maandag 3 juni 2019

Toen was geluk heel gewoon?



In de weekeinden hoort eigenlijk ook een 'gezellig' verhaal. Is het niet een actuele fiets- of wandeltocht dan mag ik grasduinen in mijn herinneringen. Ik ben eind 2017 begonnen met het beschrijven van mijn leven van twintig jaar ervoor. Dat begint bij het kraakavontuur in Amsterdam en neemt jullie mee naar de moeizame maanden in York en vervolgens de periode in Mossley. In de wintermaanden ga ik door een depressie en kom daar op 27 april 1999 uit dankzij een nooit verzonden brief. Het is inmiddels anderhalf jaar geleden dat ik voor het laatst bij de kapper ben geweest en mijn haar is weer lang! Dat vier ik met een zomer als hippie. Fleurige en kleurige kleding, wierook op de kamer en een gevoel van geluk dat ik daarna lange tijd niet meer zo intens heb gevoeld. Het is dankzij deze serie dat ik besluit om even terug te gaan naar mei en juni 1999 want het is vooral een 'rustige' tijd zonder noemenswaardige ontwikkelingen of veranderingen in mijn situatie. Toch is Mossley steeds meer aan het ontwikkelen en mogelijk luidt dit het einde in van mijn verblijf? Nee, dat heeft een andere oorzaak, maar feit is dat het échte gezellige karakter van de gemeenschap een beetje is weggeëbd.

De verbouwing van de 'top floor' is bijna ten einde. Wat bij mijn aankomst in 1998 nog een rommelzolder is met een geïmproviseerde winkel en verder stapels met ongesorteerde kleding in vuilniszakken, is veranderd in een grote eetzaal en meer slaapkamers. De eetzaal is het eerste waar de verandering opvalt. In de oude keuken zaten we met zijn allen aan twee lange houten tafels. Conflicten moest je meteen 'uitvechten' want bij de lunch of het avondeten zat je weer bij elkaar aan tafel. In de nieuwe eetzaal zijn het tafels met vier stoelen erom heen en een ruimte tussen de tafels waar onze vrachtwagen doorheen kan rijden. Hiermee worden de 'eilandjes' gecreëerd en zijn er op het laatst mensen in de gemeenschap waarmee ik na een maand nog geen woord heb gewisseld. De meubelwinkel krijgt méér ruimte en ook wordt een werkplaats gerealiseerd. Hier wordt niet alleen de elektrische apparatuur getest en meubels gerepareerd, maar wordt ook begonnen aan een 'nieuwe business' van ledikanten. Deze worden op een 'duurzame' manier geproduceerd en zijn daarmee 'uniek', maar verder staat het mij als liefhebber van recycling tegen. De 'top shop' hoeft op zichzelf niet te veranderen maar daar zorg ik hoogst persoonlijk voor. Alle porselein en andere snuisterijen gaat naar de 'gewone' winkel. Een paar grotere meubelstukken blijven staan en verder richt ik het in als boeken- en platenwinkel. Ik ben erg goed op de hoogte van de prijzen in de regio en weet dat ik met vijf boeken of platen voor een pond de op één na goedkoopste ben. De goedkoopste is een 'charity' in Stalybridge waar ik geregeld platen voor mezelf haal. Deze zijn 10 pence per stuk. Ik heb een paar duurdere platen in de winkel, maar het is het goedkope spul dat het meest eenvoudig valt te slijten. Toch wordt het niet veel drukker in de zaak en dat ligt hem dan vooral aan de locatie en de stad. Het is allemaal nét te klein voor een platenwinkeltje.

Toch geniet ik met volle teugen van het leven in deze periode. Ik maak graag lange wandelingen, al dan niet in gezelschap van Sadie. Het moet rond deze tijd zijn geweest dat ze snel aan het rennen is dat ze niet op tijd kan stoppen en kopje onder gaat in het Huddersfield Canal. Het ene moment heb je een goudkleurige hond en zo kom je thuis met een zwarte hond. Toch heeft ze het zelf als 'best prettig' ervaren en zal ze daarna nog een paar maal voor haar lol in het smerige kanaal springen. Dit tot grote frustratie van mij want ik kan haar vervolgens weer onder de douche zetten. Daarbij strip ik mezelf ook tot mijn onderbroek want ik krijg het meeste water over me heen. Ik zocht naar een foto van de Tame, het kleine riviertje dat door Mossley kabbelt. Ik herken de foto. Het is aan de rand van Mossley waar de Tame naar Stalybridge slingert. De Tame laat zich lange tijd niet volgen, maar je kan wel mooi langs het Huddersfield Canal naar Stalybridge wandelen. Anoo 1998-1999 kom je zelfs voorbij een plek die je tegenwoordig zou tegenkomen in een 'urban explorer'-video op Youtube. Een vervallen fabriek met daaromheen uitgebrande oldtimers waaronder een Rolls Royce. Iemand heeft geprobeerd een Opel Corsa te laten zinken in het kanaal. Verder oude caravans en een hoop oude brandhaarden. De plek is schijnbaar helemaal opgeruimd anno 2019.

Ik herinner me een hele lange wandeling die ik heb gemaakt. Een tocht door plaatsen waar ik nog nooit eerder ben geweest. Gelukkig ben ik op het laatst ter hoogte van Ashton-Under-Lyne en hoef ik dus niet zo heel ver meer terug naar Mossley. Ik heb een flesje water mee en een paar broodjes maar het flesje is al snel leeg. Ik ben echter ver buiten de bewoonde wereld en kan mijn geluk niet op als ik opeens een club zie. Toch wordt me de toegang ontzegd en kan ik zelfs niet eens een gevuld flesje water krijgen. Hoewel ik dan ruim een jaar in Mossley woon is dit mijn kennismaking met de klassendiscriminatie in Engeland. Het bestaat! Je hebt de 'upper class', de 'middle class' en de 'working class'. Ieder heeft zijn eigen uitgaansgelegenheid. Als 'middle class' kun je in beide gevallen terecht, maar als 'working class' kom je doorgaans niet verder dan de 'working man's pubs'. Ik begrijp pas later dat ik met de 'Tollemache Arms' iets bijzonders heb bereikt: Ik kom als 'working class' in een 'middle class'-pub. De 'conservatory clubs' zijn uitsluitend voor de gegoede Britten en een armoedzaaier als ik ben niet gewenst op het terrein. Ik vraag een buurvrouw en krijg alsnog mijn flesje water. De 'Tollemache' is meerdere malen per week mijn uitstapje. Vrijdag en zondagavond zijn vaste prik en als Mrs. Hatfield langskomt in de winkel krijg ik steevast een paar pond van haar. ,,Here, get yourself a pint in the Tollemache Arms". Soms ga ik op vrijdagavond naar 'The Witchwood' in Ashton waar het bier op deze avond een pond is voor een pint. Met 'top-ups' kun je dan voor vijf pond het Engelse volkslied achterstevoren zingen. Het is verraderlijk voor ons Nederlanders: Het alcoholpercentage is een stuk lager dan onze pils, maar het bier is veel zwaarder. Vijf 'pints' voel je echt in je benen!

Tot slot nog een verhaaltje dat ik laatst nog eens heb gedeeld in een besloten Facebook-groep. Daar hangen we verhalen op die op ene of andere manier gelinkt zijn aan 'beroemdheden'. Ik zit rond deze tijd in de 'top shop' aan Manchester Road en heb zowaar een nieuwe klant in de zaak. Ze is verdwenen in het halletje met de boeken. Ik draai intussen een cassettebandje met singles uit mijn eigen collectie. Zo komt 'Rosie' van Don Partridge voorbij. Don Wie? Don Partridge heeft in ons land twee hits. 'Rosie' bereikt de top tien in 1968 en 'Blue Eyes' komt niet verder dan 29. In Engeland heeft Partridge zijn grootste hit met 'Breakfast On Pluto'. 'Rosie' alsook de Londense straatzanger zijn compleet 'vergeten' in Engeland. Opeens steekt de dame haar hoofd om het hoekje. ,,Dit is Don Partridge toch?", vraagt ze. Ik ben verbaasd dat ze het liedje en de artiest weet te herinneren. De vrouw ziet het en verklaart het nader: ,,Ik heb twee jaar voor deze hit verkering met hem gehad".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten