maandag 16 december 2013

Raddraaien: Cozy Powell



Door mijn lange haar en vaak donkere kleding word ik vaak voor hardrocker versleten. Het tegendeel is waar. Okay, het heeft op een paar momenten een klein rolletje gespeeld, maar ik ben nooit héél diep gegaan in de hardrock en heavy metal. Even een paar nummers van AC/DC knallen op oorlogssterkte is aardig, maar ik ben het al snel beu. Ik heb nimmer het gevoel gehad dat ik veel heb gemist. De evolutie van de hardrock ligt hem, in mijn optiek, meer in de ontwikkeling van de instrumenten dan in de muziek zélf. De podium-speakers van Black Sabbath in 1970 dienen nu als monitor-speakers voor Slayer, om maar een voorbeeld te noemen. Hardrock en metal is luidruchtiger geworden, maar de laatste échte ontwikkeling is ver te zoeken. Het enige dat ik gemist zou kunnen hebben, is Cozy Powell. Hoewel, ik denk dat er genoeg hardrockers zijn die zijn naam niet kennen, maar vast wel een paar albums van hem in de kast hebben staan. Cozy had in 1974 een top vijf-hit met 'Dance With The Devil' en met dit schijfje plastic is hij vandaag de Raddraaier.

Juli 1998. Ik woon sinds drie maanden in Mossley en heb inmiddels een paar weken de beschikking over mijn racefiets. Die had ik eerder dat jaar in York gekocht en gebruikt voor sollicitaties in de regio. Ik heb deze in mei uit York overgehaald naar Mossley, maar daar heb ik er maar weinig aan. De omgeving van York is nog redelijk begaanbaar, maar Lancashire en West-Yorkshire is eigenlijk té heuvelachtig om te fietsen. Ik heb net een pc gekregen en omdat ik daar nog niet helemaal wegwijs op ben, mag ik van de bestuursvoorzitter van de Emmaus in Mossley zijn 'Computers For Dummies'-boek lenen. Ik zal het die zaterdagmiddag bij hem thuis ophalen. Omdat ik dan toch onder de rook van Oldham ben en nog nimmer in het centrum ben geweest, fiets ik door. Ik was al gewaarschuwd: Het centrum van Oldham is tien keer niks en ik vind pas op het laatst nog een 'charity shop' waar ik nog maar eens een exemplaartje van 'Down Under' van Men At Work meeneem. Enig ander vertier is een pure cd-winkel, maar wegens het ontbreken van een deugdelijke cd-speler heb ik daar weinig aan. Het is daar dat ik kennis neem van het overlijden van Cozy Powell. Hij is dan inmiddels drie maanden niet meer onder ons, in die tijd zit ik in York en ben verstoken van de media. Eigenlijk ken ik zijn naam alleen van 'Dance With The Devil'. Een schandalig feit!

Colin Flooks heet de beste man in werkelijkheid en wordt op 29 december 1947 geboren in Cirencester in Gloucestershire. Op twaalfjarige leeftijd speelt hij al drums in de schoolband, in zijn vrije tijd drumt hij mee op de hits van de radio. Als zeventienjarige speelt hij bij de semi-professionele band The Sorcerefs, maar door het vele optreden moet hij stoppen met school en neemt een baantje om brood op de plank te krijgen. Ook spaart hij voor een Premier-drumstel. The Sorcerers gaat vervolgens naar Duitsland om drie jaar in het nachtclub-circuit te spelen. In 1968 keert de groep, inclusief Powell, terug naar Engeland. Powell raakt bevriend met toekomstig Slade-zanger Noddy Holder, Tony Iommi, maar ook twee onbekende leden van de folkrockband Listen: Robert Plant en John Bonham. The Sorcerers gaat zich Youngblood noemen en maakt een paar singles, maar in 1969 gaat Powell over naar de band van voormalig Move-lid Ace Kefford. The Ace Kefford Stand is echter geen lang leven beschoren en in 1970 formeert Powell Big Bertha. Alvast even een schets geven: Tussen 1968 en 1998 heeft Powell op 66 albums meegespeeld en heeft eveneens een lange lijst 'minder belangrijke gastoptredens' op zijn naam staan.

Ook in 1970 wordt hij de drummer van The Jeff Beck Group en gaat eerst met Beck naar Amerika om een album vol Motown-covers op te nemen. Dat zal nooit officieel verschijnen. Wel speelt hij mee op de albums 'Rough'n'Ready' en 'Jeff Beck Group' uit respectievelijk 1971 en 1972. Dan ontbindt Beck deze groep en sluit Powell zich aan bij Bedlam. Deze groep debuteert in 1973 op Chrysalis. Door zijn samenwerking met Beck is Powell echter in contact gekomen met Mickie Most. Most is één van 's werelds grootste onafhankelijke producers van het moment en heeft in het verleden ook met The Animals (zie: vorige Raddraaier) en Donovan gewerkt. In 1971 is Most zijn Rak-label begonnen en biedt Powell aan een single te maken. Dat is 'Dance With The Devil'. De basgitaar wordt hierop gehanteerd door Suzi Quatro en in ruil daarvoor speelt Powell mee op platen van andere Rak-artiesten als Quatro, Donovan en Hot Chocolate. In 1974 formeert hij zelfs even een groep genaamd Hammer om zijn solo-successen kracht bij te zetten. 'The Man In Black' is een redelijke hit in Engeland, in Nederland keert hij in 1975 eenmalig terug met 'Na Na Na'. De vierde single, 'Le Souk', flopt genadeloos.

In datzelfde jaar treedt hij toe tot Ritchie Blackmore's Rainbow en is samen met de naamgever gedurende vijf jaar het enige constante lid. Als Blackmore het klassieke hardrock-geluid stileert tot een 'mainstream'-rock-geluid heeft Powell er schoon genoeg van. Na 'Since You've Been Gone' neemt hij de benen. Hij blijft een gevraagd sessie-drummer en speelt tijdelijk bij Michael Schenker Group. In de late jaren tachtig formeert hij Emerson, Lake & Powell, maar in 1990 staat hij plots weer in de schijnwerpers als hij de drumstokken beheerst in Black Sabbath. Dat doet hij gedurende twee korte periodes in de jaren negentig. Powell is naast een invloedrijk drummer ook autocoureur en heeft een ongelukje waardoor hij in 1998 een tournee met Yngwie Malmsteen moet afzeggen. Maar dan fleurt hij helemaal op als Brian May aan de telefoon hangt: Hij wil Powell hebben als drummer voor zijn volgende tournee. In zijn privé-leven heeft hij dan een relatie met een getrouwde vrouw. Als deze vrouw hem op 5 april 1998 belt om zo snel mogelijk naar haar toe te komen, stapt Powell in zijn Saab 9000 en trapt hem flink op de staart. Halverwege de 35 mijl tussen zijn en haar huis belt ze hem opnieuw op de mobiele telefoon. Powell neemt op en wisselt een paar woorden en dan... Een klap en stilte!

Powell reed niet alleen te hard, maar droeg ook geen veiligheidsgordel. Hij is door de voorruit gegaan. Zijn alcoholpromillage was te hoog en bovendien belde hij niet 'handsfree'. Toch hoeft het nog geen roekeloosheid te zijn, een klapband is ook goed mogelijk. Hoe dan ook: Powell overleeft het niet. Hij is dan pas vijftig jaar jong.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten