zaterdag 8 december 2012

Blauwe Bak Top 100 van 2012: 80-71


80. I’m Satisfied-The San Remo Golden Strings (Ric Tic RT-108, 1966)
Dat gebeurt niet heel vaak, dat we een podcast beginnen met een instrumentaaltje. En gebeurt het evenmin vaak dat ik meteen aan het begin al een voldaan gevoel heb. Vandaag mag het eens ongegeneerd, want omdat we van 80 naar nummer 61 gaan, kunnen we dus niet om ‘I’m Satisfied’ van The San Remo Golden Strings heen. De groep maakt welgeteld drie singles en een elpee. Oorspronkelijk opgenomen voor het kleine Ric Tic-label, maar in 1967 uitgebracht op het Gordy-label. Dit is evenwel de originele persing op het Ric Tic-label, dat vooral onder de Mods een cultimago heeft. Plaatjes als deze van The San Remo Golden Strings zijn toch wat te algemeen verkrijgbaar om een echte topprijs op te brengen…

79. Hit The Road Jack-Helen Reddy (Jazz Classics JAZZCLASS 45001, 1972, re: 2009)
Deze kwam vorige week al even ter sprake, bij het verhaaltje over Salena Jones. Moet ik meteen ook even verklaren: Per single is in principe maar één kant kandidaat geworden voor de Top 100 met uitzondering van platen met op elke kant een andere artiest, zoals in het geval van deze Jazz Classics-single. Zowel ‘Right Now’ van Salena Jones als ‘Hit The Road Jack’ van Helen Reddy staan genoteerd. Helen Reddy… Een beetje een gezapige naam uit de Amerikaanse middle-of-the-road die met haar covers nooit heel ver weg was van The Carpenters en Andy Williams. Toch heeft ook zij een uitschieter en dat is deze ‘Hit The Road Jack’. Oorspronkelijk opgenomen in 1972 heeft deze 37 jaar later terecht een plekje gekregen op deze single. Hoewel het voor mij echt de reden was hem te kopen, heeft Salena Jones toch een steviger plek in mijn set opgenomen. Helen Reddy is wat dat betreft meer ‘voor de leuk’.

78. I Should Have Known Better-Mary Wells (20th Century 619, 1965)
Ik draai in maart als ‘voorprogramma’ voor een Beatles-tributeband en het is in de week vooraf dat ik kennis neem van Mary Wells’ uitvoering van ‘Please Please Me’. Een te kort tijdsbestek om de single te bestellen. Drie maanden later kom ik hem een stuk voordeliger tegen op Ebay van een Franse handelaar. Die heeft de nummers helemaal compleet op zijn website staan en daar ontwikkel ik langzamerhand een voorliefde voor deze kant. Mary Wells is dan net bij Motown weg en de plaat ademt meer jazz en bigband dan Motown. Het had een gigantische hit moeten worden, maar Wells is niet zomaar bij Motown vertrokken. Er was geharrewar geweest over royalties. Dan blijkt andermaal hoe machtig Berry Gordy anno 1965 is. Zijn smeergeld om de plaat niet te draaien, is vele malen hoger dan de ‘payola’ van 20th Century om de plaat wél te draaien. Gordy zal het truukje later nog eens herhalen bij Kim Weston. Die komen we verderop in de lijst tegen.

77. Stand By Your Man-Candi Staton (Capitol 5C 006-80588 M, 1971)
Dit is in feite een herhaling van het verhaal dat ik vorige week heb gedaan bij MFSB, want ook deze plaat kwam mee uit Uffelte. Een aangename verrassing, want ik heb eigenlijk altijd al een hekel gehad aan de versie van Tammy Wynette. En dan maakt Candi er haar eigen zuidelijke feestje van. Natuurlijk is de tekst schrikwekkend. Alle strijd voor emancipatie en gelijke rechten ten spijt, de dames horen in de keuken en hebben maar te slikken dat hun man zo nu en dan een avontuurtje erop na houdt. Je blijft naar de omgeving glimlachen alsof er niks aan de hand is en je dol bent op je man, want ja, hij is immers ook maar een man… Tammy had boter op haar hoofd, want die had haar spaarkaart aan echtscheidingen al lang vol!

76. The Slow Fizz-The Sapphires (Probe PRO 609, 1966, re: 1973)
Het verhaal is wel vaker gedaan. Hoewel ik sinds een jaar echt helemaal de Northern ben ingedoken, heb ik meerdere momenten gehad dat de Northern Soul mijn leven binnen kwam denderen. Het jaar 2008 bijvoorbeeld. In maart koop ik bij Beute, de Electronic Partner in Steenwijk, een dubbel-cd met afzichtelijk ‘artwork’, maar met een tracklisting om van te watertanden: The Mod Collection. Veelal opnames uit de archieven van Pye en Immediate, maar niet het doorsnee-spul. Hier zijn echt een paar kenners aan te pas gekomen. Er staan ook een paar Northern Soul-dingen tussen. Hoewel ‘The Slow Fizz’ oorspronkelijk van 1966 is, wordt dit nummer pas in 1973 ontdekt en erkend in de Britse Northern Soul-beweging. De originela ABC-Paramount is in eerste instantie in de demo-toestand blijven hangen, pas in 1973 krijgt de plaat een Engelse ‘release’. Dit plaatje, samen met ‘Real Thing’ van Kim D., zorgt na The Flirtations in 2004 ervoor dat ik opnieuw een stukje dieper de Northern in ga, maar ik blijf desondanks tot dit jaar flink aan het oppervlak. Toch mocht deze ‘The Slow Fizz’ alleen al vanuit dit historische perspectief niet in mijn verzameling ontbreken. Ik mocht daarbij flink kritisch zijn, want de markt is overspoeld met deze 1973-persingen.

75. Condition Red-The Goodees (H.I.P. HIA 8005, 1968)
Bij de samenstelling van deze Top 100 moest ik wel eens streng zijn en eerst een hele boel platen eruit filteren. Zo gingen alle platen die ik voor 2012 had, maar die ik in dit jaar heb vervangen, eruit. Dus geen ‘Nothing But A Heartache’ van The Flirtations of ‘Rescue Me’ van Fontella Bass in deze Top 100. Ook moesten een aantal niet-Northern-zijnde platen het ontgelden. Dan is deze van The Goodees een heel moeilijk geval. Eigenlijk is het ‘bubblegum’, een late meidengroep die twee jaar later doodleuk ‘The Leader Of The Pack’ op de hak neemt. Toch is het ritme dermate stuwend dat ik me kan voorstellen dat er op een Northern dansvloer best op gezwierd kan worden en dus mocht-ie!

74. The Name Game-Shirley Ellis (Kapp CG 230, 1965)
Ik ben best een beetje perfectionistisch met mijn podcasts. Natuurlijk ‘rommel’ ik maar wat aan (mijn eigen mening), alleen ligt mijn kwaliteitsverwachting heel hoog, waardoor het vaak bovengemiddeld is voor menigeen. Ik heb nog nooit klachten ontvangen, integendeel zelfs! Over die allereerste Engelstalige podcast met Northern Soul-platen was ik zelf totaal niet tevreden, maar de Engelsen lustten er meteen wel pap van! In het begin van de Nederlandse Soul-x-rated was ik geregeld niet tevreden en deed dan de hele podcast overnieuw. Nu had ik net ‘The Name Game’ van Shirley Ellis gekocht en wilde ik ‘het spelletje’ spelen. Wat heel onwennig begon, daar was ik met de tweede opname al een stuk beter voorbereid. Inmiddels kan ik dat stomme spel dromen! Ik heb hem misschien wat te vaak gehoord in de laatste maanden, waardoor die in deze Top 100 niet heel erg hoog scoort, maar… als je hem dan weer op zet…

73. Janice-Skip Mahoney (Soul no cat.no., 1980, re: 2011)
Eén van de andere twee platen die ik samen met ‘Do I Love You’ van Frank Wilson kocht. Beide platen zijn pure bootlegs, die desondanks aan de lopende band worden aangeboden op Ebay. Is een bootleg illegaal? Ja, uit het oogpunt van artiest, songschrijver en platenmaatschappij wél. Zij hebben namelijk geen toestemming gegeven voor de uitgave. Toch is een bootleg niet een goedkope manier om aan muziek te komen. Bootlegs worden gekocht door ‘echte fans’ en verzamelaars die, bij gebrek aan beter, zichzelf tevreden stellen met zo’n ‘witte plaat’ en er soms ook grof voor moeten betalen. ‘Janice’ is in 1980 onder Salsoul verschenen als 12”-single met een tijdsduur van ruim zeven minuten. Deze bootleg is een slordig geknipte ‘edit’ van drie minuten. Hoewel deze schril afsteekt bij andere Northern Soul-platen, zit deze van Skip Mahoney de rest van de dag in mijn hoofd. En dat is geen straf! Overigens staat ‘Have Some Everybody’ van The Flaming Emeralds op de andere zijde, ook zo’n ‘nieuwe’ Northern Soul-plaat uit de late jaren zeventig.

72. Puttin’ Game Down-Luther Ingram (Stax STAX 142, 1969)
Waarom zo laag? Dat vraag ik me tijdens de opname van de podcast af. Het is bij deze single een heidens karwei geweest om de juiste kant te kiezen, want ‘My Honey And Me’ past immers veel beter in het idioom. Hoewel die kant ook net weer een beetje meer favoriet aan het worden was, heb ik toch besloten tot ‘Puttin’ Game Down’, gewoon omdat die in de zomer mijn favoriete kant was. Dat die meer funk is dan ‘My Honey And Me’ zal hem ongetwijfeld punten hebben gekost. Of hebben we hier al te maken met een nummer dat de ‘bijbelstatus’ heeft bereikt?

71. Playin’ Hide And Seek-Eddie Regan (ABC 4221, 1966, re: 1974)
Twee voor de prijs van één? Ja, er zitten voldoende ‘double-siders’ tussen mijn Northern Soul-platen. In het geval van Luther Ingram was het niet eenvoudig om één kant uit te kiezen en dan zijn er ook nog de heruitgaven met op elke kant een andere artiest. Toen ik voor het eerst Beverley Ann in de bus kreeg en een stukje van Roy Hamilton op de b-kant beluisterde, vond ik dat niet wat. Nu was het afgelopen week de Week Spot. Eddie Regan is een voorbeeld van een plaat waarvan ik meteen beide kanten goed vond. Ik kocht hem eigenlijk vanwege ‘Big Thing’ van The Sapphires, die we morgen in de lijst en op de podcast tegenkomen, maar ook deze kant heeft zijn plek in mijn set veroverd!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten