dinsdag 5 april 2016
Week Spot: Ronnie Dyson
EDIT: Het hoesje bleek ook 'gewoon' op Singlehoesjes.nl te staan en gezien mijn foto niet goed was gelukt, heb ik die alsnog vervangen.
Als ik nu eens eerder had begrepen dat ik niet beslist Chrome nodig heb om mijn blog te kunnen bewerken? Niet dat ik nu in Internet Explorer zit te typen, maar uit voorgaande maanden kan ik me herinneren dat het uploaden van een eigen foto héél omslachtig ging. De foto's van zaterdag tot en met maandag heb ik bijvoorbeeld van Facebook gehaald. In de paar gevallen dat ik een single of een hoesje op de gevoelige plaat moest leggen, ging het via de IE-computer op een geheugenstick naar de Chrome of zond ik mezelf de afbeelding in een concept via Gmail. Dan hier Gmail openen en de foto op de computer zetten. Nu heb ik het rechtstreeks gedaan. Foto genomen, kop getypt en foto geüpload en daarna opslaan als concept. Een kind kan de was doen! Het is bittere noodzaak want als ik een hoesje of een label wil hebben, zoek ik het meestal vanaf Google. De Week Spot van deze week staat wel talloze keren in de Engelse of Amerikaanse uitdossing, maar niet één keer in het Nederlandse fotohoesje. Omdat ik de single in die hoedanigheid heb, wil ik hem ook zo aan jullie presenteren. Het is niet de beste foto, eigenlijk had ik dit overdag moeten doen, maar hij kan er, voor mij, mee door. De Week Spot is voor Ronnie Dyson en zijn 'One Man Band' (1973).
Het is januari 2012 als ik een zeker deel van mijn verhuisvergoeding spendeer om een Northern Soul-collectie op te bouwen. Buiten twee Amerikaanse singles en een Franse veiling die donderdag afloopt, doe ik het nog netjes op dit moment. Althans, het geld gaat niet op aan singles, maar het rode ligplezier hapt al wel een stuk uit de premie weg. Niet dat ik me ergens hoef te verantwoorden, maar een ligfiets is dan eenvoudiger uit te leggen dan een stapel Northern Soul-singles. Rarenorthernsoul speelt open kaart over hoeveel het hen kost om 'zichtbaar' te zijn op het internet. Met resultaat: Als je vaak genoeg zoekt naar 'Northern Soul' op Google en je hebt geen Adblock geïnstalleerd? Zo moet ik bij Rarenorthernsoul zijn gekomen. De eerste aankopen zijn recente Outta Sight-uitgaven, maar kort daarop 'ontdek' ik Buydiscorecords, de budget-afdeling van Rarenorthernsoul. Ik heb op een bepaald moment bijna dertig singles aangevinkt als ik me afvraag wat zoiets gaat kosten aan verzending. Ik klim in de telefoon en Steve legt me uit dat het niet uitmaakt hoeveel ik bestel, maar dat ik de verzendkosten van één single blijf betalen. Inmiddels hebben ze dat wel ietsje aangepast, maar ik doe me er in januari 2012 baat mee. Het zijn vooral Northern Soul-stampers in het pakket, veelal jaren zeventig-heruitgaven, maar ook zitten er een paar rare snuiters tussen. Eentje daarvan is 'When You Get Right Down To It' van Ronnie Dyson welke heel enthousiast wordt aangekondigd op de site. Hoewel ik dan voornamelijk gefixeerd ben op snelle en harde Northern Soul, is de liefde voor melancholie en dramatiek altijd en overal aanwezig en op grond daarvan koop ik de Engelse persing voor drie pond. De plaat komt maar spaarzaam de bak uit en als het gebeurt, vraag ik mezelf steeds opnieuw af waarom ik niet méér met de plaat doe.
Ronnie Dyson is een 'klinkende' naam en dat is een verademing tussen de vele 'nieuwe' namen in de advertenties van Rarenorthernsoul. Ronnie heeft in 1970 een paar weken in de Tipparade gestaan met 'Why Can't I Touch You' en ken ik daardoor uit het Hitdossier. Omstreeks 1994 heb ik de single eens gekocht voor twee kwartjes, maar vind er geen klap aan en het verdwijnt in 'het archief'. 'When You Get Right Down To It' is een cover van The Delfonics, maar Dyson doet het net ietsje dramatischer. Nee, ik ben in januari 2012 niet kapot van de plaat als onderdeel van de Blauwe Bak, maar hij heeft desondanks vier jaar overleefd op die plaats. Zij het de laatste jaren wel in de reserve-Blauwe Bak. Bij iedere schifting hou ik hem weer in de handen en zet hem haastig terug. Mark is van een lichting Engelse soul-deejays die puur gaan voor 'de soul' in een plaat, ongeacht welke clown het heeft gezongen of dat het ooit een hit is geweest. Ik weet inmiddels dat Mark een bepaalde liefde heeft voor Ronnie Dyson en dat doet blijken als hij deze Nederlandse single aanbiedt. Ik kijk even snel op Marktplaats en de Nederlandse Ebay, maar nee... ik weet het zelf ook wel. Ronnie Dyson is sinds 1994 een 'klinkende' naam en ik kan me niet heugen dat ik in de afgelopen twintig jaar een andere Nederlandse uitgave van Dyson ben tegengekomen. De prijs is prima en zo haal ik deze schaarse Nederlandse single weer terug naar de grond waar het is uitgebracht.
Ik heb even ijdele hoop. Ik weet dat Dyson in 'Hair' heeft gespeeld... Zou dat betekenen dat Dyson de kerk heeft overgeslagen en zijn zang heeft geleerd van Sinatra en andere crooners? Nee, helaas, we kunnen weer niet om het cliché heen want ook Ronnie krijgt het enthousiasme voor het zingen middels het kerkkoor. Hij wordt op 5 juni 1950 geboren in Washington, maar groeit op in Brooklyn in New York. Als achttienjarige weet hij de weg te vinden naar Broadway waar hij een bijzondere rol krijgt in de hippie-musical 'Hair'. Het schouwspel begint immers met 'Aquarius' en de eerste zinnen worden gezongen door niemand minder dan deze Ronnie Dyson. Als acteur doet hij in 1969 eveneens mee in de film 'Putney Swope', maar een jaar later keert hij terug op het podium met de musical 'Salvation'. Hij neemt een liedje uit 'Salvation' mee naar de opnamestudio en het zal hem voorzien van de grootste hit uit zijn carrière: 'Why Can't I Touch You' scoort een achtste plek op de Pop en nummer negen op de R&B in Amerika. De opvolger van 'Touch' heet 'I Don't Wanna Cry' en komt eveneens uit 1970. Op de Pop staat het met een vijftigste plek flink in de schaduw van zijn voorganger, op de R&B bereikt het nog atlijd een negende positie. De volgende single is 'When You Get Right Down To It', zijn enige hitsingle in Engeland waar het bescheiden piekt op 34. In Amerika is het wederom een grote hit op de R&B (37), maar blijft achter op de Pop (94). Het is één van de dingen die ik in begin 2012 leer over Dyson en dat ik nooit had verwacht. Hoewel zijn eerste professionele muzikale schreden middels 'Hair' worden gezet, staat hij voornamelijk te boek als soulzanger. 'Why Can't I Touch You' vertelt in die zin niet het verhaal van zijn latere opnames.
Dyson is anno 1973 een grote naam in de soul en Columbia komt met het idee om Dyson naar Philadelphia te sturen. Daar gaat hij werken met producent Thom Bell, dan één van de grootsten in de muziekbusiness. Bell is onder andere verantwoordelijk voor 'A Brand New Me' van Dusty Springfield (1970) en weet wel raad met Dyson. Het levert de elpee 'One Man Band' op dat in het titelnummer nog een flinke Amerikaanse hit bevat. Het is de laatste single die in Amerika de Top 50 bereikt. Op de R&B doet het 15 en dat zal hij in 1976 nog eenmaal evenaren middels 'The More You Do It'. Dyson neemt in Philadelphia ook een nieuwe versie op van zijn eerdere hit 'When You Get Right Down To It'. De elpee is een matig verkoopsucces. Toch blijft Columbia vertrouwen bewaren in Dyson voor de rest van het decennium. Hij maakt daarna nog drie langspelers voor de maatschappij waaraan enkel top-producers hun naam mogen verbinden. In 1976 heeft hij een R&B-succes met 'The More You Do It'. Het gelijknamige album wordt geproduceerd door Charles 'Chuck' Jackson en Marvin Yancy. Die namen zijn we in januari hier tegengekomen in de 'Dodenrit' met Natalie Cole.
In 1979 loopt het contract met Columbia op zijn einde en maakt Dyson de overstap naar Cotillion, een kleiner label van het machtige Atlantic. Hoewel dat nog twee albums en een paar R&B-hits zal opleveren, is Ronnie Dyson al snel een 'schreeuw uit het verleden'. 'Why Can't I Touch You' is over het algemeen het nummer van Dyson dat nog geregeld op de radio te horen zal zijn. 'All Over Your Face' is in 1983 het laatste teken dat we van Dyson gaan vernemen. Toch blijft hij werken aan een comeback en neemt zo in 1990 nog 'See The Clown' op en een duet met Vicki Austin. Op 10 november 1990 bezwijkt hij aan een hartfalen. Zijn gezondheid laat overigens al sinds de late jaren zeventig te wensen over. Vlak na Dyson's dood wordt het duet met Austin alsnog uitgebracht en 'Are We So Far Apart' bereikt een bescheiden 79e plek op de R&B.
En nog steeds loop ik te twijfelen. Een paar weken na 'One Man Band' biedt Mark opnieuw een Ronnie Dyson-single aan, maar omdat ik 'overkill' uit de weg wil gaan, sla ik hem eerst over. Als ik me niet vergis is de single nooit gereserveerd of verkocht, dus wellicht dat ik die alsnog ga aanschaffen. Een ding is zeker: Die wordt geen Week Spot meer, want die eer valt te beurt aan 'One Man Band'. Bell maakt er een feestje van met een prachtig orkest-arrangement en Dyson zingt het werk met overtuiging en soul en dat is iets dat de Northern Soul-beweging de laatste decennia heeft ontbeerd. Laat de 'serieuze' dj's maar tweeduizend euro betalen voor een plaat die niet zonder reden nooit is uitgebracht, voor een paar dollar kun je al zo'n 'miljoenenplaat' van Ronnie Dyson in de koffers krijgen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Je had het hoesje ook gewoon van singlehoesjes.nl kunnen halen hoor... :-)
BeantwoordenVerwijderen