dinsdag 6 november 2018

Raddraaien: Sippe Sibbele



Ik geloof niet in zoiets als toeval. Niets gebeurt zonder toeval, hoewel ik evenmin geloof dat 'Raddraaien' daar onderdeel van moet uit maken. Een leuke samenloop van omstandigheden, zou ik het dan willen noemen. 'Raddraaien' bepaalt dat ik de twaalfde single uit de tiende jaren tachtig-bak mag behandelen. De 'jaren tachtig' bevat overigens alle 'nieuwe' platen van 1980 en daarna. De jaren 1990 tot en met 1992 zijn goed vertegenwoordigd en met 1993 en 1994 valt een klein gat. Qua eind jaren negentig zijn het voornamelijk 'black label jukebox copies' die ik in 1998 en 1999 in Engeland koop. In Engeland is in 1998 nog altijd een markt voor vinyl en singles. In Nederland is het formaat sinds 1994 moeilijk verkrijgbaar of je hebt te maken met echte 'indie'. Wat de reden is geweest voor Sippe Sibbele om in 1998 een authentieke vinyl-single uit te brengen, moet ik ze altijd nog eens vragen. Je weet op voorhand dat de plaat alleen liefhebbers zal bereiken omdat veel 'fans' de draaitafel reeds jaren geleden bij het grofvuil hebben gezet. Ik leef inmiddels een paar maanden in Engeland en heb even lang niet gepubliceerd in het Sneeker Nieuwsblad en toch komen de cd's nog gewoon binnen. Meest extreme voorbeeld is een dvd die in 2011 naar mijn ouderlijk huis is gestuurd en geadresseerd aan 'de recensent van het Sneeker Nieuwsblad'. Sippe Sibbele komt nét een paar weken te laat voor een recensie in de krant, maar desondanks ben ik erg in mijn nopjes met de single. De 'Raddraaier' is 'Back Stabbing Girl' van de Friese band Sippe Sibbele uit 1998.

Ik kijk graag terug op mijn leven aan de hand van muziek. Zelfs onderwerpen die vijf jaar geleden nog té pijnlijk waren, kan ik nu vrij eenvoudig aan het beeldscherm toevertrouwen. Toch zijn er van die herinneringen waarbij ik ruim twintig jaar later nog altijd de bilspieren van samen knijp. In 1997 word ik benaderd door Stichting Friesland Pop, de overkoepelende organisatie voor popmuziek in Friesland, met de vraag of ik zitting wil nemen in de jury voor de 'Kleine Prijs Van Sneek'. Natúúrlijk ervaar ik dat als een eer! Ik denk dat het samenvalt met het voornemen van een boek over de geschiedenis van de Friese popmuziek. Ik zal hieraan bijdragen, maar de motivatie is een half jaar later ver te zoeken. Het boek verschijnt ruim een jaar later dan gepland en, achteraf gezien, ben ik blij dat mijn naam niet is verbonden aan de stapel papier met een harde kaft. De 'Kleine Prijs Van Sneek' is sinds de midden jaren tachtig een begrip in Friesland. Het begint vanuit Het Bolwerk en de naam is natuurlijk een persiflage op de 'Grote Prijs Van Nederland'. Het begint klein als een lokale bandjescompetitie, maar het groeit al snel uit tot een regionale (Friese) competitie. De voorrondes van de 'Kleine Prijs' worden door de hele provincie gehouden. De finalisten komen weer samen in Het Bolwerk. Net zoals bij het Eurovisie Songfestival kun je het zwaar oneens zijn met de jury en ik doe in mijn recensies vaak blijken dat ik het niet eens ben met het genoemde panel. Ik krijg nu de kans om mijn stem eens te laten gelden?

De eerste voorronde is in Drachten en ik rij mee met een gitarist uit Sneek die eveneens is gevraagd voor de jury. Er is één band die er meteen uit springt voor mij en dat is Sippe Sibbele. Gitaarrock héérst onder Friese bands in de jaren negentig en buiten het Top 40-circuit durft niemand het aan om met een synthesizer op het podium te stappen. Bovendien doet Sippe Sibbele iets heel moois met het genoemde instrument. In plaats van koude jaren tachtig-synthpop wordt het juist benut op een iets meer symfonische dromerige manier. Ook in de meer opzwepende nummers heeft de synthesizer een plek veroverd zonder dat het er té zwaar bovenop ligt. Bij het tweede nummer van de band weet ik het zeker: Laat de rest van de voorrondes maar zitten! Deze band hóórt te winnen! De rest van de avond is eveneens van een hoog niveau. De tweede voorronde is in Joure en opnieuw krijg ik een lift van de gitarist. Zo hoog als het niveau in Drachten was, zo bespottelijk is de vertoning in Joure. We zien een soort Rage Against The Machine waar we al drie jaar teveel van hebben gezien en een Friestalige singer-songwriter die gewoon niet uitkomt met zijn woorden in de melodie. De tussentijdse evaluaties zijn hilarisch bij allen, maar aan het einde van de avond wordt het pijnlijk. We moeten een favoriet kiezen. Ik kan het niet en krijg hierdoor woorden met een ander jurylid. Ik word zo kwaad dat ik mijn glas bier naar hem toe wil gooien, maar... ik ben al een beetje teut en richten is in ieder geval niet mijn beste punt. Het glas vliegt op een haar langs de gitarist die me de lift heeft gegeven. Ik heb nog net genoeg strippen om halverwege Joure en Sneek uit te komen en de rest moet ik maar lopen. Het moge duidelijk zijn dat ik per direct ben ontslagen uit de jury. Ik zou mijn gezicht hier ook niet meer durven tonen.

Om een lang verhaal kort te maken: De voorrondes gaan onverdroten door zonder mij en tot mijn grote vreugde zie ik dat Sippe Sibbele de finale heeft gehaald. Het zal toch niet? Jawel! Voor één keer ben ik het eens met de jury en de Jouster band wint de 'Kleine Prijs Van Sneek'. Verder moet ik bekennen dat het met winnaars van de 'Kleine Prijs' doorgaans net zo gaat als met winnaars in 'The Voice Of Holland'. Het wordt stil rond de winnaar en de tweede prijs-winnaar gaat aan de haal met het succes. Onderdeel van de prijs is een opnamesessie in de studio van Walter Tremp en het resultaat daarvan verschijnt bijna een jaar later in de vorm van deze single. Ik pik het plaatje op in Jutrijp als ik in de zomer van 1998 langskom. Hoewel 'Back Stabbing Girl' uiteindelijk nog wel mijn waardering heeft gekregen, gaat de voorkeur in eetste instantie uit naar 'Boatflow' op de b-kant. Dit is de band zoals ik ze in Drachten heb gezien (en een paar weken later bij de heropening van Het Bolwerk). Een demo-opname uit de Landscape-studio in Gau met Jan Switters achter de knoppen. Dat geeft een specifieke sound, een beetje 'lo-fi' vergeleken met de Tremp-opname op de a-kant. Het is een geluid dat ik ken van andere demo's en ik 'mag' dat wel. De single ligt in Mossley bijna dagelijks op de draaitafel. De vele verhuizingen eisen hun tol. De single raakt op een gegeven moment het hoesje kwijt en de eerste krassen komen op het vinyl. Het is 2013 als ik 'Boatflow' in 'The Vinyl Countdown' wil draaien en ik erachter kom dat dit niet meer gaat. Het staat niet op Youtube en kan ook niet zo snel een single op Marktplaats vinden. Dan trek ik de stoute schoenen aan en ga kijken op Facebook.

Daar vind ik de 'persoon' Sippe Sibbele en hij is inderdaad de voormalige leider van de indieband. Sippe Sibbele was overigens de bijnaam in Joure voor zijn grootvader. Ik stuur hem een vriendschapsverzoek en krijg meteen bericht terug. ,,Kennen wij elkaar?". Dan leg ik uit dat ik eigenlijk naarstig op zoek ben naar een exemplaar van hun single en of zij nog hebben liggen. Nee, helaas, dat zit er niet in. De 'vriendschap' blijft bestaan en zo verneem ik een paar maanden geleden dat hij een album gaat uitbrengen met een nieuw duo: Soldier One. De eerste smaakmaker smaakt al naar meer: Nu is het wel jaren tachtig-synthpop maar tevens één van de meer aantrekkelijke varianten die ik recent heb gehoord. Afgelopen week is het album verschenen en is nu te beluisteren via Spotify. Ik heb de eerste 'single' reeds een paar maal gedraaid in 'Tuesday Night Music Club' en 'Afterglow' en heb sinds vanavond de beschikking over het volledige album. Dat moet ik nog beluisteren, maar de verwachtingen zijn hooggespannen!

De afbeelding vind ik op Discogs en zie dan dat 'Bep Dylan' in Deventer een exemplaar heeft liggen. Toch vind ik de vraagprijs nogal stevig. Het zou met verzendkosten op vijftien euro uitkomen. Op zichzelf zou ik héél graag 'Boatflow' weer eens willen horen, maar durf te gokken dat die wel goedkoper is te krijgen. De groep heeft in 1999 ook nog een cd uitgebracht maar daarop ontbreekt 'Boatflow'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten