zaterdag 23 februari 2013

dagplate: zaterdag



Sinds vanavond ben ik weer online met mijn goede oude vertrouwde Acer-laptop. Als je me dit woensdag had gezegd, had ik je voor gek verklaard. Ik dacht dat de laptop namelijk niet het driejarig jubileum zou halen, maar Marianne heeft fraai werk afgeleverd en dus kunnen we weer verder. Het driejarig jubileum? Ja, het is ergens rond de oprichting van Soul-xotica geweest dat ik deze laptop heb gekregen, maar het heeft pas tot november 2011 geduurd eer ik deze voor internet-doeleinden ging gebruiken. We hadden toen immers nog de Nokia. Met de telefoontoppertjes, maar minus een hoop knopjes! Dat driejarig jubileum gaan we niet heel uitbundig vieren, met Soul-xotica is dat anders. Tot en met vrijdag presenteer ik jullie dagelijks een dagplate, maandag maar liefst vijf. Volgende week zaterdag eten we gebak en zondag sluiten we af met een Schijf van 5 'feest'-nummers. Maar vandaag dus eerst een gewone dagplate.

En we beginnen maar meteen met een stel pretletters: Robert Smith en zijn kornuiten. Die hoeven we immers niet allemaal bij de naam te noemen, want dan zou het bericht een proportie van een familiestamboom krijgen. Smith is door de jaren heen het enige constante lid dn houdt dat inmiddels ruim 36 jaar vol. De pikzwarte haren zijn her en der iets grijs geworden, maar daar maakt Smith zich niet druk om. Zijn groep is immers de meest populaire alternatieve popgroep van voor het grunge-tijdperk, dus zijn pensioen is ook alweer een tijdje geleden geregeld. The Cure komt voort uit studenten van de kunstacademie en Robert maakt zijn podiumdebuut in 1973 als leider van een bandje. Met hem zijn dan onder andere Laurence 'Lol' Tolhurst en Michael 'Mick' Dempsey. In 1976 gaat het groepje opereren onder de naam Malice, maar hoe stuurloos de muzikanten zijn, mag blijken uit het feit dat leadgitarist Marc Ceccagno de voorkeur geeft aan een jazzrockband. Zijn andere kameraden gaan verder de punkbeweging in en veranderen tegen het einde van 1977 de naam in Easy Cure. Er hebben dan al meerdere zangers auditie gedaan, maar het is uiteindelijk Smith die zich opwerpt als leadzanger en aanspreekpunt. De groep wint een competitie van de Duitse platenfirma Hansa en het levert een contract op. Ondanks dat er opnames worden gemaakt, verschijnt er niets op vinyl.

Vanwege de jonge leeftijd van de muzikanten had Hansa gehoopt op een nieuwe tienersensatie en daarvoor moest Easy Cure covers spelen, maar dat heeft The Cure altijd geweigerd. En zo gaat de groep verder met het rondsturen van demo's, totdat Fiction zich in 1978 aanmeldt. Fiction is een onafhankelijke maatschappij welke verzekerd is van de distributie van Polydor. De eerste single heet 'Killing An Arab' en verschijnt via Polydor op het Small Wonder-label, dit omdat Fiction nog niet helemaal klaar is, maar na deze single zal Fiction het werk overnemen. Op het b-kantje van de single staat '10.15 Saturday Night', maar dit nummer zal zo'n cultstatus krijgen bij de release dat deze naast 'Killing An Arab' prijkt op de singles-verzamelaars 'Standing On The Beach/ Staring At The Sea'. Het komt eveneens terecht op het debuutalbum van The Cure: 'Three Imaginary Boys'.

Hoewel de groep pas later de erkenning zal vinden met haar 'groots en meeslepende' dingen uit de vroege jaren tachtig en de aardige pop-fusion van later uit hetzelfde decennium, zijn het voor mij deze vroege plaatjes van The Cure die het leukste zijn. De punk nog vers in het geheugen, maar toch met een drang om zich daarvan af te zetten. De liedjes zijn kort, puntig en zonder opsmuk. Geen kwaad woord over 'Seventeen Seconds' en latere elpees, maar daarmee komt de groep niet op Soul-xotica. Het zijn deze vroege post-punk-voorbeelden. Overigens wist ik tot vanavond niet beter dan dat '10.15 Saturday Night' een aparte single-track was geweest. 'Killing An Arab' wordt geen hit, maar de opvolger 'Boys Don't Cry' doet het ietsje beter. 'Jumping On Someone Else's Train' is ook zo'n fijne single, die weinig uit haalt. Dan volgt 'Seventeen Seconds' met 'A Forest' en zal de groep tot ongekende hoogten stijgen. Smith is zoals gezegd al jaren de enige constante factor, sinds dertig jaar gesteund door bassist Simon Gallup. Die mocht er in het begin dan niet bij zijn geweest, hij heeft een langere staat van dienst binnen de band dan iedereen anders!

Morgen dus geen Schijf van 5, maar gewoon een enkele zondagse plaat. Maandag ga ik jullie dan wel een maandag presenteren. Dan kan ik nu verder met de planning voor later deze week en de Raddraai-lijst in ere herstellen, want nogmaals: De laptop mag dan klaar zijn, maar is bovenal ook erg leeg...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten