefst drie schijven. Jazz-zangeres Sarah Vaughan leent haar stem en verder is komiek Peter Cook alom aanwezig. 'Consequences' is het presenteerblaadje van de Gizmo. Vreemd genoeg zal het nooit iets worden met het instrument en ook het album verschijnt op een verkeerd moment. In Engeland is net de punk-rage van start gegaan en dus wordt het album in de media afgebrand. Bij de volgende albums van Godley & Creme is de toon beduidend milder. Het duo maakt grote indruk met de videoclip van onze Raddraaier en dat zorgt er mede voor dat de plaat hoog op de hitparade terecht komt.

Godley & Creme maakt een serie innovatieve albums en aantrekkelijke singles, maar het grootste deel van het decennium besteedt het duo aan produceren van videoclips. Daar zitten absolute hoogstandjes tussen. Wat te denken van het gevecht tussen Reagan en Gorbatsjov in de clip van 'Two Tribes'? Zelf brengt het in 1985 'Cry', de introductie van het 'analoog crossfaden van beeld'. Dit grapje wordt in de jaren erna door velen herhaald, bijvoorbeeld door Michael Jackson in 'Black & White'. Het duo is dan al een samenwerking aan gegaan met Art Of Noise. In 1988 verrast het duo, bekend van elektronische hoogstandjes, vriend en vijand met 'Goodbye Blue Sky'. Tekstueel staat de komst van een kernoorlog centraal, muzikaal zijn het 'traditionele' instrumenten als harmonica, orgel en gitaar die de dienst uit maken. Het is tijdens dit album dat Godley vreemd gedrag gaat vertonen en het duo uit elkaar valt. Godley sluit zich kort daarna aan bij Art Of Noise. De mannen komen sindsdien sporadisch bijeen, bijvoorbeeld met de 10cc-reünie in 1991.

zaterdag 24 januari 2015

Van hit naar her: Pep & Rash



Als Nederlandse presentator bij een Engels radiostation voel ik me soms iets bezwaard om Nederlands product te draaien. Nee, niet dat ik behoefte heb aan RadioNL-spul, maar dan denk ik vooral aan de betere Nederpop. Soms verpak ik eentje in een 'Euro-shot', een jolig programma-onderdeel van The Vinyl Countdown en soms zet ik alle schaamte opzij en draai het 'gewoon'. Bij Floorfillers is het niet anders, maar dan opnieuw...? Nederland loopt voorop in de dance-wereld. We hebben niet voor niets al meerdere malen 'de beste dj ter wereld' afgeleverd. Tiësto heeft de titel jaren mogen dragen, het is nu de eer aan zijn pupil Hardwell. Maar ook Armand Van Helden en Armin Van Buuren tellen mee tot de toppers in de dance-beweging. Dus kost het in die show véél minder moeite om een aanstormend vaderlands talent de kans te gunnen. Zo probeer ik het al enkele maanden met de vrouwelijke Amsterdamse producer Made In June. Van Pep & Rash, onderwerp van deze Van hit naar her, weet ik pas sinds een paar dagen dat het uit Nederland komt. Hun single 'Rumors' stijgt deze week van 30 naar 26 in de tweede week van de Tipparade, iets dat in schril contrast staat met de luistercijfers op Soundcloud. Maar de geloofwaardigheid van de Top 40 en Tipparade heb ik al vaker aan de kaak gesteld, dus laat ik het nu bij de muziek houden.

Ik hanteer diverse bronnen voor de samenstelling van Floorfillers. Het is notabene de enige show waarvoor ik een speellijst maak. Hoewel? Ik verzamel voor tenminste twee uren muziek en pluk ze in willekeurige volgorde. Afgelopen donderdag zat ik bijvoorbeeld op ruim drie uren muziek. Ik kijk altijd even naar de Top 40 en Tipparade. Ik moest eigenlijk vooral ook naar de Mega Top 100 kijken, want daar staan geregeld hits in die niet op de Top 40 worden genoemd. In de praktijk komt het er op neer dat ik alleen de Nederlandse Top 40, de Tipparade, de Engelse Top 40 en de Dance Top 40 raadpleeg. Nu is 'Promesses' van de Franse producer Tchami een héle grote hit in Engeland in zowel de Dance als de reguliere singles-hitparade. In die laatste zakt die in de tweede week naar nummer negen. Dat is typerend voor Engeland: Hier bereikt de single vaak in de eerste week de piekpositie en het gebeurt geregeld dat de plaat vier weken later spoorloos is verdwenen. Het kán ook anders, want 'Rather Be' van Clean Bandit staat deze week precies een jaar in de Engelse Top 40 en ook 'All Of Me' van John Legend is bezig dat te behalen. Ik wil een week geleden die van Tchami draaien, maar ben op ene of andere manier niet geheel tevreden over het origineel. Ik vind dan een 'Pep & Rash Bootleg' en die klinkt erg goed. De afgelopen week kom ik Pep & Rash opeens in de Tipparade tegen en 'Rumors' heb ik donderdag 'ten doop' gehouden in Floorfillers. Een liedje dat van mij gerust nog een paar maal langs mag komen!

'Rumors' is een 'original mix'. In tegenstelling tot pop of rock is een eerste uitvoering nooit de definitieve in de dance. Je hoopt als producer dat een andere dj/producer jouw liedje onder handen gaat nemen. Een 'original mix' is bij voorkeur zeven of acht minuten lang. Zelf hanteer je de schaar voor een radio-vriendelijke versie. Daar onderscheidt zich het duo Pep & Rash. Hun 'Rumors' is in de 'original mix' slechts drie minuten en tweeënvijftig seconden. Volgens de vakbladen vertelt het evenveel als een mix van acht minuten, maar heeft het nóg een enorm voordeel: Een lap van acht minuten geloof je wel even, maar een compacte mix als deze zet je gauw nóg eens op. Dat werpt zijn vruchten af. De plaat staat inmiddels op de eerste plek van Beatport, het vakblad voor de EDM (Electronic Dance Music). Hun Soundcloud heeft inmiddels meer dan een miljoen bezoekers gehad. Iedereen met een beetje naam in de dance 'ondersteunt' het duo en dat terwijl de heren nog niet zo lang bezig zijn.

Pep is Jesse Van De Ketterij uit Middelburg. Zijn vader staat in 1970 op nummer 1 in Amerika als gitarist van Shocking Blue: Leo Van De Ketterij. Jesse ontleent zijn naam aan het cola-merk Dr. Pepper. Rachid El Uarichi komt uit Goes en hanteert een afkorting van zijn voornaam. Als Pep & Rash bouwt het duo zeer spoedig aan een naam en dit resulteert in 2014 in een drie-jarig contract bij het toonaangevende Spinnin' Records. In dat zelfde jaar verschijnt ook 'Fatality' dat het duo definitief op de kaart zet. Tchami is slechts één van de vele remixen van de hand van Pep & Rash. Het jaar 2015 is koud begonnen of het duo staat volop in de schijnwerpers met 'Rumors'. Wat ook het resultaat mag worden in de Tipparade of de Top 40, hun naam gonst inmiddels door de internationale dance-wereld. 'Rumors' is hard, funky en uiterst dansbaar. Het is aanstekelijk zonder een irritant melodietje of andere 'gimmicks', dit is pure dance die je vanzelf naar de dansvloer leidt. En, zo gezegd, het gooit hoge ogen door met een relatief korte 'original mix' te komen. Dat het nummer nog opgepikt gaat worden door deez' en geen, dat staat als een paal boven water. Er is nog genoeg ruimte voor inbreng door een andere dj/producer.

Het voordeel van Blogger is dat het nóóit een blog verwijderd als je het zelf niet doet. Ik ken tal van voorbeelden van weblogs met een zeer kort bestaan waar soms al vier of vijf jaar niet is gepubliceerd. Dat geldt eveneens voor mijn eerste Blogspot-blog. Deze heb ik kort na de start van Soul-xotica leeg gehaald en staat inmiddels bijna vijf jaar leeg. Wat ik bedoel, dit bericht zal dus tot ver in de eeuwigheid hier blijven staan. Jullie kunnen dus ten allen tijde terug bladeren en denken: ,,Hee, Pep & Rash. Dat hebben we gelezen op Soul-xotica". Het duo gaat een gouden toekomst tegemoet en ik schat in dat ze tegen het einde van dit jaar 'bekende Nederlanders' zijn geworden. Aan 'Rumors' zal het in geen geval liggen, deze track is een schot in de roos!

donderdag 22 januari 2015

Singles round-up: januari 4



Het is op dezelfde eerste dinsdagavond in het nieuwe jaar dat ik een paar uur later fors boodschappen doe op Discogs. Dat is de partij die ik jullie vorige week woensdag heb gepresenteerd. Ik zit in een lastig parket, want ik heb pas nog besteld bij Rarenorthernsoul en om nu alwéér een bestelling te plaatsen. De winkelmand is gevuld met twintig zéér oude aanbiedingen van Buydiscorecords, ik ben op de laatste pagina begonnen. Ik laat het winkelmandje eerst even voor wat het is en ga dan door naar Discogs. Een week geleden zie ik de single van Rocky Gil & The Bishops staan met de, terechte, waarschuwing dat die héél snel uitverkocht kan zijn. Ik wil hem ditmaal niet missen en besluit dan even flink te schiften in de winkelmand en alsnog een bestelling te plaatsen. Buydiscorecords heeft momenteel een aanbieding: Voor iedere twee die je koopt, krijg je een single extra. Die laatste is dan de keuze van de verkoper. Zo ontvang ik vandaag een pakket van zeven singles: Vier van Buydiscorecords met twee gratis en de nieuwe Rocky Gil-uitgave. Daarbij komen nog de twee singles die ik vorige week bij HHV in Duitsland heb gekocht en dat levert de vierde Round-up op van deze maand. Ik verwacht nu nog twee vanuit Amerika, maar die gaan in de volgende aflevering.

* Black Ivory- You And I (US, Today, 1971)
De winkelmand op Buydiscorecords van die bewuste dinsdagavond is een 'mixed bag'. Enkele Northern Soul-dingen in een mindere staat, maar ook exotische funk en disco. Ik heb het geregeld erg zwaar, zeker als ik deze van Black Ivory beluister. Het is niet echt waar ik naar op zoek ben, maar toch... de plaat heeft me meteen te pakken! En dat doet het nog steeds, want ik heb het plaatje al enkele malen gedraaid vanavond. Een zeer waarschijnlijke Week Spot, dus 'wordt vervolgd'.

* The Brother Love- I Can Be (US, Sound Of Soul, 1970)
Discogs maakt er een rommeltje van. Er is van 1975 tot diep in de jaren tachtig een bootleg-label met de naam 'Sound Of Soul' dat in Engeland diverse moeilijk te vinden Northern Soul-klassiekers op de (zwarte) markt brengt. Deze bootleg-singles staan in dezelfde discografie als die van het Amerikaanse label. Daar kan ik aan de hand van de enige elpee op dat label herleiden dat deze van The Brother Love in 1970 of 1971 is verschenen. Dit is in geen geval door het Northern Soul-label uitgebracht, want daarvoor is dit teveel een 'slijper'. Toch wel een heel interessant plaatje en, logisch voor Buydiscorecords, spotgoedkoop, dus ik ben een gelukkig mens.

* Rocky Gil & The Bishops- Soul Party (Duitsland, Sundae Soul, 1968, re: 2015)
Er zitten een paar dagen tussen bestelling en verzending en dat heeft waarschijnlijk met deze plaat te maken. Hij is pas twee weken uit en daarmee is het de eerste single UIT 2015. De opnames zijn daarentegen 46 jaar oud. Rocky Gil & The Bishops is een groep uit Texas dat rond 1968-69 een handvol singles uitbrengt. Of de elpee toen ook is verschenen, is niet bekend. In 1978 verschijnt wel een elpee van de groep met daarop alle singles en het lijkt waarschijnlijk dat dit een replica is van het origineel. Single, elpee of heruitgave. In welke vorm ook, platen van Rocky Gil & The Bishops is roofgoed. Het Duitse label Sundae Soul heeft nu andermaal 'Soul Party' opnieuw uitgebracht, met de a-kant van de andere single op de keerzijde. Het is eigenlijk die kant, 'It's Not The End', dat het meeste mijn interesse heeft. Volgens Rarenorthernsoul gaat dit nummer het helemaal maken in de Northern Soul-scene, maar zelf heb ik daar enige twijfel bij. The Bishops zit net iets teveel in de Stax-hoek voor de Northern Soul, maar het blijft desondanks een lekkere felle stamper. We gaan het vanaf zaterdag proberen!

* Roy Hamilton- Sweet Sweet Music (UK, DJM, 1976)
Stom, stom, stom! Ik had het kunnen weten... Roy Hamilton van 'Crackin' Up Over You' en 'You Shook Me Up' is reeds in 1969 overleden en kan dus onmogelijk in 1976 een eigentijdse plaat gemaakt hebben. Bovendien klinkt Roy Hamilton ook niet als de grote zanger uit de jaren vijftig en zestig. Ik ben erin getuind! Roy Hamilton is een Engelsman die in 1975 zijn debuut maakt en actief blijft tot in de jaren tachtig. 'Sweet Sweet Music' is een poppy gevalletje dat ermee door kan in de Northern Soul, maar ook niet meer dan dat. Wederom is het erg goedkoop en dus hoor je mij niet klagen. Het is eigenlijk ook best een grappig nummer!

* Peaches & Herb- Easy As Pie (UK, Polydor, 1978)
De eerste keuze van Buydiscorecords is de Engelse persing van 'Reunited', de monsterhit van Peaches & Herb. Ik heb deze al in de Nederlandse uitdossing met fotohoes, maar dan besluit ik even op de b-kant te kijken. Daar vind ik dit 'Easy Pie', een doorsnee-discoliedje uit 1978, maar stukken interessanter dan 'Reunited'. En zo kan deze toch nog in de reserve-Blauwe Bak terecht. Dat geldt niet voor de andere bonus-single. Overigens heb ik bij mijn eerste bestelling in januari 2012 ook twee singles gratis gekregen en eentje daarvan is uitgegroeid tot een Blauwe Bak-favoriet: 'Ask Me' van Ecstasy, Passion & Pain. Zonder de gelukkige vingers van Stephen of Tina had ik het nummer wellicht nooit leren kennen!

* Annette Poindexter & The Pieces Of Peace- Wayward Dream (US, Twinight, 1970, re: 2007)
Eigenlijk gekocht vanwege de andere kant, 'Mama', maar inmiddels wint 'Wayward Dream' aan terrein. Beide kanten zijn geproduceerd door de grote ster van Twinight: Syl Johnson. Beide hebben ook die mooie arrangementen zoals ik die ken van The Kaldirons en The Perfections. 'Wayward Dream' is bloedstollende mid-tempo in de sfeer van Andrea Henry's 'I Need You Like A Baby', 'Mama' is lekker opgefokt en beter geschikt voor een Northern Soul-set. Ik kan moeilijk nóg eens het verhaal over Twinight herhalen, maar anders zou dit een geheide Week Spot zijn. We zullen zien of ik meer info over mevrouw Poindexter kan vinden?

* Diana Ross- Up Front (UK, Capitol, 1983)
Gegeven paarden moet je geen gebitscontrole aanbieden, maar deze gaat, hupsakee, in de jaren tachtig-bak om vermoedelijk nooit gedraaid te worden. Diana pakt hier wel heel erg rock-achtig uit. Desondanks een leuk item, met de Engelse fotohoes. Raar te bedenken in Nederland, maar sinds een jaar (1982) is de fotohoes pas 'normaal' voor een single. De reden dat de meeste singles niet in fotohoes komen, stamt nog uit de oudheid. De Britse platen-detailhandel wil een duidelijk onderscheid maken tussen EP's en 45-toeren-singles. EP's worden daarom met fotohoes uitgegeven en singles met een fotohoes. Slechts in enkele gevallen wordt een plaat in beperkte oplage met fotohoes uitgegeven, denk bijvoorbeeld aan 'Penny Lane' van The Beatles. De overige singles komen allemaal in Parlophone, Apple en EMI-hoesjes met een rond middengat. De EP wordt in 1968 voor het eerst gediskwalificeerd voor opname in de hitparade ('Mrs. Robinson' van Simon & Garfunkel is daarvan de dupe) en zo verdwijnt de EP in 1969 al van de Engelse markt. Toch duurt het nog dertien jaar voordat de grote platenmaatschappijen met fotohoesjes voor singles beginnen, dit mede onder druk door de vele singles van onafhankelijke platenlabels en de punk-scene.

* Gloria Scott- Too Much Love Makin' (UK, Go Ahead, 1974, re: 2012)
Onze Week Spot en dus verwijs ik jullie graag door naar het bericht van afgelopen dinsdag.

* Lenny Welch- Such A Night (US, Roulette, 1970)
Hier is geen twijfel over mogelijk zoals bij Roy Hamilton, hier hebben we écht met de populaire zanger Lenny Welch van doen. Het meeste werk van Welch is té poppy, maar op deze single doet hij iets heel eigenaardigs. Hij pakt het oude Elvis-succes 'Such A Night', begint met een zeer traag intro en doopt het rock-nummer dan om in een funky ding. De eerste keer dat ik het hoor, krijg ik meteen een glimlach die sindsdien nooit is verdwenen. Die Lenny Welch flikt het hem hier gewoon even! Overigens is de single een Amerikaanse radio-demo en dus met een stereo- en een mono-kant. Dat laatste is nodig omdat veel radiostations in Amerika tot diep in de jaren zeventig in mono uitzenden. Uitgaand van de stereo-kant is dit een nummer dat ik zeker in mijn set kwijt kan.

woensdag 21 januari 2015

Singles round-up: januari 3



Kun je soms overdrijven? Tja, ik wijt het aan de start van het nieuwe jaar. Ook 2015 moet weer een jaar worden waarin ik heel veel nieuwe dingen wil leren kennen. Ik zal direct erkennen dat ik misschien een beetje als een kip zonder kop tekeer ben gegaan in de veiling van twee weken geleden. Vanmiddag heb ik het pakket opgehaald bij het postagentschap. Wat mij betreft mag alles vanuit Amerika aangetekend worden verzonden, want vrijdag op de post in Chicago en dinsdag aan de deur? Door het pakket van de acht singles en de royale prijs die eraan verbonden is, is het de moeite waard. Bij eenlingen is de verzendkosten sowieso niet mals, dus dan is aangetekend wel een hoop extra. Ik heb de plaatjes vanmiddag gedraaid en zal het tijdens deze aflevering van de Singles round-up nog eens doen. Het zijn échte 'dusties'-platen. In een paar gevallen ben ik de wanhoop nabij, want die beginnen redelijk schoon maar hoe verder in het nummer hoe erger het geluid wordt. Het is styreen, dus wellicht toch eens proberen met een schuursponsje? En waarom móest en zou ik nu beslist die ene plaat hebben. Had ik hem niet beter gegund kunnen hebben aan die andere bieder? Gedane zaken... Hier zijn de acht singles die ik onlangs in een veiling heb gewonnen, allemaal afkomstig van de man in Chicago die me in 2012 blij maakt met The Soulettes.

* The East St. Louis Gospelettes- It's A Jesus Affair (US, Nashboro, 1975)
Het begint leuk. Ik heb de plaat gekocht vanwege de b-kant, hoewel...? Beide kanten van het label maken geen onderscheid in a- en b-kant en ik kan ook geen matrijsnummer ontwaren. Feit dat 'It's A Jesus Affair' op Youtube staat (waar ik dus maar even een 'screenshot' van heb geleend) en over het algemeen het meeste wordt genoemd, lijkt dat de a-kant te moeten zijn. Toch ben ik iets meer verliefd geworden op 'Life Without God'. In beide gevallen hebben we het over broeiende zuidelijke gospel, met een begeleiding zoals we dat van andere Nashboro-platen kennen. Dit zit héél dicht in de buurt van ZZ Hill en Swamp Dogg, maar omdat de dames de leiding hebben, schiet The Pointer Sisters me even te binnen. Maar ze kunnen beide kanten en het geluid is over het algemeen goed. Het had minder kunnen beginnen?

* The Harris Family- Sinner Man (US, HOB, 1973?)
'HOB Stereomonic', vermeldt het label. Als het plaatje in mono was geweest, had ik het vast ook zeven jaar ouder gemaakt. De label-discografieën van HOB vermelden de single wel, maar binden er geen jaartal aan vast. Het catalogusnummer is ook niet te plaatsen tussen HOB-uitgaven waar wel het jaar van bekend is. Ofwel: De ware essentie van gospel-verzamelen. De groep geïnteresseerden is té klein en de platen en artiesten zijn slecht gedocumenteerd. 'Sinner Man' is trouwens één van de singles die 'last minute' mee mag. De veilingen lopen ten einde en ik heb nog maar drie in de achterzak. Het zit in de laatste twintig minuten en ik bied spontaan op een paar met nul biedingen. Deze van The Harris Family past prima naast 'It Doesn't Matter' van Neice Dezel, het heeft een bluesy en jazzy atmosfeer, lekker ontspannen de zondaars oproepen om vooral niet te gokken met je leven en het aan de Here toe te vertrouwen. Overigens is deze plaat gewoon opgenomen bij het grote Scepter in New York. Het is een promo en vermoedelijk ook nooit verder gekomen dan dat. Zó krijg ik er zin in!

* The Ideals- You Lost And I Won (US, Satellite, 1965)
Het is iedere keer hetzelfde spelletje. Als deze handelaar met een veiling komt, zit daar steevast een exemplaar tussen van 'Go Go Gorilla' van The Ideals (Cortland, 1962). Een fantastische 'novelty' maar ook een magneet voor bieders. Zelf vind ik twintig dollar voor een 'novelty' eigenlijk wel genoeg, maar dat is bij zulke veilingen altijd te weinig. De ene keer brengt het vijfentwintig op, maar ik heb ze ook voor veertig zien gaan. Dit keer heeft hij ook weer een 'Go Go Gorilla', maar ik laat hem links liggen. Deze 'You Lost And I Won' dreigt een kwartier voor einde zonder biedingen te blijven. Ik spits mijn oren als ik een kort stukje hoor. Dit is een leuk plaatje! Ik heb deze op mijn sokken binnengehaald voor de startprijs. Tot het tweede refrein is de toestand best goed, maar daarna wordt het ding erg luidruchtig. Let wel: Dit had je niet uit de geluidsclips kunnen halen! Een plaatje dat een Do The 45-missie verdient!

* The Inspirationals- God's Ever Near (US, Saint Lawrence, 1966?)
Ik heb hem voor de andere kant gekocht, maar het mag duidelijk zijn... 'God's Ever Near' is in hoofdletters en de andere kant niet. Toch sla ik die eerste kant meteen over, want het mag duizend maal een getuigenis zijn die uit de tenen komt, het is totaal niet bruikbaar voor een dj. 'Jesus Take Me Through' begint aarzelend met een gesproken intro, maar dan kan het feest beginnen. Hier kun je horen waar de rhythm & blues vandaan komt en waarom menig soulzanger en -zangeres in een gospelkoor is begonnen. Als de leadzangeres van The Inspirationals een platen-loopbaan in de 'seculiere' (niet-gewijde muziek, wordt in gristelijke hoek met een vies gezicht uitgesproken) richting heeft gehad, dan ga ik daar morgen alle platen van kopen. Wat een stem, wat een ziel! Ook ontzettend mono en dus klinkt het als 1966, maar kan The Inspirationals het ongemak hebben gehad dat ze in 1974 een mono-studio zijn binnengelopen. Overigens heeft dit Saint Lawrence niets van doen met St.Lawrence, het pop-label uit Chicago.

* The Lintons- What I Couldn't Know (US, Karissa, 1972?)
Ik heb een stout plannetje. Ik weet dat een aantal vrienden van mij George Clinton op hun Facebook-lijst hebben. Ik kijk ook wel eens op zijn profiel. De man heeft een geheugen om u tegen te zeggen. Ik heb Clinton eigenlijk nodig voor deze plaat. Het is geschreven door 'G. Clinton', maar er zijn meer jongetjes die George heten of een voornaam met een G hebben. Van The Lintons is slechts één single bekend, maar niet deze uitstekende 'What I Couldn't Know'. Het is één van de laatste plaatjes dat nog geen biedingen heeft gehad. Qua staat is het één van de betere. Een leuk zoekplaatje en nog compleet onbekend in de 'scene'. Ik kan niet wachten!

* Candace Love- Uh! Uh! Boy, That's A No No (US, Aquarius, 1969)
Ik lees net dat Candace Love voor 1969 als onderwijzer heeft gewerkt. Zou ze wiskunde hebben gegeven? 'Uh! Uh! etc.' begint als een fijn mid-tempo crossover-ding, maar voor de refreintjes zit een 'Stop'-stukje waarbij het tempo ongemerkt de helft naar beneden gaat. Volgens mij is hier niet op te dansen, maar het is desondanks een fijn ding en Candace heeft een stem waar ik van hou! De keerzijde heet 'Wonderful Night' en is meer rechttoe rechtaan Northern Soul, maar misschien nog wel beter geschikt voor de dansvloer dan de a-kant. Qua geluidskwaliteit krijgt 'Uh! Uh! Boy' een krappe voldoende en 'Wonderful Night' een ruime voldoende.

* The Notations- I Can't Stop (US, Twinight, 1971)
Ja, daar hebben we hem! De eerste originele Twinight in mijn verzameling. Ik heb in dezelfde veiling een single van Guys & Dolls (dezelfde als van 'Heartaches') uit 1971 op hetzelfde Twinight-label verloren. Voor de duur van de geluidsclip klinkt deze van The Notations erg fijn, maar na het tweede refrein klinkt het ding ineens heel erg stoffig. Het is vinyl, dus volgens mij is deze nog wel beter te krijgen. Het geluid is schoon, het is alleen het vinyl dat rumoerig is. De b-kant heet 'I'm Still Here', ook fijn, maar helaas niet als gehoopt met die mooie Twinight-strijkers of -blazers. Jammer van de geluidskwaliteit, maar het nummer zelf is een tien met een griffel.

* The Voices For Christ- Let's Praise The Lord (US, One Way, 1978)
Voorwaarde bij gospel is voor mij dat er rijkelijk met Jezus en God wordt gestrooid, ik heb niks op met dat neutrale gebrabbel. De titel en groepsnaam van deze single trekt dan meteen mijn aandacht. Het geluidsclipje laat een duet tussen een man en een vrouw horen en in gedachten kan ik de single tussen enkele jaren zeventig-platen in zetten. Tot mijn grote verbazing word ik dagen vóór het einde van de veiling overboden en dan beluister ik nog eenmaal het clipje. Ik wil hem hebben en dus zet ik gemeen hoog in. De andere bieder heeft precies vijftig dollarcent onder mijn maximum geboden en dus moet ik hem voor mijn maximumbod kopen. Tja, wat kan ik zeggen? Hij blijkt meer 'poppy' te zijn dan dat ik had verwacht, eigenlijk wel voorspelbaar. Diep in mijn hart heb ik medelijden met die andere bieder, misschien is hij wel lid geweest van dit gezelschap en had nu gehoopt eindelijk het plaatje op de kop te kunnen tikken. We hebben het hier namelijk over een in eigen beheer uitgebrachte single, misschien in een oplage van enkele tientallen. Zeldzamer dan dit zal moeilijk worden, maar qua muziek is het een kleine tegenvaller.

dinsdag 20 januari 2015

Week Spot: Gloria Scott



Een nieuwe naam als Week Spot. Eigenlijk is Gloria goed bekeken 'tweede keus', want datgene dat al zo vaak is voorgekomen, gebeurt deze week ook bij The Caprells. Niks over te vinden! Ja, wel de discografie en ook dat de groep uit Pittsburgh komt (evenals The Electrons van vorige week). Ook weten we dat MisterChandler bij de groep heeft gespeeld, maar dan opnieuw... dat is in de jaren zeventig en tachtig een bezige bij en herinnert zich The Caprells niet als iets bijzonders. Inmiddels zingt MisterChandler overigens in dienst van de Heer. Over de Heer gesproken, bij thuiskomst ligt er een briefje op de mat: Vanaf morgenmiddag kan ik het pakket uit Chicago ophalen bij het postagentschap. Dat brengt ons de 'Singles round-up' met de start van een nieuwe hobby: In eigen beheer uitgebrachte zwarte gospel. Gloria Scott heb ik vorige week met een Twinight-heruitgave gekocht bij HHV in Duitsland dat nu opeens wel 'normale' verzendkosten in rekening kan brengen (daar waar de samenwerking in september stuk liep, ik heb toen Little Jewel uit Amerika laten komen). Die ga ik pas noemen in de Singles round-up bij het vrachtje van Rarenorthernsoul en hopelijk twee die maandag vanuit Detroit zijn verzonden. Deze week staat 'Too Much Love Makin' van Gloria Scott (1974) een week lang in de schijnwerpers als de nieuwe Week Spot.

Richard Searling is op een leeftijd dat hij het iets rustiger aan mag doen. Wat dat betreft is Go Ahead Records net zo'n handeltje voor de Northern Soul-legende. Graven in zijn omvangrijke collectie platen en eens in de zoveel tijd een single uitbrengen met twee 'exclusieve' tracks en met een informatieve tekst achterop het fotohoesje. Toch moet ik concluderen dat Go Ahead even helemaal stil ligt op het gebied van de singles. Hij heeft tussen 2010 en 2012 zo'n twaalf op de markt gebracht en dat is de voorlopige score. Ik heb anders Epitome Of Sound, Bettye Swann en Dana Valery van hetzelfde label. De uitgave van Gloria Scott heeft veel gemeen met Swann en Valery. Elpees zijn voor veel soul-dj's 'not done', maar daardoor mis je soms wel een parel. 'I Want Sunday Back Again' van Bettye Swann is een onuitgebrachte opname die via Go Ahead voor het eerst in een goede kwaliteit op vinyl uitkomt. De titels op de single van Dana Valery zijn in 1972 enkel op elpee uitgebracht. In het geval van Gloria Scott is 'Too Much Love Makin' alleen in Australië als een promo-single uitgebracht, maar het vinden van het kleinood is een illusie.

Gloria Scott is afkomstig uit een muzikale familie. Op 26 februari mag ze kaarsjes uitblazen, want dan is het 72 jaar geleden dat Scott in Port Arthur, Texas, wordt geboren. Ze is de tweede uit een kinderschaar van negen. Haar moeder zingt bij Sam Cooke en haar tante is lid van een gospelgroep. Ze brengt haar jeugd door in Houston en vertrekt dan naar het noorden van Californië om de highschool te doen. Ze doet eigenlijk niets met haar stem totdat ze op een bepaald moment een repetitie bijwoont van de gospelgroep van haar tante. De zangers en zangeressen worden begeleid door The Mojo Men en Scott maakt kennis met Sylvester Stewart. Een vriendin van Gloria zegt tegen hem dat Gloria beslist kan zingen en dan is Stewart's nieuwsgierigheid geprikkeld. Op een dansavond vertolkt Scott haar versie van 'Gee Whiz' van Carla Thomas en Stewart weet dat Gloria's vriendin niet heeft gelogen. Stewart neemt Gloria onder zijn vleugels en eind 1963 neemt Gloria vier nummers op voor Warner Bros. In de eerste maanden van 1964 verschijnt de single 'I Taught Him' als Gloria Scott & The Tonettes, maar van een succes is geen sprake. Het brengt Scott wel onder de aandacht van Ike & Tina Turner. Ze is gedurende enige tijd een 'toerende' Ikette en ze kan het erg goed vinden met Tina. Toch mist ze op een avond de bus en krijgt daarvoor een boete van Ike. Dat zint Scott niet en ze stapt uit de groep. Eerdergenoemde Sylvester Stewart zullen we vanaf 1968 beter kennen als Sly Stone.

De daaropvolgende jaren zingt Gloria bij een veelvoud aan rock- en soul-bands, de grote doorbraak wil maar niet van de grond komen. Samen met haar vriend en manager Blanchard Montgomery gaat ze in de vroege jaren zeventig zelf liedjes schrijven. Een jongeman met de naam Sunny Chaney komt in contact met Montgomery en dan gaat het opeens heel snel. Vanaf Chaney zijn de lijntjes kort naar Barry White, die net sinds een paar jaar in transformatie is tot een superster. Barry tekent Scott voor zijn productiemaatschappij en dit heeft tot gevolg dat de platen van Scott op Casablanca worden uitgebracht. Hoewel, White is een eigenwijze kwast, hij is best onder de indruk van de liedjes van Montgomery en Scott, maar er komt geen enkele van op haar debuutalbum 'What Am I Gonna Do?'. Daar is de eer aan Bob Relf (van Bob & Earl) en Tom Brock. De laatste heeft onze Week Spot geschreven. 'Just As Long As We're Together' is in 1974 een grote hit op de Hot Dance en de R&B, maar verder dan dat zal het nooit komen. De elpee flopt genadeloos en dat ligt hem niet aan de kwaliteit. 'What Am I Gonna Do?' klinkt namelijk als iedere Barry White-productie en ieder ander album is goed voor een miljoenenverkoop. Casablanca heeft het veel te druk met het plaatsen van haar jongste rockband, Kiss, en dat is iets waar meer Casablanca-artiesten last van hebben gehad. Casablanca loopt echter wel helemaal binnen met Kiss, dus op zichzelf is het geen rare keuze geweest.

Gloria neemt nog wel een tweede album op voor Casablanca, maar dan met H.B. Barnum als producer. Toch zal deze schijf vinyl nooit officieel verschijnen, een aantal nummers worden later uitgebracht op cd als bonus-tracks. Searling heeft van 'What Am I Gonna Do?' zijn twee meest favoriete titels gekozen en de plaat is aan beide kanten de moeite waard. Toch is het de kant van 'Too Much Love Makin' dat voor mij de winnaar is. Ik moet opbiechten dat ik me lang heb verzet tegen deze single. Eigenlijk wil ik hem drie jaar geleden al kopen, maar zit dan nog teveel in de jaren zestig-stampers en daar kan ik Scott niet kwijt. Ik heb er nu aan toegegeven en natúúrlijk moest het een Week Spot worden. Scott is nog lang niet aan pensioen toe, in recente jaren heeft ze met Baltic Soul Orchestra uit Duitsland opnames gemaakt. Ze heeft gemengde gevoelens bij 'What Am I Gonna Do?'. Enerzijds vindt ze het fijn dat het album eindelijk wordt opgemerkt na veertig jaar, aan de andere kant had ze toen liever zelf een graantje van het succes meegepikt.

maandag 19 januari 2015

Het zilveren goud: januari 1990



Ik kan me nog goed herinneren dat de Vara op de eerste dinsdag van het nieuw jaar een programma van tien uren heeft gedaan: 'Dag Tachtig'. Ieder uur een volgend jaar uit het voorbije decennium, muziek afgewisseld met nieuwsfragmenten uit dat jaar. Hoewel ik met erg veel plezier heb geluisterd naar dat programma, voel ik weinig sentiment bij het afsluiten van de jaren tachtig. Net zo goed als dat ik geen sentiment voor bij het afsluiten de eerste tien jaar van de nieuwe eeuw, hoewel daar best memorabele momenten in zijn te vinden. De jaren negentig zijn aangebroken. De Berlijnse Muur mag dan net zijn afgebrokkeld, er hangt nog genoeg spanning in de lucht en de wereldvrede lijkt een eind weg. Ik glij de jaren negentig binnen in 'mijn wereldje': Muziek, molens en fietsen. Op de laatste dag van de kerstvakantie pak ik het stalen ros voor een middag 'winkelen in Bolsward'. Ja, dat moet maar even tussen aanhalingstekens. Eigenlijk heeft Bolsward mij niks te bieden buiten het hoofdfiliaal van Music Palace, een platen- en cd-zaak. Ik koop daar de eerste single van de jaren negentig. Verder is het even schraalhans met de platen, ik ga later in de maand op een zaterdagmiddag naar de vlooienmarkt en koop daar drie singles. Eentje vergeet ik steeds op te zoeken en dat heb ik nu gedaan. Tot mijn grote verbazing is de plaat nog geen drie jaar oud als ik hem koop, maar hij klinkt alsof die reeds twee oorlogen heeft overleefd. De andere twee zijn eveneens van The Bee Gees en dat maakt dat deze aflevering van Het zilveren goud heel erg in het teken komt te staan van de gebroeders Gibb.

78. One-Bee Gees
De Bee Gees is zo'n groepje dat in huize Louwsma zeer werd gewaardeerd en ik groei dus op met de naam. Ik weet even niet uit mijn hoofd wat nu eerst komt, het boek of het weekend logeren bij mijn zus. Laten we uitgaan van dat laatste. Zus is dan pas een jaar getrouwd en woont in Sneek. Ik mag een keer logeren, van vrijdagmiddag tot zondagavond. Ik slaap op zolder en daar staat een volledig aangesloten radio-cassettedeck. Ik vind daar een cassettebandje van mijn zwager met, achteraf gezien, zeer antieke opnames van The Bee Gees. Het is dat Australische werk van omstreeks 1963 dat in de jaren zeventig en tachtig een aantal malen opnieuw is uitgebracht met een 'Saturday Night Fever'-foto op de omslag. Ik leer binnen een zaterdagavond het complete bandje kennen. Ik denk dat daaruit het idee is ontstaan om een spreekbeurt te doen over de gebroeders Gibb. Het boek heb ik zelf later ook nog eens gekocht, maar erg jammer... ik ben de meeste boeken kwijtgeraakt in een verhuizing (van Tuk naar Steenwijk). Ik ken het bijna uit mijn hoofd. Het is de glossy biografie die in 1979 verschijnt als 'Spirits Having Flown' nét in de winkels ligt. Intussen ben ik ook al platen gaan verzamelen: 'Angela' uit 1987 is mijn nummer 23 en 26 is 'Ordinary Lives' dat pas uit is. 'One' is de opvolger van 'Ordinary Lives', maar brengt het niet verder dan de Tipparade. Er is nog een derde single van het album 'One', een eerbetoon aan hun broer Andy, maar die wil maar niet goedkoper worden bij platenhandelaar Looper in Sneek en dus mis ik die. 'One' koop ik op 5 januari 1990 voor een riks bij Music Palace in Bolsward.

79. Ballroom Blitz-KGB
Ik ben nog maar veertien jaar en weet heus wel dat ik niet alle wijsheid in pacht heb. In de laatste afleveringen hebben jullie kunnen merken dat ik al verschillende bands verzamel en dat The Sweet daar eentje van is. Welnu, ik meen hier op de vlooienmarkt in Sneek een exemplaar van 'Ballroom Blitz' te hebben gevonden. Bij thuiskomst doet het me pijn aan de oren. Die moeten duidelijk nog even worden getraind op stevige gitaarmuziek, maar dat zal over twee jaar gebeuren. Het ding heeft geen hoes en heeft daar zwaar onder geleden. Zelf denk ik eerder aan eind jaren zeventig. Discogs leert me echter dat deze single in 1987 is verschenen. Met een zeer aantrekkelijk fotohoesje en een tekstblad, maar dat is zo gezegd niet meer aanwezig. Mijn exemplaar is op oranje doorschijnend vinyl, de single lijkt meerdere kleuren te kennen of degene op Discogs moet kleurenblind zijn, want die heeft het over rood doorschijnend vinyl. De mijne is duidelijk oranje, misschien geel of goud, maar zeker geen rood. Overigens vind ik jaren later pas eens de originele 'Ballroom Blitz' van The Sweet. Deze van KGB staat in mijn kaartenbak gewoon onder The Sweet...

