donderdag 28 februari 2019

Eindstreep: februari 2019



Ik hou het vanavond erg kort. Ik heb net 'Afterglow' afgesloten en dat is, ondanks het ontspannende karakter van de show, altijd flink een inspanning. Ik doe na afloop van de show het liefste het verstand op nul en laat me vermaken door Youtube-video's waarbij ik niet teveel hoef na te denken. Nu heb ik hetzelfde verlangen. Ik heb zelfs zo weinig zin dat ik de eigenlijke nummer 1 op 2 zet zodat ik geen foto hoef te maken van de eigenlijke single. Toch sta ik helemaal achter de top tien die ik heb samengesteld uit de boodschappen van afgelopen maand.

Het zijn het dus 21 singles geworden. Vier daarvan heb ik 'dubbel' en eentje daarvan staat tegenwoordig in de Blauwe Bak. Dan heb ik het uiteraard over The Supremes en de Week Spot. Voor de top tien doet deze niet mee. Verder staan Combo Juveniles, The Equals en Howard Tate in de Blauwe Bak. Als ik een top tien moet maken met favorieten dan ziet de lijst als volgt eruit. Olivia Newton-John moet ik al wel eens hebben maar staat nog niet in de database op de computer en dus gun ik dit plaatje de tiende plek.

1. Love Really Changed Me-Spooky Tooth

2. Never Leave Me Lonely-Combo Juveniles

3. Give Love A Try-The Equals

4. Radio-Supersister

5. Half A Man-Howard Tate

6. The Ballad Of Lucy Jordan-Marianne Faithfull

7. For Yasgur's Farm-Mountain

8. Tears In The Wind-Chicken Shack

9. Green Light-The American Breed

10. A Little More Love-Olivia Newton-John

woensdag 27 februari 2019

Het zilveren goud: februari 1994 deel IV



Ik koop in februari 1994 méér singles dan in maart. Omdat ik zes singles per foto eigenlijk genoeg vind en de serie graag uitsmeer over de woensdagen van de twee maanden heb ik besloten om zes per keer aan te houden. Hoewel het de laatste woensdag van februari is, gaat 'Het zilveren goud' nog even verder in die maand hoewel de verhalen vanaf volgende week wel over maart zullen gaan. Hoewel? Vandaag behandel ik maar liefst zeven singles waaronder eentje die ik niet langer meer in de verzameling heb. Ik weet niet meer precies of het in 1998 of 1999 is geweest. Ik schat het laatste. Ik zit op het hoogtepunt van mijn idealisme en besluit dat ik afstand wil doen van een paar singles ten behoeve van de Emmaus. Ik neem een paar 'collector's items' mee uit naar Mossley om die daar ter plekke te verkopen. Als ik terug ga naar Nederland gaan een paar mee terug, waaronder de envelop-hoes van 'Dedicated Follower Of Fashion' van The Kinks. Een aantal blijft achter waaronder, de niet zo zeldzame, Duitse 'In The Year 2525' van Zager & Evans, 'The Birds Are For The Bees' van The Newbeats (waarvan ik inmiddels weer de plaat heb, maar niet de fotohoes) en 'Blue Christmas' van Billy J. Kramer. Deze single komen we vanavond tegen in de kaartenbak. De plaat is bij mijn laatste bezoek aan Mossley, achttien jaar geleden, 'verdwenen'. Of die mijn vraagprijs heeft opgebracht? Geen idee...

Hoewel het in 2019 bijna maart is, moet deze vlooienmarkt eerder in de maand zijn geweest. Feit is dat ik 's ochtends al naar de vlooienmarkt ga en onderweg naar huis spijt krijg van iets dat ik niet heb gekocht. 's Middags ga ik eerst naar een banenmarkt in het gemeentehuis en vraag iets té laconiek aan mijn consulente 'waar mijn baan blijft'. Ze snauwt me flink af en dreigt met groenvoorziening. Een paar weken later laat ze me wel beginnen via de Jeugdwerkgarantieplanwet en daar ga ik het volgende week over hebben. Ik fiets door naar de Veemarkthal in Sneek om het laatste stukje vlooienmarkt mee te pikken en koop nog een paar singles. Dat is dan wel meteen het einde van mijn aankopen voor wat betreft februari en ook maart is even 'zuinig aan', maar in april krijg ik een verrassing in de vorm van enkele tientallen singles. Ik geloof niet dat ik iets over het hoofd heb gezien voor wat betreft februari 1994 en ga graag volgende week verder met de avonturen in maart.

1675 Vaya Con Dios-The Cats (NL, Imperial, 1972)
1676 Guitar King-Hank The Knife & The jets (NL, Negram, 1975)
1677 Spirits Having Flown-The Bee Gees (NL, RSO, 1979)
1678 Once On A Sunday Morning-The Tremeloes (NL, CBS, 1969)
1679 Blue Christmas-Billy J. Kramer (UK, Hobo, 1979)
1680 Wat Een Spreker Is Die Man-Seth Gaaikema (NL, Philips, 1969)
1681 Manuela-Jacques Herb & De Riwi's (NL, Elf Provinciën, 1971)

The Cats heeft in 1994 geen fotohoesje en ik krijg in 2008 een 'upgrade' van de single alsmede andere titels van The Cats. Hank The Knife en The Tremeloes hebben vanavond een schoon papieren hoesje gekregen als onderdak. Bee Gees, Seth Gaaikema en Jacques Herb hebben hun fotohoesjes intact. Billy J. Kramer staat niet voor een astronomische prijs in de 'Record Collector Price Guide 1995', maar het feit dat het wordt genoemd en ik in 1999 niets met de plaat heb, maakt dat ik het aanbied in de winkel in Mossley. De single is aanvankelijk in een oplage van 2500 geperst op blauw vinyl. Op het label staat een handgeschreven boodschap van Kramer aan de koper van de plaat. De mijne lijkt al niet heel erg authentiek. Ik geloof dat de plaat 10 pond in Mint is volgens de 'Price Guide' en dat ik vier pond vraag in de winkel. Het nummer staat op Youtube en daar kan ik prima mee leven. Het geeft echter wel aan hoe ver ik in 1999 aan het doorschieten ben in het idealisme. Ik heb net even gekeken: Er staan nog twaalf singles van februari in de wacht en dus krijgt 'Het zilveren goud' van februari nog twee delen.

Week Spot: The Supremes



Doordat ik platen verzamel, weet ik vanzelfsprekend iets af van de waarde van bepaalde platen. Dat heeft zich in de afgelopen jaren vooral toegespitst op de soul en gaat het vaak om de waardeverhouding tussen een originele Amerikaanse persing en een heruitgave of bootleg. Op het gebied van 'gewone' Nederlandse singles ben ik minder goed geïnformeerd en dat betekent dat ik soms een aangename verrassing krijg. Zo is het een paar maanden geleden als een bevriende ska-dj uit Schotland opeens helemaal enthousiast wordt als hij hoort dat ik 'Hold Down (Mother One Ton)/Sufferer' van The Kingstonians dubbel heb. ,,Weet je wel wat die waard is?". Nee, serieus niet! Ik heb de plaat nooit opgezocht op Discogs of iets dergelijks. Ik heb beide exemplaren vour één enkele ouderwetse gulden gekocht en dat lijkt me dik betaald. Totdat blijkt dat verzamelaars bereid zijn om 250 euro te betalen voor de single. Een week geleden pikte ik 'Break Out' van Mitch Ryder & The Detroit Wheels op in Dwingeloo. ,,Daar kan ik vast wel een tientje voor krijgen?". Welnu, hij is nog niet verkocht, maar er staat eentje op Discogs en dat is de eerste Nederlandse persing die via deze site wordt aangeboden. De handelaar vraagt 125 euro. Ik kan dus wellicht méér dan een tientje verdienen? Ook bij deze single geldt dat ik beide exemplaren voor minder dan vijf euro per stuk heb gekocht. Het geld is zéér welkom! Ik zou dan bij Mark kunnen afrekenen en twintig nieuwe Blauwe Bak-titels kunnen verwelkomen. De keuze tussen de Week Spot gaat tussen Combo Juveniles en The Supremes en ik kies uiteindelijk toch voor de laatste: 'He's My Man' van The Supremes uit 1975.

Het is niet de eerste keer dat The Supremes de eer heeft van de Week Spot. Zonder het te hoeven opzoeken kan ik vertellen dat het de Week Spot is geweest in week 45 van 2014. Het is 'Floy Joy' dat ik tijdens het weekend in Radlett en Watford heb gekocht en dat ik als Week Spot laat schitteren tijdens 'The Big One' in november 2014 en tevens de tweede verjaardag van 'Do The 45'. Ik heb me in dat bericht gestort op de jaren zeventig van The Supremes en dat is eigenlijk ook wat ik vanavond wil doen. Het gaat dus niet een heel uitgebreid verhaal worden en her en der zal het overeenkomsten vertonen met het bericht uit 2014. Queen mét Paul Rodgers is nog steeds de Queen van gitarist Brian May maar al lang niet meer de Queen van Brian May als met Freddie Mercury. The Doors zonder Jim Morrison zullen ook nooit meer het succes ervaren als in de tijd met Jimbo. Bij Motown had men ook beter kunnen weten. The Supremes zonder Diana Ross zou als het ware gewoon een b-merk worden. Berry Gordy heeft aanvankelijk nog grootse plannen met The Supremes en Syreeta Wright als de nieuwe zangeres. Toch is dat niet de keuze van The Supremes en Gordy trekt zijn handen eraf. Jean Terrell heeft dan al haar podiumdebuut gemaakt met de groep en Mary Wilson en Cindy Birdsong kiezen haar zijde. Grappig genoeg heeft Gordy ook Terrell ontdekt in 1968 bij een optreden van Jean en haar broer als Ernie Terrell & The Heavyweights. Ernie is een zwaargewicht bokser en heeft tegenover Muhammed Ali gestaan in de ring. Jean wordt dus de nieuwe Diana Ross hoewel Gordy de promotie-afdeling de instructie geeft zich niet meer té druk te maken over de groep. Toch redt de groep zich aanvankelijk met een paar stevige Billboard-hits en heeft het eind 1970 haar laatste nummer 1 op de R&B met 'Stoned Love'. In Engeland lusten ze wel pap van Motown en The Supremes is één van de meest succesvolle namen aldaar.

Na 'Floy Joy' in 1972 gaat het opeens hard achteruit met The Supremes. 'Automatically Sunshine' is de laatste Engelse top tien-hit en de groep begint scheuren te vertonen. Cindy Birdsong verlaat de groep in april 1972 om een gezin te starten. Lynda Laurence is haar opvolger hoewel we weinig zullen horen van deze dame. Ze heeft voorheen gezongen in Stevie Wonder's groep Third Generation, een voorloper van Wonderlove. Laurence beweegt zelfs Wonder ertoe om een liedje voor The Supremes te schrijven. 'Bad Weather' geeft The Supremes echter niet de injectie waarop het heeft gehoopt en we horen Laurence een paar maal roepen in de finale van het nummer. De elpee 'The Supremes Produced And Arranged By Jimmy Webb' gaat ook direct de uitverkoopbak in. Terrell stapt in 1973 op en wordt vervangen door Scherrie Payne. Zij is de zus van Freda Payne van 'Band Of Gold' en heeft zelf gezongen met de groep Honey Cone. Laurence vertrekt eveneens om een gezin te starten terwijl Cindy Birdsong haar comeback maakt in de groep. Jean Terrell zal overigens in de jaren tachtig en negentig opduiken in het schnabeelcircuit met groepen die gelieerd lijken te zijn aan The Supremes. Omdat Motown nogal laks is met het uitdelen van contracten aan Payne en Birdsong duurt het pas tot 1975 eer de debuutsingle van de nieuwe Supremes een feit is. Het is het disco-nummer 'He's My Man' dat nog een redelijk succes wordt. De groep blijft een gewilde live-attractie in Europa en Japan, maar de platenverkoop valt danig tegen. Birdsong is het in 1976 helemaal zat en vertrekt opnieuw. Haar vervanger is Susaye Greene welke afkomstig is uit Wonderlove. The Supremes maakt nog twee albums en trekt op 12 juni 1977 de stekker eruit na een optreden in Londen.

Sindsdien zijn er talloze groepen die variaties aanmeten van The Supremes en zo het revival-circuit opzoeken. Jean Terrell is verantwoordelijk voor een aantal van hen. Er is tweemaal sprake van een reünie. De eerste keer blijft het bij een opname voor de tv-special rondom het zilveren jubileum van Motown. Ross staat nog eenmaal met Wilson en Birdsong op een podium en zingt 'Someday We'll Be Together'. In 2000 is zelfs sprake van een uitgebreide tournee maar het gaat dan stuk op geld. Diana Ross gaat maar liefst tien miljoen verdienen, Wilson vier en Birdsong minder dan een miljoen. Ross biedt zelfs aan persoonlijk de gages van Wilson en Birdsong te verdubbelen, maar het wordt niets. Ross gaat vervolgens spelen met Linda Laurence en Scherrie Payne. Het wordt zowel artistiek als commercieel een groot fiasco.

,,Ik koop soms ook wel eens rommel", schrijft een dj in een soul-verzamelaarsgroep op Facebook met de video van 'He's My Man'. Ik luister voor het eerst naar het nummer en knipper eens met de ogen. Rommel? Ik doe dan nog 'Floorfillers' en 'He's My Man' keert sindsdien regelmatig terug in de show hoewel ik 'vergeet' om de plaat te zoeken. In december koop ik de Amerikaanse persing maar het is de vondst van de Nederlandse die maakt dat het deze week de Week Spot mag heten!

dinsdag 26 februari 2019

Een leven met Talk Talk



Het is in de zomer van 2012 begonnen met 'Een leven met Lenny' naar aanleiding van enkele recent gekochte singles van Lenny Kravitz. In 2016 start ik de 'Dodenrit' en sinds die tijd is hier ook vaak 'Een leven met'. Als een invloedrijke muzikant overlijdt, staan de kranten boordevol met geschiedenissen en achtergronden van de desbetreffende kunstenaar. Ik kan me voorstellen dat jullie dan niet ook nog eens zitten te wachten op een geschiedschrijving op Soul-xotica. Zo komen we bij 'Een leven met...'. Ik kijk dan in een paar alinea's naar welke rol een artiest (of band in dit geval) in mijn persoonlijke leven heeft gespeeld. Gisteren is het bericht gekomen dat Mark Hollis van Talk Talk op 64-jarige leeftijd is overleden. Voor de doodsoorzaak en een biografie van Talk Talk verwijs ik jullie graag door naar de overige media en Wikipedia. Ik schrijf vanavond een verhaal dat jullie nergens anders tegenkomen omdat het alleen maar door mezelf kan worden geschreven: Mijn leven met Mark Hollis en Talk Talk!

De regelmatige bezoeker van Soul-xotica zal zijn opgevallen dat ik 'iets' heb tegen de jaren tachtig. Of dat ik een lange tijd mezelf heb verzet tegen dat decennium. De meer doorgewinterde volger van deze praatpaal zal de reden weten en, nee hoor, ik vind het helemaal niet erg om het nog eens uit te leggen. Ik ben geboren in 1975 en groei dus op in de jaren tachtig. Het is een grauwe periode voor mij. Iedere klas op een basisschool heeft een pispaal nodig en in mijn klas ben ik dat 'toevallig'. Een klasgenootje verandert van pispaal tot 'held' als hij op voetbal gaat, maar ik weiger om mezelf op te offeren aan iets waarin ik niet geloof en alleen maar om 'erbij te horen'. Ik heb geen trauma eraan over gehouden, maar het heeft me wel 'gevormd' voor de rest van mijn leven. Ik ben niet altijd opstandig en tegendraads, maar heb wel geleerd dat ik het gelukkigste ben als ik mijn eigen plan trek en soms is dat parallel aan de rest. Ik ben thuis de jongste van vier en mijn zus en twee broers zorgen voor de muzikale soundtrack in de jaren tachtig. Hilversum 3 staat vijf dagen per week aan, behalve op de dag dat de EO uitzendt en aanvankelijk niet op zondag. Vader mag graag op zondag luisteren naar een religieuze geheime zender uit de regio. In de late jaren tachtig staat de KRO aan op zondag. Ook beginnen we allmeaal op jonge leeftijd met het kopen van platen. Daarbij volgen we het keurslijf van de popmuziek, geen extremen in ons huis (totdat ik in de jaren negentig deathmetal introduceer. Broer Henk is een disco-man, zus brengt ons Abba en Electric Light Orchestra en Jelte heeft, net als mij, een zeer algemene muzieksmaak en ook bij hem verschuift de interesse regelmatig.

In mijn herinnering dank ik Talk Talk in eerste instantie aan Jelte. Het is de zomer van 1984. Er lopen twee zomers door elkaar heen, ook die van 1983. De leenauto van vader waarvan de (elektrische) ramen niet open willen, moet achteraf gezien uit 1983 zijn. En daar koppel ik meteen 'Can't Get Used To Losing You' van The Beat aan. Nee, 1984 gaat helemaal kloppen. In de midden jaren tachtig gaat ons gezin door een financiële crisis waardoor ergens anders verblijven in de vakantie even onmogelijk is. Oudste broer en zus zijn trouwens ook op de leeftijd gekomen dat ze niet met pa en moe en jongere broers naar een camping in Nunspeet willen. We maken dagtochten in deze zomers. Ik weet niet of we in 1984 in Duitsland zijn geweest, maar vaak staat zoiets wel op het programma. Gronau (nabij Enschede) is dan ver genoeg voor een dag met de auto. We zijn in de zomer van 1984 in ieder geval naar de groente- en fruitveiling geweest in Broek Op Langedijk. Ik ben nog té jong om te begrijpen waar die knopjes voor zijn en druk als eerste in een veiling. Daardoor 'winnen' we een hele dure rode kool... De herinnering roept een hele warme doordeweekse dag op. Ik bevind me op de overloop en hoor uit de slaapkamer van Jelte 'Such A Shame' van Talk Talk. Het intro met de olifanten maakt veel indruk.

Als de jaren negentig zijn aangebroken, heb ik al besloten om de jaren tachtig voortaan te 'haten'. In plaats daarvan duik ik diep in de jaren zestig en zeventig hoewel er enkele jaren tachtig-bands zijn die me blijven boeien. Als Jelte een cd-speler in de auto krijgt, raken zijn cassettebandjes overbodig. Ik maak dan nog volop gebruik van de cassette-walkman en krijg zo eens 'Natural History' van Talk Talk. Dan is het vervolgens maandag 26 januari 1998. Ik heb de datum geschreven op 'Waiting For The Sun' van The Doors. Ik verblijf dan drie weken in York en het is iedere dag feest. Tot zover het duurt! Ik heb dat weekend de fiets en de stereotoren gekocht en ga op maandagmiddag op speurtocht voor platen in York. Bij een 'charity' koop ik een stel elpees waaronder 'Natural History' van Talk Talk. Ook tijdens mijn persoonlijke crisis in York en de maanden erna in Mossley speelt de muziek van Talk Talk een rol. Ik reken de groep lange tijd als één van mijn favoriete bands uit de jaren tachtig hoewel de kennis niet verder reikt dan de hitsingles. In 2003 krijg ik een origineel album van Talk Talk. Volgens mij 'The Colour Of Spring' maar dat weet ik eigenlijk niet te herinneren. Hoewel ik dan ben begonnen met de jaren tachtig te herwaarderen, is Talk Talk nog altijd 'de fijne singlesgroep'. De man die ik nu ga noemen, schreef gisteren op Facebook zijn eigen herinnering aan Mark Hollis en Talk Talk en ik heb hem laten weten dat hij verantwoordelijk is geweest voor mijn 'switch'.

Ik leer Xander kennen middels De Buze en als toetsenist van de Steenwijker band Da Skoda's. Ik vergezel de groep zelfs een tijd lang bij optredens als 'roadie'. Of misschien zou het beter passen als ik mezelf een fan noem die op basis van 'roadie' gratis naar binnen mocht en vaak ook drankjes kreeg. Xander en ik hebben beide een voorliefde voor oude symfonische rock en als ik eens door zijn platen snuffel, zie ik Talk Talk tussen Genesis en Yes in staan. ,,Die ken jij vast alleen van de hits? Je moet eens hun albums helemaal draaien!". Dat doe ik omstreeks 2004 voor het eerst, maar... ik kan weinig met het 'gefröbel'. Het duurt tot 2006 eer ik word gegrepen door Godspeed You! Black Emperor dat ikhet ga 'begrijpen'. Talk Talk heeft in het latere deel van haar carrière de basis gelegd voor de latere postrock. Hij noemt ook ergens het solo-album van Mark Hollis welke ik, geloof ik, wel eens heb gehoord. Die ga ik opzoeken in de digitale wereld! Hollis zoekt daar nóg meer de 'verstilling' op als tijdens zijn werk met Talk Talk. Het is, met alle respect, lichtjaren verwijderd van de perfecte pophits als 'It's My Life' en 'Life's What You Make It'.

In de jaren tachtig zijn het eigenlijk alleen de oudgedienden die het twintig jaar ervoor ook al deden die durven te komen met experimentele album-nummers. Talk Talk is niet de enige in mijn optiek die het heeft aangedurfd om iets meer symfonisch uit te komen in dit decennium. Ik vind ABC bijvoorbeeld ook een band die zich onderscheidt van de massa en er zijn nog een paar. Talk Talk zorgt in 2004 voor nóg iets. Het is een woensdag in juli of augustus en ik zoek op de radio naar een zender die me kan vermaken. Dan hoor ik opeens 'Living In Another World' en dan ben ik ingeschakeld bij 'Over De Schutting' met Hugo Van Krieken. Ik zal de daarop volgende jaren een trouwe luisteraar zijn met jaarlijks een contributie aan 'Laat horen' en zal deze show als voorbeeld noemen voor 'Afterglow'.

maandag 25 februari 2019

Singles round-up: februari 3



Hebben we een 'Horizontaal zeven letters' gemist? Is uw schrijver bij veertien graden en zonneschijn binnen gebleven? Ja, helaas wel! Ik heb zaterdag niet alleen een drukke dag gehad maar bovendien schiet het 's avonds een beetje in mijn rug. Niets ernstigs. Ik heb vrijdagmiddag tijdens het werk niet zo'n handige actie uitgevoerd en tijdens de radioshow komt mijn lichaam helemaal tot rust en voel ik het kraken. Een spierverslapper en een paar paracetamol voelt het ietsje beter maar ik durf desondanks de boel zondagmiddag nog niet te forceren. Ik rust dus lekker uit en ga tweemaal naar buiten voor een nicotinebehoefte. 's Avonds fiets ik nog even naar Havelte en terug voor een doosje sigaren en dat is mijn activiteit op deze zondag. Vanmiddag ben ik echter wel een bochtje om gefietst naar de zaak toe en dat maakt veel goed! Ik denk dat ik straks ga vervolgen met 'Een leven met...' maar heb het nieuws nog slechts een half uur geleden voor het eerst gehoord en moet het dus even voorbereiden. Dan ga ik nu verder met de laatste 'Singles round-up' voor deze maand: De laatste zeven uit Dwingeloo. Het klopt dat er zes op de foto staan want eentje is voor de handel...

* Mountain- For Yasgur's Farm (NL, Stateside, 1970)
Buiten staat een 'muurtje' met daarop vastgeplakte singles. Ik zie een Major Minor met een Ivor Raymonde-productie welke ik beslist had gekocht als ik die ergens op een rommelmarkt was tegengekomen. Vaak is het toch bakvulling. Eenmaal binnen duik ik meteen op een paar stapeltjes singles. Veel van The Beatles en dan maak ik al kennis met de 'vriendelijke' prijzen. Ik twijfel even bij 'I Threw It All Away' van Bob Dylan, puntgaaf mét fotohoes. Het tientje zal het rechtvaardigen maar ik heb mezelf nog altijd niet vergeven voor de acht euro voor 'Watching The River Flow'. Dan zie ik deze van Mountain voor twee euro. Weliswaar geen 'Mississippi Queen', maar deze is best okay. Hoewel? Ik heb hem nog niet gedraaid en dat ga ik nu doen. Helemaal geen slecht nummer, misschien zelfs nog beter dan de voorgenoemde titel. Er is nogal wat geschreven op het hoesje: De namen Ekseption en Otis Redding. Toch klinkt het plaatje verre van beroerd en ben ik een gelukkig mens voor twee euro!

* Gene Pitney- Looking Thru The Eyes Of Love (NL, CBS, 1965)
Ik zet hem eerst terug want... ik wil het origineel. Dan kijk ik opnieuw naar de prijs en, ach vooruit, ik heb de b-kant ook nog niet op single. Eenmaal thuis blijkt dit de originele Nederlandse persing te zijn. Het gebeurt niet vaak in 1965 dat een oudere hit als b-kant wordt gebruikt. In geval van deze van Gene Pitney staat 'Twenty-Four Hours From Tulsa' op de keerzijde. De single heeft een zwaar jukebox-verleden achter de rug maar het valt te genieten voor een daalder in euro's. 'Record first published in 1965' zegt het bij 'Tulsa', maar het is desondanks het origineel uit 1963. Een fraaie 'double-sider' voor het geld en ik welkom nog eens een 'upgrade' met fotohoes.

* Mitch Ryder & The Detroit Wheels- Break Out (NL, Stateside, 1966)
Niet op de foto en dat heeft een reden: Ik heb deze plaat puur voor de handel gekocht. Ik heb mijn eigen exemplaar in 2011 op Marktplaats gevonden in een topstaat en met het hartje. Deze heeft geen hartje maar is goedkoop genoeg om wellicht een tientje te verdienen middels een Facebook-pagina. 'Great copy for dj'ing', zal genoemd worden in de aanbeveling. Een licht kraakje op de achtergrond en mijn exemplaar is beslist beter, maar dit is één van de topnummers in de Northern Soul hoewel 'You Get Your Kicks' de ultieme Mitch Ryder is in deze 'scene'.

* Spooky Tooth- Love Really Changed Me (UK, Island, 1968)
Van de handel ga ik meteen door naar een single waarvan ik zelf erg blij word. Ik ben weer een stapje dichterbij in het volledig maken van de Spooky Tooth-collectie voor wat betreft de Nederlandse persingen. Hoewel? Het blijkt de Engelse persing in de Nederlandse hoes te zijn. Ze hebben bij Island dan nog niet veel kaas gegeten van Spooky Tooth want de a-kant heeft als 'credits' Jimmy/Miller/Cary/Wright. Dat moet natuurlijk Jimmy Miller/Gary Wright zijn. Het is een gek nummer waar ik erg aan moet wennen, maar dat geeft de plaat meerwaarde in mijn geval. Als ik me goed herinner, kreeg de single in 1968 alle voor handen zijnde sterren van Hitweek en dat kan ik best begrijpen. Het is echter té 'underground' voor de hitparade en het klinkt allemaal bedrieglijk als Traffic.

* Supersister- Radio (NL, Polydor, 1973)
Helaas geen fotohoesje, maar wie weet... Soms heb je gewoon zin in een bepaalde single en dat geldt in sterke mate voor 'Radio'. Ik heb vorige week donderdag een 'Double Dutch Afterglow' gedaan en ik heb aanvankelijk 'Radio' in gedachten maar zwicht toch voor 'She Was Naked'. Ik leer 'Radio' kennen middels één van de 'Nederpop'-compilaties op Polydor en de liefde is sindsdien altijd gebleven. Wie weet komen we nog eens een 'upgrade' tegen voor weinig?

* The Supremes- He's My Man (NL, Tamla Motown, 1975)
Over 'upgrades' gesproken! Ik koop de Amerikaanse persing op de dag na kerst bij Mark. Het plaatje is goed te draaien maar niet helemaal nieuwstaat. Woensdag kom ik de Nederlandse persing met fotohoes tegen voor ongeveer dezelfde prijs en in een absolute nieuwstaat. Deze Nederlandse mag dus de Blauwe Bak in en ik plaats de Amerikaanse in de 'algemene' jaren zeventig-bak. Ik heb zitten te denken om hier de Week Spot van te maken, maar moet daar nog een nachtje over slapen.

* Howard Tate- Look At Granny Run Run (Duitsland, Verve, 1967)
De a-kant sla ik meteen over en ga naar de keerzijde. Daar vindt je meestal de betere kant van Howard Tate. 'Half A Man' is inderdaad het soort dat we beter gewend zijn van Tate en de reden dat het in de koffer mag naast 'Ain't Nobody Home' en 'Glad I'd Knew Better'. We zullen donderdag zien hoe deze 21 singles eruit gaan zien in een top tien!

zondag 24 februari 2019

De Poolse droom



We zijn al een tijdje niet meer in Mossley geweest. Ik bedoel in dat geval Soul-xotica en niet over de achttien jaar sinds mijn laatste bezoek. Hoewel ik weer volop aan het werk ben en mezelf heb verlost van de medicijnen, zal het uiteindelijk tot eind april duren eer ik merk dat ik de depressie heb verlaten. In de eerste maanden van 1999 heb ik bezit genomen van de 'top shop'. De meubelwinkel zit aan een zijstraatje (Queen Street) dat lastig is te vinden voor menigeen. Op de hoek van Queen Street en Manchester Road kunnen we heel goedkoop gebruik maken van een hoekpand. De winkel is ingericht voor het meer exclusieve porselein maar fungeert vooral als vraagbaak waar de mensen de meubelwinkel kunnen vinden. De handel is nihil en het zal tot eind april duren eer ik de hele zaak leeg trek en inricht als boeken- en platen-discounter. Ik zit dagen lang tevergeefs op klanten te wachten. Intussen schrijf ik veel, lees een boek, luister naar de radio of één van de zelf gemaakte cassettebandjes. Mrs. Hatfield komt driemaal in de week langs voor een kopje thee en een praatje en stopt me wat zakgeld toe voor een drankje of twee in de Tollemache Arms. Het dromen ben ik ook nog niet verleerd! Zo droom ik begin 1999 van een voortzetting van het idealisme in een héle vreemde omgeving. Het wordt andermaal een verhaal waaruit blijkt hoe naïef ik in 1999 werkelijk in het leven sta. Gelukkig ben ik in die twintig jaar 'ietsje' verstandiger geworden...

Twintig jaar geleden. Het lijkt als de dag van gisteren en toch is het iets langer geleden. Het internet heeft reeds zijn intrede gedaan maar is alleen toegankelijk voor 'experts'. Ofwel: Zo wordt ermee om gesprongen. We hebben modems op het kantoor en de computer met het internet is verboden gebied voor ons. Hoewel? Als je het héél lief vraagt? Ik schrijf in deze tijd nog iedere maand een column voor het magazine van Het Bolwerk. Dat hoef ik niet langer uit te printen en in een envelop naar Sneek te sturen maar mag opeens via de email. Secretaresse Norah of een collega en computernerd helpen me daarbij. Ik geloof dat ik via deze prille internet-ervaring ook voor het eerst hoor van de Emmaus in Lublin. Niet meer dan een mailadres en een telefoonnummer. Opeens heb ik het plan klaar: Ik wil naar Polen om mijn idealisme voort te zetten. Het is allemaal heel snel geregeld. Op het parkeerterrein aan de voet van Queen Street staan geregeld Poolse vrachtwagenchauffeurs en met één van hen sluit ik een 'deal'. Over twee dagen kan ik mee rijden tot Gdansk. Ik pak andermaal mijn spullen in en dat is méér dan alleen een rugzakje. Ik verwacht dat de chauffeur 'leeg' terug gaat (maar waarom moet hij anders twee dagen in Mossley wachten?) en dat zijn oplegger als verhuiswagen gebruikt kan worden. Een dag voor vertrek sein ik het thuisfront in. ,,Waarom kan het niet?". Nou, Gerrit, omdat je een identiteitskaart hebt en daarmee niet voorbij de Poolse grens gaat komen. Je moet eerst een paspoort hebben. De chauffeur vertrekt de volgende dag zonder mij.

Na het telefoontje van mijn ouders word ik opeens erg moe en moet even slapen. Omdat het bed vol ligt met ingepakte spullen besluit ik een 'knippertje' te doen in de leunstoel. Ik slaap dus rechtop. Ik kan me de droom nog helemaal herinneren. Ik heb op dat moment een leren jasje waaraan ik erg ben gehecht. Ik droom dat ik de jas weg geef en tegelijk een spijtgevoel krijg. De ontvanger geeft het terug met de boodschap: ,,Denk goed na voordat je iets weg gooit". Zo word ik wakker met betraande ogen. Dit 'visioen' zal ik nog menigmaal 'gebruiken' en achteraf gezien heeft de wijsheid me van iets heel doms willen weerhouden. In Mossley gelooft men echter in mijn stoute dromen en ik word financieel bij gestaan om een paspoort te bemachtigen. Daarvoor moet ik naar het Nederlandse consulaat in Manchester. Het betekent twee vrije dagen (aanvragen én ophalen) en de Emmaus betaalt eveneens voor de treinreis zodat ik wat geld over hou om te spenderen in Oldham Street. Wat me tevens herinnert aan het verhaal dat ik in januari heb geschreven. Ik heb toen niet het bonte shirt met de Amerikaanse landschappen gekocht, dat had ik toen al een half jaar. Ik heb in december 1998 een glimmend nylon shirt gekocht met een kunstzinnig motiefje. Die heb ik reeds jaren geleden weggegooid.

Dan heb ik een paspoort en kan de reis beginnen? Nee, dat wordt eerst nog een hele tijd uitgesteld. Er is namelijk helemaal niks bekend over Lublin. De ene heeft het over een soepkeuken voor daklozen, de andere over een mega-grote kringloopwinkel. Ik begrijp ook uit de correspondentie dat het veelal met zwakbegaafden werkt. Die onduidelijkheid houdt me aanvankelijk in Mossley en komt een dag voor mijn 24e verjaardag helemaal tot bloei. In de zomer van 1999 wordt me andermaal duidelijk dat ik eerst de schuld bij de Rabobank moet inlossen en dat heeft als effect dat ik in oktober terug keer naar Nederland. Twee maanden uitkering kan de schuld betalen en een spaarpotje geven zodat ik terug het idealisme (en bijbehorende armoede) in kan. Het is uiteindelijk 'mate' John die me helemaal behoed van deze stap. Ik ben hem achteraf gezien dankbaar!

Vanaf februari 1999 tot en met juni 2000 heb ik nooit liggend geslapen. Ik denk alleen in de dagen dat ik bij mijn ouders ben, thuis zit ik te slapen. Ik herinner daardoor al mijn dromen en meen visioenen te hebben en belangrijke boodschappen door te krijgen. Natuurlijk is het niet gezond en ik kan het ook niemand aanraden! In de paasvakantie ga ik een week naar Nederland en wellicht levert dat schrijfvoer op, anders kom ik zeker terug op het weekend van mijn 24e verjaardag.

De foto boven dit verhaal is gemaakt op een paar meter afstand van de 'top shop'. Het is het gebouw van de Royal Bank Of Scotland, op de hoek van de 'helling' naar 'Top Mossley'. Mossley kent namelijk drie 'lagen'. De 'top shop' staat in 'bottom Mossley', maar is in werkelijkheid de middelste laag. De wijk Micklehurst is het laagst gelegen gebied. Queen Street loopt af vanaf Manchester Road tot aan het Huddersfield Canal. De doorgaande weg klimt geleidelijk waardoor het een kilometer is naar Top Mossley. Er loopt echter halverwege ook een voetpad naar de top en dat neem ik op één van mijn eerste kerkbezoeken. Nooit weer! Té steil en ik zit de hele kerkdienst in mijn eigen zweetlucht.

vrijdag 22 februari 2019

Singles round-up: februari 2



Het is maar goed dat ik woensdagavond niet meteen ben gaan schrijven over de winkel in Dwingeloo. Ik heb de voornaam van de uitbater verkeerd verstaan en heb een zekere associatie met een bijna identieke naam. Dan vertel ik donderdagmiddag collega's van de winkel en noem de naam die ik heb onthouden. ,,Verrek, is dat dezelfde die daar-en-daar werkt?". Dan herinner ik me dat ik zijn visitekaartje mét foto heb meegenomen en zie ik zijn werkelijke naam. Nee, het is niet degene die daar-en-daar werkt. Bart Kiers is op de leeftijd gekomen dat hij niet meer hier en daar hoeft te werken en zich dus mag wijden aan de hobby die als een rode lijn door zijn leven heeft gelopen. Ik heb zijn winkeltje in Ruinen 'gemist' en het is dankzij twee post-collega's uit de regio dat ik in december hoor van de nieuwe winkel in Dwingeloo. Op de foto oogt het erg bescheiden en het heeft een single van Roberto Jacketti & The Scooters vooraan staan. Het is, achteraf gezien, het hoekje met de euro-bak en ik mag blij zijn dat ik daar niet op af ben gegaan. Omdat hij de winkel open heeft als ik normaal gesproken aan het werk ben, snipper ik woensdag en ga een kijkje nemen. Kort door de bocht: Het is een paradijsje voor de verzamelaar. Een oase op het Dwingelderveld. Een winkeltje dat je qua aanbod zou verwachten in een middelgrote stad en niet nabij de Aldi in een dorp waar winkels eerder sluiten dan dat ze openen. Een vriendelijk ontvangst, gespreksstof voor weken en een paar heerlijke koppen koffie. Zo spit ik door de bakken met singles welke zeer fraai zijn geprijsd. Alleen de euro-bak sla ik ditmaal over en dat geeft een goed excuus om nóg eens te gaan. Ook omdat ik een paar 'duurdere' singles heb laten liggen. Vandaag presenteer ik jullie de eerste zeven uit het winkeltje van Bart in Dwingeloo.

* The American Breed- Green Light (NL, Dot, 1968)
Een fraaie binnenkomer! Ik zet het groene licht aan voor een aantal mooie jaren zestig-singles en een paar uit de jaren zeventig. Deze van The American Breed ben ik nog nooit tegen gekomen. Het is in 1968 de opvolger van 'Bend Me Shape Me' en is geschreven door Annette Tucker en Nancie Mantz, een combinatie die ik vooral ken van het debuutalbum van The Electric Prunes. Het zit dicht tegen nummers van The Prunes aan maar dan zonder de synthesizers en mét blazers. Echt zo'n lekkere 'feelgood'-stamper uit de jaren zestig voor een erg geschikte prijs.

* Chicken Shack- Tears In The Wind (NL, Blue Horizon, 1969)
Bij deze twijfel ik even hardop. De Nederlandse persing in fotohoes voor een hele leuke prijs, dit is té leuk om te laten liggen. Als ik singles eruit moet gooien, spreek ik mijn twijfel uit. Bart zet een draaitafel aan en hoewel de naald niet koosjer klinkt, geeft het de doorslag in mijn twijfel. Het is deze zomer een kwart eeuw geleden dat ik de eerste 'I'd Rather Go Blind' van Chicken Shack koop en het is dan de 1974-uitgave. De Engelse Blue Horizon uit 1969 vind ik pas jaren later. Ik herinner me een 'Albatross'-gelijkend instrumentaal nummer op de b-kant. Is dat 'Tears In The Wind' of 'Sad Clown'. Door alle lawaai heen hoor ik iemand zingen en dus heb ik hem nog niet. Geen Christine Perfect (later McVie) op deze plaat maar een deemoedig klinkende heer met een nummer dat niet onderdoet voor 'I'd Rather Go Blind'. Een vergeten pareltje dat een kans maakt op een plek in de 'Eindstreep'.

* Combo Juveniles- Never Leave Me Lonely (Suriname, Uncle, 1974)
En dan wordt het gokken voor vier euro. In 2013 koop ik via Marktplaats een aantal singles van een Surinaamse dj en maak ik kennis met de Suri-soul. Dat wil er in 2013 nog niet echt in omdat ik teveel op Northern Soul ben gefixeerd, maar met de huidige Carib-soul hobby 'past' het opeens in het plaatje. Het heeft als gevolg dat 'Stir It Up' van Names & Faces (eveneens op Uncle) weer is gaan groeien en waarschijnlijk zijn entree in de reserve-Blauwe Bak gaat maken. Of moet ik, naast de gospel, ook een aparte Suri-soul koffer in het leven roepen? Combo Juveniles mag in de reserve-Blauwe Bak verblijven want de gok is goed uitgevallen! Helaas niet op Youtube want wat wil ik deze graag met jullie delen! Het nummer danst net zo mijn hart binnen als 'Can't Let You Go' van Affetuosos Of St. Vincent een paar jaar geleden. Misschien zet ik hem ook wel gewoon in de koffers want daar staat Affetusos eveneens sinds jaar en dag.

* Django- Timothy (NL, Polydor, 1971)
Ik heb deze single al eens in 1992 gekocht maar die doet 'verstoppertje'. Eén euro en vijftig cent verder heb ik weer een exemplaar te pakken. Een plaat met een legendarische geschiedenis. Nee, dan heb ik het niet over 'Timothy' van The Buoys maar over de zanger en zijn band Django. De band reist vanuit Amerika door de wereld en komt door het lot terecht in Bantega. Klinkt als Mexico, maar ligt zeshonderd kilometer ten noorden van Parijs bij Langelille. Django gaat met Peter Koelewijn de studio om dit plaatje op te nemen. Het flopt en Koelewijn en Polydor hebben geen interesse in een vervolg. Dan wordt Koelewijn benaderd door een oudere welgestelde heer uit Amerika die hem smeekt en grof geld biedt om nóg een plaat op te nemen met Django. Peter houdt voet bij stuk en het blijft bij deze single. De reden dat de oudere man nóg een plaat van Django wenst, heeft een achtergrond. De man is de vader van de zanger. Vader heeft pas een relatie gekregen met een véél jongere en zeer aantrekkelijke vrouw. Hij heeft zijn zoon met een flink gevulde envelop de wereld in gestuurd en hoopt dat hij zo lang mogelijk weg blijft zodat hij niet hoeft te vrezen voor avances tussen zijn zoon en zijn nieuwe vrouw. Django kiest kort daarop weer voor 'the road' en de afloop is onbekend. De plaat zelf bevestigt andermaal het bezwaar van Koelewijn. De beste man is niet de meest getalenteerde zanger om het zwakjes uit te drukken. De viool van The Buoys is vervangen door blazers en het klinkt als een kruising tussen The Doobie Brothers en de Nederlandse Mailer Mackenzie Band.

* The Equals- Give Love A Try (NL, President, 1967)
Het leven zit vol verrassingen. Ja, zet dat maar op een tegel voor mij! Bart blieft twee euro voor deze fraaie Nederlandse persing met fotohoes en ik blijf een zwak houden voor Eddy Grant en zijn mannen. Je komt thuis en zet de plaat op. Je verwacht een woeste stamper in de traditie van 'Baby Come Back' en 'I Get So Excited' en dan...? Een prachtig gedragen nummer met genoeg gitaar om in de Carib te passen plus een zeer soulvolle Eddy Grant aan de microfoon. Het had in de Suri-soul gekund als de groep niet uit Engeland afkomstig zou zijn. Reserve-Blauwe Bak naast 'Black Skin Blue Eyed Boys' dan maar?

* Marianne Faithfull- The Ballad Of Lucy Jordan (UK, Island, 1979)
Je kan soms zomaar zin krijgen in een plaat en dat is woensdagmiddag het geval bij deze van Marianne Faithfull. Ik heb in 2003 'Broken English' op cd gekocht en met name deze ballade ontelbaar vaak gedraaid. Nu hou ik de Engelse persing in mijn handen voor twee euro en hak ik de knoop door. Niet langer een plaat voor iedere dag maar desondanks blij om deze eens in de bakken te hebben.

* Little Richard- Freedom Blues (NL, Reprise, 1970)
De Blauwe Bak bestaat al meer dan tien jaar. Toch is het pas in 2012 gaan groeien in de huidige vorm. In het begin heb ik lachwekkende platen in de Blauwe Bak staan die tegenwoordig weer in de desbetreffende Gele Bakken staan. Het is 2011 als 'Freedom Blues' van Little Richard eens ter sprake komt in email-verkeer met Peter van Singlehoesjes.nl. Hij stuurt me een opname van het nummer. Ik ken de plaat dan alleen van de buitenkant. Hij staat in 1991 voor vijf gulden tevergeefs te wachten op een nieuwe eigenaar bij Sunrise Records. 'Freedom Blues' wordt in 2011 een 'telefoontoppertje' en de plaat staat hoog op de verlanglijst voor de Blauwe Bak. Bijna acht jaar later bemachtig ik deze fraaie single met fotohoes maar is de Blauwe Bak-liefde helemaal verdwenen. Leuk voor op een zondagavond maar meer ook niet voor Richard Penniman. Hij staat echter wel in de 'ere-Blauwe Bak' met 'A Little Bit Of Somethin'.

Eretitel: 'So Far Away'



Ik zag afgelopen week dat ik een half jaar geleden met vakantie ging. Momenteel wacht ik af of mijn vakantieaanvraag wordt gehonoreerd en in dat geval ga ik over een half jaar opnieuw met vakantie. Ik verwacht geen problemen doordat het ruim buiten de bouwvak is en ik maar één week samen met een andere collega niet aanwezig ben. Hoewel? Daar werd vorig jaar nog wel even gepoogd 'een probleem' van te maken, maar ditmaal lijkt het in kannen en kruiken. In 2017 is het bijna tijd voor het zomerse verlof als ik 'So Far Away' driemaal laat schitteren in 'Tuesday Night Music Club' maar op dit moment voelt de vakantie nog ver weg. Dit betekent echter dat ik in 2017 een sprongetje ga maken naar september en oktober want vanaf half november tot en met december doe ik evenmin een 'Listen Carefully'. Als de zomer, hopelijk, op gang komt zal ik met de serie in 2018 arriveren. Ik heb het al vaker gezegd: Mocht ik van plan zijn om te stoppen met 'Listen Carefully' (en ik zie daar geen aanleiding voor...) dan kan de 'Eretitel' altijd nog een jaar vooruit! Vanavond dus met driemaal 'So Far Away'.

3. Dire Straits (1985)
Ik zal met de deur in huis vallen: Ik ben geen Dire Straits-fan. Ik heb in 2003 het debuut van de groep weten te waarderen en heb het toen ook nog geprobeerd met andere albums. Met 'Love Over Gold' wordt het teveel gefröbel naar mijn mening waar ik op de eerste albums nog de eenvoud van J.J. Cale kan waarderen. Ik kan niet lang 'boos' blijven en dat betekent dat ik zelfs uit 'mindere' periodes van een artiest of band nog kleine favorieten weet te erkennen. 'So Far Away' is en blijft een fantastisch radio-nummer en soms de enige reden om 'Brothers In Arms' op te zetten. Fan of geen fan maar ik heb gewoon alle albums van Dire Straits, vaak gekregen van vrienden of goedkoop gescoord op rommelmarkten. 'So Far Away' is zelfs kandidaat voor de tweede plek in deze 'Eretitel' totdat ik besluit tóch nog even de nummer twee op te zoeken in de database. Dire Straits is dus hekkensluiter.

2. The Chords (1999)
Politiek correct moet ik de bandnaam in kleine letters schrijven. The Chords heeft niet alleen een liedje met de titel 'So Far Away' maar heeft eveneens een album uit 1999 hier naar vernoemd. De jongens leren fietsen als de tweede Mod-revival in Engeland een feit is en dat is precies de hoek waar The Chords in thuis hoort. Muzikaal verwant aan The Jam met zelfs een cover van The Marvelettes' 'I'll Keep Holding On' als bonus, uiteraard in de stijl van de jaren zestig-Mod-band The Action. 'The Second Wave Of Mod' valt samen met de opleving van de skinhead-beweging en dan heb ik het uiteraard niet over de extreem-rechtse figuren met méér haar dan hersenen. De originele skinheads zullen hun grip verliezen in de midden jaren tachtig en hun haardracht (of het gebrek daaraan) en kledingstijl moeten afstaan aan volk waar niemand blij van wordt. De tweede Mod-golf kenmerkt zich door scherpe drie minuten-liedjes en daar grossiert ook The Chords in op dit album met het titelnummer als fraai voorbeeld. Dat mag vandaag op twee.

1. Carole King (1971)
,,Daar moet je eens een boek over schrijven", heb ik vaak gehoord in de tijd dat ik nog graag een stuk muziekgeschiedenis oreerde naar niet-zo-geïnteresseerde toehoorders. Ik denk dat ik in 1993 de 'eye-opener' heb gehad toen ik meende dat een collega van de krant oprecht interesse had in het muzikale verhaal dat ik op stak. Toen ik klaar was, zei hij: ,,Ja, zo heb ik een interesse voor archeologie...". Een boek schrijven, heeft me in die zin nooit aangesproken. Muziek is iets dat persoonlijk is en wat ik zeker niet wil opdringen en met een boek creëer je al snel een album dat iedereen in de kast moet hebben. Zo lees ik in de jaren negentig eens een gids voor 'het kopen van cd's'. Ofwel: 'Dit is mijn smaak en dat is de enige juiste'. De schrijver is helemaal lyrisch over 'Tapestry' van Carole King. Natuurlijk: Het album is essentieel gebleken in de wereld van de singer-songwriters. Aretha Franklin heeft bijvoorbeeld al een overtuigende performance gemaakt van 'Natural Woman' en op 'Tapestry' brengt King het terug tot de proporties van de originele demo. Toch meen ik lange tijd dat de schrijver het album heeft overschat. Dan is het omstreeks 2003 als ik mijn eerste exemplaar op de kop tik en de daaropvolgende maanden zal het album groeien tot proporties van... een héle echte favoriet. Essentieel voor iedere platencollectie? Maar natuurlijk! Wie deze plaat nog niet heeft, móet hem meteen morgen kopen! Wat? Opdringerig? Het hemelse 'So Far Away' van Carole King staat met vlag en wimpel bovenaan!

woensdag 20 februari 2019

Het zilveren goud: februari 1994 deel III



Het twintigste bericht van deze maand en dat betekent dat ik weer op schema zit. Publiceren na 'Afterglow' wordt hem vaak niet en dus kunnen jullie vrijdag weer twee berichten verwachten. Zaterdagavond wordt hem vaak ook niet en dan zondag of maandag weer twee berichten. Toch blijft Soul-xotica voor eeuwig mijn 'lief klein dagboekje' ook al valt nog wel eens een dag uit. Ik hoop niet dat ik over twee maanden denk van 'verrek, ik ben dát helemaal vergeten te melden in februari', zoals ik twee weken geleden schreef bij Horrible Dying en de maand januari in 1994. Bij het bericht van volgende week heb ik wel een herinnering en dus hou ik het vanavond een beetje kort. In maart zijn er weer volop verhalen beschikbaar! Vanavond de laatste vijf die ik van de zwager van Klaas heb gekocht en de eerste van een vlooienmarkt in de Veemarkthal. Volgende week en ook de week daarop volop aandacht voor deze vlooienmarkt. Wat? Over twee weken zijn we maart? Ja, ik weet het: Een optelsom van 'Het zilveren goud' van februari en maart 1994 gaf nagenoeg acht evenredige afleveringen van zes singles en dat aantal is het beste op de foto te krijgen...

1669 Ma Marihuana-The Sub (Duitsland, Rex, 1970)
1670 Capital Punishment-The Sandy Coast (NL, Relax, 1969)
1671 Caroline-Status Quo (UK, Vertigo, 1973)
1672 Walkin' In The Rain With The One I Love-Love Unlimited (NL, Uni, 1972)
1673 Kiss Me Quick-The Red Hot Peppers (NL, Phonogram Special Products, 1961)
1674 All By Myself-Eric Carmen (NL, Arista, 1976)

The Sub heb ik in de jaren zestig-bak staan, maar zie op 45cat dat de plaat eigenlijk uit 1970 komt. Als het werkelijk uit 1968 was geweest, had de plaat ook vast meer 'credit' gekregen. Het label heeft 'underground gruppe' tussen haakjes staan en dat is om potentiële liefhebbers van overige Rex-platen te waarschuwen. Het is niet de meedeinende schlager of Beierse wals van de overige platen op het Rex-label. The Sub maakt in 1970 nog schaamteloos gebruik van de 'phasing' zoals dat is gebruikt in 'Itchycoo Park' van The Small Faces. De plaat heeft een hele rare dynamiek qua volume. In het bluesy tweede gedeelte ligt de volume opeens lager en wordt de boel open gedraaid voor het slotakkoord. Hoewel nog weinig bands durven zo openlijk over drugs te zingen, klinkt de plaat een beetje als mosterd na de maaltijd. Het beschrijft welhaast een LSD-droom en dat kan natuurlijk nooit voortkomen uit een sjekkie met groene blaadjes. The Sub en Eric Carmen zijn overigens de enige die in 1994 een fotohoes hebben. Sandy Coast en Status Quo komen in neutrale hoesjes, maar die van de laatste is helemaal gescheurd en ik was weer eens vergeten om blanco hoesjes mee naar zolder te nemen. Love Unlimited heb ik in juli 2011 in Leiden van een fotohoesje voorzien. Eric Carmen is de eerste van een hele dag plezier op de vlooienmarkt. Ik ga niet alleen 's ochtends maar ga even voor sluitingstijd terug voor nóg meer!

Week Spot: The Soul Stirrers



Inmiddels is het jubileum al twee jaar achter de rug en niemand durft hardop te zeggen dat de band tussen 1979 en 1985 uit elkaar was. Ik heb het dan over de Engelse folkrockband Fairport Convention. Op dat moment is Simon Nicol de enige muzikant die betrokken is geweest bij de oprichting en hij ziet in 2008 gebeuren dat over honderd jaar nog altijd een Fairport Convention actief is. ,,Bij het 150-jarig jubileum van een kerkkoor klaagt ook niemand dat er geen oorspronkelijk lid meer bij zit". De spijker op zijn kop! De zwarte gospel kent zo ook haar 'instituten'. The Soul Stirrers is daar eentje van, hoewel ik niets kan vinden of de groep nog altijd actief is. The Soul Stirrers wordt namelijk niet vaak genoemd behalve als het komt tot een paar grote zangers die hun loopbaan zijn begonnen in het kwartet. De groep stuwt in de jaren zestig nog een tijdje voort op het feit dat Sam Cooke zijn carri1ere hier is begonnen en brengt in 1969 de single 'Striving' uit. Twee jaar later wordt dit nummer gebruikt als b-kant en dat is de hoedanigheid zoals ik de plaat in de gospelkoffer heb. Van de eerste persing zijn evenmin labelscans te vinden. De kersverse Week Spot is 'Striving' van The Soul Stirrers uit 1969.

Ik hoop dat 45cat me meer antwoorden kan geven, maar dat beperkt zich uiteraard alleen tot de singles. Dat laat zien dat The Soul Stirrers tot en met 1979 schijfjes op zeventien centimeter doorsnee hebben uitgebracht. In 1980 is blijkbaar nog een elpee verschenen op Savoy maar dan houdt het verder wel op. Wikipedia concentreert zich alleen op de eerste veertig jaar en moffelt de rest een beetje weg. Toch heeft het een fikse tegenstrijdigheid in het artikel. Het opent met de zin 'wier' loopbaan meer dan tachtig jaar beslaat'. In de tegenwoordige tijd en dus zou dat negentig jaar moeten zijn. Anderzijds geeft het in de 'sidebar' aan dat de band actief is geweest vanaf 1926 tot en met de jaren zestig. Wikipedia is niet zaligmakend, maar het zet wel vraagtekens bij dit bericht. Is The Soul Stirrers nu nog steeds actief of niet?

Silas Roy Crain staat in 1926 aan de wieg van de groep. Het begint met een kwartet dat liederen zingt in 'jubilee'-stijl en is gevestigd in Trinity in Texas. Een paar jaar later vertrekt Crain naar Houston en sluit zich aan bij een bestaande gospelgroep onder de voorwaarde dat zij zich The Soul Stirrers gaan noemen. In Houston raakt The Soul Stirrers steeds meer onder de invloed van de 'hard gospel' van Mahalia Jackson en Sister Rosetta Tharpe en ontwikkelt de groep haar stijl dat haar stempel op de latere rock en soul zal drukken. The Soul Stirrers is het schoolvoorbeeld van een mannelijk zangkwartet. Muziekarcheoloog Alan Lomax maakt in 1936 de eerste opnames van The Soul Stirrers. Kort daarop verhuist de groep naar Chicago. Kort na de Tweede Wereldoorlog tekent The Soul Stirrers een contract bij Specialty Records. In 1950 wordt de groep versterkt door een negentienjarige jongeman: Sam Cooke. Cooke zal de daaropvolgende vier jaar bij de groep blijven en bezorgt The Soul Stirrers in 1951 een eerste hit met 'Jesus Gave Me Water'. Johnnie Taylor zal later eveneens zijn eerste schreden zetten met The Soul Stirrers en verder zal Sam Cooke de groep trouw blijven tot zijn veel te vroege dood. In de vroege jaren zestig maakt The Soul Stirrers platen voor Cooke's SAR-label. In de tweede helft van de jaren zestig krijgt de groep een contract bij Checker. Het zal mede door The Soul Stirrers een gospel-label worden. In de vroege jaren zeventig staat Checker immers voor 'spirituals and sermons'.

The Edwin Hawkins Singers heeft in 1969 een verrassende hit met 'Oh Happy Day' en dit veroorzaakt veel 'antwoorden'. Zo laat Checker The Soul Stirrers samenwerken met Harold Smith's Majestic Choir in de hoop om ook een hit te kunnen scoren. Ondanks releases in Frankrijk en Engeland lijdt dat schipbreuk. 'Striving' is dan nagenoeg geflopt en wordt in 1971 toegevoegd als b-kant van 'Slow Train'. Het is de laatste single op Checker en daarna zal The Soul Stirrers nog uitkomen voor Jewel en Savoy. Het meeste succes oogst de groep echter met verzamelalbums waar Sam Cooke volledige 'credit' krijgt op de hoes.

Ik heb afgelopen zaterdag een gospel-editie gedaan van de 'Sweet 16', de 'after hours' van 'Do The 45' en draai hierbij ook 'Striving'. Dat doet mij besluiten de plaat binnenkort Week Spot te maken. Het heeft een stevig Chicago-geluid en dat mag ik graag horen. Als Slade 'meer dan kerst alleen' is, dan is The Soul Stirrers méér dan alleen Sam Cooke!

Singles round-up: februari 1



Opeens zie ik het weer helemaal zitten om de schade in te halen. Ik ben vanmiddag op singles-jacht geweest en dat levert maar liefst 21 schijfjes op die ik in drie afleveringen aan jullie ga voorstellen. De vervanging van de band is andermaal een dag uitgesteld en zal morgenochtend horen bij de fietsenmaker of deze akkoord gaat met mijn plan: De fiets donderdagmiddag na afloop van het werk brengen en vrijdag om half drie weer op pikken. Ik wil de band in ieder geval vóór het weekend hebben gerepareerd want zondag móet er uiteraard worden gefietst als de voorspellingen uitkomen. Overigens kan ik melden dat even buiten Uffelte de Pioneer over de 19.000 kilometer is gegaan. De fietstocht gaat eerst naar Dieverbrug. Het is meer dan een jaar geleden dat ik voor het laatst bij de kringloopwinkel ben geweest. Hoofddoel van de tocht is een nieuw winkeltje in Dwingeloo waar ik jullie in het volgende bericht meer over ga vertellen. Bij de kringloop ben ik niet bepaald kritisch en gris iedere Engelstalige pop-single mee die ze hebben liggen. Er blijft niet veel over in Dieverbrug en ach... ze zijn maar vijftig cent per stuk. Dat zijn de zeven die ik eerst aan jullie ga voorstellen. De partij in Dwingeloo is echt de moeite waard en wil deze berichten niet 'vervuilen' met de vangst uit Dieverbrug. Hierbij de zeven uit de laatstgenoemde winkel. Wie wil er een blokje kaas?

* Baccara- Darling (NL, RCA Victor, 1978)
Tijdens mijn shows op Wolfman Radio leg ik geregeld uit dat wij, Europeanen, het Engels hebben geleerd door te luisteren naar platen van Baccara. Nu ik 'Darling' uit het hoesje neem en het label bekijk, zou dit een gehele taalcursus kunnen bevatten. Vijf minuten en tweeëntwintig seconden steenkolenengels? Ik ben reuze benieuwd! De singles uit Dwingeloo heb ik eerder vanavond al beluisterd, maar de partij uit Dieverbrug gaat weer 'live' met de Stanton in de aanslag. Ah! Nu herinner ik hem weer hoewel het flink was weggezakt. Ik kan de 'oh ffs' al voorzien als ik in de chatroom aankondig dat ik vijf minuten Baccara ga draaien, maar verder erg leuk voor een zondagavond!

* Bobby Brown- My Prerogative (Duitsland, MCA, 1988)
In het bericht of de berichten over de laatste keer dat ik in Dieverbrug ben geweest (zal omstreeks 11 november 2017 zijn geweest) maak ik al melding van het jongerencentrum 'Triumph' in Heerde waar veel van de jaren tachtig-platen van afkomstig zijn. Dan heb ik even de indruk dat ze een hele grote partij hebben gekocht en deze stukje bij beetje gaan aanvullen. Ik vermoed dat ik Bobby Brown in 2017 heb laten liggen omdat de hoes té 'scruffy' oogt en ik nooit echt een grote fan van het nummer ben geweest. Opvallend is ook dat de eerste van drie singles zijn van artiesten die 'Brown' als achternaam hebben en dus lijkt het nog steeds wel op een partij van een discotheek. Qua vinyl ziet het er stevig gebruikt uit maar het valt qua achtergrondgeluid nog mee, zeker voor zo'n grote hit. Er heeft het afgelopen jaar iets plaats gevonden, ik ben 'My Prerogative' een heel klein beetje gaan waarderen en dus vallen de stukjes nu op zijn plaats.

* O'Chi Brown- A Whiter Shade Of Pale (NL, Sky, 1984)
Het zou bijna een vuistregel in de muziek kunnen zijn: Een liedje heeft pas eeuwigheidswaarde als er tenminste één reggae-versie is opgenomen. Nu vermoed ik dat O'Chi Brown niet de eerste is geweest die Procol Harum heeft opgenomen, zeker is wél dat er vast betere reggae-versies zijn opgenomen. O'Chi stamt uit een tijd dat reggae niet meer dan een 'deuntje' is geworden, een bepaalde instelling op de synthesizer en dat in de verste verten niets meer van doen heeft met de oorspronkelijke reggae uit de jaren zestig. Wat niet weg neemt dat het een leuk plaatje is voor op de zondagavond, maar nee... een hoogvlieger is het niet. Dat wist ik trouwens ook al toen ik de vijftig cent betaalde. Op een gekke manier kan ik me herinneren dat de plaat net uit was.

* Peter Brown- Love In Our Hearts (NL, TK, 1979)
Ik kon me vaag herinneren dat ik Peter Brown ooit had genoemd in een bericht over een Week Spot en dat blijkt juist: Betty Wright heeft hem in 1978 ontdekt. Ik heb 'Love In Our Hearts' altijd al een raar nummer gevonden en het wil maar niet wennen. Ook nu ben ik door dat handjeklap en het getrommel de 'beat' steeds kwijt, maar valt me de fraaie versjes in doosop-stijl me nu voor het eerst op. De b-kant heet 'Penguin' en is meer rechttoe rechtaan disco en dat is helemaal niet slecht! Toch gaat de plaat gewoon in de jaren zeventig-bak.

* Olivia Newton-John- A Little More Love (NL, EMI, 1978)
Heb ik deze of niet? Ik weet dat ik de Engelse persing ergens moet hebben want die heb ik meegenomen uit Mossley. De Nederlandse zal ik vast ook ergens hebben, maar niet met een goede fotohoes als deze. Dat betekent in ieder geval dat deze single niet in de virtuele kaartenbak terecht komt en dus over 25 jaar ook niet in 'Het zilveren goud'. Bij de virtuele kaartenbak heb ik besloten de 'andere persingen' eruit te laten als die al eens aan bod zijn geweest in de eerder gekochte persing. Ook ben ik de vele Duitse walsen en Nederlandstalig antiek uit de lijst aan het verwijderen en geeft het een zwaar vertekend beeld van de totale omvang van de collectie, maar blijft het wel interessant voor 'Het zilveren goud'. Ik draai nu Olijfje even en dat is alleen maar voor persoonlijk genot. Ik hou al veertig jaar van dit nummer en dat zal wellicht nooit veranderen.

* Billy Preston & Syreeta- With You I'm Born Again (NL, Motown, 1979)
Ook deze komt niet voor in de virtuele kaartenbak. Ik heb in ieder geval in 2013 de Amerikaanse Motown gekocht en wellicht dat ik de eerste Nederlandse persing in de jaren negentig heb gekocht. Het is een nummer dat je heerlijk kan 'vergeten' en dan hoor je het opnieuw en dan: Kippenvel maakt bezit van mij. Niet alleen vanwege de prachtige 'match' van Billy's stem en Syreeta, maar ook omdat dit nummer me doet denken aan mijn jeugd. De single klinkt paasbest en dus mag ik andermaal vier jaar oud zijn op een zekere zondagavond. Mét fotohoes en dus in ieder geval een 'upgrade' voor in de jaren zeventig-bak.

* David Soul- Silver Lady (NL, Private Stock, 1977)
Onze gebeden zijn verhoord! Wolfman heeft eindelijk de 'autos' een update gegeven. 'Autos' is de jukebox die speelt als er geen live-show is. Eind 2015 moest hij na de wisseling van server snel een nieuwe jukebox samenstellen. Naar verluid kostte ieder nummer hem tien minuten om toe te voegen, ongeacht de duur van het nummer. Hij had de jukebox dus vol gestopt met Pink Floyd, Led Zeppelin en langere nummers van The Doors. Nu lijkt het alsof hij de jukebox heeft aangesloten op een database van jaren tachtig- en negentig-muziek en nu is de Eurodance soms tenenkrommend, maar het is iets anders dan de gebruikelijke jukebox. Die bestaat nog wel en soms sijpelt een 'I Don't Like Mondays' van Boomtown Rats door. Of 'Silver Lady' nog in de lijst staat? Geen idee, die heb ik een tijdje niet meer gehoord en des te meer reden om de single mee te nemen. Ik ken David Soul muzikaal eigenlijk alleen van 'Don't Give Up On Us' en, nee, daar maak je mij niet blij mee. 'Silver Lady' daarentegen? Een lekker onbezonnen jaren zeventig-liedje. Ik heb hem nu in een fraaie staat op vinyl en met de fotohoes. Toch is dit alles nog maar het voorgerecht van twee afleveringen 'Singles round-up' dat 'smullen' met een hoofdletter 'S' mag heten. Nu dan de nieuwe Week Spot.

dinsdag 19 februari 2019

Horizontaal zeven letters: Zondag 17 februari



Tussen mijn SP-activisme en de hernieuwde interesse voor politiek zit toch wel tien jaar. Is er veel gebeurd in die tien jaar? Ja, genoeg, alleen heb ik dan het gevoel dat ik als burger niets heb in te brengen. Nee, voordat iemand denkt dat ik opeens mee lift op het gedachtegoed van een nieuwe partij, dat is allerminst het geval. De politiek heeft mijn interesse even niet meer en ik besef niet het grote verschil dat een stem voor het PvdA, de VVD of de SP maakt. De interesse reikt verder dan krantenkoppen, zo ga ik iedere week even uitgebreid zitten voor het vragenuur op dinsdagmiddag. Dat is inclusief voorstellen waarbij ik mijn schouders op haal omdat ze me totaal niet raken. Maar goed, de aanleiding voor politiek op Soul-xotica? In de huidige klimaatdiscussie probeer ik het hoofd koel te houden en dat valt niet mee. Er is vast iets aan de hand en het kan allemaal ook wel ietsje minder, alleen hoeveel invloed hebben we en welk resultaat hebben de voorgenomen plannen? Dat Nederland het klimaat aanneemt van Noord-Frankrijk is al een tijdje bekend, maar... deze warmte in februari? Ze verwachten achttien graden komende zondag! Toch ben ik zelf niet echt rouwig om de korte winter en de vroege lente en heb het er zondagmiddag van genomen. Astronomische kilometers? Nee, met precies vijftig kilometer ben ik weer thuis en heb dan wel iets van de wereld gezien!

In Steenwijk of Nijeveen moest ik eerst een paar kilometer fietsen voordat 'het echte werk' kon beginnen. In Uffelte begint de fietstocht op het erf. Ik heb met mezelf stevige afspraken gemaakt. De achterband moet hoognodig worden vervangen en dus moet ik geen té grote risico's nemen. 'Een beetje in de buurt blijven'. Verder zet ik de helm af. Dat hoofddeksel heeft buiten baat voor de aerodynamica eigenlijk geen doel op een ligfiets maar het geeft me in woonwerkverkeer iets meer zekerheid. Ik stel de voorwaarde dat de helm af mag maar dat we dan niet harder dan twintig per uur mogen. Ik overtreed de 'wet' een paar maal maar ik heb 'de boodschap begrepen': Genieten is belangrijker dan prestaties. Ik wil eerst naar Diever maar niet rechttoe rechtaan. Zo pak ik een stukje Weg Achter De Esch mee voordat ik het fietspaadje op ga richting Wittelte. In plaats van richting Oldendiever te gaan, neem ik een weg iets richting Wapserveen en ga dan fietsknooppunten volgen naar de zuidwestelijke rand van Diever. Eerst maar een stuk Doldersummerveld om vervolgens langs het onderduikershol naar het knooppunt Berkenheuvel te gaan. Daar ga ik het zuidoosten in en verlaat bij Geeuwenbrug het bos en steek de rijksweg en het water over. In de buurt van Eemster ga ik voor een tweede maal even rusten en besluit ik de zelfontspanner op de camera aan te spreken. Dat heeft deze foto tot gevolg. In zomerse tooi! Hoewel ik een t-shirt, overhemd en trui eronder heb, draag ik hier mijn zomerjack. Het is de laatste zomerjas in het verhaal van december hoewel ik net een andere (en flinterdunne) varsity op de kop heb getikt.

Ik heb de hele middag al zin in een terrasje met koffie en appeltaart maar zoals gewoonlijk wordt dat niks. Het is pas in de buurt van Dwingeloo dat ik kans maak op zoiets en het zweet breekt me uit als ik de volle terrassen zie. De bakkerij is eveneens dicht en dan ga ik naar de snackbar er tegenover. Het kan me verblijden met koffie en in plaats van appelgebak neem ik maar een broodje hamburger met saus. Het begint net te schemeren als ik weer in Uffelte ben. Ik heb precies vijftig kilometer gefietst en dat verrast mij! Ik raak niet uitgepraat over deze omgeving (mijn 'achtertuin') en het is verbazingwekkend hoe je binnen zo'n korte afstand op zulke opzienbarende plekken kan komen. De Pioneer gaat morgen voor een verse band en ik heb nu al zin in zondag!

Hier en nu: Dakota



Hoewel ik normaal gesproken op dinsdag de Week Spot publiceer, kom ik daar vanavond in geen geval aan toe. Ik heb trouwens ook nog geen idee welke plaat het moet gaan worden en dus ga ik even verder de 'inhaalslag' om aan het einde van de maand op 28 berichten te komen. Vanzelfsprekend laat ik een 'Weekplate' dit jaar schieten en maak ik me liever op voor de tiende verjaardag in 2020. ,,Art for art's sake", zingt 10CC in de jaren zeventig en ik hekel alles in de kunst dat moet omdat het moet. Daarvoor is de kunst (en de muziek) me een veel té vrij universum. Daar gelden niet de aardse maatstaven. Als mijn collega's in 2013 beginnen met 'Untapped' op Wolfman Radio ben ik aanvankelijk sceptisch. Dat wordt in zekere zin bepaald door een aantal residentiële artiesten die de strijd met de commerciële media is aan gegaan. Een scheet van een onafhankelijke artiest of groep ruikt altijd naar bloemen ook al ruikt het even muf als wanneer deze wordt gelaten door een artiest met een platencontract. Dit maakt dat ik lange tijd recht tegenover 'Untapped' sta en de artiesten zoveel mogelijk probeer te mijden. Ruim vijf jaar later is er sprake van een filter in de show en collega Lee doet het steeds minder voor de actieve artiesten op de sociale media die naar de chatroom komen om alleen naar hun eigen liedje te luisteren. Sindsdien maak ik eveneens deel uit van het 'Untapped'-team. Na jaren van een maandartiest gaan we in 2017 over op de 'plaat van de week'. Het is rond dezelfde tijd dat ik in de ban van 'Hum' van de Nederlandse band Eerie Wanda en dat is de eerste of tweede 'plaat van de week'. Lee krijgt, geloof ik, hierdoor een andere aanbeveling en dat is een band waar ik nog nóóit van heb gehoord: Dakota. Twee jaar later zet ik de band in de schijnwerpers.

Dakota heeft dan pas een EP in eigen beheer uitgebracht en als Lee 'Icon' hoort is hij vlug bereid. Dakota heeft dus eveneens in januari 2017 de 'Record Of The Week' te pakken. Het is al tien jaar geleden sinds ik voor het laatst in een tijdschrift van het Nederlands Pop Instituut heb gebladerd en dus ontgaat mij veel op het gebied van het Nederlandse clubcircuit. Eerie Wanda heeft een paar maanden eerder in Meppel gespeeld en dat is hoe ik de naam ken. Gedurende 2017 en 2018 verneem ik niets van beide bands hoewel ik 'Icon' nog geregeld als 'oldie' heb gedraaid. Dan is het januari 2019 en verneem ik dat Eerie Wanda een nieuw album heeft gemaakt en moet ik direct denken aan Dakota. Een week later zie ik dat 'Here's The 101 On How To Disappear' van Dakota eveneens een feit is. Zo ontstaat een week geleden al het verlangen om de release met een bericht op Soul-xotica te vieren, maar... het is pas tot vanmiddag eer ik informatie ga opzoeken over de band. Daarvan krijg ik een brok in de keel en besef ik me andermaal hoe belangrijk het is om dit album te promoten. De band zal zélf niet meer zoveel doen en het is dus aan ons als radiomakers en een enkeling met een blog om ervoor te zorgen dat dit prachtige album bij de liefhebber (m/v) terecht komt.

Ik zoek in eerste instantie naar een beetje 'achtergrond' als ik meteen middels de eerste link in het heden terecht kom. En ja, dan doet het verleden er ook niet echt toe. De foto toont vier jonge meiden die ook buiten de band elkaars' beste vriendinnen zijn. Het moet dus des te pijnlijker zijn om te beschrijven wat er momenteel gaande is. De officiële oprichtingsdatum en dergelijke informatie heb ik dus niet voor jullie. De band timmert al een tijdje aan de weg als eind 2016 de EP uit komt met 'Icon'. De muziek van het kwartet wordt enthousiast ontvangen en terecht. Het maakt haar opwachting op een aantal festivals in binnen- en buitenland en komt de plaat uit via het Amsterdamse label Dapper. Het album kan dan nog even verder een zegetocht maken en dan is Dakota helemaal klaar voor de zomerse festivals? Op dat moment laten Lana Kooper, Annemarie Van Den Bom en Jasmine Van Der Waals weten dat het debuutalbum van Dakota ook meteen het laatste album is van de groep. Niet vanwege meningsverschil of omdat de ambities ergens anders liggen maar een reden dat maakt dat dit het album en de titel extra lading mee geeft.

In een interview met 'Broadly' wordt de groepsdynamiek aangehaald want Dakota heeft een 'handicap'. Zangeres Lisa Brammer heeft borderline en kampt met depressies. Dit heeft zijn weerslag op de band. Terwijl Dakota na een geslaagd optreden op Noorderslag op de top van haar roem is, neemt Lisa stapjes terug en repeteren de andere drie vaak zonder haar. Als Dakota op een 'showcasefestival' kan spelen, krijgt Lisa daags van tevoren een inzinking. Voor de band is de vraag: Gaan we of niet? Dakota gaat wel maar regelt intussen een aparte slaapkamer voor Lisa zodat ze goed haar rust kan pakken. Toch wordt Dakota steeds meer een factor van 'hectiek' voor haar en zondert ze zich verder af. Het opnameproces van het album is moeizaam en het product is 'af' als de vriendinnen een alarmerend telefoontje krijgen. Lisa is opgenomen in het ziekenhuis na een overdosis medicijnen. Slechts een paar weken later zal het nóg eens gebeuren. Voor de dames is het een klare zaak: Het album gaat uit komen maar is ook meteen het laatste levensteken van de band. De 'droom' die Dakota heet, moet nu heel langzaam uit het leven van Lisa verdwijnen zodat ze zich hopelijk kan hervinden.

Hoewel 2019 slechts een paar weken oud is, staat 'Here's The 101 On How To Disappear' al een tijdje op de 'shortlist' van beste albums van 2019 voor mij. Het is iets dat ik pas recent heb ontdekt terwijl het tien jaar geleden is dat ik een elpee van Asobi Seksu heb gekocht: Ik ben heel diep van binnen een enorme liefhebber van 'dream pop'. Dat speelt zich grotendeels af in de onafhankelijke hoek en dus is 'Untapped' een goed doorgeefluik van het genre. Het is een genre waarin veel bands op elkaar lijken en tóch vind ik bij Dakota en haar debuut iets 'subtiels' dat ik mis bij andere bands. 'Icon' is eveneens door gestoten naar het album en dat is goed nieuws! Hoewel ik in jaren niet meer naar een concert ben geweest, zou ik bijna op de fiets stappen om Dakota eens 'live' te zien, maar helaas... dat gaat hem dus niet meer worden. Het album is zeer zeker een toekomstige 'sleeping beauty', want ja... zonder promotie komt het niet veel verder. Het is de gezondheid van Lisa dat voorop staat en dus mag je hopen dat het album, hoe mooi ook, zo snel mogelijk wordt 'vergeten'.

maandag 18 februari 2019

Raddraaien: The Easybeats



Zo... ik ga jullie flink wat leesvoer bezorgen op deze maandagavond. Na deze aflevering van 'Raddraaien' komt sowieso nog één bericht en als ik dan nog zin heb? Deze serie 'Raddraaien' nadert een einde, maar dat kan nog altijd een maand duren. Deze serie ben ik in november 2017 begonnen en dus wordt het wel weer eens tijd voor een 'update'. Nadat ik Bryan Ferry ietwat heb afgerafeld omdat ik dacht dat ik al eens over hem had geschreven, heb ik bij The Easybeats eveneens het gevoel alsof ze eerder aan bod zijn geweest. Ditmaal zal ik een bericht van normale lengte achterlaten. Vanavond de 38e single uit de zevende jaren zestig-bak. We komen dan bij een plaatje dat pas in 1987 of 1988 is geperst maar hetgeen muziek bevat die in 1968 is opgenomen: 'Hello How Are You' van The Easybeats.

Waar en wanneer? Dat brengt me bij de virtuele kaartenbak. Ik kan me herinneren dat ik de single op een fancy-fair in de Veemarkthal in Sneek heb gekocht, alleen... in welk jaar? Dat is iets waar ik de komende tijd over na mag denken samen met de overige singles die ik in de jaren negentig van de vorige eeuw heb gekocht en die anno 2019 in de gele bakken staan. Ik gok op april 1996. Ik leer het nummer kennen middels 'Goud Van Oud' bij Veronica op de vrijdagmorgen nadat het nummer is gebruikt door Peek & Cloppenburg. In navolging van Skol: Wat is er geworden van Peek & Cloppenburg? Daar kan ik straks ook wel even naar kijken. Eddy Ouwens neemt in deze periode zijn eigen versie op van 'Hello How Are You' en staat een paar weken in de Tipparade. Hier hebben we echter het origineel van The Easybeats en het lijkt erop alsof dit plaatje ooit gratis is weggegeven bij aanschaf van een mantelpakje. Of wellicht een spijkerbroek? Ik geloof dat Peek & Cloppenburg destijds de tegenhanger was van C&A, maar nogmaals: Dat ga ik in dit verhaal even proberen uit te zoeken.

Eddy Ouwens heeft dus in 1987 een coverversie, maar het plaatje dat centraal staat in 'Raddraaien' is al in 1985 uitgebracht. Het heeft een instrumentale versie door Clous Van Mechelen op de keerzijde. Dat Peek & Cloppenburg een schreeuw uit het verleden is, klopt wel deels. De zaak wordt in 1869 in Rotterdam opgericht door de Duitse kooplieden Johann Theodor Peek en Heinrich Anton Adolph Cloppenburg. In 1901 opent het de eerste winkel in Duitsland en dat is het land waar P&C tot op de dag van heden het meest actief zal zijn. Toch wordt het in de jaren tachtig even een bekend merk van radio en televisie dankzij de commercials waarin steeds weer een andere uitvoering van 'Hello How Are You' zit. In de jaren negentig komt het klad erin als Peek & Cloppenburg besluit het merendeel van haar filialen om te bouwen naar het winkelconcept Anson's. Hier worden internationale merken tegen bodemprijzen aangeboden, maar het komt in Nederland niet van de grond. Een aantal winkels worden doorverkocht aan Vögele en anno 2019 heeft Peek & Cloppenburg nog drie winkels in ons land: Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Verder is het een bekend merk in de landen rondom Duitsland en het voormalige Oostblok.

Hoewel The Easybeats eind 1964 wordt opgericht in Australië en geldt als dé eerste rockband van het continent dat een wereldwijde doorbraak heeft met 'Friday On My Mind', hebben de leden allemaal ergens anders hun wieg staan. Twee van hen zijn zelfs geboren en getogen in Nederland. Johannes Hendrikus Jacob Van Der Berg is dan achttien jaar oud. Hij is geboren in Voorburg en heeft al gespeeld bij de Haagse band The Starfighters. Dingeman Adriaan Henry Van Der Sluijs is een jaar jonger en heeft zijn wieg in Hilversum staan. Hij is de bassist van de groep en neemt de naam Dick Diamonde aan. Van Den Berg gaat zich Harry Vanda noemen. Slaggitarist George Young komt uit een muzikale Schotse familie en verder wordt de band gecompleteerd door de Engelsen Stevie Wright (zang) en Gordon 'Snowy' Fleet (drums). De jongens treffen elkaar in de Villawood Migration Center waar de families eerst een jaar mogen wonen voordat ze los worden gelaten in de Australische maatschappij. Ondanks dat de Beatlemania in volle gang is, heeft Australië in 1965 nog geen eigen antwoord hierop. Nog voordat hun ouders als volwaardig Australische burgers worden beschouwd, heeft rock & roll-minnend Australië de kroost al in de harten gesloten. Als 'Friday On My Mind' eind 1966 de toppen van de hitparades bereikt, is het duidelijk voor de jongemannen dat ze in Australië niet verder kunnen groeien en maken de oversteek naar Engeland. Daar wordt hun muziek ietsje zoeter en dat komt vooral tot haar recht in 'Hello How Are You' dat ook in Nederland een zevende plek op de Top 40 behaalt. Een jaar later is de koek helemaal op en buiten een kortstondige reünie in 1986 zal The Easybeats niet meer bijeen komen.

George Young en Harry Vanda zijn echter een huwelijk aan gegaan voor een paar decennia en zullen in de jaren zeventig en tachtig onder andere Stevie Wright produceren ('Evie parts 1, 2 & 3' is een meesterwerk!) en ook de band van George' jongere broers Angus en Malcolm: AC/DC. Angus herinnert zich jaren later nog altijd de Easybeat-manie in Australië. ,,Op een dag kwam ik van school en was er een horde schreeuwende vrouwelijke fans voor ons huis. De politie hield hen op afstand en wilden mij er niet door laten omdat ze niet geloofden dat ik daar woonde". Ook hebben Young en Vanda een reeks hits als het studioproject Flash & The Pan. De mannen hebben dan Albert Productions overgenomen, de onafhankelijke Australische productiemaatschappij dat eveneens verantwoordelijk is voor de vroege Easybeats-singles. Als de mannen met pensioen gaan, wordt ook Albert Productions van de hand gedaan hoewel Vanda tegenwoordig weer een productiemaatschappij heeft met zijn zoon.

Eretitel: 'One In A Million'



De kop en de foto staan al klaar, nu de rest van het verhaal. Ik zou gisteravond na de show nog enthousiast gaan publiceren maar op een ene of andere manier 'lukte' het niet en heb dus maar wat ontspanning gezocht op Youtube. Het gevolg is dat ik nóg verder achterop schema ben komen te liggen, maar ach... Ik heb nog ruim een week om aan 28 berichten te komen. Vandaag is de start van mijn 'weekend' want ik heb woensdag vrijaf genomen. Eigenlijk met fietsplannen in het achterhoofd, maar het blijkt dat morgen en woensdag juist ietsje minder gaan worden. Enfin, ik zie dat het zondag (volgens de verwachting) achttien graden kan worden en bovendien moest de achterband nu toch maar eens worden vervangen. Desondanks heb ik voor woensdag een bezoek aan een platenwinkeltje in gedachten en wellicht levert dat nog een 'Singles round-up' op? Vandaag ga ik in ieder geval beginnen met een 'Eretitel' en eentje die is geïnspireerd door een plaatje dat in de zomer van 2017 mijn leven komt binnen dansen: 'One In A Million'.

3. Pet Shop Boys (1993)
In de brugklas van de LEAO wordt me doorgaans niet vaak gevraagd naar mijn mening. Dan wordt een bepaalde les heel erg informeel en mogen we onze favoriete bands en artiesten noemen. Het is 1988 en ik ben dan al helemaal in de ban van The Moody Blues maar weet ook dat het niet 'cool' is om dat te noemen. Het regent Madonna, George Michael en Michael Jackson in de klas, een enkele Normaal en dan ben ik aan de beurt. De klas ligt in een deuk als ik Pet Shop Boys noem. Waarom? Ja, dat is me nog steeds niet duidelijk. Feit is dat mijn broer idolaat is van het duo en ik vind ze 'cool' genoeg als antwoord. De liefde voor Pet Shop Boys is bij mij in de nieuwe eeuw pas echt op stoom gekomen. Toch moet ik bekennen dat ik niet echt een herinnering heb bij 'One In A Million'. De top twee staat echter als een paal boven water en dus zet ik de heren Lowe en Tennant vandaag op een derde plek: 'One In A Million' van het album 'Very'.

2. Kim Morrison (1978)
Dit is in de zomer van 2017 de aanstichter van de 'Listen Carefully I Shall Say This Only Three Times' rondom 'One In A Million'. Kort daarna bemachtig ik mijn exemplaar van de single en is het de Week Spot. Bij de zoektocht naar de ware Kim Morrison stuit ik op een biografie en ik vermoed dat dit niet onopgemerkt voorbij is gegaan bij Morrison en haar fans. Als ik een paar weken later de kijkcijfers bekijk, steekt dat bericht met kop en schouders uit boven de rest. Als iemand de 'link' weet, zou ik het graag willen weten! Ik begin het verhaal al met 'de kop en de foto staan al klaar' en voor de rest volg ik ook de top drie zoals ik die gisteravond in gedachten had. Ik ben echter met mezelf in conflict omdat Kim Morrison in mijn beleving nét ietsje meer 'favoriet' is, maar vooruit maar... Kim Morrison moet het vandaag met een tweede plek stellen.

1. Maxine Brown (1966)
Smaken verschillen. Wat voor de ene bloedirritant is, kan door de ander als zeer prettig worden ervaren. Ik haal het label van de originele 'One In A Million' van 45cat nadat ik heb gekeken of de 1975-heruitgave nergens in de wereld een fotohoesje heeft gehad. Nee dus... Er wordt volop gediscussieerd over deze single en het is opvallend hoe weinig échte Northern Soul-fans zich in de discussie mengen. In de Northern is 'One In A Million' een mijlpaal. De meeste kennen echter de 1975-heruitgave waarbij het rauwe geluid van het origineel 'vriendelijker' is gemaakt. Het is meer ruimtelijk met een echo en een fraaie stereo-weergave. Het origineel is zwaar mono, heeft geen echo en in de brug gaan de koperblazers het 'rood' in. ,,De blazerssectie is rechtstreeks gejat van Stevie Wonder's 'Uptight' maar Maxine staat erom bekend dat ze weinig memorabele nummers kon maken", schrijft iemand op 45cat. Ik weet niet waar ik moet beginnen om te zeggen hoe oneens ik het ben met deze stelling. De link met 'Uptight' is waar, maar... weinig memorabel? Het is juist het onderkoelde dat ik kan waarderen in Maxine Brown's platen uit de midden jaren zestig en in 'We'll Cry Together' uit 1969 gaat ze zo diep dat het pijn doet. 'One In A Million' staat als een trofee in de Blauwe Bak-koffer en wil daar geen verkeerd woord over horen. Begrepen? Vanzelfsprekend dus dat het op nummer 1 staat in deze 'Eretitel'.

vrijdag 15 februari 2019

Het zilveren goud: februari 1994 deel II



Hoewel ik gisteravond vooral heb opgedragen aan de radioshows ben ik toch nog een stukje verder opgeschoten met de virtuele kaartenbak. Van de, op Soul-xotica vermelde, singles die ik tot en met 2015 heb gekocht moeten de letters H tot en met Z nog uit de lijst en van de ouderwetse kaartenbak de R tot en met Z. Toch blijkt dat ik een hoop singles mis. Niet alleen een aantal uit de oude kaartenbak, maar ook meer recente aankopen. Ik ben in november 2017 zeer in mijn nopjes als ik 'Nothing Ever Happens' van Del Amitri vind bij de kringloop in Dieverbrug, volgens SOul-xotica zou ik deze een paar weken vóór de verhuizing naar Nijeveen in Tuk hebben gekocht. Ook 'I Love Your Smile' van Shanice zou ik dubbel moeten hebben en staat in dezelfde partij singles uit 2010 een titel waar ik nog nóóit van heb gehoord. Het is dus zaak om door, nog ingepakte, dozen te gaan want er moet nog meer zijn! Vanavond wordt pijnlijk duidelijk dat ook van de 'oudjes' er een aantal ontbreken. In één geval wil ik niet té hard treuren, maar de andere mis ik toch echt wel. Ik ga andermaal terug naar februari 1994 en ga vanavond op bezoek bij iemand in Sneek.

Twee jaar geleden heb ik jullie in deze rubriek kennis laten maken met Klaas. Hij restaureert al jukeboxen in de tijd dat deze muziekapparaten 'hot' zijn bij de yuppen. Hij neemt ontslag als hij op een bepaald ogenblik niet-originele onderdelen moet toepassen op een authentieke machine. In de jaren 1992 en 1993 zit hij in de Nauwe Noorderhorne. Eerst in het pand waar de jukeboxwinkel van Twister heeft gezeten en na een paar maanden trekt hij in het oude pand van Sunrise, precies tegenover de oude stek. De inkomsten uit de platen en de snuisterijen zijn te minimaal en Klaas is té perfectionistisch om aan de lopende band jukeboxen te restaureren. In 1993 besluit hij weer terug te gaan naar een garagebox. Zijn familie is even bezeten van jukeboxen en platen als Klaas zélf. Ik kom geregeld bij zijn zwager Henk over de vloer en ontmoet ook een andere zwager. Die nodigt me ook eens uit om bij zijn singles te kijken. Dat vindt op deze bewuste zaterdagmiddag in februari 1994 plaats. Hij heeft maar liefst twee op en top gerestaureerde jukeboxen staan. Hij en zijn vrouw sparen al singles sinds de jaren zestig en daardoor hebben ze bepaalde platen 'dubbel'. Ik kan me nog herinneren dat het echtpaar elk in 1969 'Maybe Tomorrow' van The Iveys heeft gekocht, een plaatje dat ik zelf pas in 2006 voor het eerst zal vinden. De besluiteloosheid wiens exemplaar de beste is, maakt dat ik nog dertien jaar moet wachten. Dan is de Duitse persing vrij algemeen verkrijgbaar en voor een niet astronomisch bedrag. De Nederlandse met fotohoes koop ik uiteindelijk in 2010. Het blijft bij dit eenmalige bezoek en eigenlijk is dat best jammer. Niks ten nadele van Klaas of Henk, maar dit is een verzamelaar zoals ikzelf. Eentje met meer interesse voor eind jaren zestig dan jaren vijftig en minder de mentaliteit van een handelaar. Elkaar platen 'gunnen' is wat telt bij hem. Vanavond zien we de eerste twee singles die ik bij hem koop plus de laatste twee van de kringloop in Bolsward en twee uit een Bolswarder antiekzaakje dat ik recent heb ontdekt.

1663 Pearl's A Singer-Elkie Brooks (NL, A&M, 1977)
1664 If You Feel The Funk-LaToya Jackson (NL, Polydor, 1980)
1665 Go Walking-Theo Van Es (NL, Negram, 1971)
1666 Stamping Ground-Moondog (NL, CBS, 1970)
1667 Voodoo Chile-The Jimi Hendrix Experience (UK, Track, 1970)
1668 I Saw Her Again-The Mamas & The Papas (NL, MCA, 1966, re: 1981)

LaToya Jackson ontbreekt op het appel en dat is op zichzelf geen wereldramp. Er zijn leukere platen te bedenken en het moest niet erg moeilijk zijn om een vervangend exemplaar te vinden. Bij Moondog ligt dat anders. Het neemt me terug naar de zomer van 2002 als ik min of meer in Leeuwarden bivakkeer. Ik zit dan bijna dagelijks in een kroeg met iemand die een hele interessante muzieksmaak blijkt te hebben. Aan de ene kant is hij idolaat van hardcore-punk en vertelt dan op een middag dat hij in de ban is geraakt van Moondog. ,,Ja, daar heb ik een single van", roep ik enthousiast uit. Ik kan me de single dan niet echt herinneren, alleen maar dat het een erg 'raar' nummer is. Hij vertelt honderduit over de muzikant Moondog en... misschien moest ik dat ook nog maar eens doen! De single krijgt in 1970 een Nederlandse release omdat 'Stamping Ground' is uitgeroepen als 'thema' van het Holland Pop Festival in het Kralingse bos. Ik beloof jullie hierbij binnenkort een uitgebreider bericht over Moondog, want ja... voorlopig doet die niet mee in 'Raddraaien'. Brooks en Jackson komen van de kringloopwinkel in Bolsward en de laatste is de enige met een fotohoesje. De eerste solo-single van The Shoes-zanger Theo Van Es en Moondog komen van een heel klein antiekzaakje in Bolsward. Aan de buitenkant oogt het alleen maar als diggelgoed en ik word in de kringloopwinkel getipt dat deze ook een paar leuke singles heeft liggen. We gaan hier nog terug komen! Hendrix en The Mamas & The Papas komen van de zwager van Klaas alsook vijf van de singles van volgende week. 'Voodoo Chile' is uit de eerste oplage met het witte kader op de fotohoes. Omstreeks 1999 plaats ik de tweede persing zonder wit kader bij deze en die staan nog steeds gebroederlijk naast elkaar in de jaren zeventig-bak. Hoewel het prijsverschil minimaal is, is deze met de witte lijst het meest gezocht. Volgens mij heb ik voor deze vijf gulden betaald. Ik had The Mamas & The Papas gegokt als een Duitse persing maar kijk toch even op 45cat. Dan blijkt dat de Nederlandse en Duitse series niet parallel liepen en dat 'I Saw Her Again' met 'Words Of Love' alleen in Nederland is uitgebracht. Het gaat me in 1994 vooral om het laatste nummer. Sinds de zonsverduistering in 1999 heeft 'I Saw Her Again' eeuwigheidswaarde gekregen voor mij.

woensdag 13 februari 2019

Week Spot: Doug Gibbs



Tot slot de kersverse Week Spot van deze nieuwe week en dat gaat een kort verhaaltje worden. Er is namelijk helemaal niets bekend over Doug Gibbs behalve dat hij schijnbaar de leadzanger was van Master's Children. Hij heeft in 1972 alleen deze single gemaakt voor het obscure Oak-label. Het is doorgaans een voorwaarde bij een Week Spot dat er wel iets moet zijn om over te schrijven, maar aan deze wet ga ik deze week voorbij. Enerzijds omdat het me goed uitkomt en aan de andere kant omdat dit de Week Spot móet worden! Het is de vroege jaren zeventig en zelfs de budget-studio's kunnen een fraaie stereoplaat voortbrengen. Het is evenwel nog jaren voordat de disco een feit is en dat levert prachtige muziek op tussen twee werelden van soul. Het is de muziek waar ik me de laatste jaren vooral mee bezig houd. Doug Gibbs wordt voor een vriendelijke prijs aangeboden door Mark en het raakt me meteen. Er zit een erg fraaie dynamiek in het nummer zonder dat het 'over the top' wordt. Het is een zogenaamde 'builder'. Ieder coupletje is heel subtiel ietsje anders dan het vers ervoor hoewel het refrein een terugkerende factor blijft. Doug onderhoudt me soms een hele dag tijdens het werk en de fietstocht naar huis en ik hoop dat ik daar nóóit genoeg van ga krijgen. Doorgaans is het voorstellen de laatste zin van de inleiding en kan het verhaal beginnen. Nu besluit ik het bericht met deze tekst. De nieuwe Week Spot heet 'I'll Always Have You There' van Doug Gibbs uit 1972. 'Let the music do the talking'.

Eretitel: 'One Of These Days'



Ach, vooruit! Ik heb onlangs een paar maal de 'Eretitel' overgeslagen en ik loop in 'Tuesday Night Music Club' nog altijd een anderhalf jaar vóór op de 'Eretitel' en dus kan ik een bonus-aflevering aanbieden. Dan besluit ik straks met de Week Spot en zie jullie dan vermoedelijk vrijdag weer met 'Het zilveren goud'. Sommige afleveringen van 'Listen Carefully' staan me nog helder voor de geest. Het is het liedje van Bedouine dat me aanzet om een derde titel te zoeken omdat we natuurlijk al Pink Floyd hebben. Toch moet gezegd worden dat de 'jukebox' van Wolfman Radio al teveel Pink Floyd-nummers heeft waardoor het eigenlijk 'not done' is om in een reguliere show te draaien. Tot mijn grote verrassing vind ik een derde plaat met de titel 'One Of These Days' en besluit ik Pink Floyd helemaal buiten beschouwing te houden. Als die zou meedoen in deze 'Eretitel'? Nummer twee! Ik heb het album 'Meddle' omstreeks 2003 grijs gedraaid en is anno 2019 één van de weinige Floyd-elpees waar ik nog steeds naar kan luisteren. Dat is met 'Dark Side Of The Moon' en 'Wish You Were Here' behoorlijk anders gelopen. Hier zijn echter de drie alternatieven voor Pink Floyd.

3. Neil Young (1992)
Het resultaat is een 'moeilijke' aflevering om een top drie te bepalen. Toch heeft het lot bepaald dat Neil Young de hekkensluiter moet zijn. Hoewel de man een potje kan breken bij mij ben ik geen 'hardcore' fan. De man heeft platen uitgebracht die beneden zijn stand waren en daarentegen ook een paar schoonheden. 'Harvest Moon' uit 1992 is zo'n album waarop Neil zichzelf weer heeft gevonden. Een prachtig album van start tot finish en in mijn herinnering is het 'One Of These Nights'. Daarmee ben ik in de war geweest met The Eagles en dus mag Neil Young met het correcte 'One Of These Days' deel uitmaken van deze 'Eretitel'. Het besluit is lastig geweest en toch voel ik dat ik het nummer tekort doe met een derde plek. Snel verder met de tweede dan?

2. Marvin Gaye (1963)
Kijk! Deze had ik niet kunnen bedenken. Het is de b-kant van 'Pride & Joy', de zesde single van Gaye op het Motown-label. Ik kom deze eventueel tegen op een verzamelalbum met a- en b-kanten van Motown-singles uit 1963. Het begint als de zoveelste Motorcity-productie. De harde drums maken meteen kenbaar dat dit uit Detroit komt. Vervolgens horen we een bijna melancholiek zingende Gaye op een upbeat begeleiding. Dat is een combinatie die je zelden hoort en verklaart ook waarom ik dit obscure kantje boven het juweel van Neil Young plaats.

1. Bedouine (2017)
Op één staat het 'mopje' dat mijn zomer van 2017 helemaal compleet heeft gemaakt. Ik herinner me de dag dat ik 's avonds, geloof ik, het verhaal heb verteld op Soul-xotica. Ze is dan al helemaal ingeburgerd in Uffelte. En dat is ze nog altijd. Minder frequent dan twee jaar geleden, maar het is nog geregeld als ik aan het koken ben en ik een 'relaxt' muziekje wil horen dat ik het debuut van Bedouine op zet. Ik heb ook nog getwijfeld bij haar concert in Utrecht in november van dat jaar, maar nee... De ervaring in november 2011 maakt dat ik absoluut niet meer ben te porren voor concerten. Ik heb teveel concerten gezien en daardoor veel vergelijkingsmateriaal en dat is niet eerlijk voor de zwoegende muzikant op het podium. Ik hoor ook liever steeds hetzelfde liedje opnieuw in dezelfde uitvoering dan dit te verstoren met een podium-arrangement. Met andere woorden: Bedouine moet het doen zonder mij in het publiek maar ik ben wel 'in spirit' aanwezig. Nieuwsgierig naar het oorspronkelijke verhaal? Zoek dan naar 17 juli 2017 ('Terug naar een voortkabbelende bron'). Bedouine staat met vlag en wimpel op nummer 1.

Ik weet niet of ik vrijdag meteen weer een 'Eretitel' ga doen. Morgen zal het wel niks worden. Dan is het een aspirant-Blauwe Bak aanwinst die me het opzetje geeft voor een 'Listen Carefully'.