maandag 17 juni 2019

Singles round-up: juni 1



Albert heeft het in eerste instantie over een stuk of honderd singles en ik zie alweer een 'Singles round-up: juni 15' in het verschiet. Dan komen we overeen dat hij een stuk of vijftig platen gaat uitkiezen welke ik zondag kan meenemen. Het zijn er 57 in totaal en ik denk dat ik drie afleveringen met elk negentien singles ga doen. De verhaaltjes bij de singles worden dan iets beknopter. Verder een update over vanmiddag: Het is niet de tweede partij van Mark welke bij het postkantoor ligt, maar de 'big want' die ik vorige week op Ebay heb gekocht. Ik had echter al de foto's gemaakt van de 12"-singles en de tien uit de 'soul pack' en daar ga ik dan ook mee beginnen. De reguliere singles van Mark komen dan later deze week aan bod. De eerste aflevering bestaat uit vijf 'normale' singles en een 12"-single. De singles komen uit een 'soul pack' welke Mark op een zaterdag aanbiedt. Het zijn zogenaamde 'Eupics' van 'soul legends' en daar is geen woord Frans bij. Hij vraagt dertig pond voor tien singles en dat is geen geld, zeker in het geval van Arthur Conley welke nogal in trek is sinds een paar jaar. Ik heb alle platen zaterdag al gedraaid, maar ga ze opnieuw hun rondjes laten draven voor een soort 'live'-recensie.

* Clarence Carter- Doin' Our Thing (Duitsland, Atlantic, 1969)
Omgerekend vier euro voor een puntgave Clarence Carter met fotohoes? Geen gekke prijs als ik de handel bedenk van, bijvoorbeeld, Het Goed in Emmeloord. En dan te bedenken dat Mark een soul-handelaar is en geen kringloopwinkel. Deze single bevat twee kanten van Carter en geproduceerd door de legendarische producent Rick Hall. 'Doin' Our Thing' is niet bijster originele Atlantic-soul maar is uiteindelijk wel mijn favoriet van de twee. Het is niet essentieel maar tegelijk ook erg leuk om te hebben. Voor deze prijs neem ik hem graag mee!

* Arthur Conley- Funky Street (Duitsland, Atlantic, 1968)
Ik haal in 1997 mijn eerste exemplaar uit Denemarken en dat is de Zweedse Atlantic-persing. Het is pas in 2016 dat ik de b-kant leer kennen, 'Put Our Love Together', en dan blijkt mijn Zweed wel erg versleten te zijn. Dan heeft Mark een Engelse Atlantic in de aanbieding en deze staat sindsdien in de Blauwe Bak. Wat gaat er nu gebeuren met deze Duitse persing? Welnu, die komt in de jaren zestig-bak te staan. Een gemiste kans voor de andere bezoekers in de groep want ook deze is puntgaaf en zou zeker niet hebben misstaan in de koffer van een meer progressieve soul-dj. In de volgende aflevering zit ook een 'dubbele'.

* Dennis Edwards- Don't Look Any Further (Duitsland, Motown, 1984)
Het mysterie is opgelost met deze single. Mark biedt deze regelmatig aan voor een flinke prijs en de platen vliegen weg als warme broodjes. Het blijkt dat het in Engeland voornamelijk een clubhit is geweest en dat de plaat niet verder dan nummer 45 op de hitparade is gekomen. Er zijn in Engeland dus niet veel exemplaren voor handen en dan treft men het weer met Nederland waar het een flinke hit is geweest. Tot mijn grote verrassing heb ik de plaat nog niet in de jaren tachtig-bak of in de soul-koffers staan en sinds dit weekend mag het dan in de laatste. Het is het geluid dat momenteel erg in trek is bij de dj's met een specialisme in 'Modern Soul' en zelf koester ik sinds de eeuwwisseling (en met name de cover van M People) een liefde voor dit nummer.

* Aretha Franklin & George Benson- Love All The Hurt Away (UK, Arista, 1981)
Ik koop in 2016 de single 'Hold On I'm Comin' van Aretha uit hetzelfde jaar en op hetzelfde label. Deze verdwijnt meteen in de jaren tachtig-bak ook al meen ik even 'iets' te hebben gehoord in de b-kant. Maar weer eens afstoffen! De a-kant van deze single is geschreven door Sam Dees en dat geeft weer extra voer voor een Sam Dees-'Sweet 16' na afloop van een 'Do The 45'. Toch is dit niet echt te pruimen voor mij. Op de keerzijde doet Franklin het in haar eentje met een eigen nummer genaamd 'A Whole Lot Of Me'. Dat is meer mijn keuze als het écht moet. De Brexit heeft nog altijd niet plaats gevonden waardoor Aretha nog steeds in de 'Eupics' mag. Wellicht dat Mark niet eens in het hoesje heeft gekeken en dat de single in Nederland op een platenbeurs is gekocht?

* Pat Hodges- You Give Me No Reason (US, Travellin Light, 1990, 12")
,,Ik herinner me nog hoe ik beide 12"-singles in 1990 heb gekocht", schrijft Mark eerder vanavond in een berichtje. ,,Er is zulke goede muziek gemaakt in deze tijd". Voor de goede orde: Hij heeft het dan over de soulvolle platen. Bill Spoon trekt me over de streep met de 12"-singles en vervolgens neem ik deze mee als 'kassakoopje'. Ik sla meteen de eerste kant over. Dat bevat de 'radio edit' en de 'instrumental'. De b-kant heet de 'soulful mix' en dat is de reden van aanschaf. Het is op 33 toeren in plaats van 45 en de reden daarvoor is onbekend. Het is niet zoveel langer dan de 'radio edit' en had gemakkelijk op een kant gepast als deze 45 toeren was geweest. Het beslaat slechts een derde van de kant. Zal ik meteen een vergelijking er tegenaan gooien? De stem is anders, maar ik zou me kunnen voorstellen dat Lisa Stansfield dit zou hebben uitgebracht in 1990. Muzikaal is het eigentijds voor 1990 zonder dat het té elektronisch wordt. Het is het soort nummer dat na een paar maal luisteren gaat groeien en dat is bij mij reeds gebeurd. Voorwaarde bij 12"-singles: Het moet beslist niet op 7" voor handen zijn en dat is met deze 'soulful mix' in ieder geval aan de hand.

* Curtis Mayfield- She Don't Let Nobody (Duitsland, Boardwalk, 1981)
Vreemd maar waar, ik heb me nimmer gerealiseerd dat 'She Don't Let Nobody' van Chaka Demus & Pliers een cover is geweest, laat staan dat het van de hand is van Curtis Mayfield. Het is eigenlijk de b-kant van 'Toot An' Toot An' Toot' en dat kantje heb ik een stukje kunnen beluisteren. De labels zijn per ongeluk verwisseld waardoor ik zaterdag bijna deze kant had gedraaid. Het gaat me echter om de oerversie van 'She Don't Let Nobody' dat ik altijd erg fraai vond in de uitvoering van Demus en Pliers. Waarbij ik moet opmerken dat ik jaren lang heb gedacht Pliers een groep was (als in Bob Marley & (The) Wailers) en wellicht het duo wel eens heb aangekondigd als Chaka Demus & The Pliers. Niets is minder waar: Pliers schijnt een nogal eigenwijs manspersoon te zijn. Ik begreep van Lee dat 'onze' Wolfman ooit een aanvaring met hem heeft gehad. In de jaren tachtig is ook Mayfield aan het afglijden langs dezelfde baan die wordt genomen door andere jaren zestig- en zeventig-coryfeeën en dat maakt dat 'Toot' een beetje té gedwongen 'hip' klinkt in mijn oren, maar 'She Don't Let Nobody' maakt het ruimschoots goed!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten