zondag 20 november 2022

Gebit zonder einde


Is er iets twintig, vijfentwintig of tien jaar geleden? Dat denk ik regelmatig met het oog op Soul-xotica. Is er een verhaaltje van zoveel tijd geleden dat ik anno 2022 kan delen met mijn lezers. Ik ga tegenwoordig zeer onregelmatig terug naar de tijd van twintig jaar geleden. De laatste keer is in augustus als ik over Dokkum schrijf en een tweede deel beloof dat er niet zal komen. Ik heb dan opeens wel plannen voor de vakantie. Op de elektrische fiets naar Dokkum, daar 'ergens' aan het stroom en 's avonds weer terug? Ik denk er zelfs aan een nachtje weg te blijven. Dan blijkt bij navraag dat Dokkum niet beschikt over een bewaakte fietsenstalling en dan is het me verder wel goed. In plaats daarvan fiets ik de vrijdag van de vakantie naar Earnewâld, een andere plek die op mijn verlanglijst staat. De afgelopen weken heb ik wel vaker even gedacht aan 2002. Er is immers binnenkort iets van mij jarig. Als ik dan vandaag op Facebook zie dat een kameraad jarig is, weet ik het zeker. Het is vandaag twintig jaar geleden dat ik mijn kunstklappers heb gekregen. Ik heb al eens eerder stil gestaan bij een 'verjaardag' hiervan, maar durf het gerust nog een keer te doen.

Het is driemaal 'en' op een rij. Louwsma's hebben volgens mij niet de sterkste gebitten mee gekregen. Beide ouders hebben een kunstgebit hoewel zij regelmatig onderhoud plegen en vast ook niet veel hebben gesnoept in hun jeugd. Wellicht had ik mijn natuurlijke gebit kunnen hebben als ik zuiniger was geweest, maar met name in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs snoep ik teveel. Tanden poetsen is vaak niet meer dan wat kauwen op een tandenborstel als niemand kijkt. Als de rot eenmaal in zet, is het snel bekeken. Ik krijg in 1994 al een tand aan een plaatje nadat het oude exemplaar eruit is gevallen bij een dollemansrit op de fiets over de Sneker waterpoort. Dat betonpaaltje stond er vorige week nog niet? Hoe dan ook, het wordt een plastic tand aan een plaatje in het bovengebit. De rest is dan ook al niet veel soeps meer. Vooral onder begint steeds pijnlijker te worden. Ik ga in 1997 nog eens met vrienden mee naar de tandarts als deze bij me op bezoek willen komen. In Engeland wil een goedwillende tandarts me helpen met de pijn maar kan me niet onder verdoving krijgen. Daarbij heeft hij al de grens overschreden waardoor ik even later 'high' ben en een uur later lam in bed lig. Terug in Nederland blijft de pijn zo nu en dan oplaaien. Ik heb een tijd in De Bilt dat ik een zakje kruidnagels bij me draag voor het geval. Bij mijn ouders verdoof ik het even met een scheutje jenever.

Het is de zomer van 2002. Het gaat niet lekker bij Jan in de kost en iemand heeft mij getipt dat het doodeenvoudig moet zijn om een woning te krijgen in Delfzijl. Vind je het vreemd? Hoe dan ook, ik ga op hun advies op de trein naar het immer bruisende Delfzijl. Onderweg in de trein heb ik een 'flirt' met een meisje dat schuin tegenover me zit. Als ik terug lach, wendt ze opeens haar hoofd af en ik weet héél goed waarom. Het gebit! Dat is voor mij het moment geweest dat ik mezelf heb voorgenomen om actie te ondernemen. Omdat ik thuisloos ben en veel rondhang in het Leger Des Heils besluit ik hun hulp in te roepen. Met succes! Zij weten me op een wachtlijst te krijgen. Omdat eerst even ander onderhoud gepleegd moet worden, ga ik langs een tandarts waarmee ze contact hebben gehad.

De tijd begint te dringen? Per 1 januari 2003 worden de kosten voor het trekken van een gebit niet meer volledig vergoed door het ziekenfonds. Het zou mooi zijn als het voor die tijd nog zou kunnen gebeuren, alleen... dat is over twee maanden. De tandarts vertelt me dan dat hij is opgeleid in het ziekenhuis en prima zélf kan trekken. 'Als je wel via het ziekenhuis wil, is het niet voor januari gepiept'. Dan maar verder in zee met deze tandarts. Op 11 november 2002 fiets ik op en neer naar Leeuwarden om te happen bij hem en op 20 november is de grote dag. Zijn assistente zal het herinneren als de dag waarop ze doof aan een oor is geworden. 'Dit gaat pijn doen', is een 'understatement' van de tandarts. Ik schreeuw heel Leeuwarden bij elkaar. Het gebit moet meteen in maar ik heb geen flauw idee wat ik ermee moet. Kauwen gaat niet lukken en dus moet het vloeibaar. Praten kost eveneens moeite. 's Avonds heb ik het verjaardagsfeestje van een kameraad en hij heeft een bijzonder rustige Gerrit over de vloer die bovendien geen alcohol mag hebben. Dat heeft hij wel anders meegemaakt?

Na de val met de fiets in 2009 is alleen het bovengebit opnieuw geplakt want dat ligt dwars door midden. Ook mis ik een halve tand, praktisch op dezelfde plek waar ik in 1994 een tand ben verloren. In het begin weet ik niet wat ik aan moet met een hoeveelheid plastic in de mond. Inmiddels ga ik over mijn nek als ik het uit de mond haal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten