dinsdag 19 maart 2024

Honderd achteruit: Robert Palmer


Weer terug naar de oude rubrieken betekent eveneens dat ik de 'Honderd achteruit' weer mag afstoffen. Ik probeer al sinds een paar maanden een eindsprint in te zetten maar vooralsnog wil dat niet echt opschieten. Ik heb in principe nog negentien te gaan. Eentje heb ik namelijk al eerder behandeld in een dubbelaflevering. Zover ik kan zien zitten er geen bands en artiesten tussen die we eveneens in de Top 100 van 2023 tegenkomen. Ach, het wordt een project van lange adem. Ik ben aanbeland bij de nummer 80 in de Gele Bak Top 100 van 2022 en dat is ook een nummer uit '80. Het onderwerp van vanavond is Robert Palmer en zijn 'Looking For Clues'.

Elpees doen niet mee in de verzameling. Ik heb pas een plaat als ik het op single heb. Het zijn de mantra's waarmee ik al jaren leef. Toch is er een tijd dat ik nog wel elpees koop en dat maakt ook dat ik dit nummer van Robert Palmer feitelijk al ruim twintig jaar op plaat heb. Het is begin 2003. Ik heb net de sleutels gekregen van mijn huisje aan de Rembrandtstraat. Op dag 1 ga ik over mijn enkel en zit vervolgens drie weken met mijn been omhoog. Vervolgens heb ik moeite met het afscheid nemen van de krukken. Ik loop nog met één kruk en krijg een week later een scheldkanonnade van de arts over me heen. Weg met die kruk! Buurman en goede kameraad Robert rijdt dan bijna dagelijks illegaal rond in zijn Golfje. Hij heeft voldoende praktijkervaring qua autorijden maar zakt steeds op hele lullige punten en vaak overmacht. Ik stap met een gerust hart bij hem in de auto, ook al rijdt hij eens 130 tussen Heerenveen en Steenwijk. Hij nodigt me op een maandagmiddag uit om met hem mee te gaan naar de kringloopwinkel in Emmeloord. Ik geloof dat 'Johnny And Mary' de aanleiding is geweest. Deze middag koop ik de elpee 'Clues' van Robert Palmer. Na een enkele draaibeurt moet ik concluderen dat het twee singles zijn want de rest van het album kan me niet echt boeien. Inmiddels heb ik beide nummers op single maar dan opnieuw... ik heb geen flauw idee of ik het album nog heb.

Ik heb lange tijd verondersteld dat Robert Palmer een Amerikaan was. Als ik zijn geschiedenis ontdek, blijk ik enkele interessante dingen te missen. Robert Allen Palmer wordt geboren op 19 januari 1949 in Batley, iets ten zuidwesten van Leeds, in het graafschap Yorkshire. De vader van Robert werkt voor de Engelse defensie en is twaalf jaar gestationeerd op Malta. Robert brengt daar de eerste twaalf jaar van zijn leven door. Dan keert het gezin terug naar Yorkshire en vestigt zich in Scarborough. In 1964 richt hij zijn eerste band op: The Mandrakes. Nadat hij zijn school heeft afgemaakt, krijgt hij een baantje bij de plaatselijke krant. Kort daarop vindt een inval plaats in zijn huis en vinden de agenten de restanten van een gerookte hasj-joint en krijgt hij op staande voet ontslag. Als The Alan Bown Set haar leadzanger, Jess Roden, ziet vertrekken, reist Palmer naar Londen om auditie te doen. Hij wordt aangenomen en zingt op de single 'Gypsy Girl'. Roden heeft reeds de nummers in gezongen op de elpee 'The Alan Bown!' maar 'Gypsy Girl' is dermate succesvol dat Palmer de zang opnieuw op de band zet. In 1970 voegt hij zich bij de jazz/fusion-groep Dada met onder andere Elkie Brooks. Een jaar later formeert hij met haar de soul/rock-band Vinegar Joe. Palmer bespeelt de slaggitaar en deelt de zang met Brooks. Vinegar Joe maakt drie albums voordat de band klapt in maart 1974.

Vinegar Joe heeft al platen gemaakt voor Island en dezelfde maatschappij ziet een solocarrière wel zitten. 'Sneakin' Sally Through The Alley' wordt in Amerika opgenomen met The Meters en Lowell George van Little Feat. 'Pressure Drop' uit 1975 gooit reggae in de mix. 'Some People Can Do What They Like' is een regelrechte flop en dan verhuist Palmer van New York naar de Bahamas. 'Double Fun' staat bol van de Caribische invloeden en levert de wereld 'Every Kinda People'. Hoewel het is geschreven door Andy Fraser wordt Palmer's uitvoering gezien als de oerversie en het nummer zal veelvuldig worden gecoverd. In 1979 neemt hij een gok die goed uitvalt. Zijn de eerste albums een vergaarbak van soul, funk, rock en reggae, vanaf 'Secrets' legt hij zich uitsluitend toe op de rockmuziek. Het pakt goed uit voor Palmer want 'Secrets' en 'Clues' zijn uiterst succesvolle albums. Het titelnummer van de laatstgenoemde, 'Looking For Clues', schopt het tot een vijftiende plek in de vaderlandse Top 40. In Vlaanderen, Duitsland en Canada bereikt het zelfs de top tien.

In de midden jaren tachtig neemt Robert Palmer een belangrijke plek in in de popmuziek. Met name zijn album 'Riptide' (1985) zorgt voor flinke verkoopcijfers. In 1984 formeert hij de 'supergroep' Power Station. Hij woont op de Bahamas recht tegenover de Compass Point Studio van Nassau. Niet alleen mixt hij daar het merendeel van zijn eigen platen maar ook van Power Station en in 1981 bijvoorbeeld voor een album van reggae-legende Desmond Dekker. 'Riptide' bevat het zelf geschreven 'Addicted To Love' dat wordt geproduceerd door Bernard Edwards van Chic. De videoclip met de vrouwelijke fotomodellen is opzienbarend en Palmer wordt de held van MTV.

Hij is vierentwintig jaar samen met zijn eerste liefde en het stel heeft kinderen. In 1993 scheiden ze van elkaar. Palmer is verder altijd erg gesloten geweest over zijn privé, wél is bekend dat hij ruim zestig sigaretten per dag rookt. In 2003 maakt hij het album 'Drive' en vier maanden later overlijdt hij aan een hartaanval in een hotel in Parijs. Hij is dan pas 54 jaar jong.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten