donderdag 7 maart 2013

raddraaien: Georgie Fame & The Blue Flames



Bij de laatste raddraaier in de tweede serie kan ik meteen melden dat we deze bak pas over 39 afleveringen in de derde serie opnieuw behandelen. In de lijst voor de derde serie van Raddraaien is 'Yeah Yeah' de laatste titel. Er waren dus geen titels in deze tweede serie die met 'You' begonnen, laat staan een titel met een Z. Ja, over welke titel zullen we het hebben? In Nederland, maar getuige het hoesje op de foto eveneens in Duitsland, geregistreerd als 'Yeh Yeh', maar toch werd een gedeelte van de Engelse single geperst met labels die 'Yeah Yeah' als titel gebruikten. En laat mij nu net die Engelse uit de bak gevist hebben, ik heb overigens ook 'gewoon' de Nederlandse. In wezen maakt het dus niet heel veel verschil of je het over 'Yeh' of 'Yeah' hebt, anno 1964 ben je met beide kreten ontzettend hip. Voordat ik aan de derde serie Raddraaien mag beginnen, sluiten we de tweede af in stijl met zo'n lekker jaren zestig-plaatje dat anders door mij over het hoofd werd gezien: 'Yeah Yeah' van Georgie Fame & The Blue Flames (1964)

Clive Powell was zelf niet bepaald content met de naam, maar het is de roemruchte manager Larry Parnes die hem van de naam Georgie Fame voorzag. 'Georgie Fame' is een variatie op een thema dat Parnes voor twee andere artiesten onder zijn vleugel had gebruikt: Marty Wilde en Billy Fury. Powell had geen andere kans dan het maar te accepteren. Nadat hij in een vakantiepark in Wales een talentenjacht had gewonnen, was hij naar Londen getrokken om van muziek zijn professie te maken. Hij werd aan Parnes voorgesteld door de componist Lionel Bart en Parnes liet er geen gras over groeien. ,,Of je accepteert de naam óf je komt niet in mijn show". En zo moest Powell zijn nieuwe naam aanvaarden en nog drie jaar later was het kwaad al geschied: Georgie Fame was zo'n huishoudnaam geworden in de Britse muziekindustrie dat het afschaffen ervan gelijk zou staan aan zelfmoord.

Fame heeft al een paar jaar ervaring als hobby-muzikant als hij het vak in rolt. Hij is geboren en getogen in Leigh, Lancashire en dat is niet eens zo gek ver vanaf Mossley. Het verbaast me dan ook allerminst dat Fame's eerste betaalde baantje in een katoenspinnerij was. Toch leeft hij zich vooral 's avonds uit met zijn groepje The Dominoes. Na het winnen van de genoemde talentenjacht rijst zijn ster en in 1964 formeert hij The Blue Flames. Hoewel Fame in de loop der jaren een flinke hoeveelheid Engelse hits heeft, staat hij slechts driemaal in de top tien en wel op de hoogste trede. Hoe nietig deze informatie ook lijkt, het is een record dat door niemand is geëvenaard. 'Yeh Yeh', voor de variatie eens zonder 'a', is zijn eerste Engelse nummer 1-hit. Overigens heeft Fame dan al een ander wapenfeit op zijn naam staan. Elpees zijn anno 1964 nog voorbehouden aan artiesten en groepen die minstens twee hitsingles hebben gehad, Fame mag deze fase overslaan van zijn platenmaatschappij en debuteert met een langspeler. Toch doet hij het op single, commercieel gezien, beter, hoewel het wel bijna twee jaar duurt eer hij het succes van 'Yeh Yeh' weet te herhalen. De singles die in tussentijd verschijnen, blijven ver van de top tien verwijderd. Zijn tweede nummer 1 is ook zijn tweede hit in ons land: 'Get Away'. Oorspronkelijk geschreven als een reclame-tune voor een brandstof-merk, maar later gebruikt als tune voor een kwis. Overigens zijn zowel 'Yeh Yeh' als 'Get Away' maar matige successen in ons land en bereiken beide niet de top 20. Zijn eerste top tien-hit in ons land is ook al niet helemaal verdiend: Het zijn vooral Bobby Hebb en Cher die er voor zorgen dat 'Sunny' op nummer twee komt. Na 'Get Away' ontbindt Fame The Blue Flames en scoort met 'Sittin' In The Park' nog een flinke Engelse hit.

Hij keert in januari 1968 terug op de hitparade met de 'novelty'-hit 'The Ballad Of Bonnie & Clyde'. Het is zijn derde Engelse nummer 1-hit en ook in Nederland bereikt het de top vijf. In ons land zal hij toch nog op de hoogste plaats komen, maar dan in een samenwerkingsverband met de voormalige Animals-toetsenist Alan Price: 'Rosetta' (1971). Na 'Fame And Price Together' legt Fame zich meer toe op het schrijven van reclamejingles en filmmuziek, maar wordt door zijn muziekvrienden niet vergeten. Fame maakt sinds enige jaren deel uit van de vaste bezetting van Bill Wyman's Rhythm Kings, maar is ook geregeld in de buurt van Van Morrison te vinden. Joan Armatrading en The Verve zijn zomaar twee andere namen waarmee Fame geassocieerd kan worden en dan mag duidelijk zijn dat hij als toetsenist hoog staat aangeschreven.

Maar ook vanuit het electronische dans-genre bestaat al jaren belangstelling voor Fame's werk door de jaren heen. Zijn compositie 'Music Talk' uit 1966 is door de jaren heen verscheidene malen gesampled, ondermeer door The Chemical Brothers. Fame hoopt dit jaar op 26 juni zeventig kaarsjes te kunnen uitblazen op de taart, maar gezien zijn activiteit in The Rhythm Kings is hij voorlopig nog niet aan pensioen toe. Fame is een muzikant waarvan het lijkt alsof die in het harnas gaat sterven. We hopen voor hem dat dit nog een aantal jaren gaat duren!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten