zondag 13 juni 2021

De muskusrat-legende


Therapeutisch schrijven. Of het helpt? Geen idee, maar ga het bij wijze van experiment proberen'. Met deze woorden begin ik op 19 juli 2011 aan een berichtje op Soul-xotica. Vanmiddag merk ik op in 'Verzamelwoede' dat ik nog niet twintig jaar terug in de tijd ben geweest en daar enerzijds ook niet veel behoefte aan heb. Aan de andere kant: Er is een verhaaltje dat wel 'spannend' blijft om te vertellen. Ik lees het bericht uit 2011 terug en het eerste dat me opvalt is dat ik bepaalde elementen ben vergeten. Als ik ze terug lees, weet ik opeens alles weer van die dag en vooral de ochtend van het wakker worden. In 2011 moet ik het bericht kort houden omdat ik dan nog zit te tikken op het toetsenbord van de Nokia N95 en zelfs met een berichtje uit die tijd ben ik wel een uurtje zoet. Het is ook goed om dingen kort en bondig te houden, zeker voor wat betreft deze periode in 2001. Ik heb anno 2021 de fietstocht van 2001 niet eens afgemaakt, de finale kunnen jullie echter vinden in berichten uit maart 2011 als ik de reis uitvoerig behandel. Feit is dat ik op de fiets naar Mossley ben gegaan en op een wolkje terug ben gekomen. Dan is de kamer in Tuk met inmiddels nóg twee logees een koude douche. Begin mei 2001 loop ik helemaal vast en doe rare dingen die ik niet ga benoemen. Het is duidelijk dat ik even uit de omgeving weg moet om tot zinnen te komen en dat is het begin van een zwervende zomer.

Opvallend is dat ik in mijn vlucht het allereerst weer probeer me vast te klampen aan de Emmaus. En waarom ook niet? Vooral in Mossley heb ik altijd een veilig gevoel gehad en de gemeenschap geeft een gevoel van geborgenheid. De Bilt is dan niet meteen de uitgelezen plek, hoewel dit wel het eerste bezoek is. Ik heb van iemand van de Emmaus nog een paar elpees en een boek liggen en deze wil ik terug bij de rechtmatige eigenaar hebben. Ik kan bij hem de eerste nacht op de bank slapen en vanuit daar trek ik verder naar Langeweg. Daar mag ik eveneens een nacht blijven, maar ze kunnen me op de langere termijn niet helpen. Ik zal die zomer nog een aantal malen terug komen in Langeweg, maar steeds krijg ik nul op het rekest. In een café in Zevenbergen krijg ik het advies om het eens te proberen bij 'de paterkes' in Dreef. Op Hemelvaartsdag spendeer ik de dag aan de reis naar Dreef. Van Zevenbergen tot Breda red ik het met de trein en daarna ga ik lopen. Bij het klooster zien ze me al aankomen. Ik krijg een cervelaatworst en een flesje drinken en word weer heen gezonden. In de nacht wandel ik een eind terug naar Breda en zoek een plekje op die ik de 's middags heb gezien. Daar rol ik de slaapzak uit en slaap mijn eerste nacht bij de Mark.

Het eerste deel van het avontuur duurt ongeveer twee weken. Dan ben ik definitief platzak en ook een beetje moe van het buiten slapen op harde ondergrond. Ik ga terug naar Tuk en wacht daar de volgende smak geld af van de sociale dienst. Zodra dat binnen is, zit ik alweer in de trein richting het zuiden. Het eerste jaar gaat het me goed af. Geen lastige mensen, alleen als ik in de weg lig. Ik ken de mensen met de hondjes bijna allemaal na verloop van tijd. In al deze weken geen last gehad van blauw. Ik word zelf intussen wel meermalen blauw, maar dat is een ander verhaal. De mensen in Ulvenhout gaan me 'Swiebertje' noemen en dat vind ik eigenlijk wel een compliment. Overdag in de lokale kroeg of buiten op een bankje en 's avonds slaap ik in het bos. Bij Jantje kan ik me zo nu en dan even douchen en mag ik ook altijd op de bank slapen. Vooruit! Zeg het maar! Okay, ik ben gewoon de knuffelzwerver van Ulvenhout in de zomer van 2001. Ik bedel niet, ik steel niet en gun de plaatselijke middenstand een deel van mijn inkomen. Als ik niet in Ulvenhout ben, loop ik waarschijnlijk ergens tussen Rijsbergen en Roosendaal of ik ben onderweg naar Langeweg en Zevenbergen. Na verloop van tijd keer ik weer terug op mijn oude stekje.

Ik ga slapen met de natuur en ik word wakker met de natuur. Mijn rugzak is mijn kussen en ik word geflankeerd door mijn tas. Ik heb die avond een halfje bruin gehaald om de volgende morgen te kunnen ontbijten. Ik lig ergens links op de foto tegen de bomen aan. Ik verbeeld me dat ik geritsel hoor in het gras, maar vermoed dat het de paarden zijn van even verderop. Vooral met het huidige weer maar ook in deze fraaie zomer van 2001 is het zalig om buiten te slapen. Ik besluit me niet meer druk te maken over het geritsel en ga slapen. Ik droom die nacht heftig en word huilend wakker. Het is dan inmiddels ochtend. Ik droog mijn tranen af en herinner 'de droom'. Dat element ben ik tussen 2011 en 2021 even helemaal vergeten, hoewel Mike nog regelmatig in mijn gedachten vertoefd. Ik heb eerst wel zin in een plakje brood. Ik kijk in mijn tas en...? Huh? Ik heb gisteravond toch brood gekocht? Dan zie ik iets glinsteren in het gras en pak het op. Het is een klein stukje plastic met een sticker. Dan val ik van de ene verbazing in de andere. Er liggen meerdere kleine stukjes plastic. Ik merk dat er een gat in de textielen tas zit. Niet groot genoeg om een brood er doorheen te krijgen, maar dan herinner ik me het geritsel van de voorgaande avond.

Terwijl ik lag te slapen heeft een muskusrat een gat in de tas gemaakt en vervolgens de tanden gezet in het plastic. Het brood moet hij in kleine stukjes hebben gescheurd om het door het minimale gaatje te krijgen. Ik denk dat hij hier zeker vier uren mee zoet is geweest. En al die tijd lig ik op minder dan een meter van de tas. Wat zou er zijn gebeurd als ik me plots had omgedraaid in de slaap? Een muskusrat grijpt bij gevaar het eerste naar de keel van de aanvaller. Ik heb hem blijkbaar niet gestoord bij het monnikenwerk en hij heeft mij rustig laten slapen. Ik stop een stukje van de zak met de broodsticker in de portemonnee als aandenken en loop naar de winkel voor een vers brood en doe mijn verhaal in het café. Ik vertel ze niet over de droom, maar het verhaal van de muskusrat wordt een legende.

Als ik heb begrepen hoe gevaarlijk een muskusrat kan zijn, verhuis ik naar het bosje rechts op de foto. Eind juli 2001 heb ik genoeg van de armoede en ga terug naar Tuk. Twee maanden later kom ik nog langs tijdens een fietstocht die ik ook al eens moet hebben behandeld op Soul-xotica. In december 2001 kom ik de laptop halen uit Ulvenhout en in mei 2002 ben ik nog kortstondig terug. Dan heb ik de politie en hulpverlening al op de eerste avond aan het voeteneind van mijn slaapzak en zet het avontuur door in Friesland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten