woensdag 31 oktober 2012

uit de jeukdoos: Pat Lewis


De 'Northern Soul Jukebox'-dvd is allerminst een slechte aankoop geweest. Het heeft het afgelopen jaar gefungeerd als leidraar waarmee ik de markt van de Northern Soul op kon, maar ook ontdek ik nog (bijna) dagelijks nummers die ik nog niet eerder had gehoord of die me niet opgevallen waren. Het is enerzijds een gevaarlijke rubriek, als ik eenmaal het verhaal van een artiest heb verteld, kan ik dat moeilijk gaan herhalen als ik besluit een plaat tot Week Spot te benoemen. Ik ben wat dat betreft al wat te voorbarig geweest met mijn bericht over Laura Lee, die écht erom vraagt een weekje de Week Spot te worden. In andere gevallen is het ietsje eenvoudiger om een aflevering van de jeukdoos te doen, zoals in het geval van Pat Lewis. Originele persingen van haar singles worden wereldwijd gezocht en als er eentje opduikt, is die vaak niet voor de poes! Ik sluit niets uit, maar de kans dat ik zeer binnenkort een Week Spot heb met Pat Lewis als onderwerp is zeer gering.

Toch is Pat hier al eens voorbij gekomen, toen in het verhaaltje over haar zus Diane. 'I Thank You Kindly' was begin dit jaar 'tune of the week' en dat heb ik toen gevierd met een berichtje. Ook al zo'n mevrouw waarvan de platen welhaast een prestige-object vormen. Ik heb immers ook bijna 35 euro betaald voor die Diane Lewis-single, dat is een schijntje in verhouding tot haar meest gezochte klassieker 'Without Your Love', die brengt al snel vierhonderd pond op en soms meer! Met Pat Lewis is het niet anders. Het is meer waarschijnlijk dat je een zuurstokroze Bugatti met een caravan tegenkomt, dan dat er een single van Pat Lewis bij je lokale kringloopwinkel ligt voor vijftig cent. Toch heeft menig soul-verzamelaar meer Pat Lewis in de kast staan dan dat je lief is!

Pat Lewis mocht vorige week dinsdag 64 kaarsjes uitblazen op de verjaardagstaart. Ze is geboren in Pennsylvania, maar verhuist als peuter met haar familie naar Detroit. Met zus Diane en vriendinnen Betty en Jackie Winston vormen ze de groep The Adorables. Ze nemen een single op voor Golden World die sindsdien wordt aanbeden door menig soul-verzamelaar. Ook verzorgen de dames achtergrondkoortjes voor datzelfde label. In 1966 neemt ze haar eerste solo-single op, 'Can't Shake It Loose', rond dezelfde tijd dat Diane een contract tekent bij Wand Records en 'Without Your Love' opneemt. De zusjes scheiden daar elkaars wegen en Pat blijft achtergrondzang doen. Ze komt in contact met The Andantes, een vast koortje dat op veel Motown-werk is te horen. Als Stevie Wonder zijn hit 'Uptight' wil opnemen, kan één van de leden van The Andantes plotseling niet en dan neemt Pat haar plaats in. Ze is naar verluid ook te horen op 'Like A Nightmare', de single van The Andantes die enkel is weggelegd voor miljonairs. Ze doet vervolgens veel meer sessies voor Motown. Haar tweede single uit 1966, 'Look What I Almost Missed', één van de voornaamste redenen om haar in deze jeukdoos te stoppen, verschijnt via Solid Hit Bound Records. Een liedje met alle kwaliteiten van Pat Lewis, dat ongeveer zeven jaar later plotsklaps ontzettend populair wordt in het noorden van Engeland. Dat geldt eveneens voor de opvolger, 'Warning', uit 1967. Ze maakt nog een handvol singles, maar evenals haar zus Diane ligt er in de jaren zestig geen succesvolle carriére in het verschiet. Ze gaat zich weer concentreren op achtergrondzang en schrijft ook een aantal nummers voor Isaac Hayes. Als achtergrondzangeres is ze te horen bij dezelfde Hayes, Aretha Franklin en later bij George Clinton.

De Brit Ian Levine hebben we eind maart nog eens lof toegezwaaid in een bericht over Venicia Wilson. Levine is een populaire Northern Soul-deejay rond 1980 en is in 1983 met Fiachra Trench de architect van de Hi-NRG: Hippe disco met de energie van Northern Soul en uitgevoerd door artiesten die voor Northern Soul-klassiekers hebben gezorgd. Onder hen bevinden zich Miquel Brown, Evelyn Thomas en The Flirtations. In 1989 start Levine Motorcity Records. Zonder 'social media' en andere hedendaagse hulp, traceert hij godvergeten Motown-artiesten, die de bühne al geruime tijd vaarwel hebben gezwaaid en met gezinnetjes en doorsnee-beroepen de dag door komen. Hoewel Pat Lewis niet voor Motown heeft opgenomen, is ze prominent aanwezig bij de eerste Motorcity-projecten, zowel solistisch als met The Andantes. Pat wordt aangesteld als coördinator van de achtergrondvocalen en arrangeert zo honderden opnames, maar maakt er zelf in die tijd ook zo'n slordige vijftig. Haar single 'Seperation' uit 1991 dreigt zelfs even een hit te worden. Motorcity is geen lang leven beschoren, maar als het doek in 1992 valt, blijft ze aan de zijde van Levine. In 1997 neemt ze voor hem een vijftigtal cover-versies op van beroemde Motown- en Northern Soul-klassiekers, maar slechts een handjevol daarvan vinden hun plaats op cd's. Sinds de eeuwwisseling treedt ze geregeld op met The Vandellas, de voormalige begeleidingsgroep van Martha Reeves. In 2007 meldt ze zich in eerste instantie aan om mee te doen aan een nieuw prestigieus project van Levine, maar moet vanwege haar gezondheid verstek laten gaan.

Een artieste die geen grammetje succes heeft gehad in de jaren zestig, onder eigen naam alleen voor kleine labels heeft opgenomen en de combinatie met fijne uptempo nummers, maken dat Pat Lewis wellicht het ultieme voorbeeld is van een Northern Soul-zangeres. Binnen dat vreemde wereldje is het een godin, maar er buiten haalt menigeen de schouder op bij het horen van haar naam. Omdat ik me schaar in 'dat wereldje' kon ik er niet omheen om deze dame eens te voorzien van een berichtje. Waarvan akte!

dinsdag 30 oktober 2012

Week Spot: The El Dorados


De laatste 'classic' Week Spot? Ja, wel onder die noemer, maar ik verwacht dat 'Didn't I' van Jackie Wilson binnenkort nog een week Week Spot wordt en dat is ook een plaat die ik al twintig jaar in huis heb. Het is leuk geweest om een paar 'gouwe ouwen' eruit te mogen pikken voor de Week Spot, maar nu is het volgende week de hoogste tijd om weer wat 'nieuwe' platen te behandelen. Ik heb er vanmiddag weer twee binnen gekregen en een derde hoop ik nog voor het weekend te hebben. Ik moet nog steeds ietsje inbinden met de details, maar de 'deal' met het Engelse webradiostation lijkt te gaan lukken, maar niet, zoals eerder vermeld, twee uren. Ik ben degene die dat heeft afgewezen, ik doe liever een uur en op een andere dag. Het eerste aanbod was voor zondagmiddag en het zou ten allen tijde 'live' moeten zijn. Ik had er niet zoveel trek in om mijn zondagse fietstochten te moeten opgeven en het lijkt er naar dat ik op zaterdagmiddag tussen 1 en 2 Engelse tijd mag draaien. Het wordt uitsluitend soul en aanverwanten, dus de noodzaak van een 'private' Soul-x-rated blijft bestaan! Dan gaan we nu over naar de Week Spot: 'Since You Came Into My Life' van The El Dorados (1971).

Mijn famile wil nog wel eens overbezorgd zijn. ,,Wat schrijf je wel en niet op je blog?". Tja, ik sta er zo tegenover: Ik hoef niet bij alles tot in nadere details te treden, maar ik wil ook geen gaten in mijn levensverhaal hebben. The El Dorados heeft direct te maken met zo'n stukje leven wat menigeen zou hebben verzwegen, maar voor mij is het een wezenlijk onderdeel van mijn huidige bestaan en ben ik ook best trots dat ik in 3,5 jaar een héél stuk verder ben. Het verhaal moet in september 2008 beginnen. Op een vrije woensdagmiddag stap ik op de fiets naar Meppel om singles te scoren bij de kringloopwinkel. Dan ontdek ik dat in het gebouwtje tegenover de kringloop een antiekwinkeltje is geopend. Ik maak kennis met Paula en ze heeft ook een paar singles. Kort daarna, eind oktober, meldt zich dan de winterdip. Gewoonlijk duurt zoiets een weekje, soms twee, maar dan is het ook wel weer voorbij. Deze blijkt hardnekkiger te zijn. Er moet veel verwerkt worden en er moet iets veranderen, alleen weet ik niet wat. Ik ben gestopt met werken omdat ik aan de Prozac ben en door deze verworven vrije tijd wil ik nog wel eens op woensdagmiddag naar Meppel gaan. Het is in december 2008 als Paula een immense partij singles heeft gekocht, veelal obscure Amerikaanse persingen. Hoe meer ik afneem, hoe hoger de korting en, met de Northern Soul in het achterhoofd, doe ik groot boodschappen bij haar. Tussen de tientallen demo's en promo's op styreen zitten veelal country, garagerock, psychedelica, maar heel soms ook een Northern Soul-stamper.

Ieder bezoek aan Paula wordt afgesloten met een dranksessie in de Meppeler kroeg De Kansel. Katsbezopen op de trein terug en dan nog doorzakken in Het Pandje. Omdat ik slaapproblemen heb, denk ik dat het goed is mezelf goed lam te zuipen. Daardoor zou ik beter slapen? Dat de Prozac er niet door aan slaat, weet ik stiekem ook wel. Wat als een incidentele dranksessie begint, ontwikkelt zich langzaam aan tot een tweedaagse routine. Volgens de kroegbaas was ik in het laatst goed voor een krat per dag! Net zoals ik in 2007 weer was begonnen met werken, besluit ik in februari 2009 hetzelfde te doen, om maar uit de kroeg weg te blijven. Toch zit ik daar op ieder vrij moment van de dag en de katers beginnen op te spelen onder werktijd. Dan komt het punt om te stoppen met de alcohol. De details ga ik niet behandelen, maar op een bepaald moment voel je je 'opgesloten' en ben je dat eigenlijk ook. Je mag niet alleen de straat op, omdat ze bang zijn dat je je gaat vergrijpen aan een halve liter-blik. Ik heb de keuze om te stoppen al lang gemaakt, dus daarover hoeft geen angst te bestaan. Hoewel ik niet achter tralies zit of in een afgesloten kamer, kan ik toch maar moeilijk omgaan met het 'opgesloten' zijn. Gedurende vier dagen ben ik alleen onder begeleiding buiten geweest, niks voor een 'vrije vogel' als mij. Dan komt de woensdag en hoor ik dat we vanmiddag verlof hebben. Ik kijk al op tegen een eenzame middag 'on the inside', maar krijg dan te horen dat ook ik naar buiten mag! Ik mag zowaar met een geleende fiets Meppel in. O wee, als ik thuis kom en ik heb alcohol gehad...

Ik fiets rechtstreeks naar Paula. Dat fietstochtje zal ik nooit vergeten, ik voelde me gekortwiekt de laatste paar dagen, maar hier kan ik weer naar hartelust fladderen! Ik kom Paula nog regelmatig tegen en steeds vraagt ze me 'of ik alweer thuis ben'. Je wordt er anno 2012 moedeloos van! Het is duidelijk dat haar visie op de geestelijke gezondheidszorg niet de meest vooruitstrevende is. Deze middag koop ik een vrachtje singles, waaronder 'Tired Of Being Lonely' van The Sharpees en twee plaatjes op Paula Records. Ik was haar naam steeds vergeten, maar deze middag begint ze te lachen als ze The El Dorados en John Fred & His Playboy Band naast elkaar houdt. Sindsdien ben ik haar naam nooit weer vergeten. The Sharpees en The El Dorados dragen 's avonds vanaf de Numark PT01 bij in de verworven vrijheid en staan met een aantal elpees (waaronder 'Blue' van Joni Mitchell) synoniem aan een lastige tijd. Enerzijds moeilijk en iets om snel te vergeten, anderzijds ook iets waar ik met liefde en tederheid op terug kan kijken. En, kijk eens aan, ik ben in de 3,5 jaar met sprongen vooruit gegaan. Geen druppel alcohol gehad, heb buiten wat penicilline om in jaren geen medicijnen gehad en wil ook nooit meer tegenover een psychiater zitten!

Op het eerste gezicht is er weinig te vertellen over The El Dorados, totdat blijkt dat de groep afstamt van The Eldorados, de populaire zanggroep uit de jaren vijftig. Deze noemde zich ook nog even The El Dorados, maar ging in 1959 uit elkaar. Eén van de laatste nieuwe leden die erbij was gekomen, is Johnny Carter. Het is deze Carter die in 1970 een nieuwe formatie van The El Dorados opstart en een paar plaatjes maakt. 'Since You Came Into My Life' is het weggetukte b-kantje van 'Looking From The Outside' en heeft behalve een opgewekte melodielijn ook de kwaliteiten van het Eldorados-werk, iedere stem is met precisie gearrangeerd en vormt een samenspel dat je maar zelden tegen komt. Hoewel ik de plaat altijd in 1967-68 heb geplaatst, kan ik niet anders vinden dat hij in 1971 is uitgebracht.

maandag 29 oktober 2012

De A-Ha erlebnissen van Flutwood Meuk


Moet ik nu werkelijk beginnen met de uitslag? Welnee, die stoppen we wel ergens in het einde, een beetje verborgen, ver weg... Je gaat niet naar de Nationale Popkwis in Amstelveen om deze te winnen, mits je een zorgvuldig samengesteld team hebt van muziekfreaks-zonder-sociaal-leven die 24/7 aan het downloaden zijn. Niet uit liefhebberij, maar omdat ze die nieuwe plaat van Coldplay of Ilse Delange moeten kennen omdat er misschien een vraag over wordt gesteld in een popkwis. Dat is onze insteek nooit geweest. Wel fanatiek spelen, maar aan het einde van de rit blijft het gezelligheid en 'voor de leuk'. Daar is het team Flutwood Meuk gisteren goed in geslaagd! Een bijzonder fijne kwis, minder obscure hiphop en 538 Dance Smashes dan vorige edities en een aantal creatief bedachte rondes. Hulde aan de organisatie en ook aan mijn medespelers Albert en John. Ik kan terug kijken op een mooie kwis, maar ja, dat resultaat?

Nu dan vertellen? Dan hebben we het maar gehad... Nee, het is nog te vroeg in het verhaal, nog maar even uitstellen. Het heeft maar weinig gescheeld of ik was niet in Amstelveen gekomen. De automaten van de NS op het station van Meppel weigeren stuk voor stuk mijn pinpas en de dame van de restauratie wil geen twintig euro stuk maken. Eén minuut voor vertrek van de bewuste trein lukt het dan toch nog en zo verlaat ik Meppel om tien uur en ben om klokslag twaalf uur bij het poppodium P60, waar de kwis gespeeld gaat worden. Albert arriveert kort daarop met John, een muziekvriend van hem. We gaan eerst aan de koffie in de Delifrance, nadat we van het zonnetje hebben genoten. Het kan nu nog? Na de koffie gaan we meteen naar P60, waar net de deur open gaat. Marianne is een vroegboeker en zo hebben we tafeltje drie, vlak vooraan bij het podium en tussen de top tien-kandidaten in. De kwis begint met 'Songpop XL', introotjes raden. Lijkt eenvoudig, maar hier zijn de fragmenten precies een seconde en per vijf volgen ze met twee tot drie seconden na elkaar. Na de vijf hebben we een halve minuut en dan de volgende vijf, zo twintig keer in totaal. Ik probeer alle rondes voor de geest te krijgen, maar ben bang dat dit niet gaat lukken. De tweede ronde heet 'Best Of'. Een doorlopende 'slideshow' laat bewerkte cd-hoezen zien van groepscompilaties. Je moet het fragmentje koppelen aan de juiste cd-hoes en ook nog eens de correcte titel van het verzamelalbum geven. Een andere fotoronde laat foto's zien van broers en andere familieleden van artiesten die je hoort.

Bij één audioronde wordt gevraagd om de voornaam die wordt gezongen in het bewuste fragment. Dat levert een hilarisch moment op. 'Sometimes It Snows In April' van Prince, onderdeel van het album 'Parade'. Het is eigenlijk een concept rondom een persoon die Christopher Tracy heet, in het genoemde nummer wordt alleen de naam Tracy genoemd. Dat levert een discussie op. Ze vragen duidelijk naar de voornaam en Tracy is in dit geval de achternaam. De jury houdt voet bij stuk en 'Tracy' is het enige goede antwoord... Over hilarische momenten gesproken. Eerder kreeg ieder team een zak met 'bottom-of-the-barrel'-cd's, nu bestaan de sponsoren uit uitgeverijen. Dat levert een fraai prijzenpakket op voor de winnaars, maar voor de 'gewone' deelnemers alleen een muziektijdschrift. Bulldog sponsort de kwis met een paar overhemden en die zijn te winnen als er een reggae-fragment voorbij komt. De eerste die opstaat en 'reggae, te gek hé' roept, kan wel eens winnen. Albert probeert het, maar wint niks.

Natuurlijk is er een 'photoshop'-ronde. Nu moet geraden worden welk lid achter een masker zit. Bij Dave Dee, Dozy, Beaky, Mick & Tich leren we definitief dat de enige blonde van de groep Tich is. Maar is er iemand die Sam & Dave uit elkaar houden? Of Nick & Simon? Let wel, we zijn natuurlijk serieuze muziekliefhebbers! Er zit een mix tussen met 20 liedjes inventief in elkaar gedraaid. Het zijn alleen de 'cracks' die daar punten op scoren. Ook leuk: Een ronde met cryptische foto's die een bandnaam en een titel moeten uitbeelden. Een foto van de schaduwen van vier kamelen in een woestijn en een gevechtshelicopter geeft... 'Apache' van The Shadows. Een witte kamer en een toef slagroom... 'White Room' van The Cream. Hoewel we voor ons gevoel niet slecht scoren, hobbelen we in het klassement achteruit. Nou, vooruit, daar gaan we dan... Van de 59 teams zijn wij 45e geworden.

We besluiten de dag bij MacDonalds voor een klein klef hapje en een terugblik op de quiz. Albert zegt opeens: ,,Er waren van die aha-erlebnissen". Ik schiet in de lach. ,,Albert, dát is onze teamnaam van volgend jaar, de A-Ha erlebnissen". Die houden we erin! Ik spoel Flutwood Meuk met alle plezier door. Bijna vergeten te melden dat Albert ook nog een presentje had meegebracht: 'At The Top Of The Stairs' van The Formations in de Engelse Mojo-uitdossing. Niet zomaar een Northern Soul-klassieker...

zaterdag 27 oktober 2012

Soul-x-rated week 43


Het is lastig om het onder de pet te houden, maar omdat ik verwacht volgende week toch wel meer te weten en vooral omdat ik het wel met jullie durf te delen... Ik heb begrepen dat een Engels webradiostation erg veel belangstelling heeft voor een wekelijkse Soul-x-rated, 'live' op de late zondagmiddag, een Soul-x-rated van maar liefst twee uren! Het een en het ander moet nog goed worden doorbesproken, maar de eer dat ze na twee maanden Engelstalige podcasts me al vragen, doet me erg goed en pakt niemand me meer af! De Engelsen zijn sowieso laaiend enthousiast over mijn podcasts, zelf ben ik nog wel wat kritisch, maar over bijgevoegde Soul-x-rated heb ik zonet besloten dat ik er heel tevreden over kan zijn. Heeft ook te maken met de sublieme weergave van de nieuwe Stanton-elementen. In deze podcast draai ik 14 van de 29 singles die ik afgelopen zondag met Peter heb geruild (de rest komt in de podcast van volgende week) plus een nieuw binnengekomen single en tweemaal de Week Spot. Maar snel beginnen dus?

1. Classical Gas-Mason Williams (1968)
In de Northern Soul is 'Afternoon Of The Rhino' van The Mike Post Coalition een klassieker, zelf heb ik gemengde gevoelens over die plaat. Nee, dan toch liever 'Classical Gas' van Mason Williams met bijna een identiek arrangement van... Mike Post. Zijn 'grootste' Nederlandse hit is wellicht toch de herkenningsmelodie van The A-Team, maar dat terzijde. Ik kocht mijn eerste exemplaar in 1999 in Mossley, een Engelse heruitgave, maar sinds zondag heb ik de originele Duitse met fotohoes.

2. Baby Love-The Supremes (1965)
Peter is vooral bekend als verzamelaar van fotohoesjes. Niet alleen erg populair geworden dankzij de Soul-xotica (...), maar het kan ook zomaar gebeuren als je over 's Heren's wegen rijdt en achter een Saab 900 komt te rijden met 'www.singlehoesjes.nl' op de achterruit. Veel van de singles die we hebben geruild waren plaatjes die hij beter had gevonden, sommigen zonder fotohoes, maar ook velen mét. Als ik anders een oudere single met een fotohoes tegenkom, wil ik nog een sprongetje in de lucht maken, maar Peter verzamelt ze en zo kan het gebeuren dat hij 'Baby Love' van The Supremes dubbel heeft mét fotohoes. Nee, zo mooi was die van mij niet, zwaar mishandeld en al lange tijd geen hoes gezien. Deze was dus ook zeer welkom!

3. A Little Bit Of Something-Little Richard (1967)
Richard Penniman, ofwel Little Richard, is bij de massa het meest bekend als rock'n'roller van het eerste uur. Toch maakt Little Richard in 1967 de overstap naar soul, maar stopt daar dezelfde tomeloze energie in als van zijn oude hits. En dan mag het al heel snel Northern Soul heten. Dat geldt ook voor deze beuker, 'A Little Bit Of Something'. Op de b-kant trouwens een niet veel mindere cover-versie van 'Money'.

4. Tormented-The Phantoms (1966)
,,O ja. Ik heb ook nog 'Tormented' van The Phantoms dubbel...". Hij schreef het alsof er niet zoveel aan de hand was. ,,Het label van 'Tormented' ontbreekt en hij klinkt zoals-ie eruit ziet". Ik sprong een gat in de lucht. Ik heb deze single 23 jaar gezocht, nooit tegengekomen! En zoals jullie kunnen horen, is de plaat ook nog vrij redelijk voor zijn leeftijd.

5. Taking It Away-The Free (1969)
De Week Spot van vorige week.

6. Moody Woman-Jerry Butler (1969)
Anders moest ik er een plaatje tussenin stoppen omdat ik rekening moest houden met 'de betere naald', maar met twee hagelnieuwe Stanton's kan ik de nieuwe Week Spot er meteen achteraan draaien.

7. Train Of Love-Annette & The Afterbeats (1961)
Ook zo'n dame die het spoor helemaal bijster was toen de Beatle-mania begon, ook al heeft ze in haar carriére met The Beach Boys gewerkt en ook menig top 20-hit gehad in de vroege jaren zestig. Deze 'Train Of Love' is daar één van en wellicht ook de leukste van het stel!

8. Wooden Heart-Elvis Presley (1961)
In de podcast vertel ik dat Elvis twee nummer 1-hits had in Nederland. Daarbij reken ik niet 'A Little Less Conversation' van JXL featuring Elvis uit 2002. Toch meent luisteraar-van-het-eerste-uur Harry dat 'Good Luck Charm' ook nog nummer 1 is geweest. Niet volgens mijn Hitdossier...

9. Ain't Nothing Like The Real Thing-Marvin Gaye & Tammi Terrell (1968)
Onder de singles die ik met Peter heb geruild, zitten ook een aantal die hij onlangs in een vrachtje heeft gekocht op Marktplaats. Veelal Tamla-Motown, geen grote hits, in de Nederlandse fotohoezen. Stuk-voor-stuk prachtige singles, waaronder deze tijdloze klassieker van Marvin & Tammi. Dit smaakt altijd!

10. I Wanna Be Around-Dora Hall (196?) Ja, sorry voor dat vraagteken. Er is namelijk helemaal geen releasedatum te vinden van plaatjes van Dora Hall. Zelfs een fanclub-site heeft een prachtige volledige discografie, alleen zijn ze vergeten de jaartallen te vermelden. Tja, zoals ik al zeg in de podcast, is het niet veel soeps voor in de Blauwe Bak, maar leuk om het eens te draaien.

11. Wanted Lover, No Experience Necessary-Laura Lee (1967)
O, wat ben ik de afgelopen week van deze plaat gaan houden!

12. Magic Mountain-Eric Burdon & War (1970)
Peter had me al lang geleden gewaarschuwd dat de plaat niet erg goed was. Dat kon nooit minder zijn dan mijn oude exemplaar? Nou, dus wel. Alleen heb ik dat oude exemplaar net weg gegooid. Die gaan we dus fijn nog eens beter opzoeken, de fotohoes heb ik nu in ieder geval al wel...

13. Show Me The Way-Martha Reeves & The Vandellas (1967)
Het is een leuke gewoonte om singles om te draaien en ook de b-kant even te beluisteren. In het geval van 'Honey Chile' van Martha Reeves ben ik definitief overstag gegaan voor de b-kant!

14, Don't Go Home-The Shirelles (1967)
Hoezo moet je twee maanden 'leuren' op Marktplaats met een toch wel redelijk zeldzame single, als je deze voor 7,50 inclusief verzendkosten mag hebben? Dat is de vraag die rijst bij deze van The Shirelles. In de Duitse Vogue-uitdossing, maar zonder fotohoes en een alleszins keurige staat!

15. Dark Side Of The World-Diana Ross (1970)
Bij 'Reach Out And Touch' zie ik meteen Henny Huisman en de kandidaten van de soundmixshow staan, vandaar dat ik niet zo goed tegen dat nummer van Diana Ross kan. Maar in een fraai Nederlands fotohoesje voor weinig, daar zeg ik geen nee tegen. De b-kant vind ik net ietsje leuker, ook een brokje magie van Nicholas Ashford en Valerie Simpson.

16. Proud Mary-Checkmates Ltd. (1969)
Die had ik reeds in een fraaie fotohoes, alleen is het jammer dat specifiek tot en met het eerste refrein er een dikke laag 'distortion' over de plaat zit. In dit geval heb ik dus de schijfjes even omgewisseld en heb ik een fraai exemplaar in een dito fotohoes.

17. We've Gotta Get Out Of This Place-The Animals (1965)
Eric Burdon toen hij vijf jaar jonger was, met een nummer van The Animals die na bijna 25 jaar verzamelen nog steeds ontbrak in in mijn verzameling.

De link naar de podcast staat onder 'opmerkingen'. Morgen dus geen bericht, ik zie en spreek jullie maandag dus weer. Tot dan!

vrijdag 26 oktober 2012

uit de jeukdoos: Helen Shapiro


Nee, het zit me vandaag niet echt mee! Hoewel, vanmorgen arriveerde het nieuwe Stanton-element, geheel boven verwachting. Bax had woensdag nog gezegd dat het wel eens vier werkdagen kon duren. Op zijn ergst was dat na het weekend geworden. Maar, zoals gezegd, vanmorgen stond de postbode aan de deur met het element en dus kon ik vanavond aan de slag gaan met de Soul-x-rated. Ik lig immers een week achter. Twee mislukte pogingen en ik besluit het morgen maar weer eens te proberen. 'Never change a winning team'? Ik ben er inmiddels achter gekomen dat 'fris uit bed' heerlijk opneemt, dus morgenavond kunnen jullie deze Soul-x-rated tegemoet zien. Twee plaatjes uit 1970 en voor de rest enkel jaren zestig, dat wordt dus smullen? Omdat ik geen ander onderwerp had bedacht, zocht ik de datum 26 oktober op op Wikipedia. In 1966 overleed Alma Cogan en die moest ik nog eens behandelen. Plots kom ik in haar biografie de naam Helen Shapiro tegen. Eén van de meest recente Northern Soul-ontdekkingen voor mij. Tuurlijk kende ik haar hits al veel langer, maar toen ze uit het publieke oog verdween, heeft ze nog een aantal leuke kantjes gemaakt. Met deze jeukdoos zet ik sowieso eentje in de schijnwerpers: 'Stop And You Will Become Aware' uit 1967.

Jaren geleden in Jutrijp. De overbuurman, vrijgezel, komt op een avond een bakkie koffie bij ons halen. ,,Ik was even aan wat muziek toe", vertelde hij. ,,Ik heb een cd gedraaid waar ik heel soms voor in de stemming ben". Jullie kunnen mijn vraag aan hem wel raden. ,,Welke cd?". Zijn antwoord verrast me. Helen Shapiro. ,,Dat vindt jij vast helemaal niks". Ik blijf bescheiden, die hits van Helen Shapiro zeggen me inderdaad niet zoveel, maar het is vooral dat ik perplex sta. Bestaat er zoiets als een cd met hits van Helen Shapiro? We hebben het wel over 1994 of daaromtrent... Ik koop een jaar later 'You Don't Know Me' op single, volgens mij heb ik 'Walkin' Back To Happiness' in Engeland laten liggen. Zoals zoveel muziek van voor 1964 doet het me weinig, ik vind het nogal truttig...

Dan komt de interesse voor Northern Soul om de hoek kijken en bij gebrek aan échte klassiekers kies ik dus geregeld voor zulke dansplaatjes uit de begin jaren zestig. Het is nu bijna een jaar geleden dat ik de 'Northern Soul Jukebox'-dvd kocht, met daarop bijna 2000 Northern Soul-klassiekers. Het verbaast me niks dat er ook een paar tracks op staan van Helen Shapiro. Er zijn immers meerdere zangers, zangeressen en groepen uit de late jaren vijftig en begin jaren zestig die een plaatje hebben gemaakt die favoriet is in de Northern Soul-scene. Dan denken we bijvoorbeeld aan Chubby Checker of Paul Anka. Als The Beatles het succes van deze artiesten heeft afgepakt, zoeken deze oudgedienden naar een nieuwe hedendaagse stijl en komen vaak met een upbeat soul-stamper om de hoek. Bij Helen Shapiro is dat niet anders.

Ze scheelt een jaar met Frankie Lymon van The Teenagers, maar voor Engelse begrippen houdt Shapiro in 1962 het record van de jongste artieste die op nummer 1 staat. Als 'Walkin' Back To Happiness' die positie bereikt, is ze 14 jaar en 316 dagen oud. Shapiro weet al als jong meisje waar haar toekomst ligt, ze wil zangeres worden. Haar eerste bandje heeft in Mark Feld een toonaangevende gitarist in de gelederen. Deze Feld zal in 1966 de naam Marc Bolan aannemen. Terwijl hij in 1972 de toppen van de hitparades aanvoert met zijn band T.Rex, sluit Shapiro haar carriére af. Want hoewel ze nog vers is met nog geen zeventien jaar, is Helen Shapiro als commercieel product in 1964 helemaal afgeschreven. Desondanks toert ze in 1964 nog intensief met The Beatles. In 1963 'playbackt' ze haar hit 'Look Who It Is' in Ready Steady Go met op de achtergrond de heren Lennon, Starr en Harrison. John Lennon en Paul McCartney hebben zelfs een liedje geschreven voor Helen, maar ze wimpelt het zelf af voordat ze het ook maar heeft gehoord. Het nummer zal door The Beatles zélf op plaat worden uitgebracht. Het is het nummer 'Misery' en Shapiro heeft nog altijd spijt van haar keuze.

Helen Shapiro staat in dat jaar synoniem aan de truttigheid van voor de Merseybeat en de Britse Invasie. Een liedje van Lennon en McCartney had ervoor kunnen zorgen dat haar carriére een nieuwe 'boost' zou krijgen, maar nu voelt Shapiro zich verloren tussen nieuwe sterren als Cilla Black, Dusty Springfield, Lulu en Marianne Faithfull. Intussen maakt ze het sfeervolle 'He Knows How To Love Me', één van haar liedjes dat in de Northern Soul-wereld een warm plekje in neemt. In 1965 maakt ze, voorlopig, haar laatste elpee en dan wil EMI vooralsnog eerst alleen singles uitbrengen totdat de grote hit komt. Die blijft uit. 'The Way Of The World' staat verdekt opgesteld op een b-kantje van een single die in maart 1967 uitkomt. Hoewel het vast weinig verschil had gemaakt als die op kant 1 had gestaan, is dit wel weer zo'n nummer dat in de Northern goed wordt gewaardeerd. Later in 1967 verschijnt dan 'Stop And You Will Become Aware', een heerlijke uptempo stamper met een zeer aparte orkestbegeleiding met fluitjes. Ook dit wordt geen hit, maar heeft wel zo'n status in de Northern Soul, dat Wikipedia het als enige 'flop' in het overzicht van hitsingles heeft staan.

Eerst was ik van plan geweest om The Shirelles in de jeukdoos te stoppen, maar die heb ik in april nog in dit kader behandeld. De reden hiervoor zou zijn omdat ik vanmiddag een single van The Shirelles heb binnen gekregen. 'Don't Go Home' zit morgen overigens in de Soul-x-rated. En het genoemde nummer van Helen Shapiro? Ja, daar moet ik eerst mijn voelsprieten voor uit zetten en dan hopen dat ik hem voor een redelijke prijs op de kop kan tikken.

donderdag 25 oktober 2012

een blikje op de Northern vismarkt


Het mag vreemd klinken. Het komt namelijk ook zo op mij over. Hoewel ik me al jaren verdiep in de Northern Soul, heb ik pas een jaar geleden ontdekt wat voor rare vismarkt die handel eigenlijk is. Okay, dat bepaalde plaatjes wel eens duur konden zijn, wist ik. Maar hoe duur? En je kan natuurlijk wel tweeduizend dollar voor een single vragen, maar is er een idioot die het er voor betaald? Of zijn er meer idioten? Loop je een half jaar te leuren met zo'n plaat of is-ie in een oogwenk verkocht? Allemaal aspecten van de Northern Soul-handel waar ik een jaar geleden nog geen kaas van had gegeten. Ik dacht toen zelfs dat ik me wel een 'expert' mocht noemen, maar was net naar het Soul City-feest in Keulen geweest en wist toen dat er nog een wereld voor me lag. Vanavond is weer echt zo'n avond van 'niks doen': Beetje rondhangen op Ebay, vergapen aan prijzen en bizarre veilingen en 'soundfiles' beluisteren van plaatjes die op de Amerikaanse Ebay voor Northern Soul worden aangezien, maar vaak slappe doowop-aftreksels zijn. Of pure disco. Natuurlijk kon dit avontuur niet goed gaan en ben ik vanavond eigenaar geworden van drie singles...

Waarom een vishandel? Tja, je verbaast je ook ieder jaar weer over wat iemand voor het eerste tonnetje Hollandse Nieuwe heeft betaald. Crisis of niet, er wordt diep in de buidel getast voor zoiets. Datzelfde zie je ook in de Northern Soul-verzamelwereld. Een plaatje dat eergisteren nog te koop was voor vijftig cent, kan door wat 'airplay' op gespecialiseerde feesten ineens uitgroeien tot een duur betaald collector's item. Neem nou de echtgenoot van de Britse dame die zijn singles verkoopt. Iets suggereert dat haar man is overleden, hij was in de late jaren zeventig en begin jaren tachtig 'collectioneur' van uiterst zeldzame Northern Soul. Toen 'Gonna Be A Big Thing' van The Yum Yums in een foeilelijke heruitgave beschikbaar kwam op Ebay, heb ik daarover nog een bericht geschreven. Een plaat waar iedereen naar zoekt, behalve hen die de plaat al hebben. Het exemplaar dat momenteel op de Engelse Ebay wordt aangeboden, heeft momenteel één bieder. De plaat staat nog op het startbedrag van vijftig pond. Ik zal hem voor jullie in de gaten houden, want als deze onder de 500 blijft, is er iets kwalijks aan de hand. De dame heeft, op verzoek, foto's genomen van het matrijsnummer. De zessen lijken eerder op een 'b' dan op een '6' en dit zou betekenen dat we met een hele échte 'original' hebben te maken. Toch heeft ze intussen al twee correspondenties ontvangen van hen die het willen ontkennen. Het 'b'-verhaal heb ik wel vaker gehoord, ik geloof erin dat het een originele uitgave is. Als John Manship zich even kon bemoeien met deze transactie, die heeft per slot van rekening een originele in zijn archieven. Duimstok erbij en de millimeters 'deadwax' controleren en je weet het zeker. Wordt vervolgd...

Eén van de absolute top-items op de Amerikaanse Ebay is de afgebeelde single van Celeste Hardie. Tenminste, dat is de naam die het vaakst wordt gebruikt voor deze artieste. De plaat is ongeveer net zo zeldzaam als een zuurstokroze Bugatti met een caravan. Het afgebeelde exemplaar is in 2010 verkocht voor 250 dollar, toch niet helemaal in nieuwstaat. En dat is de huidige wél. 'New old stock', ofwel: Jaren op de plank gelegen in een magazijn. Er zijn al zes biedingen op gedaan en het einde is nog niet in zicht. De plaat staat nu op 550 dollar. Is-ie dat waard? Ja, zowel qua unicum als artistiek gezien. Dit is eersteklas Northern Soul van de bovenste plank, hoewel sommigen hem toch te midtempo vinden. Pure klasse! Als ik hem nog eens als een 'bootleg' mocht hebben...

Qua 'bootlegs' zit je in Engeland altijd goed. Zeldzame opnames op krasvrij vinyl met labels die meer jaren tachtig dan zestig zijn. Er is een nieuwe serie gestart, 'Soul On 45', met nu al een paar hele leuke titels. De prijzen variëren nogal. Er zitten ook Australische heruitgaven bij, die zitten gemiddeld rond de vijftien pond. Engelse bootlegs met witte labels zitten tussen de drie en twaalf pond. Echte verzamelaars gruwen van dit soort persingen, maar voor ons armoedige deejays is het de enige kans om zo'n miljonairsdroom in vervulling te laten gaan. Ik ben echter overstag gegaan voor een plaatje dat ik vorige maand heb leren kennen. Ofwel: Ik kende hem voor die tijd al, maar in het weekend van het draaien met Kopje Cultuur ben ik verslingerd geraakt aan het nummer. Het is 'Naughty Boy' van Jackie Day. Origineel niet aan te slepen, maar dan is er het, eveneens verzamelwaardige, Britse label Kent. Sommige dealers vragen tien pond voor de single zonder verzendkosten, ik heb de mijne gekocht voor 7,50 Engelse ponden all-in!

Toch ben ik nog niet helemaal tevreden en scharrel nog wat rond. 'Something Beautiful' van Margaret Mandolph blijkt zeldzamer dan ik had gedacht en dan herinner ik me opeens 'If You Loved Me' van Peggy March. Die stond vorige week nog bij Rarenorthernsoul. Helaas! Verkocht... Een 'lelijke' jaren zeventig-heruitgave, maar puntgaaf. Die heeft twintig pond opgebracht. Datzelfde bedrag spendeer ik vervolgens aan een totaal nieuwe ontdekking: The Lovables. De a-kant is niet heel erg snel maar wel een heerlijk atmosfeertje, de b-kant is een fijne doordouwer. Een, volgens de heren Jeffries, nog onontdekt terrein, dus dat vind ik wel interessant. Bovendien op het eerste Toot-label, dat ook behoorlijk wordt verzameld. Na nog wat mislukte zoekacties, typ ik The Lovettes in. Bingo! Rarenorthernsoul heeft drie exemplaren in de aanbieding van 'Little Miss Soul'. Twee originelen zitten omstreeks de dertig pond per stuk, een fraaie jaren zeventig-replica is met een Ex- te bemachtigen voor twaalf. Natuurlijk komen deze singles binnenkort nog eens uitgebreid aan bod, ze zijn alledrie potentiële Week Spot's.

Dat is meteen weer het einde van mijn plaatjes kopen. Morgen verwacht ik een single van Marktplaats van The Shirelles en krijg ik zondag een single van Albert. Hij heeft hem al ietwat beschreven, dus ik verwacht dat het de Britse Mojo-persing is van 'At The Top Of The Stairs' van The Formations. Die is erg welkom!

woensdag 24 oktober 2012

raddraaien: Guess Who


Foei! Er moest zojuist even gesjoemeld worden bij het Raddraaien. Allemaal de schuld van Wapserveen. De Buurtkapper, ik heb echt niet verzonnen, zit daar op nummertje 26 en dat zou wel een enorme exoot opleveren: Rico Goldsby. Zonder zijn Alligator Band. Hé-le-maal niks over te vinden, behalve een karrevracht singles op Ebay. En dus tellen we gewoon 26 door een raadt eens wie we daar aantreffen. Juist! The Guess Who. Een groep die geen onbekende mag heten op Soul-xotica, ik heb jaren geleden 'Share The Land' al in de schijnwerpers gehad en volgens mij ook nog wel eens iets geschreven over 'These Eyes'. Steeds komt die ene titel weer voorbij. 'Gelukkig was het vóór' en dan puntje-puntje-puntje. Op die puntjes mag dan 'American Woman' worden ingevuld. De plaat die de Canadese rockgroep geen windeieren heeft gelegd, maar wel alle 'soul' uit het eerdere groepsgeluid haalde.

Er is eerst een groep met de naam Chad Allan & The Expressions. In Canada een topattractie, die voor de grap een plaat maken als The Guess Who. Met 'Shakin' All Over' gaan ze in 1965 de landsgrenzen over. 'Guess Who' is aanvankelijk een grapje van platenmaatschappij Quality Records, maar zelfs als de identiteit van de groep is blootgelegd, blijven discjockeys de plaat aankondigen als The Guess Who. Hun eerste twee albums vermelden beide namen: Guess Who en Chad Allan & The Expressions. Die namen staan eveneens afgedrukt op het album dat in Nederland via CNR wordt uitgebracht. Eind 1965 komt Burton Cummings de groep versterken als toetsenist en zanger, naast Chad Allan, die in 1966 zijn plek afstaat aan Cummings. In 1967 bereikt 'His Girl' de onderste regionen van de Britse hitparade, maar een haastig georganiseerde tournee is een financieel drama en de groep keert haastig weer terug naar Canada.

Terug in Canada, waar de groep populair is op de hitparade, krijgen ze voor 39 weken een residentie als het huisorkest van het populaire tienerpopprogramma 'Let's Go'. Platenproducer Jack Richardson is onder de indruk van het kunnen van The Guess Who op televisie en stelt voor om een split-LP te maken met The Staccatos, in opdracht van Coca Cola. De plaat is voor tien Coca Cola-doppen te bemachtigen. Indien de plaat in Canada via de reguliere handel was verkocht, was het een bestseller geweest, daar zijn de meesten zeker over. Overigens zullen The Staccatos in de jaren zeventig van zich laten horen als The Five Men Electrical Band.

De groep gaat door een personeelswissel en gitarist Randy Bachman en Cummings zijn vanaf nu de leiders van de band. Richardson heeft zoveel geloof in de groep dat hij een hypotheek afsluit op zijn huis om een opname voor de groep te kunnen betalen. Daar zijn meer mensen mee de mist in gegaan, maar Richardson kan gerust op zijn gevoel vertrouwen. Het album 'Wheatfield Soul' en de single 'These Eyes' gooien beide hoge ogen, ook in Amerika. Richardson zal tot het eerste einde in 1975 bij de groep blijven.

Dan verschijnt in 1970 de Raddraaier van vandaag en doet het ook uitstekend in Nederland: Een top tien-positie is het gevolg. Binnen de groep verslechterd echter het een en het ander. Randy Bachman gaat het Mormonisme in, dit tot ergernis van Cummings en Bachman vertrekt om Brave Belt op te richten en uiteindelijk Bachman-Turner-Overdrive. De laatste is naast The Osmonds de eerste Mormoonse rockband in de geschiedenis. Stoer rocken, maar geen alcohol, tabak, drugs, of caffeïne innen de groep. The Guess Who sleept met veel moeite door en kent in 1974 een kleine opleving met 'Clap For The Wolfman', met de beruchte deejay Wolfman Jack op achtergrondvocalen. Toch trekt Cummings eind 1975 de stekker eruit. In 1977 is de eerste reünie alweer een feit en met zoals meer groepen uit die tijd, is het sindsdien door gemodderd zonder met iets opzienbarends tevoorschijn te komen.

dinsdag 23 oktober 2012

Week Spot: Jerry Butler


Hoe leuk kan het zijn om meerdere beloftes in te vullen. Deze single is immers al een paar keer gevallen, onder andere tijdens de laatste Blauwe Bak Top 40. Ik heb toen eveneens beloofd om de plaat nog eens te draaien in een volgende Soul-x-rated, maar dat is er tot op heden nog niet van gekomen. Hoewel de plaat een behoorlijke status geniet in de Britse Northern Soul-scene, is het voor mij een 'tussenplaatje', dat ik dus ook gemakkelijk over hoofd kan zien. Ik had een tweetal mogelijke kandidaten bedacht, maar ging toen voor de grijze koffer zitten die tegenwoordig de Blauwe Bak wordt genoemd. Toen ik deze single zag, wist ik het meteen: Dit moest de kersverse Week Spot worden! Deze week en volgende week presenteer ik wederom een 'klassieke' Week Spot, ofwel singles die al geruime tijd in mijn bezit zijn. Jerry Butler heb ik in maart 2010 gekocht. Ik was net met Soul-xotica begonnen, maar realiseerde me toen nog niet wat voor belangrijke aankopen ik zojuist had gedaan...

Het is een mistige zaterdagmiddag. Ik ben net wakker, vroeg voor mijn doen, rond het middaguur. Dat wil op zaterdag, zeker in die tijd, wel eens veel later zijn. Onder de koffie heb ik mijn plan snel gemaakt, ik ga straks eens lekker met de benenwagen de mist door. Even bij de boedelruiming van Van Der Laan kijken en dan door naar de kringloopwinkel op het industrieterrein van Tuk. Ik geloof dat ik het andersom heb gedaan, hoe dan ook: Bij de kringloopwinkel val ik met de neus in de boter. Er zijn net weer een paar 'nieuwe' singles toegevoegd. Enkele jaren zestig en zeventig, sommige met fotohoes, allemaal onbekend werk voor mij. Ik doe er flink boodschappen. Op de terugweg ga ik, inderdaad, langs Van Der Laan. Ik kijk naar koelkasten en kooktoestellen, maar koop niks. Daarna stiefel ik de stad in voor boodschapjes en bij thuiskomst worstel ik mezelf door de plaatjes. Een paar worden weggezet als 'pop'. Eentje daarvan is 'No One To Turn To'van Spiral Starecase. Bij 'Trypt On Love' van Wakefield Sun had ik iets psychedelisch verwacht, maar vind het maar een matig nummer. De officiële a-kant, een cover van Sly Stone's 'Sing A Simple Song' kan me ook maar niet bekoren. 'Don't Change Your Love' van Five Stairsteps & Cubie idemdito. En dan die Jerry Butler... Ik dacht in de kringloop dat het een jaren zeventig-single was, bij thuiskomst blijkt-ie jaren zestig te zijn. 'What's The Use Of Breaking Up' wordt de a-kant genoemd, maar dat is het bekende Butler-werk. Dat 'Moody Woman' bevalt me ietsje beter...

Ik heb in 2010 even een cassette-tripje gehad. Voor een muzikaal project dat nooit van de grond is gekomen, heb ik een tijdje walkmans verzameld. Een beetje als ludieke protest-actie tegen de mp3's heb ik zelfs enige cassettebandjes opgenomen. Eentje daarvan heb ik stuk gedraaid, gewoon een selectie soul en lekkere jaren zestig. 'Moody Woman' staat er ook tussen en hier heb ik hem leren waarderen. Notabene één van de meest upbeat tracks van Butler, die zich over het algemeen liever laat gaan in een ballade. De afgelopen maanden heb ik me gerealiseerd hoe belangrijk die zaterdagmiddag is geweest. Ik ben namelijk 'gewoon' in de kringloopwinkel van Tuk tegen een bescheiden collectie Northern Soul aangelopen. 'Trypt On Love' blijkt gewoon een Northern-stamper, Spiral Starecase is een Casino-klassieker en Five Stairsteps is ondergewaardeerde crossover. En Jerry Butler? Die staat op nummer 369 van de 500 belangrijkste Northern Soul-nummers!

Jerry groeit op in Chicago onder armoedige omstandigheden. De muziek en de kerk bieden hem het enige 'verzetje'. Middels de kerk en het koor leert hij Curtis Mayfield kennen, die eveneens een poepje gitaar kan spelen. Butler en Mayfield vormen daarop enkele groepen, dat in 1958 zal uitmonden in The Impressions. De eerste hit van de groep is 'For Your Precious Love' en wordt geschreven door Butler. Het liedje is sindsdien door velen op de plaat gezet, maar de versie van The Impressions is waarschijnlijk de meest definitieve. De hits voor The Impressions volgen elkaar in rap tempo, totdat Butler in 1965 voor een solo-carriére kiest. Georgie Woods, deejay bij het radiostation WDAS in Philadelphia, doopt hem 'The Ice Man' en Butler zal dankbaar gebruik maken van die geuzennaam. Kijk bijvoorbeeld naar ons fotomodel, waar Butler 'drijft' tussen de ijsblokjes. De Nederlandse hoes is onvindbaar op het web en hier is 'Moody Woman' dus de b-kant van 'What's The Use Of Breaking Up'. In 1968 presenteert Butler zijn langspeler 'The Iceman Cometh'. Wat 'Sergeant Pepper' is voor The Beatles en 'Otis Blue' voor Otis Redding, dat is 'The Iceman Cometh' voor Jerry Butler. Een verzameling liedjes met Butler op zijn best, een plaat die immer wordt gespeld door hedendaagse zangers en instrumentalisten. Veel is al een keer overnieuw gedaan, maar nimmer haalt het dit ongekende hoge niveau van Jerry Butler.

Jerry Butler blijft nog lange tijd actief in de muziek, maar zelf ben ik niet kapot van zijn latere werk. Ook zit hij sinds 1985 in de politiek. Allemaal niet zo heel interessant, als het per slot van rekening maar om één single-kant gaat: 'Moody Woman', een heerlijk opgewekt nummer met een fijne groove en een prettig zingende Jerry Butler. De terechte Week Spot van deze week!

maandag 22 oktober 2012

de liefdeseducatie van Laura Lee


Na een matig bezochte, maar zeer leuke instrumentale sessie op 'mijn' Facebook-groep, begin ik nu eerst met het bericht van Laura Lee. Hierdoor zal de publicatiedatum waarschijnlijk veranderen (vroeger kon je datums 'reserveren', maar daar doet Blogger niet meer aan...), maar dat zij zo. Verder zou ik vandaag de Week Spot van deze week gaan presenteren, maar die ga ik gedurende dit bericht bedenken! Zoals ik zondag al heb geschreven, heb ik zondag eindelijk de ontmoeting met Peter gehad, de man waarvan ik menig singlehoesje 'leen' voor mijn berichten. Hij had dertig singles bij zich, die ik over de komende twee podcasts ga uitsmeren. Eentje daarvan is deze van Laura Lee. Hij heeft hem nu, zoals jullie kunnen zien, mét fotohoes, dus mocht ik zijn 'oude' exemplaar hebben. Daar ben ik erg blij mee! Terwijl 'Up Tight Good Man' als a-kant wordt vermeld op het hoesje, zegt het label dat dit de b-kant is. Beide nummers hebben echter in de Billboard gestaan, net zoals veel van The Beatles, en dus mogen we spreken van een 'dubbele a-kant'? Tóch is 'Wanted: Lover, No Experience Necessary' mijn favoriet, hoewel alles van Laura Lee van een zekere klasse getuigt!

Laura is 67 jaar geleden ter wereld gekomen in Chicago, maar verhuist al op jonge leeftijd met haar moeder naar Detroit. De reden waarom die twee van elkaar gescheiden worden, vertelt de geschiedenis niet. Wél dat Laura nog voor haar tiende levensjaar in het gezin van dominee E. Allan Rundless wordt opgenomen. Rundless heeft dan al bij de legendarische Soul Stirrers gezongen en leidt op dat moment The Meditation Singers. Deze groep staat te boek als de eerste gospelgroep die optreedt met een vaste begeleidingsgroep. Het heeft Della Reese in de gelederen, een zangeres die het ook nog ver zal schoppen, maar in 1956 de groep verlaat. De elfjarige Laura, alias Laura Lee Rundless, komt op haar plaats terecht en haar ster mag tot ongekende hoogte stijgen.

In 1966 begint ze in de seculiere muziek. Wat voor muziek? Seculier... Zo noemen ze de populaire muziek vanuit het oogpunt van de gospel. Het moment waarop je muziek maakt voor een platenbaas en, erger nog, de duivel. Haar eerste plaatje verschijnt in datzelfde jaar via Ric-Tic, een onderdeel van Motown, en bij verzamelaars van mod en Northern Soul een klinkende naam. 'To Win Your Heart' is niet de hit waarop een ieder had gehoopt, maar het vestigt wel de aandacht van Chess op Laura Lee. In het daaropvolgende jaar debuteert ze voor dat label met 'Dirty Man', dat wel onmiddellijk een hit wordt, evenals de opvolger. Dat is dan weer ons fotomodel. Laura maakt zo nog een stuk of wat singles, een langspeler mag ze maar niet maken. In 1971 wordt ze door Holland-Dozier-Holland binnengehaald op het Hot Wax-label. Na hun vertrek bij Tamla-Motown heeft Berry Gordy via de rechter bepaald dat de heren vijf jaar lang niet onder die naam mogen publiceren. Dat doen ze dan maar als Dunbar/Wayne. Hot Wax en Invictus is tevens een onderkomen voor andere gesjeesde Motown-medewerkers, zo werkt ex-Motown-arrangeur William Weatherspoon mee op enkele opnames van Lee. Het protodisco-achtige 'Rip Off' uit 1972 wordt haar grootste hit uit die periode en deze zit al sinds januari in mijn Blauwe Bak.

Laura Lee is dan al het liefje van Al Green. In 1975 verlaat ze de stal van Holland-Dozier-Holland en tekent een contract bij Ariola, maar dan laat haar gezondheid het afweten. Vijftien jaar lang! Wat die ziekte precies is, vertelt Wikipedia ons evenmin, wel dat ze na 1975 pas in 1983 met een gospelalbum op de proppen komt en in 1990 voorgoed geneest van haar ziekte. Kort daarop wordt ook zij beëdigd als predikante en neemt ze in de loop der jaren nog enkele gospelalbums op.

Ik ben niet vies van een beetje 'namedropping' en ik vind ook dat je gerust mag laten weten waar je bepaalde dingen vandaan hebt. In het geval van Laura Lee ben ik, wat dat betreft, veel dank verschuldigd aan Adeline Van Lier, radiomaakster bij de KRO en in de nacht van zondag op maandag te horen in 'De Nacht Van Het Goede Leven'. Zij is niet een klein beetje fan van Laura Lee en heeft dat enthousiasme huize Louwsma binnen gebracht. Ook ik kan die pittige stem erg goed waarderen, plus natuurlijk die blik vanuit de ogen van een vrouw. 'Rip Off' zit wel eens wat weggestopt in een dj-set, maar 'Wanted' gaat zeker op de voorgrond komen!

zondag 21 oktober 2012

Schijf van 5: Amsterdam


En zo komt er een einde aan onze Nederlandse week. Ik had eerst een Schijf over Nederland uitgeschreven. Hoewel het vaak handig is om ruim te denken en niet op de millimeter, blijkt dat in dit geval anders te zijn. We nemen dus het vergrootglas en richten ons specifiek op één plek. Maar nee, vijf liedjes over Kolderveense Bovenboer ging lastig worden en dus het kompas maar iets verschoven naar het zuidwesten. We zijn aan het einde en het begin van de wereld uitgekomen, voor menig Amsterdammer is de wereld rondom de Westertoren gebouwd. Ja, Amsterdam heeft heel veel artiesten geïnspireerd en dit blijkt een betere kandidaat te zijn voor de Schijf van 5. De allerbeste staat niet bovenaan, maar het is wel een Nederlandse groep die op alle fronten het cirkeltje rond maakt. En het heeft met een herinnering te maken!

Het is niet erg dat je bij de nummer vijf last krijgt van gekromde tenen, het is immers maar de hekkensluiter. Hij verdient geen schoonheidsprijs en er zijn vast ook mooiere liedjes gezongen over de hoofdstad, maar toch is dat heerlijke Amerikaanse 'Emsterdem' van Buck Owens een prachtig voorbeeld om plaats te nemen op de vijfde plaats. Dus daar ga je! Op vijf staat 'Amsterdam' van Buck Owens uit 1970.

Ik heb het vaker gezegd, de berichten op de Nokia N95 waren precies van een juiste lengte en wellicht dat deze Schijf daar niet ontzettend hoog boven gaat eindigen. Het is al na middernacht als ik aan deze verplichting voldoe en ik heb een beetje een rare avond gehad, dus hou ik het nu maar kort. Overdag had ik mijn eerste ontmoeting 'in persoon' met Peter, onze singlehoesjes-man. Hij bracht mij een stuk of dertig singles en nam een paar mee terug naar huis. Eentje daarvan is 'Sea Of Delight' van Brainbox. De b-kant van die single staat vandaag op vier: 'Amsterdam, The First Days' uit 1969.

Toch tussen neus en lippen door. Ik heb vanavond afscheid genomen van het Golden Beat Years-forum. Ik kan er lang en dramatisch over doen, maar de negativiteit begon danig te storen, dat ik al op keek tegen de uren die in december in de jaarlijkse Top 100 zouden gaan zitten. Die steek ik liever in de Blauwe Bak Top 100, Soul-xotica en andere Soul-x-rated-projecten. Terug naar de Schijf! Ik heb begin juli 'Vintage Violence', het album van John Cale uit 1971, hier nog in de schijnwerpers gezet. Die heeft ook een 'Amsterdam'. Zo opgewekt als het maar kan, als schril contrast op de dreigende muziek van Velvet Underground en van sommige van zijn latere platen. Deze mag op drie.

De meest klassieke 'Amsterdam' is natuurlijk van de hand van Jacques Brel, maar ik sta niet te boek als een groot liefhebber van het chanson, dus kijk ik graag even bij de Engelse vertalingen. Die van Scott Walker is ook niet te versmaden, maar toch kies ik voor de indrukwekkende versie van David Bowie. Ooit nog aangegeven door Paul, de webmaster van rockandroll en digginfordirt. Zijn voorkeur ging uit naar de versie zoals die staat op 'Bowie At The Beeb', een BBC-sessie dus. Daar kies ik gemakshalve ook maar voor. Ik weet per slot van rekening ook niet af van een andere versie...

We begonnen deze week met Tee Set en toen viel de naam After Tea al, de tijdelijke afscheiding van Hans Van Eyck, Ray Fenwick en Polle Eduard. Bovendien heeft niet het nummer, maar de titel, herinneringen. Zelf koester ik niet al te veel liefde voor Amsterdam. Ik ben op mijn achttiende een week van huis weg gelopen en ben toen in Amsterdam geweest. De enige keer dat Amsterdam me wél beviel, was Tweede Paasdag 2008, de dag na het eerste optreden dat ik zag van Marissa Nadler in Haarlem. Het sneeuwde die dag en ik hoefde niet te denken aan dit liedje, maar achteraf heeft het wel wat. Ik was 'high' van de melancholie, een constante nadorst en heb me die dag laten gaan in de drank en, zo hoort dat in Amsterdam, ook nog drugs. Twee maanden later zou ik écht stoppen met die middeltjes, een jaar later met de biertjes. Als ik dan toch een eerbetoon mag doen aan Amsterdam, dan doe ik het middels 'Snowflakes On Amsterdam' van After Tea uit 1968.

Volgende week speel ik de Nationale Popkwis in Amstelveen en zal jullie op maandag trakteren op een blikje terug. Ik ga deze dag niet publiceren, dus ook geen Schijf van 5. Dan de maand november, want in december gaan de weekenden gevuld worden met de Soul-X Top 100 en vijf podcasts. Vanmiddag opperde Peter andermaal een Schijf met de vijf meest foute parlando's. Nou, Peter, wat mij betreft mag je! Stel maar een Schijf samen, ik wil de nummers wel toelichten. Voor de overige weken in november: Als iemand van jullie een top 5-je wil doen met wat voor thema dan ook maar, of desnoods je favoriete top 5, laat het maar weten! Als je het lastig vindt om te schrijven, neem ik desnoods een interview af. December is voor mij, november is voor jullie!

Double Dutch: Da Skoda's (slot)


Veni vedi vici. Zo ging het met Da Skoda's in 2002 in de Oogst van Overijssel. Als laatste band toegevoegd aan de voorrondes, als laatste toegevoegd tot de finale en, volgens juryleden waarmee ik later heb gesproken, vanaf de eerste noot in de finale de gedoodverfde winnaar. Een band met een veelzijdig en opvallend geluid, een hoge dosis muzikaliteit en een goede podiumpresentatie, zoiets moest Overijssel vertegenwoordigen bij de Grote Prijs Van Nederland. Meer daarover verderop in dit bericht. Naast de gebruikelijke prijzen zitten ook twee optredens. De eerste is tijdens een culturele manifestatie in Zwolle, op een regenachtige donderdagavond in juni. We kunnen niet voorkomen dat er vocht komt in het antieke Philicordia-orgeltje van Xander en dus haalt iemand van de organisatie zijn Philicorda op. Van beide doen een paar toetsen het niet meer, maar het heeft wel een imposant gezicht: Twee Philicorda's op elkaar. Deze Philicorda zal de klap niet overleven en zal uiteindelijk als kunstwerk in De Buze eindigen. Dan begint voor mij de warrige zomer van 2002. Na een ruzie met degene waarbij ik in de kost ben, vlucht ik naar Leeuwarden. Aanvankelijk slaap ik een nachtopvang, maar zoek uiteindelijk de vrijheid met slaapzak en plastic in een verlaten recreatiegebied. Het is onder deze omstandigheden dat ik met Xander mee rijd naar Deventer, waar Da Skoda's het PlugPlantsoenPop-festival mogen openen.

Het is in de vakantie en drummer Tony (hier zichtbaar op de foto) komt speciaal voor dit optreden even terug uit Zeeland, Marc is afwezig en wordt door muziekvriend Pieter vervangen. De gastvrijheid 'backstage' is uitmuntend! Op een bepaald moment krijg ik van een vrijwilliger een overgebleven t-shirt met het programma op de rug. Dit en omdat ik een Zweedse band wil zien, doet mij besluiten in Deventer te blijven. Ik help zondagavond en de volgende maandag met opruimen, slaap 's nachts op het podium en ga maandagavond weer terug naar Friesland. Ik zal nog drie keer terug keren naar Plug om er als vrijwilliger te werken. In die tussentijd heb ik al een reputatie opgebouwd binnen de groep, waar ik op me dat moment niet zo bewust van ben. Ik ben een stevig innemer van alcoholische drankjes en meestal platzak, dus op het conto van de band. Ik weet niet of dit heeft mee gespeeld, maar in augustus of september speelt de groep in Kampen. Ik schitter door afwezigheid en neem er pas drie weken later kennis van. Dat is in november echter al lang weer vergeten als de groep als voorprogramma van André Manuel & Krang mag optreden in Hedon. Een onvergetelijke avond. Ik mag die avond opnames maken met de minidisc en dat is nog altijd een memorabel optreden. Sommige latere 'Psychadelicious'-tracks zullen voor mij tijdens deze avond definitieve versie krijgen. Even ervoor of erna, dat weet ik niet meer. Maar dan maakt de groep zijn opwachting tijdens de Grote Prijs-voorronde in Arnhem. De jury 'begrijpt' de groep niet, het wordt als 'cabaret' afgedaan. De uiterst professionele Achterhoekse popgroep Busted wint de avond én de publieksprijs. De Oogst is dus wel het hoogst haalbare gebleken!

Zo begint 2003 en half januari krijg ik de sleutels van de Rembrandtstraat. Meteen de eerste zondag mag de band optreden in Apeldoorn en ik ga mee. En hoe? De auto's zijn al ingepakt als ik ladderzat bij de bar vandaan wordt geplukt. Ik zal daarna nog één keer mee gaan naar Heerenveen en daar is het van een zelfde laken een pak. Ik heb mijn 'Skoadie'-baantje hoogst persoonlijk naar de bliksem gezopen. Jammer, maar helaas! Ik blijf echter de groep op de voet volgen en zie ze achtereenvolgens op het Bevrijdingsfestival in Zwolle en in september 2003 met de cd-presentatie van 'Psychadelicious'. Ik mag mezelf gerust een Skoda's-kenner noemen, maar ik raak maar niet enthousiast van de nieuwe cd. Een gedeelte van de nummers heeft te lijden onder een nogal steriele productie, maar er staan een aantal erg goede nummers op! Als ik rockandroll.nl ontdek, is de cd de eerste recensie voor Sideburner, maar die is niet positief. Dat zet kwaad bloed bij de groep. Ik hoef nu helemaal niet meer op een vervolg van mijn 'skoadie'-carriére te rekenen. Of ik ze in begin 2004 nog heb gezien? O ja, een kleinschalig festival in De Buze in april 2003, die was ik vergeten. Oók een gedenkwaardig optreden, hoewel nu met een andere drummer. In september 2004 opent de groep het nieuwe Buze-seizoen, maar ze zijn dan al aan hun afscheidstournee begonnen. Ik geloof dat het op persoonlijk vlak ook wat botst, maar bovenal is de koek op. Erg jammer, want Xander heeft net zijn toonmodulator aan het instrumentarium toegevoegd en hij is de eerste die ik zie, die er écht mee om kan gaan. Zander nodigt me nog wel uit voor het allerlaatste concert in Den Haag, maar ik vergeet het...

Tot slot: Wat is er van geworden? Da Skoda's zijn als leden nog eens een avond in De Buze geweest, toen werd er stiekem gesproken over een reünie, maar dat is nooit door gegaan. Henk is het impressariaat in gegaan, Marc is verhuisd naar Drachten. Het laatste wat ik van Tony heb gehoord, is dat-ie in Utrecht studeerde. En dan Xander... Losvast organist van The Monotones, daarna met zijn eigen garagerockband Die Alpenkreuzers en sinds een paar jaar solo als Mr. Skolnick. Met Johan Schoterman (KouweMakkers) is hij de Boodschappers Van Het Algemeen Nut begonnen. Da Skoda's zijn dood, lang leve Da Skoda's!

zaterdag 20 oktober 2012

Double Dutch: Da Skoda's (deel 1?)


Even uitleggen... Ik had maandag beloofd dat jullie morgen twee berichten zouden krijgen, dit in verband met de geplande Soul-x-rated en het feit dat ik volgende week zondag niet ga publiceren. Door technische problemen is de Soul-x-rated er niet van gekomen en dus zou ik vandaag de serie kunnen besluiten met Stuurbaard Bakkebaard uit de nieuwe eeuw. Toch ben ik nog steeds van plan om volgende week niet te publiceren (ik speel dan de Nationale Popkwis in Amstelveen) en dus blijft de behoefte bestaan aan twee berichten op zondag. Bovendien heb ik Xander, voormalig toetsenist van Da Skoda's, héél lang geleden beloofd om nog eens mijn memoires met de band op papier te zetten. Dus heb ik besloten dat vandaag en morgen te gaan doen. Ik zal proberen niet té uitgebreid te gaan schrijven, maar toch gaat het vast de normale lengte van een bericht overschrijden. Daarom morgen deel twee.

Nee, bij het ontstaan van Da Skoda's ben ik niet aanwezig. Het schijnt te zijn ontstaan tijdens jamsessies in De Buze. De eerste optredens mis ik eveneens, hoewel ik op het Dicky Woodstock Popfestival van 2001 wel pal in de buurt ben van het podium. Het is me niet opgevallen. Vanaf oktober 2001 kom ik echter geregeld in De Buze in Steenwijk waar Bas Oosterhof geregeld tot erg vaak achter de bar staat. Hij haalt zijn neus op voor mp3's en dus draag ik geregeld een tas met elpees mee van Tuk naar De Buze. Met het oud en nieuw-feest in De Buze word ik gevraagd of ik plaatjes wil draaien. Ik stem ermee in, maar de eerste die plaats neemt achter de draaitafels is Xander. Ik kan onmiddellijk zijn mix van rock- en discoklassiekers waarderen en sta vrolijk te hossen op de dansvloer. Daarna mag ik draaien, maar ik heb, geloof ik, een borreltje teveel op en al snel neemt iemand anders het over. Het is al wel de eerste echte kennismaking met Xander. Ik begrijp van anderen dat hij lid is van Da Skoda's. Een paar weken later krijg ik van zanger/trompettist Henk Kuper een vrijkaartje voor het Stenovicum-festival, waar Da Skoda's op zondagavond hun nieuwe cd ten doop zullen houden.

Die zondag in februari 2002 staat me nog heel helder voor de geest. Het begint met de wandeling van Tuk naar de Oostermeenthe voor de kerkdienst van het Leger Des Heils, mijn meegebrachte lunch nuttig ik in het park Rams Woerthe en dan ga ik naar De Buze. De andere bandjes zijn me ontgaan, ik weet nog wel dat Peter Kroes van The No-Goods obscure Nederbeat staat te draaien én uiteraard het optreden van Da Skoda's. Het is erg herkenbaar: Je staat in een zaal te kijken naar een groepje vrienden en je vindt hun muziek automatisch leuk omdat het per slot van rekening vrienden van je zijn. Zo vergaat het me niet bij Da Skoda's! Ik was ook enthousiast geweest als ze Kampen-Zuid waren gekomen. Dit is precies een band waar ik jaren lang reikhalsend naar heb uitgekeken. Een origineel, zeer eigenzinnig, repertoire van polka, tango, melodieuze pop en jazzy uitschieters. Ik word ter plekke 'fan'. Net zo 'fan' als dat ik in het vorige decennium van Reboelje was. Dit smaakt naar meer! Toch heb ik het financieel niet echt breed op dat moment en kan ik het tientje voor de cd niet missen. Nu wil het geval dat een andere lokale band, Solemnity, ook net een cd heeft uitgebracht en die heb ik in een vlaag van verstandsverbijstering gekocht. Buiten het titelnummer, 'Shockdance', om vind ik hem maar matig. Daar denkt de dochter van mijn huisbaas Jan anders over en zij koopt de cd van mij over. Dat tientje investeer ik meteen in 'Oh No! I Forgot To Put Out The Gas Cooker', het debuutalbum van Da Skoda's. Ik bemachtig de cd op een donderdagavond als Da Skoda's repeteren in De Buze. ,,Wil je zaterdag mee naar Hardenberg?", vraagt Xander. Dat laat ik me geen tweede keer zeggen. Da Skoda's moeten optreden op het Popkoepel-festival en ik had al begrepen dat het voor de Buze-vrijwilligers een uitje ging worden. Tja, ik mag geen vrijwilliger zijn, maar daar heeft Xander al een oplossing voor bedacht. ,,Jij helpt ons met in- en uitladen van de instrumenten". Het zou een cliché worden om ieder concert als 'legendarisch' te bestempelen, maar ik kan er niet om heen. Bovendien weet Henk Da Skoda's als 'runner up' in de Oogst Van Overijssel te krijgen.

Op Koninginnedag 2002 ben ik op de fiets naar de rommelmarkt in Steenwijkerwold geweest. Tijdens een bakkie koffie in De Karre herinner ik me opeens dat Da Skoda's vanmiddag moeten optreden in Meppel. Ik fiets snel terug naar de Irisstraat en sprint naar het station. En daar staan... Da Skoda's! Ze hebben gisteren de instrumenten al naar café Schieves gebracht, zodat ze nu met de trein kunnen. Wederom zijn mijn paar handen welkom en dan begint de traditie vorm te krijgen. Ik leer intussen Xander, Henk, bassist Marc en drummer Tony beter kennen. Op zaterdag 4 mei speelt de groep in De Karre als voorprogramma voor Calamity Jane, dat de tweede en laatste cd aan het publiek presenteert. Weer ben ik van de partij en die avond ontstaat geloof ik het begrip 'Da Skoadie'. Op het hoesje van 'Gas Cooker' staat de uitroep: 'Hell yeah, proud to be Da Skoda's' en ik maak daarvan 'proud to be Da Skoadie'. Het volgende optreden is in de voorronde van de Oogst Van Overijssel in het Burgerweeshuis in Deventer. De band ervoor maakt gebruik van een computer en het zorgt nogal voor hilariteit als deze tijdens het optreden uitvalt. Da Skoda's hebben geen last van pech en spelen 'Tango' en 'Polka' alsof hun leven ervan af hangt. De Nederlandstalige band Nou En? wint de voorronde, Xander is de 'muzikant van de avond' en wint een gitaarpakket. Erg grappig voor een organist (hoewel Xander multi-instrumentalist is en dus uit de voeten kan met de prijs).

Het is mooi geweest! Het zou een illusie zijn om als 'runner up' zomaar in de finale terecht te komen. Dan is het twee weken voor de finale en dan maakt de jury bekend dat er één groep als 'runner up' naar de finale mag. En die band heet... Da Skoda's! Maar wederom zijn de jongens erg gereserveerd. Vooruit, de finale van de Oogst, maar dit is écht het maximaal haalbare. We moeten er niet vanuit gaan dat we in de top drie terecht komen. Da Skoda's hebben al pech dat ze niet mogen beginnen, het is vooral hun instrumentarium dat nog wel eens een 'soundcheck' kan gebruiken. Dat ik mee ga, staat al als een paal boven water. Ik ontmoet de jongens bij De Buze, waar op dat moment het hiphop- en skate-festival Soulclap aan de gang is. We rijden naar het poppodium Hedon in Zwolle. Ik kan me nog herinneren dat ik voor de show een 'geluks-sarong' heb aangetrokken, hoewel de band daar niet bepaald gelukkig mee was. Grappig moment was toen Xander voor een openstaand raam het slangetje van zijn melodica aan het rondzwaaien was en dat het mondstukje naar buiten vloog. Het optreden van Da Skoda's is gewoon goed, de mannen hebben geen zenuwen, want ze winnen toch niet... Na afloop is het vooral Tony die ontzettend graag terug wil naar zijn maten op het Soulclap-festival, maar we weten hem tegen te houden. Gelukkig... Ook wordt de herinnering opgehaald aan de Rabo Rock Over De Buze, waar ooit een band uit Utrecht verstek liet gaan in de finale omdat ze het prijzengeld te minimaal vonden voor de reis. De concurrentie is zwaar. Met name Nou En? en Tegenpolen, twee groepen uit Kampen, hebben bussen vol fans mee. Tegenpolen is favoriet, maar de jury heeft al vroeg op de avond beslist... Da Skoda's winnen de Oogst Van Overijssel in 2002. De prijs is een aantal optredens en een plek in de voorronde van de Grote Prijs Van Nederland. Niemand, maar dan ook niemand, had dit verwacht...

En met deze monsterzege sluit ik af voor vandaag. Morgen het restant van dit onderbelichte stukje Steenwijker pophistorie. Ik kan nog wel melden dat Nou En? een jaar later alsnog de Oogst heeft gewonnen en dat die later een spraakmakende hit hadden met 'Gothic Meisje'.

vrijdag 19 oktober 2012

Double Dutch: Reboelje


De keuze voor een Nederlandse groep uit de jaren negentig zal ongetwijfeld discussies op roepen bij de FNP, de Fryske Nasjonale Partij. Ik verwacht een bezoekverbod voor onbepaalde tijd. Toch kan ik niet om Reboelje heen, als het om de jaren negentig gaat. De Friestalige rockband heeft mij zowaar door dat decennium heen geloodst. In dit bericht vertel ik dan ook graag hoe het is gekomen, hoe ik mee gegroeid ben in de band en de muziek en hoe ik uiteindelijk afstand heb genomen van hun repertoire. Er is immers een tijd geweest dat ik ieder optreden van Reboelje in een straal van twintig kilometer rondom Jutrijp heb bezocht. Dikwijls met de perskaart van het Sneeker Nieuwsblad in de binnenzak en vaak ook met een recensie tot gevolg. Het verhaal begint voor mij in maart 1992. Ik ben precies een maand poprecensent bij het Sneeker Nieuwsblad als ik de band zie optreden op het eerste Úteinrock-festival in Het Bolwerk in Sneek, een festival met minderheidstalen. Naast het Fries zijn er eveneens Baskische en Welshe bands aanwezig. Tijdens een latere editie zie ik hier nog Catatonia, de Welshe groep waarvan ik in 1998 in Engeland nog even 'fan' werd. Maar eerst terug naar zaterdag 7 maart 1992. De volgende ochtend maakte ik mijn eerste kater mee. Historisch dus!

In de voorjaarsvakantie hadden we ons dophok uitgebreid verbouwd en op deze zaterdag zouden we een open dag houden. Nu was er ook Úteinrock en daar moest ik wel even bij zijn. Reboelje opent de avond en speelt voornamelijk werk van hun nieuwste cd 'Magysk Teater', een conceptalbum op basis van 'Der Steppenwolf' van Herman Hesse. De theatrale mix van folk, punk en melodieuze pop aangevuld met fraai werk op de viool... Mijn mond valt open. Ik had wel van de naam Reboelje gehoord, maar dat het zó goed is. Ik heb Úteinrock na Reboelje wel gezien en fiets door naar 'T Hokje waar ik dus voor een eerste maal zoveel drink dat ik de volgende ochtend denk dat ik dood ging. Dat moest nog wennen... De recensie van Úteinrock beperkt zich tot Reboelje en een paar weken later zal de groep op Aaipop optreden. Ik bereid een interview voor en ga naar Nijland. Ik neem het interview in het Nederlands af en doe er ruim drie maanden over om het uit te werken. Intussen heeft een muziekvriend de cd overgezet op cassette, want uw razende recensent heeft nog niet zo'n digitale deeltjesspeler. Ik bestel ook een 'Magysk Teater'-shirt, want ik ben fan!

In augustus 1992 ga ik over mijn enkel en heb bijna geregeld dat ik bij het optreden in Oudega aan de zijkant van het podium mag zitten, als mijn ouders er (wijselijk) een stokje voor steken. Deze fan is kapot! De dokter heeft me verboden nog te pogoën, dat doe ik een maand later alweer tijdens een Amnesty-benefiet in Het Bolwerk, waar Reboelje ook optreedt. In november 1992 ontvang ik een recensie-exemplaar van de mini-cd 'Simmersnie' in de bus. Deze zorgt ervoor dat ik toch maar een cd-speler koop! In mei 1993 zie ik hen op het Bevrijdingsfestival, 'De Fûgel Yn Dy' is dan net als cd-single verschenen en wordt met name door Henk Westbroek veelvuldig gedraaid. Het wordt geen hit. In 1995 verschijnt de langverwahte opvolger van 'Magysk Teater' uit 1991: 'Medusa'. Een plaat zonder 'rode lijn', waar ik aanvankelijk maar moeilijk aan kan wennen. Het is pas in 1997 voordat ik het album op waarde ga schatten. Nu roep ik dikwijls dat hun beste is! In 1996 verschijnt weer een mini-cd, 'Merkeman'. Het intro van het titelnummer is rechtstreeks gejat van 'Jimmy' van Boudewijn De Groot, mijn favoriet op het album is 'In Nij Begjin', maar er staan ook een paar missers op. Dat ben ik dan nog niet gewend van Reboelje!

Eind 1996 speelt de groep de interactieve voorstelling 'De Brulloft'. Met behulp van acteurs van Tryater wordt er een echte bruiloftsreceptie na gespeeld, waarin de liedjes van Reboelje en begeleidende filmpjes het verhaal vertellen van de 'gebrandmerkte' bruid die dit huwelijk is in gevlucht om te ontkomen aan haar verleden. Ze merkt halverwege de bruiloft dat haar dit ook geen geluk brengt en slaat wederom op de vlucht. 'De Brulloft' is een ervaring die je moet hebben mee gemaakt. Een registratie op cd, die in 1997 verschijnt, brengt weinig van de magie terug.

Dan is het eind 1997, mijn recensies worden niet altijd meer afgedrukt in de Sneeker en daarmee zakt mijn motivatie. Bovendien ben ik erg druk met mijn 'toekomst' op de ADM in Amsterdam. Als ik een uitnodiging krijg voor 'Hotel Reboelje', een 'unplugged'-optreden, moet ik verstek laten gaan door mijn Amsterdamse plannen. Toch vertrek ik uiteindelijk naar Engeland. Hoewel ik 'Medusa' nog geregeld draai, raak ik Reboelje uit het oog. Ik merk dus ook niet dat de groep de Mega Top 100 behaalt met de kerstsingle 'Marije Maria'. Na thuiskomst in Nederland zie ik de groep nog eenmaal optreden, in 2000 in Mirns. Ze spelen een paar oude 'hits', maar voor het grootste deel is het erg middle-of-the-road geworden. Reboelje is een soort BZN geworden. Ik ben er wel klaar mee!

Even later ligt Reboelje op zijn gat. Ik kan er niet om treuren, hoewel ik prachtige herinneringen heb aan de begin en midden jaren negentig. De tijd dat we stonden te hossen op 'Trije'...

donderdag 18 oktober 2012

Double Dutch: Time Bandits


Ik begin met een trieste mededeling: De beloofde Soul-x-rated laat nog even op zich wachten. Er is zojuist weer eens een naald overleden, maar deze Nederpop-podcast houden jullie te goed! Dan moet ik vervolgens bekennen dat ik zelden meer radio luister en dat ik zojuist heb ontdekt dat de Time Bandits sinds een paar weken weer volop in de belangstelling staat. Nadat hun single zijn premiére heeft beleefd op Radio 2, is zaterdag voor twee weken het langverwachte album van de groep in Paradiso gepresenteerd. Écht, ik zweer het jullie, het is mij ontgaan... Bij de voorbereiding van deze Nederlandse week moest ik even nadenken over een typische jaren tachtig band. Claw Boys Claw stond op het lijstje, maar ook Fatal Flowers en Tower (van 'See You Tonight'). De keuze is dus uiteindelijk gevallen op Time Bandits. Met Alides Hidding's solosingle erbij gerekend, duurt de succesperiode van de groep van 1980 tot en met 1987. En dus een uitgelezen band om de jaren tachtig-uitvoering van Double Dutch te vertegenwoordigen.

Sommige dingen komen zo uit de lucht vallen, lijkt het soms. Neem nou Alides Hidding. Zomaar staat hij in de Top 40 met een weinig Nederlands-aandoende compositie, 'Hollywood Seven'. De schrijvers ervan zijn dat mysterieuze duo Sklerov en Lloyd, die ook 'House For Sale' van Lucifer hebben geschreven. Het bekende verhaal dat zo vaak is gebeurd, maar wat nimmer de krant haalt: Een actrice uit Omaha die het probeert te maken in Hollywood, maar in plaats daarvan aan de drugs raakt en in een kist terug naar Omaha gaat. De muziek laat zich moeilijk plaatsen, het heeft weinig met een specifiek genre als electro of disco te maken. Ik denk dat de term 'pop' de lading nog het beste dekt. Een jaar later is Hidding terug, nu voor een andere platenmaatschappij en mét een band: Time Bandits. 'Live It Up' nestelt zich niet alleen in de Nederlandse top tien, maar vindt ook in Frankrijk gretige aftrek.

In 1983 verschijnt 'I'm Specialized In You', een fraai stukje soulpop van eigen bodem. De single gaat in Frankrijk 240.000 keer over de toonbank, 150.000 maal meer dan in Nederland. In ons land is dit aantal al genoeg om op een tweede plaats van de Top 40 te komen. Na de top tien-singles 'Listen To The Man With The Golden Voice' en 'I'm Only Shooting Love' verschijnt de langspeler 'Tracks', met een zeer fraaie lay-out. In Amerika bestaat al interesse in de groep, maar vooral in Australië en Nieuw-Zeeland staat de single 'I'm Only Shooting Love' aan de top en dus worden deze landen bezocht tijdens een tournee. Tussen 'Reach Out' in 1984 en 'Endless Road' in 1985 ligt de groep tijdelijk stil, maar het is voor een goed doel. Alides Hidding is namelijk uitgenodigd door Dan Hartman, ooit lid van The Edgar Winter Group, maar sinds 1979 een succesvol solo-artiest met hits als 'Instant Replay', 'I Can Dream About You', maar vooral de disco-klassieker 'Relight My Fire'. Hidding wordt onderdeel van het schrijversteam van Hartman, die ook zijn steentje bijdraagt in nummers van Time Bandits.

In 1986 wordt 'I Won't Steal Away' een hit, dit is één van de nummers waaraan Dan Hartman heeft meegeschreven. In datzelfde jaar beperkt Time Bandits zich tot Europa, landen als Spanje en Frankrijk worden met een bezoek vereerd. In 1987 vertrekt Hidding andermaal naar Amerika om met Hartman te werken aan nieuwe nummers. 'We'll Be Dancing' en 'Wildfire' zijn daarvan de succesvolle voorbeelden, maar ook levert Hartman een aandeel in de elpee 'Can't Wait For Another World'. Het album is beduidend minder succesvol dan zijn voorgangers en in 1989 trekt Hidding de stekker uit de groep. Hij vertrekt wederom naar Los Angeles om met het team van Dan Hartman voor andere artiesten te schrijven, maar sinds de midden jaren negentig is hij weer terug op de Hollandse klei en levert liedjes aan artiesten als Ruth Jacott en Dana Winner. In 1995 start hij een nieuwe incarnatie van Time Bandits. De hoofdmoot voor deze groep ligt in het vertolken van de jaren tachtig-hits alsmede covers van een zeer diverse aard.

Toch houdt de biograaf van Time Bandits blijkbaar niet zo van terug blikken, want het verhaal verschuift al snel naar het album 'Out Of The Blue', dat dus op 6 oktober het levenslicht mocht aanschouwen in poptempel Paradiso. Hoewel de site behoorlijk internationaal aan doet, is het eerst komende optreden aanstaande zaterdag in het weinig exotische Etten-Leur...

woensdag 17 oktober 2012

Double Dutch: Earth & Fire


De late jaren zestig en de vroege jaren zeventig zijn de hoogtijdagen van de Nederpop. Als er één gebied in de muziek is die het verdwijnen van Radio Veronica nooit te boven is gekomen, is het de Nederpop. Natuurlijk, reeds gevestigde groepen en artiesten zouden ons nog heel lang vergezellen, denk maar aan bijvoorbeeld Golden Earring, maar het scoren van een hit zou voor nieuwkomers een tikkeltje moeilijk worden. In de jaren tachtig krijg je even de opleving in de Nederlandstalige pop, maar als Engelstalige popgroep uit Nederland heb je het niet gemakkelijk. Terug naar de jaren zeventig, want dat decennium staat vandaag centraal. Keuze in overvloed wat bands en artiesten aangaat, toch is er geen enkele band die zo goed de jaren zeventig vult als Earth & Fire. Op de derde zaterdag van het nieuwe decennium komt hun debuutsingle binnen in de Top 40 en op de laatste zaterdag van 1979 staat de band nog immer in de Top 40 met een voormalige nummer 1. De keuze móest wel vallen op Earth & Fire...

De geschiedenis van de groep begint in 1967 als Opus Gainfull, maar die pretentieuze naam mag wijken als in 1968 de zangeres Manuela Berloth bij de groep komt. Zij heeft dan al plaatje gemaakt als Lysette, maar haar verblijf bij Earth & Fire is van korte duur. Doordat ze een oogziekte krijgt, moet ze vroegtijdig afhaken. Jerney Kaagman verschijnt in 1969 ten tonele. In 2006 is een biografie over de band verschenen, waarin flink met modder wordt gegooid. Het zal allemaal wel zijn meegevallen, want anders was Kaagman nooit zo lang zangeres gebleven, maar volgens de gebroeders Koerts was ze het aanhoren niet waard. De onderlinge band van de leden zijn vooral in de latere jaren ernstig verslechterd. Earth & Fire is waarschijnlijk de enige Nederlandse band waarvan een reünie al jaren is uitgesloten! Overigens ook een aardig detail: De groep wordt vaak met Den Haag geassocieerd, maar de leden komen uit Leidschendam, Voorburg en Voorschoten. Het is hun Haagse vriend George Kooymans die de groep bij Polydor in het zadel helpt en hen trakteert op een liedje dat hij tijdens de tweede Amerikaanse tournee van The Golden Earrings heeft geschreven: 'Seasons'.

Normaliter haal ik mijn fotohoesjes bij singlehoesjes.nl, maar daar kon ik zojuist niet op komen. Toen ik Google had ingeschakeld, besloot ik een exoot te kiezen. Deze Joker-persing komt uit Italië. Er staat ook een, mij onbekende, CBS-persing. 'Seasons' is vooralsnog een Nederlandse aangelegenheid. De single komt op 17 januari 1970 de Top 40 binnen, piekt op 2 en verdwijnt na 14 weken weer. De opvolger, 'Ruby Is The One', staat dan al in de startblokken om het succes bijna te evenaren en eind 1970 verschijnt de derde top vijf-hit, 'Wild And Exciting'. Dan verschijnt ook het debuutalbum. Vreemd genoeg is dat geen succes. De klaphoes van het titelloze album is een groot uitgevallen boekje lucifers en is inmiddels een duur betaald collector's item, vooral de schaarse Engelse persing op Nepentha. Het daaropvolgende jaar koopt toetsenist Gerard Koerts een mellotron. In navolging van The Moody Blues was dit, commercieel afgeschreven, stuk electronica een 'must-have' geworden voor menig toetsenist en feitelijk de start van de symforock. Koerts laat het instrument vooral luidruchtig brommen op 'Memories' en 'Maybe Tomorrow Maybe Tonight'. Beide nummers zijn afkomstig van conceptalbums die verder erg haaks staan op het single-repertoire: 'Song Of The Marching Children' en 'Atlantis'. De gang van de keyboards gaat snel in deze jaren en Earth & Fire ontwikkelt mee in het geluid, dat halverwege de jaren zeventig een stuk klinischer wordt ten opzichte van het warme mellotron-geluid. Toch zitten er nog parels tussen. 'Love Of Life' (1974) is een persoonlijke favoriet geworden.

Hoewel de geluiden uit het buitenland positief zijn, wil Earth & Fire aanvankelijk maar niet op grote schaal doorbreken. Als Frits Hirschland in 1977 het management overneemt, moet dat ook de doorbraak forceren. In 1979 neemt de groep 'Reality Fills Fantasy' op, maar producer Jaap Eggermont keurt in eerste instantie de tapes af. Het zorgt ervoor dat de groep bijna uit elkaar ligt, maar dan geeft iemand anders een 'second opinion' en dan...? Toch kan ik Eggermont wel begrijpen, het geluid van 'Reality' staat zo ver af van Earth & Fire, dat het gemakkelijk als 'broddelwerk' kan worden beschouwd. Het lichtvoetige 'Weekend' gaat op sokken naar de nummer 1-positie, terwijl de 'oude' fans de groep massaal uitkotsen. Earth & Fire lacht het laatst. Als de jaren tachtig aanbreken, kunnen zij terug kijken op een decennium vol top 20-hits en album-successen. De jaren tachtig zijn minder vruchtbaar. In 1983 gaat de band uiteen en is in de jaren 1987 tot en met 1989 nog even actief. Daarna lopen de ruzies zo hoog op dat niemand meer het woord reünie durft uit te spreken. Jerney Kaagman blijft een publiek figuur. In 1994 doet ze ons Radio Noordzee Nationaal aan, vervolgens werkt ze voor Conamus en zit in de eerste seizoenen van 'Idols' in de jury.

De singles tot mijn geboorte heb ik allemaal in de eerste jaren van mijn verzamelwoede bij elkaar gesprokkeld. Een paar jaar geleden kreeg ik van iemand een cd met daarop de albums 'Songs Of The Marching Children' en 'Atlantis' en heb deze vooral tijdens de fietsvakanties in het tentje op waarde leren schatten. Tóch blijf ik de band vooral vanwege de singles herinneren...

dinsdag 16 oktober 2012

Week Spot: The Free


Tja, het beestje moest van de ene op de andere dag een naampje hebben. Natuurlijk dekt 'tune of the week' goed de lading en het is misschien goed geweest om eerst het fenomeen even bekend te laten worden met die naam, maar toch streef ik altijd weer naar een 'unieke' opvallende naam, vandaar dat de 'tune of the week' vanaf deze week de Week Spot heet. Losjes geïnspireerd door het liedje 'Weak Spot' van Evelyn Thomas, een Northern Soul-kraker uit de midden jaren zeventig. Ook speelt de spraakverwarring in de Soul-x-rated een rol. Het is 'tune of the week's', maar toch ben ik altijd weer geneigd tot 'tunes of the week'. Afijn, het procedé blijft hetzelfde, ook deze maand. Vandaag presenteer ik jullie wederom een 'classic' Week Spot, een plaatje dat al veel langer dan een half jaar in mijn collectie zit. De Week Spot van deze week heb ik bijna 22 jaar geleden gekocht bij Sunrise in Sneek: 'Taking It Away' van The Free.

Zal het er mee te maken hebben dat Rotterdam een havenstad is? Zullen ook hier scheepslui partijen platen uit Amerika hebben meegenomen, net zoals in Liverpool? Hoe dan ook, 'soul' heeft in Nederland in de jaren zestig een hoog 'sock-it-to-me'-gehalte maar opeens staan er in Rotterdam een paar groepen op die wél begrijpen waar het over gaat in de soul. The Free wordt in 1968 opgericht. Er is maar weinig over te vinden op het wereldwijde web, want de bezetting wisselde zo vaak, dat menig biograaf het niet aandurft. Maar toch... Als ik de muziekencyclopedie van het Muziek Centrum Nederland (bestaat nog steeds... Ik meende dat dit zou verdwijnen naar aanleiding van de bezuinigingen?) bekijk, heeft de groep in de twee jaar van haar bestaan een harde kern van leden. Zanger Ray Nichols eist echter alle aandacht op, hoewel geen enkele site iets prijs geeft over zijn achtergrond. Het moge duidelijk zijn dat zijn wieg niet een stijfselkissie was...

Hoewel hij maar enige tijd lid is van The Free, heeft de groep wel een hele prominente toetsenist: Ferry Maat. Inderdaad, de man die Nederland in de jaren zeventig zou leren wat soul nu precies inhoudt. De radiolegende. Hij zou volgens MCN zijn te horen op de debuutsingle van The Free: 'Because I Love You' uit de zomer van 1968. De plaat behaalt een 19e plek in de Top 40, de opvolger 'Soul Party' doet het drie plekken minder. Ik heb beide singles en ik moet zeggen dat ik ze niet héél interessant vind. Een gevalletje van 'op papier leuker dan in werkelijkheid'. Eind 1968 betrekt The Free een paar achtergrondzangeressen en die dames geven het geluid ietsje meer 'schwung'. Rond dezelfde tijd geeft Aretha Franklin haar legendarische optreden in Nederland en The Free verzorgt het voorprogramma. Misschien kijken ze daar nog iets meer af van de kunsten van de Atlantic soul-groepen. De kopersectie wordt luidruchtiger en de interactie tussen Nichols en zijn achtergrondzangeressen wordt almaar beter. In dezelfde periode legt de groep ook de laatste hand aan hun grootste single-hit. Deze komt in maart 1969 de Top 40 binnen en stoomt zomaar de top tien binnen: 'Keep In Touch'. Zondermeer een erg fraai nummer, maar wie de single omdraait, wacht een bijzondere verrassing. 'Taking It Away' is een nummer met meerdere lagen, een symfonie van het 'kunnen' van The Free. Hoewel ik de single in 1990 heb gekocht (en in 2006 een exemplaar met fotohoes op de kop heb getikt), ontdek ik 'Taking It Away' pas in 2008 als het Northern Soul-virus een langzaam beginnetje heeft gemaakt en ik soul-plaatjes uit mijn verzameling begin om te draaien.

Na 'Keep In Touch' verschijnt de single 'Try Try Try', dat in twee delen is opgesplitst. De plaat wordt geen hit en dan verschijnt de langspeler 'The Funky Free'. Dat album, geproduceerd door Freddy Haayen, is ook al geen winnaar in verkoopcijfers en is vandaag de dag behoorlijk schaars. Het betekent het einde van The Free, de harde kern minus Nichols gaat verder als California License met Family Dogg-zangeres Christine Holmes. Intussen heeft The Swinging Soul Machine de plek in de hitparade overgenomen van The Free. Zij zijn de wegbereiders voor nog heel wat generaties soul uit Rotterdam.

In Engeland lijken ze het ook al jaren te begrijpen. In mijn antieke 'Price Guide' uit 1995 staat de single van The Free genoteerd voor 25 pond. In bepaalde delen van Engeland wordt 'Taking It Away' inderdaad erkend als Northern Soul-klassieker, maar valt in het niet bij stukgedraaide 'all time classics', vandaar dat het een goede zaak is deze plaat weer eens een weekje in de schijnwerpers te plaatsen. Die kunnen jullie deze week dus verwachten in de Soul-x-rated, die ook geheel uit Nederlandse artiesten en groepen zal bestaan.

maandag 15 oktober 2012

Double Dutch: Tee Set


Zo! De kop zit op het bericht en dus is de kop eraf. De eerste Nederlandse week op Soul-xotica. Het idee ontstond toen ik een paar weken geleden Agua De Annique, Brainbox en The Golden Earrings in één Soul-x-rated had gestopt. Toen ik ook nog een erg fijne reactie over Brainbox vanuit Engeland kreeg, dacht ik: Waarom ook niet? Een Soul-x-rated gevuld met Nederlandse bands en artiesten. Dan doen we ook een Nederlandse 'tune of the week', ook al heet die vanaf heden de Week Spot, en dan schrijven we iedere dag tenminste één berichtje over een Nederlandse band op Soul-xotica. Want rekent u maar even mee... Jaren zestig, zeventig, tachtig, negentig en nieuwe eeuw. Dat zijn er al vijf. De tune of the week die geen tune of the week meer heet, de Soul-x-rated en de Schijf van 5. Dat zijn er samen acht, terwijl we zeven dagen hebben. Vorige maand sloeg ik in het begin een dag over, die ik later moest inhalen. Nu draaien we het om: Deze week acht berichten en zondag 28 oktober hebben we een dag stilte. Het wordt dus een goedgevulde week!

De jaren zestig is best wel een beetje een specialiteit van Soul-xotica, maar waar zullen we het vandaag eens over hebben? The Shoes zijn immer goed voor de kijkcijfers, berichtjes over Robbie Van Leeuwen idemdito, maar we zijn niet commercieel ingesteld en bovendien is er een popgroepje dat veel te weinig aandacht heeft gekregen in 2,5 jaar Soul-xotica. 'Een spriet in een hooiberg', heette in augustus 2010 het verhaal over 'She Likes Weeds', volgens mij is dat het enige geweest over Tee Set. En dus gaan we vandaag eens de volgspot zetten op dit eigenaardige groepje uit Delft.

De groep maakt haar debuut in 1966 met de single 'Early In The Morning', die echter niet verder komt dan een 27e plaats in de Top 40. Maar ach, het is nog vroeg. Op dat moment zijn The Golden Earrings en The Motions ongeveer de enige Engelstalige bands met een oorspronkelijk repertoire die in de top tien hebben gestaan. De gouden tijden voor Tee Set laat niet lang op zich wachten, want dan verschijnt 'Don't You Leave'. Toegeschreven aan manager Theo Cuppens, is dit in werkelijkheid een folkblues-traditional. Doordat Cuppens nogal wat royalties ontvangt voor het nummer, krijgen de mannen gedurende 1967 heibel. Op 'Don't You Leave' is de Engelse gitarist Ray Fenwick reeds te horen, hoewel deze nog niet op de hoesfoto staat. Een internationale carriére ligt nog niet in het verschiet voor de groep, vandaar dat er nog tweemaal 'koeien' geroepen kan worden tijdens het nummer. Begin 1967 verschijnt 'Please Call Me', waarvan ik de b-kant zeker moet noemen. 'So I Came Back To You' is een verrassend goede mod-stamper met een fraai blazersarrangement en zit al jaren gebeiteld in mijn Blauwe Bak. Toch lopen de spanningen op gedurende 1967 en toetsenist/componist Hans Van Eyck, gitarist Ray Fenwick en Polle Eduard stappen in de zomer van 1967 op om een eigen groep te starten: After Tea. Tee Set heeft dan al besloten een plaat over 'thee' op te nemen en bij wijze van 'wraak' is de tweede single 'We Will Be There After Tea'. Maar in de concurrentie met 'Tea Is Famous' van Tee Set delft After Tea het onderspit en Ven Eyck keert op het oude nest terug. Ray Fenwick gaat spelen bij Spencer Davis Group, die het ook nog maar eens proberen met 'After Tea' en Polle Eduard zet een weinig succesvolle incarnatie van After Tea voort.

Intussen heeft Ferry Karmelk de honneurs waargenomen van Van Eyck en het heeft de groep een 'soulvol' geluid gegeven. 'What Can I Do' is een nummer dat volgens mij méér verdient. De b-kant van 'This Rose In My Hand' is me weer té brallerig, teveel 'sock it to me baby', wat overigens veel jaren zestig-soul uit Nederland kenschetst. Het Amerikaanse platenlabel Colossus heeft een contract gesloten met Negram en ook de nieuwste single van Tee Set verschijnt op dat label. 'Ma Belle Amie' bereikt hierdoor de Amerikaanse hitlijsten, maar de groep gooit zelf roet in het eten. 'If You Do Believe In Love' is een minder groot succes dan 'Ma Belle Amie', maar 'She Likes Weeds' kan vanwege de vermeende drugs-referentie niet worden uitgebracht in Amerika. Einde verhaal! 'Ma Belle Amie' zorgt in Nederland voor nogal wat afgunst. ,,Zou je niet liever een hit hebben gehad met een goed nummer", zou Ad Bouman van Veronica tegen Hans Van Eyck gezegd hebben...

We beperken ons vandaag tot de jaren zestig. Woensdag verschijnt hier een act uit de jaren zeventig, maar de geschiedenis van Tee Set houdt niet op in 1970. Tot en met 1975 wordt er met wisselend succes hits gescoord en in 1979 beleeft de groep middels 'Linda Linda' een comeback. In 1983 brengen ze een ode aan Spencer Davis Group en de laatste single is van 1988. Peter Tetteroo blijft optreden tot aan zijn dood in 2002. Voor talentvolle zangers en zangeressen is inmiddels de Peter Tetteroo-award in het leven geroepen.