maandag 26 februari 2024

Het zilveren geheugen: februari 1999 deel II


Aanvankelijk wil ik de foto gebruiken van Roaches Lock, maar die heb ik al eerder gebruikt voor 'Het zilveren geheugen'. Dan besluit ik op de pub te zoeken en krijg dan deze prachtige foto. De herinneringen komen spontaan weer terug! Een Engelse pub verandert doorgaans nooit en ik kan me zomaar voorstellen dat dit een recente foto is. Het ziet er nog net zo uit als in 1999. Het tafeltje met de twee krukjes links is vaak mijn plekje als ik Sadie mee neem naar de pub. Anders hang ik rechts aan de bar recht tegenover de tapinstallatie. Ik heb heel wat uren in dit interieur door gebracht. Tollemache Arms is echter niet de meest voor de hand liggende keuze. Het zit op ruim anderhalve kilometer van mijn woonadres in Mossley en onderweg passeer ik zeker twee pubs. In het héle begin zit ik wel eens in de Best Of Brass dat te boek staat als een pub voor de 'working class'. Tollemache.Arms is daarentegen meer 'middle class'. Veelal ondernemers en ambtenaren. Toch is dit de eerste pub in Mossley waar ik me 'welkom' voel en het zal mijn vaste verblijf worden op zondagavond en soms een doordeweekse avond. Heel enkel ga ik ook op een zaterdagavond maar vind dat maar lastig wennen. In Sneek ben ik gewend om rond middernacht nog eens op stap te gaan. In Engeland sluiten de pubs (dan) om elf uur. Of je moet eens in de gelukkige positie zijn dat je een 'after hours' mee maakt!

Een paar weken geleden heb ik geschreven over mijn bezoek aan de Cloggers' Arms in Uppermill. Daar maak ik ook een klein stukje mee van 'after hours', hoewel ik dan onderhand weer in actie moet komen voor de wandeling terug naar Mossley. In de Tollemache Arms heb ik slechts eenmaal zo'n 'after hours' meegemaakt. Het is een druilerige zaterdagavond. Normaal gesproken is Martin om kwart voor elf al bezig met het opruimen van spullen. Ik zie hem verschillende vaste klanten iets in het oor fluisteren. 'Je wacht straks even tien minuten op het hoekje. Daarna komen jullie één voor één binnen'. Ik ben nog helemaal niet bekend met het fenomeen 'after hours'. Martin doet desondanks gewoon de laatste ronde en om elf uur is de pub leeg. Ik weet nog steeds niet wat er gaande is en zie niemand buiten. Dan hoor ik een 'psss' vanuit een steeg. Daar zie ik Ray en nog een aantal stamgasten staan. We wachten tien minuten en lopen dan een voor een met tussenpozen terug naar de pub. Om half twaalf is iedereen binnen.

We zijn opeens geen bezoekers meer van een pub maar zijn te gast in de huiskamer van Martin. De kassa gaat op slot en de drankjes zijn veelal van het huis of het wordt de volgende dag bij je rekening op geteld. Soms kan ik me het permitteren om een klein glaasje Famous Grouse bij mijn pint John Smith's te zetten en, ja, ik heb in Schotland geleerd dat je dat moet verdunnen met water om de ingrediënten te proeven. Nu proef je in zo'n geval weinig bij Famous Grouse, want daarvoor is dit teveel een commerciële whiskey. Ik raak in gesprek met iemand over whiskey en, ja, het lijkt Martin ook een goed moment om me diverse slokjes whiskey voor te schotelen. Het lijkt bijna op een tafereel in Sneek. Ik denk dat het feestje is door gegaan tot een uur of twee. Dan komt het moment dat ook ik het etablissement moet verlaten en de wandeling naar Longlands Mill moet aanvaarden. Ik weet niet of het iets met zelfoverschatting heeft te maken maar ik kom op een lumineus idee. We gaan langs het kanaal!

Dus bij Roaches Lock het parkeerterrein over en vervolgens het smalle zandpad naast het Huddersfield Canal. Het hoeft niet heel erg moeilijk te zijn want de eerste halve kilometer is het rechtdoor, hoewel dit stuk erg slecht is verlicht. Toch gaat het bij de derde stap al mis want mijn voet gaat naar links en zo lig ik plat op het pad. Echter wel met beide benen in het Huddersfield Canal. Ik klauter op en wil eigenwijs weer het zandpad volgen. Nóg een keer half in het kanaal. Dit schiet niet op! Ik loop weer terug naar Roaches Lock en ga maar over de stoep langs Manchester Road. Onderweg moet ik al concluderen dat ik erg vies ben geworden. Ik zou me bij de voordeur van Longlands Mill kunnen uitkleden en dan...? Maar nee, ik ben zo dronken als een tor en alleen al de gedachte aan al dat werk maakt me moe. Ik ga naar de kamer waar Sadie op de bank ligt te slapen. Voor het eerst in een jaar is ze eens niet blij om me te zien. Ze staat de bank echter af aan mij en gaat zelf maar op de grond liggen. Sorry meid! Het wordt helemaal gezellig als de whiskey door al dat geklots onderweg mijn maag verlaat op de bank. Als ik een paar uur later wakker word, ben ik eerst nog niet tot iets in staat en ga even verder slapen op mijn eigen kamer. Die middag klop ik aan bij een andere companion en, ja, hij wil me wel even helpen. De oude bank in de container en een beter exemplaar uit de winkel in de hondenkamer. Bob en Carol hebben nooit laten merken dat het hen is opgevallen.

Het is mijn eerste en laatste 'after hours' geworden in de Tollemache Arms. Ik heb later eens begrepen dat dit ook slechts eenmaal per jaar gebeurde, anders dan bij bijvoorbeeld de Cloggers' Arms waar het meer een soort van routine is geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten