donderdag 28 februari 2013

dagplate: donderdag



Ik zou het verschrikkelijk jammer vinden als dit de laatste weekplate wordt, maar de woensdagen en donderdagen in de muziek zijn dermate beperkt dat er al spoedig een einde aan komt. De dagplate van vandaag heb ik ook al twee jaar weten te rekken, vorig jaar gaf ik nog het voordeel van de twijfel aan Asobi Seksu en twee jaar geleden was Cuby & The Blizzards present met 'Thursday Night', vermoedelijk de enige Nederlandse Top 40-hit met een donderdag in de titel. Dat woensdag niet overloopt van de liedjes kan ik me iets bij voorstellen. Wim Kersten brengt niet iedere woensdagmorgen bloemetjes mee, maar alleen na het carnaval en verder is die woensdag zo'n rare dag midden in de week. Toch heb ik me verbaasd over de hoeveelheid dinsdagen, dus waarom is donderdag dan geen 'hit'? De dag voor de dag voor het weekeinde, daar moest je toch meer nzzr uitzien dan zo'n stomme dinsdag? Hoe dan ook, de dames en heren muzikanten zien dat blijkbaar anders en dus presenteren we vandaag David Bowie. We waren evengoed de klos geweest als Eartha Kitt haar autobiografie 'vrijdagskind' had genoemd...

Het mag wel een keer! David Bowie op Soul-xotica. De man is hier niet heel erg vaak geweest en dat is op zijn minst een beetje vreemd, want David Bowie kan bij mij een potje breken. Een artiest die in meer muzikale fases is geweest dan een kat levens heeft. Bowie is een 'allrounder' pur sang. Alles wat hij aanraakt, kan hij aan. Dat hij in het ene ietsje beter is dan in het andere zal hijzelf ook ruiterlijk toegeven. Zijn electronische dansexperimenten uit de midden jaren negentig vind ik ietsje minder en ook zijn periode met Tin Machine mag het vergeetboek in! Overigens is Bowie al twee jaar favoriet voor de dinsdag, maar is dat volgens mij nog niet geweest. Peter heeft namelijk het mooie Nederlandse fotohoesje van 'Love You Till Tuesday' staan en die moest ik nog eens lenen. Voor Soul-xotica natuurlijk!

De jonge David Jones weet al op vroege leeftijd dat hij artiest wil worden. Eigenlijk wil hij in de voetsporen treden van zijn grote idool Anthony Newley, maar ook de rhythm & blues trekt hem wel. Met de rhythm & blues-groepen Davy Jones & The King Bees en The Lower Third maakt hij een paar plaatjes die tegenwoordig hun gewicht in goud waard zijn. In 1966 neemt hij de naam Bowie aan, uit adoratie voor de 19e eeuwse Amerikaanse strijder Jim Bowie, hoewel er ook bronnen zijn die het koppelen aan een jazzmusicus. Het is natuurlijk om de naamsverwarring met Davy Jones van The Monkees uit te sluiten. Des te verwarrender is dan dat zowel Bowie (onder zijn nieuwe naam) als de Monkee een single hebben opgenomen voor Pye. Ik kwam een aantal jaren geleden de single van de betreffende Monkee tegen voor een exorbitant bedrag omdat de handelaar hem verwarde met Bowie. Voor Pye maakt Bowie de uitstekende single 'I Dig Everything', een hit onder de Engelse Mods, maar succes laat nog jaren op zich wachten. Dan begint zijn periode bij Deram. De singles 'The Laughing Gnome', 'The London Boys' en 'Love You Till Tuesday' halen geen van allen de hitparade en het bijbehorende album 'David Bowie' is aanvankelijk een flop. Tot Bowie's grote ergernis zal Decca hem later nog vaak dwarszitten met het vroege repertoire.

Na 'Space Oddity' (1969) ontwikkelt Bowie zich al snel tot een artiest die je in de gaten moet houden. In de jaren zeventig en tachtig speelt hij handig in op trends en ontwikkelt zelf 'en passant' ook nog een paar. Aan het einde van de jaren tachtig is het even helemaal mis met Bowie. Hij besluit een punt te zetten achter zijn oude solowerk en met de groep Tin Machine verder te gaan. Daar komt hij al snel op terug, maar de eerste schade is zichtbaar. Gedurende de jaren negentig blijft Bowie wel muziek maken, waagt zich soms aan gedurfde dingen, maar de complimenten van vakbroeders staan niet parallel aan de smaak van de platenkopers en Bowie wordt langzamerhand een uitverkoop-artiest. Als je je geld niet meer kan verdienen met hitsingles moet je toch op zoek naar een andere bron van inkomsten. En daar hebben we in de late jaren negentig het computerspel 'Omikron- The Nomad Soul'. Bowie schrijft een aantal liedjes die als soundtrack dienen, een aantal daarvan verschijnt naderhand op '...Hours', de laatste Bowie-plaat van de twintigste eeuw. Het stemmige 'Thursday's Child' is de eerste single en bereikt in Engeland een bescheiden zestiende plek.

De inspiratie voor de titel komt inderdaad van de autobiografie van zangeres/actrice Eartha Kitt. Als veertienjarige verslond Bowie dit boek dat 'Thursday's Child' als titel had. En wordt me daar iets aan gegeven? Heeft Eartha Kitt wellicht een plaat gemaakt met 'Thursday' in de titel? Dat moet ik nog na zoeken, maar volgend jaar is er gewoon weer een weekplate. Al zal ik het vanuit het Israëlisch moeten vertalen, we gaan een 'donderdag' vinden! Morgen sluiten we de weekplate af met een uiterst exotische vrijdag...

woensdag 27 februari 2013

dagplate: woensdag



We zijn weer terug bij af... Twee jaar geleden begon ik de weekplate op woensdag en vroeg me toen hardop af of we nu werkelijk 'die twee pretletters' hun dag zouden moeten geven. Je kan er niet omheen!Als de woensdag en de donderdag niet zo weinig was bezongen, had de weekplate nog jaren mee gekund, maar het zijn deze twee dagen waarop het geheel stuk loopt. Vorig jaar had ik nog de mazzel om 'Wednesday In Your Garden' te ontdekken. Volgend jaar zal ik vast een concessie moeten doen en dan maar de band Jamie Wednesday in de schijnwerpers zetten, want de woensdagen zijn op! Vandaag dan uiteindelijk toch maar die drie gezellige knapen, Nick & Simon & Garfunkel, met 'Wednesday Morning 3 AM'. Gewoon omdat het niet anders kan!

'Simon & Garfunkel zijn vet gaaf!', schreef een piepjong Facebook-vriendinnetje twee jaar geleden op haar 'timeline' (hoewel die toen nog niet bestond...). Op zichzelf vind ik het best een interessant gegeven: Meisjes die eigenlijk in de ban moeten zijn van Justin Bieber, maar die dan aan komen met muziek uit de tijd dat hun ouders werden geboren. Dan kan je zo'n zeiksnor als ondergetekende in je vriendenkring hebben, die daar hard tegenin gaat. 'Simon & Garfunkel zijn de Nick & Simon van de jaren zestig', schreef ik, toen nog onbewust. Sindsdien is het trio Nick & Simon & Garfunkel wel een feit! Het meisje in kwestie is inmiddels geen FB-vriendin meer (niet vanwege dit, maar omdat ik mezelf teveel een voyeur voelde bij haar openhartige updates), maar ze begreep toen wel mijn rol als 'advocaat van de duivel'. 'En toch vind ik ze gewoon cool'... Tja, je moet echt wel een hork zijn als je dan nog een kwaad woord over Simon & Garfunkel durft uit te spreken...

Wat is het bezwaar tegen Simon & Garfunkel? Kún je er bezwaar tegen hebben? Lastige vragen. Het antwoord is nóg lastiger. Nee, je kunt onmogelijk bezwaar hebben tegen Simon & Garfunkel. Hun muziek is voor acht tot tachtig, goede muziek en zorg voor teksten. Het toonbeeld van beschaafde Amerikaanse amusementsmuziek, ook al meent de moeder in 'Almost Famous' aan de hoes van 'Bookends' te kunnen zien dat 'they are on drugs'. 'Bridge Over Troubled Water' is een plaat die op een bepaald ogenblik in bijna iedere platenkast was te vinden, vaak vergezeld van Ennio Morricone, Thijs Van Leer en Robert Long. James Last heeft hier een lokaal verbod. Overgewaardeerd? Waarom? 'The Only Living Boy In New York' is zo'n parel die nagenoeg onontdekt is. 'The Boxer' is gewoon een klassieker, vooral niet aankomen! Voor het titelnummer is een mensenleven te kort. Je kan naar zoveel anders luisteren! Maar ja, ook Soul-xotica wil rock'n'roll en wat dat aangaat, is Simon & Garfunkel net een tikkeltje té braaf...

Zelf heb ik 'Wednesday Morning 3 AM' inmiddels acht jaar in mijn kast staan. Of nee, dat zeg ik verkeerd, hij staat waarschijnlijk in een doos of een zak op één van de twee slaapkamers. Ik heb hem eens gedraaid toen ik hem net had gekocht, maar de elpee heeft me nooit kunnen bekoren. Beetje vreemd, want ik heb 'The Paul Simon Songbook' bijna grijs gedraaid, vooral in de tijd in Mossley. 'The Sounds Of Silence' vind ik daarentegen ook een steengoed album. Maar met 'Wednesday Morning 3 AM' wil het maar niet lukken. Het titelnummer, dat de eigenlijke dagplate is, kan ik me evenmin herinneren. Noem het laksheid, maar ik heb de elpee niet voor de gelegenheid opgezocht.

Morgen gaan we dan verder met de plate van donderdag. Ook al zo'n pijnlijke dag, waarbij we de reserves moeten aanspreken. Vrijdag is er daarentegen weer genoeg keuze? Ik ben voornemens om die dag uit te pakken met een 'exoot' en een flinke knipoog naar onze fotohoesjes-man!

dinsdag 26 februari 2013

Week Spot: The Adorables



En met veel tromgeroffel presenteer ik jullie deze week de Week Spot. Ik weigerde de afgelopen week maar te vertellen welke single ik tot mijn grote verbazing had gevonden bij een bevriende Duitse verzamelaar. In de 'singles round up' van vrijdag werd hij eveneens verzwegen. De laatste paar dagen werd ik toch wel een beetje nerveus. Engelse zendingen die in tussentijd binnenstromen, maar dit pakketje is maar liefst zes dagen onderweg geweest van München naar Nijeveen. Je zou het bijna sneller op de fiets kunnen doen? En we mogen in Nederland nog van geluk spreken, want bij Amerikaanse adverteerders zie ik steeds meer die niet naar Duitsland of België willen verzenden. Oostenrijk schijnt helemaal een drama te zijn en in Italië zijn de postbodes altijd al corrupt geweest... Erg gerust was ik er niet op, want de singles waren ook al niet met Paypal betaald (en dan kun je fluiten naar je centen!) en het pakket is onverzekerd verzonden (doorgaans niet een héél groot probleem, mits je met Paypal hebt betaald). Alle paniek was echter voor niets, want vanmiddag belandde het pakket op mijn deurmat.

Vrijdag kon ik er nog niet zeker over zijn. De geluidsclips bleken andermaal niet heel representatief te zijn. Alle vier singles zijn stevig gedraaid, maar hebben een 'schoon' geluid. Het is eigenlijk alleen de Week Spot die een lelijke achtergrond-zoem heeft, maar ook hier zijn de vocalen luid en duidelijk en knettert het een beetje in de muziek. Maar... wát een kneiter! Okay, de staat haalt de prijs wel wat naar beneden, maar... we hebben het over The Adorables! Een 'supergroep' voor Northern Soul-begrippen, maar tegelijk ook een beetje ondergewaardeerd. Tijd om daar verandering in te brengen, want deze single is niet zomaar een fraaie 'double sider'. Je zou het nog moeilijk krijgen om een favoriete kant uit te zoeken!

Laten we het maar meteen hebben over de bezetting. Ten tijde van deze debuut-single bestaat The Adorables uit twee zusjes en een extra zangeres. Na deze single zal het jongere zusje van die andere zangeres zich bij het gezelschap voegen. Op deze plaat horen we de zusjes Winston. Hoewel Dave Rimmer het over Jackie Winston heeft, vertrouw ik ditmaal meer op Soulful Detroit. Zij hebben het over Joyce Winston en haar zus Betty. En Betty kennen we in de Northern Soul beter als Betty Boo. Niet te verwarren met de zangeres uit de late jaren tachtig, maar de Betty Boo van 'Say It Isn't So', een Richard 'Popcorn' Wylie-productie dat in 1979 bijna nog een hit wordt in Engeland. Naast de gezusters Winston zien we de zusjes Lewis. Pat Lewis is al vanaf de eerste plaat betrokken bij The Adorables, Diane Lewis zal zich in 1965 bij de groep voegen.

The Adorables neemt haar platen op voor Golden World, één van de meest gevreesde concurrenten van Tamla-Motown. Berry Gordy ziet zijn kans schoon om in laat 1966 Golden World over te nemen. Hij schrapt het platenlabel en gebruikt de Golden World-studio als ondersteuning voor zijn Motown-producties. 'Agent Double-O-Soul' van Edwin Starr (1967) wordt hier opgenomen met Golden World-personeel. Motown zal Starr later onderdak bieden. Dan is het al 1968 geweest en in dat jaar trekt Berry Gordy de stekker eruit. Label-eigenaar Ed Wingate is dan vrolijk terug het vastgoed in gegaan en blijft een succesvol zakenman tot aan zijn vroege dood in de begin jaren negentig.

The Adorables maakt een drietal singles voor Golden World, maar geen van allen levert het gewenste resultaat op. Pat Lewis maakt in 1966 nog een solo-single voor Golden World, Betty Winston neemt in datzelfde jaar 'Say It Isn't So' op. Diane tekent in 1967 voor Wand. Van Joyce of Jackie Winston wordt niets meer vernomen, van Betty trouwens evenmin. Zij heeft alleen het geluk dat haar single in 1979 in Engeland wordt herontdekt. Pat Lewis zal uitgroeien tot een grootheid in de Northern Soul, haar solo-platen zijn stuk-voor-stuk onbetaalbaar. Exemplaren van 'Without Your Love' van Diane Lewis schommelen tussen de 300 en de 700 pond (hoezo vishandel?), 'Keep A Hold On Me' is evenmin goedkoop, maar mijn Duitse vriend heeft tweemaal 'I Thank You Kindly' voor een tientje per stuk. Als-ie beter klinkt dan mijn exemplaar, durf ik daar wel een tientje aan te wagen. Mijn exemplaar kostte bijna 35 euro...

'Deep Freeze/ Daddy Please' is een échte 'double-sider', beide nummers zijn erg geschikt voor feestjes. Het refreintje en de vreemde ritmeschakeringen in 'Deep Freeze' maken het voor mij de favoriete kant voor de Week Spot, hoewel 'Daddy Please' weer een heerlijk bijna-Motown-gevoel heeft. In zo'n geval kies ik voor het nummer waar ik het eerst op ben af gegaan en dan moest 'Deep Freeze' de Week Spot zijn!

dagplate: dinsdag



'De eerste keer' is nooit te evenaren en zo zijn er meer van die 'eerste dingen'. Een Facebook-vriend en muziekliefhebber memoreerde vorig jaar uitgebreid zijn eerste cd-speler. Die kocht hij precies 25 jaar ervoor. Natuurlijk! Het jaar 1987. Menig vinylliefhebber riep vóór 1987 dat hij pas een cd-speler zou kopen als 'Sergeant Pepper' op zo'n glimmend schijfje werd uitgebracht. En dat gebeurde dus in 1987. Ik begon twee jaar later met het speuren naar singles op rommelmarkten en viel met de neus in de boter. Menig oude hippie had een cd-speler gekocht en leverde de plaatjes in bij de plaatselijke voetbalvereniging ten bate van een rommelmarkt. Hoewel het in het begin ook 'bij gebrek aan beter' was, ontwikkelde ik eveneens een liefde voor het gezellig knisperende vinyl. Ik stond niet vooraan om een cd-speler te kopen en vermaakte me tot en met 1992 met platen en cassettes. Toen ging ik aan het werk als muziekrecensent voor het Sneeker Nieuwsblad en kreeg in oktober 1992 mijn eerste cd: Een cd-maxisingle met de drie finalisten van de Kleine Prijs Van Sneek. Even later gevolgd door de mini-cd 'Simmersnie' van Reboelje. Toen begon een cd-speler steeds meer noodzaak te worden. De nieuwe vinylplaten werden al steeds schaarser en bovendien was een cd-tje niet veel duurder, qua opname en productie, dan een cassettebandje. De cd had de toekomst!

Had de toekomst... Inderdaad, in de verleden tijd. Als er één geluidsdrager is die het zwaar heeft te verduren, is het wel de cd. Vroeger had je achter de toonbank van de platenwinkel een rek met cd-singles. Waar die zijn gebleven? In bepaalde gevallen worden ze niet eens meer geperst en zijn de hitparades dus puur gebaseerd op 'airplay', het aantal downloads via officiële kanalen en de albumverkoop. Maar ook die laatste categorie heeft het zwaar. Er is nog één muziek-genre waarbij de liefhebbers nog speuren naar een authentieke cd en dat is die van de heavy metal. De best verkochte fysieke cd is elk jaar weer eentje uit het stevige genre, in tegendeel van wat de hitlijsten ons doen willen geloven. Niks geen Volendam!

Terug naar 1992. Er moest dus beroepsmatig een cd-speler komen. Mijn eerste baantje was op de zuivelfabriek in Heeg en de verdiensten hier waren zó goed, dat ik na een week een ghettoblaster met cd-speler kon aanschaffen. Een paar weken eerder had ik al wat 'vulling' gekocht. V&D had eenmaal per jaar, vaak in januari of februari, het Prijzencircus. In de jaren tachtig kon je nog een kilo elpees kopen, in januari 1993 heeft het warenhuis vooral héél veel cd-singles in de uitverkoop. Een gulden per stuk. Er zijn ook duurdere cd-singles, want ik herinner me nog een hele serie 're-issues' van de jaren zestig-singles van The Beatles. Toch let ik op de kleintjes en ga met drie cd-singles van een gulden naar huis. Hoewel..., was het niet 3-voor-een-rijksdaalder?

Eentje speelt even verstoppertje in mijn geheugen, misschien komt die nog later in dit bericht. De tweede is 'What God Wants' van Roger Waters. Die hoorde ik in november nog tijdens mijn fietstochtje naar Zwolle. Voordat ik bij De Singel naar binnen kon, zat ik even tijd te doden in Grizzly's en hoorde toen opeens Roger Waters. Ik had de plaat zeker in achttien jaar niet meer gehoord! De derde keuze is de dagplate van vandaag. Deze stond twee jaar geleden in de Schijf van dinsdag: 'Tuesday Afternoon' van Stonecake. De plaat was in thuisland Zweden in 1991 een doorslaand succes geweest, maar in Nederland wilde het maar niet lukken. Met name Jan-Douwe Kroeske was een groot aanhanger van het nummer en probeerde de plaat nog enkele malen te 'pluggen'. Zo ook in de zomer van 1992 toen ik dit charmante retro-popliedje voor het eerst hoorde. De plaat wilde maar geen verkoopsucces worden en zo kon je hem in janauri 1993 voor een piek bij V&D uit de bakken halen. Wat er nu precies heeft plaats gevonden, is me niet duidelijk. Nog één poging van Jan-Douwe of tóch met de hulp van Henk Westbroek? Enkele maanden na mijn aanschaf wordt 'Tuesday Afternoon' dan tóch nog een Top 40-hit. Het blijft echter wel een eendagsvlieg.

Als er nog eens een Zweed is die het nut van een Wikipedia-pagina in ziet, het zou hirr in Nederland zeer worden gewaardeerd. Dan laat ik de boel even vertalen door Google! Buiten een bezetting om en melding van de drie Stonecake-albums die tussen 1991 en 1995 zijn uitgebracht, komen we niet. Om het cd-verhaal even helemaal te besluiten: Ik heb in een jaar geen cd in handen gehad en heb buiten de dvd-speler van de computer ook geen apparatuur om dit spul af te spelen. Als de cd een vroege dood moet sterven, zal ik evenveel bloed aan mijn handen hebben!

maandag 25 februari 2013

Schijf van 5: maandag



Ze hadden er zelf al niet meer op gerekend, denk ik. De jongens van Little River Band. Tweemaal haalde ik het hoesje op bij Peter, maar besloot toch op het laatste moment iets anders te gaan doen met de maandag. In 2011 zocht ik op 'monday' in 'pop' van singlehoesjes.nl en zag opeens Duran Duran staan. Ook erg leuk en bovendien een beetje vergeten en dus ging Little River Band ongebruikt zo mijn Picasa-album in. Jazeker! Ik heb een Picasa, daar kwam ik een jaar geleden achter, stukje service van Blogger. Vorig jaar stond Little River Band opnieuw in de planning totdat ik die héle aparte single zag op de site van rarenorthernsoul.com: 'Another Monday' van Shani Wallis. Ik heb hem in een jaar niet meer gehoord en ben hem evenmin tegen gekomen. Het zou me niks verbazen dat ik 'Another Monday' na een jaar niks meer vind, ook mijn smaak binnen de Northern is in een jaar flink opgeschoven! Driemaal is scheepsrecht en vandaag mag Little River Band dan echt: Als koploper in de Schijf van 5!

In zo'n weekplate zijn vooral de woensdag en, nog erger, de donderdag de pijnpunten. Beide dagen zijn blijkbaar niet de moeite van het bezingen waard en dat is ook wel te begrijpen. De meeste maandagplaten getuigen van een katergevoel, het afscheid van je lief en de zachte herinnering aan dat geweldige feest van afgelopen weekend. Je kan ook overdrijven en schiettuig mee naar school nemen, maar omdat we niet van overdrijven houden, hebben we de Boomtown Rats wijselijk buiten deze Schijf gehouden. Zelfs niet als hekkensluiter! Daar vinden we een plaat met een titel die gedeeltelijk van toepassing is op onze dag. Stormachtig? Ik kreeg om 12 uur te horen dat ik moest overwerken. Nee, qua weer niet. Een pittige en koude noordoostenwind, maar geen stormkracht. Chris Farlowe staat dus bescheiden op de vijfde plek met 'Stormy Monday Blues'.

Platen over maandag... Natúúrlijk denkt iedereen dan meteen aan de volgende plaat. Vijf platen met 'maandag' in de titel? Deze heeft de bewuste dag zelfs in de herhaalmodus. Nee, we kunnen absoluut niet om The Mamas & The Papas heen, ook al zouden we het zo graag willen. Ik ben persoonlijk nooit echt kapot geweest van The Mamas & The Papas en dan nog wel het minste van 'Monday Monday'. Toch beschrijft het nummer heel erg subtiel waar de meeste andere maandag-platen over gaan. Het weekeinde is weer voorbij, de arbeid of de studie roept en je kan niet meer de hele dag op de bank (of in bed) liggen met je eeuwige vlam in de armen. Hét volkslied der maandagen staat op vier: 'Monday Monday' van The Mamas & The Papas.

Ze krijgen er op Wolfman Radio nog wel eens flink van langs: de zogenaamde New Romantics. Van die lieden die met hun gezicht in een poederdoos zijn gevallen en stiekem de make-up van de slaapkamer van hun zusje hebben gejat. Duran Duran was één van de vooraanstaande groepen uit de beweging, die qua uiterlijk vertoon nog de meeste overeenkomsten heeft met de latere gothic-beweging. Nee, niet je nét iets te dikke nichtje in een fluwelen tent, maar de Engelse gothic. Maar als er een flinke beurs met geld wordt voor gehouden, gaat menigeen overstag en zo ook Duran Duran. Toch vind ik de plaatjes uit hun overgangsperiode best interessant. Neem bijvoorbeeld 'New Moon On Monday', als deze twee jaar geleden niet de dagplate was geweest, had die écht op nummer 1 gestaan!

Ik had nog willen stuivertje wisselen met de nummer twee, maar ik laat het zo. Nummer drie en twee kunnen elk moment wisselen, het hangt maar net van mijn stemming af. The Bangles, een groep met een flinke knipoog naar de meer rebelse meidengroepen van de jaren zestig. Interessante repertoire-keuze. Leuke covers en ook een paar mooie albums. Maar... The Bangles heeft vooral één ding: Susannah Hoffs! Wat zou er van die tante geworden zijn? Afijn, misschien nog eens aardig om dat uit te zoeken en in een verhaaltje te zetten. Ze gingen hun goede gedrag bijna nog even aan barrels gooien met 'Eternal Flame', waarvan alleen het verhaal van de spiernaakte Bangles in een opnamestudio erg tot de verbeelding spreekt. Maar nee, wij houden het gewoon bij de muziek. Op twee staat een compositie van ene Christopher. Die man had echt meer moeten doen, want 'Manic Monday' getuigt van een groots talent!

En dan de gedoodverfde nummer één. Als je hem zo in het rijtje ziet staan, had hij voor mijn gevoel wel een stukje omlaag gemogen, maar het moest er eens van komen. Het is geen slechte plaat, integendeel zelfs, maar om The Bangles en Duran Duran of zélfs The Mamas & The Papas een treetje lager te zetten vanwege 'Home On Monday'. Hoewel..., in 1992 vond ik dit écht geweldig en heb de single nagenoeg grijs gedraaid. Eenentwintig jaar later ademt de plaat dezelfde tijd, maar verder vind ik het inmiddels maar een saai stoplapje. Geen idee trouwens waarom hij nu precies op een maandag thuis moet komen. Was toch liever op een woensdag of een donderdag je rentree gemaakt, daar zou je in 2013 een blogger ontzettend blij mee hebben gemaakt...

Morgen gaan we opnieuw even terug blikken op de weekplate van 2011. Toen sloot ik de serie af met een Schijf van 5 dinsdagen, eentje daarvan mag op 'reprise'!

zondag 24 februari 2013

dagplate: zondag



Ik vind het erg knap van mezelf, maar ik heb niet terug gebladerd naar de Schijf van 5 van vorig jaar, maar ter plekke een geschikte zondagplate uitgekozen. Of stond deze nu wel genoteerd? Afijn, dit moet hem toch echt worden, voor dinsdag grijp ik ook al even terug naar de Schijf van 5 van 2011. De laptop gaat eindelijk weer ergens op lijken, ik stoor me altijd mateloos aan zo'n kunstmatig Windows-landschapje, dus even een afbeelding tegen de achtergrond geplakt. Ook het foto-mapje van Soul-xotica is leeg gekieperd, hoewel Blogger die ongevraagd heeft ondergebracht in een Picasa-album. Ik vond het wel iets hebben, in één oogopslag zien wat ik een jaar eerder had gepubliceerd, maar zo'n opgeruimde lijst werkt eveneens fijn. De raddraai-lijst is bijna weer de oude, daar gaan we na deze Weekplate nog drie dagen mee vullen en kan dan aan een nieuwe serie beginnen. Vandaag eerst maar de maaltijd opdienen, vandaag heb ik The Tremeloes voor jullie bereid.

Platenfirma CBS heeft in de late jaren zestig een reputatie hoog te houden. 'Blonde On Blonde' van Bob Dylan is in 1966 immers het eerste pop-album met oorspronkelijke opnames dat als een dubbelelpee wordt uitgebracht. CBS ontdekte hoe genaamd al snel het voordeel van de elpees en had in 1969 een indrukwekkende stal aan elpee-groepen opgebouwd. Voor Leonard Cohen of Spirit was een single-hit niet zó heel belangrijk, de elpees moesten goed lopen. De échte bestsellers op elpee van CBS waren zondermeer Ray Conniff met zijn orkest en Andy Williams. Toch zat er soms ook een flinke flop tussen, neem bijvoorbeeld The Peanut Butter Conspiracy of de ongeorganiseerde jamsessies van Mike Bloomfield en Stephen Stills. En dus had CBS eveneens behoefte aan commerciële popgroepjes die hitsingles moesten scoren. The Tremeloes is één zo'n groepje.

De geschiedenis van de groep begint in 1958. Ze begeleiden de zanger Brian Poole en ze hebben omstreeks 1962 een paar enorme Engelse hits. Eentje daarvan is 'Do You Love Me', dat we beter kennen van The Contours. Het bereikt in Engeland een eerste plaats. 'Someone Someone' uit 1964 doet het ook nog goed en de groep moet zich zelfs wagen aan 'The Three Bells'. Inderdaad, The Tremeloes hebben de eerste concessies al achter de rug als Brian Poole in 1966 de benen neemt en zijn begeleidingsgroep tekent bij CBS. The Tremeloes wordt vaak in één adem genoemd met The Marmalade. Beide zijn het groepen die voornamelijk bekend zijn van een paar poep-commerciële hits, maar die op elpees en b-kanten een heel ander geluid laten horen. Er wordt The Tremeloes niet eens gevraagd of ze liedjes willen schrijven, ze krijgen meteen allerhande covers door de strot geduwd. Paul Simon's 'Blessed' en The Beatles' 'Good Day Sunshine' doen nog niks, maar vanaf 1967 is het raak met 'Here Comes My Baby' van Cat Stevens, 'Silence Is Golden' van The Four Seasons en de Callander/Murray-compositie 'Even The Bad Times Are Good' (hoewel de Leeuwarder beat-formatie Unbeatable beweert dat dit nummer eigenlijk van hun is...). De b-kantjes laten vaak een steviger en progressiever geluid klinken en ook de elpees getuigen van een eigen stijl, maar daar mag het singles kopend publiek niet last van hebben. Vandaar dat hun elpees lijden onder een erg zwakke promotie.

Opvallend is ook het aantal vertalingen van Italiaanse pophits. 'Suddenly You Love Me' en 'My Little Lady' hebben beide 'roots' in Italië. De eerste kennen wij trouwens beter als 'Zai Zai Zai' van Ben Cramer & The Sparklings. De dagplate van vandaag heet 'Once On A Sunday Morning' en leent de melodie van 'Cuando Sali De Cuba'. Het is slechts een bescheiden hit voor The Tremeloes in ons land. In Engeland is het succes dan inmiddels al tanend, maar maken ze even later nog wel hun beste elpee: 'Master'. Onder liefhebbers van Engelse freakbeat gaat die plaat als een klassieker de boeken in. De plaat had anders misschien een verkoopsucces kunnen worden, maar als 'Me And My Life' uit komt (1970) en de groep een interview heeft met Melody Maker en daar de kopers van hun eerdere singles 'silly suckers' noemen, zijn hun dagen in Engeland geteld. Dankzij Radio Noordzee heeft de groep in 1972 nog een top tien-hit met 'I Like It That Way', maar daarna hobbelt het snel achteruit. Het probeert het in 1975 nog eens als Space, maar komt al snel terug op de oude naam. The Tremeloes bestaat tot op de dag van heden, alleen zit er geen oorspronkelijk lid meer bij...

Nog even gruwelen tot slot? Wie herinnert zich nog 'The One And Only' van Chesney Hawkes uit 1990. Zo'n blonde jongen met een gitaar en een hele enge puist op zijn gezicht. Chesney is de zoon van Tremeloes-gitarist Len 'Chips' Hawkes...

zaterdag 23 februari 2013

dagplate: zaterdag



Sinds vanavond ben ik weer online met mijn goede oude vertrouwde Acer-laptop. Als je me dit woensdag had gezegd, had ik je voor gek verklaard. Ik dacht dat de laptop namelijk niet het driejarig jubileum zou halen, maar Marianne heeft fraai werk afgeleverd en dus kunnen we weer verder. Het driejarig jubileum? Ja, het is ergens rond de oprichting van Soul-xotica geweest dat ik deze laptop heb gekregen, maar het heeft pas tot november 2011 geduurd eer ik deze voor internet-doeleinden ging gebruiken. We hadden toen immers nog de Nokia. Met de telefoontoppertjes, maar minus een hoop knopjes! Dat driejarig jubileum gaan we niet heel uitbundig vieren, met Soul-xotica is dat anders. Tot en met vrijdag presenteer ik jullie dagelijks een dagplate, maandag maar liefst vijf. Volgende week zaterdag eten we gebak en zondag sluiten we af met een Schijf van 5 'feest'-nummers. Maar vandaag dus eerst een gewone dagplate.

En we beginnen maar meteen met een stel pretletters: Robert Smith en zijn kornuiten. Die hoeven we immers niet allemaal bij de naam te noemen, want dan zou het bericht een proportie van een familiestamboom krijgen. Smith is door de jaren heen het enige constante lid dn houdt dat inmiddels ruim 36 jaar vol. De pikzwarte haren zijn her en der iets grijs geworden, maar daar maakt Smith zich niet druk om. Zijn groep is immers de meest populaire alternatieve popgroep van voor het grunge-tijdperk, dus zijn pensioen is ook alweer een tijdje geleden geregeld. The Cure komt voort uit studenten van de kunstacademie en Robert maakt zijn podiumdebuut in 1973 als leider van een bandje. Met hem zijn dan onder andere Laurence 'Lol' Tolhurst en Michael 'Mick' Dempsey. In 1976 gaat het groepje opereren onder de naam Malice, maar hoe stuurloos de muzikanten zijn, mag blijken uit het feit dat leadgitarist Marc Ceccagno de voorkeur geeft aan een jazzrockband. Zijn andere kameraden gaan verder de punkbeweging in en veranderen tegen het einde van 1977 de naam in Easy Cure. Er hebben dan al meerdere zangers auditie gedaan, maar het is uiteindelijk Smith die zich opwerpt als leadzanger en aanspreekpunt. De groep wint een competitie van de Duitse platenfirma Hansa en het levert een contract op. Ondanks dat er opnames worden gemaakt, verschijnt er niets op vinyl.

Vanwege de jonge leeftijd van de muzikanten had Hansa gehoopt op een nieuwe tienersensatie en daarvoor moest Easy Cure covers spelen, maar dat heeft The Cure altijd geweigerd. En zo gaat de groep verder met het rondsturen van demo's, totdat Fiction zich in 1978 aanmeldt. Fiction is een onafhankelijke maatschappij welke verzekerd is van de distributie van Polydor. De eerste single heet 'Killing An Arab' en verschijnt via Polydor op het Small Wonder-label, dit omdat Fiction nog niet helemaal klaar is, maar na deze single zal Fiction het werk overnemen. Op het b-kantje van de single staat '10.15 Saturday Night', maar dit nummer zal zo'n cultstatus krijgen bij de release dat deze naast 'Killing An Arab' prijkt op de singles-verzamelaars 'Standing On The Beach/ Staring At The Sea'. Het komt eveneens terecht op het debuutalbum van The Cure: 'Three Imaginary Boys'.

Hoewel de groep pas later de erkenning zal vinden met haar 'groots en meeslepende' dingen uit de vroege jaren tachtig en de aardige pop-fusion van later uit hetzelfde decennium, zijn het voor mij deze vroege plaatjes van The Cure die het leukste zijn. De punk nog vers in het geheugen, maar toch met een drang om zich daarvan af te zetten. De liedjes zijn kort, puntig en zonder opsmuk. Geen kwaad woord over 'Seventeen Seconds' en latere elpees, maar daarmee komt de groep niet op Soul-xotica. Het zijn deze vroege post-punk-voorbeelden. Overigens wist ik tot vanavond niet beter dan dat '10.15 Saturday Night' een aparte single-track was geweest. 'Killing An Arab' wordt geen hit, maar de opvolger 'Boys Don't Cry' doet het ietsje beter. 'Jumping On Someone Else's Train' is ook zo'n fijne single, die weinig uit haalt. Dan volgt 'Seventeen Seconds' met 'A Forest' en zal de groep tot ongekende hoogten stijgen. Smith is zoals gezegd al jaren de enige constante factor, sinds dertig jaar gesteund door bassist Simon Gallup. Die mocht er in het begin dan niet bij zijn geweest, hij heeft een langere staat van dienst binnen de band dan iedereen anders!

Morgen dus geen Schijf van 5, maar gewoon een enkele zondagse plaat. Maandag ga ik jullie dan wel een maandag presenteren. Dan kan ik nu verder met de planning voor later deze week en de Raddraai-lijst in ere herstellen, want nogmaals: De laptop mag dan klaar zijn, maar is bovenal ook erg leeg...

vrijdag 22 februari 2013

Singles round-up februari

Eigen computer is goud waard? Ja, je raakt zo gewend aan bepaalde dingen... Ik ben Marianne ontzettend dankbaar dat ik haar HP even mag lenen, toch kan het ding mijn dongel niet aan en lig ik binnen vijf minuten van de verbinding af. En dus val ik maar meteen met de deur in huis: Vanwege dit ongemak zal er morgen GEEN Do The 45 zijn! Spijtig, maar het is even niet anders. Wat mis je zoal na zo'n crash? De afbeeldingen! Die had ik net keurig gerubriceerd en zouden binnenkort worden overgezet op een cd-tje. Te laat... Van het raddraaien had ik een hele mooie administratie bij gehouden die moest voorkomen dat ik weer twee avonden zoet zou zijn met inventariseren... Die twee avonden zijn alweer gereserveerd! Maar verder... als Podomatic gaat opruimen, behoren de Soul-x-rated's definitief tot het verleden en ik kan daar niet rouwig om zijn. Door de ongemakken van de afgelopen week ben ik kwalijk aan de weekplate toe gekomen, maar dat gaat door! Morgen weer vanaf de vertrouwde (?) Acer mét stabiel internet. Vandaag een balans van de nieuw binnen gekomen singles.

* Sugar Pie DeSanto- Mama Didn't Raise No Fools (Checker)
Sugar Pie is hier al eens te gast geweest. Van haar kocht ik in 1995 een verzamel-cd met het Chess-werk uit de jaren zestig en werd met name verliefd op 'Mama Didn't Raise No Fools'. Volgens het cd-boekje 'previously unreleased', maar daar moeten ze 'onuitgebracht op cd' mee bedoeld hebben, want 'Fools' was in 1966 een b-kantje van 'Jump In My Chest'. Mijn Duitse vriend Jörg stuurt me sinds The Debonaires regelmatig een lijstje toe met singles die hij weg doet. Op zijn site staat eveneens een 'set sale list'. Een lange lijst met singles voor spotprijzen. Ik bestelde een recente aanbieding, maar ook drie uit die lijst. Je zou denken dat die lijst verouderd moest zijn, maar nee! Hij heeft ze in voorraad. En zo heb ik deze originele Sugar Pie voor zes eurootjes. Hij kraakt zoals die smaakt, dat wel!

* Nella Dodds- P's And Q's (Wand)
Ik ben een beetje voorbarig want vier van de genoemde singles zijn nog onderweg, maar zullen morgen wel komen. Nella zit daar eveneens bij. Muziekvriend Albert schreef laatst: ,,Maar Nella Dodds is natuurlijk gesneden koek voor jou". Het antwoord was 'nee'. Ik had nog nooit van mevrouw Dodds gehoord! Het is toch allemaal erg interessant wat deze dame heeft gedaan. De single is in een erbarmelijke staat, maar enig huiswerk zegt dat de single vrij zeldzaam is en peperduur, als-ie in nieuwstaat is. Tja, dan hou ik op met zeuren...

* Epitome Of Sound- You Don't Love Me (Sandbag)
De eerste eigenaar moet geïnspireerd zijn geraakt door de 'cover ups', want 75 procent van het label op de a-kant is eraf! Toch hoef je Epitome Of Sound niet bepaald te 'coveren', want het nummer is al decennia een geheide klassieker in de Northern. 'Hence price', zeggen de Engelsen dan en zo heb ik voor relatief weinig een fraai origineel. Hoewel... Fraai? Zoals het een Northern-klassieker op styreen betaamt, klinkt-ie héél erg stoffig! De b-kant, 'Where Were You', is qua audio ietsje beter en is tegenwoordig even gewild!.

* Esquires- Get On Up (?)
En dit was voor mij een verrassing, dat deze blijkbaar al maanden in de verkooplijst van een Duitse verzamelaar staat. Ik ben verschillende singles van The Esquires tegen gekomen, maar deze niet. En als ik hem was tegen gekomen, was die vast peperduur geweest. De 'soundfile' laat een redelijk schoon geluid horen en dan is twaalf euro geen gekke prijs!

* Doris Jones- Stranded In The Wilderness (NEMS)
Een gezamenlijk product van Engelsman Ian Levine (later ondermeer verantwoordelijk voor de Hi-NRG) en Herb Rooney van The Exciters. Ik twijfel. Horen we hier dan stiekem Brenda Rooney? Het heeft in ieder geval wel het 'lekkere' van The Exciters. Dit is Ian Levine's idee van 'nieuwe' Northern Soul anno 1975 en dat klinkt niet gek! Alle gangmakers samen gepakt in één liedje. In de hedendaagse Northern is dit o zo uit de boze, maar daar trek ik me niks van aan...

* Bobbi Lynn- Jump Back In The Arms Of Love (Look)
'Earthquake' zet een smoorhete zondagmiddag in augustus voor mij in lichterlaaie. Bij thuiskomst vind ik de single in een veiling, maar deze verlies ik een week later. Het mag duidelijk zijn: 'Earthquake' gaat nóóit beneden de veertig pond. Uithuilen en door zoeken. Dan kom je ineens deze single bij bosjes tegelijk tegen. John Manship heeft hem voor twintig pond, maar de meesten zitten beneden het tientje. Typisch zo'n opvolger... 'almost-not-quit'. Ik vind hem in vergelijking tot 'Earthquake' een beetje drammerig, maar vooruit: Zeven euro voor de originele demo is weer geen gekke prijs...

* Carla Thomas- I May Not Be All You Want (Stax)
Een Amerikaanse demo uit 1972 met a en b identiek. Een klassiek Stax-geluid van anno 1972, het hangt stevig tegen het geluid van 'Respect Yourself' van The Staple Singers. Carla Thomas levert altijd vakwerk en ook dit plaatje is smullen van begin tot einde!

* Evelyn Thomas- Weak Spot (20th Century)
Klinkt als... Week Spot! Inderdaad, daar komt de naam vandaan...Ik noemde Evelyn al in de vorige 'round up', de Week Spot-aflevering met Joyce Kennedy, en schreef toen dat mijn 'Doomsday' niet te draaien was. Het pakket van vandaag bevat een exemplaar in nieuwstaat, dus dat is geregeld. Eerst was er 'Weak Spot' en toen 'Earthquake', maar voor mijn gevoel is dat andersom. Ik ken 'Earthquake' het langste. Beide zijn Ian Levine-producties uit 1975-76, hetzelfde verhaal als bij Doris Jones. Deze twee zijn dusdanig inwisselbaar, dat mijn Wolfman-collega Lee de ene keer 'Weak Spot' en de andere keer 'Doomsday' als zijn favoriet noemt...

* Three Degrees- Free Ride (Philadelphia)
Kijk! Ik ben niet gek! The Edgar Winter Group staat al jaren als een enorme rare snuiter in mijn Blauwe Bak, omdat ik 'Free Ride' zo lekker funky vind. En hier is het bewijs: Three Degrees speelde 'Free Ride' geregeld tijdens concerten, onder andere in 1975 in het Engelse Bailey. Dus is hun 'Free Ride' 'live' opgenomen. Dit exemplaar is een Amerikaanse stereo/mono-promo. Ik heb die mono-kanten nooit begrepen, maar heb inmiddels geleerd dat ze bij de AM-stations de voorkeur gaven aan mono-platen...

* Jr. Walker & The All Stars- Way Back Home (Tamla Motown)
Deze plaat heeft me eerst zes maanden plezier gegeven op de mp3-speler zonder dat ik wist wie het was. Het was pas in september dat ik erachter kwam dat het saxofonist Walker is. Ik vindt het niet heel erg typisch Tamla Motown, maar wel een prachtplaat met een tijdloze klasse.

Nu ontbreekt er één plaatje in dit overzicht en die serveer ik jullie dinsdag als de Week Spot naast de dagplate!

donderdag 21 februari 2013

crash



En toen zouden we enthousiast gaan raddraaien tot aan de weekplate, maar toen...? Mijn vriend en radio-collega Lee Madge heeft sinds een aantal weken een nieuwe 'feature' in zijn show: 'My first, my last, my everything'. Ook ik heb mijn lijstje ingestuurd: De eerste plaat die je ooit hebt gekocht, de laatste die je hebt gekocht en de allermooiste ooit. Voor de 'laatste' had ik besloten dat ik maar de laatste cd moest rekenen en dat is 'The Night Before' van Hooverphonic, maar omdat ik geen zin had om allerhande dozen door te spitten, dacht ik dat dit ene nummer wel even kon downloaden. Het leek nog wel zo'n legale site, een download kost er zelfs elf cent, maar bij registratie krijg je 22 cent 'krediet'. Vrolijk gedownload en nog de hele avond op het internet geweest... Niks aan de hand! Totdat ik woensdagmiddag de computer wil opstarten. Niks boem! Gewoon helemaal niks... En net zoals de persoon in de cartoon zou ik ook elk moment backups gaan maken. Te laat... Mijn archief is ook foetsie-ba! Ik heb tijdelijk even een laptopje te leen, maar die houdt me nog geen twee minuten online, vandaar dat ik dit berichtje even 'copy-paste' heb gedaan. Het driejarig jubileum van Soul-xotica krijgt zo wel een erg bijzonder tintje, want zoals het nu staat kan ik voorlopig even niet publiceren. Maar... ik zal zorgen dat ik zo snel mogelijk terug ben!

dinsdag 19 februari 2013

raddraaien: The Rolling Stones



En dan nu... tot aan de weekplate: Raddraaien. Nog even snel de seria afmaken en dan in maart met een schone lei beginnen. Hoewel het raddraaien een fijn onderdeel van de Soul-xotica-routine is geworden, hebben we het de afgelopen maanden een beetje druk gehad. Ik heb precies een half jaar over 39 maal raddraaien gedaan, dat zal vanaf maart wel ietsje vlotter gaan. Na een lastig bericht over The Tan-Geers staat er een plaatje te popelen waarover je een telefoonboek vol kan schrijven: 'Get Off Of My Cloud' van The Rolling Stones. In de Franse Decca-uitgave, de Engelse Decca zit in de reserve van de Blauwe Bak (vanwege 'I'm Free', omdat ik hem zo lekker vind!), het moest wel een gek toeval zijn als we hem nog eens zouden raddraaien, maar het is mogelijk! Zal ik maar los branden?

The Beatles en The Stones. Hoewel ze op persoonlijk vlak goed met elkaar overweg kunnen, zijn ze in de muziek elkaars tegenpolen. Maar er is iets wat beide groepen in 1965 bindt: Ze worden 'geleefd'. The Beatles is continu op tournee of werkt in de studio aan een nieuwe plaat. Eind 1965 verschijnt het album 'Beatles For Sale', een zeer dubbelzinnige titel. Dat The Beatles zichzelf, als mensen van vlees en bloed, in de uitverkoop hebben gedaan, mag blijken uit de hoesfoto. Het kwartet heeft de wallen onder de ogen. Ook The Rolling Stones heeft in 1965 al twee jaar geen moment rust gehad. Waar The Beatles door eigen personeel in waarde werd gelaten, daar heeft The Rolling Stones bovendien te maken met een eigenzinnige manager/producer die probeert een wig te drijven in de onderlinge verstandhouding. Hij heeft dit beeld van een 'imago' voor de groep. Het heeft pianist Ian Stewart zijn podiumcarriére al gekost, nu heeft Andrew Loog Oldham zijn pijlen gericht op de oprichter en de meest beeldbepalende Rolling Stone tot dan toe, Brian Jones.

'Moeders houdt uw dochters thuis', dat is één van de advertenties die Oldham laat plaatsen. The Rolling Stones is het type jongens waarvoor je moeder je altijd heeft gewaarschuwd. Langharig werkschuw tuig, altijd in voor een relletje en ze denken maar aan één ding... Daar hoort wilde opruiende muziek bij en niet de verfijnde blues waarmee de groep in 1962 is begonnen. Brian Jones is veel te lieflijk voor dat imago en moet dus weggepoetst worden uit het plaatje. Dat gaat maar moeizaam, mede omdat Jones de oprichter is van de groep. Gek genoeg heeft bassist Bill Wyman de meeste 'groupies', hoewel zijn vrouw en kind dat niet mogen weten. De drugsverslaving zal Jones uiteindelijk uit The Stones doen vertrekken, je kan in de muziek ook de nodige steken onder water bespeuren. Neem bijvoorbeeld 'Get Off Of My Cloud'.

Brian Jones en Keith Richards bespelen de gitaren op het nummer, maar Brian's partij is alleen in de originele mono-mix te horen. Op officiële stereo-opnames is zijn partij weggemixt. 'Cloud' is de opvolger van 'Satisfaction', de single die heeft bewezen dat Jagger en Richards goed in staat zijn om hun eigen repertoire te schrijven en derhalve een wereldhit is geworden. Dan moet er een opvolger komen, maar The Stones is intussen ook nog eens op tournee door Amerika. Ze hebben het eindeloos uitgesteld en dan moet het toch maar gebeuren. Mick Jagger schrijft de tekst, Keith Richards de muziek en het is uitgedacht als een rhythm & blues-liedje in de traditie van Lee Dorsey. Het is de slechte voorbereiding en de destructieve manier van produceren die 'Cloud' tot het onstuimige rommeltje maakt zoals we het kennen. Het past echter helemaal in het 'bad boys'-imago en dhet wordt overal ter wereld een grote hit. Zowel Richards als Jagger distantiëren zich jaren later van het resultaat.

Week Spot: The Tan-Geers



Vandaag dan maar een dubbel bericht? We liggen inmiddels weer eentje achter (die van zondag) en bovendien wil ik de tweede serie raddraaien voor zaterdag afgesloten hebben. Qua ruimte kan het wel, want over de Week Spot kan ik heel kort zijn. Tenminste, als het komt tot biografische details, want deze groep is in een wolk van mysterie gehuld. Misschien wel één van de meest gewilde Northern Soul-singles van de afgelopen jaren, Popsike laat zien dat er reeds in 2004 iemand 900 dollar heeft betaald voor de plaat! In veel gevallen zijn deze dure platen niet te pruimen en zou ik ze liever niet in mijn bak hebben, maar The Tan-Geers is wel een heel speciaal geval. Dit bericht zal dan ook meer gaan over de idioterie dat 'Northern Soul verzamelen' heet. Desondanks kunnen wij, armetierige deejays, momenteel onze lol niet op, want Soul Tribe heeft gemeend deze single opnieuw te persen. En nu, zeer tijdelijk, kun je dit juweeltje voor vijftien euro bij zetten in je singlesbak. Hij heeft bij mij ook al een paar maanden op het verlanglijstje gestaan en nu mag-ie dan helemaal. Vol trots presenteer ik jullie een beeldschone Week Spot!

Een platencontract en uiteindelijk een papieren sticker op de ruimte rondom het middengat. Méér is het niet! Maar toch maakt het in de verzamelaarswereld een enorm verschil als de plaat op Sun is of op Era. Sommige labels hebben dan ook nog hun eigen verzamelaars. Neem nou Okeh. Dat label heb ik al eens eerder hier behandeld. Vooral in de Britse Mod-scene is het Okeh-logo even 'Mod' als een Vespa-scooter. Plaatjes op Okeh zijn zondermeer geld waard, de ene wat meer dan de andere. En dan heb je de kampioensplaten. De singles die iedere verzamelaar lijkt te zoeken en wat de handel op zijn kop zet. Het is als de veiling van het eerste tonnetje Hollandse Nieuwe, het is wat de gek ervoor geeft.

In die zin verschilt de Northern Soul-verzamelaarswereld niet zoveel van bijvoorbeeld de rock'n'roll, funk of het levenslied. Het grote verschil zit hem in iets anders. In iedere denkbare muziekstijl, met uitzondering van stokoude reggae en ska, is de staat van de plaat het belangrijkste ingrediënt in de opbrengst van een plaat. In de Northern Soul is zoiets van secundair belang. De singles zijn geperst op styreen en hebben vaak een loeizwaar leven achter de rug. Ze knetteren en bovendien klinken ze vaak stoffig mono. In iedere andere verzamelaarswereld zou men gelukkiger zijn met een heruitgave met een betere geluidskwaliteit, maar in de Northern Soul hoort het origineel te zijn. En 'origineel' nemen we niet klakkeloos aan! Er zijn er die met de rolmaat de millimeters 'deadwax' opmeten en anderen die met de neus het etiket besnuffelen (zij kennen de geur van de lijm die door Okeh werd gebruikt...). Een zeldzaam stuk als 'Gonna Be A Big Thing' van The Yum Yums wordt ook met de grootste argwaan ontvangen. Als dan eenmaal blijkt dat het écht het origineel is...? Dan gaat het hek van de dam!

En zo gebeurde het afgelopen juni. Een originele Okeh-persing van 'What's The Use Of Me Trying' van The Tan-Geers. De plaat lag dwars door midden en die hadden ze erg secuur met plakband op de b-kant geplakt. Twee tikjes per omwenteling. 'Priced to sell': 225 pond. Drie uren later is-ie verkocht! De plaat zit in complete nieuwstaat ergens tussen de 400 en 1000 dollar. Zeshonderd euro is weliswaar een verschil, maar het is maar net hoeveel kapers er op de kust zijn...

Dan komen we uit bij de muziek... Eén woord: perfectie! Zowel 'What's The Use Of Me Trying' als 'Let My Heart And Soul Be Free' zijn waterdicht geproduceerd, prachtige harmoniezang en liedjes voor de eeuwigheid. Nadat Okeh de markt heeft afgetast met een demo, brengt het in 1968 de single alsnog officieel uit. In de 'overkill' van soul en rhythm & blues raakt dit plaatje ondergesneeuwd en flopt genadeloos. Vijfenveertig jaar later kunnen we er ons niets bij voorstellen, dit hád gewoon een hit moeten worden! Ik kies voor de Week Spot de gevoelige b-kant. We horen een zeer fraaie damesstem (die ik op 'What's The Use' niet kan ontwaren!) met een ijzersterke mannelijke close harmony op de achtergrond. De plaat is zó somber dat ik er een brok in de keel van krijg. Dat ís 'soul' voor mij...

Geheel terecht dat 'Let My Heart And Soul Be Free' een week lang Week Spot mag zijn. De Week Spot van volgende week is al bekend: Ik kwam afgelopen weekend een zeer gezocht plaatje tegen op de 'dubbele' lijst van een bevriende Duitse dj/verzamelaar en deze is al onderweg. Het zal me benieuwen of daar meer over te vertellen is dan deze mysterieuze Tan-Geers?

maandag 18 februari 2013

Schijf van 5: strand



Ja beste mensen, dat krijg je ervan: Niet op tijd in Nijeveen komen voor het dagtochtje naar het strand. Dus stapte ik om half elf op de fiets. Even een stukje... werd een héél groot stuk. Ik heb genoten, het was per slot van rekening ook beter fiets- dan strandweer. De NAP noordwaarts van Havelte naar Peize, daar in westelijke richting de Flevo-route op en vanaf Bakkeveen binnendoor via Wijnjewoude, Gorredijk, Oldeberkoop en Noordwolde. Precies een halve dag later was ik thuis. Het aantal kilometers weet ik niet, maar als ik met mijn conditie de volgende dag brak ben, dan zijn dat er veel geweest! Mijn hoofd stond me gisteravond alleen naar slapen en ik had nog niet eens de halve Schijf gemaakt, vandaar de Schijf op maandag. Dat is die volgende week eveneens, maar dan in het kader van de 'dagplates'. Vandaag gaan we zoals beloofd vijfmaal naar het strand.

Welk strand? Nou, dat van Nijeveen natuurlijk! Nijeveen heeft een prachtige zwemvijver met een grasgroene recreatieweide, iedere korrel zand die er ligt, is per ongeluk daar terecht gekomen. Nijeveen mag dan geen traditioneel strand hebben, de zwemplas wordt bij mooi weer druk bezocht en het klinkt ook leuk: ,,Ja, ik woon op loopafstand van het strand". De overige zandstranden in de wijde regio zijn allesbehalve goudgeel, dus daarvoor moet je een stukje reizen. Naar het altijd subtropische Ameland bijvoorbeeld. In 1996 heb ik auditie gedaan voor een, zich te ontwikkelen, folkpunk-band. Eén van de covers op het repertoire is deze van Johnny & Rijk. Buiten tweemaal een 'meet & greet' met pijpjes bier is het nooit wat geworden met mij en Ús Abe. Maar de herinnering blijft, om met de heer Cramer te spreken. Op vijf staat 'Op Het Goudgele Strand Van Ameland' van Johnny & Rijk.

We blijven nog even in de oudheid met een zanger die ein-de-lijk ietsje ouder lijkt te worden. Als Cliff Richard... sorry... Sir Cliff Richard last krijgt van ouderdomsverschijnselen is dat andermaal een bevestiging dat ieder mens te lijden heeft onder de vergankelijkheid. De nummer vier is bijna een halve eeuw oud, op een jaartje na, maar ook dat jaar zal wel weer om vliegen. Op vier staat Cliff Richard met The Shadows. Toen nog geen Sir, nog niet in de Here en derhalve erg rock'n'roll! 'On The Beach' (1964) blijft een puik rocknummer!

Deze Schijf is opnieuw samengesteld met behulp van Peter, waarvoor mijn dank. Een plaatje dat ik anders stom vergeten was, is de nummer drie in deze Schijf. Een plaat die erin hoort, omdat ik iedere keer weer goede luim krijg als ik het hoor. Ook al gebeurt dat maar zelden, ik had hem een paar jaar geleden op een verzamel-cd staan, maar de cd's staan al een jaar ingepakt op één van de drie slaapkamers. Lieve help! Ik heb buiten de laptop om helemaal niets om het af te spelen! Toch maar eens actief gaan speuren naar de single! Op drie staat een heerlijke jaren tachtig-deuntje van Martha & The Muffins. Omdat Nijeveen enkel een grasveld heeft, neemt deze groep ons mee naar 'Echo Beach'.

Ik moest voortdurend aan een elpee denken en had ook iets van een half-fonetische titel in mijn hoofd. Vanavond, bij de voorbereiding van deze Schijf, komt die dan toch boven drijven. Natúúrlijk! Patti Smith! 'Horses'! Haardhout kopen en daarna een open haard. Ofwel: Zo ging het bij mij en Patti Smith. Toen ik vernam dat Patti in Lokeren ging optreden en vooral werk van haar 30 jaar oude elpee 'Horses' ging spelen, ging ik maar eens luisteren naar de plaat die al jaren onaangeroerd in de kast stond. Zo ontdek ik ook dat aardige reggae-deuntje met die bijna poppy tekst en zang. Smith vindt het leuk genoeg om deze eveneens in Lokeren uit de doeken te doen. Vandaag staat het op twee: 'Redondo Beach' van Patti Smith Group (1975)

De terechte nummer 1 moet echter deze van First Class zijn. Een 'supergroep' die nog altijd hoog staat aangeschreven bij vinyl-verzamelaars. 'Beach Baby' is niks meer dan een flauwe parodie op de grote hits van The Beach Boys, maar dan ontzettend knap gedaan! Een plaat die niet alleen de zomer ademt, maar ook op het hoogtepunt daarvan een hit was. De plaat stond alleen gedurende de augustus-maand van 1974 in de vaderlandse Top 40. Wellicht dat het succes ook iets heeft te maken met de laatste dagen van Veronica? Die waren al begonnen met terug blikken en er waren al een paar oude hits opnieuw in de hitparade terecht gekomen. En First Class klonk in 1974 ook al als een brokje nostalgie. Maar het is vooral omdat je de zomer kan proeven dat 'Beach Baby' van First Class op één mag.

In het bericht van zaterdag over de 'weekplate' heb ik de komende twee Schijven al aangekondigd. Kan ik dus besluiten met dat andere grote nieuws: Ik ben er zaterdag, na publicatie van Radiodraaien, erin geslaagd om van het PRO-lidmaatschap van Podomatic af te komen. We hebben nu weer een gratis account. Ik ga binnenkort wel even iets publiceren, maar ga het waarschijnlijk niet meer via Podomatic doen. De incidentele podcast zal dan onbewust meer de geheimzinnigheid in moeten, maar hoe ik dat ga aanpakken, moet ik nog even bekijken. Wordt vervolgd...

zaterdag 16 februari 2013

radiodraaien 1



De '1' achter radiodraaien suggereert dat er een tweede kan komen, dat ligt hem aan jullie. Het was begin juli, in de tijd dat de Soul-x-rated nog gewoon in het Nederlands was, dat ik het idee opvatte van het radiodraaien. Mijn volger van het eerste uur, Harry de Vries, kwam met de vraag of hij verzoekjes kon indienen. Met de rubriek raddraaien op Soul-xotica in het achterhoofd, zocht ik drie willekeurige bakken uit: Eentje jaren zestig, eentje jaren zeventig en de laatste uit de jaren tachtig. Ik stuurde Harry, Theo 'Bluekangaroo' Jansen en mijn broer Jelte elk een lijst toe met de vraag of zij zes liedjes wilden uitkiezen van de lijst. Jelte had daarbij de pech de laatste jaren tachtig-bak te hebben en dus koos hij vijf in plaats van zes. Eigenlijk beviel me dat wel, want de Soul-x-rated was ook altijd zeventien nummers in totaal. Omdat Wolfman in het spel is gekomen en de podcasts overbodig zijn geworden, maar ik toch nog 24 dollar per maand mag inleveren voor deze pret, heb ik besloten tweemaal per maand te publiceren. In de volgende twee weken kunnen jullie er dus nog één verwachten!

Omdat ik nog wilde plannen heb voor morgen en al het een en het ander in de podcast vertel, hou ik de speellijst kort ditmaal!

1. Oxygene IV-Jean Michel Jarre (1977)
2. The Baby-The Hollies (1972)
3. Rain In May-Max Werner (1981)
4. Wonderful World Beautiful People-Jimmy Cliff (1969)
5. Big Seven-Judge Dread (1973)
6. Big Eight-Judge Dread (1973)
7. Love Of The Common People-Paul Young (1984)
8. I Can't Stop Loving You-Ray Charles (1962)
9. Bird Of Paradise-Snowy White (1984)
10. Lea-The Cats (1968)
11. Magic Man-Heart (1976)
12. Cambodia-Kim Wilde (1981)
13. Tomorrow Is Another Day-The Buffoons (1967)
14. She's Comin' Back-Alfie Kahn (1970)
15. Help Me Girl-Eric Burdon & The Animals (1966)
16. Higher Love-Steve Winwood (voor zover het lukt...) (1986)
17. Swan Lake-The Cats England (1969)

Link staat onder opmerkingen. Veel luisterplezier!

de weekplate



Omdat ik een bericht achter lig en ik geen andere mogelijkheid zie deze in te halen, heb ik besloten er even een apart berichtje van te maken. Zij die al langer Soul-xotica volgen, kennen het fenomeen inmiddels wel, maar ik heb er het afgelopen jaar natuurlijk ook nieuwe lezers bij gekregen. Op 2 maart 2010 publiceerde ik mijn eerste bericht op Soul-xotica, dat is bijna drie jaar geleden. In navolging van de afgelopen twee jaar ga ik daarom opnieuw een weekplate aanbieden: Iedere dag een verse dagschotel, maar omdat je al snel op frietjes en andere vettigheid uit komt, presenteer ik eveneens een Schijf van 5. We beginnen volgende week zaterdag met de eerste dagplate en serveren de laatste op vrijdag 1 maart. Over twee weken eten we immers taart!

Allereerst: De weekplate. Iedere dag publiceer ik een bericht over een plaat met de bewuste dag in de titel. Woensdag en donderdag zijn daarbij de pijnpunten, van de overige dagen zijn er héél veel titels. Twee jaar geleden besloot ik de Weekplate met een Schijf van 5 dinsdagen en vorig jaar hadden we 'gewoon' een Schijf van 5 zondagen. Volgende week zondag is er geen Schijf van 5, maar gewoon één titel met een zondag, maar presenteer ik jullie de volgende dag een Schijf van 5 maandagen. Shani Wallis heb ik al een jaar niet meer gehoord, twee jaar geleden hadden we Duran Duran ('New Moon On Monday') en dat is nog steeds een kanshebber voor de Schijf! Verder mogen jullie meedenken in deze Schijf. Als ik die stomme Boomtown Rats kan ontwijken, zal ik het zeker doen. Je kan nauwelijks om The Mamas & The Papas heen, maar misschien weten jullie meer exotische maandagen? Het goede nieuws is dat de Little River Band na twee jaar nu écht mag..., hun 'Home On Monday' viel altijd op laatste moment af.

Waar ik ook wel wat hulp kan gebruiken, is bij de woensdag en de donderdag. Twee jaar geleden zag Wim Kersten & De Viltjes op woensdag, vorig jaar Ronnie Dyson. Als er geen beter alternatief komt, móet ik dan toch echt aan Simon & Garfunkel en zijn toekomstige weekplates uitgezonderd. Hetzelfde geldt voor donderdag, dat moest dit jaar 'Thursday Child' van David Bowie worden, mits... iemand een beter alternatief weet?

Komende week maak ik de tweede serie Raddraaien af en begin ik na 2 maart met een schone lei. 'The day after', dat is dus zondag 3 maart, wilde ik een Schijf van 5 'feestjes' doen, ofwel titels met 'feest' of 'party'. Ook daarin mag mee gedacht worden!

vrijdag 15 februari 2013

recenzeuren: Pigmeat



Even een kleine introductie tot Recenzeuren: Tussen 1992 en 1998 werkte ik als poprecensent voor het Sneeker Nieuwsblad en bezocht daarvoor honderden concerten in Sneek en omgeving, maar het meeste in Het Bolwerk. In deze serie kijk ik doorgaans terug op één concert, maar in het geval van Pigmeat zijn dat er meerdere. Er kwam meerdere malen per jaar wel een gelegenheid voorbij om dit Friese folkpunkduo aan het werk te zien en ik keek er altijd reikhalzend naar uit. Pigmeat was altijd feest, hoewel ik op het laatst wel een beetje kritisch werd. Hét befaamde cassettebandje in 'T Hokje, ons zuiphok in Hommerts, was ook verantwoordelijk voor de introductie van Pigmeat in mijn leven. Dat bandje is ter sprake gekomen in de Schijf van 5 outro's (november) en volgens mij ook nog in het verhaaltje over 'Angel Of Death' van Slayer. Het cassettebandje was een bonte slamix, want 'Your Love' van Outfield stond er maar liefst tweemaal op en ook twee nummers van Pigmeat: 'Ugly And Slouchy' en 'Beep Beep'. Toch duurt het vooralsnog tot 1993 eer ik de twee heren voor het eerst aan het werk zie. Geen flauw idee? Hebben ze in 1992 een 'sabbatical' gehad?

Pigmeat komt in 1989 voort uit de roemruchtige punkband Kobus Gaat Naar Appelscha, qua naam een flinke knipoog naar Frankie Goes To Hollywood. Hun bekendste nummer is ongetwijfeld de rauwe versie van 'Non Non Rien'na Changé'. Henk Westbroek zit dan nog weggestopt op de dinsdagavond, maar anders had het gemakkelijk een hit kunnen worden. Pigmeat ontleent de naam aan een liedje van Leadbelly en muzikaal zitten ze in dezelfde hoek: Rammelende folk met een punk-'attitude'. Té ruig voor een geitenwollensokkenhippie, maar geknipt voor in de plaatselijke feesttent. Ik aanschouw Pigmeat voor de eerste maal op het Bevrijdingsfestival in Leeuwarden in 1993. Ik sta een beetje verdwaasd toe te kijken. Ik denk dat iedereen dat heeft gehad. Terwijl er flink wordt gemusiceerd op het podium is het vooral de droogkomische humor die de boventoon voert. In Leeuwarden hebben ze een 'kwisje', de winnaar kan een ouderwetse schemerlamp-op-poot winnen. Eerst spelen ze 'Waiting For The Light To Shine', daarna spelen ze de prijsvraag met het publiek en ik zie Jankobus Seunnenga nog zo de schemerlamp het publiek in kieperen. Dan spelen ze 'I Saw The Light', dat jarenlang een herkenningstune zal blijven. Ik ben 'om'. Pigmeat mag blijven!

Hoe vaak ik ze gezien heb? Geen flauw idee! Naast de keren dat ik aanwezig was als recensent, heb ik ze ook een aantal malen als bezoeker gezien. Sytze Haima is de gitarist en Jankobus zingt en bespeeld de kuttepiel. Ja, zo heet het ding écht! In Australië kennen ze zoiets als een 'lagerphone', ook wel een mooie! Het is een houten kruis met een klomp of een verfblik erop en met bierdoppen aan spijkertjes. De eerste slag wordt voortgebracht door te stampen met de stok, de tweede is eentje met een drumstok op de klomp. Of, zoals bij Pigmeat, op het verfblik. Stel je eens voor: Een feesttent met een houten vloer in een woestijn van weilanden. Toen Pigmeat in de feesttent van Abbega speelde, kon ik het gestamp van de kuttepiel achter Oosthem voelen. Hemelsbreed toch wel vier kilometer...

Pigmeat had een heuse fanclub en die zorgde in 1996 ervoor dat Pigmeat in Woudsend kwam spelen. Leuk voor de toeristen... Ik heb nog nooit zoveel verbaasde gezichten gezien! Het slotlied, 'U Wordt Bedankt, U Kunt Wel Gaan', duurt in Woudsend ruim een kwartier! We schreeuwen ons helemaal schor en hebben de dikste pret. Als in 1997 het nummer op cd-single wordt uitgebracht, ben ik een stuk minder enthousiast. Pigmeat gooit zichzelf in de uitverkoop, zo ben ik van mening. De cd 'Shiny Shoes' is ook al stukken minder interessant dan zijn illustere voorgangers. In de jaren 1998-99 woon ik in Engeland en heb dus blijkbaar gemist dat 'U Wordt Bedankt' in de vaderlandse top 20 heeft gestaan. Het spijt me niks! Toen ze de cd-single hadden uitgebracht, was ik er klaar mee! Genoeg mooie herinneringen.

De laatste keer dat ik ze heb gezien, was echter wel in 1999. Pigmeat speelde toen op het Dicky Woodstock Popfestival, maar ik kan me vooral herinneren dat 'Herman Moest Naar Brada' toen een 'culthit' was: Het waargebeurde verhaal van een koe die voor de deur van slachthuis Brada de vrijheid koos en Leeuwarden voor een paar uur op zijn kop zette. Ik had geen mooier afscheid kunnen wensen. Jankobus klom andermaal, al jodelend, de top van de feesttent in. Eind goed, al goed? Toch lees ik op Wikipedia dat Pigmeat het tot 2009 heeft uit gehouden. Ik wil het liever niet weten! In de jaren negentig was het één van de leukste 'live'-groepen van Nederland. Of, om met Shane MacGowan te spreken: ,,Als je dit niet leuk vindt, moet je naar de psychiater".

donderdag 14 februari 2013

raddraaien: Dr. John



Dit keer hoef ik niet in te grijpen bij het raddraaien en nog steeds komt hierdoor een artiest aan bod die al heel lang op mijn verlanglijstje staat: Dr. John. Je zou hem welhaast het boegbeeld van de muziek uit New Orleans kunnen noemen, een imposante man met een even indrukwekkende loopbaan en toch maar vanwege een anderhalf wapenfeit bekend geworden. Het eerste dat de naam Dr. John oproept, is een zweem van mystiek. Dat heeft hij met name in de jaren zestig wel over zichzelf af geroepen, maar hoewel hij de voodoo-rituelen al lang achter zich heeft gelaten, blijft dit hem toch achtervolgen. En dan hebben we het natuurlijk nog niet eens over zijn drugsverslaving die hem de helft van zijn leven heeft geplaagd met alle gevolgen van dien. Maar goed, de dokter is nog altijd onder ons, inmiddels ruim 71 jaar en niet van het podium te slaan. Er zijn al heel wat generatiegenoten met een gezondere levensstijl die deze incarnatie hebben moeten verlaten. De raddraaier van vandaag komt wederom uit de Blauwe Bak en is 'Rite Away' van Dr. John (1974).

Een paar jaar geleden liet een vriend van mij een elpee zien van James Brown, omstreeks 1967 uitgebracht op het vaderlandse Philips-label. Hij schatte de waarde zeker op een paar honderd gulden. Niet vanwege de muziek, hoewel deze specifieke James Brown-elpee niet op iedere straathoek te koop is. En nee, de plaat was ook niet in een bijster goede staat, tóch wel een fiks aantal keren gedraaid. En de eerste eigenaar had zijn naam geschreven op de hoes. Normaliter zou dit een mankement zijn die een prijs flink naar beneden haalt, maar in dit geval was dát de reden waarom de plaat bovengemiddeld veel waard was. Het handschrift werd door een kenner als authentiek bevonden: Op de hoes stond de naam van Herman Brood! Wat doet dit verhaal bij een single van Dr. John? Welnu, ik zal niet zeggen dat hij hierdoor tientallen euro's meer waard is, integendeel, maar toch voor het persoonlijk gevoel is het aardig om te weten dat deze specifieke single een 'beroemde' eerste eigenaar heeft gehad. Zijn handtekening staat erop, 'Rite Away' van Dr. John was ooit het bezit van oud-Veronica en Hilversum 3-deejay Cees Van Zijtveld. Is bevestigd door de tweede eigenaar, de eerste discjockey in de Steenwijker discotheek Chez Jean.

Malcolm John Rebennack is zijn echte naam, maar Malcolm wordt al snel ingekort tot Mac. En het is halverwege de jaren zestig als hij de naam Dr. John aan neemt. Dr. John is in de negentiende eeuw een voodoo-dokter in New orleans, een man met een opvallende reputatie. Daardoor is het een prachtige inspiratiebron voor Mac Rebennack die de cultuur van New Orleans wil weergeven in een soort 'medicine show'. Als hij in 1966 daarmee begint, heeft hij er al een gevangenisstraf op zitten welke het eind van het eerste deel van zijn leven betekent. Mac is nog maar een kind van een jaar of tien als hij voor het eerst marihuana rookt, maar al spoedig mondt dat uit in een heroïne-verslaving van jaren. In de midden jaren vijftig heeft hij enkele 'zaakjes' nodig om zijn peperdure verslaving te bekostigen en heeft naast een drugshandel een illegale sexclub en zelfs een abortuskliniek. Tegelijk zet hij ook zijn eerste schreden in de muziek. Hij komt in de leer bij Professor Longhair, de excentrieke bluespianist uit New Orleans. Niet alleen een begenadigd muzikant, maar ook iemand met een opvallende wijze van kleden. Ouderwetse pakken, fluwelen handschoenen, alles aan de Professor is 'hip'. Dr. John begint evenwel als gitarist en heeft omstreeks 1960 een paar bands en werkt als A&R-manager voor enkele artiesten. In 1963 is hij een zogenaamde 'first call session man', maar dan heeft hij de gitaar al moeten inruilen. Na een schietincident kan hij geen gitaar meer spelen, maar leert zichzelf bas en piano. In 1965 eindigt de gevangenisstraf die Dr. John heeft opgelopen na zijn vroegere 'zaakjes' en keert terug als 'Dr. John The Night Tripper'.

Hij speelt mee op platen van Sonny & Cher en Frank Zappa & The Mothers, maar begint zijn eigen carriére pas goed met de elpee 'Gris-Gris' uit 1968. Dr. John's live-optredens bevatten dan complete voodoo-rituelen en ook uitdossingen in die trant. 'Gris-Gris' is een toonaangevende plaat in het genre, maar soortgelijke opvolgers lijden schipbreuk. In 1972 ziet Dr. John geen andere manier dan de voodoo over boord te zetten en zich met een ander aspect van New Orleans bezig te houden: De traditionele liedjes uit de rijke muzikale historie van de stad. 'Dr. John's Gumbo' (1972) is een ommekeer en leidt tot 'In The Right Place' (1973). Dit album, met een eigenwijze vorm van funk en begeleiding van The Meters, bevat de hits 'Right Place Wrong Time' en 'Such A Night'. De volgende elpee heet 'Desitively Bonnaroo' en is in stijl gelijk aan zijn voorganger, maar comemrcieel een minder groot succes. De uitstekende single 'Rite Away' haalt het niet bij 'Right Place Wrong Time', maar dat geeft niets: Daarmee is-ie alleen maar meer interessant voor de Blauwe Bak!

De drugsverslaving blijft hem plagen en hij onderneemt geregeld afkickpogingen. In december 1989 komt hij dan eindelijk loepnuchter uit de laatste kliniek en zal vanaf dan 'clean' blijven. Wel heeft hij geregeld last van psychische klachten en gebruikt hij nog steeds een karrevracht medicijnen om op de been te blijven. Desondanks is Dr. John nog volop actief, zo is hij in 2011 bijgezet in de Rock'N'Roll Hall Of Fame, maar heeft hij ook een belangrijke rol gespeeld in de fondsenwerving na de verwoestende orkaan Katrina. In het kader van de Blauwe Bak herinner ik hem het meest vanwege het rauwe stemgeluid en die o zo strakke Meters als achtergrondband.

woensdag 13 februari 2013

raddraaien: Bunny Sigler


De eerste van de twee raddraaiers uit de Blauwe Bak, maar dan met een creatieve slag. Ik kwam eigenlijk uit bij The Shoes, maar ja, die hebben we al zo vaak gehad. The Show Stoppers was op zichzelf ook een leuke geweest, maar omdat ik het plan heb om de komende Do The 45 een beetje aandacht te besteden aan Bunny Sigler, is de keuze op hem gevallen. En ja, over Bunny hebben we al eens geschreven, maar dat krijg je met een weblog dat bijna drie jaar bestaat en vrijwel dagelijks publiceert. Toen ging het ook al om de raddraaier, maar kon toen de vergelijking met de cover van Timebox niet doorstaan. Eigenlijk is er niets veranderd in die situatie, want ik vind ze beide even goed. Overigens kan ik melden dat de Blauwe Bak sinds afgelopen weekend uit twee professionele koffers bestaat en twee kleine bakjes. Aan de ene kant noodzakelijk, maar aan de andere kant...? Ik had de koffer, dé echte Blauwe Bak, ontdaan van alle Motown en 'crossover', maar die staan nu weer vrolijk terug op hun oude plek. De raddraaier is nooit een meter van zijn zijde geweken, die staat al vanaf het vroegste begin in de Blauwe Bak. De raddraaier van vandaag heet 'Girl Don't Make Me Wait' van Bunny Sigler (1966).

Zaterdag 19 september 2009. Laten we dat even numeriek zeggen: 19092009. Inderdaad... 'the day before'. Toen nog nietsvermoedend. Ik zou eigenlijk die avond naar Zwolle willen gaan voor de Popronde, maar het geld wil maar niet gestort worden. Ik ben al in alle vroegte in de stad en neem plaats op het terras van Het Pandje. Het is een bijna tropische nazomerdag. Dan kom ik Bennie tegen en hij leent me een paar stuivers zodat ik toch weer even vooruit kan. Dan besluit ik even bij de Gouden Kikker te gaan kijken, naast Het Pandje. Ik mag van de eigenaar even neuzen in een vracht singles welke hij nog moet uitzoeken. Ik vis daar opeens 'Love Is In The Air' van Shocking Blue uit de bakken. In fotohoes en in nieuwstaat. Vijf euro! Voor de nagelnieuwe Bunny Sigler betaal ik een euro. Overigens moet ik Shocking Blue en nog een aantal even reserveren, want het geld komt pas na het weekend. De euro voor Bunny Sigler kan ik wél missen en zo leer ik die middag het origineel van 'Girl Don't Make Me Wait' kennen. Later op de middag belt mijn oudste broer op om komisch droog te vertellen dat hij die ochtend getrouwd is. Daarna ga ik op de fiets naar het Dwingelderveld en besluit daar de volgende dag naar Grolloo te fietsen. Onderweg naar huis, ter hoogte van Frederiksoord, ligt er een tak op de weg en zie daar: 20092009. De rest is geschiedenis.

Bunny kleeft desondanks maar weinig aan dat weekend, want het is pas in de loop van 2010 dat ik hem leer waarderen. Eigenlijk heet hij Walter Sigler en over zijn bijnaam 'Bunny' bestaan verschillende theorieën. Bunny is op 27 maart 1941 geboren. Er is een verhaal dat ons moet doen geloven dat Walter twee dagen voor Pasen of een dag erna is geboren, maar dat klopt niet met zijn geboortedatum. Het was in 1941 namelijk Pasen met 13 april. Meer waarschijnlijk is dat Walter twee opvallend grote voortanden had. Hoe dan ook: Walter zal gedurende zijn carriére volop gebruik maken van de naam Bunny Sigler. Als één van acht kinderen duikt hij omstreeks 1956 met zijn broer James op in een doowopgroep: The Opals. Het komt echter niet tot plaatopnamen en Bunny gaat daarna solo verder. Dat kan hij immers ook prima, want naast zanger is Bunny gitarist, pianist, organist, trombonist en bassist. Zijn eerste single verschijnt in 1959 op V-Tone en heet 'Family Dance'. Hij wordt begeleid door The Cruisers. In hetzelfde jaar verschijnt 'Promise Me' op Hi Lo en een single op Bee. Deze heeft opvallend genoeg hetzelfde catalogus nummer als een totaal verschillende plaat van Don Ellis & The Royal Dukes. Na een single als Mr. Emotions Bunny Sigler in 1961, gaat hij onder de oude naam verder en scoort zijn grootste successen.

Nou ja, successen... 'Girl Don't Make Me Wait' uit 1966 wordt enthousiast ontvangen in de Britse mod-scene en dus ook op de plaat gezet door de Engelse 'blue-eyed soul'-groep Timebox. Hun uitvoering staat in december 1968 even in de vaderlandse Tipparade. Als de Northern Soul in 1975 haar kookpunt bereikt, brengen de platenmaatschappijen één voor één hun 'successen' uit. London brengt ons in 1976 een single met 'Let The Good Times Roll' uit 1967 op de a-kant en deze 'Girl Don't Make Me Wait' op de flip. Het is feitelijk ook de uitvoering zoals die in mijn bakken staat. De originele Cameo Parkway-persingen zijn schaars en garanderen een topprijs als ze al opduiken. Zonder heel veel succes te hebben, kabbelt de loopbaan van Bunny Sigler fijn voort. In 1969 vormt hij een duo met zijn nicht Cindy Scott, maar na twee singles scheiden hun wegen alweer.

In de jaren zeventig laat Sigler zich van zijn meest veelzijdige kant zien, want behalve zanger met een behoorlijke 'output' van singles, toont hij zich ook een begenadigd schrijver. En zo kom ik bij de plaat die ik zaterdag in Do The 45 wil voorstellen. Je kan het platweg af doen als disco, maar omdat het geen hit is geweest en de naam van Bunny Sigler eraan verbonden is, mag hij ook als Modern Soul worden versleten. 'You're Not Getting Older' is een onweerstaanbaar lekker nummer van Instant Funk, maar je moet niet allergisch zijn voor een New York disco-beat. In de begin jaren tachtig duikt Sigler zelfs nog even op in het kamp van de Sugarhill Gang, dan uitsluitend nog actief als producenten en platenlabel. Maar... dan is er ook nog die single van Benny Sigler, waarover de meningen verdeeld zijn. Is het een typfoutje of hebben we hier met een héle andere artiest te maken. Als ik mijn vrienden in de Facebook-groep mag geloven, is de uitvoerende identiek aan Bunny Sigler.

En zo komt de volgende raddraaier ook weer uit de Blauwe Bak. We hebben nog maar een paar te gaan of deze tweede serie is ten einde en dat is ook nodig! Vanaf volgende week zaterdag serveer ik weer dagelijks een dagplate tot de dag dat we drie kaarsjes op de taart mogen uitblazen. De derde serie raddraaien begint in maart dan weer met frisse moed en een nieuwe lijst!

dinsdag 12 februari 2013

Week Spot: Alder Ray


,,Of je gaat vissen óf je boort naar olie". Een uitspraak van een 'soul brother' en collega-radiomaker. We hebben het dan over de benadering van het begrip Northern Soul op Engelse feesten. Er wordt meestal gevist: De vijver is groot genoeg met honderden liedjes die al zijn geaccepteerd in het kringetje. Zelf ben ik meer van het boren naar olie: Het vinden van plaatjes die nog niet die waardering hebben gekregen en toch uitstekend in het idioom vallen. Je kan daarbij nóg een stapje verder zetten en trachten biografische details van de artiest boven water te halen. Ook ontzettend leuk, hoewel van sommige artiesten helemaal niks bekend is. Sommige zijn in de loop der jaren getraceerd en op de hoogte gebracht van de populariteit van hun oude, soms vergeten, opnames. Alder Ray is zo'n vrouw waarvan we niet weten of ze nog in leven is. Hoe dan ook, ze weet helemaal niets van de waardering die haar plaatjes jaren later hebben gekregen. Vandaar dat ik eveneens heb gekozen voor een foto van de dame in plaats van een single-label. Mocht iemand haar herkennen, laat haar dan even contact opnemen met Soul-xotica of het Soulful Detroit-forum. Die laatste mag ook, want daar heb ik voor dit bericht dan weer de meeste informatie vandaan gehaald. Alles dat bekend is over Alder Ray. Ze is deze week de Week Spot met 'Run Baby Run' uit 1968.

Je hoeft niet heel diep te boren om bij Alder Ray te komen. Zowel 'Cause I Love Him' als 'My Heart Is In Danger' zijn alom, in de Northern Soul- en meidengroepen-wereldjes, bekende nummers. Je vraagt dames niet naar de leeftijd, maar toch kan zulke informatie wel eens bruikbaar zijn. Hoe ze ertoe is gekomen om te zingen, een paar sappige details over de groepjes waar ze bij zat. En vooral: Wat is er gebeurd in de 'gaten' van haar levensloop en dan met name: Wat is er van Alder geworden na 1972? Nogmaals: Het zijn allemaal vragen waar we waarschijnlijk nóóit antwoord op zullen krijgen. Indien Alder nog leeft, zal ze ooit terug denken aan die opnames die ze in de jaren zestig heeft gemaakt? Zou ze zich realiseren dat anno 2013 drommen mensen de dansvloer op gaan als 'My Heart Is In Danger' wordt opgezet? En dat verzamelaars kapitalen over hebben voor een originele single? Zou ze zélf de singles nog op zolder hebben liggen?

We denken dat we Alder in 1964 voor het eerst tegenkomen als lid van The Buttons, die een eenmalige single maken voor het Ember-label. Waar de bewering vandaan komt en waaraan deze wordt gestaafd, is niet bekend, want van The Buttons bestaat helemaal geen informatie voor wat betreft de leden. Haar volgende groepje, The Delicates, is beter gedocumenteerd. Hiervan weten we dat de groep naast Alder uit Priscilla Kennedy, Freddi Poole en Patsy Seates bestaat, hoewel een publiciteitsfoto slechts drie dames toont. The Delicates zijn ook meer actief als groep en brengt in 1964 vier singles uit. Muzikaal zijn ze het meest verwant aan de traditionele meidengroepen, her en der wat Phil Spector-gimmicks, maar bovenal samenzang zonder een vaste leadzangeres. Met de doorbraak van The Supremes zal dit veranderen en hoort ook een meidengroep een vast aanspreekpunt te hebben. De eerste drie singles verschijnen op het Challenge-label en de laatste op Soultown. De tweede single, 'I've Been Hurt', heeft 'I Want To Get Married' op de b-kant. Alder zal datzelfde nummer zes jaar later nog eens hergebruiken.

Na het uiteenvallen van The Delicates doet Alder Ray Mathis (ze zal later ook de naam Alder Ray Black gebruiken) vooral aan sessiewerk. In 1964 heeft ze 'Cause I Love Him' opgenomen voor Liberty, jaren later omschreven als een 'meidengroep tour-de-force'. In 1966 krijgt ze opnieuw een contract, nu bij Minit, en dat levert wederom één single op. 'I Need You Baby' zal nooit erkenning krijgen, het is de b-kant, 'My Heart Is In Danger', die eind jaren zeventig in The Casino in Wigan wordt ontdekt. Hoewel Alder Ray daarna nog enkele goede platen heeft gemaakt, is het vooral voor dit nummer dat ze wordt herinnerd. Dan komen we uit bij de Week Spot, opnieuw een b-kant. Mijn inziens een prachtige double-sider: 'Run Baby Run' is een nummer met een onweerstaanbaar ritme en een lekker fel zingende Alder Ray. Het eerste woord dat me te binnen schiet is 'cool', maar niet als in de hippe straattaal, maar als in 'onderkoeld'. De eigenlijke a-kant heet 'Love Will Let You Down' en is een mid-tempo ballad waar de klasse vanaf druipt. Over de releasedatum van deze single op het Revue-label verschillen de meningen. Soulful Detroit heeft het over 1967, maar qua platenkennis wint de Engelse dj Dave Rimmer in geloofwaardigheid. Hij noemt 1968 als verschijningsdatum. Toch dringt de tijd dan wel in combinatie met het volgende feit dat de archeoloog op Soulful Detroit naar boven heeft gehaald: In mei 1968 begint Alder Ray te touren met 'The Wilson Pickett Revue'. Volgens een ooggetuige doet ze daarin enkel covers van Aretha Franklin en Etta James en vindt het blijkbaar niet nodig om haar laatste single te 'pluggen'. Wilson Pickett ontfermt zich over haar en heeft de meest wilde plannen voor haar carriére. Er komt niets van terecht. Er zijn geen opnames uit deze periode bekend en dan komen we bij een essentieel stukje uit de geschiedenis van Alder Ray: dé foto.

Deze foto is in 2010 voor een astronomisch bedrag geveild op Ebay en is niet alleen één van de mooiste publiciteitsfoto's van Alder Ray. Het geeft eveneens een klein beetje inzicht in haar carriére. Eerder werd verondersteld dat Alder Ray jarenlang bij Wilson Pickett was gebleven, maar deze foto uit 1969 spreekt boekdelen. Ze heeft inmiddels weer een andere agent en dit betekent dat ze niet meer bij Wilson Pickett is. Een jaar later verschijnt de single 'I Want To Get Married' op het Texaanse Jetstar-label. Deze maatschappij doet hoofdzakelijk in platen van Bobby Patterson en Alder Ray kan de focus niet op haar en andere artiesten leggen. Pas twee jaar later is ze terug als Alder Ray Black & The Fame Gang, haar voorlopig laatste kleinood. 'Just Because The Package's Been Wrapped & Opened' is de veelzeggende titel van het plaatje. Het verschijnt op het minieme Sound Plus-label. Maar daar eindigt het verhaal ook meteen. Het lijkt alsof Alder Ray Black met een oorverdovende knal het heelal is ingeschoten en inmiddels al 41 jaar zeer tevreden tussen de maan en de sterren woont. En nu mag haar eigen ster even schitteren voor een weekje!

maandag 11 februari 2013

raddraaien: Vanity 6


Voordat we tweemaal uit de Blauwe Bak gaan raddraaien, is deze rubriek wederom een beetje 'stout' vandaag. Hadden we afgelopen week al het verheffende duo Leni & Ludwig, de raddraaier van vandaag laat verder zien wat voor 'troep' ik in mijn bakken heb staan. En toch heb ik deze raddraaier nog wel eens gedraaid, maar dat was slechts van een tijdelijk aard. De plaat staat nu netjes opgeborgen in een jaren tachtig-bak. Het staat niet in de weg, maar het zou evenmin een probleem zijn als die er niet stond. Qua informatie heb ik toch weer een leuke eruit gepikt, want de biografie van Vanity 6 is op zijn minst goed voor een glimlach. Ja, want over die groep gaan we het hebben. Wat kan je over de muziek zeggen? Natuurlijk, dat het weinig om het lijf heeft. Het staat dusdanig synoniem aan de kledij van het zestal? Tijd voor een stukje verdieping in de geschiedenis van de raddraaier van vandaag: 'He's So Dull' van Vanity 6 (1982).

Vanity 6 is een hersenspinsel van Prince. Zijn Koninklijke Paarsheid is dan zelf een ster in wording en valt vooralsnog op in kringen van Muziekkrant Oor die de toekomst van de funkmuziek in 1981 aan den lijve ondervinden bij een optreden in Nederland. Prince debuteert bescheiden op de Top 40 met 'Controversy', hoewel er weinig controversie aan dat nummer is, in tegenstelling tot mans' latere werk. Het is evenwel rond deze tijd dat Prince een droom in vervulling laat gaan. Sinds hij de film 'A Star Is Born' heeft gezien, wil hij een damesgroep formeren. Hij heeft voor hen de naam 'The Hookers' in petto en de dames moeten in lingerie optreden en zingen over sensuele liefdesperikelen. De gedroomde bezetting van The Hookers bestaat uit Prince' toenmalige vriendin Susan Moonsie en Brenda Bennett. Zijn persoonlijke assistente Jamie Shoop is de eerste die het veld moet ruimen. Prince raakt namelijk ondersteboven van ene Denise Matthews. Een actrice die gewend is om uit de kleren te gaan en voor wie een jarretel-setje dus als een wollen trui is. Prince wil haar de naam 'Vagina' meegeven, maar daar steekt Matthews een stokje voor. Ze gaat akkoord met de naam 'Vanity'. En, nee, ze zijn niet met zijn zessen, maar hebben samen wél zes borsten en dat is die 6 in de groepsnaam!

Hoewel 'He's So Dull' in Nederland pas na de hits komt, is het in Amerika de eerste single van Vanity 6 en een bescheiden succes. 'Nasty Boy' doet het een stuk beter en tilt het enige album van de groep naar de top van de Amerikaanse albumlijsten. Prince is een wispelturig heerschap en dat doet onder andere blijken in zijn relaties, want op den duur verschuift zijn interesse van Moonsie naar Matthews, maar lang blijft dit niet in stand. Hoewel Vanity 6 nog enkele opnames maakt met Prince, blijft het meeste op de plank liggen. Ze nemen bijvoorbeeld een demo op van 'Sex Shooter', dat een volgende single moet worden. Dan starten de opnames van 'Purple Rain', de film van Prince. Matthews moet zijn tegenspeelster worden, maar halverwege de shoots neemt ze de fraaie benen. De reden laat zich gissen. Einde van de relatie, geld of een meer lucratief platencontract bij Motown. Hoe dan ook: De scénes met Matthews moeten overnieuw met een nieuwe actrice. Dat wordt Patricia Kotero, die de naam Apollonia aanneemt en met de resterende Vanity 6 'Sex Shooter' opnieuw opneemt. Het resultaat verschijnt als Apollonia 6 en ook zij maken slechts één album.

Ik kom in 2004 een krakkemikkige cover van 'He's So Dull' tegen op het album 'Cruisin' For A Bruisin' van The Bobby Teens. Op 5 januari 2011 hier te gast in Sideburner's Blast From The Past. Dank je wel Blogger voor de fraaie zoekmachine! De 'sexy' tekst past helemaal bij de rommelige dames van The Bobby Teens (de mannelijke bassist rekenen we even niet mee...) en zo zet ik geregeld het origineel eens op. Niet zó leuk als The Bobby Teens en dus verdwijnt die na een paar maanden weer terug naar de plek waar ik hem vanavond vond.

Komen we dan nu eindelijk weer bij die eeuwenoude conclusie op Soul-xotica? Jawel hoor! Denise Matthews wil vooral nooit meer geassocieerd worden met Vanity en Vanity 6. Niet uit schaamte voor de plaatjes, want dat hadden we nog kunnen begrijpen. Nee, Vanity... euh... Denise doet aan lichaamsbedekking en gaat geregeld op haar knieën om de lieve Heer te bedanken voor Zijn vergeving. Zijn Liefde is allesomvattend, dat weten jullie al lang dankzij berichten over Barry McGuire en Donny Osmond. Maar of dit moet betekenen dat wij Matthews haar hitsige gebalk moeten vergeven?

zondag 10 februari 2013

Schijf van 5: schoeisel


'Ik leef op grote voet, ja dat is waar', wordt elders in deze Schijf gezongen. Natuurlijk zullen jullie dat beamen als jullie zien wat ik soms voor een krakkemikkige single neer leg, maar in werkelijkheid leef ik ook op grote voet. Ik heb last van platvoeten en de linkervoet is dusdanig uit model dat daar een maat 48 omheen moet. Ik heb wel eens vaker maat 47 gehad, maar daarvan slijt dan als eerste het binnenwerk door het aan- en uittrekken. Die twee pannenkoeken drijven me zo nu en dan tot waanzin en een paar weken geleden was het weer zover. Er moesten andere schoenen komen, maar het liefst wel een beetje met beleid, want ik zat niet echt ruim in de financiën. In Meppel is het al net zo gesteld als in Steenwijk, maat 47 is de top. Daarboven heb je alleen sloffen, Zweedse muilen en hagelwitte sportschoenen (die dus optisch maat 52 zijn...). Toen ben ik gaan speuren op Marktplaats en vooral op zoek naar Dr. Martens. Gevonden! Nieuw? Tja, Dr. Martens heeft een vreemde soort garantie. Als ze binnen de termijn geruild worden, vervalt de garantie en kunnen de schoenen niet als 'nieuw' worden verkocht. Daar deed ik dus mijn voordeeltje mee: Een paar nagenoeg nieuwe Dr. Martens voor de helft van de prijs! Vandaag gaan we Imelda Marcos achterna en schaffen nog maar vijf soorten schoeisel aan!

De Britse 'second wave'-mod band Cross Section is in de laatste minuut afgevallen. Cross Section nam in 1978 een rockende versie op van 'Hi Heel Sneakers' en het verscheen een jaar later in de film 'Quadrophenia'. Toch moet ik bekennen niet zo heel erg dol te zijn op 'Hi Heel Sneakers', maar het was wel weer een leuke variatie op de schoenen. Het antwoordliedje van Sugar Pie op 'Hi Heel Sneakers' heeft het dan weer wel gehaald. Sugar Pie is het nichtje van Etta James en ze hebben samen ook opnames gemaakt. Etta is ons een jaar geleden ontvallen, maar Sugar Pie? Springlevend, bijna letterlijk. Als je ziet wat die dame, inmiddels ver in de tachtig, voor capriolen uithaalt bij optredens. Petje af! Toch was er ook een tijd dat Sugar Pie ook een jong meisje was, hoopvol op een glansrijke carriére die er eigenlijk nooit is gekomen. Een antwoordliedje op een grote hit zou voor de ommekeer kunnen zorgen, maar dat was bij Sugar Pie niet het geval. Haar 'Slip-In Mules' staan vandaag wel op vijf in het schoenenrek.

Ik citeerde er in de inleiding al een stukje van, de nummer in deze Schijf. Je kan eenvoudigweg driekwart van de liedjes van Skik weg zetten als 'novelty', maar slechts enkelen in het repertoire zijn dat ook écht. Het was altijd een vreemde gewaarwording: Eerst een klassieke popsong met diepgravende Drentse tekst en dan zo'n kort snel nummer met een origineel onderwerp. 'Neije Skoenen' is een 'live'-favoriet en is nooit officieel op een album verschenen, wel hebben ze een vinylsingle laten persen met een alternatieve versie van 'Klotenweer'. En laat mij nu in het trotse bezit van deze single zijn, helaas wel helemaal afgedraaid. 'Neije Skoenen' is in de coupletten een reggaedeuntje met een punky refrein. Aardig plaatje en die mag dus op vier.

Natúúrlijk heeft iedereen een 'fetisj' voor laarzen. Kijk voor de aardigheid naar een elpeehoes van, bijvoorbeeld Nancy Sinatra, en probeer niet te kijken naar haar laarzen... Onmogelijk! Dat 'These Boots Are Made For Walkin' dus verplicht in deze Schijf moest, stond als een paal boven water. Over welke versie hoef ik dan ook niet lang na te denken. Hij is een paar jaar geleden opnieuw geperst en ik moet nog steeds een exemplaar aanschaffen. We hebben het hier over de hilarische 'live'-opname van Ella Fitzgerald. Deze jazzlegende leverde in 1966 haar aandeel door een paar grote pophits op te nemen. Haar 'Boots' is zondermeer de meest swingende van allemaal. Ook alweer zo'n novelty, we zijn er dol op! Desondanks staat ze ermee op drie.

Major Lance was degene die het grootste succes had met 'Ain't No Soul Left In These Ol' Shoes' en hoewel je weinig kritiek kan hebben op Lance, is het volgens velen, waaronder mij, niet dé allerbeste versie. Die staat op naam van een piepjonge Ronnie Milsap. Een blanke Amerikaan, blind geboren, die in de jaren zeventig en tachtig zich vooral zal ophouden in de jazzrock=contreien. In 1966 neemt hij zijn versie van 'Ain't No Soul Left In These Ol' Shoes' op. Aanvankelijk flopt de plaat, maar dankzij The Twisted Wheel in Manchester groeit de plaat uit tot een culthit in de Northern Soul-beweging. Ronnie's feestje staat op twee genoteerd.

Voordat het Northern Soul-virus ook gaat toe slaan in de Schijf van 5, hebben we op nummer 1 een deuntje uit de bubblegum: 'Shoeshine Boy' van The Lemon Pipers. Hoe kun je in hemelsnaam drie minuten zingen over een schoenpoetser die je schoeisel voor een 'dime' weer laat glimmen. In feite is dit hetzelfde verhaal als de muzikant met die groene tamboerijn, u weet wel... Toch ademt dit plaatje voor mij de zomer van 1991 en vanwege die sentimentele reden mag dit staaltje pseudo-psychedelica op 1 in deze Schijf.

Het is alweer lang geleden dat we voor het laatst met de 'club' een uitstapje hebben gemaakt, dus doen we dat volgende week. Bestemming: Het strand. Vijf liedjes met 'strand' in de titel en jullie suggesties zijn welkom. De zondag daarop is er geen Schijf, maar doen we op maandag 25 februari een Schijf van 5 maandagen. Op zondag serveer ik 'gewoon' een dagplate.