maandag 30 juli 2012
tune-of-the-week: Luther Ingram
Het wordt bij voorbaat al een beetje een gekke week! Anders presenteer ik pas op dinsdag mijn 'tune-of-the-week', maar had verder vandaag even geen inspiratie en had evenmin even trek in Raddraaien. Ik zou aanvankelijk een bericht over de 'kijkcijfers' schrijven: Ik heb ze vanmorgen opnieuw door genomen en vergeleken met het laatste bericht in februari. De toenmalige koploper heeft zich verdubbeld! Er moet ergens een actieve link zijn, maar Google kan me daaraan niet helpen. In plaats van een stuk geblaat in de ruimte over statistieken die ik alleen maar kan zien, heb ik besloten het deksel nu al van de pan te halen en jullie de 'tune' te presenteren. Woensdag denk ik de nieuwe Soul-x-rated te publiceren en daarin heeft deze wederom een prominente plek. Plus dat er dit weekend nog een héle speciale podcast bij komt: Ten behoeve van 'Northern Soul Is In My Blood', de Northern Soul-groep die ik ben begonnen op Facebook, ga ik een Engelstalige podcast produceren met 'exclusieve' (niet op Youtube verkrijgbare) northern soul-kantjes!
Dat laatste is dan weer niet van toepassing op Luther Ingram, de artiest van onze 'tune'. Van 'My Honey And Me' is een goede geluidsopname met een prachtige collage van labelscans en knipsels met betrekking tot deze grote man uit Jackson, Tennessee. Overigens kan ik helemaal geen relatie vinden met James Ingram, de zanger die populair werd in de jaren tachtig, dus buiten hun achternaam zullen die weinig gemeen hebben. Luther, onze man, wordt geboren in 1937 en is een laatbloeier, want pas in zijn 28e levensjaar maakt hij zijn eerste plaat. Die flopt, evenals de twee opvolgers, en het is niet eerder dan in 1969 voordat Ingram op bescheiden wijze doorbreekt. 'Pity For The Lonely' haalt een magere 39e plek in de Billboard R&B-lijst, maar met de opvolger, 'My Honey And Me', is het wél raak. Deze piekt op 55 op zaterdag 14 februari 1970 in de pop-charts, terwijl het moeiteloos de top 20 van de R&B-lijsten binnen gaat. De opvolger heet 'Ain't That Loving You' en bereikt zelfs een zesde plek in de R&B-lijst. Dat deze platen niet echt hoge ogen in de poplijsten gooien, heeft enerzijds iets te maken met de platenmaatschappij. Ingram neemt zijn platen op voor het kleine Koko-label, die voor hun distributiekanalen wel gebruik mag maken van die van Stax, alleen doet die laatste maatschappij geen streep aan promotie omdat het de platen van Ingram als concurrentie ziet voor zangers uit hun stal. Ironisch genoeg verschijnen de platen in Europa juist als Stax!
Rond dezelfde tijd componeert Ingram een nummer, dat hij aanvankelijk als instrumentale backingtape laat opnemen. Er verschijnen een paar demo-acetaten van. Eentje, waarop iemand van het studiopersoneel 'Exus Trek' heeft geschreven, komt een paar jaar later in Engeland terecht. Daar wordt 'Exus Trek'één van de grootste northern soul-instrumentalen van het decennium. Even later duikt er eveneens een gezongen versie op: 'If It's All The Same To You Babe'. Ook die is officieel nooit uitgebracht. Desondanks weet 'If It's All The Same To You Babe' niet hetzelfde effect te bewerkstelligen als 'Exus Trek'. Beide kanten zijn sindskort als een 're-issue' in omloop. Er is middels 'Crying Days Are Over' van The Illusions geprobeerd de hype nieuw leven in te blazen, maar de kans dat we ooit te weten komen wie er achter The Illusions schuil gaan, lijkt een illusie te worden. De duizend promo's zijn stevig uitverkocht, maar dat zijn er té veel om een toekomstige verzamelwaarde te waarborgen. Ik leer eerst The Illusions kennen en daarna pas Ingram's gezongen versie. Ik moet eerlijk zijn: Het is appels en peren buiten de achtergrondmuziek om, maar wellicht dat mijn voorkeur toch ietsje uit gaat naar Ingram's versie. Binnenkort toch maar eens bestellen!
Ingram's grootste moment is als hij in 1971 als eerste een hit scoort met 'If Loving You Is Wrong (I Don't Want To Be Right)'. Na 1973 drogen de hits op, maar hij maakt in 1987 een geslaagde comeback. Hoewel het origineel een b-kant is van 'Typical Male' van Tina Turner, scoort Ingram in 1987 een hit met 'Don't Turn Around'. Aswad kopieert Ingram's uitvoering en maakt het tot een nóg grotere hit. In hetzelfde jaar heeft Ingram zijn laatste hit met 'Gotta Serve Somebody', de reli-hit van Bob Dylan. Nooit geweten, zojuist ontdekt: 'Serve Yourself' van John Lennon is dus een satirisch antwoord op 'Gotta Serve Somebody'.
Naast een loopbaan als zanger schrijft Ingram ook mee aan enkele beroemde nummers. Neem nu het onsterfelijke 'Respect Yourself' van The Staple Singers. Die kán zomaar eens in de komende Soul-x-rated zitten. Ik moest de Nietjes ook maar eens een bericht gunnen. Terug naar Luther Ingram: Na 1987 wordt het stil rondom hem, tot ons op 19 maart 2007 het bericht bereikt dat hij op 69-jarige leeftijd is overleden. Oorzaak is een falen van het hart, maar volgens zijn liefhebbende vrouw Jacqui heeft Luther eveneens nierproblemen gehad en is hij gedeeltelijk blind. Qua bekendheid is Ingram niet van het kaliber van Otis Redding, maar voor talent en veelzijdigheid doet hij er niet voor onder.
Ik heb deze single van Luther Ingram aanvankelijk gekocht vanwege de b-kant, 'Puttin' Game Down' is een gewaardeerde cultklassieker uit de funk. Pas bij ontvangst ontdek ik plots 'My Honey And Me'. Ik denk dat het geen 'hit' is geworden in de Northern Scene omdat het een hit is geweest, maar ik ruil hem graag in voor een vijftal voorgeslecteerde popdeuntjes die in de 'northern' tot klassiekers zijn verheven!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten