dinsdag 8 maart 2022
Top G-duizend: Phillip Goodhand-Tait
Hoe zit het met de achterstand op Soul-xotica? Welnu, het is nog altijd onder controle. Ik ben toe aan een nieuwe voorraad dampvloeistof en heb besloten om donderdag naar Meppel te fietsen voor dit. Dan zou ik immers ook even een kijkje kunnen nemen bij de platenzaak want het wordt eveneens tijd voor een 'Singles round-up'. Er zijn wel verschillende 'losse' soul-singles onderweg en een aantal 'pre-orders' die officieel deze maand zouden moeten gaan verschijnen. Het afrekenen bij Mark wordt hem waarschijnlijk niet vóór het volgende salaris en dan is het al te laat voor de maand maart. Met 'Het zilveren goud' overheerst de tegenzin om twee trappen de hoogte in te gaan en een foto te maken. Bovendien probeer ik een beetje structuur te krijgen in mijn herinneringen aan maart 1997. Ik begin dan vanavond maar met een aanwinst voor de 'Top G-duizend'. Ik was het eigenlijk alweer vergeten maar ik heb afgelopen september deze single een broodnodige upgrade gegeven. Hoewel het plaatje al ruim een kwart eeuw in mijn verzameling woont, is de liefde pas vanaf ongeveer de start van dit blog. Ik zet vanavond 'Oceans Away' van Phillip Goodhand-Tait (1976) in de schijnwerpers.
Het is een paar weken geleden als ik zie dat een 06-nummer me heeft geprobeerd te bereiken. Ik ben de laatste tijd voorzichtig met 0619-nummers. Het zijn stokoude KPN-nummers want mijn eigen begint ook met deze combinatie. Ze zijn dus omstreeks 2002 vrijgegeven. Recent krijg ik vaak telefoontjes vanaf zo'n adres met een praktisch onverstaanbare Engelse computerstem. Ik noem nooit mijn naam als ik de telefoon opneem (of ik moet zien dat het een vertrouwd nummer is) en vermoedelijk vertelt het over een virus dat nu toegang heeft tot mijn bank-app en dergelijke. Ik gebruik de telefoon echter helemaal niet voor internet en ook nimmer gebruikt voor internetbankieren. Maar goed... een onbekend 06-nummer heeft me gebeld en ik besluit het terug te bellen. Blijkt het de Steenwijker kroegbaas te zijn! Hij heeft me de afgelopen weken geregeld zien fietsen tijdens mijn diensten en hij wil praten. Ik niet en het gesprek is even snel afgelopen als dat het is begonnen. Wel heb ik twee weken geleden koffie gedronken bij een Steenwijker maat die ik tijdens mijn ronde tegen kwam. Voor hem wil ik wel tijd vrij maken, hoewel ik moet zeggen dat ook wij compleet uit elkaar zijn gegroeid. De reden dat de kroegbaas in dit bericht om de hoek komt kijken, heeft iets met de oorsprong van de liefde voor 'Oceans Away' te maken. In 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 draai ik op Nieuwjaarsdag in zijn café. Het is ieder jaar weer een klein drama, maar dat is wat anders....
Ik zit te twijfelen aan welk jaar het is geweest. Ik denk niet dat het 2010 is maar eerder 2011 of misschien 2012 of 2013. Als het in 2010 zou zijn geweest dan had ik vast en zeker deze single in één van de eerste berichten behandeld. Dat heb ik niet gedaan. Bovendien luister ik in 2009 ook niet naar de Top 2000. In de daaropvolgende jaren wel gedeeltelijk. Het klaar zoeken van de platen is de helft van het plezier van een avondje draaien. In 2014 (en misschien ook al in 2013?) draai ik voornamelijk soul, maar in de eerste jaren is het van alles en nog niks. Ik ga alle bakken met platen door op oudejaarsdag en zoek de platen met de hand uit. Als ik een plaat niet ken, luister ik hem even snel en zo ontdek ik op een nieuwjaarsdag deze plaat van Phillip Goodhand-Tait. Het doet me meteen denken aan een andere persoonlijke favoriet: 'Netherlands' van Dan Fogelberg. 'Oceans Away' is mijns inziens een nummer dat sterk genoeg is voor de Top 2000 als het alleen maar een paar maal gedraaid zou worden door een toonaangevende Radio 2-jock. Of een bekende muzikant die het aanprijst. Tot mijn grote tevredenheid is 'Don't Want To Say Goodbye' van The Raspberries nog redelijk hoog in de lijst gekomen. Dat is overigens te danken aan de aanbeveling van Jac Poels van Rowwen Heze.
Er is onlangs nog een box verschenen met de eerste drie albums van Phillip Goodhand-Tait. Ik lees daarvan een recensie en hierin wordt gesteld dat Goodhand-Tait 'een ster is die geen ster mocht worden'. Ach, ik weet het niet, er zijn meerdere songschrijvers geweest die wellicht het beste op de achtergrond hadden kunnen blijven. Natuurlijk is Randy Newman een markante persoonlijkheid, maar... mag ik gewoon hardop zeggen dat iedere cover eigenlijk beter is dan zijn origineel? Hetzelfde gaat uiteindelijk ook wel een beetje op voor Goodhand-Tait. Ik moet bekennen dat ik de cover-versies van 'Oceans Away' niet heb gehoord, maar ik vind dit origineel sterk genoeg en wil de man toch een beetje aandacht geven. Zijn vrienden op school kennen hem als Phil Tait, maar Phillip Goodhand-Tait is zijn volledige naam. Hij wordt geboren op 3 januari 1945 in Hull. Zijn moeder is pianolerares en dus zit de muziek er al snel in bij Phillip. Zijn eigen loopbaan neemt pas serieuze vormen aan als het gezin verhuist naar Guildford in het graafschap Surrey. Hij speelt in een paar bandjes totdat hij in 1960 zijn eigen band formeert: Phill & The Stormsville Shakers. De band is zeer druk met optredens in Engeland en Frankrijk en maakt onderweg een paar platen voor verschillende platenmaatschappijen waaronder Parlophone. In 1968 besluit Goodhand-Tait The Stormsville Shakers achter zich te laten en zal pas decennia later opnieuw op het podium verschijnen met de band.
Hij leest in een muziekblad een oproep voor 'een hitgroep welke hits zoekt' en Goodhand-Tait besluit een paar demo's in te sturen. De plaat staat al op nummer 1 als hij ontdekt dat zijn 'Gone Are The Songs Of Yesterday' op de keerzijde staat van 'Everlasting Love' van Love Affair. Vervolgens voorziet hij de band van enkele a-kanten: 'One Road', 'A Day Without Love', 'Baby I Know' en nog een aantal worden hits en Goodhand-Tait wordt zelf benaderd door Decca voor een platendeal. Het resultaat is een single waarbij wordt getracht om het geluid van Steve Ellis te benaderen en een Love Affair-achtige begeleiding. Buiten Ellis is niemand op de hoesjes muzikaal actief in de studio. Het is een flop en Goodhand-Tait krijgt een 'publishers'-contract bij Dick James Music. Dat resulteert eveneens in platen voor het DJM-label dat eveneens onderdak verleent aan Elton John.
De platen zelf zijn niet goed voor een miljoenenverkoop maar het brengt zijn liedjes wel bij andere zangers. Roger Daltrey neemt een handvol op, Gene Pitney zet 'Oceans Away' op de plaat en onze eigen Euson maakt 'Leon' in 1973 tot een hit. Als beloning krijgt Nederland met 'Warm Summer Rain' een exclusieve single toebedeeld. Na 1976 wordt het weliswaar stil rondom de persoon van Goodhand-Tait, maar het betekent niet dat hij uit de muziek is gestapt. In de jaren tachtig produceert hij bijvoorbeeld albums voor heavy metal-giganten Venom en Magnum. De laatste jaren ziet hij vooral toe hoe Cherry Red stukje bij beetje zijn catalogus weer onder de aandacht van muziekliefhebbers brengt. Ook van The Stormsville Shakers is een fraai overzichtswerk verschenen inclusief de platen als Circus. Uiteraard niet 'onze' Circus van 'Beer Or Sangria', maar dat moge duidelijk zijn?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten