Nee, de Eindstreep heeft in 2011 zijn... euh... eindstreep behaald. We kunnen ook zeggen dat de Eindstreep deze maand niet de eindstreep heeft gehaald, maar dat had ik al eens geschreven bij de eerste valse start. Ik heb precies evenveel maanden op deze planeet aanwezig in de incarnatie van Gerrit Louwsma, als dat ik in de zompige, maar warme, baarmoeder heb doorgebracht, als twee zangeressen in Nederland goede zaken doen. De eerste moet echter toch inzien dat het concept dat ze een jaar geleden was begonnen aan een aftakeling bezig was. Met name in Amerika en Engeland kenden ze 'het liedje' inmiddels wel, maar Nederland en Duitsland ging nog steeds overstag. De tweede zangeres dacht al lang niet meer aan een solo-carriére, had onder druk een plaatje opgenomen waarvan ze dacht dat het onder een bedachte studionaam zou verschijnen. Ze moest zelfs overtuigd worden om te tekenen voor 'royalties', want zelf dacht ze meer recht te hebben op de eenmalige sessievergoeding. En dan hebben we nog 612, die ik dadelijk héél even snel ga noemen. Daarna wil ik ook niets meer erover horen! Natuurlijk speelde het mee dat de plaat een fikse hit was geweest in 1991, misschien was ik ook wel stiekem een beetje verliefd op de Spaanse schone op het hoesje? Ik kocht voor twee gulden 'Baila Mi Rumba' van Rumba Tres bij V&D. En ik weet nog steeds de reden niet. Dus gaan we snel verder met 611 en 612, lijkt me voor alles beter!
Gloria Gaynor werd ruim 63 jaar geleden geboren, haar eerste solo-single (buiten het werk met de groep The Soul Satisfiers om) verscheen in 1965, maar enige vorm van succes anders dan lofuitingen over haar stem, deed nog ruim tien jaar op zich wachten. Het is 1974 en de disco staat in de kinderschoenen. Een gewiekst productieteam selecteert de stem van Gaynor en koppelt het aan een aantal covers van diverse pluimage, voorzien het geheel van een monotone discobeat en 'The Queen Of Disco' is geboren! Op het album 'Never Can Say Goodbye' vormen de titeltrack, 'Honey Bee' en 'Reach Out I'll Be There' een drie-eenheid van ruim achttien minuten. Deze mix is onmiddelijk een hit in de disco's, hoewel de liedjes ook afzonderlijk hits worden. Gaynor en haar productieteam lijken ieder willekeurig nummer te kunnen pakken en het door hun mangel te halen. Het resultaat is een discostamper van de bovenste plank. Echter, na het verschijnen van de elpee 'Experience' in 1975, neemt de populariteit af. Disco is dan een toverwoord en wordt in vele variaties opgediend. Het gebrek aan een oorspronkelijk geluid doet het succes van Gaynor in Amerika en Engeland kelderen.
Nancy Hamilton en Morgan Lewis schrijven in vroeg 1940 het liedje 'How High The Moon' voor de Broadway-revue 'Two For The Show'. Benny Goodman en zijn orkest neemt op 7 februari 1940 de eerste versie op, maar 'How High The Moon' zal al snel uitgroeien tot een evergreen in de jazz en dus neemt iedere, zichzelf respecterende, zanger of zangeres (het was oorspronkelijk een duet) dit nummer op in het repertoire. Als de Motown-hits 'op' zijn, neemt het team van Gaynor een aantal andere bekende liedjes onder handen en zo verschijnt laat 1975 de single 'How High The Moon'. Zoals gezegd, in Amerika en Engeland doet ze niet meer veel, maar in Nederland zetelt de single als vanouds in de top tien.
In 1978, met een gewijzigd productieteam, verschijnt 'Substitute' op single, op dat moment een monsterhit voor de Zuidafrikaanse meidengroep Clout. De b-kant van de single is opgenomen als b-kant. Anders dan andere opnames van Gaynor is hier de opnamesnelheid niet verhoogd om haar stem hoger te laten klinken, noch zijn er achtergrondkoortjes toegevoegd en zijn er 'gimmicks' uitgevoerd om de discobeat harder te laten klinken. 'Substitute' doet weinig totdat een discjockey de single omdraait en vol verbazing is. Hoe kan een liedje met zo'n ijzersterke tekst, die mogelijk geadopteerd kan worden door de feministische beweging, hoe kan dit weggestopt worden op een b-kant? Zie hier, het ontstaan van 'I Will Survive', een 'breaking point' in de disco-muziek. Het pure, niet-overgeproduceerde, geluid opent nieuwe wegen in de disco en het zal Gaynor's grootste hit worden.
Wij mij een beetje goed kent, weet dat ik jeuk krijg van artiesten uit het 'revival'-circuit. Gaynor is daarop geen uitzondering. 'I Will Survive' is natuurlijk een 'all time classic', met 'I Am What I Am' maakt ze zich erg populair onder de homo's en even later bekeert ze zich tot het christendom. Sinds de jaren negentig treedt ze op tijdens menig jaren zeventig-feest en neemt ook wel eens iets 'oorspronkelijks' op. Die Gaynor gaat wel overleven, maar zal dat zonder mijn hulp moeten doen. Ik hou het maar bij die smakelijke singles uit mijn geboortejaar, zoals 'How High The Moon' die ik voor een guldentje bij Sunrise wegkaapte. Misschien dat ze de volgende dame nog eens de groetjes kan doen als ze elkaar tegenkomen?
Haar vader Benny Nightingale was een hoogvlieger in de Britse komedie, als zestienjarige doet dochterlief Maxine menigeen versteld staan van haar zang als ze met haar schoolband optreedt. Als 17-jarige krijgt ze een rol in de Londense versie van 'Hair' en mag ze een tweetal singles opnemen onder haar eigen naam. Die floppen genadeloos. Dan ontmoet ze, door 'Hair', Minoru Terada Domberger. Deze geboren Japanner is de regisseur van de Duitse 'Hair'-productie en met hem vestigt ze zich in Duitsland. De blamage van de twee singles doet haar voornemen om een solistische loopbaan op te pikken de das om, maar ze blijft veel gevraagd als studiozangeres. Ze werkt mee aan de hit 'Fool' van Al Matthews in 1975. De producer Pierre Tubbs is onder de indruk van haar vocale capaciteiten en vraagt J. Vincent Edward om een liedje voor haar te schrijven. Nightingale wil niets meer horen over een solo-carriére en ze stemt ermee in dat de plaat onder een pseudoniem zal verschijnen en dat een studiogroep de eventuele optredens zal doen. Tubbs en Edward worden echter beide genoemd als schrijvers van 'Right Back Where We Started From', het 'studiogroep'-verhaal is een leugentje om bestwil. Ze moeten Nightingale zelfs overtuigen om toch maar te tekenen voor royalties, zelf was ze al tevreden geweest met een eenmalige vergoeding van twintig pond!
Edward, die zelf in 1969 een hit had met 'Thanks' en in 1974 nog in België werkte met The Garnets, blijft Nightingale in de daaropvolgende jaren ondersteunen. 'Love Hit Me', dat in Edwards' eigen versie nog een onverwachte top tien-hit is in 1976, wordt eveneens één van de opvolgers van 'Right Back Where We Started From', maar alle opvolgers komen nauwelijks in de buurt van deze monsterhit. Ook Nightingale is sindsdien te bewonderen op 'revival'-feesten, hoewel de single ook nog een kleine cultstatus kent in de northern soul. Nummertje 611 uit mijn verzameling is overigens een latere heruitgave op Gold Standard Series en heeft 'Will You Be My Lover' uit 1977 als b-kantje. De laatste die ik bij Looper op het oude adres heb gekocht. Deze winkel verhuist de komende maand, in 1992, met alleen de cd-handel naar het Grootzand. De naam Looper bestaat al lang niet meer, de cd-winkel heeft een tijdje Nico's Records geheten (het platenlabel bracht ons De Dikke Lul Band, gaan we nog eens een Recenzeuren over doen!), maar is alweer jaren Clay Records.
Over recenzeuren gesproken, morgen is het twintig jaar geleden dat ik mijn eerste schreden zette in de muziekjournalistiek. Feestje?
dinsdag 31 januari 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten