zondag 30 juni 2019

Eindstreep: juni 2019



Ik ontwaak om kwart voor twaalf met een sms-je van W. Ze heeft gisteren blijkbaar té lang in de zon gezeten en voelt zich verre van fit. Ik mag dus ook thuis blijven en dat vind ik op zichzelf niet erg. Ik heb sinds gisteren eindelijk weer het element van de tweede draaitafel blijvend weten af te stellen en neem vanmiddag meteen maar een 'Vakantiemix' op. Morgen begint de dag ook vroeger dan gewoonlijk op maandag. Ik heb nog een paar brieven die ik moet bezorgen in Havelte. Ik heb zojuist even zitten tellen en ik hoop dat dit correct is gebeurd want de ogen worden steeds zwaarder. Ik ga deze maand besluiten met de 'Eindstreep'.

Als ik het goed heb uitgerekend, is 2019 tot zover goed voor 299 singles. Het merendeel is, dankzij Albert en Baz, voor de Gele Bak en dan heb ik het niet over de dubbele singles. 125 titels heb ik nog niet en daarbij reken ik niet de afwijkende persingen. Deze zitten bij de 'dubbele' singles en dat zijn totaal 58. De Blauwe Bak telt 116 singles en dat klopt want er zit eentje bij die nog niet is gearriveerd. We zijn in juni niet boven de maand mei uitgekomen en dat is ook niet erg. 86 singles is nog altijd meer dan de maanden januari tot en met april bij elkaar. Achtentwintig singles zijn voor de Blauwe Bak. Zevenenveertig voor de Gele Bak en elf dubbele singles. Swans Of New England zit daarbij gerekend maar komt pas in de 'Eindstreep' als de single op de mat is geland. Ik heb een voorselectie gemaakt uit de 86 van juni en dat zijn vier soul-singles op 7"-formaat, twee op 12" en vier uit de vracht van Albert. De top tien zou er dan als volgt uit komen te zien.

1. I Bet You Can't Love Me One Time-Bill Spoon

2. Fragile, Handle With Care-Sam Dees

3. Through Before We Started-Leyers, Michiels & Soulsister

4. Don't Look Any Further-Dennis Edwards

5. Jump Around-House Of Pain

6. You Give Me No Reason-Pat Hodges

7. She Don't Let Nobody-Curtis Mayfield

8. Young And In Love-Internationals

9. Love Never Hurt Nobody-Joe Simon

10. This House-Alison Moyet

zaterdag 29 juni 2019

Het zilveren goud: juni 1994 deel VII



Vanavond even een kort bericht. Het is een lange dag geweest voor mij. Ik kan het om half acht niet meer uithouden in de slaapkamer en besluit eerder aan het werk te gaan. Dat is enerzijds ook best handig omdat we in Meppel een minimale bezetting kennen en redelijk veel post hebben. In een ecologische nieuwbouwwijk krijgt iedere bewoner vandaag een brief van de elektriciteitsmaatschappij en dat doe ik eerst samen met een collega. Vervolgens doen we in een vloek en een zucht de PostNL in het centrum van Meppel en houden we tijd over om hetzelfde te doen in Ezinge. Daarna ben ik haastig want ik wil zoveel mogelijk van het voetballen mee krijgen. Al met al mis ik het eerste kwartier van de wedstrijd. Na afloop ga ik toch oog even slapen maar dat is niet genoeg geweest. 'Do The 45' is achter de rug en ik ga morgenmiddag waarschijnlijk W. ontmoeten in het bos van Steenwijk en dus verlang ik weer naar matras, laken en kussens. Vanavond de laatste zes uit juni 1994. Daarna zal ik bekijken hoe ik volgende maand 'Het zilveren goud' ga doen, gezien de weekeinden zijn gereserveerd voor de Gele Bak Top 100.

1845 Shalalie Shalala-Gert & Hermien (NL, CNR, 1972)
1846 All The Way From Memphis-Mott The Hoople (NL, CBS, 1973)
1847 Sandokan-Oliver Onions (NL, RCA Victor, 1976)
1848 I Can Do It-The Rubettes (NL, State, 1975)
1849 On The Border-Al Stewart (UK, RCA Victor, 1977)
1850 Time-Edwin Starr (NL, Tamla Motown, 1970)

Op Al Stewart na zijn de platen exact zoals ik ze in 1994 heb gekocht op de vlooienmarkt in Sneek. Gert & Hermien zou in 1994 geen kaartje hebben gekregen omdat ik de plaat puur en alleen voor de 'novelty' heb gekocht. De plaat staat echter wel in mijn jaren zeventig-bak en dus mag die meedoen in de 'virtuele kaartenbak'. Al Stewart heb ik in 2000 vervangen door een ander exemplaar. Edwin Starr maakt sinds 2012 deel uit van de (reserve-) Blauwe Bak. Het is voor een gedeelte gissen met de 'virtuele kaartenbak' en toch kom ik halverwege juli uit op het dan bestaande volgnummer. Er komen in juli 1994 heel veel platen in de collectie wonen en ik moet straks even bekijken hoe ik deze het beste een plek kan geven op Soul-xotica. Wellicht iets uitgebreidere afleveringen?

vrijdag 28 juni 2019

Singles round-up: juni 8



Bill Spoon heeft voor een revolutie gezorgd in de Blauwe Bak. Niet alleen is het de eerste Week Spot op 12"-formaat, ook maakt het dat ik actief rond kijk naar 12"-singles en -EP's. Zo werd ik maandag herinnerd aan een 'kraker' uit de jaren zeventig die niet meer dan een tientje hoeft te kosten, maar die ik niet eerder een plek in de collectie 'durfde' te geven. Mijn laatste bestelling bij Cannonball lijkt nog steeds niet te zijn verstuurd en... hij heeft een prachtige 12"-EP in de aanbieding. Een 'extended' uitvoering van een liedje dat nóóit lang genoeg kan duren. Wellicht dat ik ga vragen of hij deze met de Cannonball-single kan verzenden. De 'kraker' kan zeer binnenkort eens worden besteld. Toch heeft hij deze 'Singles round-up' ook wel een 'unicum'. Of toch niet helemaal? We moeten inderdaad een paar jaar terug in de tijd. Op 26 januari 2014 kies ik 'Don't Just Look At Me' van Chris Farlowe tot Week Spot en dat nummer is afkomstig van een EP. Ook dit heeft te lijden onder een zeer matige geluidskwaliteit. Dat is iets dat vaker wil voorkomen bij EP's en dat me deze maand opnieuw overkomt. De laatste 'Singles round-up' van deze maand gaat over vier singles en een EP, alle vier voor de Blauwe Bak. Ik heb afgelopen week uitgerekend dat ik reeds 115 titels voor de Blauwe Bak heb gekocht in 2019. Het komt dus wel goed met die Top 100 in december!

* Dusty Springfield- EP Dusty In New York (UK, Philips, 1965)
Over 'the day that Dusty died' heb ik vast al eens geschreven op Soul-xotica en misschien wel vaker dan eens. Ik leer de zangeres in de eind jaren tachtig kennen door haar samenwerking met Pet Shop Boys en raak in het volgende decennium in de ban van 'The Summer Is Over'. Haar plotselinge overlijden en de impact dat het heeft op Engeland, maakt dat ik me meer ga manifesteren als fan van Dusty Springfield dan tijdens haar leven. Als ik serieus aan de slag ga met de Northern Soul-hobby ga ik naarstig op zoek naar het meest 'Northern' moment van Dusty. In de algemene zin wordt dan 'What's It Gonna Be' genoemd, maar zelf vind ik het Motown-achtige 'In The Middle Of Nowhere' ook prima passen. Of zie ik iets over het hoofd? Het is logisch dat het méér soul-fans het hebben gemist. 'Live It Up' staat immers alleen op de EP 'Dusty In New York' en is nergens en nooit uitgebracht als aparte single. 'Live It Up' is een vroege compositie van Leon Huff (later van Gamble & Huff en haar Philadelphia International Records). Dit is dé ultieme Northern Soul-plaat van Dusty, alleen... de geluidskwaliteit. Het begint heel uitbundig in het intro maar als het té dynamisch wordt, zakt het geluid in elkaar als een pudding. Erg jammer! 'I Want Your Love Tonight' is Dusty-'goodness', maar kant twee biedt nog twee uitstekende kansen. 'I Wanna Make You Happy' is een overtuigende 'beat ballad' en 'Now That You're Happy' is heerlijk totdat een tik tegen het einde van het nummer een eind maakt aan het plezier. Hij is niet goedkoop geweest maar is het dubbel en dwars waard voor het fraaie hoesje en 'Live It Up'!

* Candi Staton- Love Chain (US, Fame, 1973)
Ik draai meteen het plaatje om want ik heb het duidelijk gekocht voor de b-kant. Candi heeft in ieder geval een stem die binnen elk genre lijkt te passen maar ik vind haar vooral excelleren in de 'deep soul'. 'I'm Gonna Hold On (To What I Got This Time)' is zo'n nummer waarbij het haar uit de tenen komt. Qua kippevelgehalte van eenzelfde niveau als 'You Don't Love Me No More', maar nu met een beduidend 'rustige' opname. Op de andere single klinkt het alsof iemand met deuren smijt en over het podium marcheert tijdens de opname. 'Love Chain' is iets meer disco-georiënteerd en United Artists durft het aan om dit plaatje in 1975 opnieuw uit te brengen in Engeland. Het lukt ze echter niet om een succesje mee te pikken uit de wereldhit 'Young Hearts Run Free'.

* Stuff'N'Ramjett- It's Been A Long Long Time (US, Chelsea, 1975)
Het is bijna een jaar geleden dat ik 'Sexy Girl' van 9th Creation heb gekocht. Dat is, volgens mij, de eerste Amerikaanse Pye-single in mijn collectie. De eerste Amerikaanse Chelsea kan ik nu eveneens noteren. Chelsea is in de jaren 1974 tot en met 1976 een hit-label uit Engeland dat scoort met Lulu, Linda Carr & The Love Squad en Jim Gilstrap. Hoewel 'Highwire' en 'Swing Your Daddy' menig dansvloer in de 'youth clubs' doet vullen, worden de nummers binnen de 'serieuze' Northern Soul niet serieus genomen en wordt eigenlijk het hele CHelsea-label hierop afgerekend. Waardoor dit erg leuke plaatje van Stuff'N'Ramjett het nimmer heeft gehaald en wellicht ook nooit zal halen. Niet essentieel maar wel erg lekker.

* The Third Time Around- Soon Everything Is Going To Be ALright (UK, Contempo, 1975)
Mark is reeds begonnen met het vermelden van Contempo en Mojo in de advertenties. Hij weet immers dat ik dol ben op deze labels. In de rest van de 'serieuze' soul-wereld wordt neerbuigend gekeken op Mojo en Contempo want... het zijn vaak niet de originelen en in geval van een origineel is het vaak niet wereldschokkend. The Third Time Around is een Engelse uitvoering vn een obscure Amerikaanse plaat. De single is oorspronkelijk in 1974 uitgebracht op het Denine-label en komt op 31 oktober 1975 uit in Engeland bij Contempo. Opvallend is dat voor de Engelse markt de kanten zijn omgedraaid. In Amerika staat de instrumentale kant op de b-kant en dat is in Engeland opeens de a-kant geworden. Toch hou ik het bij de gezongen versie. Hij is best lekker maar niet essentieel. Bij The Third Time Around neigt het voor mij naar 'Gotham City Boogie' van Ultrafunk, het punt waarbij het verzamelen van labels een alternatief wordt voor sigarenbandjes. Ik ga nog best plezier beleven aan The Third Time Around (in tegenstelling tot de genoemde Ultrafunk) maar mijn leven had er niet anders uitgezien zonder de plaat.

* Bobby Thomas- Just Lovin You (US, Big City, 198?)
Dat je soms het halve internet ondersteboven moet halen voor een deuntje van een halve eeuw oud, dat begrijp ik op zichzelf nog wel. Maar... hoe kan het dat dit plaatje van kwalijk dertig jaar oud zó slecht gedocumenteerd is. Okay... het is de enige release op dit Big City-label en Sir Shambling zou een link hebben gelegd met Bobby Thomas & The Afros uit de jaren zeventig. Maar dan opnieuw... er zijn meerdere honden die aanslaan bij de naam 'Fikkie'. Ik zou het plaatje inschatten als 1987 tot maximaal 1990-91. Een onweerstaanbaar nummer is het in ieder geval en het is moeilijk voor te stellen dat dit nimmer voor een dijkdoorbraak heeft gezorgd. Past mooi bij 'Don't Look Any Further' van Dennis Edwards alsook de kersverse Week Spot van Bill Spoon. Als ik nu eens iets meer informatie kon vinden over deze grote onbekende Bobby Thomas?

Eretitel: 'The Show Must Go On'



Je kan het de popmuziek zélf niet kwalijk nemen. Er is nu eenmaal een grote groep 'muziekliefhebbers' die popmuziek van allerhande dingen in de schoenen willen schuiven. 'Populaire muziek' is gewoon een tegenhanger van 'serieuze muziek', hetgeen feitelijk popmuziek versus klassieke muziek betekent. Populair betekent dan algemeen geaccepteerd, van acht tot tachtig en meer van dat soort kwalificaties. Ik ben meer popliefhebber dan dat ik achter de klassieke muziek aan loop en ik vind het prima als vanuit de klassieke hoek denigrerend wordt gedaan over de popmuziek. Daar staat immers tegenover dat popmuziek niet vijfhonderd jaar hoeft mee te gaan en dus geen pretenties van hier tot Tokio hoeft te hebben. Toch is er een groep die proberen popmuziek als iets groots neer te zetten. Compleet met bands en artiesten die zichzelf in de spiegel zien als een moderne uitvoering van Bach of Brahms. Popmuziek wordt echter gemaakt voor de dag van vandaag, het heeft de houdbaarheid van een bloemkool en, vooruit, je mag herinneringen ophalen aan een tijd als je het plaatje over tien jaar in een gouwe ouwe-show of de Top 500 van het Foute Uur terug hoort. Vandaag in de 'Eretitel' een titel waar de pretentie vanaf spat en tegelijk ook een enorme stoplap. ,,Het leven gaat door". Wie deze vier woorden uitspreekt, kan het niet overtuigender maken dan het is. Eigenlijk wil je jezelf verdrinken in verdriet en zelfbeklag, maar ja... het leven gaat door! Wijlen Koos Alberts noemde zijn 'comeback'-album 'Het Leven Gaat Door' na zijn ongeluk in de jaren tachtig. Dat is de meest volkse culturele uitspatting geweest van de stoplap. In de popmuziek wordt het allemaal nog grootser en meeslepender gebracht zoals in Queen's 'The Show Must Go On'. Ik heb zoveel weerzin tegen dat nummer dat ik deze uit 'Listen Carefully' heb gehouden en dus ook uit de 'Eretitel'. Driemaal de titel 'The Show Must Go On'.

3. Pink Floyd (1979)
En daar beginnen we meteen met een lastig onderwerp. Het zijn voor mij de eerste jaren van Pink Floyd die me het meeste doen. De periode met en vlak na Syd Barrett. Met 'Dark Side Of The Moon' lijkt Pink Floyd de boodschap op te pikken van bepaalde muziekliefhebbers dat ze 'iets' voorstellen in de muziekgeschiedenis en deze pretenties halen voor mij het muzikale plezier weg. Over 'Dark Side Of The Moon' en 'Wish You Were Here' kan ik nog wel enigszins positief zijn, anders is dat met 'The Wall'. Twee schijven plastic met onverteerbare popmuziek met teveel een focus op overmorgen in plaats van muziek voor deze dag dat popmuziek hoort te zijn. Het goede nieuws over 'The SHow Must Go On' is dat het niet langer duurt dan 1 minuut en 35 seconden en de band had de overige liedjes op hetzelfde tijdsniveau moeten houden. Jawel, ik zeg: Weg met die oeverloze gitaarsoli en ander pretentieus gebral. Pink Floyd staat daarom op drie.

2. Dinah Washington (1955)
Het zijn niet alleen de symfonische rockbands die uit de voegen barsten door hun pretenties. Wat te denken van jazz? Ooit begonnen als een vorm van rebellie is dat ook een genre dat groter is geworden dan het leven zelf. Het gevolg is voor een gedeelte voor de rekening van de instrumentalisten die bijkans buiten hun eigen lichaam gaan spelen in de solo's van twintig minuten. Op vocaal gebied moet het fluweelzacht zijn of wringt de zanger (m/v) zich in alle bochten om af te wijken van vorige uitvoeringen. Nee, geef mij dan maar het werk van Dinah Washington uit de midden jaren vijftig. Zoals dit 'The Show Must Go On' alsook 'I Just Couldn't Stand It No More' dat ik tot op heden in de (reserve-) Blauwe Bak heb staan. Dinah mag op twee in deze 'Eretitel'.

1. Three Dog Night (1974)
Three Dog Night is niet alleen een coverband maar werkt ook als doorgeefluik voor aanstormend talent in Amerika. Randy Newman dankt zijn mainstream-succes voor een gedeelte aan de succesvolle covers van Three Dog Night. De groep spekt ook de bankrekening van Laura Nyro en zo zijn er nog een paar. Als de Engelse rockveteraan Adam Faith zich in 1973 gaat bemoeien met de solo-carrière van Roger Daltrey schuift hij tegelijk twee songschrijvers naar voren die hij eveneens vertegenwoordigd: Leo Sayer en Dave Courtney. Het solowerk van Sayer krijgt in 1974 voet aan de grond in Amerika als Three Dog Night dit 'The Show Must Go On' naar de toppen van de hitparade heeft gezongen. Het plaatje heeft voor mij nog een herinnering aan een optreden in 'Het Pandje' van een paar jaar geleden en dat maakt dat Three Dog Night deze week een plekje boven Dinah Washington staat.

Eerlijk is eerlijk: 'The Show Must Go On' is in ieder liedje een enorme stoplap en dat maakt dat ik wel eens enthousiaster ben geweest bij de 'Eretitel'. Volgende week ga ik daarom iets nieuws proberen: Driemaal nieuw schoeisel!

woensdag 26 juni 2019

Het zilveren goud: juni 1994 deel VI



De maand juni is bijna ten einde en de rest van de week zit vol gepland met berichten. Toch ben ik 'vergeten' om nog eens een uitgebreid verhaal te schrijven over de gitaar. Omdat ik in juli de weekeinden ga vullen met de Gele Bak Top 100 en zo'n 'gezellig' verhaal beter past op een zondag, zou dit wellicht een 'vakantieverhaal' kunnen worden in augustus? De vakantieverhalen zijn immers een beetje 'op' en, ja, wellicht kan ik dan jullie eens laten kennis maken met een dromer en een akoestische gitaar? Het slot van 'Het zilveren goud' van deze maand is een dag nadat ik de gitaar heb opgehaald bij Wim Heins. Die avond zie ik The Prodigal Sons voor een eerste maal. Ik zal deze band een paar maanden later op nieuw zien op het eerste Dicky Woodstock-festival voor mij. The Prodigal Sons? De band heeft in 1993 een héél bescheiden hitje met 'You Still Think', maar leadzanger en gitarist Erwin Nijhoff zal later bekend worden dankzij 'The Voice Of Holland'. Ik weet niet of het een week eerder is geweest of zelfs langer geleden, maar in juni 1994 zie ik eveneens NOFX optreden in Het Bolwerk en daar heb ik nog altijd een herinnering bij. Ook dankzij het schijfje wit vinyl dat sindsdien in mijn bakken zit...

Hoewel je in de jaren negentig best aardig kan uitgaan in Sneek is het met niets te vergelijken met de uitgaansgelegenheden in de randstad. Buiten de kroegen om slaapt Sneek van zondagavond tot vrijdagmiddag. Het Bolwerk tracht de concerten zoveel mogelijk op vrijdag- of zaterdagavond te plannen. Tegelijk kan een professionele band niet alleen voor de weekeinden naar Nederland komen en zoeken deze onderdak op doordeweekse avonden. Het Bolwerk gaat een paar maal overstag en soms is dat teleurstellind. Zo is Magnapop in 1992 een 'hype' als het op een woensdagavond in 1992 in Sneek speelt en er nauwelijks vijftien man op af komt. Ik heb het zelf helaas ook moeten missen. Wanneer is dat concert van Toy Dolls geweest? Maandag of dinsdagavond? Dat is wel afgeladen. Ik ben wel bij het optreden van Test Department geweest op een woensdagavond maar ik heb daar nooit over 'durven' schrijven. Ik 'begrijp' de muziek in 1993 nog niet. Het Bolwerk is in de midden jaren negentig een tempel geworden voor hardcore-punk. Regelmatig reizen bussen uit Rotterdam naar Sneek voor een festival in Het Bolwerk. In dat klimaat krijgt de Sneker popzaal in 1994 het aanbod van NOFX. De band bouwt dan al een paar jaar stevig aan haar reputatie en krijgt in het begin onder andere hulp van Lagwagon. Die band heb ik ook zeker twee keer gezien in Sneek.

Het kan toch wel eens half tot eind juni zijn geweest. De houtschuur wordt opnieuw opgebouwd bij de houtzaagmolen in IJlst en ik kan me de volgende ochtend nog erg goed herinneren! Het is fraai zomers weer zowel op de woensdag van het concert als van de volgende ochtend. ,,Maar niet teveel drinken", zal ongetwijfeld het goedbedoelde advies van thuis zijn geweest als ik woensdag naar Het Bolwerk ga. ,,Je moet immers morgen weer aan het werk". Ik ben dan nog zeker vijfentwintig jaar niet van plan om verstandig te worden en dus laat ik de tap in Het Bolwerk lopen alsof het zaterdagavond is. Als je lang genoeg alternatieve punk door je strot krijgt geduwd, ga je vanzelf het onderscheid zien onder verschillende bands. Als ik, later in 1994, een single koop van Slapshot is dat omdat het een single is. De single van NOFX lijk ik met een overtuiging te kopen. Ik heb het oprecht een heel leuk optreden gevonden. Tot mijn grote vreugde zie ik dat de band ook optreedt tijdens Wâldrock over een paar weken. Daar ga ik dit jaar voor het eerst naar toe en NOFX en Gwar zijn twee leuke bands om naar uit te kijken.

Natuurlijk ben ik de volgende ochtend zo brak als een deur maar binnen de familie Louwsma is een kater geen ziekte en dus ga ik op de gewone tijd op de Solex naar IJlst. Nu ben ik in de hoogte sowieso al niet zo'n held en uitgerekend deze morgen moet ik de dakconstructie op van de nieuwe schuur. De ene begeleider lijkt me op de donder te willen geven voor mijn zuipgedrag, zijn collega roept het een halt toe. Ik beef als een rietje op het geraamte. De andere haalt me naar beneden en geeft me een ander baantje: Het lakken van houtdelen. En opeens weet ik het? Nee, dat gaat een beetje te snel. Feit is wel dat ik het komende jaar zal ontdekken dat ik het schilderen en lakken erg leuk vind en dit zal eventueel resulteren in een praktijkopleiding bij de begeleiders van het project. Waarom ik nu geen schilder ben? Dat is enerzijds te wijten aan mijn vertraagde motoriek, hoewel ik dat niet wil toegeven in1994. Ik werk bij Intertec vooral met jachtlakken in een gesloten loods en het maakt dat ik aan het einde van de dag compleet 'high' ben van de dampen. Het was in ieder geval het proberen waard...?

1839 Don't Call Me White-NOFX (US, Fat Wreck Chords, 1994)
1840 Window Of My Eyes-Cuby + Blizzards (NL, Philips, 1968)
1841 For My Little Gringo-Rob Hoeke Boogie Woogie Quartet (NL, Philips, 1969)
1842 Vincent-Don McLean (NL, United Artists, 1972)
1843 Ela Ela-Axis (Frankrijk, Rivièra, 1972)
1844 Botch A Me-Daisy Dynyamite (NL, Polydor, 1973)

Tot mijn grote verbazing staat de NOFX-single niet op 45cat. Ik gok dat het van 1994 is omdat het de enige vinylsingle was die mee ging op de tournee in 1994. 'Don't Call Me White' vertelt precies waarom ik de band zo leuk vond. Het is namelijk erg catchy en grenst aan de latere skatepunk. Het kleinood is op wit vinyl (met het hilarische 'Punk Guy' als b-kant) en zit in een fraai fotohoesje. Ik las eerder vanavond dat NOFX nog steeds actief is en in 28 jaar ruim zes miljoen platen heeft gekocht zonder dat het ooit een contract heeft getekend met een grote platenmaatschappij. De overige vijf singles koop ik op de vlooienmarkt in Sneek terwijl ik daar zelf sta met een tafeltje. Ook heb ik een bananendoos met enkele honderden klassieke elpees mee en ik heb me voorgenomen dat ik deze niet mee naar huis wil nemen. Klassieke platen raak je aan de straatstenen niet kwijt en op het laatst kan ik iemand overhalen om om voor vijf ouderwetse guldens de doos mee te nemen. Het verdiende geld wordt meteen weer in singles geïnvesteerd. Cuby en Rob Hoeke komen van de zwager van Klaas van de jukeboxwinkel. De overige drie (plus de singles van zaterdag) komen uit een hele grote partij op de vlooienmarkt waar ik een aantal malen platen uit haal. De singles zittenin neutrale hoesjes met de titels erop geschreven zoals bij Daisy Dynamite. Cuby heb ik in 2010 met een betere fotohoes gekocht, Don McLean heeft omstreeks 2000 een 'upgrade' gehad. Axis vervang ik niet eens zoveel later. Zoals gezegd zaterdag méér uit deze partij!

dinsdag 25 juni 2019

Singles round-up: juni 7



Ik prijs me gelukkig met dit huis in Uffelte. In de winter houdt het me warm en in de zomer koel. De nicotine- en teerbehoefte brengt me vandaag een paar maal op het terras achter huis en verder hoef ik niet het erf af. Morgen daalt de temperatuur naar een zeer geschikte 25 graden. De korte broek kan aan! Ook dank ik de vorige bewoners voor het blinderende rolluik voor het slaapkamerraam. De zon kan nog zo haar best doen, het blijft pikkedonker in de slaapkamer. Ook handig bij onweer! Het houdt het geluid niet tegen waardoor je middels de merels kan ontdekken hoe laat het is. Ik heb gisteravond de 'schade' ingehaald middels een vroege Week Spot en dat rest me vanavond met enkel de volgende zes singles uit de 'Singles round-up'. Er is koffie gezet, de damper is aan het stroom en de draaitafel staat aan. Ik ben er dus helemaal klaar voor!

* Laura Lee- Love And Liberty (US, Hot Wax, 1972)
Hoewel Laura haar loopbaan in de gospel begint, is ze helemaal van God los als ze een platencontract heeft. Zo vraagt ze in 1967 al om een 'Lover, No Experience Necessary' en gaat ze drie jaar later een hele andere boodschap preken. Het evangelie van bevrijde vrouwen. Ze heeft in 1970 een hit met 'Women's Love Rights' en wat dat betreft is 'Love And Liberty' een soort van 'part two'. Toch gaat mijn voorkeur uit naar de keerzijde: 'I Don't Want Nothing Old But Money'. Dat is een jaar eerder als a-kant uitgebracht en heeft iets meer een Motown-gevoel. Gevaarlijk spel van Holland-Dozier-Holland en hun Hot Wax-label. Geschreven en geproduceerd door William Weatherspoon, maar natuurlijk heeft hij niets te maken met Bill Spoon.

* Dorothy Moore- Girl Overboard (US, Malaco, 1978)
In het derde uur van 'Do The 45' doe ik nog altijd de 'Sweet 16'. Eigenlijk is de show twee uren, maar ik hou inmiddels al twee jaar het nest warm voor mijn collega Long John Sliver. Hij kampt momenteel weer met zijn eigen gezondheid, waar hij eerder een pauze nam vanwege de gezondheid van zijn vrouw. We hopen echter allemaal dat hij op een dag weer zal terugkeren op het nest en dus maak ik momenteel gebruik van een extra uur. In de 'Sweet 16' kies ik zestien kantjes uit met een thema of verbindende factor. Ik heb het maanden uitgesteld want ik wilde eerst 'Fragile, Handle With Care' in de koffers hebben. Nu lijkt het erop dat ik eindelijk mijn Sam Dees-'Sweet 16' kan doen. 'Girl Overboard' is geschreven door Sam met Frederick Knight maar tekent wel voor de kkerzijde: 'Special Occasion. Dat blijkt dan toch de officiële a-kant te zijn maar ik ben overstag gegaan voor 'Girl Overboard'. 'Special Occasion' begint als midtempo maar heeft een vreemde tijdelijke versnelling in het refrein. Nee, dan hou ik het liever bij de klasse van 'Girl Overboard'. Niet essentieel maar wel lekker!

* The New Birth- I Wash My Hands Of The Whole Damn Deal (US, RCA Victor, 1974)
Ik bevind me in goed gezelschap want ook Mark is een chaoot. Het loont om te vragen of hij meerdere exemplaren heeft van een single en vaak is dat het geval, maar liggen ze niet voor het grijpen. Hij komt ook geregeld 'verrassingen' tegen in zijn handel. Een paar weken geleden heeft hij een prachtige plaat in de aanbieding (hoewel ik op dit moment ben vergeten welke het was) en ik ben net té laat voor een exemplaar. Ik vraag of hij méér heeft liggen en hij zet me in de wacht. Ik heb dan intussen ontdekt dat Mark erg voordelig is met acht pond. Ik reken bij hem af met inbegrip van deze acht pond. Dan ziet hij opeens in dat hij niet binnen de kortste keren aan extra exemplaren komt. The Third Time Around is voor zes pond de eerste op de nieuwe stapel en Mark besluit deze bij te stoppen in het pakket en zelf een plaat uit te zoeken voor twee pond. Dat moet deze van The New Birth voorstellen. Hij moet nog een beetje 'groeien' bij mij, maar dat gaat vast goed komen!

* Gino Parks- My Sophisticated Lady (US, Golden World, 1965)
Wat ik momenteel heb met Contempo en Mojo dat heb ik in het verleden met andere labels gehad. Daarbij onthou ik nog altijd de wijze woorden van ome Greg Belson: ,,Als je labels gaat verzamelen, betaal je op een gegeven ogenblik de topprijs voor een plaat waar je niets aan hebt. Dan kun je net zo goed sigarenbandjes gaan verzamelen". Wijze woorden van iemand die enkele labels compleet heeft gekregen. In de eerste maanden van 2013 ben ik vastberaden om de Golden World-catalogus compleet te krijgen. Omdat ik dan redelijk voordelige Golden World-singles tegenkom, ga ik ervan uit dat alle Golden World-singles voordelig zijn. Niet echt, hoewel ik met 'How's Your New Love Treating You' van The Debonaires een mazzeltje heb gehad. Later zal ik hetzelfde doen met Twinight, maar ook dat is gestopt bij een zevental. Dan zie ik deze voordelige single van Gino Parks bij Mark staan. Beide kanten zijn van de hand van Bruce Scott en André Williams terwijl de laatste ook tekent voor de producties. 'My Sophisticated Lady' is daarvan mijn ultieme favoriet. Hier klinkt Gino net zo 'sophisticated' als de vrouw waarover hij zingt. Op de keerzijde is het meer rhythm & blues van het André Williams-niveau geblazen. Zeker niet slecht maar minder interessant voor mijn hobby.

* Martha Reeves & The Vandellas- Bless You (UK, Tamla Motown, 1971)
In Detroit krijgt Motown klap na klap te verwerken. Als het label op dat moment niet zó populair was geweest in Engeland? Jawel, in Engeland lusten ze wel pap van Motown. Hoewel The Supremes zonder Diana Ross in Amerika nauwelijks meer voet aan de grond krijgen, beleeft de groep in Engeland een tweede fase. Ook voor Martha Reeves & The Vandellas zijn de kansen na 1968 voorbij in Amerika en teert de groep nog een tijdje op heruitgaven. In Engeland wordt een single als 'Bless You' juist omarmd. Daarbij moet ook gezegd worden dat het één van Martha's sterkste singles is uit de vroege jaren zeventig. In Engeland kun je ze nog gewoon vinden en voor weinig: Motown-singles als deze in een fraaie staat en met een prachtig origineel Tamla Motown-hoesje. Ik kan in geen geval genoeg krijgen van Engelse Motown-persingen uit deze periode. Mocht het ooit niet meer 'passen' in de koffers dan staat het altijd nog mooi in de 'algemene' Gele Bak. Vooralsnog mag het de koffer in!

* Freddie Scott- Are You Lonely For Me (US, Shout, 1966)
Er is gekrabbeld op het label en dat wijst meestal al in de juiste richting. Vervolgens bekijk ik het blanco hoesje eens beter en zie dan het stempel erop gedrukt.De plaat is verkocht door Tjins Recordshop aan de Kinkerstraat in Amsterdam. Het plaatje heeft voor vertrek uit Amerika wel een poging tot 'drill hole' gekregen en dus heeft het niet de oorspronkelijke (Amerikaanse) verkoopprijs mogen opbrengen. Tjins is een bekende naam als je zoekt naar Carib-soul en aanverwante klanken. 'Lonely' is een solide jaren zestig-stamper met alle ingrediënten die passen bij de Carib. 'Where Were You' op de keerzijde past helemaal in de Carib. Een perfecte 'double-sider' die erom schreeuwt om Week Spot te worden. Wordt vervolgd!

maandag 24 juni 2019

Week Spot: Bill Spoon



Ik heb even eraan gedacht om in de maand juli alle 12"-singles uit de Blauwe Bak tot Week Spot te maken, maar dat is weer een tikkeltje overdreven. Feit is wel dat ik met deze Week Spot ga breken met een traditie en het officieel mag maken: Vanaf heden worden ook 12"-singles toegelaten in de Blauwe Bak. Iets dat eigenlijk al jaren geleden had moeten gebeuren. Het is met name sinds de aanschaf van Bill Spoon dat ik me realiseer dat ik verder moet kijken dan slechts 17,5 centimeter hoewel de 7"-single altijd de hoofdmoot zal blijven. Ik geef me over aan nummers die beslist niet op single verkrijgbaar zijn en alleen op 12"-formaat, dat is de eerste insteek. Bij deze van Bill Spoon is de 12"-EP de enige optie. Het is merkwaardig genoeg niet op de elpee uit 1990 gekomen en evenmin op de compilatie waarvan ik vanavond de 'liner notes' ga gebruiken. In de hoestekst neemt Bill ons mee op zijn levenswandel en dat is de enige bron van betrouwbare informatie dat is te vinden over deze man. Discogs heeft helaas niet een scan van de ommezijde van de 12"-EP en dus toont het de 'verkeerde' kant boven dit bericht. De kersverse Week Spot is echter 'I Bet You Can't Love Me One Time' van Bill Spoon uit 1990.

De berichten over de Week Spot beginnen vaak in de kerk maar in dit geval hoeft William Bell-Weatherspoon minder ver te lopen. Zijn buurman is niemand minder dan Alex Bradford, beter bekend als Prof. Alex Bradford. Bradford is in de jaren vijftig een zeer bekende gospel-zanger Het zijn niet de minste of geringste artiesten die Bradford aanvoeren als een inspiratiebron. Wat te denken van Bob Marley of Ray Charles? William Bell-Weatherspoon wordt op 6 november 1942 geboren in Bessemer in Alabama, tevens de geboorteplaats van Bradford. Bij mooi weer zet Bradford zijn piano in de voortuin en nodigt buurtgenoten uit om met hem te zingen. Zo zet Bill Spoon zijn eerste schreden in de muziek en ontmoet hij zijn vriend Richard Fisher tijdens zijn verblijf op school. In 1960 verhuist niet alleen de familie van Bill maar ook die van kameraad Fisher naar Cleveland in Ohio. Met David Peoples en Walter Dannison (alias Ricki Sonda) gaan Spoon en Fisher op de straathoeken van de wijk Kinsman in Cleveland zingen. De groep zal echter nooit officieel een naam hebben. In 1962 wordt Spoon opgeroepen voor het leger en hij blijft zingen gedurende zijn diensttijd. Eerst met The Soul Masters bij zijn residentie in Korea en vervolgens met The Uniques in Duitsland. In 1965 verlaat hij het leger en formeert kort daarna The Soul Notes. Lou Ragland biedt een helpende hand in een platencontract. De groep vindt onderdak bij Lester Johnson en zijn Way Out-label. Hoewel er flink wat opnames worden gemaakt, verschijnen slechts twee singles op het Way Out-label. In het laatste jaar van het bestaan van The Soul Notes zijn er enkele personeelswisselingen en ook raakt Way Out in zwaar weer. In 1970 valt de groep uiteen. Spoon volgt zijn droom en gaat voor een korte tijd aan de slag bij Stax. Het levert helemaal niets op en hij keert terug naar Cleveland. Daar begint hij de 'Hot Ice'-productiemaatschappij met Ricki SOnda, maar ook dat is van korte duur. In 1971 breekt een brand uit in het gebouw en daarbij worden ook een paar master-tapes door de vlammen verteerd.

In 1972 reist Spoon af naar Los Angeles om zich aan te sluiten bij Tom Wilson. Wilson heeft in de jaren zestig uiteenlopende artiesten geproduceerd als Bob Dylan, Simon & Garfunkel (hij brengt eigenhandig de rockband in bij 'Sound Of Silence'), Velvet Underground ('Sunday Morning') en Frank Zappa & The Mothers Of Invention. In 1972 is deze Angel City begonnen. Polydor belooft om Angel City te ondersteunen en neemt Spoon aan als liedjesschrijver. Er worden verschillende opnames gemaakt in die tijd waaronder een cover van 'Be Concerned' van Al Wilson. De laatste is de enige die op de nominatie staat om als single te worden uitgebracht, maar het zal nimmer plaats vinden. Op 6 september 1978 overlijdt Wilson en daarmee komt Angel City alsmede Spoon's doorbraak niet van de grond. In 1979 gaat het samenwerken met Gene Dozier en dat levert in 1980 zijn eerste solo-single op: 'Love Is On The Way' op het obscure Highland-label uit Los Angeles. In 1981 vertrekt Spoon naar Pasadena waar hij zijn oude werk weer op pikt. Spoon onderzoekt moordzaken voor officiële instanties. In 2007 gaat hij met pensioen, hoewel muzikaal rond 1990 enige hoop gloort. In dat jaar komt hij onder contract bij HenseForth en maakt hij zijn eerste album: 'Talk To Me'. Vlak daarna verschijnt deze 12"-EP. De meeste positieve geluiden ten aanzien van het album en de EP komen uit Engeland.

In 2008 zoekt de Engelse dj en soul-enthousiast Dave Thorley contact met Spoon en introduceert hem bij het Soul Junction-label. Dta brengt als eerste een single uit welke binnen een paar maanden compleet is uitverkocht. Daarna verschijnt het album 'A Spoonful Of Soul' met enkele niet eerder uitgebrachte opnames van Spoon. Hij schrijft zelf de hoestekst dat ten grondslag ligt aan dit bericht. De man heeft nimmer het succes gekregen dat hij zou hebben verdiend, maar is niet een beetje trots op de aandacht die hij uit Engeland krijgt. Zijn status als cultheld siert hem!

'I Bet You Can't Love Me One Time' is koren op mijn molen: Een lekker ontspannen nummer met een uitgeklede maar uiterst groovy begeleiding en een zeer sterk zingende Spoon. Het is de ultieme muziek voor deze week: Lekker achterover hangen in de tuin in Uffelte, fles limonade binnen handbereik en dit op de achtergrond. Laat de zomer maar komen!

Singles round-up: juni 6



Buiten het roken van een sigaartje achter huis ben ik gisteren niet meer toe gekomen aan buitenactiviteiten. Dus wederom geen aflevering van 'Verticaal zeven letters' of iets in die trant. Wel de eerste van drie afleveringen 'Singles round-up' met de 'duurdere' singles van Mark plus de single van Sam Dees. Ik meende eerst dat het totaal om zestien singles ging en zou per acht gaan doen. Na nog een telling blijkt dat dit er zeventien zijn en dat maakt drie afleveringen: Twee van zes en eentje van vijf. In navolging van de eerste afleveringen van de 'Singles round-up' treffen we hier ook weer verschillende 'grote' namen met vaak onbekender werk. De duurste van de singles van Mark moet wachten tot de laatste aflevering, hoewel deze nog altijd een stuk goedkoper is dan Sam Dees in deze aflevering. Ik heb de singles nog nauwelijks gedraaid en dus ga ik de platenspeler aan zetten om weer een 'live'-recensie te doen van de volgende zes Blauwe Bak-aanwinsten.

* Barbara Acklin- Give Me Some Of Your Sweet Love (US, Capitol, 1975)
Van de soul-labels uit de jaren zestig heb ik een bijzondere fascinatie voor de Brunswick-opnames uit de late jaren zestig. De tijd dat Carl Davis de scepter zwaait over het label. Wayne Henderson zorgt voor enkele klassieke arrangementen. Otis Leavill, Jackie Wilson, Tyrone Davis en andere grote zangers komen nergens beter tot hun recht als tijdens hun verblijf bij Brunswick. Barbara Acklin begint bij Brunswick als songschrijver en wordt gekoppeld aan het talent van Eugene Record. In 1968 schrijft het duo 'Am I The Same Girl' dat de eerste single moet worden voor Acklin. Bij Brunswick is het dan al jaren traditie om eerst de instrumentale begeleiding op te nemen. In sommige gevallen zijn instrumentale banden doorverkocht aan andere labels. Hoewel de instrumentale versie bij Brunswick verschijnt als Young Holt Unlimited bestaat de twijfel of Young an Holt wel hebben meegewerkt aan de plaat. Hoe dan ook: Als de instrumentale versie is opgenomen, ziet Brunswick het opeens niet zitten om Acklin's gezongen uitvoering uit te brengen. Dat gebeurt pas weken na 'Soulful Strut'. De rest is geschiedenis. In de midden jaren zeventig komt Acklin uit voor Capitol. Ik heb reeds haar aardige 'antwoord' op 'Woman To Woman' van Shirley Brown in de koffers staan en meen me te herinneren dat ik 'Give Me Some Of Your Sweet Love' wel eens heb gedraaid in 'Floorfillers'. 'Sweet Love' is geen dansvloer-kneiter maar juist 'classy midtempo' en toch vind het een fraaie plek in 'Floorfillers'. Het blijft een weergaloos lekker nummer!

* Ruby Andrews- Whatever It Takes To Please You (US, Zodiac, 1972)
Ruby wordt in de wereld van de Northern Soul omarmd door 'Just Loving You'. Het maakt niet uit hoe vaak je dat plaatje hebt gehoord, het doet iedere keer nog pijn om er naar te luisteren. Van de Northern Soul Top 500 wellicht één van de meest soulvolle nummers. Ik ben een paar jaar geleden overstag gegaan voor 'Casanova' en de uitstekende b-kant. Nu komt deze Andrews op mijn pad en ik hap toe. Het is de laatste single van Andrews op het Zodiac-label en staat mijlen ver vanaf de twee voorgenoemde singles. In 1972 heeft de funk haar intrede gedaan en Andrews maakt hier handig gebruik van. Toch is het niet haar meest memorabele single. Wel lekker goedkoop!

* Fontella Bass- Now That I've Found A Good Thing (UK, Contempo, 1973)
Ik kan me nog wel herinneren dat ik op een gegeven ogenblik mijn afschuw heb geventileerd over het feit dat collega-soulliefhebbers roepen dat Fontella Bass zoveel meer heeft gedaan dan alleen 'Rescue Me'. Ik vind dat nummer nog altijd op een eenzame hoogte staan en toch ben ik door de knieën gegaan. Dat begint eerst met 'I Need To Be Loved' welke ik in 2017 op het Engelse Mojo-label aan de collectie toevoeg. Het is dan inmiddels zeven jaar na haar grote hit op het Chess-label en Fontella maakt dan platen voor Paula. Omdat Paula geen internationale distributie kent en de schrijvers van 'Blues & Soul Magazine' grote fans zijn van de output van het label, zorgen zij ervoor dat aanvankelijk Mojo enkele Paula-opnames uitbrengt. Als Mojo (een Engelse tak van Polydor) zich toch meer wil richten op de funk beginnen de ex-Mojo-werknemers het Contempo-label. Ook Fontella is in een funky vaarwater terecht gekomen, maar dan meer 'southern funk'. 'Now That I've Found A Good Thing' is net zo opgewekt en 'catchy' als 'I Need To Be Loved' en het komt prachtig uit de verf op deze Engelse Contempo. Ook fraai om dit vroege Contempo-hoesje erbij te krijgen.

* The Controllers- Love's In Need Of Love Today/Fill Your Life With Love (US, Juana, 1979)
Iedere keer als ik een plaat reserveer bij Mark, noteer ik het meteen op een lijstje. Zo kom ik niet voor verrassingen te staan bij het afrekenen en krijg ik precies de platen die ik heb besteld (en waarvoor ik heb betaald). Soms gaat eeen single in een vlaag van verstandsverbijstering mee in het boodschappenmandje. Ik geloof dat deze van The Controllers erg goedkoop is geweest en ik ga in eerste instantie mee voor de b-kant: 'If Tomorrow Never Comes'. Dat blijkt echter een bak stroop te zijn waar ik niet doorheen kan komen. De andere kant is een medley van een Stevie Wonder-klassieker met een eigen nummer van The Controllers. Hoewel dat net weer ietsje teveel 'disco' is, ga ik hem toch in de bak zetten voor dat nummer. Ik ga het echter nog wel een paar maal proberen met 'Tomorrow'.

* Deep Velvet- Hanna Mae (US, Aware, 1973)
Tot mijn grote verrassing is de instrumentale versie de eigenlijke a-kant, maar het is de gezongen uitvoering die jaren geleden een vonk heeft doen overslaan. Een heerlijk ongedwongen plaatje op het altijd feestelijk ogende Aware-label. Alleen al bij het kijken naar de single krijg ik een goed humeur!

* Sam Dees- Fragile, Handle With Care (Jamaica, Atlantic, 1975)
De Week Spot van deze week. Zie hiervoor het bericht van afgelopen week.

zondag 23 juni 2019

Het zilveren goud: juni 1994 deel V



Met de verwachte temperaturen voor later deze week valt het op dit moment nog niet tegen. Als ik dan toch even wil genieten van het weer op de fiets, dan zal ik dat vandaag moeten doen. Uiteraard nog half-elektrisch want ik heb nog geen actie ondernomen met de Pioneer. Ik speel met een stout plannetje en in dat geval ga ik de Pioneer alleen nog recreatief gebruiken. Bovendien zou ik dan een passend moment kunnen uitzoeken wanneer de ligfiets helemaal gerenoveerd kan worden. Tot die tijd moet ik maar even gebruik maken van de gelegenheid? Ik verwacht geen buitenlandse reizen vandaag, gewoon een beetje ontspannen fietsen en wellicht met een 'H' in de rechterbovenhoek van het scherm geplakt. De foto voor 'Het zilveren goud' heb ik gisteravond reeds gemaakt, maar ben echt moe na een intensieve show (en warme zaterdag) en dat betekent dat ik nu eerst deze rubriek ga doen. De papieren kaartenbak is voorlopig ten einde en dus wordt het 'gokken' vanaf deze kant. Dat verklaart ook de eerste twee titels die me flink wat koppijn hebben bezorgd in de afgelopen dagen.

De kaartenbak... Het is ongelofelijk hoe je nostalgisch kan terug denken aan iets dat al twintig jaar niet meer bestaat. Ik kan me nog wel herinneren dat ik naar de huisarts moest en dat de receptioniste een grote schuiflade opende met allemaal kaartjes. Alle kwalen van een complete regio verpakt in een metalen kast. Ik weet niet tot hoe lang Henk is door gegaan met zijn kaartjes, maar hij heeft me hierin geïnspireerd. Een kaartje per artiest of groep op alfabetische volgorde en volgnummers voor de platen. Dan vermoed ik dat hij de singles nog wel op volgorde van aankoop had staan en was het kaartsysteem handig om snel een plaat te vinden. Bij mij is de 'virtuele' kaartenbak gelijk aan de volgorde waarin de singles nu staan. Verdeeld per decennium: Jaren zestig en eerder, jaren zeventig en tot slot jaren tachtig en later. Dat is een immense klus geweest, maar goed... ik durfde in die tijd 's nachts niet te gaan slapen en dus had ik alle tijd hiervooor. Ook dat is 'nog maar' drie jaar geleden. Ik heb het dan over de vorstperiode in januari 2016 en de laatste weken in Nijeveen. Omdat de isolatie zó verrot is, vrees ik voor mijn spulletjes (en wil ik niet met zeven pyjama's en een winterjas gaan slapen). Waar Henk de sigarendoosjes van 'heit' (die overigens gisteren 84 zou zijn geworden...)gebruikt om de kaartjes in te zetten, daar ga ik voor de plastic bakjes van de V&D waar de kaartjes trouwens ook vandaan komen. De kaartjes zijn geen grote investering en toch stel ik het uit en stel ik het uit en stel ik het uit. Ik kan me herinneren van de 'midweek op eigen benen' dat ik toen nog altijd in klad bij hield welke single ik op welk moment had gekocht en compleet met volgnummer. Een maand later vind ik een paar ongebruikte kaartjes en begin ook ergens halverwege dit kladlijstje. Verder dan dat zal het nimmer komen. Vijfentwintig jaar later blijkt dat het moment van aankoop van een single niet zó belangrijk is geweest als dat ik vijfentwintig jaar geleden heb gedacht. Het is veel gokken en ik heb een paar harde noten moeten kraken, maar... 'Het zilveren goud' kan doorgaan!

1833 Ivanhoe-Co Hagedoorn (NL, Decca, 1963)
1834 Here Comes The Weekend-Dave Edmunds (NL, Swan Song, 1976)
1835 I Can't Help Myself-The Four Tops (US, Motown Yesteryears, 1965, re: 1972)
1836 Welterusten Mijnheer De President-Boudewijn De Groot (NL, Decca, 1966)
1837 On The Road Again-Canned Heat (NL, Liberty, 1968)
1838 All The Love In The World-Consortium (NL, Pye, 1969)

Hoewel met name in 1993 enige 'rommel' in de collectie is gekomen, probeer ik het zo schoon mogelijk te houden. Een paar maanden geleden heb ik het hier in deze rubriek gehad over 'T Is Weer Voorbij Die Mooie Zomer' van Gerard Cox en hoe ik deze op 'het srort' heb gevonden. Ik noem daarbij ook het andere 'piratentoppertje' maar vergeet gemakshalve deze van Co Hagedoorn. Natuurlijk wil ik deze oorspronkelijk niet in de kaartenbak hebben maar heb in de loop der jaren toch de hand over het hart gestreken. Qua volgnummer had deze dus eerder moeten zijn, maar omdat het anno juni 1994 een zwervend bestaan leidt, geef ik hem nu het eerste volgnummer dat de single in haar geschiedenis heeft gekregen. Het volgende pijnpunt is Dave Edmunds. Ja, er staat me iets van bij dat ik op een zaterdagmiddag met de trein naar Leeuwarden ben geweest. Ik moet snel iets bestellen bij de ECI en anders krijg ik het 'kroonboek'. Of dat nu heel eerlijk juni 1994 is geweest? Ik gok het maar. Ik koop bij ECI, bij gebrek aan beter, een 2-in-1-box van Simon & Garfunkel met de albums 'Bridge Over Troubled Water' en 'Sound Of Silence'. Op het Zaailand is een kindervrijmarkt aan de gang en daar pik ik deze van Dave Edmunds op. Ben ik in juni 1994 ook nog naar de 'Marpleats' in Molkwerum geweest? Ik kan me herinneren dat het fraai zomerweer was en kan het nergens anders plaatsen op de tijdlijn. Daar komen de overige vier singles vandaan.

The Four Tops zit al sinds jaar en dag in de (reserve-) Blauwe Bak en dan nog het meeste vanwege 'Ask The Lonely'. Ik ontdek nu pas dat dit in 1972 ook de a-kant is geweest van deze heruitgave. Ik heb dankzij een latere fancy fair een paar lege hoesjes van 'Walk Away Renee' van The Four Tops op voorraad en gebruik eentje voor 'I Can't Help Myself'. Consortium zit oorspronkelijk ook in een neutraal hoesje, het is pas in 2011 dat ik de single mét fotohoes tegenkom.

vrijdag 21 juni 2019

Singles round-up: juni 5



De planning en vergaderingen gaan onverdroten door. In het weekend de twee afleveringen van 'Het zilveren goud'. De 'duurdere' singles van Mark wil ik maak in twee afleveringen van elk acht singles doen. Ofwel: Dat zijn er vijftien plus Sam Dees. Ik vermoed dat mijn goede Italiaanse vriend weer ruimschoots de tijd gaat nemen met het opsturen van de recente Cannonball. Verder speel ik op dit moment vooral met de planning van de Gele Bak Top 100. In voorgaande jaren probeerde ik dat in de vijf weekeinden van juli te doen, maar... dit jaar telt juli slechts vier weekeinden. Eerst zou ik het laatste weekend van juni erbij betrekken, maar dan moet ik nog heel veel werk verzetten waar ik niet bepaald de inspiratie voor heb. Bovendien komen de andere rubrieken dan ook weer in het gedrang. Misschien dan tóch een 'aftelling' tot mijn vakantie? We zullen het zien. In ieder geval komen jullie een aantal van de titels uit de 'Singles round-up' tegen in de 'Eindstreep' van volgende week zondag. Nu de laatste negentien uit de partij van Albert zodat ik de platen weer kan toevoegen aan de bak voor 'The Vinyl Countdown' op zondagavond.

* Robert Palmer- Mercy Mercy Me (EEG, EMI, 1990)
* Pepsi & Shirlie- Heartache (Duitsland, Polydor, 1987)
* Pet Shop Boys- So Hard (EEG, Parlophone, 1990)
* Powercut Featuring Nubian Prinz- Girls (Duitsland, Eternal, 1991)
* Rozalla- Are You Ready To Fly (België, Buzz, 1992)
Ik verwacht het tweede deel van deze partij in het najaar en had Albert dit nog moeten laten weten: Als je tussen de singles het hoesje van Rozalla vindt met daarin Redhead Kingpin & The F.B.I., dan is er sprake van 'memory'. Eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik gelukkiger ben met Rozalla, maar dat is een ander verhaal. Verder heb ik Pepsi & Shirlie 'dubbel' en dus wacht dit exemplaar op een belangstellende. Robert Palmer neemt me terug naar een heel spaarzaam moment in januari 1991. Ik ben dan namelijk huiswerk aan het maken! Het is de periode van de mondelinge examens en de dreiging van de Golfoorlog. Pet Shop Boys heb ik zondag gedraaid in de uitzending. Powercut is in 1991 geruisloos aan me voorbij gegleden. Speels hoe een sample van het origineel van Moments & Whatnauts erin is verwerkt, maar verder herinnert alleen het refrein aan de jaren zeventig-klassieker en uiteraard de trompet in de 'hitversie'. Rozalla heeft ongemerkt in 2015 een stempel gedrukt op mijn eerste vakantie in Sleen. Ik vind op de zaterdagmiddag 'Everybody's Free' op single bij een kringloopwinkel in Emmen. De opvolger heeft echter geweigerd een plek in te nemen in mijn geheugen maar klinkt desondanks erg gezellig, maar weer niet zo memorabel als de grote hit.

* Sheila B. Devotion- Love Me Baby (Frankrijk, Carrere, 1977)
* Siobhan- Paris Rendezvous (NL, Idiot, 1989)
* Sir Mix-A-Lot- Baby Got Back (Duitsland, Def American, 1992)
* Soul II Soul- A Dreams A Dream (Duitsland, 10 Records, 1990)
* Dave Stewart & The Spiritua Cowboys- Jack Talking (Duitsland, RCA, 1990)
De laatste heb ik 'dubbel' en mag wederom naar een liefhebber. Reacties op berichten gaan alleen nadat ik toestemming heb gegeven en dus is een mailtje beter. In 'The Vinyl Countdown' maak ik graag grapjes over Sheila B. en Baccara door te zeggen dat wij Europeanen hier ons Engels hebben geleerd. Toch vind ik het steenkolenengels hier nog wel meevallen. Ik heb zondag nog 'Singing In The Rain' gedraaid en daarbij klinkt haar 'rain' opvallend als 'ren'. Zeer fijne Eurodisco en weer een reden om het mopje van stal te halen. Nee, Siobhan is niet Siobhan Fahey van Bananarama, maar een Nederlandse zangeres. Heette zoiets niet de 'Steunplaat'? De plaat van Nederlandse bodem die gedurende een week iedere avond in de 'Avondspits' was te horen? Siobhan is deze eer te beurt gevallen en kan ook ergens nog het interview herinneren. De plaat heeft een goede associatie en de herinnering komt terug bij het intro. Sir Mix-A-Lot is ook aan mijn aandacht ontsnapt en dat is best jammer. Hij brengt een eerbetoon aan de kont in al haar reet-zijn. Van deze Sir mag deze best groot zijn en heeft hij een hekel aan de tijdschriften met de anorexia-meisjes. Als puntje bij paaltje komt ben ik iets meer gefixeerd op de borsten, maar begrijp zijn passie voor de kont best wel. Hoelang is het geleden dat ik deze van Soul II Soul voor het laatst heb gehoord? Misschien wel 29 jaar! Het weerzien is emotioneel.

* Talking Heads- Psycho Killer (NL, Philips, 1977)
* Tribal House- Motherland A-fri-ca (Duitsland, Cooltempo, 1990)
* Twin Hype- For Those Who Like To Groove (Duitsland, BCM, 1990)
* 2 Static- Boy I'll House Ya (NL, Dureco, 1990)
* The Adventures Of Stevie V- Dirty Cash (Duitsland, Mercury, 1989)
De laatste heb ik al in de Engelse persing, maar ja... ik heb iets met persingen en dus mag deze Duitse eveneens in de bakken. Talking Heads heb ik nu wel dubbel en ook het extra exemplaar is met fotohoes. De 'oude' mag dus wederom naar de liefhebber. De overige drie nummers zijn me totaal onbekend. Tribal House zit daarbij vooral in de hoek van voorgenoemde Soul II Soul met een nogal politieke tekst. Twin Hype zit in hetzelfde straatje als Dream Warriors. Weliswaar geen jazzy intermezzo's maar wel rap waar je een goed gevoel van krijgt. 2 Static is ongecompliceerde Eurodance met de James Brown-samples binnen handbereik.

* Stevie Wonder- Keep Our Love Alive (Duitsland, Motown, 1990)
* World Party- Way Down Now (Duitsland, Ensign, 1990)
* Yothu Yindi- Treaty (NL, Mushroom International, 1992)
* Young MC- Bust A Move (Duitsland, Delicious Vinyl, 1989)
Iemand zin in World Party? Deze single heb ik al eens in de bakken staan en mag dus weg! Bij Stevie Wonder in de jaren tachtig heb ik gemengde gevoelens. Heel soms slaat hij de spijker op zijn kop. Vaker nog is het een overdaad aan synthesizers en net een 'key change' teveel. Ja hoor, meteen na het eerste refrein gaat het in een andere sleutel en dan hebben we de kerkkoren nog niet eens gehad. Yothu Yindi is die aboriginal-plaat die ik helemaal was vergeten. Was oen al een gek ding en dat is in 27 jaar niet veranderd. Ik besluit deze 'Singles round-up' met een heuse klassieker die nog altijd erg goed smaakt.

Eretitel: 'You Do Something To Me'



Een collega van de post is met vakantie en hierdoor ben ik momenteel weer vooral aan de slag in de Meppeler wijk Oosterboer. Dat is, naast mijn PostNL-wijkje, waarschijnlijk de enige wijk die ik op mijn duimpje ken. Toch kun je jezelf wel eens overschatten en dat heb ik woensdag gedaan. ,,Er is véél post", is de boodschap die ik krijg, maar kom op zeg...? Ik heb zo vaak deze wijk gedaan dat ik het wel binnen een paar uur moet kunnen doen zodat ik vrolijk aan de PostNL kan beginnen. Helemaal mis! Ik ben pas om vier uur 's middags klaar met de 'eigen post' en moet daarna de hulptroepen inschakelen om de PostNL weg te krijgen. Gisteren had ik alleen de PostNL en het was een 'daldag'. Vandaag wa een 'piekdag' in de PostNL en, jawel, ik heb bij hoge uitzondering eens op vrijdag post bezorgd! Dat was ook in een vloek en een zucht gebeurd. Morgemiddag alleen de PostNL en dan mag ik weer van het weekend genieten. Omdat ik vanmorgen moest beginnen, ben ik niet aan publiceren toe gekomen en ach... dat zijn jullie inmiddels ook wel gewend op donderdag en vrijdag. Ik trap nu dan af met de 'Eretitel' en daarin staat vanavond de titel 'You Do Something To Me' centraal.

3. Mary Wells (1964)
Ik weet wel van een 'evergreen' af met deze titel, maar het is pas begin 2018 als ik besluit te gaan zoeken naar een derde 'You Do Something To Me'. Dat is het moment dat ik de nummer twee in deze 'Eretitel' vind. Vreemd dat ik dat nummer nooit eerder heb opgezocht om te zien of het een 'uniek' nummer was. Mary Wells heeft in 1964 haar verdiende hit met 'My Guy' en mag vervolgens van Motown een album opnemen. Het is achteraf gezien de enige 'beloning' die ze heeft gekregen voor 'My Guy', want Motown investeert de winst net zo hard in een nieuw album van The Supremes en dat terwijl Wells tevergeefs op haar royalties wacht. Ze is in 1965 de eerste Motown-artiest waarvan het contract wordt ontbonden na gesteggel over niet uitbetaalde gelden. Het is een klein keerpunt in de geschiedenis van de muziekindustrie. Berry Gordy beschouwd zijn artiesten immers als werknemers van een muziekfabriek. De artiesten eisen een aandeel in de winst op hun creatieve uitspattingen en gelukkig is dat tegenwoordig (vaak) beter geregeld. Ik geloof dat het eerste album van Mary Wells er een beetje rap moest komen en dat Wells hierdoor 'You Do Something To Me' toevoegt alsmede een aantal andere covers. Er zijn vast betere uitvoeringen van het nummer te bedenken, maar ik vond deze 'exotisch' genoeg voor de radioshow.

2. The Kinks (1964)
Als The Kinks in 1971 'Muswell Hilbillies' uitbrengt (met 'Holiday' uit de vorige 'Eretitel') is het een gevestigde popgroep dat enerzijds vrolijke hitsingles voortbrengt en op albums een meer kritische kant laat zien. Ik heb de observaties van Raymond Douglas Davies hier een week geleden al lof toegezwaaid. In 1964 is The Kinks vooral een snoeiharde rhythm & blues-band. Als je het tussen The Beatles en The Rolling Stones plaatst, slaat het in de periode van 'You Do Something To Me' vaak over naar de ruige kant van The Stones. Toch kán The Kinks ook klinken alsof het van de overs van de Mersey afkomstig is. 'You Do Something To Me' klinkt bijna als een Beatles-pastiche en dan het betere soort. En toch moet ik eerlijk zijn: Zelf ga ik voor de iets latere songs van The Kinks en zet 'You Do Something To Me' op een tweede plek.

1. Paul Weller (1995)
Over de nummer 1 is geen discussie mogelijk. In de zomer van 1995 volg ik nauwlettend de Top 40 en ben medeschuldig aan heel wat hits die we de komende week zullen horen in de 'Foute 500' van Q Music. Ik wil mezelf immers presenteren als drive-in-show-dj anno 1995 en móet dus verplicht alle grote hits in huis hebben. Toch bevalt het me de helft van de tijd niet echt. Het doet pijn om tien gulden neer te leggen voor 'Sjeng Aon De Geng' van Nachtraove, om maar eens een dieptepunt te noemen. De zomer van 1995 is in vele opzichten weinig memorabel: Qua Top 40 zindert de invloed van Radio Noordzee Nationaal door, hebben we te maken met uiterst platte Eurohouse en zijn de échte goede nummers op een hand te tellen. Dan denk ik zo aan bijvoorbeeld Little River Band ('Forever Blue') en The Connells ('74-'75'). Dan is het augustus 1995, twee dagen na mijn tweede Dicky Woodstock. Ik ben zondag met de Solex terug gekomen van de Baarse Vrijstaat en hoor op maandagmorgen op Omrop Fryslân de nieuwe single van Paul Weller. Samen met 'Country House' van Blur is dit een schaars lichtpuntje in de nazomer van 1995, ook al zal ik de cd-single pas met de kerst kopen.

Volgende week weer een 'Eretitel' want het schouwspel zal een vervolg moeten krijgen. We kunnen nu niet opeens stoppen, het zal moeten doorgaan.

woensdag 19 juni 2019

Singles round-up: juni 4



Een kleine verandering in de eerdere plannen. Ik wil de nieuwe singles graag weer zo snel mogelijk in alfabetische volgorde neerzetten van de titels zodat ik ze de komende twee of drie zondagen nog kan draaien in 'The Vinyl Countdown - The 7" Collection'. Bovendien is 'Het zilveren goud' evenals de 'Eretitel' zo'n praktische 'kleine' rubriek voor in de weekeinden. Vandaar dat ik jullie vandaag al het tweede deel ga presenteren van de 'Singles round-up' met de platen uit de partij van Albert. Eenzelfde laken een pak als gisteren. De singles worden weer vijf-bij-vijf aan jullie voorgesteld waarna ik een 'verzamel-verhaal' schrijver over alle bovengenoemde singles. De draaitafel en de mixer staan aan en ik ben er nu helemaal klaar voor!

* Aretha Franklin & George Michael- I Knew You Were Waiting (NL, Epic, 1986)
* Gary Glitter- Do You Wanna Touch Me (NL, Bell, 1973)
* Daryl Hall & John Oates: Adult Education (NL, RCA, 1984)
* John Hiatt- Bring Back Your Love To Me (Duitsland, A&M, 1990)
* Holy Noise- James Brown Is Still Alive (NL, ARS, 1991)
Aretha en George maken deel uit van het schamele aanbod van singles als ik in Mossley kom wonen. Er staat me iets van bij dat de plaat een tijdje in mijn kamer heeft 'gewoond', maar de plaat is té gewoontjes om mee naar Nederland te nemen. Sindsdien ben ik steeds 'vergeten' om hem te kopen. Ik vind het overigens ook niet zo'n bijzonder nummer, het is meer voor de herinnering en de heb. Een jaar nadat het duo op 1 in de Top 40 heeft gestaan, koop ik voor het eerst de single van Gary Glitter. Ik word 'aangetrokken' door het fotohoesje met daarop een mal ogende rocker met een glitterpak aan. Gary Glitter is in 1987 nog gewoon 'fout', het kinderporno-schandaal komt pas in de vroege jaren negentig uit de doeken. Sindsdien is de man verguisd en zit hij zijn lange gevangenisstraf uit. De nummer 14 in de kaartenbak heeft 'plastic' labels waar deze de papieren labels heeft. Met andere woorden: Hij mag blijven! Hall & Oates is opnieuw zo'n single die al een tijdje op een soort verlanglijstje staat. Ik moet bekennen dat ik eigenlijk alleen 'Have A Little Faith In Me' en 'Georgie Rae' van John Hiatt ken. Voor de rest heb ik nooit echt interesse getoond voor het werk van de man, ook al nodigt deze single uit voor méér. Holy Noise heb ik ooit nog op cd-single gekocht, ook al is dat wel jaren nadat het een hit is geweest. Over 'fout' gesproken: Het is één van de eerste tekenen van een verwachte doorbraak voor DJ Paul Elstak.

* Bruce Hornsby & The Range- Across The River (Duitsland, RCA, 1990)
* House Of Pain- Jump Around (België, Tommy Boy, 1992)
* Human Electrics- Oh Baby Be Mine (NL, Dureco, 1989)
* Ice MC- Cinema (Duitsland, Zyx, 1990)
* Internationals- Young And In Love (NL, CNR, 1977)
Feitelijk is deze serie een mooi vervolg op de twee 'soul packs' van Mark. Ook hier vinden we minder bekende nummers van bekende artiesten. Neem nu Bruce Hornsby. Onsterfelijk geworden dankzij 'The Way It Is' en ook 'The Valley Road' heb ik recent nog wel eens gedraaid in mijn shows. Volgens mij ook omdat Hornsby nog altijd nieuwe albums uitbrengt. 'Across The RIver' is het soort dat je vaak op zaterdag hoort bij de NCRV maar weigert een herinnering achter te laten. 29 jaar later klinkt het gewoon goed in mijn oren. House Of Pain heb ik leren kennen en waarderen in 'The Scrum', mijn 'tweede huiskamer' in de midden jaren negentig. Het dak ging eraf als dit werd gedraaid. In de 'credits' van Human Electrics vallen twee namen onmiddellijk op: Kappen en Arling. Het blijken inderdaad Gerry Arling (van Arling & Cameron) en ex-White Honey-zangeres en presentatrice Hanneke Kappen te zijn. Verrassend leuk! Met Ice MC is 'iets' aan de hand en ik moet de hele plaat draaien voordat ik het weet. Hij draagt de plaat op aan de sterren van het witte doek en noemt daarbij een aantal namen. Natuurlijk maken Sean Connery en Roger Moore ook deel uit van de parade. Dan noemt hij Ian Fleming. Euh... even huiswerk doen, Ice MC! Internationals is het welbekende deuntje uit 1977. Een beetje 'cheesy' maar wel lekker!

* The Jack Of Hearts- Schooldays (NL, Munich, 1990)
* Michael Jackson- Human Nature (NL, EPic, 1982)
* Jambosala- T.W.O. Pretty (NL, IMC, 1990)
* James- Born Of Frustration (Duitsland, Fontana, 1992)
* Joe Public- Live And Learn (NL, Columbia, 1991)
The Jack Of Hearts staat in 1989-90 tweemaal in de vaderlandse Tipparade. 'Desire' heb ik in de jaren negentig al eens voor een gulden meegenomen bij Music Palace, een platenwinkel in Sneek. Ik kan me niet heugen dat ik 'Schooldays' daar ooit ben tegengekomen. Ik heb de plaat zondagavond gedraaid en hij bevalt me goed. Ik ben niet de grootste Michael Jackson-fan en zal hem nimmer koninklijke onderscheidingen geven en toch kan ik tegenwoordig genieten van 'Thriller'. 'Human Nature' is één van de liedjes van het zeer succesvolle album welke je nauwelijks meer hoort en waarvan ik het dus extra fijn vind om deze op single te hebben. Ach vooruit... ik ga niet opnieuw een foto nemen. Het label van de single is een beetje verwarrend maar 'Jambosala' is eigenlijk het liedje en 'T.W.O. Pretty' de naam van het duo. Een beetje een gek hiphouse-ding. 'Sit Down' is in 1991 de grote hit voor James, dat wil zeggen: In Engeland. In Nederland is het vooral een radiohit. 'Born Of Frustration' heb ik destijds helemaal gemist en dat is gewoon net zo goed als alles dat de band heeft voortgebracht in de jaren negentig. Joe Public heb ik in 1996 nog eens op cd-single gekocht.

* Johnny Baby- Chant A Chant (Duitsland, Virgin, 1990)
* Lenny Kravitz- Always On The Run (Duitsland, Virgin, 1991)
* Madonna- Causing A Commotion (Duitsland, Sire, 1987)
* Alison Moyet- This House (NL, Columbia, 1991)
Lenny Kravitz en Madonna heb ik al en deze zijn dus wederom beschikbaar voor de liefhebber. Bij Johnny Baby heb ik een beetje huiswerk gedaan. Het is John Burkett en hij is in 1960 geboren in Guyana en komt in 1986 naar Groningen om te trouwen met zijn Nederlandse vriendin. Hij neemt in de tijd zowel solo-platen op als Johnny Baby als dat hij deel uitmaakt van een band met deze naam. 'Chant A Chant' is helemaal geen slechte reggae. Het Nederlandse tintje is de naam van technicus Michel Hoogenboezem op het label. 'This House' heb ik in 27 jaar niet gehoord en de reünie is geslaagd.

Week Spot: Sam Dees



Zal ik jullie iets vertellen? Ik heb de plaat maandag opgehaald van het postkantoor, op het werk uitgepakt en in het single-koffertje gestopt. Dat koffertje had ik mee omdat ik de singles van Mark had verwacht. Ik heb de single nog niet eens gedraaid en ga dat vanavond voor het eerst doen! Het is vaker gebleken met 'big wants': Bezit van de zaak is het einde van het vermaak. Niet dat ik verwacht dat de single me veel geld gaat kosten nu het in de bakken staat, maar er zijn in de afgelopen jaren enkele 'big wants' nogal roemloos in de bakken gegaan. Ze worden nog maar zelden aangewend en dat staat in geen verhouding met de prijs die ik ervoor heb betaald. Voor deze single moet ik terug naar de 'Northern Soul Jukebox' die in 2012 en 2013 overuren maakt op mijn mp3-speler. Ik ontdek al snel dat de plaat 'aan de prijs' is en hoewel ik het nummer meteen kan waarderen, oordeel ik in het begin dat het té 'modern' is voor mijn Northern-set. Nu zijn we dan zeven jaar later en heb ik zojuist zelfs twee 12"-singles uit 1990 toegevoegd aan de soul-collectie. Als de tijd rijp kan zijn voor een bepaalde plaat, dan is dit het uitgelezen moment. Vooral in een tijd dat ik bijna iedere maand wel een plaat aan de verzameling toevoeg welke is geschreven door deze kleine grote man. De kersverse Week Spot is 'Fragile, Handle With Care' van Sam Dees uit 1975.

Ik leer Sam Dees in 2011 kennen als ik 'Action Speaks Louder Than Words' koop, de box-set van Vampisoul met tien singles en twintig kanten uit de catalogus van SSS International. Complete boxen zijn erg zeldzaam geworden door de single van Sam Dees. Zeker vóór een paar jaar geleden is deze single vaak afzonderlijk verkocht voor een koninklijk bedrag. Het gaat hier om 'Lonely For You Baby' uit 1968 dat een zekere status geniet in de Northern Soul. De opname op de Vampisoul-box wijkt echter af van de single. Het is een 'outtake' waarbij Sam de aftelling doet in het intro. Vervolgens hoor je hem de titel zingen 'op de achtergrond' en dat is uit de uiteindelijke single-mix weggelaten. Waarom? Geen idee want ik vind de 'outtake' persoonlijk beter. Het Engelse Outta Sight heeft een paar jaar geleden beide versies als een één single uitgebracht en sindsdien lijkt de druk van de ketel te zijn met de 'Action Speaks Louder'-single. Complete boxen zijn evenwel een rariteit en ik heb hem compleet: Tien singles met een harde kartonnen doos. 'Fragile' heeft ook zeer zeker een status in de Engelse soul-scene. Het Amerikaanse origineel is goed voor de hoofdprijs en ook de Engelse persing is niet beroerd. Deze single zit zo rond de honderd euro. 'Fragile' heeft echter ook een Jamaicaanse release gekregen en deze blijkt het eenvoudigste te verkrijgen. De prijs ligt een stukje lager maar het is nog altijd meer dan drie tientjes. Ik zie tot mijn grote verbazing de plaat maanden lang op Ebay staan bij een 'bevriende' handelaar. Ik heb in 2012 en 2013 enkele malen bij hem gekocht en het is een geschikte gast. Neil blijkt een doosje met Jamaicaanse persingen op de kop te hebben getikt want meteen na mijn aankoop staat dezelfde single weer te koop. Ik heb onlangs een zeer interessante documentaire gezien over The Moody Blues waar de leden vertellen over hun Threshold-label en dat ze daarmee in het buitenland konden controleren of de masters op de juiste snelheid waren en de correcte instellingen waren gebruikt. Dat verklaart wellicht waarom deze Jamaicaanse Sam Dees zo 'goedkoop' is. Het klinkt als een kopie van een master en is na bijna vier minuten en een fade-out opeens afgelopen. Dees had dit wellicht anders willen zien, maar het is een mopje dat we vaker tegenkomen bij persingen uit deze gebieden. Mij hoor je echter niet klagen: Ik ben gelukkig dat er weer een 'big want' van het lijstje kan worden geschrapt.

Sam Dees komt op 17 december 1945 ter wereld in Birmingham in de staat Alabama. Hij komt uit een groot gezin en onderscheidt zich van zijn broers en zussen door een groot zangtalent. Als Sam negen is doet hij volop mee aan talentenjachten en formeert hij zijn eerste groep: The Bossanovians. Over school wordt niet gesproken, wél dat hij enkele talentenjachten wint en als tiener de kost probeert te verdienen als zanger. Het duurt echter pas tot februari 1968 eer hij zijn eerste single mag opnemen. De sessie vindt plaats in Memphis voor het pas nieuwe SSS International-label. Oprichter van dat label is Shelby S. Singleton. Hij heeft jaren lang voor Mercury gewerkt en krijgt in 1965 zeggenschap over de meidengroepen in de stal van Mercury. Dat resulteert in het Red Bird-label en successen voor The Dixie Cups en The Shangri-Las. In 1967 start hij met SSS International dat al snel een paraplu is van labels als Silver Fox, Plantation en Honor Brigade (om een paar te noemen). Hij heeft vooral succes met Jeanne C. Riley's 'Harper Valley PTA' en dit stelt hem in 1969 in staat om de Sun-archieven te kopen van Sam Phillips. De rest is geschiedenis. De eerste opname van Sam Dees is 'I Need You Girl' met het eerder genoemde 'Lonely For You Baby' op de keezijde. Het blijft bij deze ene plaat op SSS International, een jaar later vinden we hem bij het kleine Lo Lo-label. Het is Chess-producent Lenny Sachs die geloof heeft in het kunnen van Dees en biedt hem een contract aan voor twee singles voor het label welke hij zelf dient te produceren. Dees neemt de vier nummers op in een kerk in Birmingham en doet, zoals afgesproken, zelf de productie. Hier eindigt zijn samenwerking met Chess, maar dan wacht Atlantic met open armen.

Voor Atlantic maakt hij in 1975 het album 'The Show Must Go On' dat over het algemeen wordt gezien als zijn beste werk. De elpee is in 2012 opnieuw uitgebracht en 'Fragile, Handle With Care' geldt al jaren als een favoriet in de 'Modern Soul'. De jaren daarna maakt hij nog enkele singles waaronder een cover van 'Storybook Children' met Bettye Swann. Toch zal Dees het merendeel van de jaren zeventig, tachtig en negentig actief blijven als liedjesschrijver. De lijst van geschreven songs lijkt kilometers lang te zijn, maar helaas... er zit geen titel tussen die meteen een belletje zal doen rinkelen bij de toevallige passant. Hij schrijft liedjes voor onder andere Millie Jackson, Whitney Houston en Gladys Knight & The Pips. In 1989 maakt hij zelf nog een album en een single maar dat levert andermaal geen succes op. In Engeland is 'Lonely' het gevierde nummer. In 1997 verschijnt het opnieuw als single bij Goldmine Soul Supply in de legendarische 'Sevens'-serie en in 2004 bij Soul City. In 2010 gaat het hek van de dam met de Sam Dees-heruitgaven. Shotgun en Kent houden zich bezig met onuitgebrachte opnames van Dees uit de jaren zeventig terwijl Outta Sight nog maar eens 'Lonely' uitbrengt en nu met de 'outtake' als keerzijde. Hoewel er best vraag bestaat naar 'Handle' is deze, ondanks enkele huidige kwaliteitslabels, nimmer anders verschenen dan in 1975. Hierdoor rijst de prijs voor een Engelsen of Amerikaanse uit de pan en blijft deze Jamaicaanse de meest aantrekkelijke van het trio.

dinsdag 18 juni 2019

Singles round-up: juni 3



Natuurlijk is het erg leuk om de 'Singles round-up' te schrijven en toch wil ik voorkomen dat mijn blog één grote 'Singles round-up' wordt. Gelukkig kan ik me weer veroorloven om iedere maand een paar afleveringen te doen en altijd genoeg voor een 'Eindstreep'. Toch kan het ook té gek gaan. Zoals vorige maand werd het wel heel erg dringen op Soul-xotica waarbij andere rubrieken het moesten ontgelden. In vergelijking met de 'Singles round-up'-afleveringen met de soul-singles lijkt het ondankbaar, maar niets is minder waar. Hoewel ik erg blij ben met de 57 singles van zondag ga ik deze op Soul-xotica 'er doorheen jassen' in een iets andere vorm dan normaal. Dan pak ik iedere titel apart en schrijf daar een berichtje over. Bij meerdere platen van één artiest vat ik ze samen (zoals vorige maand bij Herman Brood). Nu doe ik driemaal een kwintet en vier singles tot slot en schrijf dus beknopter over de singles en zal enkele niet verder noemen in het bericht. Dat is de enige manier om het behapbaar te houden. Ik had eigenlijk de foto op zolder willen nemen maar had me een bericht vergist. Ik meende dat ik met de Week Spot weer op schema zou zitten en vandaar dat ik deze negentien op de deurmat heb uitgestald. Laat er geen misverstand over bestaan: De maand duurt nog elf dagen en vóór volgende week zondag krijgen jullie nog vier afleveringen 'Singles round-up' voor de kiezen. Laat me dus snel beginnen met de eerste negentien uit de partij van Albert.

* Marc Almond- Jacky (UK, Some Bizzare, 1992)
* Arrested Development- Tennessee (EEG, Chrysalis, 1991)
* Eric B. & Rakim- Paid In Full (Duitsland, Island, 1987)
* Bad To The Bone- Black Tears (EEG, EMI, 1990)
* George Baker Selection- Midnight (NL, Negram, 1970)
Het merendeel van de singles is afkomstig van een lokale omroep en dat zijn voornamelijk platen uit de jaren 1989 tot en met 1992. Dat is de tijd waarin veel platenkopers de overstap maken naar de cd en in bepaalde gevallen zijn de vinylsingles dan ook erg schaars. Een aantal ken ik echter wel weer uit de uitverkoopbakken van toendertijd. Neem bijvoorbeeld 'Jacky' van Marc Almond. De voormalige Soft Cell-zanger doet in 1992 een project met covers en neemt zo bijvoorbeeld 'Days Of Pearly Spencer' op alsook 'Jacky'. Dat is eigenlijk 'Jackie', het Jacques Brel-nummer dat door Mort Shuman is vertaald en voor Scott Walker een grote hit heeft opgeleverd. In mijn herinnering is het een beetje 'bout', maar het valt me achteraf gezien niet tegen. Arrested Development heeft in de jaren negentig nooit een indruk achtergelaten bij mij en dus is 'Tennessee' echt een kennismaking. Ik kan me voorstellen waarom ik er 28 jaar geleden niets van moest hebben maar vind het nu des te leuker! 'Paid In Full' is natuurlijk een echte mix-klassieker en best wel een schande dat ik deze nog steeds niet had. Bad To The Bone is zo'n naam die ergens een belletje doet rinkelen. Mike Vernon tekent hier voor een fijne bluesrock-productie. Het nummer zelf kan ik ook nog wel herinneren. Albert laat me ook nog een stapeltje zien die hij van een forumlid heeft gekregen en dat is meest zult en grote hits uit de jaren zeventig. Ik meen George Baker nog niet te hebben en dat klopt achteraf. Het is meer 'Dear Ann' dan 'Little Green Bag' maar leuk om deze aan de verzameling te kunnen toevoegen.

* BC & The Basic Boom- Baby Come Back (België, CNR, 1991)
* B-52's- Good Stuff (Duitsland, Reprise, 1992)
* Blue Aeroplanes- Jacket Hangs (Duitsland, Ensign, 1990)
* Bronx Style Bob- Forbidden Love (Duitsland, Sire, 1992)
* Bobby Brown- Good Enough (NL, MCA, 1992)
BC ken ik uit het 'Hitdossier' maar heb ik helemaal gemist in 1991. Een rap over de basis van 'Je T'Aime... Moi Non Plus' en best nog smaakvol uitgevoerd. The B-52's is natuurlijk altijd een feestje hoewel de plaat in 1992 aan me voorbij is gegleden. Ik denk dat Blue Aeroplanes in 1990 in de verkiezing tot 'Speciale Aanbieding' van de KRO heeft gezeten. Het zal toen ongetwijfeld stemmen hebben gekregen van de 'Leidsekade Live'-mannen maar verder is het een beetje anonieme 'indie'. Bob uit de Bronx heeft evenmin een indruk achter gelaten maar klinkt anno 2019 alsof het best wel weer eens op de radio gehoord mag worden. Ik moet toegeven dat ik altijd een beetje een hekel heb gehad aan Bobby Brown. Toch ben ik een paar weken geleden al overstag gegaan voor wat betreft 'My Prerogative' en ik ga het nu proberen met 'Good Thing'. Het is op zichzelf niet slecht maar wel ontzettend jaren negentig-glad. Ik laat hem echter groeien.

* The Charlies- The Meaning Of Life (NL, Top Hole, 1989)
* Crocodile Smile- Sally (NL, Road Records, 1989)
* Dream Warriors- My Definition Of A Boombastic Jazz Style (Duitsland, 4th+B'way, 1990)
* Earth, Wind & Fire- System Of Survival (NL, CBS, 1987)
* Eurythmics & Aretha Franklin- Sisters Are Doin' It For Themselves (Duitsland, RCA, 1985)
Ik mag even voor twee platen naar Friesland. Hoewel? The Charlies komt volgens het telefoonnummer uit de stad Utrecht maar het plaatje is uitgebracht door Top Hole. Dat is een internationaal opererend platenlabel uit Langezwaag, vlakbij Heerenveen. Beide kanten zijn geproduceerd door Hans Vandebburg en de a-kant is in de 'feelgood'-traditie van Gruppo Sportivo. Toch trekt de b-kant de meeste aandacht: Een cover van Rick James' 'Super Freak'? Het tempo is flink naar beneden gehaald en de groep loopt vooral te klooien met een gitaarsynth en het refrein is bijna onherkenbaar. Leuke cover! Crocodile Smile is een band uit Leeuwarden dat, volgens mijn herinnering, heeft meegedaan aan talentenjacht op de radio van de NCRV. Ik kan me ook nog de persfoto herinneren van de band en dat ziet er erg professioneel uit. Ik verwacht niet veel bij 'Sally' maar het overtreft alle verwachtingen. Het is zo'n lekker nummertje dat het beslist méér had verdiend in 1989! Dream Warriors is net zo'n verhaal als The B-52's: Altijd leuk. Voor Earth, Wind & Fire ben ik me pas recent gaan interesseren, maar verder heeft 'System' geen onuitwisbare indruk achtergelaten in 1987. Ik geef de voorkeur aan het vroegere werk. Eurythmics heb ik zondag al gedraaid tot afgrijzen van collega Lee. Hij háát het stemgeluid van Annie Lennox. Kan ik dan nu misschien een 'radio-link' verwerken in een blogbericht? ,,Een bijzondere combinatie. The Queen Of Soul... samen met Aretha Franklin".

* Extreme- Hole Hearted (Duitsland, A&M, 1990)
* Fish- A Gentleman's Excuse Me (EEG, EMI, 1990)
* 49-ers- Die Walküre (NL, Dureco, 1990)
* The Farm- Groovy Train (Duitsland, Jive, 1990)
Over Extreme en Fish kan ik kort zijn: Ik heb beide singles al en dus zijn deze voor de liefhebber! 49-ers is een gek verhaal. Het is duidelijk dezelfde groep als van het brutale 'Touch Me'. Toch lijkt deze single alleen in Zweden en Nederland te zijn uitgebracht en dat is best verbazend voor een Duitse titel. Zelfs Duitsland heeft geen release gehad terwijl de overige singles van The 49-ers daar wel zijn uitgebracht. Het is daarentegen geschreven door Gianfranco Botolotti die verantwoordelijk is voor de andere nummers. Wel sneu dat hij Pig Bag geen krediet geeft. Eigenlijk op High Fashion maar Dureco overheerst op het label. Eerst maar eens toevoegen aan 45cat want ook de Nederlandse release staat er niet bij. Ik ben erg in mijn nopjes met The Farm en daar eindigt deze 'Singles round-up'. Ik doe morgenavond de Week Spot samen met 'Het zilveren goud' en vervolg vrijdag met de 'Singles round-up'.

Singles round-up: juni 2



Het is herkenbaar. Vaak ben ik op zondag ambitieus maar ben dan niet vooruit te branden. Nu heb ik een 'drukke' zondag gehad (vooral het reizen heeft voor mij een averechts effect op ontspanning) en ben vervolgens op dinsdag niet vooruit te branden. Ik ben vroeger wakker dan anders want ik moet mijn broer nog bellen voor zijn verjaardag. Vervolgens plak in onze moeder er meteen achteraan en dan zit ik buiten in het zonnetje. Het is de laatste zonneschijn die ik heb mee gekregen want ik heb de rest van de middag genoten van de koelte in de woonkamer. Ik hoef niet beslist boodschappen te doen en heb morgen het vooruitzicht om de hele dag in de brandende zon te bezorgen en dat noem ik een goede reden om een dag uit de zon te blijven. Vanmiddag is ook het tweede deel van de partij van Mark binnen gekomen, maar dit moet nog even wachten op Soul-xotica. Na de tweede vijf uit de 'soul pack' en de laatste 12"-single ga ik me eerst richten op de 57 singles van Albert en pas daarna de 'dure' soulplaten. Ook al mag één van de nieuwe aanwinsten vanavond meteen de Week Spot worden. Zo gezegd nu eerst de laatste van de 12"-singles en de vijf uit de 'soul pack'.

* Melba Moore- Lean On Me (Frankrijk, Buddah, 1978)
Ik hou wederom zoveel mogelijk de officiële a-kanten aan waar mogelijk. In geval van Curtis Mayfield is de b-kant de werkelijke reden van aanschaf. Melba Moore is zo'n single die ik vrij onbewust koop. Zaterdagavond heb ik een stukje van 'Lean On Me' beluisterd maar schakel al heel snel over op de b-kant: 'One Less Morning'. Nóg maar eens helemaal luisteren naar 'Lean On Me' want het moest immers een geval magie zijn van Van McCoy. Nu weet ik het weer: In het snelle voorbij gegaan, hoor ik de midtempo bak violen en besluit dan voor de meer uptempo kant te gaan. Neemt niet weg dat 'Lean On Me' een prachtig nummer is dat het helemaal verdient om gedraaid te worden in mijn shows. En wat kan onze Melba toch lekker gillen! Er zijn maar weinig in het genre die bij mij de onder de pijngrens blijven. Ik zou kunnen stellen dat ze de 'Magic Touch' heeft om te refereren aan haar onuitgebrachte jaren zestig-stamper welke ik een paar jaar geleden heb plat gedraaid in 'Do The 45'. 'Lean On Me' groeit naar een schitterende climax ook al doet de laatste uithaal een beetje pijn. Dan zou je toch eerder 'One Less Morning' als a-kant verwachten. Dat ligt meer in de lijn van haar hit 'This Is It' maar dan met de zoete violen van McCoy. De komende tijd moet uitwijzen welke van de twee mijn favoriet wordt maar het gaat in ieder geval goed komen!

* Smokey Robinson- Food For Thought (Duitsland, Motown, 1981)
Ik ben afgelopen week pas begonnen met 2018 in de 'Eretitel' en dus is dit toekomstmuziek. Op deze dag in 2019 heb ik vanavond 'Food For Thought' te gast gehad in de vorm van 10CC, UB40 en Smokey Robinson. Over een anderhalf jaar in de 'Eretitel'? Smokey 'verrast' me zaterdag met deze plaat maar ik vermoed nu al dat het de hekkensluiter gaat worden in de 'Eretitel'. Het weegt niet op tegenover UB40 en daarnaast is 10CC gewoon iets meer een favoriet dan deze van Smokey. De b-kant dan maar eens proberen? 'Who's Sad' is bij het intro meteen al de sterkste kant. Het is een 'slowie' waarin Smokey's stem nu eenmaal beter excelleert. 'Food' is wat dat betreft een beetje een raar ding en dus zie ik hier meteen de reden waarom Mark te koop wil lopen met deze single.

* Jimmy Ruffin- Tell Me What You Want (België, Polydor, 1974)
Het jaartal neem ik over van het label maar het fotohoesje zegt dat uit de nieuwste serie van 1975 komt van de 'Discotheque Special'. Zijn broer David is anno 1975 nog altijd actief bij Motown maar Jimmy heeft de oversteek gewaagd. 'Tell Me What You Want' is niet onaardig maar ook niet essentieel in mijn boek. Toch moet het de favoriete kant worden want in 'Going Home' gaat Ruffin naar mijn mening teveel de richting op van The Temptations zonder dat het echt leuk wordt. Een twijfelgevalletje dus...

* Joe Simon- River (Duitsland, Polydor, 1973)
Op donderdag 12 februari 2015 schrijf ik over deze single in de 'Singles round-up'. Het is één van de singles die ik met Peter van Singlehoesjes.nl heb geruild. Tot mijn grote verbazing schrijf ik daar dat mijn voorkeur uitgaat naar de b-kant en dat de plaat waarschijnlijk in de reserve-Blauwe Bak gaat eindigen. Daar heeft die ook een tijd gestaan maar sinds een paar jaar staat het, samen met nog een aantal Joe Simon-titels, in de algemene jaren zeventig-bak. Ik veer zaterdag helemaal op als ik zie dat de b-kant is geschreven door Prince Philip Mitchell. Bij mijn vorige bestelling bij Mark zat 'It Be's That Way Sometime' welke eveneens door Mitchell is geschreven. Joe Simon-doet-Prince Philip Mitchell is nu iets om voor rond te kijken want 'Love Never Hurt Nobody'is een parel in de discografie van Simon. En nu mag het voor het eerst helemaal in de Blauwe Bak-koffer. Eerlijk is eerlijk: Daar ben ik begin 2015 nog niet helemaal klaar voor...

* Bill Spoon- I Bet You Can't Love Me One Time (US, Hense Forth Music Co., 1990, 12")
Feitelijk een 45-toeren-EP op 12"-formaat. Er is niet zoveel bekend over Bill Spoon maar wel dat hij omstreeks 1980 opnames heeft gemaakt. Het zou me persoonlijk niets verbazen als deze opnames even oud zijn. 45cat maakt melding van de single 'Love Is On The Way' met 'Don't Play With My Love' op het Highland-label uit Ohio. Niet te verwarren met andere labels met dezelfde naam, het is de enige single op het label dat geen jaartal noemt. Degene die hem op de site heeft geplaatst, moet ervan overtuigd zijn dat het uit 1980 moet komen. Tien jaar later brengt Hense Forth de single opnieuw uit. In Engeland verschijnt in 2010 'I Can't Wait' op het Soul Junction-label met 'The One Who Really Loves You' op de keerzijde. De laatste is eigenlijk de a-kant van de 12"-EP die hier voor me ligt. Ik vind dat een beetje flauw jaren zestig-achtig zonder dat het uit de jaren zestig komt. Nee, 'I Bet' is de voornaamste reden van aanschaf. Tot zover ik kan zien is deze niet als single uitgebracht en dus is dit de enige kans? Het klinkt echter niet als 1990 maar eerder uit de late jaren zeventig. Als Mark de plaat aanbiedt, heb ik wel vijftien keer (zonder overdrijven ditmaal) het clipje gedraaid en nog steeds kan ik niet genoeg krijgen van het nummer. Hebben we al eens een 12"-single als Week Spot gehad? Nee en wellicht gaat dat binnenkort eens gebeuren. Ik wil ook meer te weten komen over deze mysterieuze meneer Lepel.

* Tavares- A Penny For Your Thoughts (NL, RCA, 1982)
Ik draai gewoon de a-kant op zaterdagavond en ik zweer jullie dat ik het nummer kan herinneren uit 1982. Eigenlijk nooit geweten dat het van Tavares was en de laatste keer kan zomaar 37 jaar geleden zijn. Zou mijn oudste broer dit plaatje hebben gehad? Ik kijk nog even voor alle zekerheid op Whosampled want... ken ik het refrein niet als een sample? Nee, het is tweemaal gesampled maar voor mij onbekende nummers. Wel zie ik dat dit een cover is van Marion Jarvis op het Engelse Roxbury-label. Het is dan ook geschreven door hitmaker Kenny Nolan. Dat plaatje klinkt me ook meteen als muziek in de oren. Eens kijken op Discogs of ik die voor een paar dubbeltjes kan meenemen? Ik ga intussen even naar de b-kant: 'The Skin You're In'. Dat is uitstekende 'post-disco' in mijn boek en eigenlijk ook de meest interessante met het oog op 'Do The 45' hoewel ik een zwak blijf houden voor het poppy 'Penny'.

maandag 17 juni 2019

Verticaal vijf letters: Zondag 16 juni



Om bij het begin te beginnen: Ik heb een paar weken geleden een goedkoop treinkaartje 'gescoord' op het internet. Het zijn eigenlijk drie kaartjes waarvan eentje in ieder seizoen recht geeft op een zaterdag of zondag vrij reizen. Voorwaarde is dat je van tevoren een reisdoel aangeeft en daar niet van afwijkt. Ook moet je de datum invoeren. De ticket kun je laden op je smartphone, als je er één hebt, of je print het uit. Nog steeds moet je een identiteitsbewijs tonen bij het kaartje. Er mogen een paar haken en ogen zitten aan de aanbieding want het is werkelijk om te bescheuren zo goedkoop! Drie kaartjes voor 36 euro tweede klas en slechts zes euro extra voor eerste klas. Ik heb dat laatste gedaan omdat het op zondagavond altijd erg druk is met studenten en ik na een dagje wandelen niet steeds mijn knieën wil stoten aan koffers van iemand anders. Bovendien is er altijd plaats in de eerste klas! Hoewel de zomer komende vrijdag een aanvang neemt, is het eerste kaartje te gebruiken tot en met zondag 30 juni. Ik heb ruim een week geleden afgesproken met W. om de wandeling te plannen op de 16e. Donderdagavond heb ik de datum aangepast en daarmee het kaartje definitief gemaakt. Dan stuurt ze vrijdagmiddag een sms om te zeggen dat ze zich niet zo fit voelt. Dat is té laat voor het kaartje. Tot mijn grote vreugde wordt mijn geld op tijd overgemaakt en kan ik me opmaken voor een solistische strandwandeling. Dan is het zaterdagavond en krijg ik op Facebook een berichtje van Albert...

Albert komt op dat moment net terug van de forummeeting. Het forum waar ik ook jaren lid van ben geweest en waarbij ik ook altijd uit keek naar de meetings. Hij vermeldt ook dat hij een honderdtal singles heeft die hij op de post wil doen. Dan doe ik het voorstel om hem de volgende morgen te treffen in Leiden. Gaandeweg de conversatie ontstaat het idee om samen iets te doen. Ik mis in Meppel de trein en moet dus een half uur wachten waardoor de reis pas om tien uur begint. Anders gaat er een rechtstreekse trein naar Leiden maar door werkzaamheden moet ik overstappen op Utrecht Centraal of Amsterdam Centraal. Ik zit in de trein over Amsterdam. Er staat slechts een paar minuten voor de overstap in Amsterdam en omdat deze trein niet verder rijdt, is het smoordruk bij het uitstappen. De snelle trein naar Leiden vertrekt voor mijn neus. De volgende optie is de Sprinter naar Leiden en deze stopt op alle tussen gelegen stations. Het moet maar waardoor ik pas om kwart voor een in Leiden ben. Na een emmer koffie bij de Starbuck pakken we de bus naar Katwijk. Een 'rondje Katwijk' is aanvankelijk het plan maar ik wil graag even op het strand zijn en zo lopen we al snel in de richting van Noordwijk. Het is uitzonderlijk weer! De vorige dag had Buienradar nog een bui ingetekend voor drie uur 's middags en bijna had ik mijn gewatteerde bomberjack aangetrokken. Met het dunnere baseballjasje is het al heet genoeg! We hebben de wind in de rug en doen ongeveer een uurtje over het strand naar Noordwijk. Daar heb ik dorst en we zoeken een terrasje uit. Daar hebben we even zo goed nog wel een paar uur gezeten. Intussen leg ik contact met W. over een 'meet-and-greet' voordat ik weer het noorden in ga. Ze is nog altijd niet fit en wil me in eerste instantie alleen uitzwaaien. We vinden een compromis in een terrasje op loopafstand van het station.

Het is rond half zes als Albert en ik in de bus stappen van Noordwijk naar Leiden. W. zit al voor het station te wachten en daar neem ik afscheid van Albert. W. en ik gaan naar het terrasje van een nabijgelegen grand café. Ik heb al een beetje het zuur van de ijsthee in Noordwijk en heb nogal zitten geeuwen in de bus en ga dus voor twee koppen koffie. W. doet zich te goed aan een speciale soort thee waarvan ze opeens alle details en achtergronden weet te vertellen. Zo ken ik haar weer. Ik zal eerst een maaltijdje halen bij de 'Wok-To-Go' maar degene op het station is gesloten en de andere nering 'vertrouw' ik niet. De mie op iemands' bord oogt erg vettig en daar heb ik slechte ervaringen mee. In de stationshal zit een pasta-bar en daar neem ik een grote verpakking tortellini mee. Genoeg om me zat te eten, zo zal blijken. W. brengt me tot in de trein en wederom hem de boemel over Amsterdam Centraal te pakken. Nu stopt de trein een halve kilometer vóór het station met de mededeling dat 'er iets mis is op het naastgelegen spoor dat eerst moet worden verholpen'. Daardoor arriveren we tien minuten te laat en is de directe trein naar Zwolle weg. De Sprinter over Almere en Lelystad is echt geen optie en ik wacht op de de snelle trein naar Groningen. Dat betekent dat ik in Zwolle moet overstappen op de trein naar Leeuwarden. Rond half tien ben ik weer in Meppel en dankzij de e-bike een half uur later in Uffelte. Begin augustus gaan we waarschijnlijk weer...