vrijdag 20 juli 2012

driedagsvlieg


De afbeelding heb ik geleend van het weblog van de schrijver/dichter/muzikant Carroll Bryant. Zijn verhaal over hoe Nick Drake een inspiratiebron is geworden voor zijn werk, begint eveneens in 2000. Ik denk zelfs dat er maar weinig mensen vóór 2000 van Nick Drake hadden gehoord. De eerste keer dat zijn naam valt voor mijn ogen is wanneer Bob Geldof over een nieuwe Britse artiest spreekt van een 'overgewaardeerde Nick Drake-aanstellerij'. Ach, het is Bob Geldof maar... Hem herinneren we het liefste als organisator van Band Aid, ik heb The Boomtown Rats nooit iets gevonden om maar te zwijgen van 'The Great Song Of Indifference'? Dan gebruikt Volkswagen Drake's 'Pink Moon' in een tv-commercial en gaat het balletje snel rollen. De NPS wijdt een tv-special aan hem en plots is de belangstelling voor Nick Drake erg groot. Tijdens de platen-10-daagse in 2000 hebben ze een actie, bij besteding van een x-bedrag krijg je een kraslot. De prijzen zijn tegoedbonnen voor cd's. Ik kras twintig gulden en dan besluit ik dat ik de cd's van Nick Drake maar even moest beluisteren. De keuze valt op 'Bryter Layter' (1970). Waarom? De electrische begeleiding. 'Five Leaves Left' en 'Pink Moon' kabbelen me net iets te veel...

Toen ik gistermiddag zag dat 209.999 mensen de pagina van Nick Drake op Facebook hadden 'geliked', kon ik het niet laten en werd zo nummer 210.000. Ik had wel een cadeautje verwacht, maar vooralsnog blijft het stil vanuit het Nick Drake-kamp. Als deze 210.000 anno 1969/70 actief waren geweest als muziekliefhebbers, hoe anders had het verhaal van Nick Drake er dan uit gezien? Dan had ik wellicht zijn komende tournee langs de zomerfestivals kunnen noemen? Helaas, Nick pleegde in 1974 zelfmoord. Het gebrek aan waardering en succes speelde een belangrijke rol bij het verlaten van deze incarnatie.

Nicholas Rodney Drake. Zo vermeldt zijn paspoort. Hij wordt op 19 juni 1948 geboren in Birma uit Engelse ouders. Zijn vader, Rodney, is daar werkzaam geworden. Als tweejarige verhuist Drake met zijn ouders terug naar Warwickshire in Engeland. In 1968 tekent hij een contract bij Island en mag een jaar later zijn debuutalbum opnemen: 'Five Leaves Left'. Hoewel het tegenwoordig moeilijk is voor te stellen, want als er één soort muziek 'tijdloos' is, maar 1969 is het meest ongelegen jaar voor iemand als Nick Drake. De 'folkies' die tot voordien akoestisch speelden, hebben bijna allemaal de overstap gemaakt naar electrisch. Het jaar 1969 is eveneens het jaar van de 'supergroepen': Led Zeppelin en Pink Floyd hebben minimaal een voetbalstadion nodig om hun licht- en geluidsapparatuur kwijt te kunnen. Het publiek wil dat, die komen niet langer de stoel uit voor iemand met een akoestische gitaar die een verhaal heeft te vertellen. In dat landschap verschijnt 'Five Leaves Left', een pure akoestische plaat zonder een broodnodige hit die nog voor een beetje 'airplay' kan zorgen. Hoewel Drake wordt geroemd onder mede-muzikanten, wordt hij door het publiek genegeerd. Enige tijd zelfs letterlijk. Drake doet een serie optredens tijdens de lunchpauze van een universiteit. Omdat de aanwezigen niet luisteren en zijn muziek als 'behang' gebruiken, besluit hij nimmer meer 'live' op te treden. Dat is de laatste stap in zijn commerciële zelfmoord. Artiesten die het niet van een hit moeten hebben, moeten immers hun publiek bouwen tijdens optredens.

Doordat Drake is ondergebracht in de Witchseason-stal van Joe Boyd blijft hij echter verzekerd van een contract met Island. Zijn volgende plaat, 'Bryter Layter', is gedeeltelijk electrisch. Drake kan rekenen op hulp van vrienden uit Fairport Convention, Doris Troy en ex-Velvet Underground-violist John Cale. Ook neemt Drake in 1970 enkele demo's op met Elton John, die pas jaren later verschijnen. John is dan nog een anonieme sessie-pianist die pas een jaar later massaal zal doorbreken. Waarom 'Bryter Layter' geen hit is geworden, blijft nog altijd een vraag. Folkrock is anno 1970 ontzettend populair in Engeland, het best verkochte album van dat jaar is 'Fog On The Tyne' van Lindisfarne. Het zal ongetwijfeld toch iets met de weigering van Drake te maken hebben om zijn plaat 'live' te promoten. Het succes blijft uit en Drake zakt weer weg in de depressie die hem al zijn halve leven plaagt. Hij doet verscheidene pogingen om liedjes op te nemen, maar op het laatste moment verbrandt hij demo-tapes. Pas tegen het einde van 1971 doet hij weer van zich spreken. In 1972 verschijnt 'Pink Moon', qua geluid weer 'back-to-basics' als op 'Five Leaves Left', toch zijn de liedjes 'prettiger' van aard, om het woord commercieel te ontwijken. Ik meende ooit gelezen te hebben dat van deze elpee ten tijde van de 'release' in Engeland slechts duizend exemplaren heeft omgezet. Dat niemand geïnteresseerd was in Drake's werk is dus niet helemaal waar, maar deze platenkopers zijn té minimaal om hem en de platenmaatschappij van een boterham te voorzien.

Hulpeloos sluit hij zich af van de buitenwereld totdat hij op 25 november 1974 een overdosis antidepressiva tot zich neemt. 'Nick Drake left a world where he didn't belong', schreef later iemand in een hoestekst. De eerste waardering voor Drake's werk komt in 1979 als Island 'Fruit Tree' uitbrengt: Een box met de drie langspelers van Nick Drake. De échte doorbraak is, zoals geschreven, pas in 2000 nadat Volkswagen 'Pink Moon' in een reclame heeft gebruikt. Tv-specials die het tragische leven van deze ondergewaardeerde zanger tonen, zorgen voor het tegenovergestelde. Opeens is Nick Drake een 'hype'. Iedere kunst- en cultuurliefhebber 'flirt' plotseling met zijn oeuvre. Tóch, hoewel ik het hem had gegund en intens kan genieten van zijn platen, vraag ik me af of Drake evenveel succes had gehad als hij zijn debuut in 1999 had gemaakt in plaats van 1969. Ik denk dat vooral zijn indrukwekkende levensverhaal een bijdrage heeft geleverd aan de latere waardering voor zijn werk. Zo is het andermaal waar dat misére de mooiste muziek voortbrengt.

Tot slot heb ik vanmiddag de laatste twee single-aanwinsten van juli ontvangen: 'I Mean To Shine' van Barbara McNair (onlangs nog in de Soul-x-rated met 'My World Is Empty Without You'), een nummer dat is geschreven door de heren Walter Becker en Donald Fagen. Juist, de creatieve spil van Steely Dan. Niet écht northern, maar voor McNair heb ik een zwak. De tweede is wel een aangename verrassing. De single van Luther Ingram werd geadverteerd met 'Puttin' Game Down'. Ik vermoedde dat het dus de 1972-heruitgave zou zijn, maar het blijkt de originele 1969 met het bijzonder fijne 'crossover'-ding 'My Honey And Me' als officiële a-kant. Nu al een favoriete double-sider!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten