zondag 24 februari 2019
De Poolse droom
We zijn al een tijdje niet meer in Mossley geweest. Ik bedoel in dat geval Soul-xotica en niet over de achttien jaar sinds mijn laatste bezoek. Hoewel ik weer volop aan het werk ben en mezelf heb verlost van de medicijnen, zal het uiteindelijk tot eind april duren eer ik merk dat ik de depressie heb verlaten. In de eerste maanden van 1999 heb ik bezit genomen van de 'top shop'. De meubelwinkel zit aan een zijstraatje (Queen Street) dat lastig is te vinden voor menigeen. Op de hoek van Queen Street en Manchester Road kunnen we heel goedkoop gebruik maken van een hoekpand. De winkel is ingericht voor het meer exclusieve porselein maar fungeert vooral als vraagbaak waar de mensen de meubelwinkel kunnen vinden. De handel is nihil en het zal tot eind april duren eer ik de hele zaak leeg trek en inricht als boeken- en platen-discounter. Ik zit dagen lang tevergeefs op klanten te wachten. Intussen schrijf ik veel, lees een boek, luister naar de radio of één van de zelf gemaakte cassettebandjes. Mrs. Hatfield komt driemaal in de week langs voor een kopje thee en een praatje en stopt me wat zakgeld toe voor een drankje of twee in de Tollemache Arms. Het dromen ben ik ook nog niet verleerd! Zo droom ik begin 1999 van een voortzetting van het idealisme in een héle vreemde omgeving. Het wordt andermaal een verhaal waaruit blijkt hoe naïef ik in 1999 werkelijk in het leven sta. Gelukkig ben ik in die twintig jaar 'ietsje' verstandiger geworden...
Twintig jaar geleden. Het lijkt als de dag van gisteren en toch is het iets langer geleden. Het internet heeft reeds zijn intrede gedaan maar is alleen toegankelijk voor 'experts'. Ofwel: Zo wordt ermee om gesprongen. We hebben modems op het kantoor en de computer met het internet is verboden gebied voor ons. Hoewel? Als je het héél lief vraagt? Ik schrijf in deze tijd nog iedere maand een column voor het magazine van Het Bolwerk. Dat hoef ik niet langer uit te printen en in een envelop naar Sneek te sturen maar mag opeens via de email. Secretaresse Norah of een collega en computernerd helpen me daarbij. Ik geloof dat ik via deze prille internet-ervaring ook voor het eerst hoor van de Emmaus in Lublin. Niet meer dan een mailadres en een telefoonnummer. Opeens heb ik het plan klaar: Ik wil naar Polen om mijn idealisme voort te zetten. Het is allemaal heel snel geregeld. Op het parkeerterrein aan de voet van Queen Street staan geregeld Poolse vrachtwagenchauffeurs en met één van hen sluit ik een 'deal'. Over twee dagen kan ik mee rijden tot Gdansk. Ik pak andermaal mijn spullen in en dat is méér dan alleen een rugzakje. Ik verwacht dat de chauffeur 'leeg' terug gaat (maar waarom moet hij anders twee dagen in Mossley wachten?) en dat zijn oplegger als verhuiswagen gebruikt kan worden. Een dag voor vertrek sein ik het thuisfront in. ,,Waarom kan het niet?". Nou, Gerrit, omdat je een identiteitskaart hebt en daarmee niet voorbij de Poolse grens gaat komen. Je moet eerst een paspoort hebben. De chauffeur vertrekt de volgende dag zonder mij.
Na het telefoontje van mijn ouders word ik opeens erg moe en moet even slapen. Omdat het bed vol ligt met ingepakte spullen besluit ik een 'knippertje' te doen in de leunstoel. Ik slaap dus rechtop. Ik kan me de droom nog helemaal herinneren. Ik heb op dat moment een leren jasje waaraan ik erg ben gehecht. Ik droom dat ik de jas weg geef en tegelijk een spijtgevoel krijg. De ontvanger geeft het terug met de boodschap: ,,Denk goed na voordat je iets weg gooit". Zo word ik wakker met betraande ogen. Dit 'visioen' zal ik nog menigmaal 'gebruiken' en achteraf gezien heeft de wijsheid me van iets heel doms willen weerhouden. In Mossley gelooft men echter in mijn stoute dromen en ik word financieel bij gestaan om een paspoort te bemachtigen. Daarvoor moet ik naar het Nederlandse consulaat in Manchester. Het betekent twee vrije dagen (aanvragen én ophalen) en de Emmaus betaalt eveneens voor de treinreis zodat ik wat geld over hou om te spenderen in Oldham Street. Wat me tevens herinnert aan het verhaal dat ik in januari heb geschreven. Ik heb toen niet het bonte shirt met de Amerikaanse landschappen gekocht, dat had ik toen al een half jaar. Ik heb in december 1998 een glimmend nylon shirt gekocht met een kunstzinnig motiefje. Die heb ik reeds jaren geleden weggegooid.
Dan heb ik een paspoort en kan de reis beginnen? Nee, dat wordt eerst nog een hele tijd uitgesteld. Er is namelijk helemaal niks bekend over Lublin. De ene heeft het over een soepkeuken voor daklozen, de andere over een mega-grote kringloopwinkel. Ik begrijp ook uit de correspondentie dat het veelal met zwakbegaafden werkt. Die onduidelijkheid houdt me aanvankelijk in Mossley en komt een dag voor mijn 24e verjaardag helemaal tot bloei. In de zomer van 1999 wordt me andermaal duidelijk dat ik eerst de schuld bij de Rabobank moet inlossen en dat heeft als effect dat ik in oktober terug keer naar Nederland. Twee maanden uitkering kan de schuld betalen en een spaarpotje geven zodat ik terug het idealisme (en bijbehorende armoede) in kan. Het is uiteindelijk 'mate' John die me helemaal behoed van deze stap. Ik ben hem achteraf gezien dankbaar!
Vanaf februari 1999 tot en met juni 2000 heb ik nooit liggend geslapen. Ik denk alleen in de dagen dat ik bij mijn ouders ben, thuis zit ik te slapen. Ik herinner daardoor al mijn dromen en meen visioenen te hebben en belangrijke boodschappen door te krijgen. Natuurlijk is het niet gezond en ik kan het ook niemand aanraden! In de paasvakantie ga ik een week naar Nederland en wellicht levert dat schrijfvoer op, anders kom ik zeker terug op het weekend van mijn 24e verjaardag.
De foto boven dit verhaal is gemaakt op een paar meter afstand van de 'top shop'. Het is het gebouw van de Royal Bank Of Scotland, op de hoek van de 'helling' naar 'Top Mossley'. Mossley kent namelijk drie 'lagen'. De 'top shop' staat in 'bottom Mossley', maar is in werkelijkheid de middelste laag. De wijk Micklehurst is het laagst gelegen gebied. Queen Street loopt af vanaf Manchester Road tot aan het Huddersfield Canal. De doorgaande weg klimt geleidelijk waardoor het een kilometer is naar Top Mossley. Er loopt echter halverwege ook een voetpad naar de top en dat neem ik op één van mijn eerste kerkbezoeken. Nooit weer! Té steil en ik zit de hele kerkdienst in mijn eigen zweetlucht.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten