vrijdag 2 november 2018

Raddraaien: The Doors



Deze rubriek is in 2012 opgezet om het gat van '20 Years Ago Today' te vullen. '20YAT' is feitelijk de voorloper van 'Het zilveren goud' met het verschil dat ik in 2011 en een stukje van 2012 praktisch iedere plaat twintig jaar na aankoop belicht. 'Raddraaien' zou in eerste instantie iets worden met een 'draaiend rad' waarbij lezers getallen kunnen invoeren en zo mij de opdracht geven om over een bepaalde single te schrijven. Al gauw gebruik ik de Gouden Gids en dan met name de kappers in de regio Zwolle. De huisnummers van deze schaarcriminelen bepalen welke plaat ik mag behandelen. De 'nee/nee'-sticker op de deur maakt dat ik de Gouden Gids niet meer krijg en tegenwoordig heb ik een ander systeem bedacht. 'Raddraaien' heeft 'ups' en 'downs' gekend. In de eerste jaren gebeurt het regelmatig dat ik per week wel vier 'Raddraaiers' heb en dat een serie binnen drie maanden klaar is. Vandaag is het een jaar geleden dat ik aan de huidige serie ben begonnen. De volgende is de 35e in de lijst en er zijn nog een stuk of achttien te gaan. Nog nimmer heb ik zo'n 'trage' serie 'Raddraaien' gehad, maar er zijn een paar andere vaste gewoonten bij gekomen. Vandaag de 35e single in deze serie 'Raddraaien': De 23e single uit de zesde jaren zeventig-bak. Daar vinden we 'The Piano Bird' van The Doors (1973).

Waar en wanneer? Het schiet me opeens te binnen want ik was het een beetje vergeten. In 1990 breng ik op woensdagmiddag de Leeuwarder Courant rond. Het is het werk van een familie in Jutrijp waarvan de zoon op woensdagmiddag naar school moet en de overige familieleden evenmin in staat zijn om de krant te bezorgen. Het begint eerst met een beetje 'vakantiewerk' en ik verdien vijf gulden. Het is de tijd dat het groene biljet van vijf gulden wordt vervangen door de goudkleurige munt. De familie lijkt de vijf gulden-munten apart te houden voor het geval ik weer eens uitbetaald moet krijgen. Vijf gulden lijkt niet veel, maar het maakt voor mij een wereld van verschil. Mijn zakgeld is eveneens vijf gulden en de extra verdienste maakt dat ik geregeld plaatjes kan kopen. Zo bezoek ik in het najaar van 1990 geregeld de vlooienmarkt in de Sneker Veemarkthal, vaak op de zaterdagmorgen. Daar vind ik ook onze 'Raddraaier'. Ik heb dan inmiddels reeds één single van The Doors en besef dan nog niet hoe 'exotisch' deze nieuwe aanwinst is.

Wat zou er geworden zijn van Harro De Jonge? Mocht iemand hem kennen, laat hem weten dat er nog minstens één blogger is die zijn shows op zaterdagavond weet te herinneren! Het zal in 1988 zijn geweest dat ik voor het eerst hoor van The Doors. De Amerikaanse groep heeft een 'special' in het eerste uur van 'Elpee Pop', een radioprogramma van de NCRV. Overdag wordt volop reclame gemaakt voor de aanstaande show en ik kan me uit deze promo herinneren dat het een stukje 'Riders On The Storm' heeft. Het maakt meteen indruk! Ik weet niet of ik de hele special heb geluisterd, maar één ding is een feit: The Doors is een begrip. De volgende stap is de single-versie van 'Light My Fire' op cassette gevolgd door 'Riders On The Storm' uit Veronica's Top 100 Aller Tijden. In 1990 verschijnt de dubbel-cd 'The Best Of' en ook komt een speciale 'edit' uit van 'Riders On The Storm' als single. Deze laatste koop ik op 4 mei 1990 en is de 134e single in mijn verzameling. Mijn broer koopt kort daarna het bewuste album op cd en een jaar later is The Doors helemaal terug dankzij die dramatische film. Dat zorgt evenwel voor een heruitgave van 'Light My Fire' en deze kan ik evenens aan de collectie toevoegen. In de tussentijd vind ik 'The Piano Bird'. The Doors is vanaf 1991 ineens weer 'hot' en dat vind ik dan geheel terecht. Let wel: Ik ben ook nog maar zestien op dat moment...

Het is al gevallen: De 'dramatische' film. Ik heb door de jaren heen heel veel (auto-)biografieën gelezen waaronder ook die van Jim Morrison. Verder heb ik de mazzel gehad dat ik op het spoor ben gekomen van diverse leden uit de groep van Andy Warhol. Allemaal vertellen ze hetzelfde verhaal dat compleet anders wordt uitgelegd in de film. Warhol schenkt Morrison niet de telefoon omdat hij hem aardig vindt en een cadeau wil geven... Warhol ergert zich aan de aanwezigheid van de grote onbekende en hij vraagt aan zijn medewerkers wie 'de luchtfietser' is. Daarop besluit Warhol hem de telefoon te geven zodat Jim eens met zichzelf kan gaan bellen in plaats van anderen te storen met zijn aanwezigheid. Natuurlijk is dat niet 'lief' genoeg voor een verfilming, maar het is wel hoe het verhaal is. Eigenlijk heb ik het na het lezen van de biografie over Morrison helemaal gehad met de persoon en heb ik vanaf dat moment alleen nog liefde voor de muziek die de band heeft voortgebracht. Dat is een regel die ik na jaren nog altijd hanteer: De voorkeur voor de muziek mag niet veranderen na een teleurstellende ontmoeting of het ontdekken van een persoonlijke hobby of opvatting van een muzikant.

Voor veel bands zou het automatisch het einde hebben betekend: Het overlijden van de charismatische leadzanger. Wat echter wordt vergeten, is dat The Doors niet louter Jim Morrison-met-band is, maar Jimbo een 'instrument' is in de groep. Robbie Krieger, Ray Manzarek of John Densmore zijn allemaal begenadigde muzikanten. Jim's diepe stem en psychedelische proza geven extra klankkleuren. Ik weiger een popmuzikant 'mythisch' te noemen, maar het is een gegeven dat in 1971 niet een tweede Jim Morrison voor handen is of iemand die zou kunnen meten aan zijn bijdrage zonder rechtstreeks te jatten of te kopiëren. The Doors besluit als trio door te gaan en maakt zo nog twee albums. Albums met composities die net zo eigenzinnig zijn als ten tijde van Jim's aanwezigheid en die juist technischer en ingewikkelder van structuur zijn geworden. Het publiek mist echter Jimbo's aanwezigheid en bovendien is het allemaal ook niet even 'geknipt' voor de radio. In 1973 wordt de bandnaam ten grave gedragen.

Ik heb jaren later nog eens de cd 'Door Jams' van Robbie Krieger gehad, maar dat gaat me allemaal een beetje boven de pet. Alleen de flamenco-versie van 'Crystal Ship' kan er nog mee door voor mij. De hobby van The Doors gaat nog een flinke tijd door na 1991, alleen erger ik me dood aan de verheerlijking van Jim Morrison en alsof hij The Doors zou zijn. Buiten de genoemde rolprent om zijn alle getuigenissen dezelfde: Jim Morrison was niets anders dan een egocentrische klootzak die een beetje kon dichten en een fijne zangstem had. Onbereikbaar voor fans maar niet door charisma, maar door het feit dat Morrison vaak gedrogeerd was en dus in de eerste plaats op een andere planeet leefde. Dat hij werd afgebeeld als een moderne Jezus was overigens ook helemaal zijn eigen idee. Op de muziek valt niets af te dingen en dat komt helemaal op het conto van Krieger, Manzarek en Densmore. De laatste was overigens de fratsen van Morrison al helemaal zat en spoorde meerdere malen aan op ontslag van Jimbo.

'The Piano Bird' verschijnt in 1973 in ons land als opvolger van 'The Mosquito' dat het nog tot de top twintig had geschopt. Okay, een beetje credit voor Morrison, voor een single van The Doors is 'The Piano Bird' tamelijk kleurloos qua zang en uitvoering, maar regent het muzikale virtuositeit. Niet verwonderlijk dat het geen hit is geworden, maar wel een erg leuk plaatje dat ik in 1990 en 1991 bijna grijs heb gedraaid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten