maandag 3 mei 2021

Singles round-up: mei 3


En ik ga maar meteen door met het derde deel. De Week Spot voor morgen is al geselecteerd want die staat al een tijdje op de rol. Ik had zelfs al eerder het plan gehad de single tot Week Spot te bombarderen, maar dan kies ik uiteindelijk voor een Jantje-van-Leiden of wellicht toch een interessanter verhaal. Morgen een bericht over een plaat met slechts weinig historie omdat deze in 2021 is uitgebracht. Vanavond tot slot de laatste zes singles uit de bestelling van Rarnorthernsoul. Mark heeft me beloofd het pakket als 'gift' te sturen en de waarde ruim onder de 45 euro te houden. Eigenlijk ook te gek voor woorden dat een postbedrijf de waarde van een pakket moet weten. Bij eventueel verlies regel je deze zaken immers via Paypal met de verkoper. Het postbedrijf gaat bijna altijd vrijuit voor wat betreft de kosten. Enfin, vanavond de voorlopig laatste zes singles.

* The Shangri-Las- Leader Of The Pack (UK, Red Bird, 1964)
Ik heb de single wel eens gekocht in een jaren zeventig-heruitgave, maar het voelt nu pas echt alsof ik de plaat in de verzameling heb. Dat werd eens tijd. Hier hebben we immers weer zo'n pareltje waar ik nooit genoeg van ga krijgen. En op zo'n Engelse persing klinkt het geronk van de motor zo dichtbij dat je kan horen dat er iets mis is met de remmen van de fiets. Als de knaap dat euvel had verholpen dan zou de plaat niet zo dramatisch zijn geëindigd? Op de keerzijde staat 'What Is Love' en, jawel, ik lust zelfs b-kantjes van The Shangri-Las. Shadow Morton pakt iets minder groot uit op deze kant, maar krijgt hier nog wel een credit als mede-auteur. O ja, de single is helemaal bestemd voor de algemene bakken.

* Joe Simon- Drowning In The Sea Of Love (UK, Polydor, 1972)
Ik heb de vraag gesteld op 45cat, maar nog altijd geen antwoord van andere gebruikers. Ik koop in 2014 'Drowning' in de Duitse persing met fotohoes. Eenmaal thuis blijkt dat de a-kant niet de hit speelt maar 'I Found My Dad'. Peter van singlehoesjes.nl kan het beamen. Ook zijn exemplaar bevat geen 'Drowning In The Sea Of Love'. Het is nog altijd een vraag voor mij of alle Duitse exemplaren foutief zijn geperst of dat dit een 'lucky shot' is geweest. Hoe dan ook: 'Drowning' moest nog altijd eens in de verzameling en dat is nu voor elkaar. Joe Simon gedijt goed in het gezelschap van Kenny Gamble en Leon Huff en dat ken ik reeds van een paar andere Joe Simon-singles. 'Drowning' is een ander prachtig voorbeeld. De plaat mag met vlag en wimpel in de koffers.

* The Spencer Davis Group- Gimme Some Loving (UK, Fontana, 1966)
Spencer Davis is niet populair geworden als solo-artiest en dat is de reden waarom ik Spencer Davis Group onder de 'S' heb staan in plaats van de 'D'. Ik heb hetzelfde ook geprobeerd met Steve Miller Band, maar die staat inmiddels weer onder de 'M'. Buiten de maxi-single uit 1971 om heb ik deze nog niet. Er is een tijd in 1992-93 dat ik wekelijks de Nederlandse persing in mijn handen hou, maar nee... hij blijft liggen bij Golden Years. Voor een paar pond is het nu de tijd voor een Engelse persing en die klinkt extra wild! Ik verwacht overigens binnenkort nóg een Spencer Davis-single, maar daarover later meer!

* Dusty Springfield- Goin' Back (UK, Philips, 1966)
Ik ga even terug naar maart 1999. Ik zit in 'mijn' winkeltje op de hoek van Manchester Road en Queen Street. Natuurlijk wacht ik weer tevergeefs op klanten en de enkeling die binnenkomt kan ik meteen Queen Street in sturen naar de meubelzaak. Ik dood de tijd met BBC Radio 2. Ik speel op afstand mee in 'Popmaster', de popquiz om half elf op doordeweekse ochtenden. Niet zelden heb ik een honderd procent score. Op deze dinsdagmorgen wordt het nieuws om elf uur nog normaal aangekondigd. Het bulletin bevat enkel één bericht: Dusty Springfield is overleden. Het is de tijd vóór de automatisering bij de BBC en dus moeten ze personeel hebben gehad dat elpees en cd's uit alle hoeken van de studio moeten hebben gehaald. Feit is dat de rest van de dag enkel en alleen Dusty's stem op de radio is te horen. Engeland is in diepe rouw. Ik ga voor mezelf na wat Dusty voor me betekent en dat is dan vrij weinig. Dan hoor ik opeens haar versie van 'Goin' Back' en dan kan ik de tranen niet meer ophouden. Ik koop de single een paar weken later en deze is dan al in een rampzalige staat. Hij staat jaren op de nominatie om te worden vervangen als ik deze voor twee pond zie staan bij Rarenorthernsoul. Qua conditie kan het niet minder dan de oude en het klopt: Het is niet volledig Mint, maar het klinkt een stuk beter! Nu kan ik ook eens de b-kant draaien want 'I'm Gonna Leave You' is eveneens een prachtig nummer. Maar dan opnieuw... alles met Dusty smaakt me als vanouds. Het komt desondanks gewoon in de jaren zestig-bak te staan.

* Kim Weston & Johnny Nash- My Time (US, Banyan Tree, 1969)
Ik heb de plaat echt voor de andere kant gekocht, maar zie nu dat 'My Time' eigenlijk de a-kant is. Een liedje van Mickey Stevenson, de lieftallige echtgenoot van Weston. De combinatie van Nash en Weston is onweerstaanbaar maar 'My Time' is me té poppy. 'We Try Harder' heeft een arrangement dat iets meer aan Motown doet denken en dat levert een zeer fijn nummer op. Dit is de uiteindelijke reden dat het in de koffers mag.

* Venicia Wilson- Worth Every Drop Of Rain (UK, HIB, 2013)
Ik heb een christelijke opvoeding genoten en dat vertelt me dat ik niet mag vloeken. Ik ga het desondanks wel doen! Ian Levine, Ian Levine, Ian Levine. Zo, dat lucht op! Ian Levine is in de midden jaren zeventig één van de belangrijke Northern Soul-dj's, maar tevens thuis in de opnamestudio's. Hij komt op het idee om in 1975 een paar platen te maken in de stijl van Northern Soul. Het maakt dat hij wordt uitgekotst door de 'scene' en 'Weak Spot' (waar 'mijn' Week Spot naar is vernoemd) en 'Doomsday' van Evelyn Thomas en 'Reaching For The Best' van The Exciters op de zwarte lijst komen te staan. Later in zijn loopbaan zal hij de 'high energy' uitvinden met opnieuw Evelyn Thomas en rond 1990 richt hij zich op oud-werknemers van Motown met zijn Motorcity-label. De jaren erna zoekt hij godvergeten Northern Soul-artiesten en laat hen de 'succesnummers' opnieuw opnemen met een vrij standaard backing tape. In 1999 heeft Levine twee 1 april-grappen met eerst The Four Vandals en vervolgens Venicia Wilson. Zo genaamd twee ongedocumenteerde singles waarvan hij de complete 'run' van op de kop heeft getikt. Het blijken beide nieuwe acts te zijn die de platen hebben opgenomen met Levine en sindsdien heeft hij alle credit verloren. Venicia maakt in 2013 nog dit aardige plaatje. Beide weer met de herkenbare Ian Levine-elementen: Motown-achtige drums uit een doosje maar tegelijk met onweerstaanbare liedjes uit zijn eigen pen. Ik heb al sinds 2013 'zin' in deze single, maar het komt er nooit van. Inmiddels lijkt het alsof Rarenorthernsoul in de maag zit met flink wat exemplaren, want ze gaan voor een pond de winkel uit. Een leuke double-sider voor in de koffers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten