donderdag 31 januari 2013

raddraaien: Beats International


Lieve mensen, wat gaat zo'n jaar toch snel? Alweer een maand 2013 in de geschiedenisboeken. Ik kijk echter even vooruit naar de komende nieuwe maand. Mijn doel is om deze serie van raddraaien voor 1 maart te beëindigen en dan weer opnieuw te beginnen. Ik zit nu tien berichten van het einde af. Maar de laatste week van februari gaat weer ietsje anders eruit zien, de 'die-hard'-volgers hebben dan al een vermoeden en inderdaad: Ik ga voor de derde keer een weekplate samenstellen. Iedere dag zal ik jullie een dagplate presenteren, met op de maandag een Schijf van 5 maandagen. Op zondag 23 februari trappen we af en eindigen op 1 maart. Zondag 2 maart hebben jullie echt geen behoefte meer aan een warme maaltijd. Die dag staat immers in het teken van een taart met drie kaarsjes. Maar dat is volgende maand pas, vandaag gaan we raddraaien met een jaren tachtig-bak. Hoewel? Ook de jaren negentig en nieuwe eeuw staan in deze bakken, mits het originele singles zijn. Heruitgaven van platen uit de jaren zestig en zeventig worden niet mee gerekend. De raddraaier van vandaag stamt uit de zomer van 1990 en vertelt nog het meest het verhaal van een creatieve muzikant met eigenzinnige ideeën. 'Dub Be Good To Me' van Beats International (1990) mag in de schijnwerpers.

Als je hem kwaad wil hebben, moet je hem bij zijn officiële voornaam aanspreken. Quentin Leo Cook, zo heet hij eigenlijk. Sinds de doorbraak van Quentin Tarantino moest de naam wel kunnen, maar in de jaren zeventig en tachtig schaamt de jonge Cook zich rot voor de naam. Hij meet zichzelf al vroeg de naam Norman aan. Ondanks een vermeende 'lullige' naam breekt hij voor het eerst door met een groep die zo mogelijk nóg onbenulliger is: The Housemartins. Dan is hij echter al een decennium actief in de muziek. Zijn eerste band heet Disque Attack en het speelt new-wave. Cook is aanvankelijk drummer totdat de zanger hen onverwacht verlaat. Bovendien vervaardigt Cook de buttons voor de band. In de jaren tachtig studeert hij Engels, politicologie en sociologie. In de midden jaren tachtig duikt hij in de club-scene van Brighton op als DJ Quentox en is daarmee een pionier in de hiphop-scene van Brighton.

Cook is inmiddels 23 jaar als hij in 1986 de bassist van The Housemartins wordt. Eigenlijk meer om zijn vriend Paul Heaton uit de brand te helpen, omdat de oorspronkelijke bassist hals over de kop is vertrokken en de groep op een nationale tournee moet. Hij moet er zelfs Brighton voor verlaten om tijdelijk in het troosteloze Hull te gaan wonen. Met The Housemartins scoort hij grote hits als 'Happy Hour' en 'Caravan Of Love', maar als de groep in 1988 op zijn gat ligt en Heaton met Beautiful South aan de slag gaat, keert Cook weer terug naar Brighton. Hij hangt de rockinstrumenten aan de wilgen en concentreert zich meer op knopjes en vinylplaten. De uitkomst hiervan is Beats International, eerder een losvast gezelschap dan een echte band. Cook en zangeres Lindy Layton zijn de enige vaste krachten. Bij live-optredens worden ze eveneens vergezeld van een graffiti-artiest. 'Dub Be Good To Me' is een samensmelting van 'Just Be Good To Me' van S.O.S. Band en 'Guns Of Brixton' van The Clash en geldt als één van de eerste Engelse dub-hits. Beats International kan het succes maar moeilijk een vervolg geven en als Lindy aan een solo-carriére begint, is dit de genadeklap voor de formatie.

Cook, die inmiddels helemaal Norman heet, gaat daarna niet meer op één paard tegelijk gokken en is zowel lid van de popgroep Freak Power als van het collectief Mighty Dub Kats. Ik weet niet hoe Cook terug kijkt op zijn associatie met Pizzamen, een poepcommercieel house-project. Met name door Mighty Dub Kats vestigt Cook definitief zijn naam en weet vanaf 1996 ook zelf zijn eclectische muziekmix aan de man te brengen. Daarvoor roept hij de naam Fatboy Slim in het leven. Het leuke is dat ik in 1998 en 1999 in Engeland heb gewoond en dat zijn de gloriejaren van Fatboy Slim. 'The Rockafella Skank' is een gigantische nummer 1, terwijl zijn remix van 'Brimful Of Asha' van Cornershop het niets minder doet. Tot mijn grote verbazing moet ik later vaststellen dat deze platen nagenoeg geen hits zijn geweest in Nederland. Wáár waren jullie mee bezig???

En daar besluit ik het verhaal maar. 'Dub Be Good To Me' zit reeds sinds 1993 in mijn bakken. Hoewel ik in 1990 niet zoveel van dansmuziek moet hebben, vind ik dit nummer zo'n fantastische atmosfeer hebben en ben ik misschien ook wel een beetje verliefd op Lindy Layton. Dat is niets om voor te schamen, want als er een vrouw is die naarmate ze ouder is mooier wordt, dan geldt dat zeker voor mevrouw Layton!

woensdag 30 januari 2013

Allsods januari 2013


Ik was vanavond nog aan het twijfelen, maar was er ook snel klaar mee: Opnemen die hap! De eerste (en misschien ook laatste, je weet maar nooit?) Allsods wordt nu geüpload en ga ik dadelijk publiceren. De speellijst heb ik verder niet openbaar gemaakt, dus die kunnen jullie hier vinden plus nog wat korte verhaaltjes. De Soul-x-rated is door Do The 45 drastisch overleden en om nu een tweedehands Do The 45 te maken? Nee, ik heb ervoor gekozen een hele diverse podcast te maken: Van Sarah Vaughan tot Kaiser Chiefs en ver daarbuiten. Overigens heb ik eind juni ook al eens een dergelijke podcast opgenomen, maar die durfde ik toen niet te publiceren. Nu ik met de podcasts niets meer heb te verliezen, moest het van mij kunnen! De link staat weer onder 'opmerkingen', maar het is een tussendoortje en ik vind hem zelf niet professioneel genoeg...

1. More Action Less Tears-Thee Silver Mountain Reveries (2003)
We trappen af met een poepje postrock. Om toch met de deur in huis te vallen, zo'n nummer kondigt meteen goed aan dat het niet een gebruikelijke Soul-x-rated of Do The 45 wordt. Hoewel dit nummer niet is gespeeld tijdens het optreden, ademt 'More Action Less Tears' de herinnering aan het concert van Silver Mt. Zion in het Groningse Vera, april 2010. Toen bestond Soul-xotica ook al en ik heb er toen nog over geschreven! Terug naar Allsods: We zijn binnen!

2. A Piece Of The Action-The Babys (1978)
Nieuwjaarsdag in Het Pandje draaien, is ook zo'n traditie. Het is in 2010 begonnen en afgelopen nieuwjaarsdag was dus de vierde maal in successie. Soul-xotica heeft haar bestaan nog aan de eerste keer te danken. Omdat ik toen nog niet de discipline had om singles terug te zetten, had ik één van de bakken vlakbij mijn draaitafels staan. Al draaiende besloot ik om weer een muzikaal weblog te beginnen, waarvan akte. Toen was Juicy Lucy, maar ook Oscar Benton & Monica en Clover Leaf, onder de platen die ik sinds Nieuwjaarsdag opnieuw was gaan waarderen. In 2011 gebeurde dat met 'I'm Mandy Fly Me' van 10CC. En dit jaar... is het The Babys die ik erg geregeld draai, alsook Stevie Nicks die we verderop nog horen.

3. Caroline-Espers (2009)
Pas op! Het is Espers en niet The Espers of iets dergelijks. Overigens maak ik een foutje bij de opname. Ik geef de voorkeur om na de presentatie met de snelste platenspeler te starten en ik heb ze omgewisseld, dat gooit mijn presentatie ook in de war want nu begin ik met andere platen... Terug naar Espers: De nu-folk supergroep uit Philadelphia onder leiding van Greg Weeks en met de markante leadzang van Meg Baird. Hier lust ik wel pudding van. Zélfs zonder slagroom...

4. Winter In America-Doug Ashdown (1978)
Nee, we gaan het niet hebben over die Amsterdamse zanger. 'Winter In America' is al jaren een favoriet van mij, ik heb het nummer in een zomer opnieuw leren waarderen en vind het jammer dat je hem alleen maar met de kerst op de radio hoort. Want het is immers géén kerstnummer, maar wel een favoriet bij samenstellers van kerst-cd's. Hoewel ik mijn hand er ook niet voor zou omdraaien om in Allsods een kerstplaat te draaien, heb ik dat gevoel dus niet bij Doug Ashdown. Gewoon een liedje voor de eeuwigheid!

5. How's Your New Love Treating You-The Debonaires (1967)
Ja hoor, we doen ook een piepklein beetje Northern Soul, ook al valt hier niet heel enthousiast op te dansen. Meer een tijdloos Detroit Soul-nummer van een ondergewaardeerde klasse.

6. Rain-The Cult (1986)
Een vergeten 12"-single, ik heb hem in 2007 gekocht van iemand op Marktplaats. Een dame die in een echtscheiding zat en opdracht had gekregen alle platen van haar ex-man te verkopen. Ik was een groot afnemer en ontwikkelde ook een persoonlijk contact met de dame. We zouden elkaar nog eens ontmoeten, vooral om verzendkosten te besparen, maar het is er nooit van gekomen en opeens was ze spoorloos verdwenen. Ach, ik heb de platen nog en deze 12"-EP van The Cult is daar eentje van.

7. Run Run Run-Psychedelic Furs (1982)
De punkbeweging zette zich af tegen de gevestigde orde, ook binnen de muziek. Hoe zou je dezelfde punkbeweging kunnen shockeren? Welnu, een band beginnen die prima mee kan in het punk-idioom en het dan een jaren zestig-naam als Psychedelic Furs mee te geven. Het is ze gelukt! In 1982 maakt de band, evenals generatiegenoten, keurig aangepaste muziek zoals dit fijne 'Run Run Run'. Ik had hem al sinds 2003 niet meer gehoord!

8. Cheatin' Woman-Lynyrd Skynyrd (1975)
Hier had dus 'Am I Losin'?' moeten staan, gewoon de verkeerde tweede track van een kant geplukt, maar de hele elpee mag er wel zijn. Ik heb er eerder deze maand nog een bericht aan gewijd, dus hou ik het nu kort.

9. What's On Your Mind-Madrugada (2008)
De serie 'nieuwgekochte vergeten platen' is ernstig overleden, terwijl we nog niet klaar waren. Er staat me iets van bij dat Madrugada nog wel voorbij is gekomen. Onderdeel van de serie was dat ik de plaat integraal moest draaien en dat ging bij Madrugada niet helemaal lekker. Want buiten dit schitterende 'What's On Your Mind' heb ik het héél snel gehad met de inktzwarte muziek van Madrugada. Ik denk dat deze plaat mezelf van 2008 heel mooi schetst, maar dat dit waarschijnlijk ook de reden is waarom ik er nu nauwelijks meer naar kan luisteren...

10. Be Young Be Foolish Be Happy-The Tams (1968)
Natuurlijk de tune of the week of The Week Spot zoals-ie hier dan weer heet. Omdat de Week Spot vooral op papier het leukste is, heb ik in Do The 45 de Tune Of The Week weer in het leven geroepen en ongemerkt is dat hier ook gebeurd.

11. Rooms On Fire-Stevie Nicks (1989)
Halverwege de podcast en ik zeg iets dat niet heel erg vriendelijk klinkt... ,,Ik hoop dat jullie het leuk vinden en anders maar niet...". Zo bot was het niet bedoeld, maar het mag duidelijk zijn dat ik écht mijn eigen lolletje zit te vieren en dat het mij nog enkele malen plezier gaat bieden bij fiets- en wandeltochten. Dat iemand anders het ook leuk vindt, is voor mij even van secundair belang. Maar leuk dat jullie er zijn!!!

12. Let My Heart And Soul Be Free-The Tan Geers (1968)
En dat is een Week Spot in de nabije toekomst, dus daar horen jullie binnenkort meer over!

13. The Luckiest Girl-Holly Golightly (2004)
O, wat lopen we weer te stamelen... Slecht voorbereid, zullen we maar zeggen. Over Holly hebben we ook al eens geschreven, ze is een protegé van Billy Childish en de meest getalenteerde songwriter uit zijn harem. 'The Luckiest Girl' is verreweg het meest interessante nummer van 'Slowly But Surely', dat verder écht te traag voor woorden is. Ik hou van die onstuimige sitar!

14. What Can I Say-Boz Scaggs (1977)
Nog maar zo'n recente favoriet: Een plaatje waar ik ontzettend vaak en graag mee op sta. Hoewel het straks voor mij weer bedtijd is, want dit is, wat je noemt, 'malen bij nacht'.

15. Black Coffee-Sarah Vaughan (1949)
Mag een kop zwarte thee ook? Looizuurvrij, als we een beetje mazzel hebben... Er moet straks nog geslapen worden. Terug naar de muziek eerst, deze 'evergreen' van Sarah Vaughan maakt niet alleen dat het een hele brede muziekmix is geworden, maar ook dat er zestig jaar tussen de oudste en de nieuwste plaat zit. Dat zijn heel wat generatiekloven, maar Sarah Vaughan overbrugt ze moeiteloos met deze klassieker.

16. A Second Life-Damon & Naomi (2004)
Een plaat die op het allerlaatste moment is toegevoegd, 'The Earth Is Blue' van de voormalige Galaxie 500-leden Damon Krukowski en Naomi Yang is één van mijn meest favoriete albums aller tijden, een plaat met een welhaast onmeetbare schoonheid.

17. You Spin Me Round (The Murder Mix)-Dead Or Alive (1984)
Iedereen zweert bij 'Blue Monday' van New Order, maar ik geef dan de voorkeur aan deze 'Murder Mix' van Dead Or Alive. Een acht minuten-durend dansvloer-orgasme. Een plaat waarbij stil zitten onmogelijk is, je voeten gaan ervan jeuken. Ik ben de 12"-single een tijdje kwijt geweest, maar heb hem sinds oud en nieuw weer vooraan staan in mijn bakken. En dus kan hij nu in Allsods, want deze 12" had eigenlijk nog in een Soul-x-rated gemoeten...

18. Never Miss A Beat-Kaiser Chiefs (2009)
Zoals ik zeg in de podcast, een herinnering aan een wilde zaterdagavond. Het is, achteraf bezien, in de laatste weken dat ik bier drink (en alles wat alcoholisch is en voorbij komt schuiven) en het feestje is een behoorlijke ingedutte lan-party in De Buze. 'Never Miss A Beat' wordt tientallen malen gedraaid en niet zelden gaat de naald in één beweging van uitloopgroef naar het begin. Vandaar dat-ie zo verrot klinkt...

19. Wait Til The Summer Comes Along-The Kinks (1965)
En eigenlijk kende ik die nog niet voordat ik hem in Allsods draaide. Het staat, behalve op 'Kinda Kinks', eveneens op 'A Well Respected Man', een compilatie op Marble Arch. En die plaat staat alweer een tijdje naast mijn computer, het meeste vanwege 'Where Have All The Good Times Gone', maar nu zag ik deze titel staan en vond het een mooie titel als slot voor deze podcast. Het was mij een waar genoegen, ik hoop dat het jullie evenveel genot brengt. En dat meen ik ook nog...

dinsdag 29 januari 2013

Week Spot: The Tams


Ik kan het zelf ook nauwelijks bevatten, maar volgens mij groeit er geld in mijn kast. Na een financieel loeizware maand ligt er nog steeds geld in mijn kast, leef ik lekker en gelukkig en het raakt maar niet op! Een fijne gedachte. En zo kan ik me ook weer eens een paar verse plaatjes voeroorloven. In december was ik nog niet zo zeker over een Blauwe Bak Top 40 in eind maart, maar als het zo doorgaat... Op dit moment zijn een drietal singles onderweg vanuit Chicago en vorige week heb ik wat boodschapjes gedaan bij Rarenorthernsoul en de budget-afdeling Buydiscorecords. Ik heb voorlopig weer even genoeg Week Spot's, want ook Joyce Kennedy en die andere van The Debonaires moeten nog. De Week Spot van deze week is met alle recht een klassieker, een plaatje dat vrijwel iedereen die enigzins bekend is in de Northern Soul wel kent. Voor slechts drie pond op de kop getikt bij Buydiscorecords. Het is de uitvoering als in de afbeelding, dus met 'solid center', wat zou moeten betekenen dat het de heruitgave van 1970 is. Onlangs werd nog een origineel van twee jaar eerder te koop aangeboden bij Rarenorthernsoul, die moest twaalf pond kosten en had maar één woord als beschrijving: 'Yippee!'. En dat gevoel maakt ook dat de plaat wel Week Spot móest worden!

Ik ben sinds augustus een regelmatig luisteraar van Wolfman Radio. Middels de vorige Northern Soul-groep op Facebook leer ik Lee Madge kennen. Een sympathieke kerel, net zo gek van muziek als ondergetekende, en opvallend veel muzikale overeenkomsten. Ik luister praktisch iedere week naar zijn Northern Soul-show From The Catacombs en één jingle in zijn programma houdt me tijden bezig. Welke plaat zit daar nu in? Ik weet tegelijk ook dat ik een aap-figuur ga slaan als ik het in de chatroom ga vragen en dus blijf ik gissen. Totdat ik dus het origineel op Rarenorthernsoul tegenkom en een stukje beluister. Verhip, dat is die jingle van Lee Madge! The Tams komt meteen hoog op mijn verlanglijst en ik mag me sinds vrijdag eigenaar noemen van een prachtig exemplaar. Natuurlijk, het is van Buydiscorecords, dus we kijken niet op een kraakje meer of minder, maar over het algemeen is het een dikke voldoende waard.

The Tams is een zanggroep die wordt opgericht in 1960 en met korte tussenpozen doorgaat tot op de dag van heden, ook al zijn er inmiddels twee formaties met de naam. In 1962 scoort The Tams een eerste Amerikaanse hit met 'Untie Me'. De groep wordt ondersteund en geproduceerd door Joe South en deze heeft 'Untie Me' eveneens uit zijn pen laten vloeien. The Tams volgt het grote succes met wat mindere successen. The Sensational Epics brengen de originele versie van 'Be Young Be Foolish Be Happy' uit op Warner Bros., maar dat wordt geen succes. Dat gebeurt echter wel als The Tams het op de plaat zet. In de zomer van 1968 komt het de Amerikaanse hitparade binnen, maar het zet niet veel zoden aan de dijk. Nummer 26 in de rhythm & blues-lijst en 61 in de pop-lijst. De plaat wordt al snel opgepikt in de Northern Soul, dat dan nog volledig in de kinderschoenen staat. De Engelse divisie van Stateside brengt de plaat uit op 9 januari 1970 en twee maanden later staat het op nummer 32 in de Britse hitlijst. De Northern Soul groeit gestaag door en heeft in 1971 al grip op de hitparade gekregen. 'Hey Girl Don't Bother Me', een zeer bescheiden Amerikaanse hit uit 1964, wordt door Probe opnieuw in het vinyl geperst en bereikt de eerste plek in Engeland. Nederland is een stuk bescheidener met een 35e positie. Ondanks vele optredens in Engeland raakt The Tams als bestaande groep een beetje in de vergetelheid. Maar dan dient de 'shag' zich aan. Nee, niet de rookwaar, maar een dans. Middels een gelijknamige film scoort The Tams na zestien jaar weer een hit met 'Ain't Nothing Like Shaggin'. Er is wel belangstelling voor de plaat in Engeland, maar de BBC doet het in de ban. 'Shaggin' is namelijk hetzelfde als 'het' doen.

Zoals wel vaker het gevolg is bij oude soulbands, bestaan er inmiddels twee legale groepen die The Tams heten. Er wordt geen melding gemaakt van malafide groepen met die naam, maar je zou het bijna kunnen voorstellen. Verder is eigenlijk niet zoveel meer te vertellen over The Tams, behalve dat de plaat als een warme jas aan voelt. 'Be Young Be Foolish Be Happy'... Kon het maar altijd zo zijn!

maandag 28 januari 2013

raddraaien: The Fleur De Lys


Een Soul-x-rated opnemen en publiceren én ook nog twee verhalen schrijven? Nee, dat is te ambitieus en dus presenteer ik jullie vandaag een dubbele aflevering van raddraaien. Voor deze tweede raddraaier gaan we de Blauwe Bak in, letterlijk ditmaal. Het raddraaien is met de Blauwe Bak gebaseerd op de vier of vijf kleine bakjes singles, maar tegenwoordig bestaat de Blauwe Bak uit een koffer en drie mandjes, waaronder de befaamde blauwe. De raddraaier in kwestie heeft jaren in de Blauwe Bak gestaan en zelfs ook nog even in de grote koffer, maar is nu verhuisd naar de 'randverschijnselen'. Daar hoort deze ook thuis, want echt typisch Northern is het niet. Waar ik bij The Transatlantics stof tekort kwam, daar kun je boeken vol schrijver over Fleur De Lys. Een eigenzinnige Britse groep met een minstens zo eigenzinnige historie. Een geschiedenis waarbij zelfs de geschiedschrijvers zélf elkaar in de haren vliegen.

Omdat ik voor The Transatlantics nog de e-versie van 'Tapestry Of Delights' open heb staan, kan ik daar wat informatie over Fleur De Lys pikken, maar ook het hoesje van de bovenstaande EP is gevuld met trivia en een nóg diepere observatie die het verhaal niet gemakkelijker maakt. Eén conclusie mag als een paal boven water staan: Fleur De Lys is gruwelijk ondergewaardeerd. Er zijn tal van jaren zestig-groepen met minder talent die meer geld hebben verdiend dan deze 'supergroep'. Tegenwoordig is Fleur De Lys nagenoeg alleen bekend in verzamelaarskringen: Hun originele jaren zestig-singles zijn een fortuin waard. De plaat zit echter in de Blauwe Bak vanwege het openingsnummer, een demo-versie van 'Gotta Get Enough Time' met de Zuidafrikaanse zangeres Sharon Tandy.

In hun vijfjarig bestaan heeft de groep maar liefst negen bezettingen en biedt deze EP uit 2009 zelfs nog een tiende! De groep ontstaat in 1964 in Southampton en neemt de eerste single, een cover van Buddy Holly's 'Moondreams', op onder de productionele leiding van Jimmy Page. Page is dan nog een fulltime-sessiegitarist en werkt met een veelvoud van artiesten, van Tom Jones tot The Yardbirds. Dan komen we tot het punt waarop de EP met een extra bezetting aan komt. Het slotstuk op die schijf is een 'live'-uitvoering van de tweede single, 'Circles'. Een niet eerder uitgebrachte opname, dit is eigenlijk zanger Frank Smith die dan net de groep heeft verlaten en een stel onbekende muzikanten uit Southampton, terwijl de oorspronkelijke Fleurs in Londen resideren. Ook opmerkelijk is dat Smith helemaal niet als zanger op de plaatversie van 'Circles' is te horen. Drummer Keith Guster is het enige constante lid van Fleurs en bouwt opnieuw een groep op om een psychedelische versie van Pete Townshend's 'Circles' op te nemen. The Who neemt het zélf ook op, maar noemt het dan 'Instant Party' (de b-kant van 'A Legal Matter'). In 1966 krijgt de groep een nieuwe zanger in de vorm van Chris Andrews, niet te verwarren met de bolleboos van 'Yesterday Man'. In 1967 ontmoet de groep de zangeres Sharon Tandy en begeleiden ze Aretha Franklin in dat jaar tijdens haar optredens in Nederland.

De groep beweegt zich enerzijds erg in de hoek van Stax, maar dankzij gitaarwerk van Bryn Haworth en Phil Sawyer is het ook 'freakbeat' of soms echt psychedelisch. De single 'Hold On' met Sharon Tandy is zo'n prachtige vergeten Britse soulklassieker, de bovenstaande EP bevat een demo van 'Gotta Get Enough Time'. Dit is de laatste opname die Tandy met Fleurs maakt voordat ze terugkeert naar haar geboorteland en wijkt af van de single. 'Yeah, I Do Love You' had de opvolger moeten worden van 'Two Can Make It Together' als Tony & Tandy. Dat duo is eigenlijk Sharon Tandy met Fleurs-zanger Tony Head, maar doordat opnieuw een bezetting van Fleurs op barsten staat, blijft het bij deze demo-versie. Verder is Gordon Haskell enige tijd lid van Fleurs. Hij zal zich in 1970 korte tijd bij King Crimson voegen en in 2002 zijn wereldwijde doorbraak beleven met jazzy repertoire. De geschiedenis wordt verder bemoeilijkt door de gebruikte pseudoniemen. Zo zijn er platen van Chocolate Frog en Shyster, die in beide gevallen van Fleur De Lys zijn.

Om zo'n schitterend stuk Britse muziekgeschiedenis niet verloren te laten gaan, heeft het platenlabel Acid Jazz zich ontfermt over de opnames van Fleur, maar heeft eveneens een extensieve biografie op de markt gebracht. En gelukkig zijn er ook nog blogs als Soul-xotica die er mede voor zorgen, dat zo'n groep niet over het hoofd wordt gezien!

raddraaien: The Transatlantics


Het is omdat ik niet zo'n grote Queen-fan ben, maar sinds vanavond zeven uur zou de keuze voor die Britse groep vanzelfsprekend zijn geweest. 'Don't Stop Me Now'? Tja, het is allerminst een 'Scandal' of 'The Miracle'. Wat zei je? Ja, 'Another One Bites The Dust'... We gaan maar raddraaien, wie weet komen we Beatrix daar nog tegen en... jawel hoor! Een single welke ik op Koninginnedag 1992 heb gekocht, een jaar voordat de Majesteit en haar gevolg naar de Waterpoortstad kwam. Helaas eindigt daar ook meteen de connectie en kunnen we weer over naar de écht belangrijke zaken in het leven, namelijk: het raddraaien op Soul-xotica. Ik verwacht elk moment een nieuwe Gouden Gids, maar de oude zal beslist nog vijf jaar gebruikt worden voor deze serie. De kapster van vandaag heet Cynthia en is pas de laatste in de C. Er zijn nog vier pagina's met kappers te gaan! Vandaag: 'Louie Go Home' van The Transatlantics (1966).

Ik koop de single, zo gezegd, op een Koninginnedagbraderie in de Sneker wijk Tinga. 's Avonds speelt daar Pater Moeskroen in een feesttent, die heb ik vorig jaar nog behandeld in een aflevering van recenzeuren. De handelaar in kwestie heeft zo'n 1500 singles staan, waaronder heel wat zeldzaam spul, maar desondanks een gulden per stuk. Ik zie dat iemand 'Hey Joe' van The Jimi Hendrix Experience voor mijn neus weg kaapt, zelf laaf ik me vooral aan Nederpop (Serenade, Session, Ghizlane en Hello) en neem uit nieuwsgierigheid ook een single mee van The Transatlantics. Op de Nederlandse Polydor, met het witte uitbreek-hartje en dus 1966. Dat het nummer is geschreven door Mark Lindsay van Paul Revere & The Raiders spreekt eveneens onmiddellijk aan. Thuis beluister ik hem vluchtig, maar weegt in interesse niet op tegen de overige vangst.

Eigenlijk weet ik nog steeds niet wat ik met de plaat aan moet, maar sinds een uur weet ik toch wat meer over de plaat. Of beter gezegd: iets minder! Als er een single is die in een waas van onduidelijkheid op gaat, is het wel deze van The Transatlantics. Dankzij de Roemeen Alextsu Narod kunnen we nog steeds genieten van de e-versie van 'Tapestry Of Delights', hét naslagwerk van de Engelse progressieve popmuziek, oorspronkelijk geschreven door Vernon Joynson. Hij noemt inderdaad The Transatlantics en geeft zelfs een volledige bezetting, maar concludeert tenslotte ook weer dat de singles van verschillende groepen kunnen zijn. En dan zou degene die beweert dat The Transatlantics een Australische groep zou zijn toch gelijk hebben. Omdat het verhaal van Joynson wel over de groep van 'Louie Go Home' gaat, ga ik er vanuit dat de genoemde bezetting daarbij hoort.

Zanger Peter Wright, gitaristen John Edmunds en Ian Scott, bassist Tony Clout en drumer Peter Brewer. Hun eerste single op King heet 'Run For Your Life' en is geschreven door Lennon en McCartney. Bij beluistering van 'Louie Go Home' valt ook meteen de harmoniezang op, die erg aan die van John en Paul doet denken. In een Youtube-commentaar merkt nog iemand op dat het best een piepjonge Gerry Rafferty kon zijn, maar dat is te ongegrond om serieus te nemen. De discografie op 'Tapestry' vermeldt twee singles op Fontana uit 1965, 'Run For Your Life' en 'Louie Go Home' op King en de Wilson Pickett-cover 'Don't Fight It' op Mercury. De laatste single zou nog wel van dezelfde groep moeten zijn, over die Fontana-platen verschillen de meningen. Hoewel Joynson, niet snel onder de indruk, de groep weg zet als 'harmony beat', zijn er ook die de groep als 'freakbeat' betitelen. De bezetting van Joynson zou overigens uit de plaats Grays in Essex komen.

Een leuk dingetje, zeker met de gulden in het achterhoofd. Hij zal alleen maar in prijs stijgen en mijn exemplaar zal dus ook meer waard worden, want draaien? Nee, daar is-ie te weinig interessant voor...

zondag 27 januari 2013

Schijf van 5: kapiteins


Hoeveel kapiteins kun je op één schip hebben? Het schip dat Soul-xotica heet, heeft er maar eentje. Okay, we hadden twee jaar geleden meer, maar nog steeds stond de handtekening van 'Soul-X' onder de berichten. Ik dacht vorige week na de clowns dat de kapiteins ook een beroepsgroep was die veel en vaak was bezongen. Dat valt nog reuze tegen en dan vooral om de leukste eruit te zoeken. Het is ons echter weer gelukt, want ja, dat mag wederom in meervoud, want Peter stuurde me nog een lijstje waarvan ik twee heb overgenomen. Ik had zelf namelijk al een top vijfje gemaakt, waarvan twee tegen de pijngrens zitten. Tja, eigenlijk zit 'Captain Jack' er fors overheen en ook met 'Dancing With The Captain' van Paul Nicholas ben ik niet erg gelukkig. Dus even goed schudden en zie daar: De Schijf van 5 kapiteins.

De nummer vijf moest ik echt even opzoeken. Peter schreef bij zijn lijstje dat het nogal twijfelachtige nummers waren en in het geval van de nummer vijf: Dat is niet direct wat je van The Byrds verwacht. Michael Clarke wilde ook wel eens een aandeel hebben in het repertoire en kwam zodoende met 'Captain Soul'. Een gezellig stampend rhythm & blues-tempo met daarover heen wat 'los zand' gitaarwerk. De riff zou een jaar later schaamteloos gekopieerd worden door The Electric Flag, een andere band op CBS, maar in het geval van The Byrds is 'Captain Soul' geen prijsnummer. En dat wordt in deze Schijf maar weer eens pijnlijk duidelijk, want verder dan 5 komt die niet!

Op vier vinden we een nummer van mijn eigen lijstje. Ik heb de jaren tachtig met terugwerkende kracht leren waarderen, maar de liefde voor Double is er altijd al geweest. Ik heb me er altijd over verbaasd dat een liedje dat niet van de radio was te slaan, nooit een hit is geweest. Iedereen kent het nummer en het is nog steeds erg vaak op de radio, maar verder dan de Tipparade kwam Double er in 1985 niet mee. En omdat we een zwak hebben voor zulke 'underdogs' mag 'Captain Of Her Heart' van Double vandaag op vier.

Een suggestie van Peter die ik alleen als titel kende. Het is oorspronkelijk het b-kantje van de single 'Homburg' van Procol Harum, maar staat eveneens op het debuutalbum van de Engelse groep. Een leuk niemendalletje van krap anderhalve minuut, een miniatuur-liedje met een echte 1967-tekst. Dat hebben ze vast niet bij een kopje thee en een 'theebiskwie Holland' bedacht? Maar dan, die allerlaatste toon, die erg onverwacht komt. Er gaat een zekere dreiging uit van die toon en je hebt spijt dat je tóch niet even naar de tekst heb geluisterd. En dus zet je de plaat opnieuw op, maar je kan niks anders dan een 'niks aan de hand'-sfeertje bespeuren. En dan opnieuw die slottoon... Het is net alsof het met iedere keer draaien erger wordt! Gelukkig is het verstopt op de achterkant van 'Homburg' en blijft dat vooralsnog de enige reden waarom ik hem uit het hoesje haal, dus kunnen we het hoofdstuk 'Good Captain Clack' op nummer drie besluiten.

Nee, ik probeer niet te voorspelbaar te zijn. Jullie weten van mijn liefde voor 'Panic' van Reparata & The Delrons af en misschien ook wel dat ik nog altijd naarstig op zoek ben naar een exemplaar van 'Captain Of Your Ship'. De single heeft echter in juli 2011 al in de schijnwerpers gestaan en om hem dan nog eens te doen? Nee, ik besluit tot een tweede plek voor dit prettige popliedje uit 1968. Sommige durven het Northern Soul te noemen, maar in die scene heeft dit nooit iets betekend. 'Panic' is pas eind jaren zeventig door The Casino in Wigan geaccepteerd, maar inmiddels is hetzelfde liedje alweer een tijdje 'not done'.

En tóch is de nummer 1 ook niet een hele grote verrassing. Wie de Soul-x-rated een beetje heeft gevolgd, weet dat ik de nummer 1 tweemaal heb gedraaid. De eerste keer was in heel vroeg juli en door het herhaaldelijk beluisteren, ben ik nóg meer van het nummer gaan houden als dat ik al deed. Tenslotte heb ik hem in september nog eens gedraaid. Overigens, nu we het toch over de Soul-x-rated hebben, ik heb vanmiddag een speellijst opgesteld die 'All Sods' gaat heten: Twintig zéér diverse nummers, van Sarah Vaughan tot Kaiser Chiefs, dus die ga ik een dezer dagen voor jullie opnemen! Intussen gaan wij verder met de Schijf, want ik heb het nog steeds over 'Ride Captain Ride' van Blues Image. Dat is deze week de gekroonde nummer 1 van deze Schijf.

Welke beroepsgroep zullen we nu eens bij de hoorns vatten? De bakker? Nee, we laten de beroepen weer even voor wat het is, dat komt later wel weer eens. We gaan het volgende week hebben over platen over platen. Platen die dus over platen gaan, of beter gezegd: Een plaat met een plaat in de titel. Platen zijn in dat geval 'records' of grammofoonplaten, hoewel de 45 en de albums ook worden toegelaten. Leuke suggesties? Mail ze maar!

zaterdag 26 januari 2013

raddraaien: Hildegard Knef


Allereerst: Het bericht van gisteren krijgen jullie deze week nog terug. Ik ga namelijk nog een Soul-x-rated opnemen om tóch nog een beetje gebruik te maken van mijn peperdure Podomatic-abonnement. Bij het zoeken naar het hoesje van deze raddraaier op Google Afbeeldingen blijkt andermaal wat een vlucht Soul-xotica heeft genomen. De zoekopdracht 'Hildegard Knef Leest Voor' levert namelijk alle gebruikte fotohoesjes uit mei en juni 2011 op. Dat is namelijk de tijd geweest dat ik de single heb gekocht en genoemd. Om aan te tonen wat voor bonte verzameling singles ik bezit, heb ik besloten deze erin te houden, maar natuurlijk is het niet representatief voor zowel het raddraaien als mijn collectie. 'Hildegard Knef Leest Voor Uit Eigen Werk' is een single die gratis werd geleverd bij een boek, maar het wekt al wel meteen mijn nieuwsgierigheid als ik deze in de kringloopwinkel van Dieverbrug uit de bakken trek. Gelukkig is er genoeg te vertellen over Hildegard Knef en dus zie ik geen reden om deze raddraaier over te slaan. En bovendien past die term, 'raddraaier', ook uitstekend bij de persoon van Knef.

Sommige dingen worden nooit beter, maar het tegengestelde is waar bij Blogger. Erg handig: Tegenwoordig zit er een knopje op de 'schrijfpagina' waarmee je, zonder de tekst te hoeven afsluiten, in een nieuw venster naar het blog kan gaan. En dus heb ik het even na gekeken: Het verhaal is op maandag 30 mei 2011 gepubliceerd, maar het gaat over de vangst van de zaterdag ervoor. Ook zie ik dat ik twee weken ervoor nog 'Macky Messer' van Hildegard had gekocht, die was ik alweer even vergeten. Dat krijg je als je duizenden singles hebt... Een niet erg gelukkige periode... Vlak na het overlijden van heit, maar het is vooral het UWV en de Sociale Dienst die me het geluk goed in de weg zitten. Ik slaap verschrikkelijk slecht en dat is ook de reden waarom ik zaterdag 28 mei vroeg 'bij de pinken' ben. Ik heb dan al een paar dagen iets uitgesteld waar ik veel zin in heb: Ik ga op de fiets naar Hoogeveen om daar de kringloop eens uit te kammen. De heenweg via Dieverbrug omdat ik een jaar ervoor daar nog een fraaie single van The Soul Children heb gekocht. Ditmaal is de vangst erg bescheiden in Dieverbrug, maar in Hoogeveen is het feest! Hoe had mijn leven eruit gezien zonder 'You Got Your Finger In My Eye' van Willie Parker? Of 'I Want To Go Back There Again' van Thelma Houston? Of 'Seven Days Too Long' van Chuck Wood? Nee, dit uitstapje naar Hoogeveen is ongemerkt een volgende stap geweest in mijn Northern Soul-interesse. Ik moest er hoognodig weer eens naar toe, maar het is de tijd die me ontbreekt.

Hildegard Knef vinden we niet in dat rijtje. Ik heb de single kwalijk gedraaid en eigenlijk is het ook niet bepaald een luisterplaatje. 'Hoezo exotica?', schrijf ik op maandag 30 mei 2011 achter de vermelding van de single. Hij is te leuk om te laten liggen en misschien ook nog wel zeldzamer dan dat je zou denken. Hildegard Knef komt op 28 december 1925 ter wereld in Ulm. Op haar veertiende begint ze met haar acteerstudie. Het is het ogenblik dat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en de meeste van de producties van Knef tijdens de oorlogsjaren verschijnen pas erna. Ewald von Demandowski is in 1945 haar vriendje en ze gaat met hem mee in de verdediging van Schmargendorf. Knef en Von Demandowski worden opgepakt door de Russen en naar een strafkamp gestuurd. Dan blijkt dat Knef in de voorliggende jaren een vriendschap heeft opgebouwd met Joseph Goebbels, die haar vrij weet te krijgen. De associatie met deze afschrikwekkende Nazi zal haar latere Amerikaanse carriére ernstig in de weg zitten. In de late jaren veertig is Knef vooral in Oost-Duitsland een opzienbarende actrice. 'Die Mörder Sind Unter Uns' is de eerste film die in het naoorlogse Oost-Duitsland verschijnt, maar het is vooral 'Die Sunderin' die veel stof doet opwaaien. Knef is heel kort spiernaakt te zien en dat kennen ze dan nog niet. Als de Rooms-Katholieke kerk zich ermee gaat bemoeien, is Knef snel met haar commentaar: ,,Ik begrijp niks van de commotie, vijf jaar na Auschwitz".

Het is kenschetsend voor Knef die wat dat betreft overeenkomsten treft met Marlene Dietrich, een vrijgevochten vrouw. Zeker te vrij voor het communistische Oost-Duitsland en een actrice die de wijde wereld moet opzoeken. De jaren zestig spendeert ze vooral als zangeres en ze treedt enkel op in low budget-films, maar halverwege de jaren zeventig rijst haar ster opnieuw. Knef wordt uitgenodigd om naar Hollywood te komen, maar ze weigert dat. Het contract houdt in dat ze haar naam moet veranderen in Gilda Christian en dat ze zich moet voordoen als een Oostenrijkse. Dit heeft natuurlijk alles met de Goebbels-connectie te maken, maar Knef weigert. Ze zal later in haar loopbaan nog wel haar achternaam tot Neff maken voor de Amerikaase markt en ook voegt ze wel eens een 'e' toe aan haar voornaam, maar meer concessies doet ze niet. Als ik me niet vergis, publiceert ze in 1977 haar boek 'Teksten' waar deze single bij hoort.

Knef vecht verscheidene malen tijdens haar leven tegen kanker en raakt daardoor verslaafd aan medicijnen. In 2001 raakt ze drie weken in coma en zal op 1 februari 2002 aan een longontsteking overlijden. Knef weet zelfs in de laatste fase van haar leven niet van opgeven. Ze weet dat de dood op haar wacht, ze noemt het zelf het 'noodlot'en blijft er tot de laatste minuut tegen vechten.

donderdag 24 januari 2013

raddraaien: James Brown


Tóch wel een beetje jaloers? Ja, ik geef het toe, als ik mezelf door 75 kleurrijke fotohoesjes van James Brown heb geworsteld, had ik toch gewenst dat de funk- en soul-hobby eerder op gang was gekomen. Nu moet ik het met een handjevol James Brown-singles doen, alleen de meest gangbare met fotohoes. Ik ben ze ooit ook wel tegen gekomen, maar had in de jaren negentig weinig oog ervoor. Zo'n 'Mother Popcorn' heb ik dan nog voor een kwartje meegenomen, maar overige James Brown-singles waren toen ook niet zo gek duur. Gelukkig is er singlehoesjes.nl en kunnen we allemaal genieten van het feest dat James Brown-singlehoesjes heet. Er is één ding wat je de man niet kan ontzeggen: Hij was zeer actief in de jaren zestig en zeventig. Om de zes weken een nieuwe elpee met oorspronkelijk materiaal, alhoewel: Het was altijd wel heel erg typisch James Brown en de albums zijn dan ook inwisselbaar. Voor de singles geldt dat overigens niet minder. James Brown is een dimensie in het heelal, iets wat vaak is gekopieerd maar nimmer geëvenaard. In deze aflevering van raddraaien mag ik de 'Godfather' in het zonnetje zetten met zijn hit uit 1969: 'Mother Popcorn'.

Het moet in 1987 zijn geweest. De hoofdonderwijzer van de basisschool legt nog eens het principe uit van de playbackshow bij de komende dorpsfeesten. ,,Je mag zo vaak meedoen als je wilt. Als je eerst... euh... laat zeggen... Fats Domino wil doen, dan mag dat. Als je daarna ook nog... euh... nog zo'n ouwe schreeuwerd... James Brown wilt doen, dan mag dat ook". Ik geloof dat ik de enige in de klas ben die van beide heeft gehoord. James Brown een 'ouwe schreeuwerd', ja, daar kan ik nog wel mee leven. Fats Domino? Van dat heupwiegende 'Blueberry Hill' dat wekelijks voorbij komt in de Arbeidsvitaminen? Dat is toch geen 'schreeuwerd'? Dezelfde onderwijzer had ons eerder dat jaar kennis laten maken met 'Don't Cry For Me Argentina' van Julie Covington na lessen over Evita Peron en had zich toen ook weinig vleiend uitgelaten over popmuziek, dus ik kon het wel met een korrel zout nemen...

Sneek is nu niet meteen één van de meest bruisende steden van Nederland, maar in de jaren tachtig kwam het een aantal malen in opspraak. Wat te denken van de Franse Week? Bij wijze van publiciteitsstunt werd aangekondigd dat Brigitte Bardot op zaterdagmiddag op het Grootzand zou aantreden. Drommen mensen, maar geen B.B.! Het Sneekwave-festival heeft slechts een paar edities geduurd. Mojo beloofde hen grote namen, maar op het laatste moment kwamen altijd bands die op hun retour waren. Eentje daarvan was The Ramones en menigeen heeft daar nog warme herinneringen aan. Maar dan... het James Brown-debacle. Brown zou naar Sneek komen en dat moet ergens rond 1985 zijn geweest. Er werd naarstig uitgekeken naar een geschikte locatie en die werd gevonden in de voormalige Philips-hal op het industrieterrein Houkesloot. Naar verluid is Brown wel in de buurt geweest en raakte met zijn limousine verstrikt op het industrieterrein. ,,Maar ik ga niet tussen de fabrieken optreden", moet de grote man hebben gezegd, waarna hij zijn chauffeur de opdracht gaf om rechtsomgekeerd te maken. Althans..., dat is het verhaal zoals ik het ken, maar helaas ontbreekt dat stukje geschiedenis op het wereldwijde rag.

Met het verzamelen van singles uit de jaren zestig en zeventig komen ook de hits van James Brown binnendruppelen. Door toedoen van een buurvrouw heb ik geleerd dat soul voor doetjes is en dus schenk ik weinig aandacht aan de plaatjes. En tóch haal ik leuk spul binnen: 'Givin' Up Food For Funk' van The J.N.'s bijvoorbeeld, een klasse-single! 'Sex Machine' en 'Hot Pants' heb ik nét gekocht in Leeuwarden als ik een lift terug krijg naar Jutrijp van mijn volger Almar. 'Mother Popcorn' heb ik op 5 mei 1992 gekocht in Franeker. Ik kan de dag nog helemaal voor de geest halen. Ik rook mijn eerste sigaret buiten en vind dat een merkwaardige ervaring. Je merkt minder van de rook... Overigens een peukje uit mijn allereerste pakje, waarmee ik toen twee (!) maanden heb gedaan. Als het zo was gebleven...

En nu loop ik toch wel een beetje achter de feiten aan met James Brown. De beste man is ons intussen ontvallen en zijn Famous Flames-platen uit de midden jaren zestig met fotohoes zijn onbetaalbaar. Maar nogmaals: Ik kan niet genoeg reclame maken, op www.singlehoesjes.nl kunnen we allemaal genieten van de diversiteit aan hoesjes die de singles van James Brown door de jaren heen hebben omhuld. En nog zo'n 5000 andere hoesjes op de koop toe. Je kan er zo een middag ronddolen!

woensdag 23 januari 2013

raddraaien: Sir Douglas Quintet


Ik geef het toe, het is op dit moment eerder raddraaien.blogspot.com, maar dat komt vooral omdat ik deze serie graag voor 1 maart wil besluiten. Dan beginnen we trouwens weer van voren af aan, want ik kan er niet genoeg van krijgen! Zoals ik vaker heb geschreven, is het iedere avond weer een verrassing wat er uit de hoge hoed komt. Vaak gun ik mezelf dan een half uurtje aan huiswerk, maar soms ook minder, en dan ga ik aan de slag met het verhaal. Vanavond zitten we in de jaren zestig-bak waar 'Sammy' van Ramses Shaffy vooraan staat. De kapper-van-de-dag werkt op nummer 26, maar het is niet de 27e single geworden... Dat is 'Daylight' van The Shoes, maar die groep heb ik voorlopig even genoeg propaganda gegund en misschien dat ik, in het kader van wat promotie van het Nederlands produkt, nog een Shoes-single tot Week Spot ga bombarderen. En dus tel ik 26 singles verder na 'Daylight' en kom uit bij 'Mendocino' van The Sir Douglas Quintet. En dát is natuurlijk een hele fijne raddraaier, die groep verdient zijn plekje wel op Soul-xotica.

Het dansen op popmuziek-van-de-plaat is in de eind jaren zestig in veel landen nog niet een dagelijkse bezigheid. Duitsland is één van de eerste Europese landen waar de zogenaamde discotheken ontstaan. Nederland is het buurland en kopieert al snel het Duitse fenomeen, zodat ook hier in 1969 menig zaterdagavond wordt gevuld met het dansen op de plaatjes van de discjockey. De Stax- en Atlantic-soul plukken er de vruchten van, maar de Nederlanders en Duitsers geven zich even gemakkelijk over aan de bayou-rock van Creedence Clearwater Revival en de Texmex van The Sir Douglas Quintet. De raddraaier van vandaag, 'Mendocino', is slechts een bescheiden succes in Amerika, maar in Europa is het hun allergrootste hit. In Nederland bereikt het de top 5 in de eerste maanden van 1969. Het is écht de Nederlandse single die als 53e in de bak zit, dus met bovenstaande fotohoes. De 54e is de Duitse uitgave met een andere fotohoes.

De Douglas uit het gezelschap is Doug Sahm, een zanger-gitarist die bij de oprichting van het kwintet zijn sporen al heeft verdiend in de Texaanse muziek. Dat geldt evenzeer voor Augie Meyers. Zij vormen samen de creatieve spil van Sir Douglas Quintet, hoewel het nergens tot egotripperij komt. De muziek van het kwintet kenmerkt door een fraaie harmonie van doorgewinterde muzikanten, zonder dat er iemand op de voorgrond treedt. Doug is de leadzanger van het gezelschap, maar Augie is niet minder prominent met zijn orgel. Dit instrument wordt vaak uitgescholden voor een Farfisa, maar is in werkelijkheid een Vox Continental. De groep komt uit een streek die rijk is aan verscheidene culturen en al die stromingen zijn vertegenwoordigd in hun muziek. De groep ontwikkelt als het ware het Texmex-genre, maar er zitten ook invloeden in uit de Balkan. Het is 1965 en de Beatlemania is op zijn top en dus wordt er door wat handige producers een rock-draai gegeven aan de muziek van Sir Douglas Quintet. Ze hebben zelfs even dezelfde haardracht als de Liverpudlans, maar ontwikkelen al snel hun eigen stijl. 'She's About A Mover' is in 1965 het eerste succes van de groep. Een geheide hit in Amerika, in Europa slechts opgepikt in de 'underground'. In Nederland groeit het ogenschijnlijk simpele 'Mover' uit tot een favoriet van menig Nederbeat-band. Het succes wordt in 1966 dunnetjes over gedaan met 'The Rains Came', maar dan is het even twee jaar stil. Niet dat de muzikanten een 'sabbatical' hebben, bijna het tegenovergestelde! In 1968 maakt de groep haar rentree met 'Mendocino' en dat wordt ook aangekondigd in het intro van het liedje.

Gedurende 1969 brengt de groep een aantal singles uit, waarvan 'Dynamite Woman' nog een vaderlandse top 15-hit is, maar in 1972 is het even voorbij met de pret. Zowel Sahm als Meyers maken elk solo-platen, maar op de meest onverwachte tijden komt de groep weer bijeen. In Nederland heeft de groep niet alleen een schare devote fans gekregen dankzij hun hits uit 1969, maar ook omdat de VPRO hen op de voet volgt. Hetzelfde werk dat The Byrds in de vroege jaren zeventig en The Flying Burrito Brothers in de schijnwerpers heeft gezet, wordt ook gedaan voor Sir Douglas Quintet. Zo verschijnt in 1975 een exclusieve Nederlandse single, die echter geen hit wordt. In 1981 verschijnt een exclusieve Engelse EP, die eveneens geen zoden aan de dijk zet. Toch staan Sahm en Meyers in de jaren negentig nog heel even in de volgspots als ze de Texas Tornados vormen met Freddy Fender en Flaco Jiminez. Doug Sahm overlijdt op 18 november 1999 aan een hartaanval in een motel in Taos, New Mexico. Augie Meyers zet echter de traditie en de naam voort.

Er werd in de jaren zestig uitgebreid feest gevierd op de muziek van het Quintet en dat kan nog immer. De groep kenmerkt zich van een opgewekte stijl, hoewel er zeker blues-invloeden in zijn te vinden. Sir Douglas Quintet is dus muziek waar je nauwelijks bezwaar tegen kan maken en ik maak daar als dj wel eens misbruik van. Hoewel het dan tóch vaker 'Dynamite Woman' is die zijn rondjes mag draven...

dinsdag 22 januari 2013

Week Spot: The Lovettes


A;;ereerst het slechte nieuws. Ik had graag over twee weken Lillian Dupree als Week Spot willen presenteren, maar helaas... Ik was voor mijn gevoel afgelopen vrijdag al erg ver gegaan en had de prijs inmiddels op 52,50 USD gezet, bijna veertig euro. Vanavond realiseerde ik me eens te meer dat ik hem toch nooit weer onder de vijftig euro zou tegenkomen en besloot hoog in te zetten. Maar liefst 63 dollar, meer dan vijftig euro. Het bleek niet genoeg, dus de nieuwe eigenaar mag 64 dollar af tikken. Voor een plaat die niet geheel in nieuwstaat is, vind ik dat al een behoorlijk bedrag. Toch blijf ik stiekem hopen op een heruitgave. Het goede nieuws is immers dat 'Packin' Up' van Damon Fox van mijn zoeklijst kan, nu Outta Sight deze opnieuw heeft geperst. Het origineel is al snel duizend euro, zelfs de styreen-bootleg uit 1977 doet al zestig euro, maar de Outta Sight is daarentegen acht pond. Ik heb hem nu nog niet besteld, hoewel er wel een partijtje onderweg is vanuit Nottingham. Vandaag presenteer ik de nieuwe Week Spot en dat was vorig jaar mijn laatste bestelling bij Rarenorthernsoul. Toen had ik twee singles die in het alfabet dicht bij elkaar staan: The Lovables en The Lovettes. De laatste mag een week lang in de schijnwerpers.

Het regent nog wel eens jargon hier op Soul-xotica. Een bootleg..., dat is toch illegaal? Wat is het verschil met een 'counterfeit'? Allemaal vragen die logischerwijs opkomen. Allereerst de bootleg. Deze platen zijn illegaal in de zin van dat de artiesten, platenmaatschappij en producers/songschrijvers geen toestemming hebben verleend voor het uitbrengen van de plaat. Vaak zijn het live-opnames. Een artiest is er niet erg happig op dat zijn concerten worden opgenomen, onvermijdelijke foutjes kunnen niet worden weggepoetst zoals in de studio. In het geval van de Northern Soul is vaak niets bekend over het wel en wee van de artiesten en platenmaatschappijen en de kans op een legale heruitgave is dan ook nihil. En dus wordt er een bootleg geperst. Een bootleg is dus geen vervalsing, maar een 'extraatje' voor de verzamelaar/superfan die alles compleet wil hebben van zijn of haar favoriete artiest. Een 'counterfeit' is in tegenstelling een vervalsing die er voor een 'echt' exemplaar voor moet door gaan en het liefste ook de waarde van een origineel vertegenwoordigd.

Mijn exemplaar van 'Little Miss Soul' van The Lovettes is zo'n bootleg. In Engeland geperst op styreen met een zwart-wit 'demo'-label in tegenstelling tot de rood-zwarte originelen. Omdat het origineel nauwelijks te vinden is en de deejays en de dansers hem toch in de koffer willen hebben, voorzien een paar handige mensen met een platenpers in die behoefte. Zo'n bootleg is inmiddels ook al wat waard. Ik had de keuze tussen een origineel voor veertig pond en de bootleg voor twaalf. De keuze leek niet zo moeilijk, maar of die verstandig is geweest? Als er in de jaren zeventig mp3 had bestaan, dan had ik de single aangeduid als een mp3-op-vinyl. We horen een plaat kraken, dus vermoedelijk is het met een microfoon naast een draaiende grammofoon opgenomen. Het geluid is minimaal tot zeer slecht. Het golft en je krijgt er maar geen bas in. Los daarvan is 'Little Miss Soul' zo'n nummer dat bijna een jaar op mijn verlanglijst heeft gestaan en die toch eens moest.

The Tiaras komt bijeen op de High School en bestaat uit de dames Lilly Hammond, Lorraine Robinson, Lois Joiner and Margie Goldbolt. Aanvankelijk treedt het kwartet vaak op met Kool & The Flames, een lokaal groepje dat zal uitgroeien tot Kool & The Gang. Er zijn meerdere hondjes die Fikkie heten en dus heeft deze Tiaras geen connectie met Rita & The Tiaras. In 1965, een jaar na oprichting van The Tiaras, tekenen de dames bij MGM en gaan The Pets heten. Het resulteert in een bereleuke single die ik onlangs nog ergens heb beluisterd: 'What Kind Of Girl Does He Think I Am'. De plaat lijdt echter onder een slechte promotie en flopt meteen. Een paar maanden later zitten The Pets alweer zonder een contract. Dan komt de groep in contact met songschrijver Winnie 'Blue' Lovett, lid van The Manhattans. Inderdaad, dezelfde groep die in 1976 een nummer 1-hit heeft met 'Kiss And Say Goodbye'! Dan heeft de groep al het nodige gepresteerd. Lovett laat hen de naam The Lovettes aannemen en draagt zorg voor het repertoire. 'Little Miss Soul' verschijnt in 1966 op Carnival Records, maar opnieuw is de promotie dramatisch en de plaat flopt terstond. In 1967 brengt The Lovettes een tweede single uit, ditmaal met twee uitstekende kanten. 'I Need A Guy' zal 'Little Miss Soul' tien jaar later volgen in een zegetocht door Northern Soul-minnend Engeland, de b-kant 'I'm Afraid To Say I Love You' is een prachtig tienerdrama. Ook deze plaat flopt en het nummer 'I'll Be Waiting' wordt op de band gezet, maar nooit uitgebracht. Na nog wat achtergrondwerk te hebben gedaan voor andere Carnival-artiesten, keren de dames in 1970 de showbiz de rug toe. Waar ze zijn gebleven, mag Joost weten. Ze hebben zich nooit laten verleiden tot een Engelse tournee.

Die zoektocht zal er ongetwijfeld zijn geweest, want vanaf 1977 doet 'Little Miss Soul' goede zaken in het Northern Soul-circuit. Er staat me iets van bij dat de plaat ooit wel duurder is geweest, maar onlangs was er dus nog een fraai exemplaar van het origineel te koop voor veertig pond. Het is zonde van de minimale geluidskwaliteit, want verder is 'Little Miss Soul' een prachtig feestje. Fijne vocalen die samengesmolten héél mooi klinken en een lekker tempo, dit is Northern Soul in optima forma. Komende zaterdag kunnen jullie deze dus verwachten in Do The 45, nadeel is dat ik dan volgende week de b-kant zou moeten draaien: 'Lonely Girl'. En daar ga ik nog proberen om onderuit te komen, want dat is dweilen met de pet op!

maandag 21 januari 2013

raddraaien: Tony Bennett


En dan nu de beloofde raddraaier van afgelopen zaterdag. Een unieke gebeurtenis op Soul-xotica. Tot zover ik kan nagaan, zijn alle geregistreerde volgers jonger dan de raddraaier van vanavond. En dan heb ik het over het vinyl, want als er iemand leest die 86 lentes jong is, mag die zich vooral melden! De plaat waar het in deze aflevering om gaat is namelijk ook al 61 jaar geleden uitgebracht. Natuurlijk is de raddraaier in kwestie een heruitgave, want het handjevol 78-toeren-platen wat ik heb, is niet opgenomen in het raddraaien. Best jammer, als je het goed bekijkt, maar ach... Louis Davids krijgt zijn verhaal nog wel eens. Tony Bennett is waarschijnlijk de enige artiest die nooit in zijn carriére één concessie heeft gedaan en moeiteloos een generatiekloof overbrugt. Of dezelfde generatiekloof vernietigt, zoals in de begin jaren negentig doet blijken. In deze aflevering van raddraaien een single met de twee eerste grote hits van Tony Bennett: 'Because Of My Heart' en 'Cold Cold Heart'.

Nee, de fysieke single is niet die op de foto. Die lijkt authentiek, waarschijnlijk één van de eerste singles en in dat geval in 1953 geperst. De single uit mijn verzameling komt uit de vroege jaren zeventig en is uit de 'Columbia Hall Of Fame'-serie. Die heeft al een zwaar jukebox-verleden achter de rug en het styreen knettert dan ook dwars door de muziek heen. Je zou bijna niet anders verwachten op zo'n vorstelijke leeftijd, maar Tony Bennett heeft wel het een en het ander te vertellen. Zijn leven kent enorme pieken, maar ook dalen. Hij wordt op 3 augustus 1926 geboren in New York uit Italiaanse ouders. Zijn echte naam luidt Anthony Benedetto. Ik kan het verhaal zo lang of kort maken als ik wil, maar kies dan maar voor het laatste. Het gaat per slot van rekening om de muziek. Hij heeft in het staartje van de Tweede Wereldoorlog mee gevochten, een periode die hij als 'de voorste stoel in de hel' typeert. Rond 1950 wordt Bennett door Mitch Miller bij Columbia gehaald. Dat label heeft net een zware slag toebedeeld gekregen nadat Frank Sinatra het schip heeft verlaten. Onder leiding van Mitch Miller en Percy Faith gaat Bennett de studio in, maar krijgt de waarschuwing mee 'niet als Frank Sinatra' te moeten klinken.

Tony Bennett blijft vooral zichzelf en zet 'Because Of My Heart' op de plaat dat tien weken op nummer 1 staat in de Billboard van 1951. 'Cold Cold Heart' doet het succes nog eens dunnetjes over en belandt eveneens bovenaan. 'Cold Cold Heart' is een sfeerrijke uitvoering van een lied van Hank Williams en het vestigt zowel de naam van Bennett als dat het de countrymuziek aan een breder publiek helpt. Gedurende de jaren vijftig groeien de bomen tot in de hemel voor Bennett. In de tweede helft van het decennium mag hij zich overgeven aan de jazz. Als kind groeit Bennett enerzijds op met de pop- en musical-sterren, maar heeft ook een bijzondere interesse voor jazzmuziek. Bennett doorstaat de opmars van rock'n'roll zonder kleerscheuren, maar met de komst van de Merseybeat ziet hij ook zijn successen afnemen. De platenmaatschappij krijgt meer invloed en in de eind jaren zestig moet Bennett 'confectie'-materiaal opnemen. In 1972 heeft hij zijn voorlopige laatste album-succes. Bennett glijdt dan heel snel af, doet sporadisch een optreden in Las Vegas en raakt aan de drugs. In 1979 luidt hij de noodklok bij zijn familie. Zoon Danny heeft dan al een bandje gehad, Quacky Duck And His Barnyard Friends, maar heeft de muzikaliteit van zijn vader niet meegekregen. Daarentegen is Danny, dan 24 jaar, een zakenman. Tony heeft zichzelf flink in de nesten gewerkt en accepteert dat Danny hem financieel uit de brand helpt.

In 1986 staat Tony Bennett voor het eerst in veertien jaar weer in de album-lijsten, dit dankzij het management van Danny. Het is rond 1990 dat deze een lumineus idee krijgt. Hij brengt zijn vader steeds vaker onder in de show van David Letterman, dat een heel nieuw jong publiek bedient. Maar Danny trekt het nog verder. Hij ziet de mogelijk zijn vader te slijten aan de MTV-generatie. Tony Bennett doet in 1993 een aantal liefdadigheidsconcerten en is regelmatig in het gezelschap van een hippe band als Red Hot Chili Peppers te vinden. Tony Bennett hoeft er overigens niets voor te doen, hij zingt gewoon 'zijn' liedjes zoals-ie dat veertig jaar eerder al deed. Bennett wordt een cultfiguur temidden van het gitaargeweld van Nirvana, Pearl Jam en Soundgarden en mag in 1994 zijn eigen MTV Unplugged-sessie doen. Het album dat ervan verschijnt, is één van zijn absolute bestsellers.

Danny had het management overgenomen om zijn vader uit de financiële zorgen te redden. Bennett kent dat al lang niet meer, want reeds in 1999 wordt zijn vermogen geschat op een slordige vijftien tot twintig miljoen dollar. Hij zou dus rustig op zijn krent zijn tijd kunnen uit zingen, maar nee hoor... dat staat niet in het woordenboek van Bennett. Nog immer treedt hij op, maar zijn meest recente avontuur is de zoveelste biografie die van zijn hand is verschenen. Als ze dit in Den Haag horen, heb ik nog vijftig jaar arbeid voor de boeg, dus laten we het bericht maar snel besluiten...

zondag 20 januari 2013

Schijf van 5: clowns


Gelukkig inspireert mijn familie op meerdere fronten, maar in het geval van deze Schijf van 5, die hebben jullie aan mijn broer te danken. Ik liet hem vorige week zondag een vijfde titel noemen bij het samenstellen van de Schijf van 5, zijn antwoord luidde 'de clown met zijn lach'. Zie daar de keuze voor vijf clowneske nummers... nee dat is wat anders... Nummers over clowns, dat is beter. Is er veel keuze? Ja en nee. De meeste liedjes over clowns zijn gek genoeg grote hits geweest. Ik probeerde Ben Cramer te ontwijken, dat is ternauwernood gelukt en had ook ethische bezwaren tegen 'Send In The Clowns' van Judy Collins. Tenslotte herinnert Peter mij nog aan een héle grote hit die ik even over het hoofd had gezien. Meedenken kan soms erg wenselijk zijn bij de samenstelling van een Schijf, dat bewijst dit maar weer eens.

Ben Cramer stond gisteravond in de eerste schets op deze plek. Het is eigenlijk een plaat waar je niet omheen kan. Hoewel tenenkrommend, is deze ook weer hilarisch en dát dan liever dan het kostuumdrama van Judy Collins. Door de waardevolle aanvulling van Peter is het niet nodig gebleken en kunnen we een kwalitatief hoogstaande Schijf presenteren. Neem nou de hekkensluiter in deze Schijf, hij heeft in één schets even bovenaan gestaan, maar we gaan er geen traditie van maken om Tamla-Motown op 1 te zetten en dus is deze vier plaatsjes gezakt. Desondanks een plaat waarvan ik goede luim krijg, ook al heb ik sinds een week de b-kant herontdekt: 'I Second That Emotion'. Op vijf staat Smokey Robinson & The Miracles met 'Tears Of A Clown'.

Zo bleef het stuivertje wisselen. De mooiste clown in dit gezelschap zal vast geen fotohoesje hebben en er moet een mooie prent bij... En zo was 'Ha Ha Said The Clown' van Manfred Mann een potentiële kandidaat. Niet dat-ie zo'n stuk beter is dan de andere liedjes, maar het is wel zo'n ding waar ik een goed humeur van krijg als ik hem hoor. Toen bleek Peter dan toch nog de gedoodverfde nummer 1 in fotohoes te hebben en daar ging Manfred! Op naar de vierde plek in deze Schijf van 5...

Even zocht ik naar een vijfde muzikale clown en probeerde mijn geluk op Youtube. Ik werd bijna verliefd op een Japanse Shakira, als je haar ziet zou je niet verwachten dat er zo'n stem uit komt. Nee, ik heb hem dus niet gedaan, het nummer heette volgens mij 'Clowns Love', zoek hem zelf maar op... Toen werd ik baldadig en toetste 'clown' in bij Rarenorthernsoul. Ik verwachtte op zijn minst Smokey, maar kreeg één resultaat: The Radiants. Typisch zo'n groep uit de jaren zestig-soul die hun eerste slechte plaat nog moeten opnemen. 'Clown Is Clever' staat voor twaalf pond geadverteerd, dat zou ik er niet voor betalen, maar als je van The Radiants houdt... Dan ga je je heel hard afvragen waarom deze niet op 1 staat. Zelfde reden als die ik eerder gaf, er moest een fotohoesje bij het verhaal. Op drie staat dus 'Clown Is Clever' van The Radiants uit 1965.

En dan komen we bij het plaatje dat ik helemaal over het hoofd had gezien. Dave Davies! Notabene één van de grootste hits uit deze Schijf, een van de bestsellers waar het woord 'clown' in voorkomt. Nee, ik had er niet aan gedacht, maar met deze in de achterzak kan ik moeiteloos Ben Cramer en/of Judy Collins eruit gooien. De suggestie van Peter wordt gewaardeerd met een tweede plek voor 'Death Of A Clown' van Dave Davies.

De uiteindelijke nummer 1 zou het niet geworden zijn vanwege het ontbreken van een fotohoes. Maar... dan herinner ik me dat The Everlys deze plaat op Warner Bros. heeft uitgebracht en dat die firma al vroeg met fotohoesjes in de weer was. Dat in combinatie met een verzamelaar als Peter, die al dertig jaar verzameld en duizenden exemplaren heeft. Ik doe dus een gok op The Everly Brothers en jawel... de allerlaatste in de rij, dus vermoedelijk nog vrij recent gekocht? Dan komt mijn wens helemaal uit. Ik doe anders praktisch geen platen van voor 1965, maar 'Cathy's Clown' vind ik wel van zo'n schoonheid dat ik graag een uitzondering maak. Deze mag dus op 1 in de Schijf van 5.

Na een Schijf van clowns zou het voor de hand liggen om een Schijf van acrobaten te doen, want ja, ik ben in de jaren tachtig opgegroeid. Ik zou geen enkele titel met acrobaat weten, maar wel enkele met kapiteins. Omdat de crisis ook de scheepvaart heeft getroffen, gaan we de volgende Schijf wijden aan deze beroepsgroep. Vijf liedjes met 'Captain' of 'kapitein' in de titel. Nee, ik ga niet de naam van dat Nederlandse duo uitspreken, die hebben hier een lokaalverbod!

zaterdag 19 januari 2013

York: Het feest


Tussen kerst en oud en nieuw kwam het al even ter sprake, precies vijftien jaar geleden vertrok ik voor een onbepaalde tijd naar Engeland. We zijn in dat verhaal in eerste instantie blijven steken tot op het moment dat ik het besluit heb genomen om in Engeland te blijven. Toen twijfelde ik er eveneens aan of ik in staat zou zijn om met een vervolg te komen en ik heb de afgelopen drie weken daar ook stevig over na gedacht. Maar op een dag als vandaag, dan komt het ineens weer dichtbij. Niet dramatisch of sentimenteel dichtbij, meer een oude vriend die je in jaren niet hebt gezien. Hoewel die drie maanden in York loodzwaar zijn geweest, heb ik ze al lang geleden afgesloten en vertrouw erop dat ik er nu, vijftien jaar later, bijna in de derde persoon erover kan schrijven. Laten we imemrs niet vergeten dat die drie maanden York de grondslag zijn geweest van de Gerrit zoals jullie die nu kennen. Dus toch wel even aardig om erbij stil te staan. De beloofde raddraai-veteraan schuift ervoor naar maandag, vandaag een persoonlijk verhaaltje uit den ouden doosch.

Ja, ik kan inmiddels relativeren ten opzichte van de weken in York. Ik was natuurlijk ook niet een klein beetje naïef. Er is niets mis mee om in het goede van de mens te geloven, maar je klakkeloos overgeven aan anderen? Goed, het verhaal begint dus op de vrijdagmiddag als ik eigenlijk terug moet, omdat mijn driedagen-retourtje dat zegt, maar in plaats daarvan in de kantine van de Youth Hostel aan Bishophill Senior een brief schrijf aan mijn ouders. In het begin probeer ik echter toch nog zoveel mogelijk bij Bill en Del te zijn, maar die zijn me op een bepaald ogenblik ook helemaal beu. Dan brengt Bill me weer terug naar Bishophill Senior. Hij kent de eigenaar goed, ook al begrijp ik achteraf de connectie niet zo goed. Ik heb ook geschreven dat ik op oudejaarsavond even in de Methodist Church in Clifton ben geweest, niet alleen vanuit religieuze interesse, maar ook om even te 'warmen'. Welnu, vanaf de allereerste zondag ga ik wekelijks naar de Clifton Methodist en leer al snel Ian kennen. Hij zal me her en der wat bijsturen als het aankomt op sollicitaties en dergelijke, want ja, de kachel moet wel branden. Of, beter gezegd, Bishophill Senior moet betaald worden. De derde week ben ik trouwens al wel van de slaapzaal af en heb een meer permanente eigen kamer tot mijn beschikking. Ik ben één va de vele 'langkampeerders' in Bishophill.

Mijn ontslag uit het Jeugdwerkgarantieplan houdt in dat ik een halfjaar lang geen recht op uitkering heb in Nederland, maar betekent eveneens dat ik nog restanten vakantiegeld en dergelijke op mijn rekening krijg gestort. Omdat ik eigenlijk maar voor drie dagen kleding heb meegenomen, wacht ik het geld even af en boek dan een driedagen-retourtje de andere kant op. Dat wordt een dramatisch weekend. Ik onderhoud op dat moment helemaal geen contact met thuis en verschijn zo opeens die vrijdagochtend in Jutrijp. Behalve dat de familie zorgen heeft gemaakt, blijkt ook dat tante Klaasje in tussentijd overleden en begraven is. In de daaropvolgende maanden zal het contact met thuis, van mijn kant, even beroerd blijven. En als ik eens bel vanuit York, dan moet ik heel snel een 'lulverhaal' bedenken, want ik kan ze moeilijk met de feiten opzadelen. Het is bijna een beetje als in 'Mother Mother' van Tracy Bonham. De dinsdag daarna ga ik weer terug en het voelt onwennig aan. 'Through The Barricades' van Spandau Ballet is voor mij de soundtrack van die middag van mijn terugkeer naar Engeland. Terug in York weer naar Bishophill Senior waar ik nu de zolderkamer krijg. Ik spreek meteen af dat ik geen schoonmakers op mijn kamer wil. Ik begin de reputatie van Bishophill Senior onder ogen te komen.

Maar voorlopig is het nog even dik feest. Ik koop een racefiets en een stereo, tweedehands singles en een nieuwe persing van 'Waiting For The Sun' van The Doors en gedurende drie avonden zak ik door. Die 'laatste' woensdagavond is legendarisch. Ik ga nog steeds naar Old Orleans, die verschrikkelijk dure kroeg vlakbij de Ouse. Ze hebben er live-muziek en ik kan me een eigenzinnige cover van 'Mr. Blue Sky' herinneren. Vlak voor sluitingstijd steek ik de weg over naar de Ierse pub, daar hebben ze net de laatste ronde en ik drink drie pints Guinness in tien minuten, terwijl deze eigenlijk tien minuten moeten 'settelen'. Ik ga met twee jongens mee die me een nachtclub willen binnen smokkelen. Halverwege de trap word ik aan mijn schouder getrokken en op de klinkers gebonjourd. ,,U bent dronken, u mag er niet in". Het barretje in Bishophill Senior is nog wel open en Ralph schenkt me daar nog een pint vol. De volgende middag wil ik pinnen om ontbijt te halen, maar dan wordt de pinpas ingeslikt. Tja... ik wist het eigenlijk ook wel... Ik heb mezelf gewoon duizend gulden in het rood gepind. Ik heb desondanks nog wel iets over en heb inmiddels iets ontdekt in Bishophill. Het is geen zuivere koffie daar!

De herberg is eigenlijk geen herberg, maar staat op het adres van een klussenbedrijf ingeschreven. Het personeel komt om acht uur de kantine binnen, hangt daar de halve dag rond en zijn met de klussenbus hooguit een half uurtje weg. De klussenbus-chauffeurs zijn gewoon koeriers incognito en de 'klussen' zijn drugs. Ook het herbergpersoneel is stevig aan de snuif en een meisje gooit iedere avond opnieuw de gokkast vol zonder er ook maar een kwartje uit te halen. Als ik de volgende ochtend na het ontbijt er 50 pence in stop, heb ik dus dertig pond. En, geloof het of niet, maar zo gaat het drie weken goed. Dertig pond per dag en ik hoef er niks voor te doen!Totdat eens die vijftig pence verdwijnt zonder een succes. Dan heb ik nog een pond die ik nog weken zal koesteren! Ik begin inmiddels ook met solliciteren en het aanvragen van een uitkering. Ik moet dan eerst wel een National Insurance Number hebben en dat duurt een tijdje. Ook weet ik maar half dat als dat wordt afgewezen, dat ik dan binnen 24 uur het land uit moet. Paniek om niks, want ik haal hem op mijn sokken binnen. Geen geld, geen eten en toch solliciteren... het valt niet mee! Ik leer uiteindelijk via een buurman de 'Carecent' kennen, een initiatief van de Methodist Church in hartje York, dat iedere dag een onbeperkt ontbijt aanbiedt voor dak- en thuislozen. De tweede ochtend dat ik daar mijn maag kan vullen met heerlijkheden. Ik loop met de huur van Bishophill Senior al drie weken achter en probeer dus ongemerkt erin en eruit te komen. Deze ochtend staan ze me op te wachten. Mijn spulletjes zijn al ingepakt. Ik sta op straat!

En daar besluit ik voorlopig het verhaal. Binnenkort het vervolg van 'het spannende jongensboek' dat de eerste maanden in York mag heten!

vrijdag 18 januari 2013

hoesbui: Yvonne Baker & The Sensations


Ook wel bekend als de 'smoesbui', de hoesbui was twee jaar geleden een geregeld voorkomend onderwerp op Soul-xotica. Als ik hoegenaamd geen inspiratie had (vandaar de smoesbui), publiceerde ik een gezellig fotohoesje uit de collectie van Peter. Vaak was het omdat ik geen zin had, mijn kop er niet naar stond of als ik het te druk had. Als ik nu een keuze moet maken uit die laatste drie, dan denk ik dat de laatste het beste van toepassing is. Het is inmiddels ruim na middernacht en ik heb zojuist mijn programma opgenomen. Moe, maar voldaan! Ik wil aanvankelijk gaan raddraaien, maar de raddraaier in kwestie (zal morgen wel zijn entree maken) is niet bepaald een eenvoudige. Jawel, er zijn Wikipedia's vol geschreven over de man, maar het plaatje is niet een beetje uit de oude doos en spitten in de jaren veertig en vijftig spreekt me even niet aan. Ik was toch nog steeds op zoek naar een hoesje van de boosdoener toen ik deze van Yvonne Baker & The Sensations zag staan. Aaaah! Wat is die Yvonne Baker toch een lief meisje. En opeens past ze ook in het verhaal, want ik heb een aanvulling op woensdag en nog wat meer...

Woensdag droeg ik op aan Lillian Dupree. Welnu, ik kijk toch stiekem tweemaal in de week even op Ebay met Lillian als zoekfunctie, maar ook The Para-Monts en Little Jewell. Opeens sta ik oog in oog met een 'Hide And Seek', die echter middels de b-kant 'Shield' wordt aangeprezen. Het exemplaar ligt in Michigan, Detroit en de handelaar heeft een sound-clip van 'Shield' bijgevoegd. Omschrijving: Een keurige VG met WOL. Wat? Tja, dat is platenverzamelaarsjargon. VG is na Ex (bijna nieuw) en Mint (hagelnieuw) de derde beste gradatie voor een plaat. Enig achtergrondlawaai is toegestaan, maar het mag het draaien niet hinderen. Dus geen ernstige krassen die de plaat doen overslaan of laten hangen. WOL is 'writing on label'. In veel andere platenverzamelaarswereldjes wordt vooral gelet op krasjes en betekent een pen- of viltstift op het label of een stickertje niet zoveel. In de Northern Soul is het precies andersom. Lillian Dupree is dus een fijn exemplaar om te draaien. Er is één bieder en de plaat staat nog op de startprijs: 10 dollar. Ik mag mezelf twee uren de hoogste bieder noemen met 28 dollar (met een maximumbod van 34,50), maar wordt kort daarna overboden. Ik heb geprobeerd degene in te halen, maar het is me niet gelukt. De teller staat nu op 52 dollar, dat is ongeveer veertig euro en eigenlijk ook mijn maximum. De veiling loopt dinsdag af en ik hou jullie op de hoogte!

Verder was ik sinds maandag de enige bieder op 'If You Loved Me' van Peggy March, dat is 'Soul Coaxing' van Raymond Lefevre met een nieuwe Engelse tekst. De leek zal het voornamelijk kennen als herkenningsmelodie van de Top 2000. Het blijft angstvallig stil tijdens de laatste minuten, net zo stil als de afgelopen dagen. Ik voel dat er iets gaat gebeuren. En jawel... drie seconden voor het einde word ik uitgeschakeld. De Engelse demo uit 1979 in bijna-nieuwstaat gaat weg voor 17 pond. Dat is twee keer mis op één dag. Sindsdien heb ik besloten om dan maar wat singles uit te zoeken bij Rarenorthernsoul.com en zie dan dat een andere wens is uitgekomen. Outta Sight, bekend van vele Northern Soul-heruitgaven op single, is bezig met de Fairmount-catalogus en tot mijn grote vreugde is 'Packin' Up' van Damon Fox opnieuw uitgekomen. Acht pond klinkt beter dan de 45 pond voor een bootleg uit de jaren zeventig. En de zevenhonderd pond voor een origineel... Als de dames en heren van Outta Sight nu ook eens Lillian Dupree op die manier beschikbaar kon maken... Kon handig zijn! Ik heb nog geen definitieve keuze gemaakt, maar 'You Didn't Say A Word' van Yvonne Baker is nog lang niet uitverkocht en kan dus nog wel even wachten? The Tan-Geers moest ik toch eens hebben en vind die nieuwe heruitgave van The Demures ook ontzettend fijn. Qua oud werk heb ik al 'Doomsday' van Evelyn Thomas, 'Be Young Be Foolish Be Happy' van The Tams en 'Tighten Up' van Archie Bell & The Drells in mijn winkelmandje liggen...

Normaliter was een hoesbui écht een kattenbelletje, maar dit is evengoed nog een gevuld bericht geworden. Morgen gaan we raddraaien met een veteraan, maar... morgenmiddag eerst naar Do The 45 luisteren op www.wolfmanradio.co.uk. Dat is tussen twee en drie 'onze' tijd.

donderdag 17 januari 2013

raddraaien: Mistral


Natúúrlijk heeft Soul-xotica een gezicht! Het zit vast geplakt op een lichaam van bijna twee meter, dus dat kun je niet over het hoofd zien? Ik begin mijn bijdrage vandaag eens met een persoonlijk nieuwtje. Ik heb in begin september mijn intrede gemaakt in de WSW (na een wachtlijst van bijna vier jaar) en in eerste instantie voor een halfjaar. Dat was nodig omdat de kabinetsplannen voor 2013 nog niet bekend waren. Vandaag is mij medegedeeld dat mijn contract is verlengd tot 1 januari 2014. Dat is de dag dat de nieuwe WSW-wet in werking treedt. En dan? Waarschijnlijk zal ik worden gedetacheerd, maar of dit mogelijk is in de postverwerking is maar zeer de vraag. En dus mag ik dit jaar nog even extra genieten van het werk! Dan gaan we nu maar over naar die andere orde van de dag, de invulling van wat ruimte op Soul-xotica. Dat doen we wederom met een raddraaier en niet zomaar eentje... The Pooh Sticks hadden ooit een liedje genaamd 'Million Seller': ,,I'm gonna write a million seller tonight". Het liedje verkocht overigens voor geen meter... Ik ga vanavond ook een 'million seller' schrijven. Als ik terug kijk op bijna drie jaar Soul-xotica en daarbij de kijkcijfers in ogenschouw neem, dan springen er een paar berichten uit. Alles waar The Shoes in voor komt, maar ook Robbie Van Leeuwen is een magische woordcombinatie. Vooruit..., daar gaan we: De raddraaier van vandaag is 'Starship 109' van Mistral.

Robbie Van Leeuwen heeft geen vrienden gemaakt met het Mistral-project, 'Starship 109' is dan ook goed te vergelijken met 'Weekend' van Earth & Fire. Het kost hem, evenals Earth & Fire, enkele oude 'fans', maar het platenkopend publiek denkt er anders over en beloont beide Nederpop-producties met een vette hitnotering. Ook ik ben heel lang in de veronderstelling geweest dat ik kilometers om Mistral heen moest fietsen, maar kom daar in 2007 op terug. Van deze single weet ik exact waar en wanneer ik hem heb gekocht, bijna tot op het tijdstip nauwkeurig, en het ademt vooral een mooie herinnering. In 2007 zijn mijn ouders 45 jaar getrouwd. Om de vijf jaar gaan we dan met de familie een weekendje weg, maar tot 2007 was dat steeds rond de huwelijksdag. Qua weer hebben we het zeer afwisselend getroffen, want ze waren in half maart getrouwd. Voor 2007 hadden ze een ander plan in petto: Met het hemelvaartweekeinde van 2007 met zijn allen naar Bakkeveen. De sfeer was als vanouds, er werd weer veel gelachen en tijdens dit soort bijeenkomsten kun je de familieband bijna aanraken. We werden allemaal heerlijk vrij gelaten, er moest niets, maar één ding sprak ons allen wel aan: Op zaterdagochtend werd er een grote vlooienmarkt gehouden in het centrum van Bakkeveen. Allemaal met verschillende interesses (mijn broers hebben beide een uitgebreide vinylcollectie, maar kopen geen 'nieuwe' platen meer) en ik ga dus uitsluitend voor de 45-toeren-draaiers. Ik heb er mooie dingen op de kop getikt, maar ook fijne koopjes. Mistral valt namelijk in die laatste categorie.

De tijd vliegt en zondagmiddag komt in het vizier. Zondagochtend hebben we nog een eind gelopen, het is broeierig warm, maar hoe dichter tot het afscheid, hoe grijzer het wordt. Ook de emoties laaien op. Louwsma's laten niet graag hun tranen zien, maar bij allen zijn ze niet héél ver weg. We realiseren ons heel goed dat dit wel eens de laatste keer met zijn allen samen kan zijn. Wellicht dat de volgende keer minder feestelijk is. Dat zal ook uitkomen, want de eerstvolgende kans dat we als broers, zus, partners én kinderen bijeenkomen, is na het overlijden van 'heit'. Dankbaar over het mooie weekend en dus een beetje melancholiek gaan we uit elkaar. Mijn ouders brengen me naar Steenwijk, waar ik me meteen stort op de gekochte singles. Mistral is één van de eerste die ik draai en schrik dan op van een klap onweer en een daaropvolgende heftige regenbui. Mistral absorbeert het gevoel en dan glijden ook bij mij de tranen over de wangen. Voor iemand die eens per jaar huilt, maar soms ook wel eens een 'sabbatical' houdt, voelt het aangenaam en uniek aan. De tranen zijn snel gedroogd, maar ik voel me altijd weer melancholiek als ik het plaatje van Mistral opzet.

En daar zijn we dan: Het einde van het bericht is in zicht en twee woorden gespendeerd aan de single zélf. Ach... er kunnen nog wel wat kijkcijfers bij:
http://soul-xotica.blogspot.nl/2011/05/telefoontoppertje-11-trio-robbie-van.html.
Daar heb ik uitvoerig over de carriére van Van Leeuwen geschreven, dus we staan weer quitte? De zoveelste keer het verhaal van 'Venus' afdraaien? Hoewel... er is natuurlijk wel een nieuw feitje bij gekomen. Op het moment van schrijven staat een deelneemster van The Voice Of Holland, Sandra Van Nieuwland, in de Mega Top 100 met haar bewerking van 'Venus'. Nee, ik heb hem niet beluisterd en was het ook niet van plan. Als ik dat juist wél moet doen, dan moeten jullie maar een mailtje sturen...

woensdag 16 januari 2013

raddraaien: Deodato


Alstjeblieft... Omdat ik een bericht achter lig en nog helemaal geen plannen heb voor een extra bericht, ga ik weer verder met het raddraaien. Misschien kan ik deze serie op 1 maart besluiten en dan weer bezig met een nieuwe volgorde. Vooral in de slagorde van de 'Blause Bakken' is sinds de opstelling in september het nodige veranderd, dus kan ik niet wachten totdat ik met een nieuwe serie kan beginnen. Nog achttien raddraaiers te gaan eer het zover is. De jaren tachtig zijn een beetje oneerlijk verdeeld in deze serie, ze zitten vooral in het eind. Na een tiental raddraaiers uit de jaren zestig en zeventig is vandaag Deodato aan de beurt met een single uit 1984: 'S.O.S. Fire In The Sky'. Ik moet bekennen dat ik de single even uit het hoesje heb moeten halen en op de draaitafel heb moeten leggen, want... ik was hem even vergeten. Conclusie is dat ik hem het beste instrumentaal ken, als deze bestaat, alleen dat refreintje komt me niet bekend voor...

De jaren tachtig horen 'mijn' tijd te zijn, want ik ben geboren in 1975. Dankzij oudere broers en een zus krijg ik nog een staartje van de jaren zeventig mee, maar de jaren tachtig is zo'n decennium dat ik muzikaal helemaal beleef. Van 'The Winner Takes It All' van ABBA uit de eerste maanden van 1980 tot en met 'Let Love Rule' van Lenny Kravitz (dan slechts een héél bescheiden hitje) van eind 1989. Hoewel het geen trauma is geworden, maar me wel in zekere zin heeft gevormd, ben ik op de lagere school de pispaal van de klas. Dat is gedurende de jaren tachtig, een tijd niet die niet 'lekker' aanvoelt en waar de muziek lang onder heeft moeten lijden. Het is pas in 2003 als ik de hand over het hart kan halen en de jaren tachtig-muziek stukje bij beetje ga waarderen. Dat begint overigens met 'Suddenly Last Summer' van The Motels, maar breidt zich steeds verder uit. Terwijl ik rond 2005 zó vaak jaren tachtig draai dat er een 'vermoeidheid' optreedt, geniet ik Nieuwjaarsdag weer met volle teugen als ik een paar klappers uit het decennium draai.

Deodato heeft een minpuntje bij mij. Als er één genre is waar ik een gigantische hekel aan heb, dan is dat wel de fusion uit de vroege jaren zeventig. Dat gepriegel in het kwadraat, ik moet er niks van hebben. Eumir Deodato is ook zo'n knakker die middels die verschrikkelijke fusion aan het oppervlak komt. Maar dan... zijn versie van 'Also Sprach Zarathustra' van Richard Strauss kan ik best waarderen, hoewel ik de versie van The Les Reed Orchestra beter vind! Deodato borduurt verder in het stramien met 'Rhapsody In Blue' en 'Moonlight Serenade', maar dan zijn de verkoopsuccessen alweer opgedroogd. Pas in de jaren tachtig meldt hij zich opnieuw in de hitparade. Vrijwel alleen in Nederland in 1982 met 'Happy Hour', maar onze raddraaier is een internationaal succes. Niet zo vreemd, want het mes snijdt aan twee kanten. Enerzijds kan de plaat prima mee in de Hi-NRG die dan op gang is geholpen in Engeland, maar past ook in elke discotheek thuis. Ik heb een plezierige twee minuten gehad bij het beluisteren van de single, totdat een kras de naald hindert om verder richting het einde te gaan.

Dan leer ik vervolgens dat Deodato als arrangeur heeft meegewerkt aan één van mijn meest favoriete nummers aller tijden. Ik ben even te lui om overeind te komen en de plaat te zoeken, maar volgens mij krijgt hij geen 'credit' op de hoes van 'Greatest Hits' van Björk. Het orkestrale arrangement op 'Isobel' van Björk zou van zijn hand zijn. Wat ik ervan moet begrijpen, heeft Deodato een opzet gemaakt die later door Nellee Hooper is omgezet naar het huidige arrangement. Hoe dan ook: Het is een pluspuntje op het conto van Deodato dat hij 'iets' te maken heeft gehad met dat prachtige stuk muziek!

uit de jeukdoos: Lillian Dupree (en nog een paar...)


Het leven was een stuk eenvoudiger geweest als ik net zoals de massa al tevreden zou zijn met een mp3-tje. Maar nee hoor, we moeten het zo nodig op vinyl hebben. Eergisteren had ik daarover nog een discussie met iemand in de chatroom van Wolfman Radio. Hij waarschuwde me voor de handel, er kon immers zo 250 pond voor een single worden gevraagd. Het werd even angstig stil van zijn kant toen ik een paar titels noemde, die al ver boven de duizend pond zijn uitgestegen en desondanks als warme broodjes worden verkocht. Ook Lillian Dupree kwam even ter sprake. Hoewel dat plaatje bovenaan op mijn zoeklijst staat en deze ongetwijfeld Week Spot wordt als ik eens gelukkig ben, is het geen probleem om hem nu al te behandelen. We zijn namelijk erg snel klaar met de feitelijke informatie over het plaatje, van mevrouw Dupree is niets bekend en ontbreekt elk spoor. Of het moet de Lillian Dupree uit North Carolina zijn, maar dat is nogal een eindje fietsen vanaf Detroit. De lofprijzingen aan de Allemachtige op haar profiel doen me niet in de pen klimmen en het haar te vragen...

De 'Northern Soul Jukebox'-dvd, onderwerp van deze serie, is een kopie van de harddisk van een Engelse verzamelaar/dj. In de advertentie beloofde hij 'meer dan 1500' tracks. Als hij nog 13 opnames had toegevoegd, hadden het er precies 2000 geweest. Het is een ratjetoe van opnames in allerhande bitrates. Het Motown en geijkte werk van verzamel-cd's is vaak 320, maar er zitten ook zeer slordige vinylrips tussen. Dat daar ook weer 'lastige' dingen tussen zitten, mag duidelijk zijn. De kans op een exemplaar van 'I Want To' van Little Jewell wordt met de dag kleiner en als er dan overmorgen een exemplaar opduikt? Gekkenwerk! De halve soul-wereld zoekt er naar, de kans dat je die voor zeventig cent bij de lokale kringloper vindt? Gelukkig is Lillian Dupree ietsje beter verkrijgbaar, maar is momenteel razend populair onder Europese (vooral Duitse, Spaanse en Italiaanse) deejays en dat zijn jongens en meisjes die kapitalen betalen voor een origineel. Een paar maanden geleden ben ik even héél dichtbij geweest. Dertig pond is voor mij zo'n beetje de grens. Aanvankelijk ben ik de enige bieder met een startbedrag van 12 pond. Drie dagen voor het einde krijg ik te maken met concurrerende partijen. Een halve dag van tevoren zet ik hem op 25 pond, maar wordt direct overboden. In de laatste seconden probeer ik dan eenendertig pond... 'Helaas, u bent overboden'. Ofwel: Ik ben het maximale bod van de ander niet gepasseerd. Die persoon heeft het koopje van het jaar! De originele 'Hide And Seek' van Lillian Dupree met een beetje achtergrondgeluid voor 31.50 Britse ponden. De volgende optie is het exemplaar bij John Manship, die moet 150 pond kosten!

Het is een plaatje dat tot waanzin drijft. Een intro om voor te sterven en dan een 'groove'! Om het geheel nóg interessanter te maken, hoewel het solide Detroit soul is, rommelt het her en der een beetje. Fantastisch! Vooral de brug is een kippevelmomentje voor mij. Ik heb zelfs al verschillende keren gedroomd over deze single, dit is een ware obsessie! Maar Lillian is niet alleen, het wordt direct gevolgd door The Para-Monts. De single is een aantal malen op Youtube te vinden, dus hij bestaat écht! In de handel heb ik hem nog niet gezien. Ik weet erg goed het verschil tussen 'mijn' en 'dijn', maar ik denk dat ik de lokale supermarkt ga overvallen als er een exemplaar beschikbaar komt. Op 7 augustus 2012, vlak vóór ik de plaat leer kennen, is een exemplaar geveild voor 145 dollar. De 'laagste' veiling die Popsike aangeeft, vermeldt 61 dollar. Ook een hoop geld! Maar, je krijgt er ook een hoop plaat voor terug...

Zie daar: De drie-eenheid van mijn zoeklijst. 'Hide And Seek' van Lillian Dupree, 'Come Go With Me' van The Para-Monts en 'I Want To' van Little Jewell. Hoewel ik die laatste al heb opgegeven. Van alle platen weten we evenveel, namelijk: Niets. En dat is niet handig als je een weblog hebt...

dinsdag 15 januari 2013

Week Spot: Derek Martin


Het feit dat er gedurende de twee maanden van Do The 45 nimmer een 'gewone' Soul-x-rated is geweest, laat het al een beetje raden: Ik heb het druk met Do The 45. Het samenstellen van de lijst voor een show is niet zomaar even gepiept, het vindt eerst op papier plaats. Maar zelfs als de singles bijeengezocht zijn, wordt er nog geregeld omgeruild en geschoven. En zijn er platen die iedere week opnieuw naast de boot vallen. Eentje daarvan ben ik al sinds de kerst van plan om te draaien, maar gaat er steeds weer in de laatste minuut uit. Een single die niet bepaald 'nieuw' is, want ik heb hem reeds sinds augustus 2008, maar heb hem afgelopen mei leren waarderen. Om ervoor te zorgen dat deze prachtplaat eens Do The 45 zal halen, heb ik besloten hem deze week uit te roepen tot 'Tune Of The Week' (op Wolfman Radio) en Week Spot op Soul-xotica: 'Moving Hands Of Time' van Derek Martin (1970).

Toch is deze Week Spot niet alleen een hommage aan Derek Martin, maar eveneens aan songschrijver Teddy Randazzo. Liefhebbers spreken van de 'Randazzo-magic'. Wat dat precies in houdt? Dat is lastig te omschrijven, zijn liedjes hebben 'iets' dat je pakt. De liedjes van Randazzo zijn meer in de traditie van de grote songschrijvers uit de jaren twintig en dertig dan die van Lennon en McCartney. De man heeft heel veel liedjes op zijn conto die door duizenden artiesten zijn uitgevoerd. In een interview laat Randazzo desgevraagd weten de tel te zijn kwijt geraakt en dan heeft hij het alleen nog maar over zijn 'evergreen' 'Goin' Out Of My Hand', maar ook 'It's Gonna Take A Miracle' is door praktisch iedereen op de plaat gezet. De Week Spot ken ik maar in één uitvoering, bescheiden weg gezet op een b-kantje, hoewel de liefhebbers dat kantje massaal hebben ontdekt. Als je de single tegen komt op Ebay wordt-ie ook steevast met de b-kant aangeboden. Wat zoiets kost? Ergens rond de twintig tot dertig pond voor een gaaf exemplaar.

In die categorie valt mijn exemplaar niet echt. Ik heb hem tijdens mijn 'wereldtournee' (1 avond Steenwijk, 2 avonden Hellevoetsluis) in 2008 bij het kledingboetiekje Very Cherry in Rotterdam gekocht. Schade was toen een euro, hoewel ik hem nóg goedkoper heb gekregen omdat ik zoveel heb afgenomen. Ik maak de eerste drie jaar de fout door de plaat op de a-kant af te rekenen en, nee, dat is niet mijn mok thee met twee suikers en een sloot melk (op een mengsmering van twee theezakjes). Het is pas rond Pasen 2012 dat mijn hart smelt voor 'Moving Hands Of Time'. Als Derek Martin zijn 'Hey Jude' heeft gemaakt, dan is het deze wel! Derek Martin hoopt dit jaar zijn 75e verjaardag te vieren. Hij is geboren in Detroit en leert, zoals velen, het zingen in de kerk en breekt op zijn zeventiende door in de professionele muziekwereld. Aanvankelijk nog als lid van enkele groepen. The Pearls is één van de eersten. Hun pianist, Dave Clowney, zal in 1959 wereldberoemd worden als Dave 'Baby' Cortez. Derek gaat pas in 1963 solo en maakt zijn debuut met 'Daddy Rolling Stone'. Het is oorspronkelijk een nummer van Otis Blackwell dat eveneens door The Who op de plaat wordt gezet. En dat geeft meteen mooi aan in welke richting Martin het meeste succes heeft. De Engelse Mods omarmen Martin en in het bijzonder de single 'You Better Go'. Zijn platen op Roulette uit de midden jaren zestig zijn redelijke successen, maar daarna gaat het commercieel bergafwaarts. Hij tekent in 1969 bij het minuscule Buttercup Records, waar de single 'You Blew It Baby' verschijnt. Het is geen hit, maar de b-kant, onze Week Spot, zal dat later alsnog worden in de verzamelwereld.

Sinds een paar jaar is Derek Martin weer actief in de muziek. Hij bivakkeert tegenwoordig in Frankrijk, waar hij als 'The Golden Voice' een soort van cultstatus heeft. Teddy Randazzo is daarentegen al jaren niet meer onder ons, hij is in 2003 in zijn huis in Orlando, Florida overleden, nog maar 68 jaar. Zijn muzikale testament is groots en het kost bijna een mensenleven om alle cover-versies van zijn liedjes te beluisteren. Ze hebben echter allemaal dat stukje 'magie' dat niemand, mijzelf incluis, onder woorden kan brengen. 'Moving Hands Of Time' is die magie in het kwadraat en heeft in Derek Martin wellicht de ultieme uitvoerder gekregen. En dus mag de plaat alsnog een week lang in de schijnwerpers staan, ook al zijn er recent een paar leuke singles binnen gekomen. Deze zaterdag ga ik hem ein-de-lijk draaien in Do The 45!