dinsdag 1 juli 2014
Week Spot: Beverly Ann
Doorgaans krijgt een artiest of groep niet vaak de kans om een tweede Week Spot te krijgen, hoewel Barbara & Brenda maar liefst drie van die apparaten hebben gehad in 2012. Tegenwoordig vermijd ik het liever. Het bijbehorende bericht is een traditie geworden en ik val niet graag in herhaling. Beverly Ann is een vreemde eend in de bijt. Ze had deze eer in week 19 van 2012, toen viel 8 mei op een dinsdag. Het plaatje was helaas niet helemaal vlak in Nijeveen gekomen, waardoor 'You've Got Your Mind On Other Things' nogal jengelt. Het is zo'n RCA Victor-bootleg als dat we in de afgelopen dagen veel hebben gezien in de Blauwe Bak Top 40 en dus staat een andere artiest op de keerzijde. Dat is in dit geval 'You Shook Me Up' van Roy Hamilton. Dat nummer kan me aanvankelijk niet bekoren, maar in november slaat de vonk over. Immers, deze kant heeft geen last van de 'bochel' en omdat Beverly Ann onbruikbaar was geworden, moest ik Roy Hamilton wel een derde kans geven. In december 2012 wordt die kant alsnog de Week Spot. En vandaag... is 'You've Got Your Mind On Other Things' eigenlijk weer de Week Spot, want deze staat op de b-kant van de nieuwe Week Spot. Ditmaal is de single wel vlak en dus kan ik die kant ook weer draaien, hoewel mijn voorkeur uitgaat naar 'He's Coming Home' van Beverly Ann. Dit is dan ook de Week Spot in 2014.
De 'Northern Soul Jukebox' is mijn introductie tot Beverly Ann, maar daarop staat alleen 'You've Got Your Mind On Other Things'. Ik denk dat ik 'He's Coming Home' uiteindelijk aan Lee Madge heb te danken, maar zeker weten doe ik dat niet. Behalve het kromtrekken van de single is ook het nummer zélf al snel bij mij uitgewerkt. Bezit van de zaak is het einde van het vermaak en dat geldt zeker voor de betreffende single. Gelukkig maar dat ik een half jaar later de kant van Roy Hamilton ga waarderen, dan is het toch niet helemaal voor niks geweest. 'He's Coming Home' blijft lange tijd een 'zwart gat' totdat ik merk dat onze bootleg-dealer beide Beverly Ann-singles bijeen heeft gebracht op een single. Twee vliegen in één klap, bovendien loopt de man te stunten met deze plaatjes. Voor twee pond heb je twee singles die in een andere vorm toch best lastig blijken te zijn.
Beverly Bremers luidt haar officiële naam en ze is 64 lentes jong. Dat laatste klopt! Ik heb actuele foto's van Beverly gezien en daar geef je haar de zestig niet. Haar wiegje staat in Chicago, maar de familie Bremers verhuist graag en veel. Als driejarige woont ze in St. Louis en op haar tiende vestigt het gezin zich in New York. Het is rond deze tijd dat Beverly haar ronde doet langs de talentenjachten. Op haar dertiende is ze voor het eerst op de buis te zien in het programma 'Ted Mack Amateur Hour'. In 1964 verschijnt haar eerste single, een eigentijdse bewerking van 'The Great Pretender', via het Showcase-label van Pickwick Records. Dit resulteert in een contract bij RCA Victor waarvoor Beverly twee singles mag uitbrengen. 'He's Coming Home' verschijnt in juni 1967 en 'You've Got Your Mind On Other Things' in februari 1968, maar in die tijd raken de platen kant noch wal. Het laat een Sandie Shaw-achtig zangeresje horen: Lichtvoetig, fris en een commercieel geluid. Toch zijn er teveel van dit soort zangeresjes en Beverly steekt niet uit boven het maaiveld. Northern Soul laat zich niet verklaren. De functie van Richard Searling bij RCA zal ongetwijfeld hebben te maken met het feit dat 'You've Got Your Mind On Other Things' in 1976 verschijnt op een single met 'Blowing Up My Mind' van The Exciters. Het meidengroep-idee alsook de vroege opname van een tegenwoordig 'bekende ster' zal hebben bijgedragen in de keuze van 'You've Got Your Mind On Other Things'.
Hoewel Bremers niet van het kaliber Barbra Streisand is, kent ze in de vroege jaren zeventig een enorme piek in haar carriére. De singles zijn uitgebracht als Beverly Ann, maar als Beverly Ann Bremers neemt ze in 1969 eerst de rol van Chrissy op zich in de Broadway-versie van 'Hair'. In 1970 kiest ze voor de rol van Catherine in 'The Me Nobody Knows' en krijgt daarvoor een Obie-award. Ze heeft dan even Broadway verlaten, maar keert terug om aldaar 'The Me Nobody Knows' te besluiten en doet om vijf-voor-twaalf mee in 'Hair'. In die laatste musical speelt ze de rol van Sheila, de vrouwelijke hoofdrol. Tegen die tijd heeft ze ook 'Ann' van haar naam gegooid en laat zich nu gewoon Beverly Bremers noemen. Tijdens de opnames van de soundtrack van 'The Me Nobody Knows' leert ze David Lipton kennen, een medewerker van een muziekuitgeverij. Ze zal kort daarop met Lipton in het huwelijksbootje stappen. Lipton is eveneens betrokken bij de opname van de single 'Don't Say You Don't Remember' voor Scepter. Evenals haar RCA-singles heeft ook dit nummer een sterk 'girlgroup'-gevoel. Het succes is evenwel aarzelend. In eerste instantie strandt het op 102 in de Bubbling Under. Een half jaar later, als Beverly bezig is met een opvolger, wordt de single plots opgepikt door een deejay in San Jose en draait het tot een regionale hit. De landelijke distributie komt op gang en in december 1971 komt 'Don't Say You Don't Remember' de Billboard binnen. Op 26 februari 1972 piekt het op 15.
Ten tijde van het hitsucces van 'Don't Say You Don't Remember' speelt Bremers haar rol in 'Hair' en kan de plaat niet promoten. Op 22 april 1972 zingt ze haar hit in 'American Bandstand' evenals de opvolger 'We're Free'. Deze brengt het niet verder dan nummer 40 en 'I'll Make You Music', van haar gelijknamige album, gaat na 63 alweer op zijn retour. Het album piekt op 124. Nogmaals: Ze heeft niet de status van een superster, maar in 1972 maakt ze wel degelijk even deel uit van de Amerikaanse showbiz.
Er volgen nog drie singles op Scepter, die stuk voor stuk floppen. In de jaren 1975 en 1976 neemt ze singles op voor Columbia die eveneens niet voor succes kunnen zorgen. In 1979 heeft ze een schrijversduo gevormd met Jackie English en het eerste resultaat heet 'Morning Music'. Deze disco-plaat wordt uitgebracht als Siren. English neemt de zang voor haar rekening, maar de hand van Bremers is aanwezig in de plaat die het in Amerika tot een magere 94e plek schopt. Wij, Nederlanders, zouden het nummer wel kennen, hoewel ook ik straks Youtube even moet gebruiken om het geheugen op te frissen. In 1983 heeft Kelly Page een hit met 'Morning Music'. Bremers' grootste 'claim to fame' is ongetwijfeld toch het componeren van de herkenningsmelodie van 'Mousercise', een kinderprogramma voor Disney Channel. Hiervoor mag ze een platinum-album in ontvangst nemen. In de jaren tachtig en negentig is ze voornamelijk actief in het schrijven en produceren van musicals in Los Angeles, maar in 2005 verschijnt plots de cd 'Don't Say You Don't Remember Beverly Bremers'. Daarop staat een nieuwe versie van haar grootste hit.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten