zaterdag 29 april 2017

Raddraaien: Mary Hopkin



Een kleine verjaardag vanavond? Ik zie net dat ik een jaar geleden ben begonnen met publiceren vanuit Uffelte en dat klopt wel. Ik ben dit weekend een jaar geleden verhuisd. Ik zou het vandaag al hebben gevierd met een fietstocht gezien de wind wel gunstig was, maar de korte nacht van donderdag op vrijdag breekt me op en bovendien moet ik een wasje draaien. Om nog maar te zwijgen over het tevergeefs wachten op de singles uit Engeland. Ik had een berichtje 'gereserveerd' voor de 'Eindstreep', maar nogmaals... dat heeft op dit moment geen zin. Morgen dus 'gewoon' een bericht en hopelijk eentje over een mooie fietsdag. Vandaag besluit ik met een 'Raddraaier' uit de negende jaren zeventig-bak en dat brengt me bij een artieste waarvan ik twee weken geleden nog iets 'nieuws' heb gedraaid. Toch staat Mary Hopkin vandaag vooral in de schijnwerpers met 'Temma Harbour' uit 1970.

Waar en wanneer? Ik heb haar winkel recent eens genoemd bij een 'Raddraaier'. Dan moet ik even in de lijst kijken. Ja, dat is het bericht geweest over 'Lenny' van The Buggles. Ik ontdek op deze middag in 2009 het winkeltje van Paula tegenover de kringloopwinkel in Meppel. Aanvankelijk heeft ze een handjevol singles. Een paar maanden later kom ik ogen tekort. Ze heeft honderden, zo niet duizenden, singles in de aanbieding. Veel Amerikaanse import en dus zeer interessant voor mijn beginnende Northern Soul-verzameling. Toch ook 'gewone' Nederlandse hits waaronder deze 'Temma Harbour' van Mary Hopkin met het afgebeelde fotohoesje. Het is de enige Mary Hopkin-hit die op dat moment ontbreekt in de verzameling, haar singles uit de Tipparade ben ik nimmer voor een fraaie prijs tegengekomen maar ik hou me aanbevolen! Het is niet moeilijk om te bepalen dat 'Temma Harbour' van haar hits de leukste is en ik draai de plaat geregeld met veel plezier in mijn shows.

Komende woensdag staan er 67 kaarsjes op de taart voor Mary. Ze wordt geboren in Pontardawe in Wales in een Welsh-sprekend gezin. Ze zet omstreeks 1967 haar eerste schreden in de muziek met Selby Set And Mary, een folkband, en brengt in die tijd een EP uit met Welsh-gezongen liedjes voor het lokale Cambrian-label. Haar grote doorbraak volgt in 1968 als Mary de televisie-talentenjacht 'Opportunity Knocks' wint. Eén van de toeschouwers is fotomodel Twiggy welke haar onder de aandacht brengt bij Paul McCartney. The Beatles staat dan net op het punt om Apple Records te lanceren en Mary heeft meteen de tweede single op het Apple-label na 'Hey Jude'. Toch is de Nederlandse EMI niet meteen happig om een speciaal Apple-label te produceren en verschijnen de eerste singles op het Parlophone-label (evenals 'Hey Jude' en naar verluid ook Jackie Lomax' 'Sour Milk Sea'). Pas later wordt de single ook in Nederland op Apple gedrukt. 'Those Were The Days' is gebaseerd op een Russisch volkswijsje en is meteen een wereldwijde hit. In Engeland bereikt het een eerste plek ondanks concurrentie van Sandie Shaw's uitvoering. In zowel Nederland als Amerika houdt 'Hey Jude' de single van de eerste plek. Apple heeft alle vertrouwen in Hopkin en laat haar een elpee opnemen: 'Postcard'. Dat album verschijnt in vroeg 1969 en is geproduceerd door Paul McCartney. Het zal haar enige hitalbum blijken. Een maand na 'Postcard' verschijnt haar tweede single: 'Goodbye'.

McCartney heeft 'Goodbye' geschreven, maar toch deelt Lennon in de credits. Deze single bereikt wel de eerste plek in ons land. In Engeland strandt het op twee en in Amerika is het opnieuw The Beatles welke Hopkin een eerste plek verhindert. 'Get Back' blijft stoïcijns op de hoogste positie totdat 'Goodbye' zakt op de hitparade. The Beatles heeft 'Goodbye' nooit officieel uitgebracht, maar toch verschijnen later bootlegs met de demo-versie. Het publiek moet bijna een jaar wachten op haar derde single en dat is dit 'Temma Harbour'. Een compositie van Philamore Lincoln. Wie? Dat zal ik jullie vertellen...

Robert Cromwell Anson is de officiële naam van deze man en hij wordt op 20 oktober 1940 geboren in Nottingham. Anson is een drummer en zanger tegelijk, alleen gebruikt hij daarvoor nimmer zijn eigen naam. Hij ontwikkelt een naam in de Londense blues-beweging en speelt met The Graham Bond Organization, Don Rendell en The Brian Auger Trinity. Hij gebruikt dan de naam Julian Covey en heeft ook zijn eigen band: Julian Covey & The Machine. 'A Little Bit Hurt' is een Northern Soul/Mod-klassieker van de bovenste plank. Eind 1967 raakt Keith Moon van The Who geblesseerd en wordt Covey aangenomen als oproepkracht. Hij speelt slechts een optreden van The Who mee alvorens hij wordt vervangen door Chris Townson. Deze doet de vier resterende concerten totdat Moon weer fit is. Anson heeft dan al besloten om solo verder te gaan. Hij neemt de podiumnaam Philamore Lincoln aan en tekent in Amerika een contract met Epic. Het resulteert in de elpee 'The North Wind Blew South' en hierop staat het origineel van 'Temma Harbour'. In Engeland komt Lincoln onder contract bij NEMS, opgericht door Brian Epstein, en maakt hiervoor een single. In 1971 gaat NEMS ten onder en hij produceert in 1971 en 1972 twee elpees voor de progressieve rockband Paladin. In 1972 raakt hij moe van de showbiz en vertrekt hij naar Dorset. In 2015 leeft hij een teruggetrokken bestaan in Oxford. Zijn Wikipedia verwijst naar de naam Philip Kinorra, maar ik kan niet vinden wanneer hij die naam heeft gebruikt. Paladin wordt immers geproduceerd door Lincoln. Nog even verder kijken en dan zie ik dat het sessiewerk vóór Julian Covey & The Machine onder de naam Philip of Phil Kinorra is gebeurd.

Terug naar Hopkin. 'Temma Harbour' is in Nederland een bescheiden hit, nummer zestien, en in Engeland doet het een zesde plek. De volgende stap is het Eurovisie-songfestival met 'Knock Knock Who's There'. Ze is aanvankelijk de publieksfavoriet totdat de Ierse Dana het podium bestijgt met 'All Kinds Of Everything'. Mary ontmoet producent Tony Visconti en zal met hem trouwen in 1971. Ze maakt de elpee 'Earth Song, Ocean Song', de plaat waarvan ze gedroomd heeft, maar kort daarna verlangt ze meer naar een gezinsleven. Ze maakt in 1971-72 nog een aantal platen en in 1973 wordt een oude kerst-single opnieuw uitgebracht. Mary noemt zich Mary Visconti en is solistisch nauwelijks actief, maar doet steevast mee op de platen die manlief produceert. Hierdoor is ze te horen op uiteenlopende elpees van uiteenlopende artiesten, onder andere op David Bowie's 'Low'. In 1981 scheidt ze van Visconti. Ze heeft datzelfde jaar enig succes met de band Sundance en blijft studiowerk doen voor onder andere Vangelis. In 1984 formeert ze Oasis met Peter Skellern en dat is goed voor een succesvol album. Pas in 1989 komt er weer een solo-plaat uit van Hopkin. In de jaren negentig toert ze vooral veel met The Chieftains.

In 2010 wordt haar kroost muzikaal actief. Dochter Jessica Lee Morgan vraagt Hopkin als elfjarige of ze haar dure gitaar mag lenen voor school. Mary weigert en vraagt Joe Brown (vader van Sam Brown) om een gitaar te zoeken voor het meisje. Morgan brengt in 2010 haar album 'I Am Not' uit en Mary zingt mee op een aantal nummers. Jessica Lee doet ook mee op het album dat Mary maakt met haar broer Morgan Visconti. Hopkin's meest recente werk is het album 'Painting By Numbers' dat ik twee weken geleden ben tegen gekomen in een database en waarvan ik al een paar nummers heb gedraaid. Met de conclusie dat Mary het nog altijd niet is verleerd en dat haar stem ook nog immer jong klinkt!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten