zaterdag 19 januari 2013

York: Het feest


Tussen kerst en oud en nieuw kwam het al even ter sprake, precies vijftien jaar geleden vertrok ik voor een onbepaalde tijd naar Engeland. We zijn in dat verhaal in eerste instantie blijven steken tot op het moment dat ik het besluit heb genomen om in Engeland te blijven. Toen twijfelde ik er eveneens aan of ik in staat zou zijn om met een vervolg te komen en ik heb de afgelopen drie weken daar ook stevig over na gedacht. Maar op een dag als vandaag, dan komt het ineens weer dichtbij. Niet dramatisch of sentimenteel dichtbij, meer een oude vriend die je in jaren niet hebt gezien. Hoewel die drie maanden in York loodzwaar zijn geweest, heb ik ze al lang geleden afgesloten en vertrouw erop dat ik er nu, vijftien jaar later, bijna in de derde persoon erover kan schrijven. Laten we imemrs niet vergeten dat die drie maanden York de grondslag zijn geweest van de Gerrit zoals jullie die nu kennen. Dus toch wel even aardig om erbij stil te staan. De beloofde raddraai-veteraan schuift ervoor naar maandag, vandaag een persoonlijk verhaaltje uit den ouden doosch.

Ja, ik kan inmiddels relativeren ten opzichte van de weken in York. Ik was natuurlijk ook niet een klein beetje naïef. Er is niets mis mee om in het goede van de mens te geloven, maar je klakkeloos overgeven aan anderen? Goed, het verhaal begint dus op de vrijdagmiddag als ik eigenlijk terug moet, omdat mijn driedagen-retourtje dat zegt, maar in plaats daarvan in de kantine van de Youth Hostel aan Bishophill Senior een brief schrijf aan mijn ouders. In het begin probeer ik echter toch nog zoveel mogelijk bij Bill en Del te zijn, maar die zijn me op een bepaald ogenblik ook helemaal beu. Dan brengt Bill me weer terug naar Bishophill Senior. Hij kent de eigenaar goed, ook al begrijp ik achteraf de connectie niet zo goed. Ik heb ook geschreven dat ik op oudejaarsavond even in de Methodist Church in Clifton ben geweest, niet alleen vanuit religieuze interesse, maar ook om even te 'warmen'. Welnu, vanaf de allereerste zondag ga ik wekelijks naar de Clifton Methodist en leer al snel Ian kennen. Hij zal me her en der wat bijsturen als het aankomt op sollicitaties en dergelijke, want ja, de kachel moet wel branden. Of, beter gezegd, Bishophill Senior moet betaald worden. De derde week ben ik trouwens al wel van de slaapzaal af en heb een meer permanente eigen kamer tot mijn beschikking. Ik ben één va de vele 'langkampeerders' in Bishophill.

Mijn ontslag uit het Jeugdwerkgarantieplan houdt in dat ik een halfjaar lang geen recht op uitkering heb in Nederland, maar betekent eveneens dat ik nog restanten vakantiegeld en dergelijke op mijn rekening krijg gestort. Omdat ik eigenlijk maar voor drie dagen kleding heb meegenomen, wacht ik het geld even af en boek dan een driedagen-retourtje de andere kant op. Dat wordt een dramatisch weekend. Ik onderhoud op dat moment helemaal geen contact met thuis en verschijn zo opeens die vrijdagochtend in Jutrijp. Behalve dat de familie zorgen heeft gemaakt, blijkt ook dat tante Klaasje in tussentijd overleden en begraven is. In de daaropvolgende maanden zal het contact met thuis, van mijn kant, even beroerd blijven. En als ik eens bel vanuit York, dan moet ik heel snel een 'lulverhaal' bedenken, want ik kan ze moeilijk met de feiten opzadelen. Het is bijna een beetje als in 'Mother Mother' van Tracy Bonham. De dinsdag daarna ga ik weer terug en het voelt onwennig aan. 'Through The Barricades' van Spandau Ballet is voor mij de soundtrack van die middag van mijn terugkeer naar Engeland. Terug in York weer naar Bishophill Senior waar ik nu de zolderkamer krijg. Ik spreek meteen af dat ik geen schoonmakers op mijn kamer wil. Ik begin de reputatie van Bishophill Senior onder ogen te komen.

Maar voorlopig is het nog even dik feest. Ik koop een racefiets en een stereo, tweedehands singles en een nieuwe persing van 'Waiting For The Sun' van The Doors en gedurende drie avonden zak ik door. Die 'laatste' woensdagavond is legendarisch. Ik ga nog steeds naar Old Orleans, die verschrikkelijk dure kroeg vlakbij de Ouse. Ze hebben er live-muziek en ik kan me een eigenzinnige cover van 'Mr. Blue Sky' herinneren. Vlak voor sluitingstijd steek ik de weg over naar de Ierse pub, daar hebben ze net de laatste ronde en ik drink drie pints Guinness in tien minuten, terwijl deze eigenlijk tien minuten moeten 'settelen'. Ik ga met twee jongens mee die me een nachtclub willen binnen smokkelen. Halverwege de trap word ik aan mijn schouder getrokken en op de klinkers gebonjourd. ,,U bent dronken, u mag er niet in". Het barretje in Bishophill Senior is nog wel open en Ralph schenkt me daar nog een pint vol. De volgende middag wil ik pinnen om ontbijt te halen, maar dan wordt de pinpas ingeslikt. Tja... ik wist het eigenlijk ook wel... Ik heb mezelf gewoon duizend gulden in het rood gepind. Ik heb desondanks nog wel iets over en heb inmiddels iets ontdekt in Bishophill. Het is geen zuivere koffie daar!

De herberg is eigenlijk geen herberg, maar staat op het adres van een klussenbedrijf ingeschreven. Het personeel komt om acht uur de kantine binnen, hangt daar de halve dag rond en zijn met de klussenbus hooguit een half uurtje weg. De klussenbus-chauffeurs zijn gewoon koeriers incognito en de 'klussen' zijn drugs. Ook het herbergpersoneel is stevig aan de snuif en een meisje gooit iedere avond opnieuw de gokkast vol zonder er ook maar een kwartje uit te halen. Als ik de volgende ochtend na het ontbijt er 50 pence in stop, heb ik dus dertig pond. En, geloof het of niet, maar zo gaat het drie weken goed. Dertig pond per dag en ik hoef er niks voor te doen!Totdat eens die vijftig pence verdwijnt zonder een succes. Dan heb ik nog een pond die ik nog weken zal koesteren! Ik begin inmiddels ook met solliciteren en het aanvragen van een uitkering. Ik moet dan eerst wel een National Insurance Number hebben en dat duurt een tijdje. Ook weet ik maar half dat als dat wordt afgewezen, dat ik dan binnen 24 uur het land uit moet. Paniek om niks, want ik haal hem op mijn sokken binnen. Geen geld, geen eten en toch solliciteren... het valt niet mee! Ik leer uiteindelijk via een buurman de 'Carecent' kennen, een initiatief van de Methodist Church in hartje York, dat iedere dag een onbeperkt ontbijt aanbiedt voor dak- en thuislozen. De tweede ochtend dat ik daar mijn maag kan vullen met heerlijkheden. Ik loop met de huur van Bishophill Senior al drie weken achter en probeer dus ongemerkt erin en eruit te komen. Deze ochtend staan ze me op te wachten. Mijn spulletjes zijn al ingepakt. Ik sta op straat!

En daar besluit ik voorlopig het verhaal. Binnenkort het vervolg van 'het spannende jongensboek' dat de eerste maanden in York mag heten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten