vrijdag 10 maart 2017

Raddraaien: Rod Stewart



Geen 'Singles round-up' vanavond. Onverwachte uitgaven? Nee, ik heb het geld nog gewoon in de zak. Ik had al een gerucht gehoord en speelde al met het idee dat het een teleurstelling kon worden en... jawel... De Tafel zit niet meer op het oude adres. Ik heb eens begrepen dat het naar een kleiner pand is verhuisd, maar niks geen informatie op de ruiten van de oude winkel behalve dat het meteen te huur is. Op zichzelf denk ik dat er best een markt is voor een inbrengwinkel als De Tafel in Meppel, maar het pand was gewoon véél te groot. Wat als voordeel had op andere winkels van dit kaliber dat je door de winkel kon lopen zonder spul 'mee te nemen' met je ellebogen of de angst zou moeten hebben om je hoofd te stoten tegen een laaghangende lamp. Hoe dan ook: De binnenstad van Meppel heeft op koopavond niets anders te bieden op het gebied van singles. De kringloopzaken buiten het centrum zijn 's avonds gesloten en dus ga ik op jacht naar iets anders: Sokken. Ik heb momenteel sokken waarbij ik moet bedenken door welk gat ik de voet moet steken. Voor menigeen iets dat je gemakkelijk kan bemachtigen, maar dan zit ik toch weer met mijn maat 48. Geslaagd? Ja en nee. De 43-46 van de Wibra zijn zeer elastisch, dus wellicht dat het nog gaat mee rekken, maar het is vooral de prijs waaraan je geen breuk kan vallen. Tot zover de 'Sokken round-up', dan ga ik nu verder met het 'Raddraaien'. Na de single van vandaag nog eentje te gaan voordat de serie ten einde is. De 'Raddraaier' van vandaag komt uit de zestiende jaren zestig-bak en is 'A Little Miss Understood' van Rod Stewart (1968).

Waar en wanneer? In september en oktober 1993 volg ik een uitgebreide beroepenoriëntatie in Leeuwarden. Niet even een formuliertje invullen op het arbeidsbureau, maar een traject van meerdere weken met iedere week een bepaalde beroepsgroep. De uitkomst hiervan is dat ik het aanvankelijk in de grafische sector moet zoeken en wellicht dat een audio-visuele opleiding helemaal geknipt zou zijn. Het instituut dat de opleiding moet gaan verzorgen, gaat failliet en dus wordt het helemaal niets. Het betekent echter wel dat ik een paar weken lang iedere dag naar Leeuwarden moet en dat ik dus eveneens de gelegenheid heb om eens wat vaker de platenwinkeltjes in de Friese hoofdstad te bezoeken. De Bierkade is onmogelijk te vinden voor een leek. Het blijkt een trapje naar beneden op de Kelders. Daar zit dan de platenzaak Downstairs. Opvallend is dat veel van het personeel van de zaak weinig kaas heeft gegeten van de platen-business want ik doe er een aantal opmerkelijke koopjes. Zo kaap ik eens een hele bak met singles zonder hoes die overduidelijk wachten op een nieuwe partij neutrale hoezen en hoge vraagprijzen. Ondanks het ontbreken van de hoesjes zijn de platen zelf in uitmuntende staat en daar zitten een paar collector's items tussen. Rod Stewart staat 'gewoon' voor drie gulden in de bak. Let wel: Het is niet de uitgave van 1971 in de gekleurde Nederlandse EMI-hoes. Dit is de originele 1968-er in het zwartwitte fotohoesje van hierboven. De kwaliteit van Google valt tegen, maar ik ben te lui om een foto te maken van mijn eigen hoes. Een plaatje dat nog behoorlijk zeldzaam blijkt en anno 1993 wellicht ook al snel vijfentwintig gulden had mogen kosten. Ik doe er mijn voordeel mee!

Het is geen 'Sailing' of 'Da Ya Think I'm Sexy', maar toch ben ik in 1993 al bekend met de beide nummers van de single. Ik besef de waarde in 1993 niet zo goed en vind het 'gewoon geinig' om het op de vinylsingle te hebben. Eind jaren tachtig beheert de Engelse reissue-maatschappij Castle Communications ook de catalogus van Immediate. Het resulteert in een aantal cd's waarbij bekend werk van The Small Faces en Chris Farlowe wordt afgewisseld met lastiger te vinden opnames van bijvoorbeeld Nico en de eerste Immediate-single voor Rod Stewart. Omdat ik verwacht dat Stewart wellicht nog eens voorbij gaat komen in 'Raddraaien' met een single uit de jaren zeventig of tachtig, wil ik me in dit bericht beperken tot de jaren zestig. De jaren waarin Stewart een gewaardeerde zanger is in de 'British Blues Boom', maar dat hij nog maar moeilijk aansluiting kan vinden bij het grote publiek. Sir Roderick David Stewart wordt zonder de eretitel op 10 januari 1945 geboren in Londen en krijgt zijn 'CBE' in 2016 ten behoeve van zijn werk op het gebied van muziek en liefdadigheid. Rod heeft vele claims op zijn naam staan. Eentje uit 1961 is vrij onderbelicht, maar niet minder aardig. Hij doet in dat jaar een auditie voor Joe Meek met zijn band The Raiders, maar de excentrieke producent stopt halverwege de sessie. Hij wijst hen af. Met name het debuutalbum van Bob Dylan zorgt ervoor dat Rod zich gaat verdiepen in de Amerikaanse folk en hij gaat op straat optreden met Wizz Jones. De toekomstige muzikanten van The Kinks bevinden zich in het gezelschap en even wordt overwogen om Rod de zanger te maken van de nieuwe band. Een jaar na zijn intrede in de Amerikaanse folk wordt Stewart gegrepen door de mod-cultuur en opeens ligt rhythm & blues op zijn platenspeler. Hij wordt in 1963 lid van The Dimensions. Later ontmoet hij Long John Baldry. Die laatste is onder de indruk van het mondharmonica-spel van Stewart en nodigt hem uit om bij zijn groep te komen. Hij overwint zijn verlegenheid en neemt als 'Rod The Mod' een plaats in de schijnwerpers. Decca wil een solo-plaat van Stewart op de markt brengen en dat gebeurt in september 1964. Rod krijgt eerst allerhande werk aangeboden dat hij té commercieel vindt. Hij weet de opnameleiding te overtuigen dat zijn begeleiders, sessiemuzikanten waaronder John Paul Jones, gaan luisteren naar werk van Sonny Boy Williamson. 'Good Morning Little Schoolgirl' is het resultaat, maar Decca kan de plaat aan de straatstenen niet kwijt.

In 1965 is Rod Stewart betrokken bij de oprichting van een 'supergroep' in de cirkels van de Engelse rhythm & blues. Steampacket bestaat uit Brian Auger, Julie Driscoll, Micky Waller, Vic Briggs, Ricky Fenson en Stewart zelf. De groep komt onder contract bij Giorgio Gomelsky welke dan ook de zaken beheert voor The Yardbirds. Het probleem van Steampacket is dat de leden afzonderlijk hun eigen verplichtingen hebben naar platenmaatschappijen en dat groepsopnames niet worden toegelaten. Gomelsky maakt echter live-opnames in de Marquee Club welke vooral in de jaren zeventig flink worden uitgevent. In 1965 maakt hij twee singles onder eigen naam voor Columbia, maar ook deze floppen genadeloos, ondanks het feit dat 'Rod The Mod' een begrip is geworden op de Engelse televisie. In maart 1966 stapt hij officieel uit Steampacket. Brian Auger en Julie Driscoll zullen in 1968 hun deel van het succes krijgen met 'This Wheel's On Fire'. In mei 1966 wordt hij tweede zanger van The Shotgun Express met Beryl Marsden, Mick Fleetwood, Peter Green en Peter Bardens als overige leden. Een half jaar later ligt de groep op haar gat, met een geflopte single als testament. Rod erkent dat The Shotgun Express en slap aftreksel was van Steampacket. Bij hem groeien de aspiraties om eigen werk te vertolken. In 1967 wordt hij de zanger van The Jeff Beck Group en schrijft nog wel eens een liedje, al dan niet onder de naam 'Jeffery Rod'. In maart 1968 brengt hij 'A Little Miss Understood' op de markt, maar dat is wederom geen hit. Ditmaal zingt Stewart liedjes van Mike D'Abo, de zanger van Manfred Mann die ook liever iets anders doet dan 'Ha Ha Said The Clown' en 'Mighty Quinn'. 'Little Miss Understood' is een prachtig gearrangeerde ballade dat zoveel perfecter had kunnen zijn als het goed studiopersoneel had gehad. Immediate is vooral 'do-it-yourself' en dat komt de productie niet ten goede. Erg jammer, want het is zo'n goede plaat!

Rod doet mee op zowel 'Truth' als 'Beck-Ola' van Jeff Beck, maar het zijn vooral de conflicten met Mickie Most welke het hem onmogelijk maken. Most zet bewust de Rod Stewart-nummers op de b-kanten, zoals in het geval van 'I've Been Drinking' op de b-kant van het afschuwelijke 'Love Is Blue'. In 1969 is het avontuur ten einde. Beck wil even later een groep formeren met Tim Bogert en Carmine Appice van The Vanilla Fudge en Stewart als zanger. De laatste bedankt ervoor en kiest voor The Faces, de voortzetting van The Small Faces. Het album 'Every Picture Tells A Story' uit 1971 geeft hem tenslotte de doorbraak waarop hij tien jaar heeft gehoopt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten