woensdag 25 maart 2020

Week Spot: Lou Johnson



Ik denk dat ik straks maar eens moet graven naar mijn dvd-collectie die ik in de afgelopen jaren heb opgebouwd. Ik heb namelijk opeens erg veel behoefte om '28 Days Later' opnieuw te zien. Er hangt op een zeker moment een bepaalde 'sfeer' in de film die ik tegenwoordig eveneens in de lucht voel. Alsof de wereld is uitgestorven en ik als enig levend wezen nog kan genieten van kleine dingen als een ontspannen fietstochtje. Ik heb vanmiddag de mazzel dat er niet veel post is. Ik ga dus een heel klein bochtje om naar huis: Via Nijeveen, Bovenboer, Havelterberg en Darp naar Havelte. Na een paar boodschappen besluit ik nog even over de heide te fietsen en via de bossen terug naar Uffelte. Op de oude elektrische fiets wel te verstaan. Een apparaat dat we zeven jaar geleden hebben gekocht en dat zijn beste tijd heeft gehad. Hoewel de trapondersteuning nog adequaat werkt, komt het ding niet boven de twintig en is het daarmee nog best hard werken! De singles uit Denemarken zijn nog niet gearriveerd (en daarin zit een geheide Week Spot!) en dus blijf ik bij mijn eerdere keuze: 'The Panic Is On' van Lou Johnson.

,,Hoe komt Kent hier mee weg?", vraag ik mezelf maandag af bij het schrijven over Lorraine Johnson. Ik heb de vraag voor gelegd en Mark en zijn antwoord is helder: Platen van Lorraine Johnson zijn dermate in trek bij dj's op het moment dat ze zelfs geen bezwaar hebben bij demo's en mono-opnames in een lage kwaliteit. Daar is dan toch wel een beetje nieuws voor mij want ik heb vorig jaar 'Feed The Flame' gekocht van deze zangeres. Hoewel ik de plaat middels de 'Vakantiemixen' beter ben gaan waarderen, heb ik nooit begrepen dat het zo 'in demand' zou zijn. Kent heeft er een handje van want sommige opnames zijn het aanhoren niet waard. Toch streeft het vooral naar het uitbrengen van héél zeldzaam spul en bij Lou Johnson pakt dat goed uit. 'The Panic Is On' is namelijk helemaal af, ook al twijfel ik bij de percussie tussen refrein en vers. Het klinkt alsof daar nog iets ontbreekt.

Lou wordt op 11 februari 1941 geboren in Brooklyn in New York. Hij komt uit een muzikaal gezin dat bovendien trouw is aan de kerk. Dat resulteert in het eeuwige cliché van de Week Spot. Lou Johnson begint zijn loopbaan ook bij de gospelgroepen. Hij studeert aan de Brooklyn College en vormt kort daarop zijn eerste eigen gospelgroep: The Zionettes. Het maakt platen voor het Simpson-label en heeft enig lokaal succes. Dan formeert Lou met Tresia Cleveland en Ann Gissendammer The Coanjos, zijn eerste niet-religieuze uitstapje in de muziek. Het trio neemt een plaatje op, 'Dance The Boomerang', waarna Ann en Tresia samen verder gaan als The Soul Sisters en Johnson weer even met lege handen staat.

In 1962 komt hij onder contract bij Bigtop Records, een platenlabel dat is gevestigd in de Brill Building. Het is daar waar Johnson in contact komt met Burt Bacharach en Hal David. Bij veel Bacharach en David-composities denk je vaak dat het origineel van Dionne Warwick is, maar niets is minder waar. Lou Johnson is vaak de eerste die een nieuw nummer van het duo mag uitproberen. De cover van Dionne Warwick volgt snel daarop en soms is het een Engelse zangeres die er met de hoofdprijs vandoor gaat. 'If I Never Get To Love You' en 'You Better Let Him Go' (beide uit 1962) leveren nog niet de hit op. 'Reach Out For Me' doet dat bescheiden in 1963 en het is de b-kant, 'Magic Potion', dat middels de Twisted Wheel in Manchester een klassieker zal worden in de Northern Soul. Bigtop houdt tijdelijk op met bestaan en wordt voortgezet onder de naam Big Hill. Johnson blijft werken met Bacharach en David en krijgt in 1964 een nieuw nummer voorgeschoteld. 'Always Something There To Remind Me' zal vooral onsterfelijk worden in de uitvoering van Sandie Shaw maar het is 'onze' Lou die het als eerste opneemt. Dat geldt ook voor 'Message To Michael', ook al heet dat in Johnson's uitvoering nog 'Kentucky Bluebird (Send A Message To Martha)'. In september 1965 herrijst Bigtop uit de dood en verschijnt de single 'A Time To Love, A Time To Cry', een gezongen versie van de tradjazz-hit 'Petite Fleur'. Het wordt door de massa snel vergeten, maar de single brengt fraaie bedragen op in Engeland sinds 'Unsatisfied' een tweede grote Northern Soul-hit oplevert voor Johnson. Big Top zet op dat moment in op meer jazzy repertoire en dat slikt het oude publiek niet. In 1971 heeft Johnson twee elpees gemaakt en een koffertje vol singles waaronder twee Northern Soul-successen en een paar 'originals'.

Hij vertrekt in de jaren zeventig naar Orange County in Californië waar hij blijft werken als nachtclubzanger. Op een zeker moment duikt hij ook op in een voortzetting van The Ink Spots, maar de algemene muziekwereld zal geen last meer hebben van hem. In de Northern Soul staat hij echter hoog aangeschreven en daar vullen de twee 'hits' nog altijd de dansvloer. Het maakt ook dat verzamelaars zijn gaan speuren naar andere opnames van Johnson en dit resulteert in een verzamelalbum op Kent in 2010. Het bevat gerestaureerde opnames van zijn grote hits alsook een aantal niet eerder uitgebrachte nummers waarvan 'The Panic Is On' de grootste verrassing is. Een grootse ballade zoals die in de jaren tachtig mateloos populair zou zijn geweest in Stafford.

Op 1 mei 2019 volgt het tragische nieuws dat Johnson is overleden. Hij is 78 jaar geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten