woensdag 31 januari 2018

Eindstreep: januari 2018



Als mijn plannen een beetje doorgang kunnen vinden, zou ik de komende maanden raak kunnen 'Eindstrepen'. Hoewel ik bescheiden wil beginnen. Misschien dat ik een paar 'big wants' van dit moment ga binnenhalen. Nee, er is maar eentje die al jaren op mijn verlanglijstje staat en waar ik nu eens voordelig aan kan komen. De andere platen zijn redelijk recente ontdekkingen maar maken dat ik geen maanden of jaren meer kan wachten. Hopelijk volgende maand en dan ook het eerste deel van de reserveringen bij Mark. Voor de rest hoop ik dat de kringloopwinkel in Meppel nog wat 'voorraad' heeft want ik weet niet of ik weer tien-of-meer singles uit deze selectie wil halen. Het heeft deze maand in ieder geval de 'Eindstreep' gered. Voordat ik het boek sluit over de eerste maand van 2018, mag ik nog eenmaal genieten van de singles-aankopen.

Eerst de traditionele statistieken. Deze maand levert me veertien singles op. Bij Oscar Harris kan ik aanvullen dat het een andere kleur label heeft en daardoor evengoed in de jaren zeventig-bak mag staan. Toch reken ik deze tot een 'dubbele' single alsook The Stampeders. Die doen dus niet mee in de 'Eindstreep'. Johnny Dumar, de eerste single van 2018, staat inmiddels in de reserve-Blauwe Bak (ten koste van 'Feel Like Makin' Love' van Roberta Flack dat sinds het eerste begin in de Blauwe Bak heeft gestaan). Als ik een top tien moet samenstellen over de rest zou deze er zó moeten uit zien. Let wel... dit kan over een paar uren of na een paar dagen compleet veranderen!

1. Sorry I Love You-Murray Head

2. When We Were Young-Bucks Fizz

3. Take Care Of Yourself-Level 42

4. Nobody In This World-Johnny Dumar

5. Face Of Love-D.C. LaRue

6. Still In The Game-Steve Winwood

7. Hey You-The Start

8. Baby Get It On-Ike & Tina Turner (andere b-kant en mag dus tóch meedoen)

9. You Can Have It-Robert Palmer

10. It Takes Two To Tango-Richard Myhill

Week Spot: Natalie Cole



Januari is nooit mijn beste maand en dat geldt doorgaans ook voor februari. Zou het verschil hebben gemaakt als iemand in mijn familie jarig was geweest in deze eerste twee maanden? Ik reken de periode van 1 januari tot 14 maart als een periode van vallen en opstaan in het nieuwe jaar, daarna begint het pas écht. De veertiende maart valt samen met de verjaardag van mijn zwager, vóór we hem leren kennen is de vijftiende de trouwdag van mijn ouders en het eerste 'feestje' in het nieuwe jaar. Hoe dan ook: Ik ben een beetje uit mijn doen op dit moment en weet het zelf gelukkig te relativeren. Gewoon blijven werken maar toch... ik zou op een vrije dag wel iets actiever willen zijn. Iets beter weer zou daarbij wellicht ook gaan helpen? Ik heb gisteren een hele lange nacht geslapen en dat maakt dat ik niet aan publiceren toe ben gekomen. De consequentie is dat ik vanavond dubbel moet publiceren om januari met 31 berichten te kunnen afsluiten. Eerst de Week Spot. Komende zaterdag doe ik het vierde deel van de serie van de platenlabels in 'Do The 45'. Deze week de eerste vijfenvijftig op labels welke starten met een 'C' en inclusief Cadet, CBS en Capitol. Omdat ik al eens uitgebreid over Natalie Cole heb geschreven, zal dit bericht voornamelijk over Capitol gaan. De Week Spot is 'You're So Good' van Natalie Cole uit 1979.

Naarmate de sterren uit de jaren zestig en zeventig ouder worden, vallen ze één voor één. Het is alweer een paar jaar geleden dat Lou Reed overlijdt. Dat is dan iets dat behoorlijk op zichzelf lijkt te staan. Niet helemaal terecht want in 2012-13 krijgt de soul een paar genadeloze klappen, alleen zijn deze voor de grote media niet interessant. Als Natalie op 31 december 2015 het leven laat, is in eerste instantie ook niet zoveel aan de hand. Haar dood wordt pas écht nieuws nadat David Bowie is overleden en sindsdien het vergrootglas boven de rouwadvertenties wordt gehouden. Zo overlijdt een paar weken later Colin Vearncombe van Black en als Bowie niet was overleden, hadden we dat vast nooit geweten. Het inspireert mij in deze periode tot de 'Dodenrit' en in dat kader heb ik al eens de historie van Natalie Cole belicht. Haar 'You're So Good' is afgelopen zomer een pure gok welke erg goed is uitgevallen. Het resultaat is een top tien-notering in de Blauwe Bak Top 100 en vandaag, dankzij Capitol, alsnog de Week Spot. Dit had al eerder kunnen zijn geweest, maar de 'Dodenrit' uit 2016 weerhoudt me van een herhalingoefening en dus mag deze knaller nooit de Week Spot zijn. Dat gaan we deze week recht zetten!

Hoewel ik nog druk bezig ben het verder uit te werken, staan alle singles uit de soul-bakken nu (in een Word-document) gecategoriseerd per platenlabel. De 'C' bevat een aantal 'grootgrutters' als Capitol en CBS, maar ook het Chicago-imperium van Chess, Checker en Cadet. Ik heb eerst gekeken of ik van Cadet, Checker en Chess één show zou kunnen maken, maar dat wordt té krap. Er is geen bezwaar tegen een show van drie uren, maar als ik slechts drie uren doe deze week moet ik volgende week vijf uren doen en dus pak ik dan liever de eerste vijftig-en-een-paar van de lijst. Dat neemt ons mee van Cadet tot en met Checker met langere verblijven in de catalogus van Capitol en CBS. Volgende week mag ik een Week Spot kiezen uit de platenlabels Cheer tot en met Cub en dat móet een 'speciale' worden. De Week Spot viert volgende week haar zesde verjaardag.

Dat Natalie Cole uitkomt voor Capitol kan eigenlijk niet mooier. Het eigenzinnige 'Capitol building' heeft imemers de bijnaam 'The house that Nat built' en sommigen dichten, ten onrechte, Nat King Cole toe dat hij de leiding zou hebben geïnspireerd met de opmerking dat het gebouw moest lijken op een stapel schijven op een platenwisselaar. Komende vrijdag is het precies 76 jaar geleden dat de eerste bijeenkomst plaats heeft tussen de heren Johnny Mercer, Buddy DeSylva en Glenn Wallichs. Het is Mercer die als eerste eens roept dat hij een eigen platenfirma wil beginnen. De eerste bijeenkomst is bedoeld om een investering los te peuteren bij filmmaatschappij Paramount. DeSylva weigert dat maar schenkt vervolgens 15000 dollar uit eigen zak aan het nieuwe platenlabel. Hierdoor wordt hij beschouwd als mede-eigenaar van Capitol. Dat heet eerst zelfs nog een tijdje Liberty Records. Dat is een andere Liberty dan dat we van, bijvoorbeeld, platen van Creedence Clearwater Revival kennen. Dat Liberty wordt pas in de jaren vijftig opgericht en zal een decennium later worden opgeslokt door Capitol. Martha Tilton is de eerste die een opnamesessie voor Capitol mag doen. De doorgewinterde zakenmannen én artiesten (met name Mercer heeft dan al een paar grote hits op zijn naam staan als zanger én schrijver) maken dat Capitol meteen een voorsprong heeft op andere startende maatschappijen. Niks niet aarzelend afwachten totdat de eerste hit komt, Capitol gaat meteen hard bezig om een catalogus samen te stellen. Het Nat Cole Trio is vroeg van de partij maar wordt dan vooral gezien als een instrumentaal combo met Cole als pianist. Als een gezongen opname van het trio opeens méér wordt gedraaid op de radio krijgt Nat vrijheden in de studio als zanger. Cole is de eerste consistente hitmaker op Capitol. Het zet Capitol stevig in de markt en de oontanten blijven binnenstromen. Het Engelse EMI heeft sinds de eeuwwisseling een gedeelde distributie-deal gehad met het Amerikaanse RCA Victor en stapt in 1955 uit deze deal. In plaats daarvan investeert het dik in Capitol en komt in bezit van 95 procent van de aandelen.

Een jaar later wordt begonnen met de bouw van het eerste cirkelvormige kantoorgebouw in Los Angeles. Hoewel je een stapel platen kan herkennen in het ontwerp is het vooral een doordachte constructie om zich te wapenen tegen aardschokken. Hoewel Capitol zelf al een flinke catalogus heeft opgebouwd in de vroege jaren zestig op het gebied van crooners, popmuziek, jazz en country, 'gebruikt' het Engelse EMI Capitol als label om Engels werk aldaar uit te brengen. Capitol wordt mogelijk nóg groter als in 1963 in Amerika de Beatle-mania losbarst. Hun eigen antwoord op The Beatles, The Beau Brummels, vaart een stuk minder hard, maar The Beach Boys bewijst dat Capitol zelf ook een neus heeft voor inventieve popmuziek. De naam wordt in 1973 een beetje aangepast maar verder blijft Capitol fier overeind als hoofdlabel. Zelfs al je je beperkt tot 'bekende namen' heb je nog altijd genoeg namen voor een compleet telefoonboek! In de nieuwe eeuw verkoopt EMI haar muziekafdeling aan Universal. Samen met Parlophone is Capitol waarschijnlijk het enige EMI-label dat altijd verkrijgbaar is gebleven. Ook in 2018 heeft Capitol een flinke stal met grote namen als Sam Smith, Troye Sivan en Foo Fighters. Paul McCartney is al meer dan een halve eeuw verbonden aan Capitol. Eerst door de distributiedeal in Amerika voor Parlophone en Apple, maar sinds 1980 staat hij onder contract bij Capitol.

Tien jaar geleden is even grote paniek in Los Angeles. Er doet een nieuwsbericht de ronde dat 'Capitol building' gekocht zou zijn door een investeerder die het gebouw wil opnemen in een nieuwbouwproject. Het blijkt een 'hoax'. Het gebouw wordt op dit moment gerestaureerd door de oorspronkelijke architect en zal nooit meer in verkeerde handen vallen. En... wellicht het belangrijkste van allen... het heeft alle aardbevingen in Los Angeles sinds 1956 met glans doorstaan!

maandag 29 januari 2018

Hier en nu: Elizabeth & The Catapult



Een paar jaar geleden heb ik een serie gehad onder de naam 'Van hit naar her'. Tussen de oude namen en singles uit een grijs verleden behandelde ik (vaak op een vrijdagavond) een actuele hitsingle. De afgelopen maanden heb ik een paar keer 'Niet vergeten' uit de mottenballen gehaald. In 2018 komen beide rubrieken samen in 'Hier en nu'. Hoewel ik nog steeds ook de actuele singles-hitparade in de gaten hou, speelt mijn ontdekkingsreis het meeste af op het gebied van de albums. Wekelijks 'ontdek' ik wel een plaat die me een tijdje gaat bezig houden of tref ik een artiest(e) of groep waarvan ik méér wil gaan ontdekken. Dat komt tegenwoordig terecht in 'Hier en nu'. Vandaag presenteer ik jullie een album dat ik twee weken geleden heb leren kennen en dat nu al op de 'shortlist' staat voor beste albums uit 2018, hoewel het ruim drie maanden op de markt is. Ik kijk vandaag naar het album 'Keepsake', de vierde van het singer-songwriters-project Elizabeth & The Catapult.

Voor de samenstelling van 'Tuesday Night Music Club' en 'Afterglow' ga ik wekelijks door de 'nieuwe' releases. In sommige gevallen zijn de albums dan reeds een paar weken oud, maar dat belet mij niet om het als iets 'nieuws' aan te prijzen. Zo kom ik dit 'Keepsake' van Elizabeth & The Catapult op het spoor. Het wordt door de databse aangeduid met 'indie' en dan kun je alle kanten op. Ik draai een kort stukje van het eerste nummer en... mmm... dat smaakt naar meer! Ik kies voor de show uiteindelijk voor het negende nummer van het album: 'Better Days'. Dat nummer blijkt een groeibriljant te zijn. Iedere keer als ik het draai, groeit het weer een stukje verder voor mij en, zo gezegd, staat het volledige album op de 'shortlist' van 2018. Tijd om eens uit te zoeken wie deze Elizabeth nu werkelijk is!

Je vraagt dames niet naar de leeftijd. Getuige de foto's en een klein rekensommetje maakt dat ik het vermoeden heb dat ze ergens begin dertig moet zijn. Elizabeth heet eigenlijk Elizabeth Ziman. The Catapult is meer een 'project' dan een band. Het ondersteunt Ziman haar nummers uit te voeren maar is op geen enkel album gelijk in de zin van een bezetting. De gastmuzikanten op haar platen maken automatisch onderdeel uit van The Catapult. Ziman krijgt als kind klassieke pianolessen en groeit op in het culturele Greenwich Village in New York. Ze volgt haar opleiding aan de 'Berklee College Of Music' en opereert vanaf 2005 vanuit Brooklyn. In 2001 krijgt ze een prestigieuze prijs voor haar liedje 'Like Water Is To Sand', het draagt de namen van de beroemde songwriters Leiber en Stoller. Ze is aanvankelijk van plan om soundtracks te gaan schrijven voor films, maar krijgt in 2002 een hele andere kans. Zangeres Patti Austin komt naar 'Berklee' om muzikanten en zangers te ronselen voor haar komende tournee, een eerbetoon aan jazz-zangeres Ella Fitzgerald. Ziman is één van de gelukkigen om de achtergrondzang te verzorgen tijdens deze concerten. Het heeft echter een weerslag op haar liedjes schrijven, dat schuift ook meteen een eind in de richting van de klassieke jazz uit de jaren veertig en vijftig. Ze leert Esperanza Spalding kennen, de bassiste uit de band van Patti Austin. Van haar weet ik dat ze 33 jaar oud is en vermoed dat Elizabeth rond dezelfde leeftijd zal zijn. Spalding doet mee op de eerste opnames van Ziman en vormt daarmee de eerste versie van The Catapult. Spalding heeft een druk leven en zo wordt haar plek alras ingenomen door een aantal heren. Drummer Dan Molad en gitarist Peter Lalish spelen dan eveneens met hun band Lucius als het duo Elizabeth gaat begeleiden. Het neemt een eerste EP op in de thuisstudio van Molad en het plaatje wordt in eigen beheer uitgebracht. In oktober 2006 is ze 'underground artist of the month' in het Billboard-magazine en twee jaar later tekent ze haar eerste contract. Dat schetst erg mooi haar 'roots'. Enerzijds de roemruchte folk-scene van Greenwich Village en tegelijk haar ervaringen met de Patti Austin Band. Ze komt onder contract bij Verve, van oudsher een jazz-label, maar haar debuut verschijnt op Verve Forecast, het sub-label dat in de jaren zestig menig folkrock-album uitbrengt.

In juni 2009 verschijnt 'Taller Children' op het Verve-label. Het leeuwendeel van de opnames wordt gemaakt in Nebraska terwijl ook enkele oude demo's opnieuw worden bewerkt. Alle liedjes op de plaat zijn van Ziman met uitzondering van Leonard Cohen's 'Everybody Knows'. De opvolger komt ook uit bij Verve en dat bevat enkel werk van Leonard Cohen. Geen bestaande 'liedjes' maar teksten uit Cohen's dichtbundel 'Book Of Longing'. Het is de laatste plaat die ze voor een grote maatschappij zal uitbrengen. In 2014 komt 'Like It Never Happened' uit bij Scratchback en haar meest recente plaat, 'Keepsake', is uitgebracht na een succesvolle 'pledge'-campagne. Het heeft inmiddels twee digitale 'singles' opgeleverd en 'Better Days' staat daar nog niet tussen. Wellicht nog een paar keer draaien in mijn shows?

Tien minuten 'settlen'



Ik heb het een paar jaar geleden ook eens geprobeerd, maar strand dan reeds na één bericht. De eerste maanden in Engeland zijn 'heftig' en een paar jaar geleden nog té heftig om over te schrijven. Nu het twintig jaar geleden is, voel ik eens te meer een afstand groeien. Okay, het is een heftige tijd geweest en het is op het nippertje goed gegaan, maar ik kan er nu selectief op terug kijken. De minder mooie momenten relativeren en de spaarzame mooie momenten koesteren. Vier weken geleden heb ik 'een half begin' gemaakt met mijn avonturen in York en vandaag het tweede deel. Het idee om in York te blijven, is erg spontaan opgekomen. Het is het avontuur dat mij lokt: Hier is niemand die me kent en ik wil laten zien dat ik kan slagen in zo'n omgeving. Het zit dan wel goed met mijn zelfvertrouwen. De eerste zondagavond bezoek ik een concert van de bluesmuzikant die een paar 'residenties' heeft gedurende de week. Ik blijf bij hem slapen en die maandagmorgen trekt hij me mee de stad in. Nee, niet de beloofde toeristische rondleiding. Het wordt een enkele reis naar het arbeidsbureau. Ik laat me inschrijven en 'solliciteer' ook meteen naar één van de vele functies op het prikbord. Engeland een hoge werkloosheid? Hoe zou dat toch eens komen?

Dat eerste baantje wordt al afgeketst door degene van het arbeidsbureau. Hoge hygiëne-eisen stroken niet met de lange vuile nagels en bovendien is het een eind reizen. Tja, de werkloosheid in Engeland. Anno 1998 zijn de salarissen té laag ten opzichte van een uitkering. Als je de keuze hebt tussen dagen zwoegen in een fabriek óf uitslapen, tv-kijken en in de pub hangen voor een verschil van 15 euro, dan kiest menigeen voor het laatste. Ook nieuw voor mij... in Engeland worden de vacatures in uren aangeduid en met het bruto-salaris per uur als indicatie. Die avond ben ik opnieuw bij de bluesmuzikant en ik vertel hem over mijn ervaring tot dan toe. ,,Weet je wat jij eens zou moeten doen? Een rondje maken langs de beveilingsbedrijven". Omstreeks 1998 kan iedereen, maar dan ook iedereen, een beveiligingsbedrijf starten. Je hebt geen diploma's of certificaten nodig. Bill geeft me een lijst uit het telefoonboek van beveiligers waar ik het eens zou kunnen proberen. Zo word ik de nacht ingestuurd. Ik zou die avond bij een vage kennis kunnen slapen, maar we lopen elkaar mis (of hij is me bewust ontlopen...). Het wordt mijn eerste nacht buiten in York. Het is té koud om buiten te slapen en dus moet ik wakker zien te blijven zodat ik de volgende morgen meteen het eerste beveilingingsbedrijf kan 'overvallen'. Daar lijkt men niet onder de indruk van mijn verschijning en ik word afgescheept. Gelukkig komt mijn salaris van december die dag binnen en kan ik 's middags opnieuw in checken in de herberg.

Een week later ga ik met het drie dagen-retourtje even terug naar Friesland. Nogmaals: Ik ben vertrokken met twee t-shirts, een paar onderbroeken en een paar extra sokken. Genoeg voor drie dagen, maar na een paar weken wordt het hard minder. Als ik 'thuis' in Jutrijp arriveer, staat niet iedereen me met open armen op te wachten. Mijn tante is intussen (de periode dat ik in Engeland ben geweest, dus twee à drie weken) ziek geworden, overleden en inmiddels begraven. Ik ben niet telefonisch bereikbaar voor de familie. Gedurende deze drie dagen sluit ik nog enkele dingen af in Friesland en verzamel wat extra spulletjes om nu écht een start te maken in York. Het houdt in dat ik nog wat geld tegemoet kan zien. Terug in de herberg zie ik een advertentie van een particulier uit de buurt. Deze heeft een Raleigh-racefiets én een stereo in de aanbieding, dertig pond per stuk. Ik koop beide. Ik heb dan muziek op de kamer én ik ben mobiel voor de sollicitaties en eventueel werk. Het is eerst nog even 'feest'. Een week later koop ik nog een flinke berg platen en ga lekker op stap. Iedere keer als ik de pinpas in het apparaat stop en 'snel twintig pond opnemen' intoets, spuwt het apparaat een biljet van twintig. Het kan niet op? De laatste woensdag staat vooral in het teken van de drank. Het begint in Old Orleans en tegen sluitingstijd steek ik de weg over naar een Ierse pub. Tien minuten. Dat staat voor het 'settlen' van een pint Guinness. Ik drink drie pints in een tien minuten zonder het spul te laten 'settlen'. Dat doet de deur dicht. Ik wil nog naar een discotheek, maar wordt daar erg hardhandig uit gegooid. Dan strompel ik naar de herberg. De volgende middag wil ik een ontbijtje halen en wil twintig pond pinnen. Dat is het moment waarop de bankpas wordt ingeslikt met de mededeling dat ik contact moet opnemen met de bank. Een telefoontje met het thuisfront leert me dat ik duizend gulden in de min sta en dat de Rabobank mijn pas heeft geblokkeerd om fraude te voorkomen.

Ik leef nog enige tijd dankzij een fruitautomaat in de herberg. Iedere avond wordt het ding gevuld door een personeelslid. Ik hoef maar een pond in te zetten om de 'jackpot' te trekken en dat is twintig pond. Negentien pond om de dag door te komen en dan de laatste pond de volgende morgen weer inzetten en wéér twintig pond. Totdat het op een ochtend níet lukt en ik achterblijf met zestig pence. Ik solliciteer me suf. Inmiddels heb ik mijn zinnen gezet op de horeca. Tegelijk ben ik niet telefonisch bereikbaar en dat maakt het allemaal erg lastig. Ik word, in principe, aangenomen in een familierestaurant-annex-hotel. Eerst alle voorkomende barwerkzaamheden en na een paar maanden een opleiding binnen het hotel. Té mooi om waar te zijn? Ze zullen me een paar dagen later bellen. Dat moet dan via de herberg gaan en omdat ik daar een slecht voorgevoel bij heb, ga ik vrijdagmiddag uit eigen beweging informeren bij het restaurant. De manager is niet echt blij om me te zien. ,,Ik bel je", snauwt hij me af. Twee weken later heb ik nog steeds niets gehoord en waag opnieuw een fietstocht eraan. ,,Je had een week geleden moeten komen voor het afrondende gesprek. De herberg zou het aan je doorgeven". Precies zoals ik had verwacht!

Veel van de sollicitaties gaan middels formulieren invullen. Ik heb het geluk dat ik een 'National Insurance Number' heb gekregen en ik mag dankzij dit Sofi-nummer legaal aan het werk in Engeland. Achteraf gezien nog best een wonder omdat ik nog altijd in Nederland geregistreerd sta. Dat een mijl veel meer is dan een kilometer weet ik inmiddels dankzij de racefiets. De lengtematen zijn eveneens verschillend en daar moet ik ontzettend aan wennen. Met bijna twee meter ben ik 6 foot 7 inch. Zes elpees en een single. Toch vul ik verschillende keren in dat ik 16 foot en 70 inch ben totdat iemand bij Kentucky Fried Chicken me te hulp schiet. Nee, ik krijg niet de functie, maar hij leert me het Engelse meetsysteem. Bij Burger King scoor ik een baan op afroep, alleen moet ik het eerste telefoontje nog ontvangen. Ik heb ook al geprobeerd om een uitkering te regelen, maar dat gaat niet lukken. De reden is me onbekend en deze zal me ook niet nader worden verklaard.

Ik begin me steeds schuldiger te voelen tegenover de herberg. De huurachterstand loopt op en ik kan ze niets bieden. Ian, een gemeentelid van de Clifton Methodist Church, bemiddelt nog eens op een avond en dit geeft me weer een kleine adempauze. Een buurman in de herberg houdt wel van een blowtje op zijn tijd terwijl drugs uit den boze is in Engeland. Op een avond heeft hij wat spul te pakken en ik mag meedoen onder één voorwaarde: Ik moet voor de muziek zorgen. Zo draag ik mijn stereo de trap af naar zijn slaapkamer en daar blijft het apparaat staan. Hij is een week later met de noorderzon vertrokken en heeft mijn stereo meegenomen. In ruil daarvoor leert hij me hoe je de hele dag kan blijven door eten in York en introduceert me tot de 'Carecent'. Dat is een initiatief van de Methodist Church in het centrum van York waar dak- en thuislozen alsook alleenstaanden een gratis ontbijt kunnen nuttigen. Ik heb dat nét ontdekt en kom met een maag vol cornflakes en koffie aan bij de herberg. Ik wil snel naar binnen glippen, maar wordt dan terug gefloten. ,,We hebben je spul al ingepakt. Het moet binnen 24 uur weg zijn en anders gaat het naar de vuilstort".

zondag 28 januari 2018

Singles round-up: januari 2



Wat een haast? Ja, ik wil de aanwinsten van vrijdag deze middag nog op de plek hebben staan zodat ik vanavond met de 'nieuwe opzet' de show kan doen. Het is een flink karwei maar ook ontzettend leuk om te doen. Bij iedere nieuwe aanwinst verschuiven de platen die later in het alfabet volgen een plekje. Zo blijft 'Raddraaien' ook altijd 'spannend'Het betekent ook dat we vanaf vandaag écht een extra jaren zeventig-bak hebben. De laatste zullen we nog niet tegenkomen in 'Raddraaien', maar de eerste tien zijn dan wel een feit (momenteel heeft de laatste jaren zeventig-bak 139 singles in plaats van 135). Voor 'The Vinyl Countdown' pak ik weer uit iedere categorie (jaren zestig-en-eerder, zeventig en tachtig-en-later) een bak en ga lekker ongedwongen plaatjes draaien gedurende twee uren (en vaak een half uur extra). De show die geen voorbereidingen nodig heeft, zó is 'The Vinyl Countdown' ontstaan. Het is de show die ik kan doen na bijvoorbeeld een lange fietstocht. Dat is vanavond vanaf elf uur 'onze' tijd en natuurlijk zijn jullie van harte welkom. Nu de overige zeven (of eigenlijk zes) aanwinsten van vrijdag.

* Robert Palmer- You Can Have It (Duitsland, Island, 1983)
Heeft het ermee te maken dat de beste man is overleden? Wie weet, maar wellicht is het meer vanwege de kwaliteit die Palmer heeft afgeleverd in de loop der jaren. Ik heb steeds meer moeite om platen van Robert Palmer te laten liggen, hoewel deze in december even is blijven liggen. Het is vaak dat de titels mij niets zeggen totdat ik de plaat hoor. ,,Oh, nooit geweten dat dit van Robert Palmer was", denk ik dan vaak. 'You Can Have It' is een schone lei op dit moment. De plaat ligt voor me op de draaitafel en eens kijken of dit een herinnering weet op te roepen. Nee, dit heeft geen blijvende herinnering gegeven in 1983 maar desondanks de kwaliteit zoals ik dat van Palmer ben gewend. Leuke aanwinst!

* Roxy Music- In The Midnight Hour (US, Atco, 1980)
Deze ligt reeds sinds de zomer op me te wachten, maar heb nooit haast gemaakt met deze single. Niet dat ik de nummers ken, maar de latere Roxy Music vind ik een beetje vlees noch vis. Té glad en teveel een uithangbord van Bryan Ferry. Het is niet anders gesteld met 'In The Midnight Hour'. Alle 'soul' is gehaald uit het origineel van Wilson Pickett en wordt gelardeerd met de synthesizers en geschikt gemaakt voor de FM-radiostations in Amerika. Op de b-kant staat het titelnummer van de elpee 'Flesh & Blood' en dat geeft vooral mijn bezwaar aan bij de latere Roxy Music. Het probeert mee te komen in de new wave maar het mondt uit in saaie muziek. En daar is het leven te kort voor!

* Sister Sledge- If You Really Want Me (US, Cotillion, 1981)
De 'credit' op het label dat het van de elpee 'All American Girls' komt, maakt dat ik weinig haast heb gemaakt met het kopen van deze single. Nile Rodgers en Bernie Edwards hebben het op dat moment druk met andere zaken en met Narada Michael Walden wordt het allemaal een tikkeltje glad en neigt het soms naar de rock. En toch heeft Walden het Chic-achtige gitaar-slagje gehouden voor 'If You Really Want Me'. Ik heb het beslist minder gehoord, maar vrees dat het direct de jaren tachtig-bak in gaat. De b-kant is een ballad waarvoor ik geen tijd heb.

* The Stampeders- Hit The Road Jack (NL, Philips, 1976)
,,Heb je gecontroleerd of de juiste platen in de hoesjes zitten?". Ik tref vrijdag een leuke verkoopster bij de kringloop. Sinds een paar jaar móeten zij platen controleren voordat er wordt afgerekend en als de verkeerde plaat in de hoes zit, gaat de transactie niet door. Ik heb nog eens heel veel moeite moeten doen om een Chubby Checker-hoesje mee te krijgen, de Joey Dee-hoes uit december is blijkbaar al weggegooid of door iemand mee gesmokkeld. ,,Een paar", antwoord ik eerlijk. Ik besluit haar even te helpen en ontdek dan dat The Stampeders in het hoesje van 'Baby Face' van The Wing And A Prayer Fife And Drum Corps zit. Verrek, dat komt me niet onbekend voor. Ik heb de plaat al eerder gecontroleerd en hem toen laten liggen. De andere singles kloppen als een bus en als ik heb afgerekend, legt ze deze op het stapeltje. The Stampeders gaat in de doos met dubbele singles, het hoesje zet ik alvast op de plek neer. Wie weet dat ik de plaat nog eens tegenkom in een neutraal hoesje?

* The Start- Hey You! (Duitsland, Capitol, 1980)
Nog zo'n titel die ik uit het 'Hitdossier' ken. Voor een euro durf ik te gokken. Het is ongeveer wat ik had verwacht en dan zelfs nog beter. Lekkere powerpop met een aantrekkelijk synthesizer-deuntje in het 'refrein' en een mondharmonica-solo. Denk aan de hoek van The Romantics. Oh... even kijken of de tekst op Google is te vinden. Wat laten ze daar rijmen op 'rocking it'? Een paar keer is het duidelijk dat het 'knocking it' is, maar tweemaal klinkt het als een 'fucking it'. Maar dan opnieuw... een Canadese band bij een grote platenmaatschappij... Ik kan me niet voorstellen dat dit zonder stickers de fabriek had verlaten. Lekker nummer!

* Ike & Tina Turner- Baby Get It On (NL, United Artists, 1975)
Verwarring alom! Deze single heeft een fotohoes welke de woorden 'new version' bevat. Ik heb 'Baby Get It On' reeds op single maar dan met 'Sexy Ida' als keerzijde. Deze heeft een andere b-kant en dus is het duidelijk voor mij: De 'nieuwe' versie moet de heruitgave uit 1978 zijn? Het is echter precies dezelfde versie als die met 'Sexy Ida' op de keerzijde. 45cat geeft dan het antwoord: De single van vrijdag is het origineel van 1975 en die met 'Sexy Ida' op de b-kant is de heruitgave van 1978. Wat is dan de 'nieuwe versie'? Het schijnt dat Tina Turner een uitvoering van 'Baby Get It On' op haar elpee 'Acid Queen' heeft staan en de single is een disco-remix hiervan. Dubbel? Nee, de andere b-kant maakt het 'bijzonder' genoeg om deze naast de 1978-persing te plaatsen. Dat is gewoon in de jaren zeventig-bak hoewel die in 2013 een tijd in de reserve-Blauwe Bak heeft gestaan.

* Steve Winwood- Still In The Game (Duitsland, Island, 1982)
En voor Steve Winwood kun je me altijd wakker maken! Ik twijfel aanvankelijk of ik deze single nog niet heb en dat is niet het geval. Niet zo sterk als 'While You See A Chance' maar nog altijd smullen!

Een leven met Mark E.



Ik kan vandaag tevreden achterover leunen. We hebben een partij van drieduizend brieven die vrijwel huis-aan-huis in één van de grotere wijken van Meppel moet worden bezorgd. Er staat drie dagen voor terwijl de collega's ook nog hun dagpost hebben. Ik heb eerst donderdag een flinke slag geslagen en had eigenlijk wel verwacht dat de vrijdag de rest gedaan zou worden. Dus niet! Dat heb ik gisteren vrijwel in mijn eentje gedaan. 'De beuk erin' en niet op de klok kijken. Ofwel, dat laatste doe ik als ik het lastigste gedeelte heb gehad en dan is het kwart voor één. Het is griezelig hoe 'ontspannen' ik word op zo'n moment. Ik ben later thuis dan gewoonlijk op zaterdag en moet nog even de ogen sluiten voordat ik met de show kan beginnen. Ik verslaap me iets en word klokslag elf uur wakker. Twintig minuten later ben ik in de lucht en om drie uur ben ik klaar. Dan ben ik opnieuw rijp voor mijn bedje en nu ga ik dus inhalen met de berichten. Ten eerste het bericht dat ik donderdag of vrijdag al had willen doen. Mark E. Smith, zanger van The Fall, is woensdag overleden op zestigjarige leeftijd en ik heb een persoonlijke herinnering aan de man die ik nog graag eens met jullie deel!

Google is je beste vriend? Ik verwacht niet dat de zoekmachine deze informatie heeft opgeslage, maar dan...? Er is een database van 'setlists' van concerten. Als bezoeker kun je de setlist invoeren en dat noemt het optreden van The Fall in Sneek. Toch kan de bezoeker slechts één titel herinneren. Ik ben een 'groentje' op het gebied van The Fall en ken alleen de reputatie van Smith en zijn gevolg. Dat is iets wat ik met eigen ogen wil aanschouwen en dat komt mooi uit nu de band in Sneek optreedt. Zelf woon ik in Tuk als het concert plaats heeft, maar ik blijf het weekend hangen bij oude vrienden. Google vertelt me dat de datum 5 april 2001 is geweest. Meteen komen de beelden naar boven en vraag ik me af waarom ik zo lang heb moeten nadenken over het jaartal. Lekker belangrijk detail maar wel iets anders dat ik op die dag doe: Ik koop een nieuw fietsbroekje omdat de oude na de 'Monstertocht' helemaal aan zijn einde is gekomen. Niet dat ik 'durf' te fietsen in een lycra fietsbroek, in dit geval draag ik het onder de spijkerbroek. Of misschien zelfs wel een legerbroek, want die tijd heb ik ook nog even gehad. Nu ik de datum weet, komen de herinneringen stuk voor stuk bovendrijven. Eerlijk is eerlijk: Een aantal had ik bewust heel ver verstopt want buiten de muziek om is het niet bepaald een 'legendarisch' weekend geweest voor mij. Of... misschien toen wél, maar er zijn gelukkiger tijden om aan terug te denken.

Zo'n weekend in Sneek in 2001 is meer 'ouwe jongens krentenbrood' dan dat me lief is. Er is tegenwoordig slechts een enkeling die ik bewust zou willen opzoeken en de rest het liefste vermijden, maar in 2001 wordt het heel gemakkelijk weer 1997. De tijd wordt verdeeld tussen Het Bolwerk, de kroeg (The Scrum is dan al op zijn retour) en nachtverblijf. Dat is niet Jutrijp voor mij maar banken en logeerbedden bij vrienden. Natuurlijk moet eerst worden 'ingedronken' voor zo'n concert. The Scrum of 'T Pantoffeltje zou mijn keuze zijn geweest, maar beide kroegen zijn niet meer wat het is geweest en dus volg ik mijn vrienden. The Legend heeft de plek van The Scrum ingenomen maar dat is alleen 's avonds open. Overdag heb je De Boei, de pub op het hoekje van de voormalige discotheek De Lichtboei waar nu (en nog steeds) The Legend is gevestigd. Het zou niet mijn keuze zijn geweest. De Boei is het type café waar beroepsalcoholisten zitten die het kunnen permitteren om hun bier in de horeca te nuttigen. De man die even verderop aan de bar zit, valt niet uit de toon. Ik heb zelfs een ongemakkelijk gevoel bij hem. Hij lijkt op de plaatselijke schroothandelaar die zijn zondagse klofje heeft aangetrokken voor het hoogtepunt van de week: Bier hijsen op een doordeweekse middag in de meest fantasieloze kroeg van Sneek. Of hij bier drinkt? Geen idee, daar heb ik niet opgelet. Feit is dat hij soms behoorlijk woest onze kant op kijkt. 'Onze kant' is als een uitgelaten stel honden. Alle 'typetjes' uit 1997 passeren de revue en we brengen daarmee tumult in het té stille café.

Op een bepaald moment begint de blaas op te spelen en het is geen gewoonte voor mij om het te laten lopen... Op weg naar de wc kom ik langs deze man en ik heb gewoon de behoefte om iets tegen hem te zeggen. Ik wend al mijn kennis aan van het 'Sneeks' en blaat maar tegen hem dat ik mijn vrienden in jaren niet heb gezien (Wat? Oók nog liegen?). De stoïcijnse blik die ik terug krijg, spreekt boekdelen. 'Met rust laten' is het devies terwijl er geen woord aan te pas komt. Het is mijn vrienden niet eens opgevallen. De maag gaat rammelen en wij zoeken een eettentje op. Een paar uur later zijn we in Het Bolwerk. The Fall gaat beginnen! Volgens mijn herinnering eerst een héle lange instrumentale introductie. Er wordt her en der gefluisterd. Is Mark E. wel in staat om op het podium te komen? Halverwege een nummer strompelt hij het podium op en mijn mond valt wagenwijd open. Ik herken meteen de ietwat glimmende leren jas en als ik de kop zie, weet ik het zeker. ,,Ze hebben de ijzerboer ingehuurd om te zingen met The Fall", zeg ik tegen een vriend, maar die begrijpt niets van deze 'wartaal'. Tegelijk een plaatsvervangende schaamte. Vandaar dat hij niet reageerde op mijn rare accent! Als ik had geweten dat het Mark E. was, dan had ik hem zeker ook niet lastig gevallen en al helemaal niet met een leugen. Dichterbij Mark E. ben ik nimmer gekomen en menig fan is stikjaloers als het verhaal ter sprake komt.

Laat me met de deur in huis vallen: Mark E. Smith is een muzikaal genie. De scheidslijn tussen gek en geniaal is te verwaarlozen. Smith is echter niet de paljas zoals je dat vaak treft bij geniale mensen, maar is eerder het soort dat zich al te bewust is van het feit dat het niet wil deugen. Meer een poeet die het ter plaatse lijkt te bedenken dan een gestudeerde 'dichter' met huis-, tuin- en keukenproza als bijvoorbeeld Jim Morrison. De rauwheid van een punker die geregeld de vinger op de zere plek van de maatschappij weet te leggen. Mark E. Smith zegt waar het op staat maar dan verpakt in poëtische woorden en onstuimige muziek. Waar andere exponenten van de punk zijn gezwicht voor groot geld óf kleinburgerlijk zijn geworden, daar is Mark E. Smith veertig jaar dezelfde. In de vorige alinea heb ik het over de volle blaas en dat heeft een reden. Op de meest intense momenten laat Smith het gewoon lopen. Als deze dus urinevlekken aan de voorkant van zijn broek heeft, dan weet je dat je een legendarisch optreden van The Fall hebt beleefd. Mijn herinnering vertelt me dat Smith nogal ongeïnteresseerd is in Het Bolwerk, maar dat is achteraf gezien tevens zijn handelsmerk.

Blij dat ik The Fall heb gezien? Jazeker! Het is zoiets als Bauhaus in 2006: Ik neem het mee naar huis en doe vervolgens niets ermee. Ik ga niet zoeken naar platen van de groep of iets dergelijks. Het is pas als ik goed en wel aan de slag ben bij Wolfman Radio. Daar hebben we een paar devote Mark E. Smith-fans en dan besef ik pas hóe legendarisch dit concert is geweest. En dat ik nota bene aan de ophaalbrug heb gestaan van het kasteel dat Mark E. Smith heet. Alleen bereikbaar voor andere muzikanten want Smith doet veel meer dan alleen The Fall. Een echte 'soldaat'! Hij is al jaren ziek en zit sinds vorige zomer zelfs in een rolstoel. The Fall brengt dan ook haar laatste album uit, 'New Facts Emerge', en dat staat fier overeind tussen het klassieke werk van The Fall. Hij is voortdurend blijven optreden totdat hij afgelopen woensdag is bezweken. De laatste échte punker, in mijn optiek, is slechts zestig jaar geworden.

vrijdag 26 januari 2018

Singles round-up: januari 1



Hoezo een verslaving? De tijd dat ik boterhammen of aardappelen liet staan ten bate van een plaatje is al lang iets uit het verleden. Nee, ik denk zelf dat ik het goed onder controle heb, maar ja... dat zegt de gemiddelde alcoholist ook. Misschien wordt de verslaving gedeeltelijk in de hand gewerkt door zoiets als een weblog? Een 'Singles round-up' is heerlijk om te schrijven en dat geldt eveneens voor de 'Eindstreep'. Dat laatste maakt dat ik het tegenwoordig niet voor minder dan tien platen per maand doe en het liefst nog een paar extra. Zie hier de vinyl-drift welke vanmiddag de kop heeft opgestoken. Er moeten minimaal tien singles komen en snel! Ook al is het voormalige 'tweede keus' uit de kringloop van Meppel! Sinds een paar weken is ook een andere kringloop geopend en daar ben ik nog niet binnen geweest. Daar hebben ze slechts dertig singles en eentje écht interessant om mee te nemen. Dan maar weer naar de 'oude' kringloopwinkel en daar flink 'boodschappen' doen. Het resultaat: Veertien singles en genoeg voor twee afleveringen van de 'Singles round-up'. Vanavond de eerste zeven.

* Bucks Fizz- When We Were Young (NL, RCA, 1983)
Soms kom je een plaat tegen waarbij meteen een herinnering zit en omdat je deze herinnering wilt ophalen, gaat die in het winkelmandje. Dat is het geval bij deze van Bucks Fizz. Mijn gevoel zegt dat het Hemelvaartsdag is. We maken 's middags met de auto een ritje door Gaasterland. Er is onweer op komst en dat maakt dat het maar een half geslaagd uitje is. 'Ver van huis' en in de auto in een onweersbui terecht komen. Dat is iets dat vrij nieuw is voor mij in 1983. De autoradio staat aan en daar wordt op dat moment net deze nieuwste plaat van Bucks Fizz gedraaid. Het nummer zélf is in mijn herinnering ook vrij 'dreigend' en het geheel zorgt voor een ongemakkelijk gevoel. En nu wil ik wel eens zien of ik 35 jaar later hetzelfde gevoel kan oproepen? Met vlag en wimpel geslaagd! Een jaar of tien geleden zou ik de plaat niet hebben durven kopen omdat het van Bucks Fizz is, maar dat is tegenwoordig minder lastig. De eerste van de veertien singles van deze maand en meteen al een kanshebber voor de eerste plaats in de 'Eindstreep'!

* Johnny Dumar- Nobody In This World (UK, Polydor, 1967)
De enige aanwinst bij kringloopwinkel 'Het Paradijsje' en tevens de allereerste single-aankoop van 2018! Laten we hopen dat het iets oplevert, maar ik vrees voor het ergste. Ik heb niet gekeken naar de prijzen van de overige handel. Qua platen valt het tegen in de zin van kwantiteit. De singles zijn voornamelijk Nederlands- en Duitstalig. Bij platen in fotohoesjes durft deze handelaar al snel iets te vragen, zelfs zo'n reclameplaatje van Bio-Tex zou al een euro moeten opbrengen. Jo Hogendoorn ('Daar Komt Munne Witpen Aan') moet twee-en-een-halve euro opbrengen, maar ik wacht graag totdat ik die nog eens voor vijftig cent (maximaal!) tegen kom. Dan zie ik een mandje met singles zonder hoes en dat is méér het werk waarvoor ik op de knieën ga. Vermoedelijk de inhoud van een Duitse jukebox. Veel schlagers uit de jaren zestig en plots deze van Johnny Dumar. Ik heb een zwak voor Engelse Polydor-singles, de plaat lijkt vlak en ik heb ze minder onder de naald gehad. Dan komt nu het moment om erachter te komen wat schuil gaat achter het label. YESSS!!! Wat een verrassing! Schlager? Nee, niet bepaald en ook geen standaard-crooner zoals ik hem zou verwachten. Een 'moody' ballade met mondharmonica in het intro en daarna een... jawel... zeer soulvol klinkende Dumar! De b-kant, 'Cry For Me Baby' heeft ook wel iets, maar haalt het voor mij niet bij 'Nobody In This World'. Misschien mag deze wel in de reserve-Blauwe Bak!

* Oscar Harris & The Twinkle Stars- Try A Little Love (NL, Omega, 1970)
Ik heb net even gekeken en ja... deze heb ik al. Ik ben sowieso geen grote 'fan' van Oscar Harris, maar deze oogt wel erg smetteloos in het fotohoesje dat ik evenmin heb. Toch voor de gein beide kanten eens beluisteren. Mijn oren zijn tegenwoordig beter getraind op het gebied van de Carib-soul en ik probeer me voor te stellen hoe 'Try A Little Love' daar wordt ontvangen. Het is me persoonlijk iets teveel een 'slaapliedje' hoewel Oscar pas op het laatst even goed los komt. Als-ie dat eerder had gedaan, zou de plaat in de Blauwe Bak zijn gekomen en had ik mijn best willen doen voor een 'doorbraak' in deze 'scene'. 'I Didn't Wanna Listen' klinkt lekker rhythm & blues in het intro maar helaas zakt het in als een pudding als Oscar aan de microfoon komt. Té zoetgevooisd voor dit werk. Het wordt gewoon een 'upgrade' in de jaren zeventig-bak.

* Murray Head- Sorry I Love You (NL, Philips, 1979)
Voor 'tweede keus' van de vorige keer heb ik geen slechte zaken gedaan tot nu toe. Neem deze single van Murray Head als voorbeeld. Ik heb de man leren kennen in 1985 met 'One Night In Bangkok', heb nooit begrepen wat ik aanmoest met 'Superstar' en dat terwijl ik wel weer een bepaalde liefde koester voor zijn 'Say It Ain't So Joe' (dat door Roger Daltrey op de Top 40 is gekomen). Dit 'Sorry I Love You' ken ik uit het 'Hitdossier' als een Tipparade-notering in 1979. Ruim vijf minuten een indrukwekkend zingende Head over een orkest. Té mooi voor de hitparade! Het zit voor mij op eenzelfde 'level' als 'Netherlands' van Dan Fogelberg. Een pareltje!

* D.C. LaRue- Face Of Love (Frankrijk, Pyramid, 1976)
Eigenlijk een b-kant. De a-kant heet 'Don't Keep It In The Shadows' en geeft een 'credit' aan Lou Christie voor de gastvocalen. Op 'Face Of Love' wordt niet zoiets prijs gegeven en D.C. LaRue lijkt me, eerlijk gezegd, meer een producer met personeel. De dj's hebben het in 1977 bij het juiste eind gehad want 'Face Of Love' is beduidend beter dan de a-kant. 'Shadows' is vooral 'confectie-disco' en de b-kant is iets meer ingetogen en dat komt de 'soul' ten goede. Desondanks toch maar gewoon in de jaren zeventig-bak en hopelijk een hoge notering in de 'Gele Bak Top 100' in juli. Dat is het hoogst haalbare voor deze single.

* Level 42- Take Care Of Yourself (NL, Polydor, 1989)
De Level 42-verzameling blijft zich gestaag uitbreiden en in dit tempo vind ik het ook wel fijn. Als ik mijn best zou doen, moest ik de rest van de singles binnen een paar weken in huis kunnen hebben, maar liever (her-)ontdek ik de plaatjes afzonderlijk door het op deze wijze te doen. 'Take Care Of Yourself' brengt me meteen terug naar de tweede klas van de LEAO en is één van de weinige 'nieuwe' platen op dat moment dat mijn waardering kan weg dragen. Dat is dan weer de invloed van een oudere broer want mijn oudste broer is al jaren in de ban van Level 42. Het kan voor mij anno 2018 nog altijd en ik blijf rustig verder kijken naar de nog ontbrekende titels voor de verzameling.

* Richard Myhill- It Takes Two To Tango (NL, Mercury, 1978)
Tot slot een lekker 'vergeten' plaatje uit 1978. Evengoed nog een klein beetje een gok want het refreintje is het eerste dat me te binnen schiet. Dat de rest erg 'rock' is, ben ik even vergeten maar het maakt dat de plaat zeer welkom is in de verzameling. In verband met post-drukte van morgen hou ik het vanavond alleen bij deze 'Singles round-up', in en na het weekend ga ik weer even stevig 'inhalen'.

donderdag 25 januari 2018

Eretitel: 'Give It Up'



Mijn slapen is een gevalletje 'hopeloos' op dit moment. Gisteravond hing ik van de rem-slaapjes en uiteindelijk té korte nachten aan elkaar vast. Ik wilde even een kort slaapje doen, maar werd vanmorgen om half acht goed uitgerust wakker. Dat is onder andere ten koste gegaan van Soul-xotica. En hoe is het op dit moment? Wel, ik meen dat ik in december een flinke voorraad koffiefilters heb gehaald, maar waar heb ik die gelaten? Ik ben de hele avond al erg koffiebehoeftig, maar zonder filters ga ik dat niet redden (ik kan erg slecht tegen prut in de koffie). Tijdens de 'kick-out' in 'Afterglow' begin ik al ernstig te geeuwen en dat gaat tijdens dit bericht vast ook nog wel een paar keer gebeuren. Morgen in ieder geval een berichtje naar aanleiding van het overlijden van Mark E. Smith van The Fall, maar nu eerst de 'Eretitel' met driemaal 'Give It Up'.

3. KC & The Sunshine Band (1982)
Buiten de woensdagmiddag om en bij schaatswedstrijden in het weekend, staat bij ons thuis overdag de televisie niet aan. Toch moeten mijn ouders ook wel eens een concessie doen. Met vier gretige afnemers van muziek als kroost zal de televisie zo nu en dan aan moeten voor Toppop. Dat wordt, in mijn herinnering, op maandagmiddag uitgezonden. Ik kijk overigens wel vaker Toppop, want bij schoolvriendjes is het al erg normaal dat de televisie aan gaat als we uit school komen. De clip van 'Give It Up' van KC & The Sunshine Band brengt me in een flits in onze eigen huiskamer. Ik zal pas later leren dat KC al hits heeft als ik nog in de luiers lig, maar dit nummer is mijn kennismaking met de groep. Jaren later zal ik hem op een verzamel-cd hebben en dat weekend maak ik een fietstochtje in de omgeving van... Uffelte! Het is vreemd te bedenken hoe 'niemandsland' deze regio voor me is geweest en, ja, ik (her)ontdek nog steeds nieuwe paden en wegen. Ik kan me nog goed herinneren als dit nummer vorbij komt op de discman en ik ergens in de buurt van Wapserveen ben. Ik heb dus eigenlijk best veel met de laatste grote hit van KC en zijn mannen en toch moet hij het vandaag doen met een derde plek.

2. Curtis Mayfield (1970)
In de zomer van 1994 tref ik deze elpee in een tweedehands winkel in Gorredijk. Hij móet mee ook al weet ik dat ik weer met hetzelfde probleem zit als toen ik begon met platen verzamelen. Ik rij dan nét Solex en heb wel een tasje waar singles in passen, maar té krap voor elpees. Ik weet niet hoe ik deze thuis heb gekregen. De plaat is flink mishandeld door de eerste eigenaar, maar geeft me desondanks een fraaie blik in het werk van Mayfield. Ik moest mezelf nog eens een plezier doen en een beter exemplaar zoeken, maar dan opnieuw...? Elpees doen niet mee in mijn verzameling en ik draai ze nauwelijks tot niet. Ofwel: Ik red me wel even met dit oude exemplaar. Wat kan ik zeggen over Curtis' 'Give It Up'? Dat het kippenvel is en bijna op 1 had gestaan. Die eer geef ik echter te beurt aan een andere plaat.

1. Talk Talk (1986)
'Such A Shame' moest genoegen nemen met een treedje lager en dus kan ik het niet maken om vandaag Curtis Mayfield op 1 te zetten. Ik heb tijden een 'haat'-verhouding gehad met veel jaren tachtig-muziek. Toch zijn er enkele groepen en artiesten die altijd hebben 'gemogen'. Talk Talk is daar een voorbeeld van. Het doet denken aan de dinsdag van de Vara want daar is Talk Talk vooral te horen totdat het 'mainstream' wordt en ook Veronica en de Tros verplicht worden om het te draaien in de programmering. Als ik net een paar weken in York ben en mijn stereo heb gekocht (binnenkort meer daarover) koop ik een paar elpees waaronder 'Natural History', de 'greatest hits' van Talk Talk. Het is muziek die me ruim dertig jaar weet te boeien en denk dat dit over dertig jaar nog altijd zo is. Vandaag op nummer één.

Ik heb zojuist de koffiefilters gevonden, maar dat is voor morgen. Nu moet ik toch maar toegeven aan mijn slaapbehoefte. Volgende week 'ben ik vrij' om een 'Eretitel' te doen en doe dat vervolgens drie keer!

dinsdag 23 januari 2018

Week Spot: Johnnie Taylor



Na de uitgebreide Atlantic-special van afgelopen zaterdag in 'Do The 45', is het komende zaterdag weer 'back to business' met de platenlabels op alfabetische volgorde. Deze week labels die met een 'B' beginnen. Ik verwacht aanvankelijk een special te kunnen doen over Brunswick, maar buiten een paar 'grote' labels om zijn het veelal eenlingen en die kan ik wel houden in één show van iets meer dan drie uren. De Week Spot mag uit de selectie van de komende zaterdag komen en dat heeft vorige week geresulteerd in een 'Classic Week Spot'. Deze week heb ik eerst Watts-Line in het achterhoofd, maar dat plaatje is uitgebracht op Bullet en zit dus héél laat in de show. Dan kijk ik nog eens en zie dan beduidend eerder in de lijst deze van Johnnie Taylor. En dat is een makkie! Johnnie heeft namelijk op 26 september van het vorige jaar een bericht gehad naar aanleiding van de toenmalige Week Spot: 'You're The Best In The World'. Ik verwijs jullie graag door naar dat bericht voor de informatie over Taylor. De aanleiding van dit plaatje heb ik vast behandeld in de 'Singles round-up' en ik zie het niet zo zitten om een bericht op te dragen aan Shapeshifters. Ik laat het dus hierbij. Morgen hopelijk genieten van het zachte weer en hopelijk met een 'Singles round-up' tot gevolg.

Raddraaien: Majority One



Hoezo een 'rustbui'? Ik lig nog altijd achter op schema en zal dus toch twee dagen achtereen dubbel moeten publiceren. Of...? Nee, ik geef doorgaans niet de voorkeur eraan om jullie met drie berichten te bestoken, maar stap vandaag even van dat principe af. De reden is dat de Week Spot 'een makkie' is deze week. Straks meer daarover. Wat zullen we vandaag eens gaan doen voor een bericht van normale lengte? Ach, vooruit, 'Raddraaien' heeft in december nagenoeg stil gelegen en dus kan ik meteen wel weer een aflevering doen. Vandaag de 67e single uit de elfde jaren zeventig-bak. Dat is een plaatje dat we volgende maand opnieuw gaan tegenkomen op Soul-xotica! Omdat ik het dan beknopt moet houden en de band best een aardige historie kent, maak ik dankbaar gebruik van de mogelijkheid. Een 'eendagsvlieg' dat toch méér noten op haar zang heeft? De 'Raddraaier' is vandaag 'Because I Love' van Majority One (1971).

Waar en wanneer? Het eerste exemplaar komt in februari 1993 bij me wonen. Die treffen we volgende maand in 'Het zilveren goud'. De single komt uit een partij platen die zonder hoes worden aangeboden. De prijs is hierop gebaseerd maar het neemt niet weg dat het merendeel beschadigd is door deze manier van vervoeren. In mei 1993 is een rommelmarkt/braderie in ons dorp. Ik sta natuurlijk met een standje met platen. Even verderop biedt een buurvrouw haar zolderopruiming aan en daar zit eveneens een mooie collectie singles bij. Haar prijzen zijn billijk en daar koop ik de single mét fotohoes. Toch wil ik lange tijd er niet in slagen om een 'goed' vinylexemplaar te vinden. Gelukkig is de plaat niet bepaald zeldzaam en door de jaren heen komen verschillende singles mijn huis binnen wandelen. In het feestpakket dat ik afgelopen mei van Albert heb gekregen zit vervolgens een exemplaar dat alle andere singles naar de Kliko doorverwijst. We hebben het dan steeds over de Nederlandse Pink Elephant met de gele fotohoes. Ik zie in de collectie van Singlehoesjes.nl ook een Duitse op Ariola, maar die ben ik nog nooit tegengekomen.

'Other man's grass is always greener', zingt Petula Clark in de jaren zestig. Hoewel? Soul-xotica is een Nederlands blog dus waarom niet Shaffy en List citeren? Er wordt wat 'gedroomd' onder de muzikanten in de jaren zestig en enkelen voegen de daad bij het woord. Zij pakken hun koffers en proberen elders hun muziek te slijten. Denk aan de delegatie Engelse bands die in Hamburg spelen terwijl menig Duitse popband ervan droomt om in Londen te kunnen optreden. Dat geldt eveneens voor de Engelsen zélf. Hoe gaaf zou het zijn om in Amerika te beginnen? In plaats daarvan komen bands als Bloodstone en solisten als Carl Douglas naar Engeland om te slagen in de muziekindustrie. Dan is er nog het verhaal van Aphrodite's Child, de Grieken die naar Londen willen vliegen maar door protesten in Parijs neerstrijken. Het heeft ze geen windeieren gelegd. Engelse bands die bewust het Europese vasteland opzoeken en daarna ook nog successen op hun naam krijgen, zijn een een stuk zeldzamer. Majority One is één van de voorbeelden.

De band heet in eerste instantie The Majority en komt in 1965 onder contract bij Decca. The Majority bestaat uit de heren Barry Wigley, Ian Sutherland, Ken Smith, Peter Mizen en... Robert Long. Nee, niet de krullenbol van 'Jezus Redt' en Unit Gloria, maar iemand die écht Robert Long heet. 'Onze' Robert Long heet eigenlijk Robert Leverman, 'Long' is zijn bijnaam en dat is vanwege zijn lengte. Het kwintet maakt zeven singles voor Decca: 'Pretty Little Girl' en 'A Little Bit Of Sunlight' in 1965, 'Simplified' en 'We Kiss In A Shadow' in 1966, 'Running Away With My Baby' en 'I Hear A Rhapsody' in 1967 en tenslotte de promo 'All Our Christmases' in 1968. Knappe vent die van ieder liedje het refrein weet te fluiten! Engeland loopt over van de bands in de jaren zestig en een contract bij Decca levert nog geen direct succes op. Een doorbraak zit er niet in voor de groep. Zonder een platencontract gaan ze wat rondhangen bij het kantoor van de Engelse divisie van MGM. De beroemde Engelse radio-dj Tony Blackburn komt op zekere dag langs om een plaatje op te nemen. Hij heeft daarvoor een begeleidingsgroep nodig en dan is daar The Majority. 'It's Only Love' wordt toegeschreven aan Tony Blackburn met The Majority en ondanks dat het erg radio-vriendelijke 'sunshine pop' is, zal het nooit de hit worden dat het zou hebben verdiend. The Majority heeft zichzelf nu wel bekend gemaakt bij MGM en dat gaan handig worden!

De gebroeders Paul en Barry Ryan hebben eveneens een loopbaan bij Decca achter de rug in 1968. Ze hebben een paar kleine hits gehad als duo, maar in 1968 willen de Ryan's het anders aanpakken. Paul Ryan bekijkt zichzelf liever als songschrijver terwijl Barry de beste zanger is van de twee. Zo ontstaat het idee: Barry voert de liedjes uit die Paul schrijft. De eerste single is meteen erg bombastisch: 'Eloise'. Voor deze en bijna-identieke opvolger 'Love Is Love' gebruikt Ryan The Majority als begeleidingsgroep en het krijgt ook een 'credit' hiervoor op de labels. Zonder dat ook maar één platenkoper bewust is van het bestaan van The Majority, staat de groep plots wereldwijd hoog op de hitparade dankzij 'Eloise'. De overige platenmaatschappijen staan niet in de rij voor The Majority en het doet ook té weinig voor de band zelf om ermee te kunnen doorbreken in Engeland. Op een gegeven ogenblik pakt het de boot naar Frankrijk. Daar verschijnt in 1969 de single 'Charlotte Rose' op het Belgische Arcade Records, uiteraard niet te verwarren met de firma van de verzamelalbums.

Terwijl in Engeland of Amerika een groep genadeloos wordt neergesabeld dat twee jaar later probeert het 'Itchycoo Park'-effect te imiteren, is daar aan het vasteland een zekere markt voor. Met name in Frankrijk en Italië maken ze in 1971 nog wekelijks platen die doordrenkt zijn van de LSD. The Majority gaat zich Majority One noemen en tekent bij Pink Elephant van Joost Den Draayer. Het mag meteen een langspeler maken, hun enige, en dat album zal alleen in Nederland en Frankrijk in de winkels komen. Als je het afzet tegen de Franse en Italiaanse 'progressieve' muziek uit de vroege jaren zeventig, dan slaat Majority One geen gek figuur. De lichtvoetige pop met veel echo, mellotron en 'phasing' klinkt echter alsof het uit 1967 komt. Op de keerzijde van 'Because I Love' staat een nummer dat weer erg geliefd is onder de Mods: 'Get Back Home' heeft een krachtige gitaar, maar het wordt nog steeds geen 1970 met deze single. Terwijl het pas eind 1971 op de hitparade komt. 'Because I Love' bereikt alleen onze top tien. Majority One brengt het tot één album en zes singles waarvan de laatste alleen in Brazilië verschijnt en op 33 toeren afgespeeld dient te worden. In 1972 valt het doek voor Majority One. Waar de groep is gebleven? In Europa of toch weer terug naar Engeland gegaan? Helaas, de geschiedenis houdt echt op in 1972. In 2005 brengt het 'heruitgave'-label RPM een compilatie uit van al het werk van Majority One. En daar moeten we het mee doen.

Rustbui



Ik ben afgelopen nacht 'verdronken' in de lijst met 'slechte' platen en heb vooral veel inspiratie opgedaan voor 'Afterglow' van komende donderdag. Wat heet 'slecht'? Zoals zo vaak is het een kwestie van smaak en er staan enkele platen op de lijst die niet zo 'slecht' zijn als dat sommigen je willen doen geloven. Hierdoor ben ik niet toegekomen aan het publiceren van een tweede bericht. Vandaag heb ik het meest in bed gelegen, de 'Tuesday Night Music Club' en een gezonde trek in eten maakt dat ik dit warme oord heb verlaten. Het heeft veel weg van mijn grote vriend van de vakantie, het konijn op de camping. 's Nachts een beetje rond huppelen (in mijn geval: achter de computer rond huppelen), bij de eerste zonnestraal meteen de schaduw opzoeken en als het een beetje kan gedurende de dag in het nachtverblijf liggen te ronken. Voor het konijn is het geluk dat die niet een trap af hoeft om een slokje water te kunnen nemen. Ik hoop dat hij de kerst heeft overleefd en begroet hem graag weer over zeven maanden. Ja, de vakantiebestemming staat alweer vast! Saai hè?

maandag 22 januari 2018

Raddraaien: Paul McCartney & Stevie Wonder



Ik haal al bijna acht jaar fotohoesjes van Singlehoesjes.nl en weet inmiddels een beetje wat daar 'te koop' is. Soms zit er een echte verrassing tussen. In de trant van 'die zal Peter wel niet hebben' en dan toch het hoesje vinden. In sommige gevallen weet ik dat ik met lege handen naar huis ga, maar kijk desondanks toch even. Als de 'Raddraaier' bekend is geworden, weet ik dat ik hiervoor niet in de verzameling van Peter hoef te kijken. Hij heeft genoeg van Paul McCartney met uitzondering van 'Mull Of Kintyre' en eveneens een flinke collectie van Stevie Wonder. De laatste zonder 'I Just Called To Say I Love You'. De samenwerking tussen McCartney en Wonder zal dan ook wel niet in de catalogus voorkomen en... dat klopt! Toch maar even op bezoek bij 45cat in dat geval. Ik lig twee berichten achter op schema wat betekent dat jullie vandaag twee berichten krijgen en morgen waarschijnlijk ook. Hoewel? Ik ben erg toe aan 'verse singles' en zou één dezer dagen nog graag een stuk of twaalf in huis willen halen. Dat zou dan weer twee 'Singles round-ups' opleveren en over een week een 'Eindstreep'. Ik heb inmiddels twintig singles gereserveerd bij Mark, maar die komen waarschijnlijk pas in februari of maart. Mijn mandje op Discogs zal voorlopig ook onaangeroerd blijven. Dat is dan vooral weer veel gospel. Nu eerst een aflevering van 'Raddraaien' en vandaag de 23e single uit de zevende jaren tachtig-bak: 'Ebony & Ivory' van het gelegenheidsduo Paul McCartney & Stevie Wonder (1982).

Waar en wanneer? Geen flauw idee! Volgens mij heb ik de Engelse persing en, ja, ik kan me herinneren dat de plaat ook in Mossley in de winkel heeft gelegen. Toch betwijfel ik ten zeerste dat ik ruimte heb gemaakt in mijn tassen om dit schijfje mee te nemen de Noordzee over. Ik vermoed dan ook dat de single eens helemaal 'per ongeluk' in mijn bakken terecht is gekomen. Vast uit een partijtje singles op een rommelmarkt of iets dergelijks. Ik kan me ook niet heugen dat ik de plaat ooit heb gedraaid. Ik kan respect opbrengen voor Paul McCartney en ook voor Stevie Wonder en heb in als zevenjarige jongen best genoten van deze grote hit, maar anno 2018 vind ik de combinatie van beide talenten van een bedenkelijk niveau. Toch wel eens leuk om uit te zoeken hoe deze merkwaardige ontmoeting tot stand is gekomen.

Is het écht een duet? De single geeft 'with additional vocals by Stevie Wonder'. Ja, dat maakt het voor de luisteraar wel tot een duet en toch ligt de basis bij Paul McCartney. Hij haalt inspiratie bij komiek Spike Milligan, hoewel het 'ebony and ivory'-verhaal van de piano reeds terug gaat naar de jaren twintig van de vorige eeuw. McCartney schrijft het lied en duikt met George Martin de studio in. Omdat Stevie het smoordruk heeft, neemt deze achteraf de 'aanvullende' vocalen op. Het zal in het begin vooral een McCartney-aangelegenheid blijven. 'Ebony And Ivory' verschijnt op zijn 'Tug Of War'-album en het duurt jaren eer Stevie het eens op een verzamelalbum laat zetten. Een beetje onterecht want voor Wonder is dit de meest succesvolle single als het aankomt op het aantal weken op nummer 1. De b-kant van de single is weer McCartney in zijn eentje. 'Rainclouds' is door hem geschreven met Denny Laine, hoewel de laatste lange tijd geen 'credit' krijgt op het label.

Het lied gaat niet alleen dieper in op de rassenkwestie, het zorgt ook voor een fraaie 'crossover' op de hitparade. Het is namelijk de enige keer dat McCartney met een single in de R&B-lijst terecht komt. Dat verbaast mij ook! Ik had toch wel gedacht dat zijn samenwerking met Rihanna en Jay-Z eenzelfde resultaat had geboekt, maar nee... 'Ebony And Ivory' is de enige 'soul-hit' van de ex-Beatle. De single staat zeven weken bovenaan de Billboard Hot 100 en dat is voor zowel Macca als Wonder een record als solo-artiesten. The Beatles heeft bijvoorbeeld een week langer op 1 gestaan met 'Hey Jude'. Het is de vierde best verkochte single in Amerika van 1982 en ook in andere landen doet de plaat goede zaken. In Zuid-Afrika wordt de single na 1984 in de ban gedaan. Dat komt omdat WOnder bij het in ontvangst nemen van een Academy Award voor 'I Just Called To Say I Love You' deze opdraagt aan Nelson Mandela.

Het duurt niet lang voordat méér mensen gaan pleiten voor een 'ban' op het nummer. In april 2009 noemt het tijdschrift 'Blender' het nummer de tiende meest verschrikkelijke single uit de geschiedenis. Helaas kan ik deze lijst niet meer vinden, maar... als kadootje vind ik wel een lijst met andere 'verschrikkelijke' platen waarvan ik een aantal (nog) niet ken. Ik heb dus straks nog iets te doen. Ik zou nimmer zo ver gaan om 'Ebony And Ivory' op een lijst te zetten met 'slechte nummers', maar ik ben erg blij dat we verlost zijn van deze hypermoderne synthesizers uit die tijd. Hoewel het een grote hit is geweest, geeft het geen artistieke meerwaarde aan beide carrières. Leuk voor een aflevering van 'Raddraaien' en meer ook niet.

zaterdag 20 januari 2018

Punktueel gezien



In 2001 heb ik het met mijn toenmalige huisbaas over mijn lange haar en dan betrap ik mezelf op een redenering voor mijn haardracht. ,,Dat hoort bij mijn imago". Ik schrik er zelfs van! Natuurlijk krijg ik daarop passende repliek. ..Imago is belangrijk als je jong bent. Later kom je erachter hoe leeg een imago werkelijk is". Ik weet niet meer de strekking van de discussie, het zal vast over werk zijn gegaan en hoe lang haar kan afschrikken bij een werkgever. Hoe ik er tegenwoordig tegenover sta? Waar tegenover? Lang haar? Tja, ik heb lang haar en weet niet beter. Volgens sommigen staat het me ook beter dan kort haar en zelf zou ik meteen iets 'missen' als ik mijn lange haar zou afknippen. Het lange haar duwt je voor de buitenwacht meteen in een hoek waar ik altijd wel comfortabel mee ben geweest. Uitleggen dat ik geen wietroker ben of niet zo van heavy metal hou, is tot daar aan toe. Het haar is té lang om punker te zijn en dat heb ik, tot zover ik me kan herinneren, ook nooit geambieerd. Vanavond (zondagavond tussen tien en elf onze tijd) mag ik dan toch eenmalig de punker uithangen op de radio: Een punkshow van een uur. Het is iets waar ik desondanks al een tijdje naar heb uitgekeken, dit is zo'n show die altijd nog eens moest gebeuren. Dan ga ik nu eens even bekijken of ik niet heel stiekem een héél klein beetje punker ben geweest...

Ik probeer het koppeltje voor de geest te halen, maar kan met daarbij niet voorstellen wat daar 'punk' aan is geweest. Misschien een beetje alternatief maar dan eerder new wave dan punk. In de vroege jaren tachtig heeft een jong koppel in het dorp een kampeerbus en deze wordt door iedereen in mijn regio 'de punkbus' genoemd. Het meisje heeft in mijn herinnering piekhaar en de jongen een baard. Niet echt punk in mijn beleving. Geen hanekam of veiligheidsspeld te bekennen. Hoe de naam tot stand is gekomen? Onze dorpsbakker heeft voor iedereen een bijnaam en het kan zijn dat die juist iets over 'punk' op televisie heeft gezien. Ik groei op in de vroege jaren tachtig. De punk is dan al passé als het ooit in ons dorp heeft geleefd. Dat is meer iets van de 'grote stad'? Daarvoor hoef je niet ver te fietsen want Sneek kent wel een aantal punkers en zelfs ontmoetingsplekken voor lotgenoten, verder zie ik de eerste punkers op televisie. Ik ga in 1992 voor het eerst naar Het Bolwerk en verwacht daar de nodige punkers aan te treffen. Niets is minder waar. Een paar meisjes zijn ietwat in de nadagen van de new wave blijven hangen, maar geen stereotiepe punker te bekennen. De Sneker punk- en new wave-beweging lijkt met het Sneekwave-festival te zijn verdwenen in de archieven. Het Bolwerk presenteert nog wel een paar keer een punkconcert, maar de veiligheidsspelden en hanekammen zijn wederom niet in de buurt.

Voor mezelf is punk iets nieuws. Zelf zit ik dan voornamelijk in de muziek van de jaren zestig en zeventig. De jaren zeventig van vóór de disco-explosie en daarmee ook voor de punk-periode. Het is best gezellig om eens een punkconcert mee te maken hoewel het me nooit écht zal aanspreken. Het dringt evenmin erop aan om méér muziek te leren kennen. Ik ben waarschijnlijk té hippie-georiënteerd om me over te geven aan de punk. Ik heb een zwart t-shirt met een opnaai-embleem van The Cure en méér 'punk' gaat het voor mij niet worden in 1992. Door de jaren heen maak ik enkele vrienden die van top tot teen punk zijn en, ik moet toegeven, er is niet eentje die me ooit heeft besodemieterd! Over het algemeen heb ik dus prettige associaties met punkers maar heb zelf nooit echt onder de knie gekregen om punker te worden.

In de midden jaren negentig heb ik nog wel een paar erg leuke bands gezien waar ik terloops ook nog een plaatje van koop, maar dat zit dan weer meer in de New York-hardcore. Lang haar is daar uit den boze, iedereen heeft koftgeknipt haar. Verder wijkt onze gezamenlijke kledingvoorkeur niet veel af: Strakke zwarte spijkerbroeken, t-shirts en legerkistjes. Dat is het 'imago'. Natuurlijk komt er meer bij kijken om punker te zijn. De wil tot verzet. Buiten de kortstondige krakersavonturen ben ik nooit echt de barricade op gegaan of bewust de confrontatie opgezocht met het systeem. Ik ga me pas in de nieuwe eeuw interesseren voor politiek. Hoe zit het dan met de muziek? In 1996 lijkt het er eventjes van te komen. Ik koop een cassettebandje met de grootste hits van Generation X, de band van Billy Idol. Ja, er mag gelachen worden! Méér punk dan dat zal het nimmer meer worden. Ik heb zelfs plannen om me aan te sluiten bij een punkband, maar deze jongens zijn té professioneel voor een talentloze 'rommelpot' als mij. De anarchie begint voor mij op het podium, maar deze mannen willen gewoon een strakke set presenteren.

Op vrijdagavond doet onze radiobaas zijn punkshow. Lange tijd vermijd ik de show. Het is vooral sinds het laatste jaar dat ik het soms heerlijk vind om mijn potje te koken tijdens de punkshow. Ik moet een beetje gniffelen bij de meeste van de gedraaide muziek. De punkshow is erg 'retro' ingesteld, het wordt praktisch niet later dan 1981. Toch kan ik meestal even de 'punk' uithangen tussen de oude punkers. Wolfman heeft een liefde voor de band Crass en alles wat samenhangt met het anarchopunk-label Crass Records. Als het dan toch écht punk moet zijn voor mij, doe dan maar iets van Crass. Zelfs de doorgewinterde punkers moeten niets hebben van Crass en dat sterkt me alleen maar. De oude punkers hebben de idealen al lang laten varen en zijn onderdeel geworden van het systeem dat ze altijd hebben verafschuwd. Dat je deze oude punkers dan even tegen de schenen kan trappen met een poepje Crass is iets waar ik erg veel plezier aan beleef. In mijn show zitten drie nummers van Poison Girls, één van de bands die gelieerd is aan Crass. Om het plaatje compleet te krijgen: Wolfman gaat tussen negen en tien een uurtje gospel draaien, waar hij anders helemaal niks van moet hebben. Van tien tot elf doe ik vervolgens zijn specialiteit: De punk. Na elf uur is het weer gewoon 'The Vinyl Countdown' met de singles.

vrijdag 19 januari 2018

Eretitel: 'Such A Shame'



Het is wederom een schande dat ik weer een bericht achter op schema zit en morgenavond geloof ik ook niet echt in publiceren. Zondag zal ik druk zijn met de voorbereidingen van de show van die avond. Nee, 'The Vinyl Countdown' behoeft geen voorbereidingen, maar ik doe twee shows deze zondag. Het idee is een paar weken geleden ontstaan, een vriendschappelijke 'strijd' tussen twee radiomakers van Wolfman Radio die gedurende een uur de specialiteit van de ander uitoefenen. Deze zondag ga ik de 'battle' aan met de radiobaas. Ik ga een uurtje zijn punkshow doen en hij draait een uur lang gospel. De uitdaging is om iets te vinden wat een flink eind buiten onze gewoonlijke stijl zit en wat dat betreft is deze 'battle' op voorhand al legendarisch. Omdat mijn uur 'clean' moet zijn in tegenstelling tot zijn show op vrijdagavond (de enige uren dat we van de 'app' zijn en dat hij naar hartelust mag vloeken en schelden), betekent dit dat ik nogal wat werk heb te verzetten. Nu dan eerst maar de 'Eretitel'. De nummers 2 en 1 mogen worden verwisseld maar het is een concessie die ik doe ten aanzien van volgende week. De 'Eretitel' gaat deze week over 'Such A Shame'.

3. Black Stone Cherry (2011)
De nummer drie is en blijft de nummer drie. Het is in 2016 de derde plaat die 'Listen Carefully' compleet maakt en dat geldt eveneens voor de 'Eretitel'. Black Stone Cherry produceert hardrock met een stevige echo van de vroege jaren zeventig. Het geluid neigt bij vlagen erg naar de klassieke Deep Purple en Black Sabbath en zit een beetje in hetzelfde straatje als bijvoorbeeld Wolfmother. Als het dan toch lomp en hard moet zijn, dan smaakt dit naar meer. Het is echter de 'Eretitel' en zoiets heeft een derde plek nodig. Bij deze is deze gereserveerd voor Black Stone Cherry.

2. Talk Talk (1984)
De zomer van 1984? Al sla je me dood maar ik kan eigenlijk niet één herinnering ophalen aan die zomer. We gaan niet met vakantie in 1984. In 1985 doen we dagtochten en daar herinner ik wel een paar van, maar 1984 blijft een zwart gat. Hoewel? Als ik het intro hoor van Talk Talk's 'Such A Shame' is het opeens hartje zomer. We zijn thuis in Jutrijp en de oerwoud-geluiden komen van het slaapkamertje van mijn broer. Zeg nou zelf... Wie heeft kampeerherinneringen nodig als zo'n plaat synoniem staat aan een bepaalde zomer? Het zou de verdiende nummer 1 zijn geweest, maar...? Talk Talk is erg invloedrijk bij 'Listen Carefully'. De groep heeft meerdere nummers opgenomen met titels die ook door minstens twee anderen zijn uitgevoerd. Ik geloof dat 'It's My Life' al eens aan bod is geweest. Volgende week kan ik alvast weg geven, dan is de titel 'Give It Up'. Als ik naar de kandidaten kijk, schat ik de kans groot dat Talk Talk volgende week de nummer 1 is en dus blijft 'Such A Shame' vandaag op de tweede plek steken. En die nummer 1 mag er ook zeker zijn!

1. The Bee Gees (1968)
Denk aan The Bee Gees en je denkt aan Barry, Robin en Maurice Gibb. Logisch want de groep is ook naar hen genoemd. Bee Gees is eigenlijk B.G.'s en staat voor Brothers Gibb. Toch is het in de jaren 1966 tot en met 1969 een kwintet. De broers nemen in 1967 twee Australische vrienden mee naar Engeland: Vince Melouney en Colin Petersen. Vooral Vince krijgt na een jaar in Engeland reeds problemen met zijn werkvergunning en moet de groep voortijdig verlaten. Petersen weet het te rekken tot halverwege 1969. 'Don't Forget To Remember' is de laatste plaat waarop Petersen mee doet, The Bee Gees is dan overigens het trio van Barry en Maurice Gibb met Petersen. Terug naar Vince Melouney. Een man die niet echt een stempel op de groep heeft weten te drukken. Hoewel? Op het album 'Idea' staat zowaar een liedje van de hand van Melouney en dat is dit 'Such A Shame'. Hij laat de fraaie harmoniezang van de Gibb's bloeien in een Westcoast-achtig nummer. Het doet in de verte denken aan Buffalo Springfield. Ik pleit al jaren voor de jaren zestig-elpees van The Bee Gees omdat het méér heeft gedaan dan alleen maar de hitsingles. 'Such A Shame' is zo'n voorbeeld van een nummer dat je moet missen als je enkel naar de singles kijkt.

woensdag 17 januari 2018

Het zilveren goud: januari 1993



Het is geen reden voor een gebakje of een rondje van de zaak maar dit gaat het 2865e bericht worden. Dat betekent dat ik een jaar geleden het 2500e bericht heb gepubliceerd. Over een half jaar maar een feestje houden ter ere van het drieduizendste bericht? Ik geniet momenteel van vrije tijd. De laatste paar jaar heb ik steeds in januari een week vrij genomen van het werk. Gezien ik in december al geregeld vrijaf heb gekregen, besluit ik dit jaar 'gewoon aan het werk' te blijven. Dan krijg ik nu te maken met storm en ander ongerief. Aanvankelijk zou ik vandaag een 'mailing' gaan bezorgen maar krijg dinsdag bericht dat deze nog niet binnen is. Vanmiddag krijg ik het telefoontje dat de partij reuze mee valt en dat ik maar vooral in Uffelte moet blijven met de verwachte storm. Toch nog een beetje 'vakantie'! Vandaag mag ik andermaal terug naar januari 1993, de dagen vóór mijn eerste baantje en de eerste weekeinden. Dat levert een bescheiden score op van twaalf singles. Nu ik iets meer heb te besteden, mag ik graag een beetje 'duurdere' singles kopen. Een ouderwets Nederlands tientje is dan wel weer het maximum. Het levert de volgende singles op.

Ik vertrouw de kaartenbak blindelings. Het bijwerken van de collectie is onderdeel van de hobby en dus neem ik aan dat ik de platen meteen na aanschaf heb ingeschreven in de collectie. Ik kan me natuurlijk ook een week vergissen met het werk, maar nu lijkt het alsof ik pas de derde week van januari ben begonnen op de zuivelfabriek. De nummers 1040 tot en met 1042 koop ik op de eerste donderdag in het nieuwe jaar. Dat zou 7 januari moeten zijn geweest. De woensdag erna koop ik de nummers 1043 tot en met 1046. Ik koop dan namelijk rubberen laarzen voor het werk. Ik denk dus dat ik de tweede dinsdag van het nieuwe jaar te horen heb gekregen dat ik in Heeg aan het werk kan. Maandag 18 januari, morgen vijfentwintig jaar geleden, moet dan de eerste werkdag zijn geweest. Het klinkt allemaal erg logisch in mijn oren.

1040 Student Demonstration Time-The Beach Boys (NL, Stateside, 1971)
Het arbeidsbureau heeft nog niks voor mij in petto en ook de uitzendbureaus moeten 'nee' verkopen. Maar... 'probeer het morgen of overmorgen nóg eens', is een advies dat ik vaak krijg te horen. Ik kom langs de kringloopwinkel welke, als ik me niet vergis, nu in de oude bus-remise zit aan de Bolswarderweg. Deze van The Beach Boys heeft een zware tijd achter de rug. Het is het hoesje lang geleden kwijtgeraakt en het flinterdunne Bovema-vinyl is niet helemaal vlak meer. Ik kan er echter prima mee leven want ik heb het nooit een heel interessant nummer gevonden. Sunrise heeft hem altijd voor vijf gulden staan en toen heb ik hem een dag in huis gehad, maar vind het niet fijn klinken op mijn platenspeler (dat gewoon behoefte heeft aan een nieuwe naald). Ik ruil de plaat de volgende dag tegen 'Where Do You Go To My Lovely' van Peter Sarstedt.

1041 Dedicated Follower Of Fashion-The Kinks (NL, Pye, 1966)
Het is spijtig genoeg de enige single van The Kinks bij de kringloop, maar de vorige eigenaar heeft blijkbaar meer singles gehad van Ray Davies en zijn companen. Ik heb hier 'Dedicated' in het hoesje van 'Sunny Afternoon', compleet met fraai adresstickertje van de eerste eigenaar. Uiteraard heb ik 'Sunny Afternoon' later opnieuw gekocht met fotohoes en heb ik, geloof ik, 'Dedicated Follower Of Fashion' in het envelop-hoesje, maar kan me voorstellen dat ik dit hoesje nog ergens 'apart' heb liggen. Het is de sticker die het hem doet, het maakt dat de plaat is gaan 'leven' voor mij.

1042 I'm Gonna Love You-Ebonies & Connection (NL, Negram, 1970)
Rotterdam is de soul-stad bij uitstek. Het levert ons in de jaren zestig The Swinging Soul Machine en The Free, maar er zijn ook voldoende acts uit de regio die minder succes hebben. Ebonies & Connection is een fraai voorbeeld. Opnieuw een multi-raciaal gezelschap met vast achtergrondkoortje en een blazerssectie. Het is een vroege Eddy Ouwens-productie en hij zorgt ervoor dat de beknopte biografie van de groep achterop het hoesje komt. 'That's My Problem' is de eigenlijke a-kant van de single, maar... staat sinds 2013 vanwege 'I'm Gonna Love You' in de Blauwe Bak-koffer. De toeters refereren eerder aan Blood Sweat & Tears en CHicago dan aan Stax, de akoestische gitaar kom je ook maar zelden tegen in de soul en het nummer is geschreven door Mike D'Abo van Manfred Mann. De combinatie maakt dat ik het voorzichtig durf te benoemen als 'crossover'.

'Don't call us, we'll call you', is er voor mij niet bij als het komt tot het zoeken van werk. Ik word vrijwel dagelijks met zachte hand naar de uitzendbureaus gestuurd om te informeren naar werk. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt? Zo lijkt het wel te gaan met het werk op de zuivelfabriek. Het verzoek is pas binnen gekomen en ik ben de eerste die ter plekke reageert. Ik kan niet op mijn nieuwe puntlaarsjes de fabriek in en dus moet ik rubberen laarzen hebben. Die haal ik bij Scapino en loop dan de hoek om naar het Verzamelwinkeltje. Earth & Fire kost vijf gulden, de rest is slechts een piek per stuk. Omdat deze singles niet zo heel erg interessant zijn, vat ik ze even samen.

1043 Invitation-Earth & Fire (NL, Polydor, 1971)
1044 That's The Way I Like It-KC & The Sunshine Band (NL, RCA Victor, 1975)
1045 An American Dream-Dirt Band (NL, United Artists, 1979)
1046 While You See A Chance-Steve Winwood (UK, Island, 1981)

Niet interessant? Voor Steve Winwood kun je me altijd wakker maken! Alleen Earth & Fire heeft een fotohoes, hoewel Winwood wordt geleverd met het originele Island-hoesje. Dat heb ik inmiddels al een keer moeten vervangen want het oude hoesje ligt uit elkaar. Van 'While You See A Chance' is eveneens bekend dat het zijn eerste rondes heeft gedraaid in de Ludabar. Dan ga ik aan het werk en verdien mijn eerste centjes. Dat wordt in twee etappes besteed aan singles bij 'Golden Years'. Die ga ik weer even apart noemen.

1047 It's My Life-The Animals (NL, Columbia, 1965)
Bam! Die staat! Mijn eerste zelf verdiende centjes en ik koop daar een paar singles van. Het is per slot van rekening 'my life'. Klaas vraagt een tientje voor deze single in een neutrale hoes. Ik ben hem eigenlijk nooit anders tegengekomen, maar gezien de conditie is een tientje nogal fors. De plaat klinkt nog altijd genadeloos hard (ik heb hem zondagavond nog gedraaid) en zuiver, maar toch is-ie een beetje aan de ruige kant om in 1993 een tientje te mogen kosten. Ik denk dat het vooral een 'statement' is geweest.

1048 Three's A Crowd-De Maskers (NL, Artone, 1966)
Nog een single voor een tientje en weer met neutrale hoes. Dit is dan wel weer een single met een heel ander prijskaartje als het fotohoesje aanwezig was geweest. Nederbeat heeft altijd zijn prijs gehad. De Maskers speelt op deze plaat in op de 'pop-art'-rage en dat resulteert in een ietwat tegendraads ritme. Het plaatje speelt zelfs nog een rol bij mijn korte ziekenomroep-carrière. Bij Wolfman Radio heet het een 'trouble shot' (een combinatie van 'double shot' en 'triple shot') en bij de ziekenomroep noem ik het 'Three's A Crowd': Drie platen van dezelfde groep of artiest.

1049 Lovin' Things-The Marmalade (NL, CBS, 1968)
Deze single is niet bepaald in een goede staat, maar ik kan het me nu veroorloven. Kort na de aanschaf zal ik 'Lovin' Things' een tijd niet meer horen omdat ik als een blok voor de b-kant val. Het is een gegeven dat Jimi Hendrix in december 1967 door New Musical Express wordt gevraagd naar zijn favoriete platen van het jaar. Hij noemt daarbij 'I See The Rain' van The Marmalade dat nagenoeg geen succes is geweest in Engeland. Het is begrijpelijk want The Marmalade doet hier alsof het Hendrix in de gelederen heeft. Als dank voor Hendrix' lovende woorden zet men haar versie van 'Hey Joe' op de keerzijde van 'Lovin' Things' en dat klinkt fan-tas-tisch. Stel je eens voor als Hendrix gitaar had gespeeld bij The Hollies?

1050 Take It Or Leave It-The Searchers (NL, Pye, 1966)
En we zijn weer terug bij de singles van een tientje. Deze single heb ik enige tijd geleden te gast gehad in 'Raddraaien' en ontdek daarbij dat het nauwelijks een hit is geweest in Engeland. Onvoorstelbaar, want het is in Nederland juist de grootste hit van de Engelse groep. Een nummer dat altijd smaakt en steevast op de draaitafel komt als ik de betreffende bak in 'The Vinyl Countdown' heb.

1051 1 2 3-Len Barry (Duitsland, Brunswick, 1965)
Soul is nog altijd een beetje 'not done' in mijn verzameling in 1993, maar van dit nummer van Len Barry krijg ik altijd een goed humeur en dus investeer ik een tientje in dit exemplaar met, wederom, een neutrale hoes. Het heeft inmiddels gezelschap gekregen van de Amerikaanse persing en beide hebben lange tijd in de (reserve-) Blauwe Bak gewoond. Het eerdere plan om een 'ere-Blauwe Bak' op te zetten, is definitief van tafel. Ik ga hem wel 'op papier' zetten, maar laat de singles in de betreffende jaren zestig- en zeventig-bakken staan. Len Barry komt zeker in dit lijstje en misschien ook wel met 'Like A Baby'.

Volgende maand gaat het alweer ergens op lijken, dan maar liefst 33 singles. Misschien dat ik deze in twee delen ga doen.

dinsdag 16 januari 2018

Classic Week Spot: Jackie Moore



Toeval bestaat niet! Dat probeer ik al jaren vol te houden, maar soms wordt het eng. Zeker als het gaat over iets tussen radioprogramma's en een programma-onderdeel. Ik ben afgelopen zaterdag vrij spontaan begonnen met een monsterklus in 'Do The 45': Alle platen uit de Blauwe Bakken draaien op alfabetische volgorde van platenlabels. Atlantic levert meteen een 'full house' op en dus besluit ik komende zaterdag een Atlantic-special te gaan doen. Ik zou best een Week Spot kunnen kiezen uit het Atlantic-aanbod. Dan kijk ik bij de platen uit de 'Week Spot Carousel' en ontdek dat ik in week 3 in 2016 en 2017 beide keren Atlantic-singles heb gehad. Ik start dus zaterdag met 'It Ain't No Big Thing' van The Electrons op het Date-label, want dat is de Week Spot van drie jaar geleden. De overige twee treffen we gedurende de show. Een jaar geleden doe ik eveneens 'Classic Week Spots' in deze weken, maar dan als aftelling naar het vijfjarig bestaan van de Week Spot. Of ik dit jaar de Week Spots laat afhangen van de geplande shows? Dat moet ik nog even bekijken. Er is een redelijk recente Week Spot-kandidaat op een label dat met een 'B' begint en dat zou dus zomaar eens kunnen gebeuren? Vandaag een single van een artieste die al eens eerder de Week Spot heeft gehad en waar ik niet zoveel op het bestaande verhaal kan aanvullen. Dan een geschiedenislesje over Atlantic? De Week Spot is 'If' van Jackie Moore (1973).

Op 27 mei 2015 heb ik een bericht geschreven over de toenmalige Week Spot: 'Here I Am' van Jackie Moore. Voor 'moore' informatie over de zangeres verwijs ik jullie graag naar dat bericht. Ik leer 'If' kennen als ik net het downloaden heb 'geleerd' en gratis mixen van MySpace haal. Eén van de mixen begint met 'If', alleen ontdek ik dat pas in 2016. Ik heb in deze periode geen gebrek aan materiaal voor de Week Spot en omdat Moore de titel al eerder heeft gehad met 'Here I Am', blijft het erbij. Toch verdient dit bijzondere nummer méér en dus maak ik het deze week alsnog de Week Spot. 'If is such a tiny word', zingt Jackie en het is waar. In het Nederlands telt het één letter meer, maar de impact blijft hetzelfde. ALS we nu eens allemaal dit en dat zouden doen dan...? Toch heb je heel wat beweging nodig om het 'als' om te zetten in een daad. Dankzij 'als' gaat de medemens tenonder aan honger en geweld. Dat is waar Jackie Moore over zingt op dit b-kantje van 'Sweet Charlie Babe'. Een kant die ik overigens nog nooit heb gedraaid. Komende zaterdag draai ik uitsluitend Blauwe Bak-aanwinsten op het Atlantic-label van 1966 tot en met 1981. Laat me de Atlantic-geschiedenis dan eens gaan bestuderen tot zover ik het verhaal niet ken in grove lijnen.

De verjaardag is een beetje onopgemerkt gebleven, maar in oktober bestond Atlantic precies zeventig jaar. Munir Ertegun is de eerste Turkse ambassadeur in Amerika. Na zijn overlijden keert de weduwe met dochter terug naar Turkije, maar de zoons kiezen ervoor om achter te blijven. Nesuhi en Ahmet Ertegun zijn liefhebbers van jazz en rhythm & blues en hebben dan reeds een verzameling opgebouwd van een slordige vijftienduizend 78-toeren-platen. Het is voor Ahmet die méér wil gaan doen in de muziekbusiness en hij weet de familie-tandarts te overtuigen van zijn zakelijke plannen. Dr. Vahdi Sabit investeert tienduizend dollar in het bedrijf van Ertegun en hij wordt in contact gebracht met tandarts-in-opleiding: Herb Abramson. Abramson is niet nieuw in de zakenwereld. Hij heeft als A&R-manager gewerkt voor het jazz-label National en richt met Jerry Blaine Jubilee op in 1946. Toch is het niet wat hij ervan verwacht en in 1947 verkoopt hij zijn deel aan zijn zakenpartner en duikt in de zaken met Ahmet Ertegun. Abramson's toenmalige vrouw, Miriam, runt de publicatie-maatschappij van Atlantic en heeft bovendien een klein aandeel in Atlantic. Abramson moet in 1955 in militaire diesnt en als hij terug komt, is zijn plaats al min of meer ingenomen door Jerry Wexler. Bovendien brengt Abramson een Duitse vriendin mee en dat luidt een echtscheiding in tussen Herb en Miriam. Omdat de laatste nog altijd aandeelhouder is, zet dat Herb buitenspel.

Atlantic ontstaat in een lastige periode. Een aangekondigde 'ban' van de vakbonden maakt dat Atlantic in 1948-49 binnen korte tijd een voorraad moet opbouwen. Daar verdwijnt praktisch iedere cent van Atlantic in en dan zal het eerst moeten omzetten voordat artiesten uitbetaald kunnen worden. Atlantic is er trots op dat dit altijd correct is gebeurd, hoewel soms eentje erbij in schiet. Dan denken we aan bijvoorbeeld Ruth Brown. Deze zangeres komt in 1951 bij Atlantic en is de volgende vijf jaar een erg consistente hitmaker. Als ze Atlantic verlaat drogen haar reserves snel op en moet ze aan het werk als schoonmaakster om het hoofd boven water te houden. In de jaren tachtig klaagt ze Atlantic aan. Ertegun moet tot zijn spijt bekennen dat het bij Brown niet allemaal correct is gegaan. Ze ontvangt twintigduizend dollar schadevergoeding en als ze een fonds opzet, stort Ertegun anderhalf miljoen dollar in de kas. De rol van Ruth Brown wordt opgevolgd door The Drifters dat in 1960 voor een miljoenensucces zorgt met 'Save The Last Dance For Me'. In 1966 gaat Atlantic de distributie verzorgen voor Stax en dat maakt dat Atlantic komende zaterdag een 'eigen' special krijgt in Do The 45. Stax heeft tot 1969 geen 'etiketten' in Nederland. Een plaat op Stax, Volt of Dial verschijnt in Europa veelal als Atlantic. Alleen Engeland hanteert vanaf 1967 Stax-labels voor opnames van Otis Redding en Sam & Dave.

Atlantic is in 1967 uitgegroeid tot een ijzersterke naam op het gebied van rhythm & blues en jazz en toch baart het label enige zorgen. Het beste zou zijn als het zou kunnen worden overgenomen door een grotere maatschappij. Warner Bros. Seven Arts is dan juist begonnen met uitbreiding van haar platenmarkt. Waar het jaren lang louter traditionele pop en crooners aan het werk laat, tekent het in 1967 groepen als Mothers Of Invention, The Fugs en The Electric Prunes. Warner Bros. neemt Atlantic over voor een schijntje. Hierdoor bestaat de platenmaatschappij tot op de dag van heden. De invloed van Warner Brothers is dat Atlantic wordt verbonden aan een aantal rockbands. Buffalo Springfield is één van de eerste en het is vooral Led Zeppelin dat Atlantic zal vestigen als rock-label.

Er is veel veranderd in zeventig jaar. De eerste vinyl-platen verschijnen een paar jaar later. Atlantic heeft alle geluidsdragers zien komen en gaan: De elpee, de single, de EP, de 12"-single, 'reel-to-reel', cassette, 8-track, minidisc, DAT en... ook de cd. In 2017 is meer dan de helft van de opbrengsten uit de verkoop van digitale muziek. Tegenwoordig biedt Atlantic onderdak aan uiteenlopende acts als Missy Elliott, Coldplay, Twenty One Pilots en Ed Sheeran. Ahmet Ertegun is tot vlak voor zijn dood altijd betrokken gebleven bij Atlantic, hoewel hij in het laatst steeds minder zeggenschap heeft. Ertegun is op 14 december 2006 overleden. Hij is dan 83 jaar.

Digitale nostalgie



Een kwart eeuw geleden heb ik mijn eerste werkweek erop zitten. Ik moet de eerste fijne dag nog hebben maar je hoort mij niet klagen. De verdiensten zijn immers boven verwachting en met die verdiensten kun je leuke dingen doen! De uitgebreide frietmaaltijd voor vrienden in het cafetaria heb ik reeds genoemd. Morgen gaan we naar de singles kijken die ik in deze maand heb gekocht. Dan is er nog het bomberjack. Dat is vorig jaar op een bepaald moment ter sprake gekomen. Zwarte nylon bomberjacks zijn helemaal 'in' in 1992. Nog niet zo'n mode-artikel als tegenwoordig, maar een zeker 'statement' voor 'alternatievelingen'. Natuurlijk is een leren jas het summum, maar veel punkers en hardrockers die ik ken in 1992 hebben een zwart bomberjack. Als ik in oktober 1992 geld mee krijg van mijn ouders om een winterjas te kopen, is de instructie duidelijk: Geen bomberjack! Zodra ik mijn eerste geld verdien en nu zelf mijn kleding zal moeten bekostigen, hangt meteen een zwart bomberjack aan de kapstok. Er is nóg een grote aankoop in deze weken. Iets waar ik dan bijna niet meer zonder kan, ook al voelt het als verraad. Ik koop in januari 1993 mijn eerste cd-speler.

Het is niet helemaal hetzelfde type als in de afbeelding, maar het komt in de buurt. Een 'portable' met een cd-speler bovenop en een enkelvoudig cassettedeck aan de voorkant. Bij mij zit de radio eveneens aan de voorkant. Op gedetailleerde afbeeldingen van het fotomodel kun je zien dat de bedieningsknoppen van de radio naast de cd-speler zitten en dat is niet zo bij de mijne. Hoezo kan ik niet meer zonder? Ik ben toch een singles-verzamelaar met nauwelijks belangstelling voor 'nieuwe' muziek? Of is er iets veranderd? Ja, een jaar eerder ben ik als recensent aan de slag gegaan bij de Sneeker maar zolang 'mainstream'-albums nog immer op cassette verkrijgbaar zijn, hoef ik nog geen cd-speler te hebben. Eind 1992 wordt het aantrekkelijk voor de meer professionele groepen om cd's te maken in plaats van demo-cassettes. Het begint met Friesland Pop, de belangenbehartigers van de Friese popmuziek. Dat brengt tot 1992 jaarlijks een vinyl-EP uit met de finalisten van de 'Kleine Prijs Van Sneek' en in oktober 1992 wordt de laatste editie gepresenteerd als cd-single. Broer zet de nummers op een cassette voor mij zodat ik een oordeel kan vellen in een recensie. Geen maand later komt Reboelje met een nieuwe mini-cd, 'Simmersnie', en hiermee is het van eenzelfde laken een pak. Het is een tendens die steeds verder doorgaat en ik wil uiteindelijk wel gewoon eens zélf een cd kunnen afspelen. In januari 1993 maak ik een rondje langs de winkels in Sneek. In de maand januari worden overjarige modellen vaak opgeruimd voor stuntprijzen en bij Scheer & Foppen vind ik deze Philips. Of is het tóch een Sony geweest? Het model is nagenoeg hetzelfde en de prijs is te doen met mijn huidige salaris.

Een paar weken eerder heb ik al een 'stok achter de deur' gekocht: Een paar cd-singles bij V&D tijdens het 'Prijzencircus'. Ook word ik lid van ECI en mag drie boeken en/of cd's uitzoeken voor een tientje. Dat wordt het eerste album van The Doors, 'We Can't Dance' van Genesis en Kramer's Nederlandse Woordenboek. Als verplichte 'dure' cd koop ik het zwarte album van Metallica. Qua demo's van 'kleine' bands zijn het voorlopig nog cassettebandjes, maar een iets verder gevorderde groep brengt een cd uit. Als je dan écht eigenwijs wil zijn, kom je alsnog met een vinylplaat. Zo zal Friesland Pop nog eentje doen in 1994 en brengt het Fries/Groningse gezelschap The Amp in 1993 nog vrolijk een vinylsingle uit. Ik gebruik mijn stereo niet als 'ghettoblaster', hoewel het op batterijen werkt en gemakkelijk op de schouder kan worden gedragen. Ik heb altijd al een fascinatie gehad voor compacte audio en de cassette-walkman, al dan niet met radio, zal me een eind de jaren negentig door helpen. In 1997 kan ik mijn eerste 'discman' veroorloven. Het ding tikt echter bij iedere stap over. Ik heb jaren later nog een paar betere apparaten gehad. De spuuglelijke witte Philips uit 2008 is er eentje van. Die heeft me tijdens de vakantie van 2008 heel veel plezier opgeleverd!

Buiten de discman om, heb ik nooit weer een nieuwe cd-speler gekocht. De ghettoblaster heeft het een flinke tijd uitgehouden dankzij de Wehkamp. Het veertje van het deksel van de cd-speler houdt er na een paar jaar mee op en dan probeer je eens iets. Wat blijkt? De Wehkamp-catalogus is zwaar genoeg om het deksel helemaal te sluiten zonder dat het té zwaar is. Via kringloopwinkels en vrienden krijg ik nog wel eens een 'grote' cd-speler en op een zeker moment mag ik de oude dvd-speler uit De Buze hebben. Sindsdien heb ik alleen nog maar discman-apparaten waarvan er, geloof ik, eentje goed werkt. De laatste keer dat ik een cd in handen heb gehouden? Bij de verhuizing een paar keer, maar niet één keer met de wens om de cd te draaien.

Inmiddels zijn we in een tijd beland waarin cd- en vinyl-kopers rustig samen in een hoekje kunnen gaan staan. Zelf taal ik niet meer naar cd's zolang ik volledige albums voor een fractie digitaal kan krijgen bij mijn database. De cd-koper is net zo zeer muziekliefhebber als de vinyl-koper, beide gaan ze voor een 'schoon' geluid en met de geneugten van klaphoezen en cd-boekjes. Er is een lange tijd geweest dat het leek alsof de cd nimmer nostalgisch zou worden, maar het is dat inmiddels wel geworden. De meest recente cd die ik heb gekocht is 'The Night Before' van Hooverphonic in 2011 en ook deze heb ik inmiddels via de database in digitaal formaat.