80. Massachusetts/ I've Gotta Get A Message To You-The Bee Gees
De vlooienmarkt in Sneek kent veel 'vaste' verkopers. Degene waar ik in januari 1990 deze twee singles koop, heb ik nog niet eerder gezien. Toch zal hij jaren lang zijn stek behouden. Begin 1990 staat hij met een fikse partij singles die allemaal uit Duitsland lijken te komen. Keurige staat en met de fotohoezen in tact. Hij is, voor 1990, nogal aan de prijs: Maar liefst drie gulden per stuk. Toch mag ik 80 en 81 samen voor vijf gulden hebben. Ook verkoopt hij de zwart-met-zilver stickers van omstreeks 1980. Iedere superster uit de popmuziek heeft zijn eigen sticker en van de Bee Gees koop ik een stel. Vreemd als het mag klinken, maar ik ken beide nummers niet in januari 1990. Ik heb wel de verhalen gelezen in de biografie en weet dus dat het wel goed moet zitten. Deze uitgave is van 1980 of 1981. De Duitse Polydor heeft een serie van 'back-to-back'-uitgaven van grote hits uit de jaren vijftig, zestig en zeventig. De helft is schlager, de andere helft de 'supergroepen' zoals ze worden genoemd. Ik heb in de loop der jaren enkele anderen uit de serie verzameld, denk aan The Allman Brothers Band (op Capricorn), Sam The Sham & The Pharaohs en Julie Driscoll & Brian Auger. Deze van The Bee Gees is op RSO en brengt me twee grote klassiekers in mijn bakken. Hoewel? Over twee maanden zal ik de originele 'Massachusetts' aan mijn verzameling toevoegen, ik moet nog vier jaar wachten op 'I've Gotta Get A Message To You'.

81. Boogie Child-Bee Gees
Gek, ik moet er ineens aan denken. Komende zondag viert een maat van mij zijn vijfentwintigste verjaardag. ,,Toen ik geboren ben, waaiden de pannen van het dak", vertelde hij ooit. Ik ging toen even rekenen en mijn mond viel open. ,,Maar dat weet ik nog wel te herinneren!". Mijn portemonnee is in 1990 uitgerust met een 'bandenplak-tientje' (dat nog wel eens onterecht op gaat aan platen en ander vermaak) en een strippenkaart met drie strippen. De laatste mogen we uitsluitend gebruiken in noodsituaties. Het is donderdagmiddag 25 januari 1990. 's Ochtends is er nog geen vuiltje aan de lucht, we horen het pas rond het middaguur op school. Er is zware storm op komst. Leerlingen van buitenaf worden geadviseerd om met de bus te gaan. In de stad merk je het niet zo en ik ben vastberaden om naar huis te fietsen. Dat heb ik geweten! Ik ben net voorbij de laatste huizen van de wijk Tinga, waar tot IJlst de westenwind vrij spel heeft. Plots sta ik recht verkeerd op het fietspad en het volgende moment lig ik plat. Ik krabbel op en probeer het nog eens. Weer plat. Dan maar lopen... Even verderop stopt een auto en een man stapt uit. Hij wenkt me. Als ik bij de auto kom, doet hij de achterklep open en gooit mijn fiets erin. ,,Waar moet je naartoe?", vraagt hij. ,,Jutrijp", antwoord ik. ,,Stap maar in!". Het is minder dan vijf minuten rijden naar huis en intussen heeft de man verteld dat hijzelf in Tjerkgaast woonde en dagelijks op de fiets naar Sneek moest. Hij had mijn capriolen gezien en vond dat zó herkenbaar dat ik wel een lift moest krijgen. Dat blijkt jaren later de dag te zijn geweest dat Kerwin is geboren. Ik denk dat dit duo van de Bee Gees en die van KGB op de zaterdag erna bij me zijn komen wonen. De rust is dan wedergekeerd, hoewel die voorjaarsstorm van 1990 lokaal flink wat schade heeft aangericht.

Volgende maand vervolg ik de serie met één vlooienmarkt-bezoek dat vier singles oplevert, waaronder een plaat die ooit nog in de Blauwe Bak zal belanden!

zondag 18 januari 2015

Schijf van 5: jokers



Of ik iets tegen Steve Miller heb? Allesbehalve! Zijn 'Greatest Hits 1974-1978' is één van mijn favorieten. Als ik die in de bak heb staan bij een radioshow of een kroegoptreden, dan moet die toch wel op de draaitafel terecht komen. En aan Steve Miller's 'The Joker' bewaar ik erg goede herinneringen. Die herinnering kunnen jullie over tien maanden weer eens tegemoet zien, dan in de aflevering van 'Het zilveren goud'. Komende week verschijnt daar ook weer een nieuwe editie van. Nee, ik heb helemaal niets tegen Steve Miller en 'The Joker', maar de Schijf van 5 is een beetje een raar ding. Als we opeens keuze hebben uit zeer veel alternatieven, dan speelt 'The Joker' ineens niet meer mee. Dat is dus het geval met deze Schijf van 5, Miller's enige Nederlandse nummer 1-hit is in geen velden of wegen te bekennen. Wel een stel andere jokers die minstens zo leuk zijn.

Op vijf vinden we een single die ik ruim een jaar in de Blauwe Bak heb staan. Brian Hyland zal bij het grote publiek bekend zijn door zijn Arbeidsvitaminen-klassiekers 'Sealed With A Kiss', 'Ginny Come Lately' en 'Itsy Bitsy Teenie Weenie Yellow Polkadot Bikini'. Ik vraag me dikwijls af hoeveel punten het oplevert als je de laatste kan uitleggen op een scrabble-bord. De 'British Invasion' legt Hyland en andere 'high school pop'-collega's lam in de hitparade, maar toch bereikt Hyland in 1966 nog eenmaal de Amerikaanse Billboard. En dat is met onze nummer vijf. Later, in 1971, maakt hij nog 'Gypsy Woman' en die heb ik vanavond wederom gedraaid in The Vinyl Countdown. Brian Hyland mag op vijf met 'The Joker Went Wild' (1966).

Peter heeft me afgelopen week een lijstje toegestuurd en laat me kennis maken met een aantal jokers die ik niet ken. Neem nou de nummer 4. Daarvoor moest ik even Youtube op en begin opeens heel hard te knikken. Ja! Die mag in de Schijf van 5 en daar sneuvelt ook meteen Steve Miller Band. Ik moet bekennen dat de band mij onbekend is, maar uitgaand van Discogs brengt Snail in 1978 haar eerste album op de markt en is 'The Joker' de eerste single. Het is erg fijne 'classic rock' en daarmee ook een goede vervanger van het stuk gedraaide nummer van Steve Miller. 'The Joker' van Snail (1978) staat vandaag op vier.

De nummer drie neem ik eveneens mee uit het lijstje van Peter en ook hier weet ik geen nummer bij te bedenken. Dan ga ik wederom zoeken op Youtube en... wow... wat een fantastische plaat! Het is omdat de nummers 1 en 2 in mijn optiek erg sterk staan, anders had deze zomaar op de eerste plek kunnen komen. Dank voor de introductie! De nummer drie is voor 'Joker' van The Young Canadians en stamt uit 1966.

Is er nog goede muziek gemaakt in de nieuwe eeuw? Ja, genoeg... Op twee vinden we een band uit de 21e eeuw. Het komt uit Australië en heet Wolfmother. Een beetje verwarrend omdat rond dezelfde tijd ook een Amerikaanse band onder die naam opereert. Wolfmother is vooral zanger Andrew Stockdale, de band ruilt hij nagenoeg compleet in na het eerste album. Muzikaal hangt het zwaar tegen de oude Led Zeppelin aan, maar met een agressiviteit die bij vlagen 'punk' is. Neem nou onze nummer twee. Dat is een lekkere mep om je oren en mag vandaag dus op nummer twee: 'The Joker & The Thief' van Wolfmother (2005).

De nummer 1 heb ik vorige week genoteerd en ergens heeft de plaat een goede associatie, maar ook deze heb ik opnieuw moeten beluisteren. Nu maar eens goed onthouden en eens rondkijken voor een goedkoop exemplaar, want voor de nummer 1 hoef ik me niet te schamen. Het is funky, maar nét ietsje meer rock dan disco. De plaat zou desondanks bij mij in de reserve-Blauwe Bak kunnen. De leukste joker die ik ken, komt van Randy Pie. 'I Am The Joker' uit mijn geboortejaar 1975 is de ongekroonde joker uit deze Schijf.

Ik hoop dat mijn lezerspubliek van spelletjes houdt, want volgende week ga ik maar liefst vijfmaal een spelletje spelen. De hoofdprijs is een complete maaltijd van vijf spelletjes: Titels met 'game(s)'.

zaterdag 17 januari 2015

Raddraaien: Whichwhat



Over een paar weken is het groot feest op Soul-xotica. We naderen de vijfde verjaardag met rasse schreden. Op 2 maart 2010 publiceer ik mijn eerste bericht, maar de eerste maand is desondanks een rommeltje. Ik heb tot eind maart geen enkele volger, gewoon omdat niemand er vanaf weet. Ik heb trouwens nooit veel ruchtbaarheid gegeven aan Soul-xotica. Het is door mond-tot-mond-reclame van lezers uitgegroeid tot wat het nu is en ik ben daar erg content mee! Mijn allereerste blog heet SoulteXt en dat bestaat van september tot en met november 2008. Daar heb ik op een bepaald moment de discipline te pakken om dagelijks te publiceren, maar desondanks gebeurt het allemaal via de toetsen van mijn Nokia N95-telefoon. Omdat Hi zich niet kan vinden in mijn internet-gebruik, het abonnement heeft een 'fair use-policy' en het downloaden van King Crimson-lappen zit niet daarbij inbegrepen, heb ik soms de laatste week van de maand geen internet en dit doet SoulteXt uiteindelijk de das om. De Raddraaier van vandaag neemt me mee terug naar 'de tweede geboorte' van Soul-xotica: 'Gimme Gimme Good Lovin' van Whichwhat (1969).

De tweede geboorte? Ja, ik publiceer op zondagmiddag 11 april 2010 'even snel' een berichtje over Greg Lake's band The Shame voordat ik uit fietsen ga. Het voorjaar is aangebroken en omdat ik op dat moment zonder werk zit, heb ik dus alle tijd om te genieten van het mooie weer. Maandagavond 12 april ga ik andermaal uit fietsen. Onderweg bedenk ik zo opeens een verhaal over mijn fascinatie voor 'Nights In White Satin' en wat deze plaat teweeg heeft gebracht in mijn leven. Tegelijk krijg ik last van heel veel inspiratie en daar, op de fiets tussen Onna en Havelte, besluit ik dat ik dagelijks ga publiceren. Ook dan rommelt het wel eens, soms publiceer ik twee tot drie keer per dag, maar vanaf 11 april 2010 is het 'gewoon' dat iedere avond een nieuw bericht op Soul-xotica staat.

Een jaar later heb ik de startdatum op 2 maart al gevierd met een Weekplate, maar desondanks heb ik het plan om maandag 11 april 'iets speciaals' te doen. Wat precies, daar probeer ik in de bossen op de Woldberg en de Eese achter te komen. In rok, want die uitstapjes doen we dan nog steeds (er zijn nog twee van dergelijke uitstapjes geweest voordat ik niet meer 'durf'. Nu voel ik de behoefte niet meer). De zon doet me goed en ik ben gezond bekaf als ik thuis kom en even wil slapen. Een telefoontje vóór het slapen van mijn zus en een uur later belt ze me wakker. Maandag 11 april 2011 is de dag van het overlijden van 'heit'. Het 'vieren' van die dag is opeens helemaal van de baan en sindsdien hou ik de datum van de eerste publicatie aan als 'de verjaardag'.

Het eerste 'gewone' bericht na het besluit op 12 april 2010 gaat over onze Raddraaier. Ik moest wel even terugbladeren, want in 2010 hebben we nog een digitale 'Tapestry Of Delight' tot onze beschikking. Hét naslagwerk over de Engelse progressieve en psychedelische pop van de jaren zestig en zeventig. Joynson heeft net zijn Amerikaanse 'Fuzz, Acid & Flowers' ge-update, maar ik ben de links van beide digitale boeken kwijtgeraakt en Google kan me niet helpen. Whichwhat wordt genoemd in 'Tapestry', als ik me niet vergis. Zeker is dat Whichwhat in 1969 een album heeft uitgebracht dat erg wordt gezocht door verzamelaars. Het is een progressieve hardrockband dat van de platenmaatschappij met commercieel materiaal moet komen voor de singles. Ze nemen daartoe deze knoertharde cover op van 'Gimme Gimme Good Lovin' van het Amerikaanse studiogroepje Crazy Elephant. Volgens mij heeft het ook nog een 'In The Year 2525' op het repertoire, maar de betreffende bladzijde uit de Record Collector Price Guide ben ik kwijtgeraakt. Het verloop in de Top 40 staat in schril contrast met datgene dat ik in het stuk over Mark Ronson heb geschreven. 'Gimme Gimme Good Lovin' knalt de Top 40 binnen, piekt op 23 en is na drie weken voorgoed verdwenen. De b-kant, 'Wonderland Of Love', is erg fijne vroege Engelse hardrock en smaakt zeker naar meer!

We gaan de vijfde verjaardag weer net zo vieren als in de voorgaande jaren: In de laatste week van februari trakteer ik jullie een week lang op een Dagplate, een plaat met de desbetreffende dag in de titel. Daarmee start ik op 23 februari en intussen komt er ook een speciale Schijf van 5. Wat ik op 2 maart precies ga doen, moet ik me nu nog bedenken, maar feit is dat jullie een dag later gewoon wéér een bericht krijgen. Wat dat betreft is 11 april 2010 wél cruciaal geweest in het bestaan van Soul-xotica en wil ik vooral niet sentimenteel doen, maar een feestdag kan het niet meer worden.