dinsdag 7 januari 2014

Week Spot: Jo Armstead



Het weekend naar Watford komt met rasse schreden nader. Ik ga later vanavond de platen uitzoeken. Ik kan slechts 150 singles meenemen, dat is driemaal zoveel als dat ik werkelijk ga draaien, maar ik mag graag de selecties overlaten aan het moment. Wens me maar sterkte, want dit wordt net zo zwaar als het samenstellen van een top 100. Vorige week noemde ik al even de laatste zege op Ebay en dat dit waarschijnlijk de Week Spot zou worden. Welnu, die is nog niet gearriveerd en ik hou graag een plekje vrij in de singles-bak voor het geval dat die voor vrijdagmiddag arriveert. De single komt van een Duitse maat, die de reputatie heeft dat die het verzenden wel eens wil uitstellen. Het komt altijd wel goed, daar hoef ik niet over in te zitten. Het is een eerlijke vent! Of hij heeft de single verstuurd en het niet bijgewerkt op Ebay óf de plaat ligt nog in München. Wat dat betreft heeft deze single 'gewonnen': Donderdag betaald en verzonden en nu al binnen. Een plaatje dat een paar weken bovenaan heeft gestaan op mijn zoeklijst: 'I Feel An Urge Coming On' van Jo Armstead (1967).

Intimi kennen haar het beste onder haar echte naam: Josephine Armstead. Als artieste wordt Josephine al snel verbasterd tot Jo of Joshie en zelfs enige tijd Joshie Jo. Op 8 oktober 1944 komt ze ter wereld in Yazoo City in de staat Mississippi. Haar moeder is voorganger in de kerk waar Armstead haar muzikale pad start middels het koor. Haar grootvader laat haar kennis maken met de muziek van de duivel: De blues. Als tiener treedt Armstead op in plaatselijke 'juke joints' en treedt even later toe tot de band van Bobby 'Blue' Bland. Daarmee doet ze haar eerste club-optreden, maar wisselt al snel van band. Little Melvin & The Downbeats is de volgende stap. Dan formeert ze met Eloise Hester en Delores Johnson de eerste uitgave van The Ikettes. Het trio zingt mee op 'A Fool In Love', de eerste hit van Ike & Tina. Tina verleent vervolgens haar stem ten behoeve van 'I'm Blue', de eerste plaat van The Ikettes als zelfstandige groep. The Ikettes zal de rest van de jaren zestig blijven opereren als zowel koortje voor Ike & Tina als een zelfstandige groep. In de midden jaren zestig houdt Ike er zelfs drie formaties op na, dit tot ongenoegen van de 'originele' Ikettes die verder gaan als The Mirettes.

'Originele' staat niet voor niets tussen aanhalingstekens, want Armstead is in 1964 de eerste oorspronkelijke Ikette die het toneel verlaat. Nadat ze de Ike & Tina Revue heeft verlaten, neemt ze volgens het nimmer-zaligmakende Wikipedia de naam Dina Johnson aan. Bijna goed: De naam is Denna Johnston. Ze doet dit om onzichtbaar te blijven voor Ike. Ze doet ook opnames onder die naam, meeste achtergrondzang, maar neemt in 1965 de Blauwe Bak-favoriet 'Who Me? Yeah You!' op met een totaal onbekende Ricky Davis. Ze heeft dan het songschrijvende echtpaar Nicholas Ashford en Valerie Simpson leren kennen en het tandem Ashford/Simpson/Armstead kan bij mij geen kwaad doen. Enkele uitschieters: 'The Real Thing' (Tina Britt, maar ik zoek nog steeds de Engelse cover van Kim D.), 'Smokey Joe's' (Tina & The Mustangs, over Blauwe Bak-krakers gesproken!) en de Ray Charles-krakers 'Let's Go Get Stoned' en 'I Don't Need No Doctor'. Ik ken Armstead niet persoonlijk, maar iets zegt mij dat ze aardig wereldwijs was in de jaren zestig. Wellicht dat hier de samenwerking met Ashford en Simpson ook stuk is gelopen. Terwijl die een contract sluiten met Motown als songschrijvers (en stiekem hopen dat ze ook platen voor het label mogen maken, wat niet het geval is), haakt Armstead af en verhuist in 1967 naar Chicago met haar man Mel Collins. Collins en Armstead beginnen samen het platenlabel Giant. De Chicago-uitvoering van Giant, want er zijn eveneens labels in Texas en Detroit met die naam. Die in Detroit begint, evenals de Giant van Armstead, met 701 en daar heerst vandaag de dag nog wel eens verwarring. Overigens schijnen er minstens twintig platenmaatschappijen met de naam Giant te hebben bestaan.

De eerste uitgave op Giant is de Week Spot, aanvankelijk flopt het nummer maar wordt in de jaren zeventig in de Engelse Northern Soul-scene gekoesterd. De opvolger, 'Stone Good Lover', uit 1968 doet het ietsje beter. De b-kant hiervan is de instrumentale van de Week Spot en heet kortweg 'The Urge'. Er verschijnt nog een derde single voor Armstead op Giant, maar het meeste succes heeft ze met schrijven voor mensen als Garland Green en Ruby Andrews. In de begin jaren zeventig loopt haar huwelijk op de klippen en is ook Giant een zachte dood gestorven. Ze is te horen op 'George Jackson' van Bob Dylan, de enige keer dat ze in de vaderlandse Top 40 heeft gestaan. Even later maakt ze platen voor Gospel Truth, een sub-label van Stax, dat in 1974 met het moederschip ten onder gaat. In de begin jaren tachtig is ze even in het nieuws als ze de manager is van de bokser Alonzo Ratliff, in het daaropvolgende decennium start ze een eigen platenmaatschappij en maakt daarvoor zo nu en dan een plaatje.

'Stone Good Lover' is voor stuiver-werk te bemachtigen in Amerika, maar 'I Feel An Urge Coming On' brengt dankzij de cultstatus in Engeland een klein fortuin op. Ik heb de afgelopen weken gejaagd op de single en heb een paar van rond de vijftig pond gezien. We hebben het dan over styreen dat vaak een verleden heeft gehad bij een dj en derhalve als audio niet te pruimen is. Vorige week kreeg ik deze vinyl-replica aangeboden. Qua labels een 'look-a-like' en met de originele b-kant, maar je moet heel erg leek zijn om hier een kampioensprijs voor te betalen. Voor vijf Britse ponden kon ik hem niet laten liggen, maar... hier ben ik nog niet klaar mee. Het is een regelrechte kopie (mp3) van een stevig gedraaide styreen-single en klinkt niet al te charmant. Toch nog maar eens een gokje wagen op een origineel? Minder dan dit kan het niet uitpakken!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten