vrijdag 5 mei 2017

Singles round-up: mei 2



Het is nog stil van het Blue Magic-front, maar de verkoper geeft op voorhand een erg late leverdatum aan. Ik vermoed dat hij de huidige veilingen af wacht en dan ineens een hele partij op de post doet. Ik heb drie jaar gewacht op de single en kijk dus niet op een week meer of minder. Het is mijn eerste Amerikaanse aankoop in meer dan een jaar en ik heb recent wel gehoord van collega-verzamelaars dat die invoerrechten moesten betalen. Bij mij is het bijna vijf jaar altijd goed gegaan en laat me hierdoor niet van de wijs brengen. Het kan hooguit een tientje worden, schat ik zo. Die houden jullie te goed voor een latere 'Round-up' want ik heb zo'n vermoeden dat het niet bij deze tien aanwinsten blijven. Ik heb héél voorzichtig ook alweer een plaatje gereserveerd bij Mark, gezien de kwaliteit van deze vangst is het andermaal niet vreemd dat ik hem als huis-leverancier heb aangenomen. Vandaag het laatste deel van de singles die gedurende vier maanden heb gespaard bij Mark en die dinsdag in Uffelte zijn gearriveerd.

* Inez Foxx- You Shouldn't Have Set My Soul On Fire (US, Dynamo, 1970)
United Artists wil in 1963 alléén Inez Foxx hebben, maar ze krijgen Charlie Foxx op de koop toe. Niet dat ze daar blij mee zijn bij het genoemde platenlabel. Broer Charlie kruipt gewoon achter de microfoon in de studio en doet een samenspel met Inez. 'Mockingbird' wordt oorspronkelijk ook alleen aan haar toegeschreven, United Artists negeert het feit dat de plaat weliicht wordt 'gemaakt' door de slomeduikelaars-stem van Charlie. In de daaropvolgende jaren wordt Charlie steeds meer een onderdeel van het geluid en mag zijn naam wel op het label staan. Het levert een rij aardige platen op, stuk voor stuk stampers, met een vraag- en antwoordspel tussen broer en zus. In 1968 gaat Charlie zich meer toeleggen op het produceren en doet dat al enige tijd voor Dynamo. Er is in 1970 geen spoor van Charlie te bekennen als Dynamo 'You Shouldn't Have Set My Soul On Fire' uitbrengt. Toch heeft dit hetzelfde geluid als de vorige singles: Opgewekt met de guitige stem van Inez Foxx. 'Shouldn't' heeft een funky benadering, de b-kant is een ouderwetse stamper en vind ik persoonlijk té Northern. Het blijft voor mij bij de a-kant. Met Otis Clay één van de snellere nummers uit deze selectie.

* Mamie P. Galore- This Time Tomorrow (US, Imperial, 1968)
Eigenlijk komt 'It Ain't Necessary' nét te laat. Ik ken het nummer van de 'Northern Soul Jukebox' en vermaakt me op menig fietstocht in 2012. Toch wil ik er maar niet in slagen om een fraai exemplaar voor relatief weinig op de kop te tikken. Het geluk lacht me in juni 2013 tegemoet maar als de plaat in Nijeveen aankomt, moet ik helaas concluderen dat ik het té vaak heb gehoord. Op een gegeven ogenblik wordt de b-kant nog ergens geprezen, maar dat heeft evenmin de indruk gemaakt dat het zou verdienen. Ik ben toch wel nieuwsgierig naar deze van Mamie Galore en luister even naar het Youtube-clipje. Wow! Dit is hele andere koek dan het stampwerk van 'It Ain't Necessary'. Galore schittert in de meer ingetogen stukken. 'This Time Tomorrow' is mid-tempo om de vingers bij af te likken. De b-kant heet 'Tonight's The Night' en is vast niet dezelfde als die van Betty Wright. Ik vraag me zelfs af of Galore refereert aan 'the very first time' in dit nummer. Toch geniet ik momenteel nog teveel van 'This Time Tomorrow' om de b-kant aan een onderzoek te onderwerpen.

* Jimmy James & The Vagabonds- Come To Me Softly (US, Atco, 1966)
James is in augustus 2015 de Week Spot geweest met 'Want You So Much' (1976) en dat verhaal heb ik zojuist even gelezen. Ik heb geen puf om de tas in te pakken en naar Sleen te fietsen. Of zal ik toch met de trein gaan? Nee, dat gaat niet over de Week Spot, maar noem het wel in de inleiding van het verhaaltje. Verder komen we 'Come To Me Softly' al vroeg in het verhaal tegen. Het is omstreeks 1960 de reden voor Jimmy om professioneel te worden. In 1964 steekt hij over van Jamaica naar Londen en in 1965 ontmoet hij Peter Meaden. Daarmee neemt hij in 1966 deze nieuwe versie op van 'Come To Me Softly'. Het is weinig ska, maar het geheel heeft toch een Caribisch tintje. Het heeft bovenal het zoetste orkest dat ik heb gehoord en het wordt geaccentueerd door de tinkelende piano. James zal in 1968 wederom een nieuwe versie opnemen, maar het is deze uitvoering uit 1966 die zo mooi 'past'. Hoewel het verhaal over Jimmy James al is geschreven, kan ik niet uitsluiten dat dit een Week Spot gaat worden.

* Odds And Ends- Who Could Doubt My Love (US, Today, 1972)
Onze kersverse Week Spot en het bericht hierover kunnen jullie vinden bij dinsdag.

* Baby Washington & Don Gardner- Lay A Little Lovin' On Me (US, Master Five, 1974)
Deze single zit een half jaar in de koker. Het is een paar dagen nadat ik de betaling heb geregeld van de singles uit november als Mark deze adverteert. ,,Kan die nog mee met de andere singles?". Helaas... Mark heeft ze een dag eerder op de post gedaan. Baby Washington en Don Gardner zijn zó 2016 voor mij geworden. Het begint op 21 maart. Ik besluit vanuit Ruinen, waar ik het huurcontract voor Uffelte heb getekend, even op platenjacht te gaan in Hoogeveen. Ik tref daar een winkeltje met enkele duizenden platen. Het is de nieuwsgierigheid dat ik 'Baby Let Me Get Close To You' meeneem. Geen slechte gok! Dit nummer is in 1974 de b-kant voor deze 'Lay A Little Lovin' On Me', een overheerlijk stukje jaren zeventig-soul dat tot op heden zwaar ondergewaardeerd is. Als Mark de platen wil verzenden, bijna twee weken geleden, ontdekt hij dat dit exemplaar een scheurtje heeft. Merk je gelukkig helemaal niks van bij het draaien, maar het betekent dat ik de plaat gratis en voor nop erbij heb gekregen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten