zondag 16 april 2023

Het zilveren geheugen: april 1998 deel III


Laat me eerst maar beginnen met de rug. Welnu, zitten gaat me momenteel goed af. Lopen ook niet onaardig. Bukken moet ik vermijden en ook langdurig staan wil pijnlijk zijn. Het slapen is vooral een drama. Niet alleen moet ik zien dat mijn rug goed ontspant maar ik moet er ook rekening mee houden dat mijn benen niet gaan slapen. Een dwarse kuitspier is altijd pijnlijk maar met spit helemaal een hel! Ik ben vanmiddag naar Havelte gefietst maar helaas hebben ze de juiste pijnstillers niet. Zelfs nog gebeld met de Albert Heijn in Meppel maar met hetzelfde resultaat. Er zit dus niets anders op dan wachten totdat de dokterspraktijk in Havelte open gaat en daar de medicijnen halen. Het kan zomaar zijn dat ik wakker blijf tot die tijd en pas ga slapen als de eerste spierverslapper zijn werk doet. Vandaag in ieder geval een aflevering van 'Het zilveren geheugen'. Ik ben vorige week aangekomen in Mossley op het afgebeelde station. Dat is op een paar meter lopen van waar ik woon. Deze foto is extra mooi omdat het huis er zo mooi bovenuit torent. Erachter is namelijk een zéér steile helling naar Top Mossley. Bij het eerste kerkbezoek heb ik de tong zo ongeveer op de schonen liggen omdat ik binnendoor wil. Uiteindelijk kun je maar beter een kilometer om lopen. Vandaag even iets meer over de Emmaus en de betoverende omgeving van Mossley.

'Je zit in een klooster?'. Ik weet niet of mensen daadwerkelijk hebben geweten van mijn verblijf in het, tot klooster gezegende, huis van Father in York. Het zal de associatie met de naam 'Emmaus' zijn. Dat is inderdaad een Bijbelse plaats maar daar houdt ook meteen iedere connectie met religie of godsdienst op. De Emmaus is gesticht door een Franse priester. Naast deze roeping is de Abbé Pierre ook actief in de Franse politiek. In 1947 treft hij een oude maat die aan lager wal is geraakt. De man heeft geen onderdak meer. De Abbé heeft een extra woning tot zijn beschikking. Alleen is het huis, dat hij Emmaus heeft genoemd, een bouwval. Hij biedt zijn maat het huis aan. Als hij het wil opknappen, kan hij er verblijven zolang als hij wil. Gaandeweg komen meer dak- en thuislozen naar het huis. Er moet worden gegeten maar er zijn geen inkomsten. De Abbé wil gaan collecteren maar dat stuit de residenten tegen de borst. Zij willen niet meer bedelen! Dan ontstaat het idee om in de voddenhandel te gaan. Even later kunnen ze het huis leeghalen van iemand en mogen ze de inhoud zelf gebruiken of verkopen. Zo ontstaat stukje bij beetje het Emmaus-project. In de jaren vijftig breiden het aantal huizen en winkels uit en in 1960 wordt de eerste Emmaus in ons land geopend. Niet alleen is het vooruitstrevend in de aanpak van dak- en thuislozen, ook helpt het in zekere zin mee aan de bewustwording van kringloopspullen.

De eerste Emmaus in Engeland is die van Cambridge en dan is het al in de jaren negentig. Mossley opent de deuren in 1997. Vooral in de omgeving van het gebouw zijn de meningen erg verdeeld. Er komt een horrorverhaal in de plaatselijke krant over de hoeveelheid naalden en ander drugsafval welke worden gevonden bij speeltuintjes. Op dat moment woont echter alleen nog maar de coördinator en zijn vrouw in het pand en zij hebben hooguit een jointje gerookt in 1968. Het is nog heel erg 'klein' als ik voor het eerst binnen stap. Een snelle telling zegt me dat er dan zes 'companions' zijn plus de coördinator en zijn vrouw. Norah doet doordeweeks de administratie. Het bestuur is nauwelijks actief op de werkvloer maar we hebben nog wel een aardig groepje vrijwilligers op dat moment. We hebben alleen nog maar een ingang aan Queen Street en er moet nog veel worden verbouwd. De klanten moeten dus door onze leefomgeving om in de winkel te komen. Fransman Jacky bestiert het winkeltje op de hoek van Manchester Road (schuin tegenover het station) en mijn eerste taak is het bric-a-brac-winkeltje op de zolder van het warenhuis. Daar zullen een jaar later de eerste kamers verrijzen en dan zal de winkel in zijn geheel het warenhuis in gaan.

We runnen met zijn allen een kringloopwinkel. Met onze bus worden losse meubelstukken gehaald alsook complete inboedels. Boeken en antiek gaan naar Manchester Road en kleding gaat op een grote berg. Het probleem is dat de warenmarkt van Ashton-under-Lyne dé goedkoopste is van het land. Als je voor vijf pond een nieuwe spijkerbroek kan kopen, wat moet je dan vragen voor een tweedehands? Een paar maanden later is aan mij de eer om de vodden te herverpakken zodat ze kunnen worden verkocht aan de voddenboer. Hier op zolder ontdek ik mijn liefde voor vrouwenkleding. Er is niemand die me kan zien. Ik vind nog wel een bruin leren jasje uit de jaren zeventig. De meest vieze kleur bruin die je kan bedenken. Deze weet ik voor een fraaie prijs te verkopen aan een vintage-winkel in Manchester. Voor de rest zijn het voornamelijk vodden. Ik vind daarentegen een broek die ik heel lang zal koesteren totdat ik hem in 2008 in de trein laat liggen.

De kamers zijn erg geïmproviseerd. Wanden van zéér dunne plaatjes scheiden mij van buurman Jacky. Zodra Duitser Hans de laan is uitgestuurd, kan ik zijn kamer betrekken. Deze is iets ruimer en biedt meer privacy. In het najaar van 1998 zijn de nieuwe kamers gereed en dan begint het ergens op te lijken. In het begin ben ik ook alleen in Mossley om aan te sterken. Zodra ik mezelf heb hervonden, ga ik immers terug naar York en me richten op de reguliere arbeidsmarkt. Twee maanden na intrek lees ik 'From Rags To Riches', het boek van Henri Le Boursicaud. Hij is in de jaren vijftig één van de eerste 'companions' in Frankrijk en zijn verhaal inspireert me om binnen de Emmaus te blijven. Ik zal tot en met oktober 1999 in Mossley blijven en zal in juni 2000 de deur van de Emmaus achter me dicht trekken. De eerste paar jaar heb ik nog wel ideeën gehad om terug te gaan maar dat is sinds 2012 definitief van de baan. Komende woensdag het vervolg van 'Het zilveren goud' met singles uit januari, april en mei 1998.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten