vrijdag 6 november 2020

Het zilveren goud: november 1995 deel I


Het is in meerdere opzichten een beetje in de war geweest de afgelopen dagen. Wat jullie daarvan het meeste hebben gemerkt is het uitblijven van nieuwe berichten. Ik ben nu echter weer van plan om de schade in te halen en laat me daarbij beginnen met het bericht dat ik woensdag had moeten publiceren. 'Het zilveren goud' wordt weer een wekelijkse prik in de komende tijd. Gedurende november kan ik alle singles behandelen in vier woensdagen. Hoe ik het met december ga doen, moet ik nog even bekijken. Waarschijnlijk loopt het dan door tot in januari. Ik moet nog altijd met de lijst van 'Het zilveren goud' van volgend jaar aan de slag maar als ik me niet vergis, is januari 1996 een vrij rustige maand qua singles. Gedurende 1995 koop ik op twee momenten veel singles in Heerenveen. De singles lijken een beetje door elkaar heen te lopen want opeens zie ik dat de Duitse persing van Tubeway Army deze maand voorbij komt, terwijl ik zweer dat ik die in de vorige maand heb gekocht. Het lijkt me bovendien onwaarschijnlijk dat ik zoveel geld heb gespendeerd in de markthal aan de Gedempte Molenwijk want qua eenheidsprijzen maakt het dat je erg kritisch wordt op wat je koopt. Desondanks trap ik vanavond af met het eerste deel van november en daar zitten een paar singles bij waarvan ik zeker ben dat ik ze in deze periode heb gekocht.

Ik heb ooit geleerd dat Heerenveen dertig kilometer van Jutrijp ligt. Inmiddels weet ik dat het ietsje minder is dan dertig kilometer, maar nog altijd is het voor de jonge Louwsma op de fiets 'het einde van de wereld'. Achter Heerenveen is een soort niemandsland waar ik lange tijd niet op de fiets zal komen. Mijn eerste uitstapje op de fiets naar de genoemde markthal is in de zomer van 1990. Ik koop dan onder andere 'Wooly Bully' van Sam The Sham & The Pharaohs. Sindsdien is het een fietstocht die ik niet wekelijks of maandelijks maak, maar zeker wel eens per jaar. Het wordt geadverteerd als een 'overdekte vlooienmarkt', maar volgens mijn herinnering is het gewoon de handel van één persoon. Bij binnenkomst in de loods bevinden de platen zich meteen aan de rechterkant. De elpees heb ik nooit bekeken want daarvoor heb ik geen plek op de fiets. Ik duik meteen in de singles. Hij heeft er misschien wel twintigduizend staan. Kriskras door elkaar. Het is net zoals de winkel in Hoogeveen... hier moet je gewoon een paar uurtjes voor uit trekken en aan het einde van de twee of drie uren de balans opmaken. Zo ga ik ook te werk in Heerenveen. Zodra ik merk dat ik de bak al eens eerder in handen heb gehad, ga ik door naar de volgende rij. De prijzen zijn koninklijk. Singles mét hoes zijn twee gulden en zonder hoes vijftig cent minder. Dat valt in 1995 wel mee, maar in 1990 heb je elders voor twee gulden een jaren zestig-single met fotohoes in uitmuntende staat. In de eerste jaren blijft de vangst vaak bij twee, drie of vier singles. Bijna een beetje zonde van de tijd van het fietsen. Als ik in 1992 een zakcentje ga verdienen bij de krant worden de grepen uit de bak ook groter. Tientallen zoals ik me meen te herinneren uit november 1995? Nee, zover is het hooguit één keer gebeurd. Als ik de singles met hoes bekijk, zijn ze voor twee gulden overigens ook dik betaald.

2305 The Night They Drove Old Dixie Down-The Band (US, Capitol, 1969)
2306 Sign Of The Times-The Belle Stars (NL, Stiff, 1983)
2307 I Got It Bad-Matraca Berg (Duitsland, RCA, 1990)
2308 Stomp-The Brothers Johnson (NL, A&M, 1980)
2309 Morning Girl-Shaun Cassidy (NL, Warner Bros., 1975)
2310 I've Never Been To Me-Charlene (Frankrijk, Motown, 1976, re: 1982)

Het hoesje van The Band is inmiddels dertig jaar in mijn verzameling. Deze verhult 'All Along The Watchtower' van Jimi Hendrix in de gulden-bak bij Sunrise. Niemand van het personeel dat het idee heeft opgevat om eens in het hoesje te kijken. De single van The Band moet er altijd nog eens komen en ik ga akkoord met dit beduimelde exemplaar voor een ouderwetse daalder. Matraca Berg krijgt in hetzelfde jaar een lovende recensie in de NCRV-gids en dat maakt dat ik de plaat nooit echt ben vergeten. In het begin ligt hij regelmatig voor mijn neus in de uitverkoopbakken, maar omstreeks 1995 is het al ietsje meer een zeldzaamheid. Ik gooi hem in ieder geval op het stapeltje. The Brothers Johnson koop ik oorspronkelijk met een neutraal hoesje, de fotohoes vind ik jaren later. Ik heb onlangs nog geschreven over This Mortal Coil en mijn 'zoektocht' naar dat onbekende nummer. Shaun Cassidy is daarbij één van de gokjes die ik waag. Niet wetende dat Shaun de broer is van David Cassidy, dus die gulden had ik me kunnen besparen. Tot slot is daar Charlene en een nummer waar ik heel stiekem ontzettend verliefd op ben, hoewel het natuurlijk een eersteklas dweil is. In Engeland zingen ze trouwens 'I've been to paradise, but I've never been to Leeds'. Als je dat eens hebt gehoord, zing je het de volgende keer uit volle borst mee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten