zaterdag 21 december 2019

Blauwe Bak Top 100: 31-40



Vanaf deze plaats wil ik mijn broer (en volger van Soul-xotica) van harte feliciteren met zijn vijftigste verjaardag. Ik heb vandaag wederom een drukke dag gehad en heb zojuist drie uren radio gemaakt. Mijn voornemen is om tien uren te slapen. Dan ben ik nog altijd vroeg op de middag wakker en kan ik wellicht nog even op de fiets of per benenwagen naar Havelte. Het bericht heb ik gisteravond al geschreven, de aftelling van morgen ga ik wederom 'live' doen. Vandaag de nummers 40 tot en met 31.

40. Love Experience-Rockaway Boulevard (NL, CBS 5849 A, 1978)
De Blauwe Bak Top 100 lijkt vooral een Amerikaanse aangelegenheid maar dat betekent niet dat ik geen oog heb voor Nederlandse producties. Integendeel zelfs! Ik gok veel en graag met Nederlandse platen in de hoop dat het net die ene ‘klapper’ is waar ik voortdurend naar op zoek ben. Rockaway Boulevard gaat in oktober mee van de kringloopwinkel om op een rond bedrag uit te komen en vaak zijn deze ‘extraatjes’ toekomstige klassiekers inmijn collectie. Ik moet bekennen dat ik de hits niet ken van Rockaway Boulevard maar als ik naar de productie kik op het label spoort me dat niet meteen aan om het op te zoeken. De Nederlandse funk van de late jaren zeventig heeft té weinig smoel voor mij en is té Amerikaans en glad. Dat geldt ook voor de b-kant van ‘Love Experience’. De a-kant is zelfs iets te soulvol voor een funkband. Het ligt goed in het gehoor en daarmee geknipt voor de hitparade. Alleen is ergens in het proces iets niet goed gegaan want de Top 40 is te hoog gegrepen. Behalve dan de top 40 van de Blauwe Bak Top 100. Potentiële Week Spot!

39. I Don’t Want To Hear It Anymore-P.J. Proby (UK, Liberty LIB 10206 B, 1965)
In 1997 leer ik iemand kennen die helemaal idolaat is van P.J. Proby. In de jaren in Engeland heb ik een paar singles van P.J. Proby waarvan ‘Together’ uit 1964 altijd bij me is gebleven. Proby’s uitvoering van de Gershwin-klassieker ‘It Ain’t Necessarily So’ doet me in 1999 helemaal niets en blijft liggen in Mossley. Toegegeven: Proby is een eigenwijze kwast maar wel met een immens stembereik. Niet zo gek dus dat producenten herhaaldelijk voor niets in de studio zaten te wachten terwijl Proby nog op één oor lag of met een andere stompzinnige smoes kwam aan zetten. Hij kon het gewoon allemaal maken! In 1965 neemt hij, vermoedelijk als eerste, een lied op van een opmerkelijk talent uit Amerika: Randy Newman. Het zal vooral Alan Price zijn die Randy verder in het zadel helpt. ‘I Don’t Want To Hear It Anymore’ komt op de b-kant van een single uit 1965 en dit wordt ‘ontdekt’ door Mark. De Engelse arrangeurs maken het tot een spannende ‘beat ballad’ met een fantastisch zingende Proby en een tekst zoals we die van Newman zijn gewend. Het resultaat is een alles verbluffende ‘end-of-nighter’.

38. Oh Baby part one-Wayne Miran & Rush Release (Frankrijk, Roulette 45.R.12.179 A, 1975)
Ik begrijp in eerste instantie niet goed waarom iedereen dit nummer zo lachwekkend vindt. ,,The brass is out of sync”, schrijft iemand in de chatroom als ik ‘Oh Baby’ een eerste maal draai. Ook op Youtube wordt volop ‘ge-lololt’ met daarachter de tijd dat de blazers in vallen. Waarom klinkt het niet apart in mijn oren? Het antwoord ligt waarschijnlijk in de ‘spouge’ terwijl ik meen dat het arrangement te vergelijken is met de Florida-sound. Niks verkeerd aan zolang je maar bezit van je laat nemen door de aanstekelijke groove. Dan kun je de blazers zo invullen in het verhaal. Dit is één van de vele Roulette-singles met een ‘part one’ op de a-kant en ‘part two’ op de b-kant. Toch blijkt ‘part two’ de lange versie te zijn in een beduidend minder goede opnamekwaliteit en voor de meeste producties geldt dat de ‘single cut’ precies lang genoeg is.

37. I Finally Found You-Rufus (US, ABC 11376 B, 1973)
Uit dezelfde ‘soul pack’ als P.J. Proby en eentje met een paar ‘eye-openers’. Ik ben overdonderd door de geluidsclip van Proby en zie dat Rufus ook deel uitmaakt van het pakket. ,,Dat zal vast funk zijn”, oordeel ik en besluit het mee te nemen . Later die avond ben ik toch even benieuwd waarom Mark de single heeft geadverteerd want hij blijft doorgaans uit de funk. Wat ik dan krijg te horen, is met geen pen te beschrijven en alleen maar te waarderen met een hoge positiie in deze Top 100. Chaka Khan zoals u haar nog nooit heeft gehoord?

36. Love Affair-Smoke City (US, AMPI JFQ-791 A, 1987?)
Mark probeert de volgers van zijn pagina al langere tijd zover te krijgen en dat lukt mondjesmaat. Ik ben degene die vanaf dit jaar deel gaat uitmaken van het clubje dat speurt naar ‘indie-soul’ uit de jaren tachtig. Ik schat deze single van Smoke City in als 1987 omdat ik het niet voor de reguliere singles op Epic kan bedenken. Jawel, de groep staat voor een jaar onder contract bij een ‘major’ maar houdt niet op met bestaan als ze aan de kant worden gezet. Voor het piepkleine AMPI wordt dit ‘Love Affair’ geproduceerd, waarschijnlijk in de hoop om de plaat te kunnen onderbrengen bij een ander label. Het zal nimmer gebeuren. In kwaliteit en productie doet het niet onder voor een ‘major label’, het is moddervette midtempo soul uit de nog steeds onbegrepen ‘golden era of soul’. Dat krijgt in 2020 zeker een vervolg!

35. I’ll Never Forget You-Edwin Starr (US, Granite G 522 B, 1975)
Ik heb vorig jaar niet alleen kennis gemaakt met het Granite-label maar ook en herwaardering van Edwin Starr’s werk uit de midden jaren zeventig. Hoewel Starr tussen ‘War’ in 1970 en ‘Contact’ in 1979 geen poot aan de grond zal krijgen in Nederland worden zijn Granite-platen hier wel uitgebracht. Zo creëert een medewerker van de Nederlandse firma een ultieme ‘double-sider’ door de twee beste kanten van twee Granite-singles samen te brengen: ‘I’ll Never Forget You’ met ‘Stay With Me’ als de a-kant. Ik heb beide singles als Granite-styreen en ga waarschijnlijk nog eens rondkijken voor deze Nederlandse single.

34. Gamble On Love-First Choice (UK, Salsoul SALSA 7 002 AA, 1978, re: 2005)
In de soul-scene draait alles, letterlijk, om de originele persingen. Hoe exclusiever hoe beter in de beleving van de grote soul-dj’s. Je kan je tegelijk ook afvragen of het niet heel erg reëel is geweest om bepaalde platen nooit op grote schaal uit te brengen. Ik word warm noch koud van menig ‘great discovery’ met achtendertig uitroeptekens en CAPS LOCK. Mark is geen ‘snob’ en biedt zo nu en dan heruitgaven aan. Hij heeft zo nu en dan een voorraadje van de laatste Kent-uitgaven en doet hetzelfde met de Deep Soul-serie van Ace Records. Soms heeft hij een actie met repro’s en bootlegs en dan is het vooral jaren zestig-Northern Soul. In één van deze aanbiedingen staat ook deze single van First Choice. In 2005 verschijnt het verzamelde werk van First Choice voor het Salsoul-label en deze single dient als promo. De a-kant is nog niet eerder als single uitgebracht, maar de b-kant (het AA suggereert dat het een b-kant is van een dubbele a-kant) is uiteindelijk de winnaar van het duo.

33. I Don’t Know How To Fall Out Of Love With You-Doris Duke (US, Mankind MK 12013 A, 1972)
De muziek en entertainment-business krijgt weer een paar fikse dreunen uitgedeeld. Om te beginnen met Marie Fredriksson en tegelijk ook Gershon Kingsley. Hem zou ik eren met een ‘Dodenrit’ maar ik heb in 2018 al uitgebreid geschreven over de man. Jules Deelder is een markant man die ik vooral wil herinneren voor zijn hilarische aanwezigheid in de show van de truttige Jinek (even op Youtube zoeken!) en het herinnert me eraan dat ik ‘ergens’ de single moet hebben van Schlagergezelschap De Hyacinth. Niet genoeg voor een bericht. Kenny Lynch is van ons heen gegaan en vandaag komt daarbij het nieuws dat Jan De Vries is overleden. De laatste is een ‘legende’ in Steenwijk: Een zeer bevlogen uitbater van een winkel in muziekinstrumenten. Ik heb hem in 2016 gesproken toen ik een plopfilter voor de microfoon kwam halen. Maar… vanwaar deze ‘Dodenrit’ in het bericht van de Blauwe Bak Top 100? Welnu, ik ontdek begin 2019 dat Doris Duke een paar weken eerder is overleden. Totaal niet en nergens genoemd in de media of in soul-groepen op Facebook. Dat is iets waar ik nog altijd over geshockeerd ben. Ik draag deze nummer 33 dan ook op aan het muzikale testament van Doris Duke. Eén van de grotere soul-zangeressen die wereld nooit heeft gekend.

32. Don’t Look Any Further-Dennis Edwards (EEG, Motown ZB-64308 A, 1984)
De Week Spot van deze week en daarvoor verwijs ik jullie naar het bericht van afgelopen dinsdag.

31. Cry To Me-Loleatta Holloway (US, Aware AW-047 A, 1974)
Ik weet niet of ik op hele korte termijn toe kom aan de betaling ten gunste van Mark, maar de singles gaan in ieder geval door voor januari 2020. Misschien dat nog ergens een kringloopwinkel kan worden ingepland zodat ik ook de laatste gospel-aanwinst aan jullie voor kan stellen. Anders gaat die mee in het ‘Eindstreep’-verhaal van maandag 30 december als ik eveneens een telling doe van het totale aantal singles van dit jaar. In de volgende partij van Mark zit ook weer een single van Loleatta op het Aware-label en wederom een ‘stunner’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten