dinsdag 4 april 2017

Week Spot: Candi Staton



Ik heb nog wel een andere Week Spot op het oog, maar ga vandaag even af op mijn gevoel. Het ontbreken van nieuwe aanwinsten in de Blauwe Bak begint zijn weerslag te krijgen op de Week Spot. Niet dat dit heel erg is want er zijn genoeg titels in de koffer die best een beetje meer aandacht verdienen. Waaronder ook deze kersverse Week Spot. Toch kan een artiest of groep slechts eenmalig Week Spot zijn omdat het zinloos is om tweemaal de biografie van de uitvoerende om te zetten naar een bericht voor Soul-xotica. Wat dat betreft valt Candi Staton af. Ze heeft reeds in 2012 de Week Spot met 'Stand By Your Man' en ik weet niet precies of ik toen een bericht heb geschreven of vorig jaar. Hoe dan ook: Haar hele verhaal is al eens aan bod gekomen, dat hoef ik dus niet nog eens op te ratelen. Ik moet vanmiddag opeens denken aan dit plaatje en dan ben ik vlug bereid: Zo'n mooie plaat verdient het om Week Spot te worden! Als bonus ga ik me vandaag verdiepen in het leven van Rick Hall, producent van dit monumentale nummer. Candi Staton mag op herhaling met 'You Don't Love Me No More' (1972).

Het is een zondagmiddag in augustus als ik even in de mailing kijk van Rarenorthernsoul en daar dit plaatje van Candi Staton zie. Toch is de dealer niet altijd de goedkoopste en dus kijk ik even op Discogs. Het is echter een paar dagen later als ik tot de aanschaf over ga. Record Shack in Wenen heeft de plaat met 'soundfile' en dat is wenselijk. Het plaatje is op styreen uit de vroege jaren zeventig en ik begrijp al snel dat de meeste overlevenden 'knetteren'. Deze is opvallend schoon hoewel het styreen erg broos aan voelt. Ik zoek nog twee singles uit en bestel het pakketje dat vlak voor de vakantie arriveert. Hoewel het iedere keer weer genieten is, krijgt de plaat toch niet de aandacht in de Blauwe Bak dat het verdient en dat wil ik vanavond recht zetten. Ik vind het fotohoesje prachtig staan boven het verhaal, maar toch is mijn 'You Don't Love Me No More' de originele Amerikaanse FAME-single. Hier is het de a-kant van 'Lovin' You Lovin' Me'.

Hoewel het lastig is om de ogen af te wenden voor Candi Staton en te kijken naar een man, is dat wat ik vanavond ga doen. 'You Don't Love Me No More' is een opname welke het zuiden van de Verenigde Staten ademt een typisch product van de 'Muscle Shoals Sound'. Vanaf die laatste kwalificatie is het een kleine stap naar Rick Hall. Roe Erister Hall komt op 31 januari 1932 ter wereld in Tishomingo County in de staat Mississippi. Hij wordt grootgebracht in Franklin County in Alabama en vertrekt naar Illinois in zijn tienerjaren. Hall wordt opgeroepen om deel te nemen in de oorlog in Korea.Hij beroept zich op idealistische gronden en hoeft zo niet onder de wapenen, maar mag intussen muziek maken in legerbands. Faron Young, later een beroemd countryzanger, maakt eveneens deel uit van de band waar Hall mee speelt. Na zijn legertijd keert hij terug naar Alabama. Hij is pas getrouwd en lijkt een burgerlijk leventje tegemoet te gaan met een baantje in de fabriek. Dan overlijden binnen een week zijn bruid en zijn vader. Dit slaat Hall dermate uit het lood dat hij de fabriek vaarwel zegt en gewapend met gitaar een beetje gaat rondtrekken met de groep Carmol Taylor & The Country Pals. Dan ontmoet hij saxofonist Bill Sherrill waarmee hij de rhythm & blues-groep The Fairlanes begint. Dan Penn is de zanger. Door sommigen 'de grootste blanke soul-zanger' genoemd, maar zijn stem is bij een relatief klein publiek bekend. Hij is in de jaren zestig schrijver voor onder andere The Box Tops. Hall begint rond deze tijd ook liedjes te schrijven en heeft zijn eerste succes als George Jones in 1961 zijn 'Achin' Breakin' Heart' opneemt en een hit scoort. In 1959 zet Hall samen met Sherrill en productiemaatschappij op in Florence in Alabama: Florence Alabama Music Enterprises, afgekort tot FAME. In 1960 gaat het mis tussen Sherrill en Hall en de laatste houdt de rechten voor de naam. Hij opent in 1960 een eerste FAME-studio in Muscle Shoals en dat levert de hit 'You Better Move On' van Arthur Alexander op. Dat stelt Hall in staat een betere studio te bouwen.

Hall doet in de vroege jaren zestig zaken met Bill Lowery, een agent uit Atlanta. Deze brengt Tommy Roe, The Tams en andere hit-makers naar de studio in Alabama. Zijn vaste studioband eist in 1965 een beter salaris en stapt op. Hall stelt een nieuwe band samen met onder andere Spooner Oldham in de gelederen. In 1966 weet hij 'When A Man Loves A Woman' van Percy Sledge te slijten aan Atlantic en dat levert hem geregelde bezoeken op van Atlantic-coryfeeën aan zijn studio. Hall staat echter ook bekend vanwege zijn korte lontje en nadat hij eind 1967 op de vuist is gegaan met de echtgenoot van Aretha Franklin, is de samenwerking met Atlantic verleden tijd. In 1969 heeft FAME onder andere Arthur Conley, Clarence Carter en Candi Staton in de gelederen en tekent een distributie-deal met Capitol. Hall zélf richt enige tijd zijn pijlen op de commerciële pop met The Osmonds en Paul Anka. De studioband The Swampers stapt in 1969 op om met behulp van Jerry Wexler een concurrerende Muscle Shoals-studio uit de grond te stampen. Hall stelt gewoon weer een nieuwe band samen: The Fame Gang. In 1971 wordt hij uitgeroepen tot producent van het jaar. Gedurende de jaren zeventig keert Hall terug naar de country-producties en helpt ce lokale band Shenandoah aan enkele grote hits in de jaren tachtig en negentig. In 2007 blaast hij FAME nieuw leven in door een distributie-deal met EMI.

Hij is welvarend genoeg om zijn huis te doneren aan een goed doel. Volgens hem hebben mishandelde en verwaarloosde kinderen meer recht op die plek dan hemzelf. Hij leeft zelf vooral van de hits die hij heeft gemaakt door de jaren heen. Hij beheert een catalogus van evergreens in de moderne country, onder de liedjes bevindt zich ook 'I Swear'. Het oorspronkelijke country-liedje wordt een grote hit voor de popgroep All 4 One. Rentenieren is er nog steeds van gekomen, Hall is nog altijd druk met sluiten van distributie-deals. Op 17 december van het vorige jaar is hij in Alabama nog onderscheiden voor zijn liefdadigheidswerk.

'You Don't Love Me No More' is een hartverscheurende ballade welke Staton écht uit de tenen komt. Opvallend is ook de 'rommelige' opname. Tijdens de opname hoor je iemand lopen over het podium en stoelen verschuiven. Het geeft de opname alleen maar meer charme en vandaar dat ik het deze week tot Week Spot heb gemaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten