zondag 31 januari 2016

Eindstreep: januari 2016



Ik hoop toch zó dat het KNMI ditmaal gelijk gaat krijgen. Hoewel het de tijd van het jaar is dat Koning Winter kan regeren, ziet het daar voorlopig niet meer naar uit. Temperaturen ver boven het langjarig gemiddelde en dat is dus meestal in de plus. Ik kan normaal gesproken best genieten van de winter. Ik zeg altijd dat ik van Nederland hou met zijn vier seizoenen. Het hoeft niet altijd snikheet te zijn voor mij, een najaarsstorm of een pakje sneeuw is op zichzelf best welkom, alleen niet meer zolang ik in dit tochtige huis woon. Januari gaat ook de muziekgeschiedenisboeken in als een 'koude maand'. We verliezen gedurende deze 31 dagen David Bowie, Paul Kantner (deze week waarschijnlijk in de bus), Glenn Frey, Otis Clay en Colin Vearncomb. Vandaag komt daar de Engelse radio-legende Terry Wogan bij.

Januari is voor mij een vruchtbare maand als het aankomt op uitbreiding van de singles-collectie. Overigens heb ik in deze maand de collectie ook opnieuw ingericht: Alle dubbele exemplaren uit de bakken en strikt 135 singles aanhouden per bak zodat geen platen beschadigd raken door té volle mandjes. Tweeënzestig singles in totaal, waarvan acht die ik al in de bakken heb staan. Drie zijn nog onderweg en dertien voor de Blauwe Bak (waarvan ook weer drie die onderweg zijn). Vanmiddag ben ik winnaar geworden van acht veilingen, maar omdat ik deze na middernacht heb betaald, komen die bij de singles voor februari 2016. De drie singles die onderweg zijn, komen dus eveneens in aanmerking voor de Eindstreep van februari. Ik ben de lijst van singles door gegaan en heb daar tien favorieten uitgekozen. Het is appels met peren vergelijken en de hoge plek voor de nummer twee heeft te maken met het feit dat de single jarenlang in mijn collectie ontbreekt. De nummer vijf móest natuurlijk in de Eindstreep van deze maand, dat kon niet anders. De nummer 1 is de plaat die zonder meer het geluid van januari 2016 vertegenwoordigd. Vervolgens kom ik tot deze top tien.

1. Baby I Love You-Benny Johnson

2. Don't Let Me Be Misunderstood-The Animals

3. Mornin'-Al Jarreau

4. The Love Of God-Stovall Sisters

5. Ashes To Ashes-David Bowie

6. Sweeter-Major Lance

7. Mrs. Vandebilt-Paul McCartney & Wings

8. Love Is Here And Now You're Gone-The Supremes

9. Raspberry Beret-Prince & The Revolution

10. Try It You'll Like It-Loyce Cotton

zaterdag 30 januari 2016

Van hit naar her: Dua Lipa



Gelukkig! Ik heb weer vertrouwen in het Nederlandse, ook al is het de vraag hoelang dat zo blijft. Ik verneem net dat Maan 'The Voice Of Holland' heeft gewonnen en dat nu al bekend is dat dit de nieuwe Alarmschijf gaat worden. Hoezo een lachertje? Voor wie de Top 40 al tien jaar niet meer heeft gevolgd, vroeger was de Alarmschijf de nummer 1 in de Tipparade. Daar stond het binnen twee weken en stoomde dan de Top 40 binnen. Tegenwoordig is de Alarmschijf het uithangbord van 538 en heeft geen enkele binding met Top 40 of Tipparade. Een single hoeft niet eens in de Tipparade te staan om toch Alarmschijf te worden. Vorige week was ik van plan om Dua Lipa te behandelen in 'Van hit naar her'. Ik wist alleen niet meer te herinneren waar ik haar vandaan had gehaald. Achteraf gezien stond ze in de stemlijst voor de Tipparade, maar was vorige week daaruit verdwenen. Nu heb ik net de Top 40 geraadpleegd en, ja, er zit schot in de Top 3. Justin Bieber is gezakt en Lukas Graham is de nieuwe nummer 1 met 'Seven Years'. Toch moet ik bekennen dat ik niet heel erg kapot ben van het nummer en richt me dus op de nieuwe nummer 30 in de Tipparade. En dat is... 'Be The One' van Dua Lipa! Heb ik het dan toch over het hoofd gezien? Ik ben dolgelukkig want ik had net schik gekregen in het draaien van de single en nu is er opeens weer alle reden toe. Laten we van 'Be The One' een knal-hit maken!

De zomer van 1995 is niet mijn meest gelukkige om het zachtjes uit te drukken. Ik ben met alles 'iets later'. Het duurt als kind ook tot mijn derde of vierde voordat ik zindelijk word en daarna komt alles later. Zo ook mijn puberteit. Het vervelende dwarse kind dat niks wil, komt pas op mijn twintigste naar boven. Als veertienjarige moet je een legitimatiebewijs tonen en dus is het niet eenvoudig om aan drank te komen. Als twintigjarige met een kop van iemand in de dertig is dat geen enkel probleem. De zomer van 1995 kenmerkt zich door drank, heel veel drank, en een lichtelijk destructieve leefstijl. Het kan me hoegenaamd 'geen moer meer schelen' en dat komt in alles tot uitdrukking. Op 22 augustus 1994 kom ik voor het eerst op het Dicky Woodstock-festival nabij Steenwijk, maar dat is in 1995 in het eerste weekend van augustus. Ik weet dus niet precies te vertellen wat ik op 22 augustus 1995 heb gedaan, maar zeker is wel dat er bier voorbij is gekomen op die dag. Aan de overkant van de Noordzee geeft een moeder geboorte aan een kind dat ze de voornaam 'liefde' meegeven. In het Albanees wel te verstaan. Dua's ouders zijn in de begin jaren negentig gevlucht uit Kosovo naar Londen.

De vader van Dua is rockmuzikant geweest en ze groeit op met zijn muziek. Het is al vroeg duidelijk dat Dua's toekomst in de muziek ligt en zo bezoekt ze de 'Sylvia Young Theatre School'. Deze school opent haar deuren in 1972 en geeft educatie aan een groot aantal vooraanstaande acteurs, presentatoren en muzikanten. Uit die laatste categorie zijn Rita Ora, Emma Bunton (Baby Spice van Spice Girls) en Amy Winehouse de meest sprekende namen. In 2008 besluit de familie Lipa terug te keren naar Kosovo als dit zelfstandig wordt verklaard van Servië. Het daaropvolgende jaar wordt de keuze van Dua andermaal benadrukt. Ze gaat zelf liedjes schrijven, maar manifesteert zich tevens via Youtube waar ze liedjes van Christina Aguilera en Nelly Furtado zingt. In 2010 besluit ze dat haar toekomst niet in Kosovo ligt en verhuist naar Londen waar ze bij vrienden intrekt. Een jaar later vindt ze een lucratieve bijbaan als model. De foto boven dit bericht spreekt boekdelen?

Ze komt in 2015 onder contract bij Warner Bros. en kan daarbij rekenen op hulp van het management van Lana Del Rey. In augustus verschijnt 'New Love'. De plaat wordt geproduceerd door de ervaren producers Emile Haynie en Andrew Watt. Toch doet het weinig tot niets. In oktober verschijnt 'Be The One' en ditmaal is het wel raak. In Vlaanderen schopt de single het tot een 21e plek, in Oostenrijk nummer 13, Duitsland nummer 12, Zwitserland 19 en nummer 3 in Bulgarije. Engeland heeft het voorlopig nog even te druk met Bowie en Bieber, maar ik ga ze een handje helpen. In Nederland komt het zo gezegd net de Tipparade binnen en is het nog afwachten. 'Be The One' is zó catchy dat het of genadeloos flopt of een joekel van een hit wordt. Ik hoop op dat laatste want het is Dua van harte gegund. Haar debuutalbum moet dit jaar nog verschijnen en 'Be The One' is daarop het enige nummer dat ze niet zelf heeft geschreven. Lucy 'Pawws' Taylor tekent daarvoor. BBC heeft Dua Lipa op de 'long list' gezet voor 'het geluid van 2016', een samenwerking tussen de Beeb en Wolfman Radio moet wel wonderen gaan verrichten?

Singles round-up: januari 7



Ruim zestig singles. Dat is de score voor januari. Dat is inclusief drie die nog onderweg zijn. Morgenavond ga ik hieruit een top tien samenstellen voor 'De Eindstreep'. Gewoon omdat het leuk is... Vandaag presenteer ik jullie de laatste vijf singles van deze maand, de drie die onderweg zijn kunnen gewoon bij februari worden geteld. Bovendien lopen morgen een aantal veilingen af in Chicago waarvan ik hoop het merendeel toch wel binnen te halen. Vorige week vrijdag was ik bij De Tafel en hield toen twee singles in mijn handen. Twee euro per stuk en dat is helemaal geen verkeerde prijs, maar toch wilde ik eerst de muziek horen. Die heb ik dus afgelopen week opgezocht op Youtube met de conclusie dat ik ze meteen had moeten meenemen. Maar ja, dat had ik dus niet gedaan. Gistermiddag ben ik na een lange vermoeiende (die rotwind...) dag even langs gegaan bij De Tafel om deze alsnog op te halen. Daarbij vind ik ook nog eentje van een euro en dit in combinatie met de twee Rarenorthernsoul-aankopen maakt het vijftal singles voor de zevende en laatste 'Singles round-up' van deze maand.

* Jimmy Cliff- Sunshine In The Music (NL, CBS, 1983)
Ik hou de volgorde aan van het alfabet en begin zo dus met de 'bonus'-plaat. Ik kan niet uitleggen hoe 'op' ik ben als ik vrijdag tegen de avond de stad in loop. Ik heb van woensdag op donderdag niet geslapen, vervolgens van zes tot elf op donderdagavond en na 'Floorfillers' en de 'Postbui' van half vijf tot zeven uur. De hele dag onderweg in Genemuiden waarbij ik vooral 's middags te maken krijg met een vieze koude wind. In het begin zit ik nog vrijwel in het centrum van Genemuiden, maar in een buitenwijk merk je pas hoe dicht het bij de polder ligt en hoeveel vrij spel de wind hier heeft. Tot IJsselmuiden (ruim vijftien kilometer verderop) is er vrijwel geen bebouwing en de wind komt pal uit het westen. In Meppel maken ze zich op voor een 'winterse' koopavond met stalletjes buiten de winkels. De Tafel heeft dozen met elpees staan, maar ik ben blij dat de singles gewoon in de winkel staan. 'Sunshine In The Music' kan dus worden beschouwd als een kleine wens. Vanaf De Tafel loop ik naar de bushalte en moet twintig minuten, door-en-door koud en constant geeuwend, wachten op de bus naar Nijeveen. Mijn lichaam bepaalt dat er heel lang geslapen moet worden en dat gebeurt uiteindelijk ook.

* Loyce Cotton- Try It, You'll Like It (US, Aquarius, 1972)
Dit is de single die ik een paar weken geleden cryptisch heb beschreven als de nieuwe 'I Can't Get Along Without You' van Judy Green. Niet dat ik spijt heb van de aankoop, maar dat is te sterk overtrokken. Ik ken het Aquarius-label van Candace Love en meen dat het daarom uit 1969 of daaromtrent moet komen, maar nee... Aquarius heeft het maar liefst uitgehouden tot de midden jaren zeventig en deze single komt uit 1972. Het heeft dan al weer meer het 'normale' geluid van 1972, waar Judy Green in stereo haar tijd vooruit lijkt te zijn. Het resultaat is een perfect in het gehoor liggend funk-stampertje van mevrouw Katoen. Het valt me vanmiddag pas op hoe de plaat is 'geribbeld' aan een kant, maar het heeft geen indruk op de audio. Of is het toch beetje een Judy Green? Het lijkt alsof dit ding nog steeds geen cult-status heeft, dus wellicht moest ik het toch maar een handje helpen!

* Thelma Houston- I'm Here Again (NL, Motown, 1976)
Eén van de twee van vorige week vrijdag. Ja, bij de eerste tonen van de Youtube-video weet ik dat ik dit eigenlijk wel had verwacht, maar dat hij bovendien té leuk is om voor die prijs te weigeren. Zeker als je de nieuwstaat en het prachtige fotohoesje in ogenschouw neemt. Laat me maar met de deur in huis vallen: 'I'm Here Again' is gewoon een kleine variatie op 'Don't Leave Me This Way'. Het 'Baby' komt heel prominent terug en ook de rest klinkt als 'de-opvolger-van', maar dan zo dat het in 1977 slaapverwekkend moet zijn geweest maar anno 2016 opeens erg leuk wordt. En, zo zat ik te bedenken, het kan nog zomaar eens de Week Spot worden, want ik ben de afgelopen 24 uur erg veel van dit nummer gaan houden.

* Benny Johnson- Baby I Love You (US, Today, 1973)
De Week Spot welke niet langer kon wachten.

* Betty Wright- Where Is The Love (Duitsland, RCA Victor, 1975)
Vanwaar de twijfel? Ik moest inmiddels weten dat alles van Betty Wright uitstekend te pruimen is en 'Where Is The Love' vormt daarop geen uitzondering. De a-kant is afkomstig van het KC & The Sunshine Band-team, voor de flip ('My Baby Ain't My Baby Anymore') tekent Clarence Reid alias de pas overleden Blowfly. Het is de opvolger van de Blauwe Bak-kneiter 'Shoorah! Shoorah!' en is net zo'n feestje als zijn voorganger. Ik lees op Youtube dat 'Where Is The Love' het nog erg goed heeft gedaan in bepaalde contreien van de Northern Soul, maar daarvoor is dit me net iets teveel disco en ook net te veel 'hit'. Voor een feestje zijn we altijd te porren en dus komt 'Where Is The Love' in de reserve-Blauwe Bak te staan.

donderdag 28 januari 2016

postbui: The Box Tops



Eigenlijk zou mijn vast contract bij het postbedrijf op maandag moeten ingaan, maar ik heb nog niets van hen gehoord. Wel heb ik afgelopen week de bevestiging ontvangen van de sociale dienst dat het akkoord is bevonden (waarover ik overigens geen zorgen heb gehad). Het zijn drukke dagen in de post. Niet in Meppel waar het gemis van de gemeente een diepe indruk heeft achtergelaten op de postbezorging. Bij onze collega's in Zwartewaterland is het wel druk, dat moet vóór zondag de hele gemeente hebben voorzien van aanslagen voor de gemeentelijke belastingen. Of we dit doel halen, valt nog te bezien. We zijn vandaag begonnen, hoewel ik gisteren ook al heb bezorgd in Genemuiden, en het streven was dat als we vandaag Genemuiden af zouden krijgen, dat het waarschijnlijk ging lukken. Nu lijkt het erop alsof twee mensen morgen nog steeds een dagtaak hebben aan het restant Genemuiden (de grootste plaats in de gemeente). Zaterdag wordt het hondenweer, maar dan ben ik vrij. Ik denk dat drie dagen echt te kort dag is voor een mailing van deze proporties. Ik maak me er vandaag met een hoesbui vanaf, straks slapen en over drie uren weer op.

Ik kan nog wel even vertellen dat 'De Eindstreep' terug gaat komen. Als ik kijk naar mijn platenhandel van de afgelopen maanden en naar de 'verrassingen' die daar tussen zitten, dan schat ik in dat ik wel een top 5 of een top 10 kan maken van favoriete aankopen van de maand. Dit is dan een 'gemengde' lijst, zowel Blauwe- als Gele-bakkers, De komende twee dagen gaan twee singles de reis beginnen van Oostenrijk naar Nijeveen. Oorspronkelijk een order van drie singles, maar eentje blijkt onvindbaar in de winkel. Die heb ik zojuist besteld via een Duitse handelaar. Verder lopen dit weekend veilingen af van 400 singles bij mijn maat in Chicago, ditmaal vooral veel Chicago soul. Ik heb een verlanglijstje gemaakt, maar begin niet eerder dan zaterdag met bieden. Er zit een hele 'moderne' gospel-plaat bij waar ik met de keer meer van ga houden, maar ook een superzeldzame single van een groep waar ik al een andere trofee van in de koffers heb staan. Als ik nu ergens een gaatje kan maken om langs te gaan bij De Tafel, daar heb ik een paar singles gezien waarvan ik gisteren Youtube-clipjes heb beluisterd en, ja, die mogen rechtstreeks in de Blauwe Bak als ze er nog zijn. Voordat ik me kan storten op een muzikaal weekend moet ik eerst nog een paar honderd brieven bezorgen en dat is de reden waarom ik nu eindig en mijn bedje ga opzoeken.

woensdag 27 januari 2016

Dodenrit: Black



Ik kan me nog wel herinneren dat een radio-collega het heeft genoemd in de dagen rondom het overlijden van David Bowie en ook meen ik dat hij hierom een nummer van Black heeft gedraaid. Dezelfde dag als dat Bowie zijn laatste adem uit blaast, raakt Colin Vearncombe betrokken bij een ernstig verkeersongeluk. Hij heeft twee weken in coma gelegen en heeft ons gisteren verlaten. Dus haal ik opnieuw de bus uit de remise om de vierde passagier op te pikken. We kennen Colin Vearncombe beter als Black en hoewel zijn enige grote hit uit 1988 stamt, is het een bezige bij die tot aan zijn dood in de muziek is gebleven. Ik denk dat hij en Otis Clay een prima gezelschap kunnen vormen. Vearncombe is dinsdag overleden, slechts 53 jaar oud.

Vearncombe wordt op 26 mei 1962 geboren in Liverpool en het is de punk die hem in de muziek doet belanden. Black is aanvankelijk een bandnaam, naast Vearncombe bestaat het uit bassist Dane Goulding en een anoniem gebleven drummer. De eerste single van Black heet 'Human Features' en verschijnt op het onafhankelijke Rox Records in 1981. Een jaar later volgt een tweede single: 'More Than The Sun'. Daarna valt de voorgenoemde band uit elkaar, maar ontmoet Vearncombe Dave 'Dix' Dickie uit de groep Last Chant. Ze gaan samen verder als Black en het duo tekent in 1982 een contract bij WEA. Dat resulteert aanvankelijk in tournees met Thompson Twins en Wah!. Black valt op door de combinatie van synthesizer, percussie, gitaar en magneetbanden. In 1984 maakt Black de eerste single voor WEA, 'Hey Presto', en dit is een hele stap vooruit. De single wordt zelfs in Australië uitgebracht. Toch is dit niet genoeg voor een plek in de hitparade en Vearncombe en Dix proberen het met een nieuwe opname van 'More Than The Sun'. Ook deze verkoopt drie-achteruit en dat is reden voor WEA om Black buiten de deur te zetten. Vearncombe en Dix scheiden elkaars wegen.

Gedesillusioneerd door het matige commerciële ontvangst van de voorgaande twee singles, gaat Vearncombe op een zeker moment aan de slag met een lichtelijk ironisch nummer: 'Wonderful Life'. Hij brengt het in 1985 uit op een single via het onafhankelijke Ugly Man Records. Het schijfje belandt op de burelen van A&M en deze biedt hem een contract aan. Toch blijft 'Wonderful Life' nog even liggen en probeert A&M het eerst met 'Everything's Coming Up Roses'. Dat is geen succes, maar de opvolger, 'Sweetest Smile', doet het een stuk beter. In Engeland belandt het in de top tien en in Nederland kan Black rekenen op steun bij de KRO en de Vara. Het bereikt een 33e plek bij ons. Inmiddels is het album 'Wonderful Life' ook een feit en dan brengt A&M het titelnummer uit als single. Dat plaatst Vearncombe in de schijnwerpers en zowel pers als publiek is het erover eens: Er wacht een gouden toekomst voor Black.

Journalisten zien hem als een brug tussen Bryan Ferry en Morrissey, het album 'Wonderful Life' gaat als zoete broodjes en WEA hinkt mee op het succes door 'Black' op de markt te brengen: Een verzamelaar van de opnames welke Vearncombe met Dix heeft gemaakt in de jaren 1982 tot en met 1984. In 1988 verschijnt het album 'Comedy', meer van hetzelfde ten opzichte van 'Wonderful Life', en hoewel het album nog steeds erg goed verkoopt, valt een kleine terugslag in de populariteit te constateren. Hij is echter wel gelukkig in de liefde en trouwt met de Zweedse zangeres Camilla Griehsel die in 1988 in de hitparade staat met de band One 2 Many ('Downtown'). Hoewel menig beginnende groep of artiest droomt van 200.000 exemplaren wereldwijd is dit in geval van het album 'Black' uit 1991 een flop en zijn contract bij A&M komt tot een halt. Hij zet vervolgens zijn eigen maatschappij op: Nero Schwarz. Dat is tweemaal 'black' in Spaans en Duits. In 1993 verschijnt het voorlopig laatste album van Black: 'Are We Having Fun Yet?' en daarna verdwijnt hij even helemaal uit het zicht. Pas rond de eeuwwisseling pakt hij zijn gitaar weer op, maar doet dit aanvankelijk onder zijn eigen naam. Via Nero Schwarz verschijnen een aantal albums en in 2005 haalt hij de naam Black van stal voor 'Between Two Churches'. Hoewel op dat album zijn oude hit 'Wonderful Life' van repliek wordt gediend, komt hij in de jaren erna in het reine met het nummer. In november zingt hij het nog in een Catalaanse vertaling om geld in te zamelen tijdens een Catalaanse televisie-marathon. Het grote publiek mag hem zijn 'vergeten', hij heeft nog altijd een trouwe schare fans.

Dat blijkt als Vearncombe in april 2014 een campagne uitschrijft bij PledgeMusic om geld in te zamelen voor een nieuw album. Tot zijn eigen verbazing is dit zo gepiept en een jaar later, 13 april 2015, verschijnt het nieuwe album 'Blind Faith'. Een man die erg vaak gouden bergen is beloofd, maar desondanks niet in een hoekje gaat zitten kniezen. Iemand die in de begin jaren negentig, lang voordat het 'hip' wordt, de gevestigde maatschappijen de rug toe keert en zélf zijn eigen muziek uitbrengt. Fans die al lang niet meer komen om alleen 'Sweetest Smile' of 'Wonderful Life' te horen, maar oprechte belangstelling hebben voor zijn nieuwe werk. Vearncombe lijkt gelukkiger dan ooit te voren. Op 10 januari raakt hij betrokken bij een ernstig verkeersongeval en zijn toestand is kritiek. Na een verblijf van twee weken op de intensive care in het Ierse Cork, overlijdt hij op 53-jarige leeftijd. Vearncombe laat een weduwe en drie kinderen achter.

dinsdag 26 januari 2016

Week Spot: Benny Johnson



Vanmiddag is het pakketje, zoals verwacht, op de mat gevallen en na een snelle beluistering van beide singles ben ik er zeker over: De voorgenomen 'Ben' mag meteen Week Spot worden. Dat is in dit geval dus Benny Johnson. Een zanger waarvan ik verwacht dat er wel informatie over valt te vinden, maar dat blijkt zwaar tegen te vallen. Toch heb ik een klein hoopje losse flarden verzameld en ik ga er het beste van maken. Benny Johnson is voor mij al jaren een 'bekende naam', maar in de 'grote-mensen-wereld' blijkt dat anders te liggen. 'Baby I Love You', de Week Spot van deze week, staat in bepaalde kringen van de soul te boek als zijnde een eeuwige klassieker, maar wie geen meter verder kijkt dan Motown, Atlantic en Stax zal hem ongetwijfeld helemaal hebben gemist. Vandaar dat het de hoogste tijd is om deze man eens in het zonnetje te zetten: 'Baby I Love You' van Benny Johnson (1973).

Ik maak in 2012 kennis met het Today-label als ik naarstig op zoek ben naar 'Blowing Up My Mind' van The Exciters. Deze is echter een paar jaar eerder verschenen bij RCA en was, zeker in 2012, origineel erg moeilijk te vinden. Opvallend is dat de plaat sinds de heruitgave op Outta Sight alweer een paar keer in de handel is geweest. Zou het dan toch waar zijn? Vanmiddag zag ik op Facebook een deel-en-win-actie van reissue-label Kent. Als je vervolgens ziet welke vrienden daaraan mee doen, daar zitten héle grote speler in de Northern Soul bij! Ik heb ook meegedaan, maar helaas... niets gewonnen. Ook al heb ik het vermoeden dat ik binnenkort 'The Stars' van Barbara Lewis ga bestellen, want dit klasse-nummer uit 1970 is één van de komende heruitgaven op Kent. Maar goed... terug naar Today. Ik koop in 2012 'Learning How To Fly' van The Exciters op het Today-label. Ongeveer een jaar geleden komt daarbij 'You And I' van Black Ivory, welke ik heb geprobeerd te vermijden. Datzelfde geldt ook een beetje voor Benny Johnson. Voor iemand die op zoek is naar Northern Soul-stampers van de bovenste plank zijn Benny Johnson en Black Ivory té soft. Maar toch... die zachtheid is van een buiten-categorie: Als met de hand gesponnen zijde. Het afscheid van de stampers en het verwelkomen van meer melodieuze crossover maakt ook dat ik plotseling plek heb voor zo'n 'Baby I Love You' van Benny Johnson. Eigenlijk heb ik vorig jaar al eens lopen dubben bij 'Visions Of Paradise', maar dat gaat over vanwege de prijs. Dezelfde prijs als dat ik voor deze 'Baby I Love You' heb betaald. Ik kies na een gangetje op Discogs toch eieren voor mijn geld. Dit exemplaar heeft een geluidsclip en deze vertelt dat de plaat in een absolute topstaat is. Today-styreen is dermate fragiel dat je daarmee geen risico's wilt nemen.

Ik ben niks te weten gekomen over Benny Johnson. Het is zeker dat het niet de bekende basketballer is. De foto achterop het album 'Visions Of Paradise' is waarschijnlijk de enige die bestaat en dat is enkel een close-up van zijn gezicht. Benny Johnson zingt voor zijn enige langspeelplaat bij The Spoilers. Hun eerste single verschijnt in 1969 op het obscure Turbo-label. De a-kant heet 'Sad Man's Land' en is schitterende harmoniezang in een midtempo-setting, een beetje als The Delfonics. De b-kant is andere koek: 'Turbo Rock' is een uiterst funky instrumentaal nummer. De single krijgt in Engeland in 1972 zelfs nog een uitgave op London. 'Turbo Rock' staat in schril contrast met de a-kant en toch vertellen beide nummers veel over het solo-album van Benny Johnson. 'Visions Of Paradise' laat een oostkust-variant van Al Green horen. De plaat heeft minder 'southern soul' dan Green en andere artiesten van het Hi-label, maar desondanks wordt wel op hetzelfde publiek gespeeld. Rauwe funk-salvo's zijn ver te zoeken en toch werkt een funk-gigant mee aan het album. Ofwel, dat blijkt in dezelfde grote wereld ook reuze mee te vallen, hij valt helemaal in het niet bij bijvoorbeeld James Brown. De fijnproevers zijn echter wel bekend met de naam van Julius Brockington en hij begeleidt Johnson op deze elpee met zijn groep United Chair. De funky connectie maakt het voor ons, crossover-fans, weer interessant.

Today is een onderdeel van het Perception-label, een maatschappij die niet verkeerd kan doen bij meer progressieve deejays. Hoewel het onafhankelijk is en blijft van grotere distributiekanalen en daardoor veel geld misloopt, klinken de producties alsof ze gemaakt zijn voor de top tien. Dat geldt ook voor onze Week Spot. 'Baby I Love You' is een midtempo-stuk waarbij het water je in de mond loopt. Een 'warme' begeleiding met een tevreden spinnend Hammond-orgel als ingrediënt en dan de geweldige stem van Johnson erbij: Sensuele muziek ten top! 'Baby I Love You' is de tweede en laatste single van Benny Johnson. De eerste is het titelstuk van zijn elpee en doet evenmin als de opvolger. De elpee zelf heeft in 2007 een heruitgave gekregen, zowel cd als elpee, bij het Londense Soul Brother-label. Dat deze nieuwe uitgave als warme broodjes zijn gegaan, zegt wel iets over de cult-status van Benny Johnson. De originele elpee is praktisch onvindbaar en als je het gelukt hebt dat je een verzegeld origineel tegenkomt, dan kun je de portemonnee trekken. Een Duitser op Discogs vraagt maar liefst 250 euro.

De singles van Benny Johnson hoeven dat niet te kosten, zelfs het tegenovergestelde. Beneden een tientje in 'ons' geld heb je al een zeer fraai exemplaar. Het punt is echter dat op veel plekken de platen optisch worden gewaardeerd en dat is bij styreen en zeker bij het materiaal voor Today en Perception erg gevaarlijk. Mijn Black Ivory klinkt na een jaar ook al minder ten opzichte van de staat ten tijde van de aankoop.

maandag 25 januari 2016

Van hit naar her: Alan Walker



Dit bedoel ik dus met het 'excuus' in 'Raddraaien' om Dallas Taylor geen plekje te gunnen op Soul-xotica. Hoewel dit blog veel en vaak over knisperend vinyl gaat, wil ik niet alleen maar in het verleden leven. Er wordt tegenwoordig nog zoveel goeds gemaakt? Nee, natuurlijk niet, de muzikale elite heeft het voor het zeggen en geeft massaal af op Justin Bieber en '(vul-zelf-land-in) Got Talent'. Als het aan hen had gelegen, was de muziek al in 1980 dood geweest. Op Soul-xotica kijk ik niet alleen naar de helden uit een grijs verleden en sla gemakshalve de helden uit het heden over om meteen door te gaan naar de toekomst. Als er iemand is die de komende maanden de radio gaat domineren, dan is het deze Alan Walker wel. Een nog vrij verse naam met al wel een paar cult-klassiekers op zijn naam staan. Eentje daarvan heeft hij nu voorzien van een zangeres en deze staat op het punt om Europa te veroveren. Vandaag in 'Van hit naar her': Alan Walker en zijn hit 'Faded'.

Het 'leuke' aan het behandelen van deze jonge honden is dat je niet zelden een herinnering hebt bij de geboortedatum van het onderwerp. Dat is hier eveneens het geval: Ik heb de caravan na Woodstock in het weiland laten staan en ga op zaterdag 22 augustus 1997 met de Vespa-scooter een nachtje 'kamperen' op de Baars. Dat begint, uiteraard, met een sloot bier in De Karre en later op de avond wil ik, vraag me niet waarom, Total Touch zien in Smithy's Palace, een plattelandsdiscotheek in Eesveen. Ik voel me met mijn 22 jaar al een 'oude bok' in het gezelschap van de vijftienjarigen en geniet ook nauwelijks van het concert van Total Touch. Dat was op Noorderslag anders geweest, maar misschien ook uit rebellie tegenover het 'stijve' VPRO-publiek. Bij maandag 24 staat me iets van bij dat ik de vloer van Het Bolwerk in de was heb gezet. Het is op die laatste dag dat in het Engelse Northampton Alan Walker wordt geboren. Zijn vader is Engels en zijn moeder van Noorse afkomst. Omdat de familie in 1999 naar Noorwegen verhuist en Alan daar zal opgroeien, wordt hij nu beschouwd als een Noorse dj.

Ditmaal is het niet de stoffige platencollectie van ouders of ouderwetse synthesizers die een jongeman voor techniek en muziek doen interesseren. Nee, Alan Walker is een kind van zijn tijd en bij hem begint het met programmeren van computers en grafische ontwerpen op de digitale machines. In 2012 begint hij met het maken van eigen muziek op de laptop en door hulp en commentaar van vrienden maakt hij zich op om zich te melden bij de platenmaatschappijen. De tijd van een cassettebandje sturen, ligt eveneens ver achter ons en dus laat Alan Walker de originele 'Fade' eerst los op Youtube. Daar wordt het vele malen bekeken en valt het op bij een platenmaatschappij met de eigenzinnige naam No Copyright Sounds. In 2015 verschijnen verder de tracks 'Spectre' en 'Force' en ook hier wordt alle muziek geschreven en uitgevoerd door Walker zélf.

In 2015 toont de Zweedse divisie van Sony interesse in Walker en zo verschijnt op 4 december van het afgelopen jaar de single 'Faded'. Het is feitelijk een remix van 'Fade' met als aanvulling de zangeres Iselin Solheim. Dat klinkt als...? Tja, het bekende commerciële geluid, maar eentje waarvan ik niet genoeg kan krijgen. 'Faded' past zo in het rijtje van onder andere Hippie Sabotage's remix van Tove Lo's 'Habits'. Geen Tiësto-achtige kermisklapper, maar een sfeerrijk poppy dance-nummer dat het goed doet op de radio.

In Engeland verschijnt de track op Relentless en stijgt het flink in de tweede week, maar dan hebben we het over de 'Dance Singles Top 40'. Daar staat het op 33. Dat is té minimaal voor de 'mainstream' Top 40, maar dat komt wel goed. Volgende week is daar weer flink ruimte nu de oudjes van Bowie alweer richting uitgang gaan. In ons kikkerland stijgt het in de tweede week van 24 naar 12 in de Tipparade en met zo'n rotgang staat het over drie weken in de top tien. Ik gun het Alan van harte en ga hem de komende weken op de radio nog wel eens een handje helpen!

Raddraaien: Heart



Ik heb nog even getwijfeld of ik de bus moest starten om Dallas Taylor een lift te geven, maar nee... Met alle respect voor de familie Taylor en voor het werk van de Amerikaanse sessie-drummer, maar als ik hiervoor ga uitrijden, had ik de serie ook vijf jaar geleden al kunnen beginnen. Het is de tijd... Veel van de rockhelden uit de jaren zestig en zeventig zijn nu zélf rond de zestig en zeventig en veel van hen hebben niet bepaald de meest gezonde levens geleid. Als je erop gaat letten, ontvalt ons iedere dag wel iemand. Ik heb hem nu tóch genoemd... Dallas Taylor speelt oorspronkelijk bij de cult-band Clear Light (1967-68) en is het beste bekend als de drummer op 'Deja Vu' van Crosby Stills Nash & Young. In latere jaren zal hij werken met Van Morrison en vele anderen. Hij is vorige week maandag overleden, nog maar 66 jaar oud. Dan ga ik nu verder met twee zussen die nog springlevend zijn: De gezusters Wilson en hun formatie Heart. De nieuwe 'opstelling' van de singles-bakken betekent dat 'My Way' van Samantha Jones inmiddels in bak 9 staat en ik dus de negende uit de achtste jaren zeventig-bak mag zoeken. Dat is niet zomaar een favoriet: 'Magic Man' van Heart (1976).

Van oudsher schijnt 'T Pantoffeltje in Sneek een 'homokroeg' te zijn geweest. Er wordt lacherig gereageerd als ik vertel dat ik die vrijdagavond naar een concert ga in het Sneker café. Het is augustus 1992 en in deze tijd ben ik zo gedreven in het zoeken van optredens welke ik kan recenseren, dat ik zomaar op een vrijdagavond in 'T Pantoffeltje kan eindigen bij een optreden van Woody & The Sidemen. Hoewel... veel komt er niet van het concert. De buren hebben schijnbaar geklaagd bij vorige concerten en dus staat iemand van de gemeente buiten met een decibel-meter. Woody & The Sidemen mag dan gebruik maken van theekist-bas en een zeer minimaal drumstel, het komt niet beneden de toegestane aantal decibels, waardoor de mannen teleurgesteld hun spulletjes kunnen pakken en terug kunnen naar het westen. Deze ervaring maakt dat ik het meteen goed kan vinden met de uitbater van 'T Pantoffeltje, ene Gerard. Hoewel 'T Pantoffeltje lange tijd geen live-muziek zal hebben, blijf ik terug komen. Vaak vroeg op woensdagavond. Dan kan ik nog twee of drie flesjes bier drinken en naar huis gaan. Lukt me later niet meer... Gerard blijkt een uitmuntende muzieksmaak te hebben en, goed nieuws voor mij, heeft pas de overstap gemaakt naar de cd. Ik krijg dus een tas met elpees van hem en daar zit ook 'Dreamboat Annie' van Heart bij. Een plaat waarvoor ik hem nog altijd dankbaar ben! Het album mag weliswaar bijna zeventien jaar oud zijn, ik draai dit exemplaar eind 1992, begin 1993, helemaal stuk. Inmiddels heb ik mijn derde exemplaar.

'T Pantoffeltje wordt even later overgenomen en wordt in 1995 grondig verbouwd. Dan is het wél geluiddicht, maar de 'oude sfeer' is daarmee ook verdwenen. Bolwerk-vriend Harrie neemt de zaak over in 1997 en in dat jaar is het een 'laatste halte' voor veel kroegtijgers zoals mij. Risico is alleen dat Harrie niet meer wil schenken aan ons, want daarvoor kennen we elkaar veel te goed en hij weigert ons nog wel eens. Rond de eeuwwisseling staat de Pantoffel enige jaren leeg en wordt dan gerund door iemand die een blues-club uit de grond wil stampen. Ik kom rond 2005 nog een paar keer daar, maar kort daarop gaat het dicht. Bij mijn weten is het sindsdien niet weer open geweest.

In 1967 formeren de mannen Steve Fossen en Roger Fisher een band met de toepasselijke naam The Army. Het leger zal immers een cruciale rol spelen in de geschiedenis van Heart. Met kameraden Don Wilhelm en Ray Schaefer speelt het kwartet enkele jaren in de buurt van Seattle op scholen en in verschillende clubs. In 1969 wordt The Army opgedoekt en na personeelswisselingen ontstaat de band White Heart. Ook speelt de band een tijdje als Heart, maar nog steeds geen dame in zicht. Als Ann Wilson zich bij de groep mengt, verandert deze haar naam in Hocus Pocus. Roger Fisher's broer Mike is een dienstweigeraar en om te ontkomen aan Uncle Sam ziet hij zichzelf genoodzaakt om naar Canada te vluchten. Toch steekt hij in 1972 eenmalig de grens over en ontmoet zo de nieuwe leadzangeres van Hocus Pocus. Het is liefde op het eerste gezicht tussen Mike en Ann en de laatste volgt hem naar Canada. Roger wordt op zijn beurt verliefd op Nancy Wilson en zo wordt Heart in 1974 een feit. De groep vestigt zichzelf in Vancouver en begint optredens te doen. Er is al spoedig interesse in een plaat en in 1975 neemt Heart 'Dreamboat Annie' op. De plaat verschijnt via het Canadese Mushroom Records, maar een rel rondom een publiciteitsfoto voorkomt dat Heart een tweede album voor het label zal uitbrengen. Hoewel? In begin 1977 verschijnt het album 'Magazine' dat tegen de wil van de groep is uitgebracht. Dat heeft inmiddels getekend bij CBS en een paar maanden later verschijnt 'Little Queen'.

Hoewel Heart een paar magere jaren kent in de midden jaren tachtig en in de jaren negentig zelfs een vakantie inlast, is Heart een 'blijvertje' op de hitparade. In Nederland scoort de groep met 'Alone' 'All I Wanna Do Is Make Love To You'. Op 18 april 2013 wordt de groep bij gezet in de 'Rock And Roll Hall Of Fame' en ter gelegenheid van dit treden de originele Heart-leden voor het eerst in 34 jaar samen op. Een paar weken geleden heeft Ann Wilson laten weten dat Heart op het moment bezig is met een nieuw album dat in de loop van dit jaar gaat verschijnen. In tegenstelling tot het vrij heavy 'Fanatic' (2012) gaat dit een gevarieerder album worden. In de zomer plant de groep een tournee met Joan Jett. De groep heeft in de ruim veertig jaar van haar bestaan vijfendertig miljoen platen verkocht. Een deel van de opbrengsten hiervan is gestoken in de Bad Animals-studio in Seattle waar grootheden als R.E.M., Pearl Jam, Soundgarden en Alice In Chains platen hebben opgenomen.

Een paar weken voordat ik 'Dreamboat Annie' krijg van Gerard, maak ik al een beetje kennis met één nummer: 'Magic Man'. Deze single komt uit de partij van een andere, niet meer bestaande, kroeg in Sneek: De Koopermolen. Ik moet schatten hoeveel singles het er zijn. Ik zeg vijftig, maar heb eigenlijk geen idee. ,,Doe maar vijfentwintig gulden", zegt kroegbaas Sjaak. Het zijn er ruim honderd! Ik draai 'Magic Man' nog vaak in de radioshows, maar ben altijd melancholiek als de plaat eindigt. Dan wil ik namelijk de rest van het album horen, maar dat gaat niet bij de single. Snel afzetten voordat de naald in het label strandt!

zondag 24 januari 2016

Singles round-up: januari 6



En nu rijst de vraag: Hoe zeldzaam is deze fotohoes? Eerst kijk ik natuurlijk in de verzameling van singlehoesjes.nl en daar staat deze niet tussen. Vervolgens op Google. Eén hele kleine afbeelding van Wikimedia, als je die vergroot blijft helemaal niks over. Vervolgens naar Discogs. Deze vermeldt wel de Nederlandse persing, maar alleen label-scans van beide kanten en geen hoesje. Ebay biedt evenmin soelaas. Er zit niks anders op om de mijne dan maar te vereeuwigen. Het is het 'topstuk' uit de vangst van vrijdag, maar meer omdat ik zoiets nooit had verwacht in de handel van Bart. Nu blijkt die dus een stuk zeldzamer te zijn en dat rechtvaardigt de vijf euro voor dit exemplaar. Vandaag de laatste zes singles uit de vangst van vrijdag. Blij dat ik het op deze manier heb gedaan, want ik ben wel klaar voor mijn bedje.

* The Romantics- Talking In Your Sleep (NL, Epic, 1983)
Nu ik The Romantics heb te pakken, mijn 'What I Like About You' moest binnenkort ook nog eens een 'upgrade' krijgen. De plaat is al niet florissant als ik hem in 1992 in de bakken krijg, maar inmiddels is die tot op de draad versleten. Misschien dat deze nog eens opduikt in de handel van De Tafel? Bij voorkeur in nieuwstaat en voor een euro, net zoals deze ontbrekende Romantics-single in mijn verzameling.

* The Spinners- Medley: Working My Way Back To You - Forgive Me Girl (US, Atlantic, 1979)
* The Spinners- Medley: Cupid - I'd Love You For A Long Time (US, Atlantic, 1980)
Twee-in-een-klap. Beide nummers heb ik nog niet en hier heb ik ze samen voor een euro en in een erg goede staat. The Spinners mogen hier weer The Spinners heten, want het gevaar van de folkgroep uit Liverpool is geweken. Deze zorgt ervoor dat The Spinners zich geruime tijd The Detroit Spinners moet noemen op Europese releases. De voormalige Motown-groep dendert de jaren tachtig binnen met deze twee medley's en heeft wellicht 'onze' Jaap Eggermont geïnspireerd tot het Stars On 45-project?

* The Supremes- Love Is Here And Now You're Gone (NL, Tamla Motown, 1967)
De tijd dat ik warm loop voor een Supremes-single stamt uit de tijd dat ik nog op zoek ben naar '100 miles per hour'-Northern Soul. Toch kan ik niet een kreet van blijdschap onderdrukken als ik deze zie staan. Voor vijf euro de originele Nederlandse in fotohoes. Die fotohoes is in een erg goede staat voor de leeftijd. De plaat zelf had beter gekund, maar ik zet mezelf erg gemakkelijk over die paar felle kraakjes heen. Toch is 'Love Is Here' niet als iedere andere Supremes-single voor mij, het zijn de 'spoken word'-stukjes die dit nummer haar charme geven. Daardoor past het ook nog steeds in een crossover-setje.

* The Tymes- You Little Trustmaker (Duitsland, RCA Victor, 1974)
Hoewel de platen-hobby altijd is gebleven, koop ik in 1997 redelijk veel cd's. Doordat ik cd's vooral onderweg 'nuttig' door middel van discman's, staan de meeste binnen onafzienbare tijd onder de krassen en gooi ik ze een paar jaar later in de kliko. In 1997 koop ik ook enkele jaren zeventig-verzamelaars en op eentje staat deze 'You Little Trustmaker' van The Tymes. Mij onbekend in 1997 maar ik mag het nummer meteen waarderen, ook al vermoed ik dat dit achteraf gezien een nieuwe opname is geweest. Hier is het origineel op het RCA-label en met het fotohoesje. En hoewel de man niets van doen heeft met deze single, wil ik toch even vermelden dat Clarence Reid alias Blowfly is overleden. Hij werkt als songschrijver en producer mee aan veel Miami Soul-platen uit de vroege jaren zeventig en deze van The Tymes valt eveneens in dat idioom. Tijd om de touringcar te starten? Nee, ik heb Reid's doopceel gelicht op 23 december 2014 in het Week Spot-bericht van Wildflower. The Tymes was een jaar geleden nog in de Blauwe Bak of de reserve-Blauwe Bak gekomen, maar vind het tegenwoordig té poppy daarvoor. Alleen The Supremes gaat uit deze vangst in de reserve-Blauwe Bak.

* UB40- Don't Break My Heart (Duitsland, Virgin, 1985)
Ook zo'n hobby die nog wel even gaat voortzetten. Ik heb jarenlang singles van UB40 gemeden, maar nu wil ik dan proberen de verzameling stukje-bij-beetje bij elkaar te krijgen. Geen 'overkill' van een complete collectie, maar één voor één kopen en genieten. Dat gaat in dit geval ook zeker weer lukken, want ik geniet met volle teugen als ik 'Don't Break My Heart' hoor. De volgende UB40-single? Dat zullen we binnen een maand ongetwijfeld weten!

Overigens twijfel ik op dit moment nog of ik de twee 'reserveringen' in Engeland zal behouden totdat er vier in de envelop kunnen. De dealer publiceert dagelijks vijf platen waarvan hij soms meerdere exemplaren heeft. Tot en met vrijdag zijn dat dus vijfentwintig kansen op méér, ook al gaan ze als warme broodjes. De 'Ben' uit de twee van Rarenorthernsoul gaat niet deze week de Week Spot worden, dat heeft de post dan al wel veroorzaakt. Ik reserveer deze twee voor een latere 'Singles round-up'.

zaterdag 23 januari 2016

Singles round-up: januari 5



De postbode had blijkbaar geen zin om met een handjevol post naar Nijeveen te komen? Dit is voor het eerst in een jaar dat op maandag singles zijn verzonden vanuit Engeland en dat ik deze niet voor de zondag in huis heb. Op zichzelf geen paniek, want nu zullen ze dinsdag vast arriveren, maar dat schopt mijn 'Singles round-up' een beetje in de war. Het plan was om vandaag zeven te doen en morgen acht. Of andersom. Nu doe ik vandaag zeven en morgen zes. Bovendien neem ik morgenavond een besluit over twee singles die bij iemand heb 'gereserveerd'. Of een week wachten om meer singles in het pakket te krijgen of toch maar meteen bestellen? Als het laatste geval is, 'spaar' ik de twee 'late' singles voor deze 'Round-up'. Vandaag verder met de vangst bij De Tafel.

* Janet Jackson- Control (Duitsland, A&M, 1986)
Ik heb over het algemeen niet zoveel op met de Jackson-familie. Michael heeft me nooit echt kunnen boeien en ik heb ook niet gehuild bij zijn overlijden. Dat had zomaar gekund, want ik was toen erg emotioneel. Ik was pas een paar weken ervoor gestopt met de drankjes. De jaren zeventig-Jacksons heeft een paar jaar geleden een inhaalslag gemaakt met 'Show You The Way To Go' en recent 'I Am Love' en nu begint de collectie gestalte te krijgen. Deze 'Control' van Janet Jackson ben ik feitelijk 'vergeten', alleen 'Nasty' heeft uit die tijd een indruk achtergelaten, maar voor vijftig cent is hij leuk om mee te nemen. Naderhand herken ik het nummer ook wel weer. Ik denk niet dat ik dit grijs ga draaien, maar staat wel leuk in de verzameling.

* Al Jarreau- Mornin' (NL, WEA, 1983)
Dikwijls heb ik deze plaat op de radio gehoord en kon me dan niet herinneren wie of wat het was. 'Mornin' doet evenmin een belletje rinkelen als ik het in handen hou, maar sinds de aanschaf en het genot van 'Roof Garden' mag zoiets mee zonder te twijfelen. Nu vallen de stukjes op hun plaats. Wat kan ik zeggen? Een wereldnummer zoals ze weinig zijn gemaakt!

* Ben Liebrand- Dance Classics, The Mix (NL, Arcade, 1989)
Of zou ik de single moeten toeschrijven aan Svenno Koemans? Hij is degene die het concept heeft 'bedacht', hoewel Tom Moulton dit al jaren doet en ook Frankie Knuckles is niet vies van een dergelijke mix. Je neemt een aantal disco-klassiekers, een vaste 'herkenbare' beat en mixt de oudjes tot een fris nieuw geheel. Ben Liebrand is daarvoor anno 1989 de aangewezen persoon en hij verzorgt zo een tiental cd's voor Arcade welke allemaal in de album-top tien eindigen. In 1989 moet er nog een single van worden getrokken en dat is deze combinatie van vier nummers met een paar losse samples er tussenin. Het plaatje brengt me onmiddellijk terug naar de zomer van 1989 en gek als het is... die zomer kan ik me niet anders dan 'warm' herinneren. Dan heb ik niet zoveel op met deze mixen en verdiep me liever in de jaren zestig-meuk.

* Paul McCartney & Wings- Mrs. Vandebilt (NL, Apple, 1974)
Ik grijp de plaat bij de b-kant en als ik hem omdraai, klinkt er een luid 'yes'. Niet zomaar een Wings-favoriet van mij en nog niet op single. Voor vijftig cent mag het. De plaat houdt me twee jaar voor een raadsel, ik ken de plaat maar kan niet ontdekken wie of wat het is. Het is tijdens de heenreis van de 'monstertocht' in 2001 dat ik nabij Ridderkerk fiets en deze plaat opnieuw voorbij komt op Arrow Classic Rock. Nu identificeer ik het als 'Mrs. Vandebilt'. Kees in Spijkenisse blijkt het op elpee te hebben en dus gaat het op minidisc mee naar Mossley en weer terug.

* Pet Shop Boys- Always On My Mind (EEG, Parlophone, 1987)
Iets nieuws? Ik ben er bij het uitspitten van de jaren tachtig-bak erachter gekomen dat EMI-persingen van na 1981 niet meer het land van herkomst vermelden, maar gewoon 'Made In EEC' noteren. Toch wijst alles erop dat deze platen 'gewoon' in Duitsland zijn vervaardigd. Ik koop in december 1990 mijn eerste exemplaar van 'Always On My Mind' voor een kwartje op de vlooienmarkt. Voor een single van nauwelijks drie jaar oud heeft die een zwaar leven achter de rug. Het heeft het hoesje verloren en staat onder de krassen. Die kon dus wel een 'update' gebruiken? Deze is een euro met fotohoes en een íets betere staat, maar deze late EMI's zijn snel naar de malle moeren als het geen hoesje meer heeft en deze blijkt stevig gedraaid. Ik doe het ervoor.

* Prince & The Revolution- Raspberry Beret (Duitsland, Paisley Park, 1985)
Ik heb vanavond de eenentwintig singles gedraaid in 'The Vinyl Countdown' en natuurlijk komt bij deze de herinnering weer voorbij. In mei 2014 doet de radiobaas een 48-uurs-marathon van vrijdagavond tot zondagavond. De 'normale' shows gaan door en dat betekent dat ik 'Do The 45' en 'The Vinyl Countdown' moet doen met Wolfman. Die laat al tijdens 'Do The 45' merken de regie te willen hebben en draait heel expliciet niet datgene waar ik om heb gevraagd. Bij 'The Vinyl Countdown' begint het 'duel'. Collega-presentator Nevski is ook nog in de studio als Wolfman 'Raspberry Beret' draait. Plots krijgen we een erg gekke conversatie over hoofddeksels en ik ga helemaal 'los'. Helaas zijn er geen opnames meer van, maar Nevski herinnert het zich als de meest 'surrealistische radio die hij heeft meegemaakt'.

* Red Box- For America (Duitsland, WEA, 1986)
Ik lijk te vergeten welke platen in die 25 cent-bak zitten, want kan het zijn dat ik deze al een paar keer heb overgeslagen of wordt de bak toch regelmatig aangevuld? Hoe dan ook, hier is weer zo'n plaatje met een jaren tachtig-herinnering. Het verjaardagsfeestje van een klasgenoot. Op een zaterdag, dat is op zichzelf al erg bijzonder. Het is de tijd dat iedereen wordt genoodzaakt een 'moviebox' te huren met een spannende VHS-film. We doen het niet meer voor Terence Hill en Bud Spencer. De klasgenoot heeft al de luxe van een videorecorder en heeft een compilatie gemaakt van favoriete muziek met opnames uit 'Countdown'. Het is januari 1987 en ook Red Box komt driemaal voorbij met hun enige hit. Het brengt me meteen terug in de huiskamer van de familie Rijpma. Zelf ben ik erg content met dit vermaak, want mij kunnen de meeste actie-films en Hollywood-producties gestolen worden. Dat zal ruim twintig jaar later opnieuw blijken bij 'De Video Draait'.

Morgen de resterende zes singles inclusief het 'topstuk' van de vangst. Ja, ik bewaar het mooiste voor het laatst...

vrijdag 22 januari 2016

Singles round-up: januari 4



Het begint een traditie te worden. Of zou ik het een ritueel moeten noemen? Hoe dan ook, meestal op vrijdag... Ik kom uit het werk en heb een paar boodschapjes in de stad. Dat kan omdat Meppel op vrijdag koopavond heeft. Een doosje sigaren (jawel, ik blijf 'zondigen'), dan naar de Albert Heijn voor de maaltijd en dan een wandelingetje langs De Tafel. Precies om de twee weken. Natuurlijk zal ik ongetwijfeld eens een plaatje 'missen' door er niet wekelijks te komen, maar ik ben verwend geraakt en ben met één single niet tevreden. Vanavond gaat het fijn. De 'nieuw binnen'-bak herbergt al een paar leuke titels, maar zie dan opeens een 'onbekende' plaat staan in de bak met 'oude' singles. En dus snuffel ik de hele bak door en vind daarbij het absolute topstuk van dit avontuur. Eenentwintig singles welke ik allemaal ga draaien in 'The Vinyl Countdown' op zaterdagavond plus twee uit Engeland. De laatste had ik eigenlijk vandaag verwacht, maar zal morgen wel komen. Omdat één van de Engelse singles, in geval van een alfabetische volgorde, vandaag aan bod moest komen, presenteer ik deze twee (als ze morgen binnenkomen) in het derde deel samen met het 'topstuk'. Veiligheidsriemen vast en daar gaan we...

* Aswad- Don't Turn Around (Duitsland, Island, 1988)
Het merendeel van de singles is afkomstig uit de jaren tachtig. Ik kijk met gemengde gevoelens terug op dat decennium, maar de singles smaken naar meer en komen in uitmuntende staat voor weinig op mijn pad. Ik heb vanavond alle singles 'proefgedraaid' en bij deze van Aswad is het meteen raak. Van begin tot einde, waar ik andere platen halverwege af zet omdat het vanavond vooral gaat om de conditie vast te stellen. Herinnert me ook aan het feit dat ik in Mossley 'Shine' op single heb gehad, maar die is waarschijnlijk daar blijven liggen (en was met de 'monstertocht' in 2001 blijkbaar al verkocht).

* David Bowie- Ashes To Ashes (NL, RCA, 1979)
Nu of nooit? Tja, de dood van Bowie is eveneens merkbaar in de handel van Bart. Opeens duiken daar singles op van Bowie die nu al twee euro per stuk moeten kosten. Maar... wie weet wat deze platen binnen onafzienbare tijd gaan op brengen? Het valt in wezen wel mee, want bij David Bowie heb je het vaak niet over héle zeldzame platen, maar ik heb een soortgelijk effect gezien in voorbije jaren. Denk maar aan Herman Brood waarvan je nauwelijks nog een single beneden de euro kan vinden, terwijl dit voor mans' onfortuinlijke dood dagelijkse kost was. Zo investeer ik dus vandaag twee euro in deze 'Ashes To Ashes' en de plaat is wonderwel in een prachtige staat, maar mijn gevoel zegt dat het 'gewoon een euro' had moeten zijn.

* The Clash- The Magnificent Seven (NL, CBS, 1981)
Beetje eentonig als ik naar mijn Clash-collectie kijk in de jaren tachtig-bak. Hoogste tijd om daar verandering in te brengen? 'Rock The Casbah' is al sinds 1992 bij mij en is sinds het afgelopen 'Specialized'-jaar een beetje 'overplayed' in mijn optiek. Het is sowieso ook niet het sterkste nummer van The Clash geweest. Verder heb ik 'This Is England' sinds 1991 in de bakken. De uitschieter van de weinig memorabele elpee van The Clash uit 1985, maar ook al een matig nummer. Het leuke hieraan is dat de plaat een fotohoes heeft die je kan uitvouwen tot een poster. Meer bieden de jaren tachtig-bakken niet aan The Clash, de jaren zeventig geeft nog 'Complete Control' en 'Tommy Gun'. Dus is deze 'The Magnificent Seven' met de instrumentale versie, 'The Magnificent Dance' als flip, zeer welkom in de verzameling.

* Jimmy Cliff- Treat The Youths Right (NL, CBS, 1983)
Het is weer ouderwets feest bij De Tafel. Naast iets duurdere singles heb ik stapels van een euro en vijftig cent. De laatste mogen allemaal mee, uit de euro-singles schrap ik een of twee. Een euro vind ik nog altijd een zeer acceptabele prijs voor een single, ook al is het ruim twee gulden in oud geld en moest het echt wel iets 'bijzonders' zijn, wilde ik twee gulden uitgeven aan een single. Jimmy Cliff had ik laten liggen in het gulden-tijdperk, maar nu is het een 'koopje' voor een fijne jaren tachtig-herinnering.

* Marlene Dietrich- Lili Marlene (NL, Brunswick, 1946, re: 1968)
Het is gek dat 'Rock Around The Clock' van Bill Haley & His Comets niet op de achterkant van het hoesje wordt vermeld. Deze single van Marlene Dietrich komt uit een Nederlandse serie: 'Goud Van Gisteren'. De catalogus omvat in november 1968 vijfentwintig singles, allemaal heruitgaven uit de jaren veertig en vijftig. Een enkeling uit de jaren zestig: 'Sophietje' en 'Tsjingeling' van Johnny Lion is pas 2-3 jaar oud als het door Phonogram opnieuw wordt uitgebracht. Eigenlijk zou Bill Haley hier ook tussen moeten staan, want hij heeft een half jaar ervoor in de Top 40 gestaan met 'Rock Around The Clock'. En brengt Brunswick rond dezelfde tijd ook werk van The Who opnieuw uit. Nee, de nummers achterop de hoes zijn wel een beetje toegespitst op de kopers van Marlene Dietrich. Het is toch meer de romantische nostalgie uit de jaren vijftig. Deze single bevat de Engelstalige 'Lili Marlene' met 'Falling In Love Again' op de b-kant. Dat laatste nummer is dan eigenlijk Dietrich's vooroorlogse klassieker 'Ich Bin Von Kopf Biss Fuss Auf Liebe Eingestellt'. Jammer van het hoekje uit de fotohoes dat mist, maar voor een euro een mooie aanschaf. En... zou ik later nog andere titels uit deze serie tegenkomen, dan gaan die geheid mee?

* Eurythmics- There Must Be An Angel (NL, RCA, 1985)
,,Er is niets minder dan het geluid van nagels over een schoolbord". Zo beschrijft vriend en Wolfman-collega Lee het stemgeluid van Annie Lennox. Slecht nieuws, Lee. Je zal voor drie minuten en eenenveertig seconden je luidspreker moeten dempen, want hij gaat gedraaid worden! Ik koop niet alles van Eurythmics, maar dit is een single die nog wel ontbreekt in de verzameling en voor vijftig cent kan ik dit niet weigeren.

* Good News- Australia (NL, CNR, 1979)
Ook neem ik weer een duik in de bak met vijfentwintig cent-singles van een andere Tafel-verkoper. Dat levert vandaag vier platen op, waaronder de volgende twee. Ik had bijna 'Star Trekkin' van The Firm gekocht, maar vind het nummer zo bloed-irritant dat ik direct al spijt krijg van de vijfentwintig cent. Dan besluit ik de eerstvolgende 'interessante' plaat mee te grissen en dat wordt deze van Good News. Een plaatje dat niet is blijven 'hangen' in 1979, maar als ik het hoor, klinkt het me ergens bekend in de oren. Misschien is dit ook wel omdat het dertien-in-een-dozijn-Eurodisco is. Met vijfentwintig cent helemaal betaald!

* Isley Jasper Isley- Caravan Of Love (NL, Epic, 1986)
Eerlijk is eerlijk: Ik geef zelf de voorkeur aan de uitvoering van The Housemartins, maar voor vijfentwintig cent mag deze van Isley Jasper Isley in het boodschappenmandje. Morgen vervolg ik deze serie met de volgende zeven singles. En voor wie niet kan wachten...? Tussen elf en één 'onze tijd' draai ik ze allemaal in 'The Vinyl Countdown' met waarschijnlijk een uurtje Northern Soul-klappers als bonus. Jullie zijn welkom!

woensdag 20 januari 2016

Het zilveren goud: januari 1991



Het zal me benieuwen of de wereld deze gebeurtenis nog uitgebreid gaat herdenken of dat het té druk is met de bestrijding van de IS? Het is binnenkort precies vijfentwintig jaar geleden dat de Golfoorlog uitbrak. Als vijftienjarige puistenkop heb ik het veel te druk met informatie zoeken over godvergeten bands en artiesten uit het verleden en ben niet echt op de hoogte van het nieuws. Toch is de Golfcrisis een periode die ik me erg goed herinner. Het is het begin van mijn mondelinge examens. Deze krijgen door de gebeurtenissen in de wereld opeens een vreemd toontje. Bij Duits wordt ons vooraf gevraagd of we over de actualiteiten willen praten. Bij mij volgt een volmondig 'nein', want terwijl Nederland (ik herinner me de 'plechtige' muziek op de radio) en de wereld de CNN-beelden op de voet volgt, stamp ik de geschiedenis van Tecklenburg in mijn grijze massa. Het resultaat mag er zijn: Een fraaie negen op mondeling Duits. Maar ja... als je het niet onderhoudt? En zo sta ik met een fraaie mond vol tanden iedere keer als ik in Duitsland ben. Vandaag presenteer ik jullie de handvol singles die ik in januari 1991 heb gekocht.

Mondeling Engels kan ik me niet meer herinneren. Zal wel goed zijn verlopen? Mondeling Nederlands herinner ik me wel. We hebben een boekenpakket van school waarvan we twee zelf mogen uitkiezen en één verplicht boek. De laatste is 'Een Vlucht Regenwulpen' en dat is meteen ook de grootste 'draak' uit het pakket. Ademloos lees ik 'Hersenschimmen'. 'Het Leven Is Vurrukkuluk' wordt massaal gelezen en als ik aan 'Lijmen/Het Been' wil beginnen, krijg ik het advies van een klasgenoot om in plaats daarvan 'Kaas' te lezen. 'Regenwurmen' wordt door slechts door één gelezen en deze scoort het hoogste cijfer. De cruciale vraag is 'Hoe beschrijft Van 'T Hart het knetteren van het houtvuur?'. Antwoord: 'De Heilige Geest in de kachel'. Ook ik weet hem in januari 1991 niet te beantwoorden en scoor dus lager op Nederlands dan op Duits. Omgekeerde wereld, zou ik zeggen...

Zal ik alvast eens naar de singles gaan kijken? Het zijn er deze maand slechts zeven. Het begint op de laatste vrijdag van de kerstvakantie. 's Ochtends fiets ik 'zomaar even' naar Joure. Bestemming is het antiekwinkeltje waar ik onlangs 'Hello Mary Lou' van Ricky Nelson heb gekocht. Hij heeft namelijk nóg een Ricky Nelson liggen en die moet, volgens een encyclopedie, uit 1958 stammen. Dat is interessant genoeg voor mij om in de collectie te stoppen. Op de terugweg fiets ik langs Sunrise en koop die andere Tony Joe White-single. Ik weet niet meer of het direct de volgende dag is geweest of een week later, maar ik ga op zaterdagmiddag naar de vlooienmarkt. Het is eigenlijk een sm-sessie, want ik heb helemaal geen geld te besteden. Toch kan ik de plaat van Sounds Orchestral nog net bekostigen.

277 Someday-Ricky Nelson (NL, Imperial, 1958)
278 Groupy Girl-Tony Joe White (NL, Monument, 1970)
279 Cast Your Fate To The Wind-Sounds Orchestral (UK, Piccadilly, 1964)

Ik ben vier jaar oud als het noorden van Nederland wordt getroffen door een hevige sneeuwval. De foto's tonen me als kleuter naast de immens hoge sneeuwbergen. Aan de overkant van de straat is een meertje, 'De Poel', bij vorst is dit onze ijsbaan. De zwanen die hun verblijf daar hebben, kunnen door de sneeuw geen voedsel vinden en gaan 'schooien'. Ze lopen dus naar ons huis en kloppen met de snavels op het raam. Ik sta in de woonkamer en het beangstigd me. Sinds die tijd heb ik het niet op zwanen staan. Mooi en sierlijk? Voor mij zijn het angstaanjagende wezens die zo snel mogelijk in de pan moeten. Ik heb de 280 net gekocht bij Sunrise als ik besluit even door het Wilhelminapark te fietsen. Omdat moeder niet moet ontdekken dat ik alweer mijn broodtrommel niet heb leeg gegeten, besluit ik de eendjes te voeren. Ik parkeer mijn fiets op het pad, de tas met boeken achterop en begin het brood te verscheuren. Vooraan zwemt een zwaan en een flard brood verandert iets van richting en vliegt rakelings langs zijn hoofd. Ik begin te gniffelen. 'Change of plan'. De arme zwaan krijgt nu ieder stuk brood tegen zijn kop. Totdat die het water uit komt en blazend op mij af komt stormen. Ik ren weg, maar opeens valt me op dat de zwaan me niet volgt. Ik kijk om de hoek en daar gaat die zwaan heel relaxt vóór mijn fiets zitten. Ik roep alle goden aan, want over een kwartier moet ik weer in de schoolbanken verschijnen. Wat denken jullie? Die stomme zwaan heeft een uur naast mijn fiets gezeten en is toen blijkbaar afgeleid door iets anders. Ik ren naar de fiets en scheur weg... Sindsdien fiets ik een eindje om als een zwaan midden op het fietspad staat...

280 I Get A Kick Out Of You-Gary Shearston (NL, Charisma, 1974)

Het is pas een paar weken geleden dat ik middels het 'Red Hot & Blue'-project Cole Porter leer kennen. Dus valt deze single me gelijk op bij Sunrise, want 'I Get A Kick Out Of You' is geschreven door dezelfde Cole Porter. Bovendien 'boeit' het Charisma-label me en dus is de koop gesloten voor een gulden. Deze plaat ademt precies de sfeer uit zoals ik me dat herinner van januari 1991. Het is winters, maar dat belet me niet om op zondag een heel eind te fietsen. De volgende dag stap ik bij Sunrise binnen en maak ik kennis met een nieuw fenomeen in de winkel: De vijf gulden-bak. Achteraf gezien zijn veel platen uit die bak het niet waard. Ik herinner me van de eerste keer dat er vrij veel van The Kinks in stond, maar die zijn blijkbaar dezelfde week in één koop weg gegaan? Vijf gulden, dat is iets meer dan twee euro tegenwoordig... De 281 heb ik mét fotohoes en een betere staat voor minder gekocht. De 282 en 283 zijn het wel waard, ook al kraakt die laatste behoorlijk. De vijf gulden-bak gaat in 1991 mijn bestedingspatroon vormen: Wekelijks een single van vijf gulden en 1 of 2 van een gulden.

281 Question-The Moody Blues (UK, Threshold, 1970)
282 Railroad-Maurice Gibb (NL, Polydor, 1970)
283 Do You Believe In Magic-The Lovin' Spoonful (Duitsland, Kama Sutra, 1965)

dinsdag 19 januari 2016

Week Spot: Ben E. King



Ik heb de vakantie zondagavond afgesloten met de bestelling van twee singles. Ik kijk zondagmiddag even voor de aardigheid in het aanbod van Rarenorthernsoul en zie daar een 'grote onbekende' staan dat zomaar eens de 'I Can't Get Along Without You' van Judy Green van 2016 kan worden. Daarbij kies ik dan ook maar eieren voor mijn geld en betaal liever ietsje meer voor een single met geluidsclip. Dat geldt voor de tweede aankoop dat zeer waarschijnlijk de Week Spot van volgende week gaat worden. Ook een 'Ben', maar meer geef ik niet prijs. De single is ietsje goedkoper te krijgen op Discogs, maar het is op zeer zwak styreen en de kans dat een Discogs-plaat optisch wordt beoordeeld, is groot en dat risico wil ik niet nemen. Vandaag een plaatje dat ietsje langer dan eergisteren in mijn bakken zit. Het is een totale verrassing als ik deze ten eerste al in mijn handen hou op de platenbeurs in Zwolle in oktober, nóg verrassender dat het de originele Engelse persing is en in een prachtige staat verkeert. Wat zoiets moet kosten? Vijftig cent! Nee, daarvoor vindt je niet snel een tweede exemplaar, de meeste zitten al snel op tien pond. En de plaat mag er zijn! Wie heeft nog vragen als nota bene Ben E. King heeft uitgelegd wat 'soul' inhoudt? 'What Is Soul' van Ben E. King (1966) is de kersverse Week Spot.

Benjamin Earl Nelson wordt op 28 september 1938 geboren in Henderson in de staat North Carolina. Als hij negen jaar oud is, verhuist het gezin naar Harlem in New York. King zingt in eerste instantie in kerkkoren, maar formeert zijn eerste groepje als hij op de high school zit. De overige leden zijn Billy Davis, Bobbie Davis en Billy Spigner. Logisch dus dat de heren zich The 4 B's noemen. Even later voegt hij zich bij The Crowns waar Benjamin Earl Nelson de tweede leadzanger en bariton wordt. De oorspronkelijke leadzanger Sy Palmer wordt vervangen door James 'Papa' Clark en zo maakt de groep in 1958 een single: 'Kiss And Make Up'. In 1958 wordt ook het instituut The Drifters opgezet. Drifters-manager George Treadwell ontslaat de oude Drifters en geeft de naam aan The Crowns. Voordeel hiervan is dat The Drifters al een platencontract heeft en dus kunnen Nelson en zijn mannen meteen aan de slag. Hij zingt echter slechts op dertien opnames mee van The Drifters, maar op elf daarvan is hij de leadzanger. Het levert The Drifters hits op met 'There Goes My Baby' (eerder opgenomen door de 'oude' Drifters), 'Save The Last Dance For Me' (ook nummer 1 in Nederland), 'This Magic Moment' en 'I Count The Tears'. Hoewel het publiek bekend is met de stem van Nelson, treedt hij zelden tot nooit op met The Drifters. Dat is het gevolg van een geschil tussen Treadwell en de persoonlijke agent van Nelson. Charlie Thomas 'playbackt' de nummers die gezongen worden door Nelson. In mei 1960 stapt hij uit de groep en neemt de podiumnaam 'Ben E. King' aan.

Hij hoeft niet op zoek naar een platenmaatschappij, want Atlantic is happig genoeg om hem in de stal te houden. King's platen worden dus op Atco uitgebracht in Amerika. De eerste single is meteen een schot in de roos: 'Spanish Harlem'. De tweede, 'Stand By Me', wordt niet alleen een grote hit, maar zal jaren later ook worden gekozen tot één van de beste liedjes uit de twintigste eeuw. Een kwart eeuw na het oorspronkelijke succes verschijnt een film met dezelfde naam en staat 'Stand By Me' in 1986 opnieuw in de hitparade. Hoewel menig generatiegenoot in 1965 last krijgt van de 'British Invasion' blijft het repertoire van King fier overeind staan in het geweld. In 1966 verschijnt de single 'They Don't Give Medals To Yesterday's Heroes', maar het is de b-kant dat hoge ogen gooien in de R&B-lijst: 'What Is Soul' bereikt daar nummer 38 tegenover een magere 113 in de Cashbox-lijst. Ik leer 'What Is Soul' kennen middels onze eigen Rob Hoeke welke het nummer in 1967 op de plaat zet met zijn Rhythm And Blues Group. Toch is Hoeke's versie nergens te vergelijken met het origineel van Ben E. King. De dynamische productie, de blazers en King die uit zijn tenen zingt: Dit is de definitie van 'soul'.

In 1968 vormt hij Soul Clan met labelgenoten Solomon Burke, Arthur Conley, Don Covay en Joe Tex en maakt ook een single met Dee Dee Sharp. In 1977 werkt hij samen met de Schotse Average White Band en volgens Soulfulkinda Music verschijnt zijn laatste single in 1997. De laatste is een cover van Bruce Springsteen's '4th Of July, Asbury Park', dat in 1975 in Nederland een hit is geworden als 'Sandy' van The Hollies. Sinds de late jaren zestig woont King in New Jersey. Hij is reeds 51 jaar getrouwd met Betty en heeft drie kinderen en zes kleinkinderen als hij op 30 april van het afgelopen jaar komt te overlijden. Zijn laatste album heet 'Dear Japan' en stamt uit 2011.

een leven met Lemmy



Het is in 2012 begonnen met Lenny Kravitz ('een leven met Lenny') en vorige maand nieuw leven ingeblazen met John Lennon ('een leven met Lennon'). Toen ik later dezelfde maand hoorde van het overlijden van Motörhead-frontman Lemmy dacht ik meteen aan 'een leven met Lemmy'. 'Bowie' mag dan niet lijken op 'Lenny', 'Lennon' of 'Lemmy... het concept bevalt me wel. Niet zo zeer een 'eerbetoon' aan iemand die plotseling geen slechte plaat meer heeft gemaakt, als je de media gelooft, maar welke plek heeft deze persoon ingenomen in mijn muziekbeleving. Wat dat betreft voegt Lemmy een nieuwe dimensie toe aan een 'een leven met...'. Ik ben eigenlijk nooit echt een superfan geweest van Motörhead, ken slechts een handjevol nummers, maar toch voel ik een bepaalde sympathie voor Lemmy en de band. In dit volgende verhaal zal ik dat proberen uit te leggen...

Bowie ontvalt ons zeer plotseling en dat komt als een schok binnen. John Lennon is vermoord en dat is vergelijkbaar. Verder probeer ik afstand te houden van de massa-hysterie die is ontstaan over het wegvallen van muziekhelden. Ik zal niet zeggen dat wanneer je tussen de 65 en 70 jaar oud bent dat dit een uitstekende leeftijd is om het tijdelijke in te wisselen voor het eeuwige. Allerminst! Maar toch... de meeste, nog levende, pop-iconen uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig bevinden zich in deze leeftijdscategorie. Sommige staan nog midden in het leven en doen een jaarlijkse tournee. En toch is het vak van popmuzikant een risicogroep. Er zijn maar weinig die zich staande hebben gehouden zonder een overdaad aan alcohol, sigaretten en in sommige gevallen zelfs harddrugs. Als iemand in de jaren zeventig niet goed voor zichzelf heeft gezorgd en daardoor niet oud wordt, beschouw ik als 'eigen schuld' en 'risico van het vak'. Als bijna een jaar geleden het nieuws bereikt dat Lemmy kanker heeft, is 'eigen schuld' mijn eerste gedachte en zal zo blijven tot het moment waarop ik van zijn overlijden hoor. Als je kijkt naar de té vroeg gestorven muzikale helden, dan is zeventig jaar immers een koninklijke leeftijd?

Het is de eerste keer dat ik dit schrijf, ik heb me uiteraard afzijdig gehouden ten tijde van het nieuws. Toch is het verhaal nog niet af. Ik lees van menig vriend hoe Motörhead een rol in zijn of haar leven heeft gespeeld. Motörhead komt immers uit een tijd van 'onbereikbare' bands als Supertramp en Pink Floyd. Stadionrock, waarbij de podia zijn afgebakend door dranghekken met beveiligingsmensen en waarbij je enkel kan hopen op een afstandelijke signeer-sessie. Motörhead is vanaf het uiterste begin best 'groot', maar wil niks van een dergelijke stadionrock-mentaliteit weten. Motörhead wordt groot door klein te blijven. Na afloop van een concert spring je het publiek in om een biertje te drinken met de fans en vragen te beantwoorden. Menigeen die ik ken heeft dus wel een 'persoonlijke ervaring' met Lemmy en dat zet mij ook tot nadenken. Nee, ik ben nooit in de buurt geweest van een plek waar Motörhead optrad, en heb Lemmy niet in het echt ontmoet. Toch heeft Lemmy het ergens héél erg goed gemaakt voor mij. Ik ben een paar weken geleden nog op zoek geweest op het wereldwijde rag, maar heb het niet kunnen achterhalen.

Wanneer hoor ik voor het eerst van Motörhead? Nou, ik denk dat de naam begin jaren tachtig eens in huize Louwsma is gevallen omdat Henk (mijn oudste broer) een plaat heeft van Girlschool, dat eveneens een single heeft opgenomen met Motörhead. Verder is het een beetje gissen. Wellicht dat ik de naam ook als eerste via emblemen op leren jasjes en schooltassen heb leren kennen. Motörhead is dan, net als Metallica, een brug te ver en ik maak geen aanstalten om me te interesseren in de muziek. De eerste plaat van Lemmy moet dan ook 'Silver Machine' van Hawkwind zijn. Later koop ik ook nog 'Urban Guerilla' van de band en heb ik de elpee 'Doremi Fasol Latido' van Hawkwind. Dat is een 'flinke collectie' tegenover de, voorlopige, eenling van Motörhead in mijn verzameling. Het is de zomer van 1996 als ik op de redactie werk van het Sneeker Nieuwsblad. Ik kom op dinsdagmorgen terug van een reportage en via het Grootzand naar de Singel is de kortste route, hoewel ik daarvoor wel de dinsdagmarkt moet oversteken. Ach... die vijf minuten extra? Ik loop dus even naar het standje met de goedkope cd's en cassettes. Ik maak dan nog steeds volop gebruik van een cassette-walkman en dus koop ik een paar tapes. Zo beland ik in de nazomer van 1996 even in een Queen-'fase' middels de eerste 'Greatest Hits' en kaap ik ook 'Killer' van Motörhead mee. Gewoon omdat ik eens kennis wil maken met de groep. Ik had het minder kunnen treffen. 'Killer' is een vrij recent album en staat hoog aangeschreven bij de fans. Het begint al goed met 'Burner', een nummer dat even genadeloos is als 'Ace Of Spades' of 'Iron Fist'. Hoewel het merendeel van het album een kwestie is van 'poot op het gas', verrast Lemmy de luisteraar ook een 'ballad'. Niet een zoetsappige liefdesverklaring, maar ditmaal met incest als onderwerp: 'Don't Let Daddy Kiss Me'. Ik blijf het bandje tot diep in 1997, hoewel mijn tijdelijke terugkeer naar de kerk het luisteren naar Motörhead enige tijd 'bemoeilijkt'.

Ik ben een paar jaar geleden heel enthousiast begonnen over mijn verhaal van York in 1998, maar het is bij één deel gebleven. Voor dit verhaal over Lemmy moet ik toch even terug naar een niet bijster florissante periode. Ik huur op dat moment een 'bedsit' in de Y.W.C.A., de 'vrouwelijke' tegenhanger van de Y.M.C.A. Het principe is hetzelfde: Een gesloten woonvorm waarbij je het kamernummer moet weten om de bewoner te bereiken en waar een mannen- en een vrouwenvleugel is. Na tien uur moet ieder geslacht weer in zijn of haar vleugel aanwezig zijn, maar ik hou geheim dat mijn buurman iedere avond wilde sex heeft met zijn vriendin. Van Gypsy Bill, de muzikant die ik in eerste instantie kwam opzoeken, heb ik een tas met tijdschriften gekregen. ,,Kun je misschien zo je Engels een beetje bij spijkeren", had hij gesuggereerd. Het zijn vooral glossy mannenbladen. Nee, geen Playboy of Penthouse, maar eerder Cosmopolitan of Vogue voor mannen. Eén magazine heeft een 'gastcolumn' en in deze betreffende aflevering mag Lemmy de ruimte vullen. Het is 1996-97, de tijd waarop de anti-rook-lobby zich begint op te dringen en er plots in veel restaurants niet meer gerookt mag worden. Lemmy stelt zichzelf voor als zanger van een rock & roll-band die niet vies is van een sigaretje, een biertje of een homp vlees op zijn bord. Hij beschrijft erg vermakelijk hoe hij 'schijnbewegingen' maakt om restaurantpersoneel op te jutten. In de tweede helft van de column gaat het alweer meer over fatsoen en vleesconsumptie. In de laatste alinea blijkt dat hij ons om de tuin heeft geleid. ,,Would you rather like a vegetarian, non-smoker, non-drinker who was kind to women? I just described Adolf Hitler. Anymore questions???". Bam! Zo schrijf je een column. Ik knip het uit en bewaar het nog jaren totdat ik het eens kwijt raak. Anno 2016 is deze column voor mij onvindbaar, maar dit zet voor mij een heel ander licht op Lemmy.

De enige vinylplaat van Motörhead is overigens een toevalstreffer geweest. Eind 2001 ben ik een paar weken naar York geweest voor vakantie en ik word op vrijdagmorgen afgezet in het centrum van Hull. De boot vertrekt pas over zeven uren, maar Hull zou leuk genoeg zijn om de dag door te brengen. Ik vind het tegenvallen, maar dat kan ook met het winterse weer te maken hebben. Ik vind meteen een 'charity shop' waar ik een paar cd's koop. En een single... De laatste is geperst op rood vinyl en is op het Bronze-label. Origineel hebben deze een 'elpee-gaatje', maar bij deze is er een groot rond gat geslagen in het label en daarmee is de titel en artiest onleesbaar geworden. Bronze... dat is Manfred Mann's Earth Band en Uriah Heep..., dat moet wel goed komen. Bij thuiskomst blijkt dat ik 'Iron Fist' van Motörhead heb gekocht.

maandag 18 januari 2016

Raddraaien: Eddie Holman



Een gelukje bij een ongelukje? De dienstdoende kapper woont op nummer 252 en dus begin ik eerst maar eens met tellen hoeveel singles ik in het tweede vak van de eerste Blauwe Bak-koffer heb staan: 146. Dat klopt ook wel, want er wordt geadverteerd met ruimte voor 300 singles. Dan hebben we het over 300 singles in dunne hoesjes en niet de stugge kartonnen hoezen uit de jaren zestig en zeventig die bij mij om de 'collector's items' zitten. Om ook een beetje ruimte te houden om door de singles te bladeren, is 150 onmogelijk. Ik heb daarbij het geluk dat 'My Pledge Of Love' van Joe Jeffrey Group, uitgangspunt van de vorige 'Raddraaier' uit deze bak, de honderdste single is. Het wordt allemaal ietsje eenvoudiger en ik ben helemaal opgelucht als ik Eddie Holman in handen hou. Hem heb ik nooit eerder behandeld op Soul-xotica en dus kan ik jullie vandaag voorstellen aan niet zomaar een Northern Soul-legende: Eddie Holman met 'Where I'm Not Wanted' (1965).

Eddie Holman aanvaardt op 3 juni 1946 deze incarnatie. Zijn wieg staat in Norfolk in Virginia, maar hij groeit op in New York. Als de kleine Eddie twee jaar oud is, valt het zijn moeder op dat hij al een liefde heeft voor zingen. Zij zet hem toe om gitaar en piano te leren spelen. Natuurlijk is het gospelkoor de volgende stap en ook tijdens familiebijeenkomsten vermaakt Holman de aanwezigen met zijn muzikale kunsten. Als tienjarige treedt hij op in het beroemde Apollo Theatre en dit opent deuren naar Broadway en Carnegie Hall. Hij volgt een studie aan 'Victoria School Of Music' in Harlem en verhuist kort daarop met zijn familie naar Philadelphia. Na de 'high school' kwalificeert hij zich voor 'Cheyney State University' waar hij afstudeert in de muziek.

In 1962 maakt hij zijn eerste single: 'What You Don't Know Won't Hurt You'. Hij wordt al snel op handen gedragen in de soul-scene van Philadelphia en terwijl hij nog zijn studie volgt aan de universiteit scoort Holman in 1965 zijn eerste Billboard-hit. 'This Can't Be True' bereikt nummer zeventien. In de tweede helft van de jaren zestig is Holman zeer actief met het opnemen van verschillende platen. Sommige daarvan worden hits, terwijl andere genadeloos floppen. Toch zijn het de laatste die in de midden jaren zeventig massaal worden ontdekt in de Engelse Northern Soul-scene en daar uitgroeien tot klassiekers van formaat. De opvolger van 'This Can't Be True' heet 'Don't Stop Now' en heeft 'Eddie's My Name' op de keerzijde. Door toedoen van de laatste is die single bijna onbetaalbaar geworden. In 1969 verschijnt 'I Love You' met het hartverscheurende 'Surrender' op de b-kant. Eenzelfde verhaal als bij 'Eddie's My Name'. Niet alles dat hij voor Parkway op de band zet, komt ook tot een officiële single. Onze 'Raddraaier' is daar een fraai voorbeeld van. Holman neemt 'Where I'm Not Wanted' op in 1965, maar het zal niet verder komen dan een acetaat. In de jaren tachtig verschijnt het als een zeer krakkemikkige bootleg op Soul Beat Records. Het Engelse kwaliteits-label Goldmine perst het tenslotte in 1998 in het vinyl, geremasterd en wel, met op de b-kant een andere productie uit Philadelphia dat niet verder is gekomen dan een acetaat. Ik heb vrijdag het nummer genoemd in 'Raddraaien': Het is 'You Need Love' van Irma & The Fascinators, dat dezelfde geluidsband heeft als 'Shing-A-Ling' van The Cooperettes.

In 1970 breekt de grote dag aan voor Holman. Ruby & The Romantics heeft het in 1963 opgenomen als 'Hey There Lonely Boy', maar omdat Holman een jongeman is, maakt hij er 'Hey There Lonely Girl' van. Het piekt op de tweede plaats van de Billboard Hot 100. Vier jaar later bereikt het de vierde plek in Engeland waar men dan net kennis heeft genomen van Holman's werk uit de jaren zestig. In 1977 scoort hij zijn laatste hits. Dan rijst bij mij nog wel een vraagje. Volgens de gegevens heeft Holman een eigen platenmaatschappij: Agape Records. Nu heb ik vorig jaar een single gekocht van Myrna March uit 1971 op Agape Records, maar waarom zou Holman zelf zijn platen uitbrengen op ABC als hij zijn eigen maatschappij had? Volgens Soulfulkindamusic maakt hij alleen in 1982 een plaatje voor Agape. Holman is tegenwoordig een beëdigd dominee en woont met vrouw Sheila in Philadelphia. De laatste paar jaar heeft hij zijn stem vooral ingezet voor het verkondigen van Gods' woord.

Dodenrit: Glenn Frey



Ik heb iets te vroeg gejuicht vanavond. Ik zit na te denken over mogelijke onderwerpen voor 'Tuesday Night Music Club' en kan bijna tevreden concluderen dat ik het vrijwel zonder een eerbetoon aan overleden muzikanten kan doen. Okay, die ene glamrocker daar gelaten, maar dat neemt slechts een kwartiertje van de show in beslag. Niet zoals de afgelopen weken dat de overleden helden de show volledig overhoop trekken. Toch is het nog te vroeg, want twee uren geleden hoor ik plotseling van het tragische overlijden van Glenn Frey, één van de kopstukken van The Eagles, en voor hem start ik vanavond de bus. Verder kan ik ook nog melden dat de drummer van Mott The Hoople ons in ontvallen, dus dat maakt toch alweer drie eerbiedige momenten in 'Tuesday Night Music Club'. Vanavond zet ik echter Glenn Frey in de schijnwerpers. Hij is ons vandaag ontvallen op 67-jarige leeftijd.

Glenn Lewis Frey is de naam en hij komt op 6 november 1948 ter wereld in Detroit in Michigan, maar groeit op in Royal Oak in Michigan. Hoewel hij bij The Eagles vooral op gitaar zal schitteren, begint zijn muzikale loopbaan met de piano. Als tiener leert hij piano spelen van concertpianist John Harrison en in de midden jaren zestig vindt hij zijn weg in de rock-scene van Detroit. Hij speelt achtereenvolgens met The Subterraneans, The Four Of Us en Heavy Metal Kids. Met The Four Of Us, een bandje dat geënt is op The Byrds, maakt hij een single welke geschreven is door Bob Seger. Als Frey negentien is maakt hij zijn eerste professionele plaatopname, hij is te horen op akoestische gitaar en achtergrondzang op de eerste Bob Seger System-hit 'Ramblin' Gamlin' Man' in 1968. Het is Seger die hem vooral beweegt om eigen liedjes te schrijven. Frey en Seger blijven bevriend en zullen later nog enkele malen samen schrijven. Frey volgt na 'Ramblin' Gamblin' Man' zijn vriending Joan Silwin naar Los Angeles. Joan's zus, Alexandra Silwin, zingt bij de groep Honey Ltd. en scharrelt op dat moment met J.D> Souther. Joan Silwin heeft ambities om haar zus te volgen in de showbiz, maar voor Glenn is vooral de kennismaking met J.D. Souther cruciaal. Hij vormt een duo met hem genaamd Longbranch Pennywhistle en maakt een album waarop Frey ook zijn eerste eigen liedjes tentoonstelt. Op een gegeven ogenblik woont Frey in hetzelfde appartementencomplex als Souther en Jackson Browne. Frey maakt dus mee hoe de laatste zijn liedjes componeert en neemt daar een voorbeeld aan.

J.D. Souther heeft in 1970 alweer een nieuwe vriendin, ditmaal de zangeres van Linda & The Stone Poneys: Linda Ronstadt. De laatste heeft acuut een band nodig voor een optreden en met de hulp van Souther krijgen Glenn Frey, Don Henley, Randy Meisner en Bernie Leadon een telefoontje. Het optreden is een succes hoewel Ronstadt weer verder gaat met haar eigen band, hoewel Frey en Henley daar in 1971 nog wel deel van uitmaken. Als de tournee achter de rug is, ontmoeten de heren Frey, Henley, Meisner en Leadon opnieuw om samen te werken aan een band. Dat is de geboorte van The Eagles. Frey heeft veel Eagles-klassiekers geschreven, al dan niet in combinatie met Henley. Als leadzanger kunnen we hem horen op 'Take It Easy', 'Already Gone', 'Tequila Sunrise', 'Lyin Eyes', 'New Kid In Town' en 'Heartache Tonight'.

Hoewel The Eagles verzekerd is van een miljoenenverkoop staat de media kritisch tegenover de groep. Het wordt verweten dat het té glad geproduceerd is. Als je naar de zwaargewichten in de groep kijkt, kun je daar onmogelijk van verwachten dat het met een 'lo-fi'-plaat op de proppen komt. In één van mijn meest favoriete films, 'Almost Famous', wordt de naam, geloof ik, niet expliciet genoemd, maar daar wordt The Eagles wel op de hak genomen. Het grootste misverstand dat bestaat over The Eagles is dat de muzikanten elkaar het licht niet in de ogen gunden. Er gaan geruchten over vechtpartijen over en weer, maar Frey kijkt terug op een erg prettige samenwerking met vooral erg veel plezier. The Eagles gaat in 1980 uiteen en dat is niet omdat de sfeer op het podium of in de tourbus niet uit te houden zou zijn. Als Henley en Frey wordt gevraagd wanneer de groep weer bijeen komt, antwoorden deze steevast: ,,When hell freezes over".

Frey gaat in de jaren tachtig op de solo-toer en dankt zijn eerste hits vooral aan soundtracks. Dat begint met 'The Heat Is On' uit 'Beverly Hills Cop' en 'You Belong To The City' uit de televisieserie 'Miami Vice'. Hij maakt ook zijn opwachting als acteur in die serie. Het draagt de naam 'Smugglers Blues', naar de gelijknamige song van Frey dat op de 'Miami Vice'-soundtrack staat. Hij speelt nog een aantal rollen in tv-series plus optredens in de films 'Let's Get Harry' en 'Jerry Maguire'. Intussen blijft hij ook leveren aan film-soundtracks zoals 'Ghostbusters II' en 'Thelma & Louise'. Hij richt in de late jaren negentig een platenmaatschappij op, Mission Records, maar brengt zelf geen platen uit op dat label. In 2012 maakt hij zijn eerste solo-album in twintig jaar met 'After Hours', een verzameling van covers van liedjes uit de jaren veertig, vijftig en zestig.

'Hell Freezes Over' in 1994 als The Eagles de koppen bijeen steekt voor een nieuw album met die titel. Frey is eveneens van de partij. Dat gebeurt ook in 2007 voor 'The Long Road Out Of Eden'. We zien Frey terug op de podia van de tournees die volgen. Een comeback van The Eagles is iedere keer zo'n kassucces dat het niet onmogelijk was geweest dat er nóg een reünie zou plaatsvinden, maar dat kan nu wel eens wat lastiger worden. Frey loopt verschillende complicaties op bij een darmoperatie en dit maakt vandaag een einde aan zijn leven.

zondag 17 januari 2016

Raddraaien: Vader Abraham



'Raddraaien' blijft een verrassende serie. Is het niet voor jullie als lezers dan wel voor mij als schrijver. De huisnummers van de dames en heren kappers uit de Gouden Gids van de regio Zwolle bepalen hoeveel singles ik moet verder tellen in een bak en bij de eerste de beste moet ik dan even een verhaaltje bedenken. Soms gaat dat van een leien dakje, maar ook niet zelden leer ik iets over een artiest of groep dat ik voordien niet wist. Zo komt het ook een aantal keren per serie voor dat ik met de billen bloot moet. Probeer je met je radioshows het niveau zo hoog mogelijk te houden en probeer je middels de 'Week Spot' de onderste steen boven te krijgen, trakteert het 'Raddraaien' me vandaag op dit. Staat dit ook in je bakken, Gerrit? Jazeker, dit staat in mijn bakken! Tweemaal zelfs: Een keer in het Nederlands en de Duitse versie. De 'Raddraaier' van vandaag is de eerste: 'T Smurfenlied' van Vader Abraham met die kleine blauwe wezens uit 1977.

Ik heb mijn collectie van Vader Abraham weten te beperken, maar heb toch nog een flink handjevol in de jaren zeventig-bak staan. De maxi-single ter gelegenheid van de zenderwisseling van Veronica is vanzelfsprekend, deze heeft een fraaie foto van de Norderney op de voorkant en dat heeft me altijd aangesproken. Zo'n 'Smurfenlied' moet je gewoon in de bakken hebben staan als je ooit het doel hebt gehad om alle Top 40-hits te verzamelen. Het is immers de bestverkochte plaat in Nederland in 1977. Een paar andere singles zijn erbij in geslopen, maar 'Gebeurtenissen' is geheel op zijn plek. Hoewel dat laatste nummer in 1973 kortstondig in de hitparade heeft gestaan, is dit de originele jaren zestig-persing op Delta. Uit de tijd voordat Vader Abraham bekend wordt en hij een aantal dubbelzinnige plaatjes opneemt.

Petrus Antonius Laurentius Kartner komt op 11 april 1935 ter wereld in het Gelderse Elst. Op achtjarige leeftijd wint hij zijn eerste talentenjacht, maar dat helpt hem in eerste instantie nog niet veel op weg. Hij woont en werkt enige tijd in Antwerpen in een chocoladefabriek waarbij hij expres chocola morst op zijn overall om er thuis hagelslag van te maken. Later is hij banketbakker en heeft een frietkot. Intussen zet hij dan toch de eerste stappen in de showbusiness middels het trio The Headlines, dat later de naam veranderd in The Lettersets. Hij werkt een tijdje als platenplugger voor Delta-Negram en gaat vanaf 1967 ook platen produceren voor het Delta-label. In 1969 staat hij min of meer aan de wieg van het succes van het 11 Provinciën-label van Dureco. Vanaf 'Huilen Is Voor Je Te Laat' van Corry & De Rekels is alles wat Kartner aanraakt goed voor goud. Zelf treedt hij op met De Goede Zonen en heeft in 1971 zijn eerste eigen nummer 1-hit met 'Zou Het Erg Zijn Lieve Opa' met Wilma, een zangeresje dat nota bene door Gert Timmerman is ontdekt.

De touringcar hoeft dit weekend niet gestart te worden. Ja, okay, er zijn wel een paar mensen overleden, maar niemand van het formaat van Natalie Cole, David Bowie of Otis Clay. En toch besteed ik vanavond een klein beetje aandacht aan een Nederlandse zangeres die ons is ontvallen. Vader Abraham heeft vanaf 1969 een paar kleine hits als Duo X. Zijn partner hierin is Annie De Reuver, een dame die een jaar voor Kartner's geboorte haar debuut maakt bij The Ramblers. Na jaren te hebben gezongen bij The Skymasters gaat ze in de jaren zestig werken voor Dureco en ontdekt ze Oscar Harris, De Kermisklanten en Ben Cramer. Ook produceert ze 'Zai Zai Zai' voor Cramer. De Reuver 'ontdekt' ook Vader Abraham voor Dureco en hij zal haar werk verder voortzetten. Met Jany Bron heeft ze in 1972 haar laatste succes als Ans & Jans (een tipnotering voor 'Ik Zou Het Heus Wel Willen'). In 1987 produceert ze 'Kleine Jodeljongen' van Manke Nelis. Een gebroken heup en een operatie die daarop volgde, zijn haar fataal geworden. Ze overlijdt op nieuwjaarsdag in Rotterdam, waar ze haar hele leven heeft gewoond. Annie De Reuver zou op 19 februari honderd zijn geworden.

Vader Abraham gaat intussen onverdroten door met het schrijven en produceren van carnavalskrakers en levensliederen als hij op het idee komt om een lied te maken over Smurfen. Dat heeft hem geen windeieren gelegd, van de single worden maar liefst 25 miljoen exemplaren verkocht. Hij neemt hiervoor het liedje in iedere mogelijke taal op. 'T Kleine Café Aan De Haven' wordt als 'Red Rose Cafe' een folk-traditional en is door 250 verschillende artiesten opgenomen. Herinnert me aan het feit dat ik in de jaren negentig nog eens een cd-box van Vader Abraham heb gekocht met als bonus-cd allemaal verschillende versies van 'T Kleine Cafe'. De zeezender Radio Veronica is een belangrijke supporter van het Nederlandse lied en dit wordt door Vader Abraham zeer gemist na 1978. Alleen 'Smurfenbier' belandt in de top tien en daarna wordt het steeds lastiger voor hem om op de radio te komen. Toch mag hij niet klagen, want Vader Abraham heeft méér hits gehad op de Nationale Hitparade dan welke artiest dan ook. De teller staat voorlopig op 69. En hoewel Kartner inmiddels tachtig is, is de periode van het carnaval in aantocht en zou het zo kunnen dat hij het op 70 zet. Ik help het voor hem hopen, maar laat ook de zeventigste hit links liggen.

vrijdag 15 januari 2016

Raddraaien: The Cooperettes



De vakantie zit erop! Blij dat ik weer aan de slag kan? Eigenlijk wel. Het weer nodigt niet bepaald uit tot actief zijn en ik begin op meerdere fronten te merken dat ik wel weer toe ben aan een dagbesteding. Het gaat bovendien ook een stuk fijner aan het werk nu ik het vooruitzicht heb van een contract. Dit zou op 1 februari moeten ingaan. De regelmaat zal ik Soul-xotica ten goede komen, want voor hier is zo'n vakantie eveneens desastreus. Vandaag moet ik van mezelf publiceren hoewel ik wel klaar ben voor mijn bedje. Het wordt een aflevering van 'Raddraaien' en dan eentje die oorspronkelijk was verplaatst. Gedurende de weken van de Blauwe Bak Top 100 heb ik deze platen gescheiden gehouden van de koffers en deze Raddraaier moet uit zo'n koffer komen. Ik doe hem vandaag alsnog: Veertien platen vanaf eentje die sinds een paar maanden in de reserve-Blauwe Bak zit: 'Like A Baby' van Len Barry. Ten eerste hebben we daar Bonnie & Lee waarover niks bekend is, ten tweede de potentiële Week Spot van The Burke Family en als derde 'You Hit Me' van Alice Clark. Over die laatste heb ik al eens eerder geschreven (of, zoals nu blijkt, toch niet zo heel uitgebreid... een andere keer dus!) en bij hoge uitzondering tel ik nog eens veertien door en kom dan uit bij The Cooperettes. Een plaat die helemaal in dit winterlandschap thuis hoort.

Het is begin 2012. Ik heb sinds een paar weken de 'luxe' van twee huizen: Eentje in de stad en een ander op het platteland. Die op het platteland moet nog ingericht worden en het huis in de stad moet leeg worden opgeleverd. Dat laatste wil niet echt vlotten en bovendien gooit het weer ook nog eens roet in het eten. Eind januari kondigt Koning Winter zichzelf aan. Een feest voor de schaatsrijders, maar van mij mag de dooi zo snel mogelijk worden ingezet. Nijeveen heeft geen kachel en ik kan hem niet missen in Steenwijk. Met het oog op de komende verhuispremie heb ik mezelf een doel gesteld: Ik wil een collectie Northern Soul-singles aanleggen. Daar ben ik in de eerste maanden van 2012 druk mee bezig. Dagelijks speur ik Ebay af naar 'koopjes' en kom zo uit bij een interessante veiling: Een oud-dj doet zijn collectie van de hand en, gelukkig voor mij, naast geheide Northern Soul-stampers ook iets meer 'progressief' werk, hoewel ik dan nog niet echt besef dat 'Let's Copp-A-Groove' van Bobby Wells op het Engelse Beacon-label best een bijzondere plaat is en niet bepaald grijs gedraaid in de Northern-beweging. De veiling omvat enkele tientallen singles en op vrijdag en zaterdag lopen deze af. Ik ben nog hoogste bieder op een paar singles op zaterdag als ik op vrijdag ga kijken naar enkele 'wezen'. Dan kom ik deze van The Cooperettes tegen en een Youtube-video zegt dat we het moesten doen. Ik haal de plaat keurig voor het startbedrag binnen.

The Cooperettes bestaat uit vier zussen uit Philadelphia: Janette, Debbie, Tina en Angie Cooper. Zoals praktisch iedere groep en artiest uit het soul-circuit lenen zij ook als eerste hun stem aan het kerkkoor en omstreeks 1966 gaan de dames verder als The Cooperettes. 'Shing-A-Ling' is het eerste product van de hand van The Cooperettes en verschijnt op Brunswick. Dat label heeft dan reeds enige tijd een gewoonte om de muziek apart op te nemen van de zang zodat, in geval van een flop, de geluidsband kan worden verkocht aan een andere maatschappij. 'Shing-A-Ling' wordt niet de hit dat het had verdiend en Brunswick vent de band uit aan een andere maatschappij in Philadelphia. Toch komt 'You Need Love' van Irma & The Fascinators nooit verder dan een demo, maar het is een nieuwe tekst op de melodie van 'Shing-A-Ling'. Sonny Hopson, een presentator bij WHAT Radio in Philadelphia, is de manager van The Cooperettes en hij zorgt ervoor dat The Cooperettes als voorprogramma mag aantreden van grote acts als The Mad Lads en James Brown. Tenslotte verschijnt in 1968 de single 'Trouble', eentje die nog op mijn zoeklijst staat, en daarna is de koek op voor The Cooperettes. De dames trouwen en vormen gezinnen. Debbie Cooper bezwijkt in 1989 aan de gevolgen van kanker en moeder Ethel (vermoedelijk de E. Cooper in de 'credits' van zowel 'Shing-A-Ling' als 'Life Has No Meaning Now') overlijdt in 1998. De zussen leven tegenwoordig in verschillende staten en hebben al jaren niet meer de microfoon in de hand genomen.

Is het heel gek dat ik de enige bieder ben gebleven op deze single? Tja, het is niet de originele persing, maar heb begrepen dat deze ook al flink schaars is geworden. Deze gouden Brunswick is vermoedelijk in de midden jaren zeventig geperst naar aanleiding van de populariteit van het nummer in de Northern Soul-clubs. Een bootleg dus...? Dat is niet helemaal zeker, want Brunswick schijnt rond dezelfde tijd een 'serie' te hebben gehad met gouden labels. Aan de authenticiteit wordt dus getwijfeld, maar duidelijk is dat het niet het origineel is. De plaat is op zeer zwak styreen en kent de nodige bijgeluiden, maar ik doe het ervoor! Het is één van de zeer weinige singles die ik in die tijd koop welke ik nog steeds met evenveel plezier op de draaitafel leg.

Dat is de charme van de handel van deze betreffende dj, de mix van originele singles en reproducties, maar ook van meer funky dingen tussen de Northern Soul-klappers. Opvallend is dat deze dj de platen niet heeft gerangschikt op de naam van de artiesten, maar op de beginletter van de titel. De platen zijn allen verpakt in bruine kartonnen hoesjes met plastic vensters voor het label, héél erg midden jaren zeventig. Met een lettertang zijn de titels geplakt op het hoesje gevolgd door een sticker met de eerste letter van de titel en het corresponderende nummer. In geval van The Cooperettes betekent dit dat het de 33e single is geweest welke met een 'S' begon. The Cooperettes heeft nog steeds hetzelfde hoesje, in andere gevallen zijn veel singles 'ontslagen' en zitten de hoesjes om de echte collector's items zoals 'Geni' van Terri Bryant.