De volgende kapper in de Gouden Gids van de regio Zwolle brengt ons bij de 41e single in bak 10, de laatste van de jaren zeventig-bakken. 'Get Up Stand Up' van The Wailers zou niet zo'n hele moeilijke hoeven te zijn, maar eerlijk gezegd vind ik het niet zo heel interessant om voor de zeshonderdste maal de biografie van Bob Marley door te nemen. 'Get Up Stand Up' markeerde met een magere nummer 33-notering in Nederland in eind 1973 een belangrijk punt in de hitgeschiedenis van de reggae-muziek. Liever zou ik nader willen kijken naar de ontwikkeling daarvan. Hoewel Bob Marley weinig bij naam zal worden genoemd, blijft hij steeds op steenworp afstand. Als Robert Marley maakte hij immers reeds in 1962 zijn allereerste plaat en was daarmee op Jamaica één van de eerste reggae-sterren. Pas halverwege de jaren zeventig zou de rest van de wereld kennis nemen van dit uitzonderlijke talent, vooral een 'live' in London opgenomen album zou in 1975 zijn naam vestigen, hoewel hijzelf slechts zes jaar van het succes heeft kunnen genieten. Deze raddraaien is dus niet zo zeer een eerbetoon aan Bob Marley & The Wailers, maar meer een observatie hoe het blanke westen deze merkwaardige muziek in de armen sloot.
Het begint allemaal met de calypso. Hoewel in de achterbuurten van Shanty Town de échte calypso en reggae is te beluisteren, ben je als blanke toerist daar je leven niet veilig. De veelal gegoede Engelsen die het eiland bezoeken, worden keurig in een resort met privéstrand gehouden en 's avonds is er entertainment van het eiland in de vorm van 'keurige' calypso-artiesten. Iemand die de calypso groot heeft gemaakt, geliefd is bij velen, maar uitgespuugd wordt door zijn bruine broeders, is Harry Belafonte. Het zijn lieden als Byron Lee en Mighty Sparrow die de échte calypso voortbrengen. In 1962 komt daar de ska bij. Dit is een snelle calypso vermengd met westerse rhythm & blues. Hoe dicht de oer-reggae bij rhythm & blues zit, toont ondermeer Doris Troy in 1963 met haar hit 'Just One Look'. Een jaar later maken de eerste reggae- en ska-platen hun entree in de Britse hitparade. Denk aan 'My Boy Lollipop' van Millie en 'Mocking Bird Hill' van Migil Five. De ska gaat een eigen leventje leiden en wordt alsmaar harder. In 1966 wordt deze muziek andermaal opgepikt in Engeland, nu door de 'mods'. Dankzij deze stroming bereiken Desmond Dekker ('007'), The Ethiopians ('Train To Skaville') en Tony Tribe ('Red Red Wine') de bodem van de Britse Top 50.
Een aantal jaren geleden in Engeland zag ik nog het clipje uit de eerste Top Of The Pops waar Desmond Dekker optrad. Dekker staat daar zijn laatste single te promoten, 'The Israelites', en de beste man wordt gewoon keihard uitgelachen door het blanke Engelse publiek. Ze wijzen naar hem alsof hij een aap uit de dierentuin is. Toch gaat iedereen heupwiegend naar de platenzaak en lacht Dekker het laatst: 'The Israelites' is in vroeg 1969 zowel in Engeland als Nederland de eerste reggae-nummer-1-hit! In Engeland heeft de skinheadreggae navolging gekregen. Op Jamaica hebben enkele jongeren de schaar gezet in hun lange dreadlocks en gaan, met grote laarzen aan hun voeten, tekeer op een soort 'heavy metal van de reggae'. Enkele van deze platen zijn grote hits in Engeland. Neem bijvoorbeeld het 'van-dik-hout-zaagt-men-planken'-instrumentaaltje 'Liquidator' van Harry J. All Stars, maar ook zowel 'Return Of Django' als 'Dollar In The Teeth' in The Upsetters van dub-pionier Lee Perry. Symarip verzorgt de soundtrack voor de generatie met 'Skinhead Moonstomp'. In Engeland is de mod-beweging een zachte dood gestorven en de Engelse skinheads nemen met dank de parkas over van de mods. Skinheads-van-toen waren een tegengif op de flowerpower, waarbij ieder mens uniek was en zich dus ook uniek moest kleden. Skinheads gingen voor een uniform van parka, motorlaarzen en het gemillimeterd haar. Zij mogen absoluut niet verward worden met de latere racistische beweging die de naam ging gebruiken!
Dave Barker en Ansell (of Ansil, de schrijfwijze verschilt van tijd tot tijd) Collins zorgen in 1971 nog voor een verrassing door met hun 'Double Barrel' op nummer 1 te komen, maar verder is het de wat zoetere reggae die in 1970/71 domineert: 'Love Of The Common People' van Nicky Thomas (dat later Paul Young zal inspireren), 'Young Gifted And Black' van Bob Andy en Marcia Griffiths en 'Black And White' van Greyhound. Het jaar 1972 is zowaar bijna reggae-loos, wat de hitparade aan gaat, maar het genre is aan een zoete revanche begonnen. Led Zeppelin tast het begin 1973 nog heel voorzichtig af met 'D'Yer Maker' op hun album 'The Houses Of The Holy', dan volgt 'Big Six'-tot-en-met-tien van Judge Dread die in hetzelfde jaar in Newcastle een complete reggae-package presenteert (nog te zien in een 'Old Grey Whistle Test'). Dan wordt 'Get Up Stand Up' een hit en dan volgt Eric Clapton met diens' versie van 'I Shot The Sheriff' en ligt de weg open voor Bob Marley & The Wailers. Zijn beste vriend Peter Tosh snoept eveneens mee van het succes en in 1978 heeft bijna iedere zichzelf respecterende popster of -groep wel een liedje gemaakt met een reggae-inslag. Zelfs The Eagles! Als je 'Hotel California' van elpee op 45 toeren draait, is dat een soort van smurfenreggae!!!
Als we de kappers volgen, komen we morgen bij de 89e single uit de eerste Blauwe Bak. Omdat die momenteel, wegens omstandigheden, even overhoop ligt, kunnen we ook verder met bak 12...
vrijdag 1 juni 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten