vrijdag 25 juni 2010
de Tukse ravage
Na anderhalf jaar van het warme bad van de Emmaus-commune in het Engelse Mossley te hebben genoten, ervoer ik de binnenkomst in de Emmaus in De Bilt als een koude douche. En ze zouden in die acht maanden vergeten de geiser op te stoken. Waar Mossley 'streng' was geweest ten aanzien van alcohol en drugs (alcohol niet in het gebouw, na herhaaldelijke dronkenschap volgde verwijdering, op drugs staat in Engeland gevangenisstraf) was De Bilt het andere extreme! Alcohol op de kamer? Geen probleem! Waarmee jezelf isoleren en klem zuipen in de hand werd gewerkt. Totdat ik bange vermoedens kreeg dat een Engelsman iets zwaarders gebruikte dan een onschuldig jointje. De leiding wilde me niet geloven en verder kreeg ik ook al geen steun. Een lang Hemelvaartsweekend Friesland en Tuk (het was een week, zover was mijn motivatie gedaald!) bracht de oplossing. Het modewoord van 2000 was 'sabbatical'...
Ik kwam naar een Nederlandse commune om een schuld bij de Rabobank weg te werken. Van het bestuur in De Bilt had ik toestemming gekregen een uitkering te ontvangen. Twee maanden steun zou genoeg zijn om dat op te lossen, de rest zou ik gebruiken om naar het Poolse Lublin te reizen en daar de commune in te gaan. De bewonersgroep was het daarmee niet eens en bedacht dat de weekopbrengst van de winkels me zou kunnen helpen. Dat laatste pastte beter bij idealist Gerrit, maar het bestuur weigerde en dwong me een uitkering aan te vragen.
Ik had ooit een plan gemaakt. Ik zou stukje-bij-beetje eigendommen hebben gesmokkeld naar twee koffers in het café. Vrijdagochtend zou 'action time' worden. Ik zou melden bij de boekhouder dat ik zou pinnen om het kostgeld te betalen, pinnen, koffers ophalen en weg! Ik zou die nacht weer oversteken naar Mossley.
Het bleef erbij, hoewel ik steeds meer het vertier buiten de gemeenschap ging zoeken. Lublin raakte van de baan. De ene had het over een immense kringloophal, een ander over een soepkeuken. In een mail had men geschreven 'we always need volunteers' en kon niet duidelijk maken of we zakgeld kregen of niet. Bovendien bracht De Bilt me aan het wankelen. Wilde ik de rest van mijn leven zo doorbrengen?
Na een bezoek aan mijn ouders fietste ik de zaterdags naar Tuk. De dinsdag erop bedacht ik 'De Tukse Ravage' als naam voor de uitgeverij van mijn debuutroman (die nooit uitkomt!) en de Ravage was begonnen. Ik had zwaar misbruik gemaakt van een logeeradres, daarmee een vriendschap verkwanseld, mensen in dronken bui zwaar beledigd en een toekomstig woonadres gevonden. Ik zou in Tuk een sabbatical nemen, intussen aan debuutroman (Geestelijke Toestanden) en biografieën van Mannenkoor Karrespoor en Sophie Van Kleef (die van de ranja met het rietje) werken. Geen van de drie kwam uit, wel woonde ik in De Karre en werd de ravage alsmaar groter!
Op zondag 25 juni 2000 leverde Toine mij af bij Harrie's huis in Tuk. Toine was ook verbolgen geweest over de behandeling in De Bilt. We zouden samen nog een boerderij kraken in Tul En 'T Waal, maar die was de week ervoor afgebroken. Tien jaar geleden kwam ik in Steenwijk wonen. Ik moet er niet aan denken om hier op mijn 80e dood te gaan, maar hou er ernstig rekening mee...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten