zaterdag 30 november 2013

Raddraaien: Chase



Zoals beloofd is ook de eerste Raddraaier uit de zesde serie eentje uit de Blauwe Bak. In tegenstelling tot The American Breed hebben we hier ook daadwerkelijk met een Blauwe Bak-single te maken en niet een reserve, hoewel deze ook weer niet direct onder de Northern Soul valt te scharen. De Blauwe Bak blijft een eigenaardig verschijnsel. Arrow Classic Rock gebruikt sinds jaar en dag de slogan 'De muziek van je leven' en in het geval van Chase is het zeker van toepassing op mij. Eerst via de cassetteband, vervolgens via de single, kortstondig middels de elpee en bij mijn nieuwe interesse in groovy soul en funk weer terug bij dezelfde single. Een liefde die in 1991 is ontstaan en op de dag van heden voort duurt. Deze aflevering van Raddraaien is dan ook bijna een liefdesverklaring aan een deuntje van minder dan drie minuten. De Raddraaier van vandaag is 'Get It On' van Chase (1971).

Kijk nou eens wat er van me is geworden? Als ik iets minder afgeleid zou zijn door de muziek, had ik nu een échte baan kunnen hebben. Dan had ik wellicht meer diploma's kunnen verzamelen dan de LEAO en de twee certificaten 'Journalistiek Schrijven'. De leraren in het eerste jaar van de LEAO hadden in ieder geval een hoge pet op van mijn kunnen. Ik zou het gemakkelijk tot filosoof of journalist kunnen schoppen, genoeg herseninhoud voor dat. Maar... dan is het 1989 en viert de Top 40 haar vijfentwintigjarig jubileum. Het Hitdossier komt uit en ik bestudeer liever dat en de verscheidene popencyclopedieën dan de droge stof van school. Maar, dan opnieuw, met een echte baan en een zooi diploma's had ik geen popkwissen gewonnen en had ik nu evenmin bij Wolfman Radio achter de microfoon gezeten. Het is alleen maar gekheid. Ik heb nooit, ik herhaal: nooit, spijt gehad dat ik op mijn zeventiende van school ben gegaan. Dat ik het leven niet uit boekjes heb geleerd, maar door zelf met de neus door de goot te gaan.

Middels het Hitdossier leer ik veel titels kennen waar ik me geen voorstelling bij kan maken en dus hou ik de radiogids in de gaten. De NCRV-gids vermeldt namelijk de speellijsten van de Arbeidsvitaminen, Gouden Uren en Goud Van Oud. In de examentijd van de LEAO zie ik dat 'Get It On' van Chase gedraaid gaat worden in dat laatste programma en ik zit klaar met de cassetteband in de aanslag. Tot mijn grote verrassing heeft 'Get It On' niets met het gelijknamige plaatje van T.Rex te maken. Ik ben dan al dol op 'underdogs' en zo'n plaatje dat slechts twee weken op 39 in de Top 40 heeft gestaan, is meteen favoriet. Op de fietstochten door de provincie (op zoek naar molens volgens een boek uit 1971) heb ik menigmaal de rode Realistic-walkman mee en de cassettebandjes die ik van de radio heb opgenomen. Ik leer zodoende 'Get It On' steeds beter waarderen, maar de plaat wil niet op mijn spoor komen. Dat gebeurt pas in september 1995 bij mijn eerste bezoek aan Diskid in Zwolle. Ik heb het op dat moment even gehad met 'Get It On' en de plaat verdwijnt in de bakken.

Als ik terugkeer uit Engeland en in De Bilt kom, zie ik het debuutalbum van Chase daar in de bakken staan. Ik doe het officieel: Ik reken keurig de plaat af bij de kassa (drie gulden) en daarmee is-ie echt van mij. Niet alleen 'Get It On', maar ook de rest van de elpee kan me bekoren. De vreugde hiervan is echter kort. De elpee verhuist met me mee naar Tuk en dan zal ik op een zaterdagavond plaatjes draaien in Gelderingen in Steenwijkerwold. Dan blijkt iets niet in orde te zijn met de platenspelers en wordt voorgesteld om mijn platen daar te laten staan. Foute boel. Daar ben ik een hoop kwijtgeraakt! Niet alleen mijn Mint-uitgave van 'Dusty In Memphis', maar ook deze van Chase.

Oude liefde roest niet en verder in de nieuwe eeuw ga ik 'Get It On' weer waarderen en toepassen in mijn dj-sets. Hoewel het koperpop is ('brassrock' op zijn Engels) en menig Northern Soul-danser je zal wurgen als je het draait, is het zo'n energie-kick om deze te draaien. Chase is genoemd naar Bill Chiaise. Zijn vader is Italiaans en beseft kort na aankomst in Amerika dat Chiaise te lastig is om uit te spreken en verandert de naam in Chase. De kleine Bill wordt van huis uit gemotiveerd om de muziek in te gaan en als tiener gaat hij trompet spelen. Als hij een concert heeft bijgewoond van Stan Kenton met hoge noten-trompettist Maynard Ferguson, weet hij het helemaal zeker. Later zal hij zelf met Ferguson, alsook in Woody Herman's band spelen. De groep Chase komt in 1970 bijeen: Een negenmansformatie met drie trompettisten. Blood Sweat & Tears en Chicago hebben de weg geplaveid voor de koperpop, hoewel de jazz en bigbands bij Chase meer op de loer liggen. Het debuutalbum met 'Get It On' is wellicht het beste voorbeeld van Chase' muziek, vanaf het tweede album verbergt Chase de trompet-sectie opzettelijk. ,,Het publiek moet alleen de goede stukjes horen, ze hoeft niet overdonderd te worden". Het publiek is het er niet mee eens en de interesse in Chase' platen verflauwt. Op 9 augustus 1974 komt plotseling een einde aan het leven van Bill Chase als het tweemotorig vliegtuigje neerstort. Bill Chase leeft voort in een serie mondstukken voor trompet van het merk Schilke.

vrijdag 29 november 2013

Van hit naar her: Parra For Cuva ft. Anna Naklab



Allereerst een mededeling die ik steeds vergeet te doen. Mijn Blogger-dashboard geeft behalve de 'kijkcijfers' van de verschillende berichten ook het totale aantal pagina-weergaven aan. Op dit moment zit ik 160 verwijderd van 40.000. Nee, ik ga geen gebak kopen en evenmin hier uitgebreid feest vieren, maar het is leuk om te weten? Hoewel... we bestaan bijna vier jaar en tienduizend per jaar is 'een grappige hobby' in vergelijking met andere bloggers, maar ik ben er uiterst content mee! Een paar weken geleden nam ik de Top 40 al even onder de loep en nu krijgt het een voortzetting in de vorm van een onregelmatig verschijnende serie. In 'Van hit naar her' neem ik een, mij tot de verbeelding sprekende, artiest of groep uit de actuele hitparade op de korrel. Dat is opeens héél ander werk dan het Raddraaien, in geval van Parra For Cuva & Anna Naklab heb ik reeds een uurtje huiswerk gedaan en daarvoor plusminus twintig pagina's aangeklikt om tot informatie voor een bericht te komen. Plus nog een kleine herinnering aan twee jaar geleden moet dat helemaal goed komen. 'Wicked Games' van Parra For Cuva & Anna Naklab staat voor de zesde week in de Top 40 en zit even vastgeplakt op nummer zes.

'Sometimes I need to be alone with my music', las ik vanavond bij een vriendin op Facebook, een tekst naast een tekening van een meisje naast haar platenspeler. Twee jaar geleden bezocht ik in de maand november twee concerten in Zwolle. Het eerste concert was van Snowblink waar ik Chayah op de koop toe kreeg. Een magische muzikale vrijdagavond. De volgende dag sprak ik af met een vriendin om wat te gaan drinken. We zaten goed en wel een uur aan de bar toen ik ineens stil viel. Ik hoorde iets uit de luidsprekers en hoorde mijn vriendin ook nog iets zeggen 'dat ze het helemaal niks vond'. Geen boodschap aan, meid! Het nummer absorbeert me en gedurende de drie of vier minuten zit ik in een trance. Als het is afgelopen is alles opeens 'anders'. De overige muziek uit de mp3-jukebox klinkt nergens naar, de icetea smaakt naar terpentine en ik moet mijn liefste vriendin vertellen dat ik naar huis wil. Eenmaal thuis ga ik aan de slag met Youtube en Mp3raid. De mp3 blijkt achteraf een Youtube-rip te zijn en ik moet zeggen dat die extra geluidseffecten alleen maar bijdragen aan de sfeer van het nummer. Ik heb het over 'Video Games' van Lana Del Rey. Na het tweede concert in november heb ik het plotsklaps even helemaal gehad met de tedere zangeresjes en dompel mezelf onder in de woeste Northern Soul-klappers. Wat ik later hoor van het album van Lana doet me helemaal niks, het zal nooit meer zo worden als de eerste keer!

Muziek die je even helemaal uitschakelt. Het komt maar zelden voor bij mij, maar áls het dan ook raak is? Zo was ik een maand geleden weer eens repertoire aan het zoeken voor een aflevering van Floorfillers en zat inderdaad weer te speuren in de verschillende hitparades (Top 40, Tipparade, BBC Singles Top 40 en de Engelse dance-charts). Het was de week dat 'Wicked Games' van Parra For Cuva & Anna Naklab nieuw binnenkwam in de Tipparade. Zou het een cover zijn van Chris Isaak? Ja, dat blijkt inderdaad zo te zijn. Dan zal het vast een hele zouteloze cover zijn. Ik wil hem al overslaan en naar een volgende gaan, maar zoek het toch even op. Wat er dan gebeurt, is te vergelijken met 'Video Games' van Lana Del Rey. Ik word gegrepen! Die avond laat ik de single zijn 'debuut' maken in Floorfillers en de eerste reacties zijn over het algemeen positief. Gisteren heb ik de plaat voor de derde maal gedraaid in Floorfillers, nu ietsje meer kritiek, maar mij maakt het niet meer uit. Ik hou oprecht van deze versie en durf mijn hand ervoor in het vuur te steken door te zeggen dat ik hem even goed vind als het origineel. Gelukkig blijk ik niet alleen te staan in die mening.

Een collega-blogger suggereert dat Anna Naklab nodig eens de studio in moest met Chris Isaak en dat dit wellicht tot een magisch vervolg zou leiden. Hoe dan ook, de jongedame Naklab heeft het voorlopig ietsje te druk met Parra For Cuva. Afgelopen juli moest ze de knoop doorhakken: Of definitief kiezen voor de muziek of een baan overdag behouden. Ik geloof dat ze voor het eerste heeft gekozen en de tijd moet uitwijzen of dit verstandig is geweest. Zelf vrees ik dat het 'mopje' wat te eenzijdig is om een langdurig succes te bewerkstelligen, maar ik denk zeker dat het nog wel één of twee succesvolle singles kan opleveren. Nicolas Demuth is een 22-jarige producer uit Berlijn. Hij heeft het in de voorgaande jaren onder verschillende namen geprobeerd, 'Parra For Cuva' is een combinatie van Spaans en Portugees en is vooral gekozen omdat het 'bekt'. 'Parra' staat voor 'tussen twee werelden' en 'Cuva' zou een meisjesnaam zijn. Anna is het vroegere buurmeisje van Demuth en is afgelopen zomer pas twintig geworden. Hoewel ik het gebruik van akoestische gitaar en minimale electronische beats van Parra For Cuva zeer goed kan waarderen, maakt Naklab juist hét verschil voor mij. 'Uniek' is een gevaarlijk woord dat ik niet graag in de mond neem, maar Naklab's stem is zeker wel apart. Niet mainstream glad, eerder een verloren gewaande country-zangeres in de sfeer van Collie Ryan. Haar stem geeft nóg meer een David Lynch-sfeertje aan het nummer dan dat Chris Isaak deed, terwijl zijn nummer notabene werd uitgekozen voor de soundtrack van een Lynch-film. Ik heb buiten 'Wicked Games' al wat andere samenwerkingen tussen Naklab en Parra For Cuva beluisterd en... het blijft mij boeien! Overigens is het geen getrouwd stel: Parra For Cuva doet het ook solo en schuwt het experiment niet. Zo trad hij onlangs op met een rockgitarist.

Ik heb het niet zo op de 'handjes in de lucht'-deejays van de massa, maar kan een goede dance-producer waarderen als kunstenaar. Soms zijn het nét echte muzikanten. Neem nou Christian, hij citeert de pianist Ludovici Einaudi als zijn meester. Van hem schijnt hij het improviseren op de piano te hebben geleerd. Het resultaat is onder andere te horen in 'Something Near', dat ikzelf reeds heb uitgekozen als opvolger van 'Wicked Games'.

donderdag 28 november 2013

Raddraaien: American Breed



Deze laatste aflevering van Raddraaien in de vijfde serie heeft evengoed nog wat voeten in de aarde. De eerste de beste single die ik 52 plaatjes vanaf 'You're The Fool' van The Three Degrees tegenkom, is een plaatje dat jullie eerst gaan tegenkomen in de 'Singles round-up' en wellicht dezelfde artiest binnenkort ook nog in de Week Spot. Die houden we dus nog even achter de hand. Nog maar eens 52 plaatjes verder en dan komen we uit bij The American Breed. Onlangs wel genoemd in een 'Singles round-up', maar ik geloof niet de hele geschiedenis van de groep uit de doeken gedaan. Dat doen we nu dan. Ik moet er wel bij opmerken dat 'Bend Me Shape Me' in de reserve-Blauwe Bak staat. We rekenen hem uiteraard niet tot de Northern Soul, maar het is een plaatje dat het altijd goed doet bij optredens. De Raddraaier van vandaag is dus 'Bend Me Shape Me' van The American Breed (1967).

Onlangs kocht ik nog 'The Brain' van The American Breed en was bij de aankoop toch niet zo heel erg zeker of ik hier met dezelfde groep van doen had. Een groot deel van de verwarring ligt ten grondslag aan Dot Records, de oorspronkelijke platenmaatschappij van de groep. Die heeft in de late jaren zestig een beetje een rommelige distributie in Europa. In Nederland valt Dot nog het meeste onder Delta-Negram, in Denemarken verschijnt het via Stateside (EMI), maar ik zie in de collectie van Peter eveneens een uitgave op CBS. 'The Brain' verschijnt dan ineens weer op Philips en dat is, op zichzelf, ook weer niet zo gek, want eerder viel Dot in ons land onder London Records en dus Phonogram. Maar... dit is voer voor de dames en heren platenverzamelaars, het verandert niks aan de muziek en daar gaat het hier over.

The American Breed ontstaat in 1967 in Cicero, Illinois, maar de groep trekt al vrij snel naar de grote stad en dus Chicago. Ik meende net iets anders geleerd te hebben over 'Bend Me Shape Me', maar als Arnold Rypens het zegt, dan geloof ik het. 'Bend Me Shape Me' is geschreven door de heren Scott English en Larry Weiss en wordt eerst opgenomen door The Outsiders. Nee, niet de groep van Wally Tax, maar de Amerikanen die we hier in het verleden al eens hebben gehad (toen vanwege de Northern Soul-'cover up' als The Detroit Shakers). Die groep heeft in 1966 een grote Amerikaanse hit met 'Time Won't Let Me' en Nederland maakt in de jaren zeventig kennis met het liedje door de elpee 'Goud Van Out'. 'Bend Me Shape Me' staat op het debuutalbum van The Outsiders en... de eerste cover-versie is van The Models. En daar meende ik dus net geleerd te hebben dat dit het origineel was. The Models is een groepje fotomodellen van de Vogue die bovenwel kunnen zingen en Tom Wilson 'verfraait' het nummer met electronische fratsen. Eind 1967 is The American Breed aan de beurt. De plaat bereikt in Amerika een vijfde plek en doet het in andere landen ook best goed. De opvolgers van de single lijden allemaal schipbreuk en in 1969 gaat de groep uiteen.

Of besluiten we het verhaal daarmee te vlug? Wellicht, want nadat de groep voor een tijdje The Breed en Smoke heeft geheten, gaan ze zich 'Ask Rufus' noemen. Daarvoor recruteren ze de zangeres Paulette Williams en de groep gaat meer op de funky toer. Na verloop van tijd wordt 'Ask' van de naam gehaald en vindt Rufus in Chaka Khan een geschikte vervanger van Williams. Toch komt The American Breed nog wel eens bij elkaar. In 2005 bijvoorbeeld als de honkballers van de Chicago White Sox kampioen worden, brengt leadzanger Gary Loizzo een cd-single uit met de titel 'Rock With The Sox'. Het schijfje verschijnt als The American Breed. Toch is het vooral 'Bend Me Shape Me' dat hun belangrijkste wapenfeit zal blijven. Hoewel ze niet de eerste zijn die het opnemen, hebben ze wel als eerste een hit met het nummer. De lijst van covers is eindeloos. Om het nóg interessanter te maken voor de verzamelaars, er bestaat nog een kortere afwijkende versie van 'Bend Me Shape Me', sneller dan de normale 'edit'.

En daarmee besluiten we de vijfde serie Raddraaien, maar... omdat 'Bend Me Shape Me' in de alfabetische volgorde van de vijfde serie-kandidaten bovenaan staat, gaan we van daaruit verder in de volgende aflevering!

woensdag 27 november 2013

Raddraaien: Joe Cocker



Nee hoor, we zijn niet weemoedig. We gaan met frisse zin door in de zesde serie. Toch herinnert de Raddraaier van vanavond even aan het begin van deze serie. De naam is niet helemaal passend bij het concept dat ik momenteel hanteer, maar heeft alles te maken met een héél ambitieus plan dat ik had. Ik zou namelijk vijf- tot zesduizend singles selecteren en deze een nummer toe wijzen. Ik zou vervolgens jullie, lezers, vragen mij een paar nummers te geven en aan de hand daarvan het rad te laten draaien. Zesduizend singles, op papier, in een willekeurige volgorde zetten is een klus waaraan je niet wilt beginnen en toen ontstond het huidige idee. In het begin vroeg ik maar aan vrienden op Facebook om een cijfer te noemen, maar ook dat bleek teveel inspanning te kosten. Toen zat ik opeens door een Gouden Gids te bladeren en toen wist ik het! Ik moest nog even snel een beroep kiezen dat overal in de straat, tot zeven hoog op een flat, kan zitten en kwam toen uit bij de kappers. Er zijn immers genoeg 'mobiele kappers' die in een flat wonen. Zie hier: De uitwerking van het Raddraaien. De huisnummers bepalen hoeveel singles ik tel vanaf de vorige uit die bak en daar gaat het verhaaltje dan over. Joe Cocker was één van de allereerste artiesten, toen met 'Cry Me A River', vandaag mag 'Feelin' Allright' in de schijnwerpers.

In dat eerdere bericht hebben we de persoon Joe Cocker ook wel genoeg behandeld, net als bij Bobbi Lynn van gisteren ga ik nu eens dieper in op de songschrijver: Dave Mason. Van die man heb ik slechts één single in de bakken staan ('The Lonely One' uit 1974) en de kans dat die ooit in Raddraaien zal voorkomen, is nihil. Toch zijn er lieden die minder hebben uitgehaald dan Dave Mason, ook al benader ik zijn werk met enige reserve. Als Traffic-fan is Dave Mason eigenlijk een vloek. Natuurlijk: De hits van Traffic zijn allemaal door hem geschreven, maar binnen de groep heeft hij geen plaats. Steve Winwood erkent dit later in een interview: ,,Jim Capaldi, Chris Wood en ik probeerden samen te schrijven en muziek te maken. Dave Mason kwam met een kant-en-klare compositie in de studio en vertelde ons wat we moesten doen. Alsof we zijn begeleidingsgroep waren". Ja, het is tekenend voor de eigenzinnigheid van Mason, maar dat zal hem later bij menig grootheid op het podium brengen. Maar wees nou heel eerlijk, Steve Winwood? Zou jij geassocieerd willen worden met 'Utterly Simple'?

David Thomas Mason wordt op 10 mei 1946 geboren en ontmoet drummer Jim Capaldi in de groep The Hellions, die even later een doorstart maakt als Deep Feeling. Hoewel Mason oorspronkelijk van Worcester is, hangt hij rond 1967 rond in Birmingham. Hij is zodanig betrokken bij de oprichting van Traffic. Amerikaanse distributeurs zijn inmiddels gewend om Engelse albums onder handen te nemen voor de eigen markt, kijk maar naar The Beatles. 'Paper Sun' is slechts een van de weinige nummers die ze alle vier hebben geschreven, maar de grootste hitsingle van 'Dear Mr. Fantasy', het debuut van Traffic, komt uit de pen van Dave Mason. Het is het quasi-psychedelische 'Hole In My Shoe', dat later niet onverdienstelijk wordt gecoverd door Neil uit The Young Ones. Het is lulligheid ten top in vergelijking met de overige groepsnummers. Op de Engelse uitgave staan twee solo-dingen van Mason, 'Hope They Never Find Me There' en 'Utterly Simple', maar die worden van de Amerikaanse persing gehouden. De vervangende tracks zijn 'A Hole In My Shoe', dus het enige Dave Mason-solonummer op de plaat, en het uitstekende 'Smiling Phases' (gecoverd door Blood Sweat & Tears). Mason staat evenmin afgebeeld op de Amerikaanse hoes. Hij heeft Traffic reeds verlaten als het album nog moet uitkomen.

Voor het tweede album 'Traffic' keert hij even terug op het nest en doet mee aan een paar sessies. Op dat album staat dan ook het origineel van een 'evergreen' en 'Feelin' Allright' is ook nog een bescheiden hit. Mason heeft alweer de benen genomen en keert in 1971 nog eenmaal terug op 'Welcome To The Canteen', maar heeft het bovenal te druk met zijn eigen loopbaan. Hij speelt de twaalfsnarige akoestische gitaar op 'All Along The Watchtower' van Jimi Hendrix, nadat deze Bob Dylan's versie heeft gehoord op een feestje bij Mason thuis. Hij toert met Delaney & Bonnie & Friends en levert hen 'Only You Know And I Know'. Hij is te horen op 'All Things Must Pass' van George Harrison, maar net niet op 'Layla And Assorted Love Songs' van Derek & The Dominoes. Hij produceert 'Music In A Doll's House' van de Schotse formatie Family en deze band speelt mee op zijn eerste solo-single. Vanaf 1970 maakt Mason aan de lopende band elpees, waaronder eentje met Cass Elliott, de dikke mamma uit The Mamas & The Papas. Zijn pensioen heeft Mason echter al heel vroeg geregeld, want dat is 'Feelin' Allright'.

Mongo Santamaria, Joe Cocker en Grand Funk Railroad hebben elk een hit met het liedje en de opsomming geeft mooi aan hoe breed de cover-versies zijn. Cocker heeft echter de grootste. Hij neemt zijn eerste versie op in 1969, maar dat liedje bereikt in 1972 een 33e plek in Amerika. In Nederland komt Cocker in 1972 op een veertiende plek. Omdat Traffic negen plaatsen lager eindigde, is het ook hier dé hitversie. Even een knipoog naar de soul? De zussen Brenda en Patrice Holloway doen de achtergrondvocalen met Merry Clayton. En nu we het toch over soul hebben, ik ga dadelijk aan de gang met het bericht voor morgen. Omdat ik dan tussen 1 en 3 's nachts Floorfillers heb, kom ik vast niet aan schrijven toe. Morgen besluiten we de vijfde serie Raddraaien met eentje uit de Blauwe Bak.

dinsdag 26 november 2013

Raddraaien: Fairground Attraction



Omdat jullie nog een bericht te goed hebben van het afgelopen weekend, doe ik nu nog maar een aflevering van Raddraaien. Nog twee hierna en dan is de vijfde serie afgesloten. Het is een cliché na vijf series, maar dit onderdeel van Soul-xotica is iedere keer weer een uitdaging en ga dus gewoon door met de zesde serie. Nog steeds uit de Gouden Gids van 2012 en met dit tempo (of beter gezegd: Het aanbod van kappers in de regio Zwolle) kan ik nog twee jaar vooruit met het boekwerk. Je zou de Raddraaier van vandaag kunnen weg zetten als eendagsvlieg, maar dat is te kort door de bocht. Deze grote hit had immers nog een klein hitje tot gevolg, maar kijkend naar de carriere van de groep is een 'eenweeksvlieg' weer overdreven lang. Het nastreven van perfectie kan de stemming in de studio doen omslaan naar het lawaai van een kermisattractie en halverwege de opnames van het tweede album geeft de groep de brui eraan. Daar is tijdens de Raddraaier van vandaag nog totaal geen sprake van: 'Perfect' van Fairground Attraction (1988).

Ik zou meteen over Sade kunnen beginnen, maar dat is wellicht heel erg 'mainstream'. Toch is het een feit dat Sade met 'Diamond Life' wat jazz-sferen terug bracht in de hitparade. Dit werd met name in Engeland gevolgd door een aantal eigenzinnige acts. Ik noem maar Carmel, dat een miniatuur-hitje heeft met 'Sally' in 1986. Everything But The Girl is nooit vies geweest van het spelen met diverse invloeden en ook daarin vinden we de jazz terug. Wellicht kan Fairground Attraction nog het beste met die laatste groep worden vergeleken. Op het eerste en enige officiële album van de groep, 'The First Of A Million Kisses', gooit het kwartet pop, jazz, folk en cajun in een ketel. Met 'Perfect' als meest bekende uitkomst.

Zelf herinner ik 'Perfect' vooral als oude NCRV Favorietschijf en is in een van de programma's een kort interview te horen met Eddi Reader. Ik kan me daarvan herinneren dat Trini Lopez als een invloed werd genoemd. Gitarist Mark E. Nevin heeft alle nummers, met uitzondering van 'Whispers' van Reader, op het album geschreven, maar hij krijgt de minste krediet als het komt tot media-aandacht. Dat gaat enkel en alleen uit naar de eigenzinnige stem van Eddi Reader, die na het uiteenvallen van Fairground Attraction op de solo-toer gaat en altijd verbonden zal blijven aan 'Perfect'. Over het ontstaan van de band is niets bekend, ze zijn er gewoon 'opeens'. Een contract met RCA is een feit en 'The First Of A Million Kisses' verschijnt voordat iemand het heeft opgemerkt. Dan komt die single en weet plotsklaps iedereen wat Fairground Attraction is. Bij de uitreiking van de Brit Awards krijgt 'Perfect' die van de beste single en 'Million Kisses' die van het beste album. In Engeland heeft de groep vijf hits: 'Perfect' is als vanzelfsprekend een dikke nummer 1-hit. In Nederland strandt de single ergens in de top vijf. De opvolger heet 'Find My Love' en blijft in ons land op een 29e plek hangen. In Engeland bereikt het de zevende plek, maar de volgende drie zullen niet meer de Singles Top 40 halen. Buiten Engeland is de groep vooral heel erg populair in Japan. Daar onderneemt het een tournee en verschijnt postuum een live-album daarvan. Na de tour in Japan duikt de groep de studio in voor het tweede album, maar dan krijgen de leden bonje. In januari 1990 wordt officieel bekend gemaakt dat Fairground Attraction uit elkaar is gegaan. Er verschijnt daarna nog wel een tweede album: 'Ae Fond Kiss'. Het is een rommelige plaat met dingen die 'zijn blijven liggen'. Mark E. Nevin neemt een paar liedjes mee naar zijn nieuwe band Sweetmouth, maar op de Japanse live-plaat worden een aantal daarvan gezongen door Reader.

Eddi Reader heeft nadien het werk van de Schotse dichter Robert Burns bij een groter publiek gebracht en dat levert haar een MBE-onderscheiding op.

Week Spot: Bobbi Lynn



Eigenlijk een onderdeel van een 'Singles round-up', één van de drie die vanmiddag is binnen gekomen. Ik had eigenlijk een andere Week Spot in gedachten gehad, maar dat heeft dan ook vooral te maken met de verplichting een verhaaltje te schrijven. Laten we meteen met de deur in huis vallen: Over deze Bobbi Lynn is helemaal niets te vinden. En nee, het is niet de BobbiLynn die onlangs het album 'Halfway Home' heeft gemaakt, er zijn meer hondjes die Fikkie heten. Over de tekstschrijver van het liedje is iets meer bekend en dus richten we daar onze pijlen op. Om terug te komen op de 'Singles round-up': Ik heb gisteravond vijf singles gekocht van een bevriende Engelse verzamelaar. Hij vestigde bij mijn laatste bestelling het snelheidsrecord en het zou zomaar kunnen dat deze voor het weekend nog binnen druppelen. Dat wordt dan één 'Singles round-up' en daarna gaat de boel 'op slot', ofwel: Dan ga ik de balans van een jaar opmaken en de Top 100 samenstellen. Vandaag eerst de Week Spot, een plaat die al ruim een jaar op mijn verlanglijst staat, maar sinds de stormachtige maandag móest ik hem hebben en wel zo snel mogelijk. De Week Spot is 'Earthquake' van Bobbi Lynn (1968).

Je kan weken, maanden en jaren naar een liedje luisteren zonder dat deze je écht raakt. En dan gebeurt het zomaar opeens! Ik kan me het niet levendig herinneren. Eind augustus 2012, op een zondagmiddag. Het is reeds het hele weekeinde zinderend warm. Té warm voor welke activiteit dan ook, maar stil zitten is helemaal funest. Zo ga ik laat op de middag uit fietsen met koffie, water en broodjes. Ik heb mezelf een kleine picknick beloofd in het Dwingelerveld en ik stuur mijn fiets richting Dwingeloo. De 'Northern Soul Jukebox' vermaakt me intussen met deuntjes, sommige kan ik dromen en andere ken ik vaag. Op een of andere manier een hele gedenkwaardige middag, want ik kan nog heel veel liedjes herinneren. 'Wedding Bell Blues' van Fifth Dimension, 'The Larue' van Lada Edmund Jr. en 'The Lady In Green'. Ik fiets binnendoor en geniet van de rustieke weggetjes. Ongeveer vijf kilometer voor Dwingeloo passeer ik een bankje. Ach, waarom ook niet? Ik zit al vanaf Nijeveen continu op het zadel en krijg dorst. Daar, op dat bankje, overvalt 'Earthquake' van Bobbi Lynn mij. Later zal ik patat eten in Dwingeloo en krijg een heel klein beetje regen te verduren, maar niet de voorspelde onweersbuien. Gelukkig koelt het na deze zondag wel ietsje af.

Ik zie een Deense persing met fotohoes op Ebay en breng een bod uit. Toch ben ik niet de enige en ik ben té bescheiden: Die plaat gaat uiteindelijk voor 40 pond de winkel uit. In februari koop ik een exemplaar van 'Jump Back In The Arms Of Love', maar het is geen 'Earthquake' en ik draai hem nauwelijks. Het is de maandag van de storm dat ik plots weer 'Earthquake' hoor en het verlangen naar de plaat stijgt. Er is een Engelsman die een exemplaar aanbiedt, maar niet naar Nederland verzendt. Ik heb nog even een constructie in gedachten, maar laat hem schieten. Een week later heb ik bingo op Ebay. Een verzamelaar met een prachtige collectie en ik haal de Bell-heruitgave uit 1972 binnen voor tien pond. Daar wordt inmiddels ook al het dubbele voor betaald.

Over Bobbi Lynn is niets bekend, maar ik stel me een rondborstige Nancy Sinatra voor. Ze maakt twee plaatjes in 1968, deze 'Earthquake' en de mindere kopie 'Jump Back In The Arms Of Love'. Doordat ze kleine 'girlgroup'-elementen in 'Earthquake' stopt, is dit meteen vanaf het begin een Northern Soul-favoriet. 'Jump' is daarentegen te drammerig. De liedjes zijn geschreven door Mac Gayden. Wie? Mac Gayden is een veelgevraagd sessie-gitarist, maar heeft ook een paar liedjes geschreven waaronder een hele grote klassieker. Mac Gayden opereert in de late jaren zestig vanuit Tennessee. In zijn eigen woorden: ,,Nashvile was van oorsprong een rhythm & blues-stad totdat de country-muziek kwam. Toen gingen de bluesartiesten van de straat ervoor uitkomen dat ze op straat speelden en noemde iedereen het ineens een country-stad". In 1967 hoort Mac Gayden (McGavock Dickinson Gayden) een zekere Robert Knight en stapt op hem toe. ,,Ik ga een liedje voor je schrijven". Daarvoor roept hij de hulp in van Buzz Cason, maar het grootste deel heeft hij als vijfjarige gecomponeerd op de piano. Het liedje, speciaal voor Robert Knight, heet 'Everlasting Love'. Nadat The Love Affair een Britse nummer 1 heeft gehad met het nummer is het een fraaie inkomstenbron voor Mac Gayden. Hij schrijft eveneens 'Love On A Mountain Top' voor Robert Knight, vooral in het Mod-circuit een klassieker, en heeft The Box Tops een hitje met zijn 'She Shot A Hole In My Soul'. Hoewel Mac Gayden duidelijk uit de rhythm & blues-hoek van Nashville komt, schrijft hij nadien voor roemruchte country-vertolkers als Port Wagoner en Bobby Bare.

In de jaren zeventig is hij betrokken bij de opkomst van de bands Area Code 615 en Barefoot Jerry en deelt als wah-wah-slide-gitarist het podium met zeer uiteenlopende pop-, rock- en country-artiesten. In het dagelijkse leven is hij president van Wild Child Records en zit sinds enige jaren diep in de mystiek. Zijn meest recente cd heet 'Nirvana Blues' en heeft uiteraard niets met de grungeband te maken, maar alles met de staat van verlichting. Zolang iedere vijf jaar nog een Sandra of een Jamie Cullum voorbij komt die 'Everlasting Love' op de hitparade krijgt, heeft Mac Gayden een leuk pensioen. En wat zou er toch van die arme Bobbi Lynn geworden zijn?

maandag 25 november 2013

Schijf van 5: stad



Ik heb gisteravond de laatste Vinyl Countdown op zondagavond gedaan. Dat ging even zo goed met gemengde gevoelens, maar hup, ik had de stap gezet. Vanaf volgende week zit de Wolfman in eigen persoon in mijn 'slot' met zijn Call The Fire Brigade. Ik kan het nog steeds niet echt geloven, maar ik ben vanaf volgende week 'gewoon weer vrij' op zondag. Ik heb al woeste en wilde fietsplannen voor de komende maanden, maar ik hoop evenzeer dat de Schijf van 5 weer een residentie krijgt op zondag. Hoewel... dat is alleen volgende week nog en dan zien we deze rubriek niet meer terug in 2013. In het verleden, zelfs zeer recent, koos ik een onderwerp dat achteraf bezien helemaal niet zo eenvoudig bleek te zijn. Deze week is het tegenovergestelde: Hoeveel platen zijn er gemaakt over de stad? Duizenden! Ik heb erg willekeurig vijf titels uitgekozen die samen een verhaaltje vertellen. De stad kan zeker weer eens op herhaling!

Ik kon vanmiddag mijn oren niet geloven. En toch hoorde ik het tweemaal achtereen, want het nieuws op RadioNL kwam een fractie later dan dat van Q Music. ,,Morgen wordt het warmer". Okay, dat de temperaturen iets omhoog gaan, kan ik me nog voorstellen. Het woord 'warmer' in eind november? Daar kan ik niks mee. Hoewel ik in een vlaag van optimisme mezelf al zag zitten op een terrasje op het Kerkplein van de naburige 'Grote Stad'. Ik moet doorgaans niet veel hebben van ABBA, maar zo'n 'Summernight City' geeft me bij oplopende temperaturen best wel goede luim. Ik ga de korte broek alvast opzoeken!

Meppel is de dichtstbijzijnde stad. Meer een uit de kluiten gewassen dorp met diverse stads-ingrediënten. Meppel heeft een rondweg, een ziekenhuis, hoogbouw (molen en kerktoren niet mee gerekend), koopavond op vrijdag en een stadsomroeper. Toch was het afgelopen jaar maar mooi wel de culturele hoofdplaats van Drenthe. Dat u het maar weet! Marshall & Hain brachten me op het idee om Meppel eens rond middernacht op te zoeken, maar ik zat al snel weer op de fiets terug naar Nijeveen. 'Dancing In The City'? De volksdansvereniging laat zich rond dit tijdstip niet zien en dan is de Lord Nelson de enige uitvalsbasis. Overigens wel een discotheek met een behoorlijke naam, mijn held Joe Tex heeft hier in 1979 opgetreden. 'Dancing In The City' is niet weggelegd voor mij op deze avond, maar Marshall-Hain mag ermee op vier.

En dan zou ik bij de volgende twee noteringen een oordeel moeten vellen over de vrouwelijke inwoners van Meppel. Marianne woont er nog maar sinds een week, maar verder ken ik maar weinig dames uit Meppel. Er zullen ongetwijfeld stoute meisjes tussen zitten. Ondeugend in ieder geval, die kun je in de Voorstraat vinden. Maar om Meppel daarmee meteen het predikaat van een 'Sin City' mee te geven. Het heeft evenveel kerken als kroegen, maar desondanks is de Lidl wel iedere zondag open. Ik vermoed dat de 'Sin City Girls' dun gezaaid zullen zijn in Meppel. En dat brengt ons bij East Of Eden. Die groep staat vandaag op drie.

Lieve meisjes? In overvloed. Die vind ik onder andere bij de kassa van de Albert Heijn, maar er zijn meer plekken in Meppel waar zij samenscholen. Ik ken wel enkele mannen met een typische 'Meppeler kop', maar de vrouwelijke evenknie heb ik niet kunnen bespeuren. Ik hoop dat ze ietsje aantrekkelijker zijn dan die genoemde mannen, want anders kunnen The Stampeders wel thuis blijven met hun 'Sweet City Woman'.

The Turtles zijn dan ook overbodig, maar ik kies in dat geval wel eentje uit bij de Albert Heijn. Gewoon aansluiten bij de kassa. Zo'n nummer 1 moet de afsluiter zijn van zo'n uitstapje en kun je mooier eindigen dan met 'Love In The City'?

Voor een 1350e bericht heb ik wel eens een betere Schijf van 5 gehad, laten we het volgende week proberen met een ander onderwerp. Eentje waarvan er niet duizenden zijn, maar ook geen drie. Dat wordt een creatieve Schijf: Vijf liedjes over Beethoven. Stukjes oorspronkelijk werk van Beethoven, Beethoven in de titel of tekst, dat lijkt me een leuke voor volgende week! Is dan tegelijk de laatste Schijf van 2013, de laatste vier zondagen gaan gevuld worden met de Blauwe Bak Top 100 over 2013.

zaterdag 23 november 2013

Raddraaien: Long John Baldry



Dat was een hele marathon en ik heb het nu eigenlijk ook wel een beetje gehad. Toch nog maar even publiceren, want morgen zou het 1350e bericht moeten komen. Ik ben in Do The 45 tien minuten langer door gegaan en in Floorfillers twintig minuten, bovendien heb ik van acht tot negen The Lucky Dip gedaan. Dat geeft een totaal van vijf en een half uur, maar dat is zonder een centje pijn verlopen. Van The Lucky Dip heb ik wederom een pop-show gemaakt met enkele recente favorieten (Anna Kendrick en Ilse Delange bijvoorbeeld), ietsje ouder (Muse, Natalie Imbruglia en KT Tunstall) tot stokoud (The Pretty Things, The Moody Blues, The Zombies en The Love). En 'Merry Go Bye Bye' van Mr. Bungle was een passende afsluiter. Er is sinds gisteravond opeens erg veel onduidelijkheid over het verloop van mijn programma's. Onze nieuwe presentatrice zou de uren van The Vinyl Countdown overnemen, maar zit plotseling op de dinsdagavond. Als nu blijkt dat er geen speciale plannen zijn met de zondag, wil ik de boel wel weer terugdraaien. Die vroege vrijdagochtend is niet heel erg geschikt, meer iets van 'het moet maar zo'. In dat geval zou ik liever Do The 45 naar een doordeweekse dag schuiven, zodat ik de zaterdag overdag vrij ben. Ik hou jullie uiteraard op de hoogte! De vijfde serie van Raddraaien komt spoedig ten einde, ik heb nog een paar te gaan. Vandaag een Raddraaier uit de jaren zestig: 'Let The Heartaches Begin' van Long John Baldry (1967).

,,Eigenlijk is Long John Baldry een soort lul geworden". Weinig vleiende woorden van Hitweek voor de single 'When The Sun Comes Shinin' Thru' van Long John Baldry. ,,John had teveel gedronken de avond daarvoor en ook het orkest heeft een kater". Over de b-kant: ,,Dan is John de ergste koppijn kwijt en doet hij een gezellig walsje". De carriére van Baldry kent geen logica. Als hij niet die paar singles voor Pye had gemaakt, was hij zo arm als een kerkrat gebleven. Maar tegelijk doen de Tom Jones-probeersels het imago van de beste man niet goed. Zonder 'Let The Heartaches Begin' en 'Mexico' had de man vast een andere status gehad dan dat hij nu heeft. Hoewel... heeft Long John Baldry wel een status? Is het niet 'gewoon' zo'n jaren zestig-artiest die daarna nog een sporadisch succesje heeft gehad?

Als het waar is, doen we John William Baldry onrecht aan. Het is namelijk de eerste blanke Engelse zanger die het aandurft om zwart blues-repertoire te vertolken. Hij leent zijn stem voor de peetvaders van de Britse blues, Alexis Korner en Cyril Davies. Op een gegeven moment staat hij aan de wieg van The Rolling Stones en formeert even later een bandje om The Stones bij concerten te ondersteunen. Als Cyril Davies in 1964 plotseling overlijdt, neemt Baldry moeiteloos het stokje over. Dat is het begin van The Hoochie Coochie Men, dat zal uitmonden in de supergroep Steampacket. In die laatste formatie wordt de mannelijke leadzang verzorgd door Baldry en Rod Stewart. Stewart komt terug van een optreden van Baldry en zingt op het station een liedje van Muddy Waters om een biertje bij elkaar te scharrelen. Baldry hoort het en neemt hem meteen aan. Julie Driscoll doet de vrouwelijke leadzang en Brian Auger beroert de toetsen van het orgel. Als Steampacket uiteen valt, gaan Driscoll en Auger samen verder. Baldry richt meteen een andere band op: Bluesology.

Caleb Quaye en Elton Dean zijn de gitaristen en de pianist heet Reginald Dwight. Als die laatste een jaar later solo gaat, vernoemt hij zich naar Dean en Baldry en wordt dus Elton John. Sinds gisteravond mag ik de legendarische Peter Van Bruggen tot mijn Facebook-vrienden rekenen. Een enorme eer, want de man is een voorbeeld voor me waarvan ik enkel kan dromen om ook maar iets in de buurt te komen. Mijn Subspace-show van augustus is geïnspireerd op werk van Van Bruggen. Zo kwam ik gisteren een recent interview tegen dat Felix Meurders met Van Bruggen had over diens' manuscript 'Logeren Bij Lou Reed'. Hij is nog op zoek naar een uitgever voor de verzameling muziekverhalen. In het interview horen we ook een stukje Elton John die vertelt hoe bang hij is geworden van vrouwen. Nu blijkt Baldry daar ook nog eens een grote rol in te hebben gespeeld. Hoewel Baldry het voor het grote publiek tot 1979 geheim heeft gehouden, weten zijn vrienden al in de midden jaren zestig dat Baldry's seksuele voorkeur uitgaat naar mannen. Hij schijnt zelfs een relatie met Dave Davies te hebben gehad. Baldry en Bernie Taupin vinden Elton John in 1970 in een erbarmelijke toestand. Hij heeft net zijn relatie met een vrouw beëindigd en is zó bang van het fenomeen geworden, dat hij heeft geprobeerd zelfmoord te plegen. Het is mede door de gesprekken met Baldry dat Elton John zijn geaardheid is gaan accepteren. Dit voorval inspireert hem in 1974 tot 'Someone Saved My Life Tonight'. Baldry wordt in de midden jaren zeventig opgenomen voor psychische problemen, als hij op vrije voeten komt, verschijnt de elpee 'Baldry's Coming Out'. Het is de eerste plaat waarmee Baldry zich manifesteert als homoseksuele artiest. Hij woont dan inmiddels in Canada, in Engeland is homoseksualiteit tot 1980 een strafbaar feit.

Baldry heeft in de midden jaren zestig al een paar uitstekende singles gemaakt op United Artists en ook zijn latere werk getuigt van smaak, maar het blijven die wanstaltige hits op Pye die maken dat geen criticus hem serieus neemt. Blues en smartlap liggen dicht naast elkaar en in het geval van Baldry heeft hij die grens overschreden. Overigens niet zonder succes, want 'Let The Heartaches Begin' is een vette nummer 1-hit. In Nederland heeft hij pas in 1981 zijn grootste hit met 'Walk Me Out In The Morning Dew'. Baldry overlijdt aan een infectie op 21 juli 2005. Hij is dan nog maar 64 jaar oud.

vrijdag 22 november 2013

Raddraaien: Kate Bush



Een verhaaltje voor het slapen gaan. Toch wel weer een enerverende avond die zich vooral heeft beperkt tot Facebook. Hoe de stand van zaken is wat betreft mijn shows, weet ik nog niet. Wel dat de voorgenomen nieuwe show op zondagavond is verplaatst naar dinsdag, waardoor mijn huidige Vinyl Countdown-slot weer vrij is. Tja, kunnen we dan ook niet net zo goed alles terugdraaien? Het woord is aan Wolf en ik hoop morgen meer te weten. Intussen ben ik ook nog bezig geweest met het samenstellen van Floorfillers. Daarvan resteert nu nog twintig minuten die gevuld moeten worden, maar dat zal wel opgelost worden met singles. Een verhaaltje voor het slapen gaan. Wat dat betreft had ik geen betere artiest kunnen treffen als Kate Bush. Een zangeres waarbij ik menigmaal in slaap ben gesukkeld en niet omdat ik haar muziek zo vervelend vind! De Raddraaier is vandaag: 'Sat In Your Lap' van Kate Bush (1982).

Kate Bush heeft ook ergens in de opvoeding gezeten, maar ik weet niet of het nu rechtstreeks van mijn oudste broer of van mijn zus komt. Misschien ook wel in het voorbij gaan op Hilversum 3. 'Wuthering Heights' geeft een beeld, zoals ik dat met meer platen uit die tijd heb. Een hele korte 'flashback' naar toen ik klein was. Ik werd drie toen 'Wuthering Heights' hoog in de hitparade stond. Moeten we het nog over dat boek hebben? Die heb ik tot vijfmaal gepoogd om te lezen, maar iedere keer kwam ik niet verder dan de eerste 'geestverschijning' van Kathy. Mijn zomer van 2006 was 'geletterd'. Ik had op verschillende adressen heel veel boeken gekocht en wederom zat 'De Woeste Hoogten' als pocket daartussen. Toen, op een dinsdagavond, heb ik het boek in één ruk uitgelezen. Het móest eens en ik heb daarna besloten het nóóit weer te doen. Wat een rotverhaal! Gelukkig hebben we de muziek nog. Het is wel leuk dat ik nu de tekst 'begrijp', maar verder had ik zonder dat ding kunnen leven.

Ik groei op in de jaren tachtig en gedurende dat decennium duikt Kate Bush bij tijd en wijle op. Vooral de videoclip van 'Cloudbusting' heb ik altijd bijzonder gevonden en is me dus bij gebleven. In de jaren negentig raken we haar allemaal uit het vizier? Ze neemt in 1992 een uitvoering op van Elton John's 'Rocket Man' en staat in 1994 nog even in de Tipparade, maar verder spendeert Bush haar meeste tijd met het vormen van een gezinnetje. Dat is haar goed afgegaan en het is pas halverwege het vorige decennium dat ze terug slaat met 'Aerials'. Ik heb de cd in de nadagen van de hersenschudding voor weinig uit een uitverkoopbak mee gekaapt en... ik vind hem niet slecht, maar ook niet heel erg goed. Dat is trouwens iets wat ik met meer albums van Kate Bush heb. Na een paar nummers geloof je het wel. Toch herinner ik me de uitspraak van een mede-forummer: ,,Vind je ook niet dat ze erg goed Tori Amos na doet?".

Kate Bush komt na twaalf jaar afwezigheid in 1997 weer in mijn leven. We gaan met een aantal vrijwilligers van Het Bolwerk naar een kampeerboerderij in Vledder. Zaterdagmiddag een vergadering, 's avonds de plaatselijke kroeg onveilig maken en de zondag uitkateren. Het is mijn ADM-tijd. Ik word na afloop dan ook gedropt op het station van Steenwijk en ga vanuit daar weer naar de ADM. Hoewel ik nooit echt dé beruchte kraker ben geworden, heb ik al wel een eigenschap onder de knie gekregen: Lenen. Lenen in de kraakbeweging betekent dat je het waarschijnlijk nooit meer terug ziet. Ikzelf verlies vooral geld aan een mede-kraker die een erg goed lopende bar opzet (gedurende twee avonden), maar van de verdiensten aan de lsd-trips gaat. 'You win some, you lose some'. Het trommeltje dat ik heb 'geleend' van iemand in De Silo blijft nog jaren in mijn bezit. Nu heeft mijn Popkelder-collega Jan een cassettebandje mee naar Vledder, wat ik wel even wil 'lenen' voor wat afwisseling in de walkman. De afloop kunnen jullie raden? Sorry Jan, het is niet moedwillig gegaan. Beslist niet!

Het cassettebandje heeft aan één zijde 'Dummy' van Portishead en 'The Whole Story' van Kate Bush op de andere. Het zijn beide albums die de winter van 1997/98 ademen. Een winter met flinke afstanden tussen de verschillende plekken en ook verschillende toestanden. Eerst nog met de trein (en soms liftend) pendelen tussen Friesland en Amsterdam, de korte maar heftige tijd (voor mijn gevoel drie jaar, maar het zijn kwalijk vier weken geweest) met Syl en daarna naar Engeland. Overal word ik vergezeld van ditzelfde cassettebandje. In York dient het aanvankelijk nog om de heimwee tegen te gaan. Heimwee? Ja natuurlijk, ik kwam uit het 'bruisende' stappersleven van Sneek en plots ben je moederziel alleen in een wildvreemde stad. De ergste tijd moet nog komen en ook dan is Kate Bush een 'soundtrack'. Ik heb 'The Man With The Child In His Eyes' menigmaal gebruikt om in slaap te vallen. Ik 'geloof' dan zelfs in het nummer. Ik kan de geur van de slaapkamer van Syl oproepen als ik het hoor. Onnodig om te zeggen dat ik uiteindelijk alleen maar strontdepressief word en ik luister een hele tijd niet meer naar de Portishead-kant. Kate Bush is één van de allereerste elpees die ik in York koop en ik draai hem nog net even verder richting de afgrond. Inmiddels heb ik een beter exemplaar van die elpee, maar kan die 'oude' maar niet weggooien. De datum staat erin geschreven: 25 of 26 januari 1998. Een dag later wordt mijn pinpas ingeslikt en begint het overleven.

Het bandje ben ik uiteraard kwijt geraakt of het is een keer dol gedraaid. Als ik terugkom in Nederland en in De Bilt een uitkering heb gekregen, is 'Dummy' van Portishead een van de eerste cd's die ik koop. En nog steeds gelden ze beide als iets aangenamere herinneringen aan verder toch wel een pijnlijke tijd.

donderdag 21 november 2013

Raddraaien: Gladys Knight & The Pips



Ik zweer het met de hand op mijn hart. Toen ik het Raddraaien van Diana Ross & The Supremes & The Temptations besloot met de opmerking over de Motown in de Blauwe Bak, wist ik nog niet dat ik dit zou vervolgen met een Motown-plaat. Okay, ik had een klein vermoeden. Ik wist dat ik maar een paar plaatjes verderop moest zijn van vanaf B.B. King en dat ik bij een getal beneden de twintig erg in de buurt van Gladys Knight & The Pips zou blijven hangen. Ik heb daar namelijk heel veel van in de Blauwe Bak staan. Deze single is, weet ik honderd procent zeker, in het eerste jaar al eens voorbij gekomen, maar toen waren de berichten een stuk korter (en kostte me gemiddeld het dubbele aan tijd in vergelijking met een huidig bericht) en ik heb het verhaal van Gladys Knight & The Pips, tot zover ik kan herinneren, nog niet verteld. Bij deze dan. Deze tweede Raddraaier is de oerversie van 'I Heard It Through The Grapevine' van Gladys Knight & The Pips.

Ik hou de reputatie om te zoeken naar 'underdogs' hoog in het vaandel. Nu is Motown een mainstream-label, toch zijn ook hier de underdogs te vinden. Denk aan Chris Clark en Brenda Holloway, twee favorieten van mij die nog geen tiende hebben verkocht in verhouding met de kleinste hit van The Supremes. Gladys Knight & The Pips is in zekere zin ook een goed voorbeeld. Hoewel de Europese distributeurs het niet zo nauw zagen en het gewoon als 'Tamla-Motown' hebben uitgebracht, maakte de groep nooit officiële platen voor Motown, maar altijd op een kleiner label. Dat de potentie van de groep daarmee gruwelijk is onderschat, wordt wel duidelijk als je naar de immense loopbaan kijkt van de groep. De grootste successen scoort The Pips in de late jaren zeventig op het Buddah-label en in 1989 mag Gladys Knight de James Bond-soundtrack verzorgen. Dat is eigenlijk ook meteen het afscheid, want daarna is er slechts een sporadische reünie. The Pips heeft dan al wel 36 jaar bestaan.

Gladys Maria Knight wordt op 28 mei 1944 geboren. Ze zal in haar latere leven 'The Empress Of Soul' toegezwaaid krijgen, maar haar aanleg is reeds op jonge leeftijd zichtbaar. Of, beter gezegd: Hoorbaar. Als achtjarige wint ze een zangwedstrijd op televisie en een jaar later, 1953, formeert ze de eerste uitvoering van The Pips, genoemd naar haar neef James 'Pip' Woods. Haar twee jaar oudere broer Merald 'Bubba' Knight is lid van het eerste uur, alsook haar zus Brenda. Neef William doet eveneens mee met zijn zus Eleanor. Eleanor en Brenda worden in de loop van de tijd vervangen door Langston George en Edward Patten. Vanaf 1964 is Gladys de enige dame in het gezelschap. Met de eerste hit wordt de groep nog bij de neus genomen. De mastertape van 'Every Beat Of My Heart' wordt aan Vee-Jay verkocht, die The Pips uit het contract haalt. Ze zien dus niets terug van die single. Het neemt later nog een eigen versie op van de plaat. George verlaat in 1962 de groep en dan gaat The Pips verder als kwartet: Gladys op leadzang en begeleidende harmonieën door drie heren. Ook krijgt de groep bijval van een choreograaf. De verzorgdheid van het repertoire en de aparte vingervlugge danspasjes maakt van Gladys Knight & The Pips een attractie op het podium.

'Everybody Needs Love' is in 1967 de eerste grote hitsingle voor Gladys Knight & The Pips binnen de muren van Motown, maar voor die tijd heeft het al enkele klassiekers aan het vinyl toevertrouwd. Het opzwepende 'Stop & Get A Hold On Myself' is één van mijn grootste favorieten uit de Northern Soul, maar 'Here Are The Pieces Of My Broken Heart', 'A Walk In My Shoes' en 'If You Ever Get Your Hands On Love' zijn platen waar ik het gehele repertoire van The Supremes of The Four Tops op zou willen inruilen! 'I Heard It Through The Grapevine' is in 1967 wel een grote hit voor Gladys, maar twee jaar later is het door alles en iedereen vergeten. Marvin Gaye breekt een regel door een 'recente hitsingle' opnieuw uit te brengen als single (Wikipedia is fout met te zeggen dat Marvin het vóór Gladys Knight heeft opgenomen), maar zijn uitvoering wordt de meest definitieve en zal ook als basis gelden voor de honderden cover-versies die volgen.

De fijnproevers zijn echter in de minderheid en binnen Motown (op VIP Records) zal Gladys Knight & The Pips nimmer de kans krijgen op een grote doorbraak. Als het in 1972 breekt met Gordy staan de belangstellenden in de rij. Buddah hapt als eerste toe en haalt ze binnen. Het is vooral de Engelse divisie van Buddah die het meeste uit Gladys Knight & The Pips haalt: 'Baby Don't Change Your Mind' en daaropvolgende hits zijn hier dan ook de grootste hits en 'It's A Better Than Good Time' is in zijn geheel in Engeland opgenomen. In 1980 stapt Gladys over naar CBS, maar dat zijn geen vette jaren. Wel worden prachtige singles gemaakt, die momenteel aardig populair aan het worden zijn onder meer progressieve deejays. Tot slot maakt de groep opnames voor MCA en vanuit die hoedanigheid zingt Gladys 'Licence To Kill' voor de gelijknamige James Bond-film.

Mij kun je, bij wijze van spreken, midden in de nacht wakker maken (als ik dan al naar bed ben...) voor een plaatje van Gladys Knight. Zonder meer één van de grootste talenten uit de Motown-stal en begin dan alsjeblieft niet over Diana Ross te mekkeren!

Raddraaien: Diana Ross & The Supremes & The Temptations



Voordat ik losbarst met een dubbele aflevering van Raddraaien, moet me eerst iets van het hart. En dat is: Google Plus. In een tijd waarin wordt opgeroepen om zoveel mogelijk je privacy te bewaren op internet en geregeld je wachtwoord te verversen (en ook nog eens verschillende wachtwoorden te gebruiken), lijkt Google Plus voor mij de droom van iedere hacker. Al je accounts onder één wachtwoord? Dacht het even niet. Ik had me per ongeluk eens aangemeld bij Google Plus en wat denk je? Verstuurt het ineens mijn gebruikersnaam op Youtube mee in emails. Als ik die met iemand wil delen, maak ik dat zélf wel uit! Nu open ik het 'dashboard' op Blogger en krijg de mededeling dat ik geen leeslijst heb. Die héb ik wel, maar hoef ik niet zo nodig met iedereen te delen. In plaats daarvan staat er een uitnodiging om Google Plus het maar te laten beheren. Ook dat gaat niet gebeuren! Soul-xotica is bijna vier jaar handwerk, waarvan het eerste anderhalf jaar monnikenwerk dankzij de toetsenloze Nokia, en we gaan stug door op die manier. 'I'll Try Something New' gaat dus niet op voor mij, maar is wel de titel van de eerste Raddraaier van vandaag.

Ik heb gisteren niet gepubliceerd omdat ik de hele dag bezig ben geweest met de laatste verhuizing van Marianne. Steenwijk is nu leeg, alles staat in Meppel en dat was nog best even zwoegen! Toen ik thuis kwam, had ik maar één verzoeknummer en dat was 'eten'. Vlak daarna ben ik op stok gegaan. Bij deze dubbele Raddraaier had ik al een vooruitzicht: De tweede gaat namelijk eentje worden uit de 'Blauwe Bak': Inmiddels twee koffers en drie plastic bakjes. Het zal voor een leek verrassend zijn dat deze niet in de Blauwe Bak staat. Het is de enige Supremes-single die niet in de Blauwe Bak staat buiten 'Where Did Our Love Go', die ik altijd vergeet om erin te zetten. Waarom? Tja, ik lijk niet erg gek te zijn op dit plaatje en ook de b-kant, 'The Way You Do The Things You Do', kan me niet bekoren. Ik heb beide kantjes best wel eens een kans gegeven, maar de laatste keer is vorig jaar april geweest. Misschien toch nog maar eens opzetten? Voor deze aflevering heb ik het overigens niet gedaan...

Ik hou altijd graag een slag om de arm en voordat ik de verhalen van zowel The Supremes als The Temptations uit de doeken ga doen, heb ik besloten me puur toe te leggen op hun samenwerking in 1969. Mocht een van beide ooit nog eens voorkomen in Raddraaien of in het kader van de Week Spot, dan heb ik dan ook nog iets te schrijven. We zijn ambitieus: Volgende week publiceer ik bericht 1350 en in april gaan we feest vieren met nummer 1500. En zolang we de artikelen 'klein' houden (dus geen Youtube-clips en andere capaciteitsvreters), kan ik nog wel 1350 berichten publiceren zonder ook maar iets te hoeven weggooien.

Met ingang van 'Reflections' draagt The Supremes officieel de naam Diana Ross & The Supremes en dat vult het fotohoesje van de Raddraaier nog meer, want ook The Temptations moest erbij op. Eind 1968 treden beide groepen op in de televisie-special 'TCB', een afkorting voor 'taking care of business'. Het programma is een samenwerking van Motown met de producenten George Schlatter en Ed Friendly. Die laatste twee hebben dan furore gemaakt met de show 'Laugh-In'. 'TCB' is een revue-achtig programma met The Temptations en Diana Ross & The Supremes. Ze zingen afzonderlijk, soms solo, maar ook samen. Het repertoire varieert van Motown-hits tot mainstream-covers en 'Somewhere' uit West Side Story. Van de special wordt een soundtrack-elpee gemaakt, die reeds een week voor de uitzending in de schappen ligt. Het album is in 1968 het meest gewilde kerstcadeau onder de zwarte platenkopers en het bereikt een eerste plaats. Deze samenwerking smaakt naar meer en tegelijk nemen beide groep een gezamenlijke elpee op: 'Diana Ross & The Supremes Join The Temptations'. 'I'll Try Something New' staat op die laatste en is niet ten gehore gebracht in de 'TCB'-special. Het is echter 'I'm Gonna Make You Love Me' dat de hoogste ogen gooit. In Nederland bereikt die single een 27e plek en is daarmee de eerste hitnotering voor The Temptations.

Eddie Kendricks zingt de mannelijke 'lead' op dit nummer, 'The Way You Do The Things You Do' staat echter niet op dit album. 'I'll Try Something New' is reeds in 1962 geschreven door Smokey en opgenomen met The Miracles. 'The Way You Do The Things You Do' is een hit geweest voor The Temptations in 1964. De Motown in mijn Blauwe Bak is vaker voor de 'herkenbaarheid' dan voor de aanvulling op de bak en gezien deze single niet voor dat eerste zorgt, ligt die stof te happen in mijn jaren zestig-bakken. En dan gaan we nu kijken wat de Blauwe Bak ons gaat brengen!

dinsdag 19 november 2013

Week Spot: Mary Love



Ik moet nog even de kaken op elkaar houden, maar er staan enkele veranderingen op stapel in verband met mijn radioshows. Zodra ik het mag vertellen, zijn jullie de eerste die het weten! Verder heb ik net uitgebreid gesproken met Billy Brown over de single-presentatie van 12 januari in Watford, Londen. Alles lijkt wel in kannen en kruiken, ik weet dat ik ongeveer vier uren mag vullen met plaatjes en kan dus gaan puzzelen met mijn bagage. Mijn eerdere voornemen om naar Southend te vliegen, blijkt toch niet zo praktisch. De luchthaven ligt zo'n tachtig kilometer beneden Watford en de bus moet ook betaald worden. Luton blijkt in dat geval handiger, maar bij Easyjet scheelt dat enorm in de prijs. Ik blijf rondsnuffelen, het optreden zelf is toch wel heel erg zeker geworden. Dan ga ik me nu verdiepen in het nalatenschap van Mary Love, de artieste van de Week Spot van deze week. De Northern Soul heeft enkele 'helden' die in het normale pop-landschap nog geen deuk in een pak boter hebben geslagen en Mary Love is daar zeker eentje van. Met name haar opnames voor het Modern-label in de midden jaren zestig zijn geheide krakers en collector's items, de Week Spot is wat dat betreft een 'underdog'. 'If You Change Your Mind' is als b-kant van 'The Hurt Is Just Beginning' voor dubbeltjes te koop. De koper krijgt twee kanten soul om van te watertanden en dus zet ik deze single van Mary Love met alle liefde in de schijnwerpers.

,,Vertrouwen en geloof zijn zeer belangrijke bestandsdelen van onze levens. Het geloof van iemand definieert in veel gevallen wie ze zijn - hoe ze zichzelf zien, wat ze met hun leven willen aanvangen". Met die woorden wordt de bezoeker welkom geheten bij de Mary Love Comer's Lost Soul Patrol Ministry. En Mary Love Comer is de vroegere soul-zangeres Mary Love, maar sinds de jaren tachtig staat haar leven (en dat van haar echtgenoot) geheel in het teken van de Here God. Samen leiden ze een kerkgenootschap en maken talrijke gospel-platen. In de jaren negentig neemt ze echter kennis van de populariteit van haar jaren zestig-opnames in Engeland en steekt enkele malen de grote plas over om tóch nog eens de oude 'hits' te zingen. Het is de periode van de midden tot eind jaren zestig waar Love veertig jaar later nog steeds warme herinneringen aan heeft. In de jaren zeventig ging het even bergafwaarts met een drugsverslaving totdat Jezus in haar leven kwam.

Mary Ann Allen zou op 27 juli 1943 zijn geboren, maar daar bestaat nogal onduidelijkheid over. Het is dan vooral de naam, want de immer betrouwbare Dave Rimmer heeft het over Mary Ann Varney. Haar wieg zou in Sacramento, Californië hebben gestaan. J.W. Alexander, de manager van Sam Cooke, ziet wel brood in haar komt met de artiestennaam 'Mary Love'. Ze zingt op verschillende sessies in Los Angeles en krijgt in 1965 een contract bij Modern Records. Haar eerste plaatje is meteen een hit, maar het succes op de hitparade verbleekt bij de waardering dat het liedje twintig jaar later krijgt in de Northern Soul: 'You Turned My Bitter Into Sweet' werd onlangs nog verhandeld op Ebay. De vorige eigenaar had dit exemplaar laten kletteren, waardoor er een gemene kras op was gekomen. 'Priced to sell'? Zestig pond! Gelukkig heeft het heruitgave-label Kent de Modern-catalogus flink gerecycled en dus is de 'nieuwe' single voor stukken minder te bemachtigen. Wat overigens niet geldt voor de twee Engelse uitgaven van enkele latere Mary Love-singles. Deze zijn op King en Stateside uitgebracht en zijn hun gewicht in goud waard.

Hoewel Love niet tevreden kan zijn over de jaren zeventig, bleef ze genieten bij de herinnering aan Modern Records. Er heerste een familie-sfeer binnen het label. Als één artiest een nieuwe club had 'ontdekt', speelde deze het door naar de collega's. Ook doen ze op elkaars' platen mee. Soms een beetje verwarrend, zoals het duet van Arthur Adams & Mary Love: 'Is That You'. Arthur Adams zegt dat hem een duet met Mary Love werd beloofd, maar dat Edna Wright op het moment van opname binnenstapte. Wright zal later deel uitmaken van The Honey Cone en is tevens bekend als zangeres Sandy Wynns. De b-kant van de single is echter wel weer een solo-opname van de enige echte Mary Love. In 1967 werkt Mary samen met Ashford & Simpson, maar dan eindigt de samenwerking met Modern. Haar volgende werkgever is Josie, maar dat levert maar één single op. Zowaar ook nog een bescheiden positie op de R&B-parade.

Hierna stagneert haar loopbaan voor enige tijd. In 1971 verschijnt nog een single, gefinancieerd door iemand als 'hobby' en in de late jaren zeventig probeert ze het even in de disco. Daar komen eveneens middeltjes bij kijken en in de jaren tachtig bekeert ze tot het geloof. 'Save Me' is in 1984 haar laatste plaat als Mary Love, 'Come Out Of The Sandbox' is in 1987 de eerste gospelplaat als Mary Love Comer. Ze is dan getrouwd met Brad Comer. Op 21 juni 2013 komt het trieste bericht tot ons dat Mary is overleden. Ze is dan pas 69 jaar.

Ik heb het moeilijk gehad om mijn Week Spot-kant te kiezen van de single, maar ben toch gezwicht voor het meer uptempo 'If You Change Your Mind', hoewel 'The Hurt Is Just Beginning' toch de aanleiding van aankoop is geweest. Het blijkt achteraf gezien een hele fraaie 'double-sider' en daar zijn we dol op!

maandag 18 november 2013

De prehistorie: 1-4



Gedurende 2011 heb ik jullie zeer geregeld '20 Years Ago Today' gepresenteerd: Een overzicht van plaatjes die ik in 1991 heb gekocht. Ik dacht toen even dat ik de serie zou voortzetten tot het einde van de kaartenbak, de zomer van 1994, maar vanaf 1992 was het hek van de dam in mijn collectie. Toen dat besef er nog niet was, speelde ik er al mee om in 2014 met 25 Years Ago Today of iets dergelijks te beginnen. Welnu, met deze serie ga ik de komende zeven maanden toewerken naar het jubileum van mijn platen verzamelen. Zelf noem ik zaterdag 17 juni 1989 als officiële start van mijn collectie, maar toen had ik al dertig singles, waaronder een héle dure. Althans, voor die tijd... De komende zeven maanden presenteer ik jullie in hapjes van vier de allervroegste aanwinsten. Vandaag de eerste vier.

Mijn oudste broer Henk heeft de meeste invloed op mijn muzieksmaak, hij brengt Madness het huis in. Als ik het clipje zie van 'Baggy Trousers' van Madness waarbij de muzikanten letterlijk de lucht in gaan, ben ik spontaan 'fan'. Natuurlijk... ik ben nog maar vijf jaar oud, maar met twee oudere broers en een zus staat Hilversum 3 dagelijks aan en móet ik wel ergens specifiek fan van zijn. De aanstekelijke ska-muziek van Madness is bovendien geheel onschadelijk voor een vijfjarig kind, dus ik heb het zo slecht niet getroffen. Als ik acht jaar ben, hoor ik eigenlijk nog helemaal bezeten te zijn van de lego (en ben dat ook wel), maar toch staat er iets anders op mijn verlanglijstje voor mijn verjaardag: Een single van Madness. Ik kan me nu wel voorstellen dat mijn ouders het wellicht wat moeilijk hebben gehad met zo'n cadeau. Een single draai je per slot van rekening niet de hele dag door en de kans dat ik erop uitgekeken raak, is groot. Gelukkig werkt het platenkopend publiek mee en ontstijgt de meest actuele single niet de Tipparade, waardoor deze rond mijn verjaardag voor een rijksdaalder is te bemachtigen. Dat levert me voor mijn achtste verjaardag mijn allereerste single.

1. Tomorrow's Just Another Day-Madness
Ik heb de hoes in de begin jaren negentig zwaar mishandeld op een moment dat ik niet meer zo gecharmeerd was van Madness. Beetje jammer, maar de plaat draait desondanks nog naar behoren. Net als bij de 'Rallye Monte Carlo'-single van Earth & Fire en Kayak, die ik onlangs nog heb behandeld, kun je de lichtelijk versleten naald van de huiskamer-pickup terug horen in deze plaat. Ik ruik bij het intro ook meteen de meubelpoets van het dressoir. Die afschuwelijke huidkleurige panty die zo knetterde als je het vinyl stofvrij maakte. Ik weiger maar te herinneren wat de overige kadootjes zijn geweest op die achtste verjaardag. Het is deze single en het cassettebandje met de Madness-hits dat Henk voor me heeft opgenomen. Het zal vast meer lego en autootjes zijn geweest, want dat is dan nog immer mijn wereldje. De plaatjes is meer iets van de toekomst, dingen die nog gaan komen. Waarvan akte!

2. Wings Of A Dove-Madness
Ik denk dat ik mijn kaartenbak in 1990 ben begonnen. Naar het voorbeeld van mijn beide broers. Als veertienjarige is mijn geheugen al even beroerd, hoewel ik met de nummer 2 niet heel ver van de waarheid moet zitten. Ik vermoed dat Sinterklaas deze single in 1983 heeft bezorgd. Waar 'Tomorrow's Just Another Day' nog werd beloond met een plek in de Tipparade, daar is 'Wings Of A Dove' zo'n plaatje dat kant noch wal raakt. Een beetje airplay bij de Vara en de KRO, maar niet genoeg om door te stoten naar de Tros of Veronica en dus geen indruk op de Top 40. Als ik nu eens fan was geworden van Duran Duran, om maar iets te noemen, denk ik dat de singles voor de verjaardag en Sinterklaas wel waren gestagneerd. Hoewel... ik kan me een verlanglijstje van mijn tiende verjaardag herinneren, boordevol hits uit die tijd. 'Love And Pride' van King is er één van. Ik heb die niet op mijn verjaardag gekregen, maar wel een ander plaatje dat we volgende maand gaan behandelen. Madness is vanwege het gulden- en rijksdaalder-niveau een leuk Sinterklaas-cadeautje van mijn broers.

3. Grey Day-Madness
Een 'gouwe ouwe' die ik ook op het cassettebandje heb staan. Deze en de volgende single roept een legendarisch Sneker zaakje in herinnering: 'De Kasbah'. Het zit aan de Oosterdijk en is ook werkelijk een klein marktgebouwtje. Een gangetje met twee of drie winkels. Iets met noten, die kan ik nog steeds ruiken, maar ook Jelte met zijn platen. Nee, niet mijn broer of een ander familielid met die naam. Deze Jelte verdient weinig aan mij in zijn Kasbah-tijd, maar opent in 1992 een 'verzamelaars'-winkeltje waar ik enige keren 'boodschappen' zal doen. Later staat hij op vlooienmarkten met een partij van die heruitgegeven 'gouwe ouwen' en opnieuw gaat de portemonnee leeg. In de tijd van de Kasbah doet hij in onverkoopbare platen, de meuk die niemand anders wil hebben. Zo'n 'Grey Day' heeft ook al bijna drie jaar liggen rotten in een uitverkoopbak, maar... dan is het nabij mijn negende verjaardag en komt een van de broers voorbij. En dit is een van de zeer weinige Madness-singles die ik tot op de dag van heden erg graag mag horen!

4. Meer Nederlandse Sterre-Rubberen Robbie
Alweer zo'n vermoedelijke Kasbah-single. Voor een jonge knaap als mij zijn die Stars On 45-medleys best wel handig: Je leert ineens heel veel oude liedjes kennen. Later hoor je dan het origineel en denk je: ,,Hee! Dat zat in Stars On 45". Dat geldt evenzeer voor Rubberen Robbie. Ik heb nog nooit 'Het Land Van Maas En Waal' van Boudewijn De Groot gehoord als ik kennis maak met de parodie van Rubberen Robbie. Geldt ook voor 'Marina'. Toch blijf ik 'Geef Mij Maar Amsterdam' geniaal vinden: 'De geit van ome Jan, die lust alleen radijs/ En bléren dat-ie kan, het lijkt wel Rob De Nijs'. Dit moet dus het Sinterklaas-cadeau van 1984 zijn geweest?

zondag 17 november 2013

Schijf van 5: disco



Geïnspireerd door 'Floorfillers', mijn radioshow op de late zaterdagavond. In augustus begonnen als iets van tijdelijk aard, eind september een 'tijdelijke' doorstart gegeven, maar nu lijkt er geen weg meer terug en begin ik zelfs het programma bij te schaven. Niet alleen de nostalgie, maar de hedendaagse hitlijsten doen eveneens mee. De show van gisteren was echter niet geheel probleemloos. Hoe vertaal je een 'glitch'? Een kleine storing tussen mijn computer en de server in Engeland. De show heeft er tweemaal uitgelegen, maar... dat is voor het eerst sinds juli! Wat betreft de connectie, daar heb ik nog helemaal geen last van gehad. Wel 'bevroren' media-spelers en in juli een stop die eruit sprong. Uithuilen, opstarten en opnieuw beginnen. Floorfillers leeft vandaag verder in de Schijf van 5: Vijf plaatjes met 'disco' in de titel. Je zou uit de kandidaten een avondvullende show kunnen doen, maar dit zijn de vijf die ik heb uitgepikt voor deze Schijf.

De nummer vijf is een hekkensluiter en hoeft niet per definitie heel goed te zijn. Zoals het geval is met dit plaatje. Een discotheek in de zin van een plek om te dansen op zaterdagavond wordt vaak geassocieerd met de jaren zeventig. Oorspronkelijk staat discotheek voor een platenverzameling en de eerste Europese discotheken ontstaan in de midden jaren zestig. Vooral Duitsland speelt hierin een rol en de eerste Nederlandse discotheken ontstaan in de grensstreek. De monotone dansmuziek die in de jaren zeventig ontstaat, wordt al snel disco genoemd, maar de discotheken zélf zijn er al tien jaar. Willem Duys heeft het woord 'discotheek' meerdere malen laten vallen en ook Chubby Checker is er vroeg bij. Zijn 'At The Discotheque' (1965) mag vandaag op vijf.

De meeste plaatjes met 'disco' in de titel zijn ook daadwerkelijk disco-stampers. Denk maar aan 'D.I.S.C.O.' van Ottawan of 'Disco Inferno' van The Trammps. Het is aardig om bij het samenstellen van zo'n Schijf even te kijken naar muziekstijlen die niet echt geassocieerd worden met de discotheek, maar toch over dat onderwerp gaan. En dan kom je al snel uit bij Pulp. Niet bepaald mijn meest favoriete band, het album 'Different Class' heb ik sowieso nooit begrepen. De verguisde opvolger 'This Is Hardcore' vind ik ietsje leuker. De nummer vier is echter afkomstig van dat eerste album: 'Disco 2000' van Pulp (1995) staat op vier.

Het is juni 1997 als ik op een zaterdagavond in Het Bolwerk ben. Er is een dansfeestje gaande en ik zit al de godganse avond aan de bar bier te drinken als een vriend naar me toe komt en zegt: ,,Je gaat nú de dansvloer op". Ik gniffel nog wat. ,,Ik kan toch niet dansen", protesteer ik. ,,Daar gaat het niet om. Je gaat nu er tussen staan en beweegt je gewoon. Als je stil staat, sta je voor lul". Een laatste protest en dan geeft hij mij een douw. Daar sta ik dan en dus begin ik wat houterig te schuifelen. Ik ben niet meer van de dansvloer geweest. De danshits van de zomer van 1997 krijgen daardoor extra cachet, met name 'Around The World' van Daft Punk, maar ook zeker de nummer drie uit deze Schijf: 'From Disco To Disco' van Whirlpool Productions (1997).

Ik noemde hem vorig week al even in de laatste woorden, bij een Schijf van 5 over 'disco' kún je hier gewoon niet omheen. Daar komt bij dat de plaat na dertig jaar nog steeds ontzettend grappig en origineel is. Een treffender beschrijving van de discotheek is in mijn beleving niet aan het vinyl toevertrouwd. Ik zet met trots op nummer twee: 'In De Disco' van Noodweer (1983).

York? Ja, dat is een haatliefde-verhouding. Ik heb genoeg redenen de stad te haten, maar anderzijds: Het is ooit wel mijn thuis geweest. Als muziekliefhebber hoef je niet in York te zijn. Fibbers is het podium voor leuke popmuziek, maar die zit op verschillende plaatsen door het land, dus daarvoor hoef je niet in York te zijn. Muziek uit York is er ook maar weinig. De grootste claim is dat James Bond-componist John Barry in York is geboren. De gothic-band Mostly Autumn was er al vóór de ommezwaai van Within Temptation (ik heb ze in 1998 eens gezien) en heeft in de nieuwe eeuw op het punt gestaan om door te breken. De enige band uit York die het écht heeft gemaakt, is Shed Seven. Deze band heeft in Engeland in de late jaren negentig een paar redelijke hits gehad, maar het zijn 'flops' in vergelijking met Oasis, Blur en Manic Street Preachers. 'Disco Down' (1999) vervult me desondanks wel met een beetje trots, als ik deze op de radio hoor. Wat een geweldige plaat en... dat vind ik nog steeds! Voor mij de ultieme 'disco'-plaat: 'Disco Down' van Shed Seven.

Volgende week weer een uitstapje, maar ditmaal geen verre oorden. We gaan volgende week gewoon met zijn allen naar de stad. Vijf titels met 'city'.

zaterdag 16 november 2013

Raddraaien: The Merrymen



Ik heb altijd al een talenknobbel gehad en mijn Engels is nooit slecht geweest. Wél heb ik het in de jaren tussen het middelbaar onderwijs en mijn vertrek naar Engeland menigmaal overschat. Ik heb ze niet meer, maar als ik in ruwe lijnen de teksten herinner die ik voor Horrible Dying heb geschreven. Man! Je ligt dubbel van het lachen! Om nog maar te zwijgen over de dingen die ik met Freddy heb opgenomen in de zomer van 1997. Nee, de ultieme test van mijn Engels was wel de oversteek naar het eiland zélf. Dat viel tegen! Het begon al in de pub. 'I want a glass of beer'. ,,What glass? A pint, half pint? And what beer? Bitter, lager or stout?". Het werd een pint bitter en ik ben ter plekke getrouwd met John Smith. Ik leerde 'Queens' English' van de priester en kreeg al snel een Lancashire-knauw na een paar maanden Mossley. Psychologe Jacqui leerde me nog wel keurig Engels, het was de ondeugende oude Mrs. Hadfield die me wat lokale dingen bij bracht. En niet te vergeten nog wat Cockney van John Canning. Feit: Het Engels heb ik in Engeland geleerd, maar dat heeft ergens ook een nadeel met zich mee gebracht. En dat heeft iets te maken met onze Raddraaier: 'Big Bamboo' van The Merrymen (1969)

Key103FM is de regionale zender voor Greater Manchester. Het station zelf is gevestigd in Manchester. Ze draaien de hits van de dag, maar de nadruk ligt iets meer op de 'indie'. Afschuwelijke dingen als Billie Piper ('If You Want To', heette dat stomme ding als ik me niet vergis...) kwamen wel voorbij, maar de betere Britpop werd evenmin vergeten. En 1998 is nog wel een Britpop-jaar. Oasis en Blur zijn beide nog in actie en de rivaliteit is nog even hoog. 'The Rockafeller Skank' (Fat Boy Slim), 'The Sound Of Drums' (Kula Shaker) en 'Brimful Of Asha' (Cornershop met dezelfde Fat Boy Slim) zijn de hits van de dag als ik in Mossley binnen kom. Wat meteen heel erg irritant is aan Key103 is iets dat me ook opvalt bij Sky Radio: De 'gouwe ouwen' zijn uiterst beperkt. Bij de laatste is dat hooguit 'Music' van John Miles en 'God Only Knows' van The Beach Boys. In Manchester hebben ze 'Jagged Little Pill' van Alanis Morissette binnen handbereik en draaien iedere single wel eenmaal per dag. Ik ben een half jaar in Mossley als ik plots naar de radio loop en 'You Oughta Know' een zwijgen opleg. Ik heb het nummer altijd wel spannend gevonden, maar plotseling hoor ik wat ze zingt. Daar kan ik niet meer tegen en dus moet het apparaat uit.

Met Pasen 1999 ben ik een weekje over in Nederland. Het laatste weekend logeer ik bij Kees in Spijkenisse en hij heeft wat singles gekregen. Ik mag er een paar uitzoeken. Dat worden 'Juanita Banana' van The Peels (een voormalige Raddraaier), 'Camp' van Sir Henry & His Butlers (de Nederlandse Columbia) en 'Big Bamboo' van Emile Straker & The Merry Men. De Nederlandse Omega heb ik reeds sinds 1990 in mijn bakken (het is de 83e single uit mijn verzameling), deze Wirl ziet er wel grappig uit. Bij nadere beluistering blijkt het een oudere opname te zijn, ietsje minder gelikt dan de hitversie. Het is echter gedurende de daaropvolgende maanden dat ik de tekst ga begrijpen. Ik heb het altijd onschuldig gevonden, maar opeens openbaart zich mij een smerig liedje van de bovenste plank. Eigenlijk best wel jammer dat ik erachter ben gekomen. Later zal ik van nog meer liedjes de tekst gaan begrijpen en in sommige gevallen had ik dat liever niet geweten.

The Merrymen zou je eenvoudig The Dubliners van Barbados kunnen noemen, met toch wel een groot verschil. Waar The Dubliners nog steeds buiten Ierland optreden, daar is de omgeving van The Merrymen wel klein geworden. De groep bestaat sinds de vroege jaren zestig en heeft slechts een handvol bezettingswisselingen gehad. Emile Straker is nog immer de leadzanger en beheerst met zijn fluitje een halve eeuw het groepsgeluid. In 1966 neemt de groep de eerste versie van 'Big Bamboo' op, dat op Barbados meteen een grote hit is. In 2009 is Joost Den Draayer te gast in het Steenen Tijdperk. Hij vertelt over een kleine platenzaak in Rotterdam, die gespecialiseerd is in Caribische muziek. Hoewel de nering niet alle verkoopcijfers doorgeeft voor de Top 40, laat deze wel weten als bepaalde platen opeens heel erg in trek zijn. Dit is het geval met 'Big Bamboo' van Emile Straker & The Merry Men. Platenmaatschappij Omega laat ze een nieuwe versie opnemen en die plaat staat 29 weken in de Top 40 met een tweede plek in die hitlijst. In Nederland zal The Merrymen nog een paar hits hebben, maar na 1971 is dat afgelopen. Dat is ongeveer ook de tijd dat de Caribische muziek weer verdwijnt uit de Top 40. De hits van Byron Lee, Mighty Sparrow (de eerste uitgave van 'Only A Fool') plus de start van de carriére van Oscar Harris & The Twinkle Stars hebben te maken met dit import-zaakje.

De laatste paar jaar treedt de band uitsluitend op in een reservaat, nadat het jaren lang op een cruise-schip heeft gespeeld. De enige optredens buiten Barbados vinden plaats in Canada, maar het laatste anderhalf jaar is het een beetje stil geworden rondom de groep.

tietaantjes



Nog net geen stomdronken barkeepers en de volgende middag met zijn allen opruimen. Verder was het gisteravond bijna nét een ouderwetse Buze-avond. Zo eentje waar je lekker nostalgisch over kan ouwehoeren, hoewel het nog maar een jaar of zeven geleden is. Ik weet niet of dit bij het ouder worden hoort, maar inmiddels begrijp je wel dat zoiets écht niet kon, maar toen...? De Buze-vrijwilligers kregen toen alle vrijheid van de wereld en soms werd daar wat onvoorzichtig mee omgesprongen. Toch heeft het ook hele leuke dingen als gevolg. Het zal in 2007 zijn geweest dat Bernard een feestje gaf. Het kan niet zijn verjaardag zijn geweest, want het was hartje zomer. Ik denk dus dat het een examenfeestje is geweest. Ik schijn 'Trainspotting' te hebben meegebracht, maar kan dat niet meer herinneren. Kerwin maakt die avond zijn debuut met zijn noise-apparaten. ,,Heb je morgen iets te doen?". ,,Neuh". ,,Nou breng je apparatuur dan lekker mee, kun je nog wel even noise maken in De Buze". Zo eenvoudig werd dat toen opgelost. Ik had ook al jamsessies en een uitgeweken punkconcert in de bar gehad. Om dat laatste heb ik toen nog wel op de lazer gehad, want er werd wel het een en het ander gesloopt. Gisteren is alles heel gebleven, op mijn twee naalden na. Niet zo gek: Ik heb buiten een paar intermezzo's om bijna zeven uren gedraaid en beide naaldjes waren al een beetje gaar...

Nu is Bernard dan toch écht jarig en viert het met een literaire avond. Leuk! Weer eens wat anders! Doet herinneren aan de tijd van Dimensies en Ravage. No-budget-activiteiten in de barruimte. Bernard heeft een schrijver, een columnist en een dichteres uitgenodigd en zelf draagt hij ook een lang gedicht voor. Toch zijn het twee 'bijgerechten' die al snel de overhand krijgen. Ten eerste maakt Kerwin zijn rentree als ChemobOI! De laatste keer dat hij in het openbaar noise maakte, was in 2010 samen met mij als Rabinet Kutte ('de kogel kwam van links, de noise komt van rechts'). Mijn afscheid als podium-'artiest'. Een meisje gaat een 'performance' doen en het lekt al snel uit hoe dat eruit gaat zien. Het is vooral dat laatste dat de gemoederen bezig houdt. Ze zal namelijk naakt 'het podium' betreden.

Poëzie en literatuur beschrijven, heb ik altijd lastig gevonden. Ik zou de schrijvers tekort doen als ik ze niet zou noemen. Ze hadden allemaal 'iets', datgene dat mij bij de les houdt. De eerste presenteerde haar 'zine': Het klonk als een dagboek van een fictief persoon. Van de columnist heb ik alleen 'Ben je geil, bel dan...' gehoord. De clou? Hij wordt uitgelachen door het meisje, mannen zijn volgens haar allemaal hetzelfde en kunnen niet lezen. Er staat namelijk geschreven 'ben je Giel?'. Ja, daar wil ik wel meer over lezen. De dichteres is me een beetje ontgaan, de nicotinebehoefte ging even voor. Bernard is de 'local hero', het gedicht was aan de heftige kant, maar knap gedaan! Intussen was de performance al geweest.

Tsja... Een spiernaakte vrouw die zich aankleedt voor een pool-expeditie. Vijf stuks ondergoed, acht topjes, vijf panties, zeven truien, dat verhaal... Wat ze ermee wilde vertellen? Het is mij ontgaan. Ik heb zelfs niet beleefd geapplaudisseerd na afloop. ChemobOI! was weer van ongekend niveau. Weinig knutselwerk, maar rechttoe rechtaan piepen en kraken vanachter een poppenkast en, voor het eerst, visuele effecten middels zwart-wit films. Natuurlijk met een stukje piratenmuziek vooraf. En tóch heb ik nog steeds een klein aandeel in zijn act. Ik heb hem in april mijn oude mixer gegeven die inmiddels zwaar op de proef wordt gesteld. Maar... het is en blijft een Behringer en die krijg je niet zo snel kapot!

Ik mag draaien en heb alle vrijheid gekregen. Toch voelt het donderdagavond alsof ik niet alleen maar obscure soul kan draaien en dus zoek ik wat bekendere disco-dingen erbij. Ik heb een fraaie mix gedaan, heb een paar overgangen 'geleerd' en kon ook heel gemakkelijk 'switchen' tussen genres. Ik ben al een tijdje bezig met vlotte disco-hits als er een meisje bij me komt. Of ik iets bekends heb, iets wat zij kent. Queen of The Beatles ofzo? Even krijg ik het moeilijk. Toch weer Amy Winehouse opzetten? Maar dan weet ik het... ik heb Mannenkoor Karrespoor bij me. En zo heb ik de dansvloer vol met springende en hossende punkers en hipsters. Het leven kan soms zo eenvoudig zijn...

donderdag 14 november 2013

Raddraaien: A Flock Of Seagulls



Een dag die heel gelukkig begon, maar halverwege een 'knak' kreeg. Of moet ik zeggen een 'krak'? Dat laatste is letterlijker. Om te beginnen: Na mijn bericht van gisteren was er geen weg terug en moest ik vanochtend de 'email der emails' schrijven. Ik kreeg prompt een reactie. De organisator van de single-presentatie heeft wel oren naar mijn plan, maar we moeten het nog wel even goed doorspreken. Met die kleine euforie ben ik vanmiddag aan het werk gegaan. Een routine-handeling, maar iets wat ik telkens weer heel doordacht aanpak. Toch gaat er vanmiddag iets mis. Ik wil een zware doos van de grond tillen. Ik ga door mijn knieën en wip de doos een beetje op zodat ik mijn hand eronder kan stoppen. En dan... krak... In de rug, datzelfde spiertje dat me vorig jaar eens heeft geplaagd. Mijn collega's hebben snel de doos overgenomen en ik doe het sindsdien erg 'rustig aan'. Ik had nog spierverslappers en maagbeschermers liggen van de spit van vorig jaar september en heb elk van een gehad. Straks maar slapen en hopen dat het iets opknapt. Ik zou immers morgenavond in De Buze optreden en dat betekent het sjouwen van loodzware platenkoffers. Voordat ik ga slapen eerst maar even een Raddraaier bij de horens vatten: 'Wishing' van A Flock Of Seagulls (1982) is vandaag de gelukkige.

Ik heb even 'gesjoemeld' in deze aflevering. De kappers uit de Gouden Gids van vorig jaar geven me opdracht om twintig plaatjes verder te gaan vanaf 'Swing The Mood' van Jive Bunny & The Mastermixers. Ik verheug me even op The Kinks, maar helaas staat 'Op Een Onbewoond Eiland' van Kinderen Voor Kinderen vlak ervoor. Leuk als 'novelty', maar voor een aflevering van Raddraaien? Nee dank je! Twintig platen verder en bij 'Licence To Kill' van Gladys Knight weer terug naar 'Good Thing' van Fine Young Cannibals. Zo kom ik uit bij A Flock Of Seagulls. Ook een bereleuk jaren tachtig-bandje waarover ik nog niet heb geschreven. Waarvan akte.

A Flock Of Seagulls wordt in 1979 in Liverpool geformeerd en geldt als een van de bands uit een nieuwe golf van eigentijdse bands uit die stad. Daaronder bevinden zich eveneens Orchestral Manoeuvres In The Dark, China Crisis, Teardrop Explodes en Frankie Goes To Hollywood. Zanger-toetsenist Mike Score is kapper en de groep repeteert voor het eerst in de ruimte boven zijn kapsalon. Zijn broer Ali speelt drums, Frank Maudsley is present op basgitaar en Willie Woo is de oorspronkelijke gitarist, maar wordt al snel vervangen door Paul Reynolds. Het is de eigenzinnige muzikant-producer Bill Nelson, vroeger van Be Bop Deluxe, die de groep in een vroeg stadium opmerkt en hen platen laat maken voor zijn Cocteau-label. Hoewel de naam uit een liedtekst van The Stranglers komt, bewerkt Mike Score zijn kapsel dusdanig dat er een zeemeeuw in valt te herkennen. Dit laatste maakt van de groep een 'gimmick' en geeft ze een imago waar het maar moeilijk vanaf komt. Na een paar veelbelovende singles en een EP tekent de groep bij het Jive-label en verschijnt in 1982 'I Ran' op single. Bij die plaat hoort een videoclip. Als MTV de lucht in gaat, is 'I Ran' per tien video's eenmaal te beluisteren en te bekijken. Enerzijds heeft dit te maken met het beperkte aantal videoclips, maar ook het futuristische clipje speelt een grote rol, hoewel het voor zeer weinig is opgenomen. Hoewel de single in Engeland weinig doet (een bescheiden nummer 43) is het in Australië een vette nummer 1-hit. In Amerika eindigt het in de top tien, evenals Frankrijk. In Nederland komt het niet verder dan de Tipparade.

'Space Age Lovesong' doet in Engeland meer dan 'I Ran', maar valt tegen in andere landen. De tweede opvolger van 'I Ran' is onze Raddraaier. Het is in Engeland de grootste hit van de band, daar bereikt het nipt de top tien. In Nederland moet de groep nog haar grootste moment beleven, hoewel de elpee 'Listen' hier wel in de album top 50 terecht komt. Dat is in 1984 met de eerste single van 'The Story Of A Young Heart'. In de rest van de wereld is het succes tanende, maar in Nederland bereikt 'The More You Live, The More You Love' een zeventiende plek in de Top 40. Alleen 'Who's That Girl' van het album 'Dreams Come True' (1986) haalt nog de onderste regionen van de Britse single-lijsten. Mike Score is dan ongeveer het enige oorspronkelijke lid en hij noemt iedere formatie rondom hem A Flock Of Seagulls. Zo verschijnt in 1989 de single 'Magic', maar het bijbehorende album ziet pas in 1996 het levenslicht. In 2003 komt de groep in de oorspronkelijke bezetting bijeen, maar het blijft eenmalig. In 2006 levert Mike Score een bijdrage aan een eerbetoon aan Madonna, A Flock Of Seagulls speelt op het album een uitvoering van 'This Used To Be My Playground'. In februari van dit jaar laat Score echter middels Twitter weten dat hij 'ex-zanger' is van de groep, maar wat schetst een ieders verbazing? Een maand geleden heeft de groep, mét Mike Score, gespeeld op een festival in Minnesota. Mike woont namelijk al vanaf de midden jaren tachtig in Amerika.

Ik heb wel vaker geschreven dat ik een haatliefde koester voor de jaren tachtig en haar muziek. 'The More You Live' en 'I Ran' zijn twee van de zeer weinige platen uit dat decennium die ik altijd heb kunnen waarderen. 'Wishing' is overigens niets minder, maar was een beetje vergeten toen ik dit exemplaar in augustus 2011 heb gekocht.

woensdag 13 november 2013

Raddraaien: Elton John



Het zal geen verrassing zijn dat afgelopen maandagavond 'Specialized' het gesprek van de dag was. Iedereen die was geweest, zeker een kwart van mijn Facebook-bestand, hebben het er nog steeds over. De sfeer was optimaal en de bands niet te versmaden. 'Monkey Man' van The Specials is de 'running gag'. Niet op het podium, maar ernaast en bovendien in driekwart van de vakantiehuizen, is het nummer wel zestig keer ten gehore gebracht. De chatroom in gaan en vragen om 'Monkey Man' is een zaak van lef! Ook was er een deejay die zichzelf wel al teveel opdrong en waarschijnlijk volgend jaar weer als bezoeker mag komen. En ja! De datum voor volgend jaar is bekend: 14 tot en met 16 november en de 'specialized' band is dan Madness. Ik zag opeens een commentaar in de chatroom, geschreven onder mijn naam, dat ik mijn best ging doen voor volgend jaar. Ik had al idee bij dit jaar gehad, maar kon het niet realiseren. Ik wil dolgraag de andere leden van de roedel ontmoeten en dan is Specialized de uitgelezen kans. Het zou eens tijd worden! Ik ben in bijna twaalf jaar niet in Engeland geweest!

Daar staat echter wel tegenover dat ik in ruim zestien jaar niet in Denemarken ben geweest terwijl ik daar familieleden heb wonen, dus ik hoef me niet te schamen voor de twaalf jaar. Wel ben ik het talloze keren van plan geweest, maar het is er gewoon niet van gekomen. Vaak een geldkwestie. Dat ik eind 2001 nog ben geweest, had wat dat betreft een reden. Ik was nog net geen 27 jaar en kon dus voor studententarief reizen. Tegenwoordig is de boot onbetaalbaar. Als je je alleen op York oriënteert, is het vliegtuig een eind om: De dichtstbijzijnde internationale luchthaven is Manchester (Stockport) en dat is nog steeds drie uren met de National Express-bus. Dan is het veer Rotterdam-Hull het meest voor de hand liggend met vervolgens een uurtje in de bus naar York. Toch speelt er momenteel een plannetje...

Er is nog helemaal niks besproken of afgesproken, maar een Facebook-vriend en muzikant wil op 12 januari een benefiet doen voor Teenage Cancer Trust in Londen. Ik heb stiekem info gewonnen over een vliegticket. Easyjet is de goedkoopste, maar voor 20 kilo bagage moet er al betaald worden. Ik moet eerst weten wat een koffer met singles weegt. Ik denk erover na om mezelf als deejay voor die avond aan te bieden. Hopelijk met nog een betaald optreden ernaast. Bovendien is het al een vroegere mogelijkheid om enkele Wolfman-collega's en -vrienden te ontmoeten. Ik kan eigenlijk niet wachten!

Nee, we gaan in deze aflevering van Raddraaien niet heel diep op de materie in, maar ik heb wel een Engelse herinnering die van alles heeft te maken met deze plaat. Bijna drie jaar geleden heb ik hier op Soul-xotica het verhaal verteld van de 'monstertocht': Mijn fietstocht van Tuk (Steenwijk) naar Manchester (of eigenlijk Mossley) en weer terug. Toen is dit volgens mij ook al aan bod gekomen, maar het blijft een prettige herinnering. Overigens moet ik bekennen dat ik het 'helemaal had gehad' met de Monstertocht nadat het verhaal was verteld. Ook het sentiment ten opzichte van de fiets verdween en dat stelde me in staat in de daaropvolgende zomer afscheid te nemen van het ros en een andere te kopen. In het verhaal van de Monstertocht ben ik onderweg terug naar Tuk. Ik ben in een halve dag (of beter gezegd: Gedurende de nacht) van Mossley naar York gefietst. Op zondagavond zoek ik mijn vriend op, die in de eerste maanden van 1998 als het ware mijn leven heeft gered. Hij is tegenwoordig priester, maar staat niet vanwege deze missie in het boek van 'belangrijkste Engelsen'. Hij is een autoriteit op het gebied van klederdracht. Van de jaren zeventig tot halverwege de jaren negentig was hij conservator van de kledingcollectie op Castle Howard, een voormalig buitenverblijf van de koninklijke familie. Castle Howard was tot 1993 in gebruik als museum, maar is ook prominent te zien in het televisie-feuilleton 'Brideshead Revisited'. Sterker nog: Veel van de 'binnen-scénes' in die serie spelen zich af ín de kamer van mijn vriend. Er werd overdag 'geschoten' terwijl hij in het museum aan het werk was.

Anno 2001 is hij al acht jaar niet meer werkzaam voor Castle Howard, maar heeft nog wel de taak op zich genomen om de klimaatbeheersing van de kledingcollectie in het oog te houden. Op een maandagmorgen neemt hij me mee en zegt van tevoren dat ik nergens aan mag komen. Dan ritst hij wat dingen los en laat me enkele topstukken uit de collectie zien. Allerhande kostuums van koninklijke hoogheden, van bruidsjurken tot middeleeuws ondergoed. Toch ziet hij al snel dat ik niet zo onder de indruk ben van de jurk van Lady Di en dan neemt hij me mee naar een ander rek. ,,Dit moet je als muziekliefhebber wel herkennen" en ik sta oog-in-oog met het lila pak dat Elton John droeg op 'Goodbye Yellow Brick Road'. Je blaat nooit meer eindeloos over een single als je dat met eigen ogen hebt gezien? Morgen maar weer proberen...