zaterdag 4 januari 2014

Raddraaien: Elvis Costello



Dat was wederom een enerverende dag radio. Het gevoel bij de programma's verschilt van dag tot dag, soms heb ik het gevoel dat er geen normaal woord uit mijn mond komt. Dit valt de luisteraars echter niet op, het is puur persoonlijk. Vandaag gingen beide shows van een leien dakje. Do The 45 begon een beetje vreemd omdat onze site plat lag, voor het eerst in twee jaar, maar Lee had de site nog in het cache-geheugen staan, waardoor we in ieder geval konden blijven uitzenden. Kort nadat ik het stokje had overgenomen, was de site weer bereikbaar, maar daar kwam ik pas een uur later achter. Vanavond was weer 'kicken'. Achtereenvolgens The Small Faces, Toy Dolls, Mark & Clark Band en Swing Out Sister. Dat heet geen radioshow, dat is een jukebox. Omdat er nu een show na The Vinyl Countdown komt, moet ik mijn boodschap weer kwijt in strikt twee uren en eigenlijk bevalt dat beter! Nu kan ik met een voldaan gevoel gaan Raddraaien, vandaag staat 'Oliver's Army' van Elvis Costello (1979) in het stralende middelpunt.

Mijn bewustwording van Elvis Costello is in 1986 ontstaan toen Veronica 'I Want You' tot Alarmschijf bombardeerde. Ik geloof dat het herfstvakantie was, ik hoefde niet naar school en ieder uur was het weer uitkijken naar die ongestemde gitaar in de brug. Drie jaar later hoor ik opnieuw van Costello, nu omdat 'Veronica' op de nominatie staat om 'Speciale Aanbieding' te worden bij de KRO. Die koop ik in 1991 op single, later in hetzelfde jaar verschijnt het bloedstollend mooie 'So Like Candy'. Die heb ik begin 1992 uit een uitverkoopbak gered. Pas vele jaren heb ik nog eens de cd 'The Juliet Letters' gekocht van Costello met het Brodsky Quartet uit 1993, maar rond dezelfde tijd ben ik Costello kwijt geraakt. Niet alleen uit het oog verloren, maar ik heb ook nog steeds moeite om dat album te 'begrijpen'.

Declan Patrick MacManus wordt op 25 augustus 1954 in Londen geboren. Zijn vader is Ross McManus, aanvankelijk zanger bij de band van Joe Loss, maar in de jaren zestig ook solo. In Nederland heeft pa een minuscuul hitje met 'Patsy Girl' in 1966. Even later noemt MacManus zichzelf Day Costello. Declan heeft zijn eerste opname aan de oude heer te danken. Ross schrijft en zingt de reclame van een limonade-merk, Declan doet de achtergrondvocalen. In 1974 wint het nog een prestigieuze reclameprijs. In 1971 is de jonge Declan met zijn moeder naar Birkenhead verhuisd en zet zijn eerste schreden in de muziek met het folkduo Rusty, de schoolband Galdis Shuttlebottom & The Heavy Friends en na het afstuderen, formeert hij Flip City. Die laatste groep valt onder de noemer pubrock en het is hier dat MacManus zich D.P. Costello gaat noemen. De band bestaat van 1974 tot en met 1976 en in dat laatste jaar sleept Costello een solo-contract in de wacht bij het hagelnieuwe Stiff-label. Manager Jake Riviera haalt hem over om zichzelf Elvis Costello te noemen. In begin 1977 verschijnt een eerste single op Stiff en het zorgt voor wat onrust in de muziekmedia. Even later verschijnt het album 'My Aim Is True' en dat schopt het tot de Britse album-lijsten. Hoewel Stiff een contract heeft met CBS, doet de Amerikaanse tak te weinig om Stiff en Costello te promoten. Als hoge Amerikaanse heren in Londen vergaderen, wordt Costello opgepakt vanwege het uitoefenen van het beroep van straatmuzikant voor de ingang van het CBS-hoofdkantoor.

Ik kan jullie alvast verklappen dat de naam van Elvis Costello morgen ook even gaat vallen in de Schijf van 5 en dat heeft dan te maken met de begeleidingsband op 'My Aim Is True'. Dat zijn ex-leden van Clover, een Amerikaanse band die eerder Huey Lewis in de gelederen had. In 1978 verschijnt Costello's tweede album, 'This Year's Model', en begint zich te ontpoppen tot een eigenaardig talent. Enerzijds weet Costello een wirwar aan muziekstijlen tot één te smeden en zijn de teksten ronduit poëtisch, toch is het anderzijds een oproerkraaier die niet misstaat in de punk. Hij mag bij de BBC optreden ter vervanging van The Sex Pistols, maar gaat dermate tekeer dat hij daar tien jaar lang niet naar binnen mag. In Amerika loopt zijn reputatie een ernstige deuk op als hij James Brown publiekelijk uitmaakt voor 'jive-ass nigger' en Ray Charles voor 'blind ignorant nigger'. Toch is 'Armed Faces' op andere plaatsen een schot in de roos. Deze trilogie van Elvis Costello is mans' beste werk. Omdat we Costello nog best eens als jaren tachtig-artiest kunnen tegenkomen, hou ik het in dit bericht bij de jaren zeventig.

Het liedje valt in eerste instantie op door het piano-riedeltje dat geïnspireerd is op 'Dancing Queen' van Abba, maar 'eigen' genoeg is om geen krediet te hoeven inleveren. Costello schrijft het nummer in zijn vliegtuig vanuit Belfast. Op dat moment zijn 'The Troubles' even geen voorpagina-nieuws meer en Costello schrikt van het aantal gewapende militairen in het straatbeeld. De naam Oliver zou uit twee hoeken kunnen komen. De voorloper van het Britse leger is een leger onder leiding van Oliver Cromwell, maar de president in het raad van bestuur van Winston Churchill draagt eveneens de naam Oliver. Costello laat ons gissen. In het liedje zélf stipt hij behalve Belfast nog een aantal plaatsen aan waar onlusten zijn. Nadat 'Watching The Detective' in de eerste weken van 1978 in de Tipparade is blijven hangen, is 'Oliver's Army' Costello's eerste Nederlandse hit. Hier bereikt het een 31e plek. In Engeland is het zijn grootste hit, daar staat het nummer op 2 genoteerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten