dinsdag 28 september 2021

Verzameldraaien: Jaren 60 bak 17


Als ik pas in Nijeveen woon, krijg ik de inspiratie voor 'Raddraaien'. Gedurende 2011 heb ik bijna op de dag precies '20 Years Ago Today' gedaan over de singles die ik in 1991 heb gekocht. Vanaf 1992 gaat het hek van de dam en even dreigt Soul-xotica een complete '20 Years Ago Today' te worden. Het eerste plan is om duizend singles uit te zoeken, deze een willekeurig nummer te geven en vervolgens de lezers om een cijfer te vragen. Dat vergt heel veel administratie en in mei 2012 dreigt '20 Years Ago Today' te ontsporen. Op dat moment ga ik met behulp van muzikale kennissen op Facebook beginnen met 'Raddraaien'. Na verloop van tijd haal ik de cijfers uit de Gouden Gids. Kappers zitten kriskras door straten en zelfs in flats en dit geeft een zeer divers patroon voor 'Raddraaien'. De serie houdt jaren lang stand. Afgelopen jaar heb ik 'Verzamelwoede' gedaan en het is best aardig om een top twaalf samen te stellen, maar in een nieuwe serie zou veel herhaling komen. En dus heb ik tijdens één van de fietstochten het volgende besloten: Vier vaste nummers. Toerentallen van platen. Deze vier singles mag ik uit een willekeurige bak lichten en uiteindelijk een verhaaltje over één schrijven. Welkom bij de nieuwe rubriek 'Verzameldraaien' en ik begin met de zeventiende jaren zestig-bak.

Nadat ik alle singles van het afgelopen jaar heb toegevoegd begint deze zeventiende bak nu met de Metronome-persing van 'Camp' van Sir Henry & The Butlers. De Columbia-persing is de laatste in de vorige bak. De laatste is voor 'Burgondy Street Blues' van Monty Sunshine. De bak is bijgewerkt tot afgelopen vrijdag. De singles van vrijdag en die nog gaan komen, blijven tot het einde van dit seizoen 'The Vinyl Countdown' apart staan en voeg ik dan pas toe. Ik heb gekozen voor vier nummers. In het begin van 'Raddraaien' behandel ik iedere plaat die tevoorschijn komt. Na 2015 heb ik al over zoveel verschillende groepen en artiesten geschreven dat ik mezelf drie kansen gun en de meest interessante uit zoek. Dat concept ga ik eveneens gebruiken voor 'Verzameldraaien'. Qua platen zijn er vier snelheden: 16 toeren (ontwikkeld voor taalcursussen zodat het eenvoudiger is de plaat even te stoppen en een woord te zoeken), 33 (elpees), 45 (singles) en 78 (oude bakelieten platen). Dit zijn de kanshebbers op een berichtje.

16: Baby It's You - Smith (Zweden, Stateside 4E 006-90608 M, 1969)
33: Laugh At Me - Sonny (NL, Atlantic A 6369, 1965)
45: Shing-A-Ling At The Go-Go - The Sounds Of Lane (UK, Mickey Mouse MM 26, 1966, re: 197?)
78: Son Of A Preacher Man - Dusty Springfield (NL, Philips 326 935 BF, 1968)

Ik leer nu overigens dat The Sounds Of Lane een 'cover-up'-bootleg is. Het is eigenlijk de instrumentale versie van 'Gammera' van The Moons, een plaatje dat in 1966 op het Date-label is uitgebracht. De credit aan het adres van M. Lane, Madera en Huff is klinkklare onzin want het nummer is door Wes Farrell geschreven. Het schijnt dat de single is geperst in Amerika, maar het is uitsluitend voor de Engelse Northern Soul-markt vervaardigd waar de 'serieuze' dj's de plaat mijden als de pest. Sonny is van Sonny & Cher en is vast al eens voorbij gekomen, evenals Dusty Springfield. Ik kies voor vanavond dan toch voor de zestiende uit de bak. Een vrij recente aanwinst waarover niet heel veel is te schrijven, maar waar ik wel een herinnering bij heb.

In het eerste bericht van gisteren meld ik dat ik na zeven jaar werkloosheid weer aan de slag ga. Ik volg mijn kameraad in de voetsporen en kom bij de consulent van de sociale werkvoorziening. Deze begint meteen over de Dyka en dat lijkt me wel iets. Eerst begin ik gewoon in dagdienst totdat mijn verslapen steeds meer een gewoonte wordt en speciaal voor mij een nieuwe 'shift' in dienst wordt geroepen. Het is tevens een experiment om te zien of uitbreiding van deze dienst haalbaar is. Ik begin iedere dag om twee uur 's middags. Tot vier uur heb ik gezelschap van de collega's van de werkvoorziening. Van vier tot tien werk ik vrijwel zelfstandig en ik vind het heerlijk. Vanuit daar zal ik nog in de ploegendiensten komen, maar voor het bericht zit ik in het laatst van de dagdiensten. Ik denk dat mijn oude buurman de avond ervoor de 'filmclub' in De Buze heeft gedraaid. Hij vertoont deze avond de meest recente film van Quentin Tarantino: 'Death Proof'. Dankzij 'Pulp Fiction' ben ik eveneens geïnteresseerd geraakt voor de soundtracks van de films. Bij 'Death Proof' kan ik mijn hart ophalen. 'Chick Habit' van April March zal tot een favoriet uitgroeien, maar ik blijf tot de aftiteling van de film om te zien wie dat 'Baby It's You' doet. Dat blijkt dus Smith te zijn. De volgende dag werk ik in de putten. Het is een kleine afdeling met weinig controle waar kunststof putten worden gevuld met zand en klaar gemaakt voor verzending naar de klant. Het zijn drie jongemannen die allemaal zo gek als een deur zijn. Q Music op standje hard en beuken met de putten. Twee gasten zijn beide gek van gewelddadige films en specifiek de rolprenten van Tarantino. Ze spelen ook voortdurend scenes uit de film na en kennen beide de scripts uit hun kop.

Als ik deze ochtend vertel dat ik 'Death Proof' heb gezien, krijg ik bijna een complete herhaling van de film dankzij één van de mannen. 'Weet je nog wel als die stuntman naast dat meisje gaat zitten en zegt...'. En hup, daar is weer een deel van het script. Ik moet zeggen dat ik na een paar weken wel tureluurs word van deze kerels, maar in het begin is het nog wel grappig. Hij biedt ook meteen aan om de soundtrack voor me over te zetten op een cd-r. Deze zijn nooit een lang leven beschoren bij mij en April March zet ik een jaar later op de Nokia N95. Als ik besluit om 'It's A Crying Shame' van Gayle McCormick tot Week Spot te maken, ontdek ik dat zij de eigenlijke zangeres is van Smith.

Smith bestaat slechts van 1969 tot en met 1971 en heeft met 'Baby It's You' meteen haar grootste hit te pakken. De groep ontstaat even eerder als The Smiths en heeft een lokale hit met 'Now I Taste The Tears'. In 1968 wordt de groep versterkt door Gayle McCormick en ontdekt Del Shannon de groep als ze optreden in een club. Wikipedia zegt dat Shannon eveneens 'Baby It's You' heeft gearrangeerd maar Jimmie Haskell krijgt de credits op het label. Feitelijk doet Smith waar The Vanilla Fudge een jaar eerder is gestopt: Een zware blues uitstorten over bekende liedjes. Ze worden vertraagd en verzwaard waarna McCormick de longen uit haar lijf mag zingen om het 'soul' te geven. In 1969 wil de platenmaatschappij 'The Weight' van The Band gebruiken voor de filmsoundtrack van 'Easy Rider' maar krijgt geen toestemming van het label. Smith neemt 'The Weight' onder handen en dit nummer verschijnt op de soundtrack. Er worden nog een paar nummers aangepakt op de Smith-methode, maar in 1971 is het concept helemaal uitgemolken. McCormick start dat jaar een solo-carrière.

Eigenlijk ben ik op een bepaald moment wel 'klaar' met Smith en 'Baby It's You' totdat ik deze fraaie Zweedse single zie staan bij iemand op Discogs. Ik heb al een aantal singles van hem in mijn boodschappenmandje en deze kan er wel bij. Het is geen plaat die je iedere dag moet horen, maar zo nu en dan is die best te genieten. Doseren dus!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten